DAUTENPAD en PANNENKOEKENTOCHT / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 03 EN 06/02/2012
DAUTENPAD.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
De wandelpaal, gelegen op de hoek van de Kapelstraat en de Varkensmarkt is de officiële vertrekplaats en aankomst van de verschillende wandelingen.
Wij starten voor het Dautenpad, maar we wandelen eerst even langs het plein met gemeentehuis en kerk. Even voorbij Huis Schoofs dit dubbelhuis gebouwd in het begin van de 19de eeuw vroeger het Brouwershuis Schoofs nog steeds vermeld in het bovenlicht, tegenover het gemeentehuis waarvan de bouw in 1914 gestart is en in 1916 klaar was. Langs het gemeentehuis de kerk. Al in de 11e eeuw stond er reeds een stenen kerk met er ronds het kerkhof. De 65 meter hoge kerktoren werd omstreeks 1500 voltooid, het schip is van 1777. Koor en kruisbeuken in 1862. Wij verlaten het plein en vatten de eigenlijke wandeling aan. We verlaten het dorp en komen langs het fonteintje steken de spoorweg over en komen aan het Kasteel van Diepenbeek
Verweerd door weer en wind, zie je de oude slottoren (donjon). Deze toren werd gebouwd rond het jaar 1400 en is een overblijfsel uit de middeleeuwen. Het 17de eeuwse kasteel naast de toren doet al jaren dienst als notariaat maar was ooit de verblijfplaats van de rentmeesters van de Duitse Ridderorde van Alden Biesen. Deze 15de-eeuwse bakstenen burchttoren telt vier niveaus. De gelijkvloerse verdieping is overwelfd en herbergde de voorraden. De eerste verdieping diende als keuken, ontvangst- en leefkamer. Vanuit de traptoren bereik je op niveau twee het slaapgedeelte, in oorsprong omgeven door een weergang. Niveau drie is een latere toevoeging. De oude burcht die bij de toren hoorde is reeds lang verdwenen, het huidige kasteel werd gebouwd door de landkommandeur van Alden Biezen in 1663. Wat verder dalen we het natuurreservaat binnen en volgen een eindje de Demer.
Prachtig is het besneeuwd landschap en komen zo aan de Dautenvijvers. We wandelen langs de Dautenvijvers deze ontstonden door ontginning van ijzererts Vanaf 1869 maakt men melding van ontginning in Diepenbeek. Het erts werd voor een groot deel uitgevoerd naar de smeltovens van Luik en het Rijnland. Gewassen en geladen kostte het erts in 1870 voor 1000kgr / 6,30 frank. Nu is het een uniek natuurgebied met een verscheidenheid aan watervogels. De vijvers zijn bijna toegevroren en de eenden en andere watervogels zitten samen op de enige plekken die nog open zijn, mooi om te zien. We wandelen weer verder nog langs een mooi gerestaureerd vakwerkhuis. Dan komen we aan de watermolen Sapitelmolen, De huidige benaming "Sapitelmolen" is een verbastering van "Kapittelmolen", daar de molen afhing van het Sing-Lambertuskapittel van Luik. Hij wordt voor de eerste maal vermeld in 1272. De Watermolen ligt op de Demer. Nog wat verder en wij zijn terug aan ons vertrek. Nog even de stempels halen in het Paenhuis.
PANNENKOEKENTOCHT
DIEPENBEEK.
De maandag wandeling van De Schoverik vertrekt te Terloght, het zonnige weer is heel bijzonder met de sneeuw op het landschap. De hel blauwe lucht en de mooie omgeving zijn fijn om in te wandelen. Een stuk door de velden en een eind door het bos. Ook even langs het Jongebos en langs een paar mooie vakwerkhuizen. Een korte maar mooie wandeling afgesloten met een lekkere pannenkoek.
MARCHE DES GADLIS DE PERON D'OR. / LES GADLIS DE PERON D'OR. / REMOUCHAMPS. 29/01/2012
MARCHE DES GADLIS DE PERON DOR.
LES GADLIS DE PERON DOR.
REMOUCHAMPS.
De "Parel van de Amblève" en de unieke grot. De grot van Remouchamps.
De langste onderwater vaart ter wereld. Het is bijna niet meer nodig om de grot van Remouchamps te omschrijven. Sinds 1912 is hij geopend voor het publiek. Sinds 1924 wordt hij verlicht met een sprookjesachtige verlichting. Remouchamps ligt daar waar de wegen naar Banneux, Spa, Coo en Aywaille elkaar kruisen. Het is daar dat zich aan de voet van de kleine vallei van Chantoirs, de toegang tot de grot "Merveille des Merveilles" bevindt. De "Parel van de Amblève" is tevens het land van de "Gad'lis", een plaatselijke uitdrukking die 'land van de geitenhoeders' betekent. Hier wandelen we vandaag door het prachtige landschap, langs de beboste hellingen van de Ambléve. Wat verder komen we in Sougné heeft zijn oude karakter weten te bewaren met zijn smalle straatjes en zijn huizen in steen. De huidige kerk dateert van 1739 en de tot monument uitgeroepen toren ervan is van 1230. Wij klimmen verder door het bos en vanop het punt Walter Fostier heeft men een prachtig uitzicht over Sougné, Remouchamps en de meanders van de Amblève.
Wij blijven een heel tijdje in het bos wandelen en het dorpje Deigné komt in zicht. In een weelderige vallei tussen twee hellingen strekt het dorp zich op het ritme van de reliëf verschillen rond de kerk en het plein uit. Deigné is omgeven door omhaagde velden en beboste hellingen waarop zich de befaamde grenspalen van Stavelot bevinden. Deigné is een van de Mooiste Dorpen in Wallonië, is een landelijk plaatsje met huizen in kalk- en zandsteen waarvan de meeste in de 18de eeuw werden opgetrokken. De huizen liggen gegroepeerd rond de kerk en het met een fontein opgesmukte plein, en vormen een merkwaardig homogeen geheel. Het straatbeeld wordt bepaald door de telkens anders georiënteerde woonvolumes en daken van de huizen, en door de weggetjes die door het dorp slingeren.
De huizen zijn bijna allemaal gerenoveerd, wat erop wijst dat de bewoners hun patrimonium en het landelijke karakter van het dorp willen in stand houden. De kern van het dorp wordt gevormd door stenen, meestal halfopen boerderijtjes, die doorgaans uit de 18de eeuw dateren. Aan het plein is de rust post, nadien wandelen we nog een eindje door het dorp en we klimmen nu naar de hoofdweg. Van hieruit op een steenworp van het dorp, ligt het safaripark "Monde Sauvage". Wij draaien eerder de weg in maar zien nog de ingang, verder wandelen ween komen in Playe. De woningen in Playe hebben hun oorspronkelijke karakter behouden. Voor het grootste gedeelte zijn ze gebouwd in landelijke steen met de oranjebruine kleur van aardewerk. De hoeve van Playe (al 300 jaar in bezit van dezelfde familie) is één van de belangrijkste van het dorp.
We wandelen het dorpje uit en komen weer in een bosrijke omgeving, op de lichte hellingen staan wilde helleborussen of Nieskruid. Mooie planten met groene bloemen een van de weinige planten die in de winter bloeien. We wandelen verder en de Ambléve komt in zicht en zo ook Remouchamps. Een eind langs de rivier met prachtige zichten op de omgeving, dan wandelen we Remouchamps binnen en eindigt een prachtige wandeling.
MARCHE D'HIVER. / LES CULS DE JATTE DU MAUGE. / HAMOIS 28/01/2012.
MARCHE DHIVER.
LES CULS DE JATTE DU MAUGE.
HAMOIS.
Wij vertrekken in het centrum van Hamois aan de kerk en tegenover de molen.
De Moulin de Warnon een korenmolen werd gebouwd in 1869. Hij is uitgerust met een metalen bovenslagrad én een turbine. De inrichting is nog compleet, met o.m. vier steenkoppels en een buil. De molen is gelegen op de Bocq. Wij wandelen het dorp uit en dan nemen we de weg naar Emptinne. We wandelen door het dorpje en dan langs de oude spoorweg. Vanop de Ravel Ligne 126 zien we het Kasteel de Fontaine liggen, straks gaan we even langs het kasteel om het te bekijken, wat verder komen we terug op de spoorweg.
Hier was het station, vandaag staat er een infobord met het verhaal van het station en de spoorweg. Ravel Ligne 126 loopt van Huy tot Ciney. We wandelen nu door Emptinne een prachtige dorpje met veel huizen in hardsteen. Wat verder lopen we de velden in om van de prachtige omgeving te genieten. Wat verder komen we langs een prachtig wit kasteel met boerderij. Spijtig dat we er redelijk ver van af zijn.
Wij wandelen verder, komen aan een oude boerderij met ronde toren een stukje door de velden en dan komen we in Schaltin. Het kasteel gerenoveerd in 1724 , de boerderij in breuksteen en blauwe stenen zijn gebouwd in de 19e eeuw. Vandaag is er een school in. Wij hebben hier controlepost. Wij wandelen na de rust terug naar het dorp en dan weer de velden in.
Dan komt Hamois weer in zicht de kerk en de molen. Hier eindigt een mooie en aangename wandeling.
Als we Hamois verlaten komen we langs KASTEEL DE FONTAINE. Het kasteel dat we zagen vanop de wandeling. Nu kunnen we even stoppen en wat fotos maken van dit prachtige kasteel met boerderij.
Het kasteel uit 1768 is een lang gerekt gebouw met grote vijvers voor die vandaag leeg zijn waarschijnlijk voor de herstelling van de muren. Tussen de kasteel en boerderij staat nog een toren met sporen van een ophaalbrug. Het is een heel groot complex.
Al vlug komen we aan de voornaamste bezienswaardigheid het domein van Valduc. De oorspronkelijke abdij is verdwenen, enkel de abdijhoeve en de watermolen restten nog, evenals een recenter kasteel. In het park staat nog een authentieke schandpaal. Dit domein heeft een rijke geschiedenis, spijtig dat het vandaag verwaarloosd is, de boerderij is in verval. Het eens zo prachtige park blijft niet veel meer over.
Een stukje geschiedenis over de voormalige abdij.
De Valduc abdij in 1232 gesticht door Hendrik II, Hertog van Brabant, uit dankbaarheid voor de geboorte van zijn zoon en erfgenaam, de latere Hertog Hendrik III van Brabant. De Hertog van Brabant, die de Cesarberg in Leuven bewoont, kiest tussen zijn landerijen een rustige vallei uit, ver van de stad, volgens de door Sint Bernardus aanbevolen principes. Zijn keuze valt op een plek achter het dorp Hamme-Mille, in de glooiing van het terrein beschermd tegen de noordenwind door het woud van Meerdael. Deze keuze werd voornamelijk bepaald door de aanwezigheid van een bron. Valduc was een abdij van de Cisterciënzers.
Wij wandelen voorbij het domein en dan langs een lange dreef. Zo komen we in het Meerdaalwoud. Meerdaalwoud is net zoals Heverleebos een restant van het eens zo grote Kolenwoud dat geheel Midden-België bedekte. Het bos is nu nog 1255 ha groot. Het eigenlijke bos is zowel met loofhout als naaldhout begroeid. Het grootste deel van het grondvlak wordt ingenomen door eiken en beuken.
Het Meerdaalwoud herbergt samen met het Heverleebos één van de oudste reeënpopulaties in België. De schattingen lopen van 100 tot 200 stuks. Wij wandelen een heel eind door dit prachtige bos en komen zo in Nethen. Wij wandelen langs het traject van de oude tramweg. Verder komen aan het oude station van Nethen. We wandelen nu langs de oude muur van het Domein van Savenel . Dat is de fameuze muur die het "Château Savenel" omringt. Hij is liefst 4 kilometer langen en speelt een rol in de geschiedenis van de Wilde verckens
De hertog van Arenberg, die in die tijd onze dorpen in bezit had, wou zijn gasten op zijn kasteel in Heverlee wel wat bieden. Alhoewel zelf blind door een jachtongeval, organiseerde hij nog regelmatig jachtpartijen. Daarom kweekte hij everzwijnen, die vrij rondliepen in Heverleebos en Meerdaalwoud.
Tot grote woede van de landbouwers, die dag en nacht bewaking moesten organiseren voor hun velden rondom. En meer dan wegjagen mocht trouwens ook al niet. Na al 13 jaar vruchteloos processen gevoerd te hebben, trokken de boeren met een petitie naar de Oostenrijkse keizer Jozef II. Die besliste, zeer tegen de zin van de hertog, dat de "wilde verckens" gedood of opgesloten moesten worden. De hertog kreeg het van de Karmelieten gedaan om de everzwijnen op te sluiten binnen de muren van Savenel. Gedurende de Brabantse Omwenteling maakte een compagnie van 35 patriotten uit Weert, gebruik van hun wapens om alle everzwijnen binnen de muren van het klooster af te slachten. Het is vermoedelijk hun enige wapenfeit geweest. Ze vreesden immers dat, indien de Omwenteling zou lukken, de adel zijn oude privileges zou terugkrijgen. Liquideren leek hen dus veiliger. Achteraf gezien bleek het allemaal niet nodig, want de Omwenteling mislukte en de Oostenrijkers bleven nog enige jaren de baas.
We komen aan de controle en rustpost en daarna zetten we onze wandeling verder door het dorp en dan weer een eind het bos in.
We klimmen nu een eind en komen boven op het plateau, hier heeft het bos plaats gemaakt voor velden en prachtige vergezichten over het landschap. Achter ons verdwijn stilaan de bosheuvels en wij komen in Le Claines en aan de Moulin de la Forge deze molen ligt op het riviertje de Nethen.
De korenmolen heeft een lange geschiedenis:
De molen was omstreeks 1494 in bouwvallige toestand. De abdij van Valduc nam de molen in rente van de Chièvres, heer van Bierbeek, tegen de volgende voorwaarden: de huurder moest de molen herstellen, een jaarlijkse cijns betalen van 50 Rijngulden en hem terug in het bezit stellen van de erfgenamen van de hee de Chièvres mits terugbetaling van de bedragen uitgegeven voor de herstelling van de molen. In 1507-1508 bracht dit bedrijf een jaarlijks inkomen op van 12 mudden rogge. De molen kwam dan terug in het bezit van de heren van Bierbeek en Charles de Croy, hertog van Aarschot, deed op deze plaats een smederij en een molen voor het bewerken van ijzer oprichten. Het is om deze reden dat de molen nog steeds "Moulin de la Forge" genaamd wordt. In 1686 was de molen, toen "Moulin de Fer" genaamd, aan 35 gulden per jaar verhuurd. De molen staakte alle bedrijvigheid in 1957. Zijn breed waterrad, onder een afdak, werd verwijderd rond 1990. De spaarvijver is opgevuld.
Voorbij de molen een rustige straat met wat huizen en een groot natuurpark. Nog wat verder wandelen om dan terug in Hamme - Mille te komen, nog even de steenweg over en langs de kerk en wij zijn weer binnen. Wij hebben een mooie en interessante wandeling gemaakt. Het is altijd fijn als je weet wat je gezien hebt en welke geschiedenis er achter staat.
MARCHE D'APRES-MIDI / S.C.M.L. MAMMOUTH. / AWANS 21/01/2012
MARCHE DAPRES-MIDI.
S.C.M.L. MAMMOUTH.
AWANS.
Awans, dit dorpje ligt te slapen in de schaduw van de stad Luik. Wat me wel verwonderde was het tamelijk vlakke landschap dat je hier bewandeld.
Uitgestrekte landerijen met hier en daar een grote boerderij. Akkerbouw is hier nog steeds de hoofdbezigheid. Wij wandelen het dorp uit en komen in Hognoul. Hognoul is een Haspengouws woon dorp. Hier komen we ook verschillende grote hoeven tegen maar ook een kasteeltje, we wandelen verder en komen in Rue Tombeu, hier een prachtige witte hoeve Ferme du Tombeu. Wij wandelen verder wat je hier veel tegenkomt zijn op elke hoek van de straat een kapelleke. Sommige zijn al eeuwen oud, in de straat rue de Judenne staat er eentje van 1707.
We wandelen weer een eindje verder door een veldwegje en komen aan de controle inde dorpshuis. Hier even rusten en dan weer verder voor een lus van 5kilometer. We komen in Fooz. We wandelen langs de spoorweg en dan langs een prachtige oude boerderij. Dat dit een landbouw- gebied is, is duidelijk te zien. Waals Haspengouw op zijn best. Nog een eindje verder en komen terug aan het gemeentehuis van Awans waar onze wandeling in Waals Haspengouw eindigt.
34E MARCHE DE LA CITADELLE. / LES SPITANTS DE NAMUR. / NAMUR 15/01/2012.
34E MARCHE DE LA CITADELLE.
LES SPITANTS DE NAMUR ASBL.
NAMUR.
Namen gelegen waar de rivier de Samber in de Maas vloeit. Het is de hoofdstad van Wallonië en de hoofdstad van de provincie Namen. Van oudsher is Namen vooral een bestuurlijk en militair centrum geweest, getuige ook de beroemde citadel die de stad domineert en die het grootste Europese verdedigingswerk is.
Tegen een luisterrijke achtergrond strekt de Citadel van Namen zich uit over 80ha groen gebied, vlakbij het stadscentrum. Hij biedt prachtige vergezichten op de stad en de Maasvallei. De Citadel van Namen is een belangrijk stukje erfgoed, want het was een van de grootste forten van Europa! De Citadel van Namen heeft altijd al een strategische positie bekleed in het hart van Europa. Ze was eerst het commandocentrum van een belangrijk graafschap in de Middeleeuwen en werd nadien erg gegeerd en dus ook belegerd door alle Europese grootmachten van de 15de tot de 19de eeuw. Vanaf 1891 werd ze omgebouwd tot een uitgestrekt park, een heuse groene long die over de hoofdstad van Wallonië uitkijkt. Vandaag bestormen de wandelaars de citadel, deze bevoorrechte getuige van 2000 jaar geschiedenis met een grote G.
Wij gaan op verkenning in openlucht langs de wandelpaden met historische uitleg ; ze gaan op ontdekking onder de grond in de kilometers lange galerijen die in de loop der eeuwen werden ingericht om één van de grootste citadels van Europa te beveiligen. Bewonder de vindingrijkheid van de vele bouwers die elkaar hebben opgevolgd opdat deze versterking de eeuwen zou kunnen trotseren en de talrijke conflicten overleven waarmee haar geschiedenis bezaaid is. Wij ontdekken enkele gangen van het doolhof van onderaardse gangen, door Napoleon de Termietenheuvel van Europa genoemd. Met 7 kilometer souterrains mag de Citadel van Namen er prat op gaan dat het een fort was met grootste netwerk aan galerijen in Europa.
Het kasteel van de Graven van Namen, gelegen aan de rand van de rotskam van de Champeau, waakt sedert de middeleeuwen over de stad. In La Mediévale (het middeleeuwse gedeelte), kunt u de middeleeuwse laag van de site terugvinden, de woning van de graaf met de tentoonstelling het leven op het kasteel bekijken, en de tuin van de 2 torens ontdekken. Terra Nova is het gedeelte wat je vrij kunt bewandelen, hier heb je prachtig zichten over de stad en de rivier. Wij wandelen over dit prachtige domein en verlaten de site via het kasteel van Namen. Dit kasteel gelegen op de top met prachtige tuinen is een juweeltje van een plaats, vandaag doet het dienst als hotel. Wij wandelen naar beneden langs de verschillende grote villas. Langs chateau Valetchka met zijn gele vierkante toren en dan weer verder dalen we en wandelen het bos in.
En dan wat verder komen we aan de Maas langs het Ile Vas-ty-Frotte langs de kade met zijn prachtige huizen, kleine kasteeltje. Dan door het Le parc de La Plante het park langs de Maas. Van waaruit we een prachtige zicht op de Maas en zijn bruggen. Dan komen we aan het standbeeld van Koning AlbertI de samenvloeiing van de Samber en Maas.
Nu wandelen we langs de Samber en zijn mooie gebouwen en zo komen we in het centrum van Namen. We hebben hier ook een prachtige zicht op de citadel. Nog even en we zijn terug aan het Arsenal waar onze wandeling eindigt.
De geschiedenis van de Eifel is uiterst divers. Vele volken en culturen hebben in de loop van de millenia hier hun sporen getrokken. Een grote schat aan indrukwekkende kastelen, burchten, kloosters en kerken herinnert aan de machtomstandigheden van de laatste eeuwen. Schilderachtige dorpen en kleine steden betoveren met vakwerkhuizen en stadsvestingen.
Bad Munstereifel is ronduit schitterend, met zijn prachtige, mooi intact gebleven ommuurde middeleeuwse centrum. De meeste bezienswaardige gebouwen bevinden zich aan of rond de drukke hoofdstraat, met in het midden een riviertje in een bedding van oude kademuren. De romaanse Stiftkirsche bijvoorbeeld met zijn twee ronde torens is zeker bijzonder te noemen.
Daarvlakbij bevindt zich, in de afdeling curiosa, een heuse Heino Fanshop, met alle cds van de zingende albino maar ook Heino-Sekt, Heino-Haselnusstorte en andere rare artikelen, met het Heino Rathaus Cafe ernaast, waar ze zonder blikken of blozen Heino-jubileumkoffie schenken. Daar weer zo goed als naast staat het bloedrood geschilderde oude raadhuis met een gotische bogengalerij met onderdoorpassage, ook bijzonder mooi. Aan de hoofdstraat staat verder nog een ruime, lichte juzuietenkerk St. Donatus uit 1670 (beschadigd in WO II en daarna herstelt) met een mooi barokinterieur, neoraamse ramen en neoclassicistische entree.
Een wandeling langs de oude stadsmuur met de vele torens is zeker niet te versmaden. In de resten van de voormalige burcht bevindt zich een cafe-restaurant met terras. Naast echt schitterende oude vakwerkhuizen heeft Bad Munstereifel ook mooie, zuid-Nederlandse aandoende huizen uit baksteen en natuursteen. Toeristische informatie is te verkrijgen in het Apothekenmuseum aan de hoofdstraat.
25 E MARCHE DE LA CHOUFFE. / FORTS MARCHEURS EMBOURG. / EMBOURG-CHAUDFONTAINE 14/01/2012.
25E MARCHE DE LA CHOUFFE.
FORTS MARCHEURS EMBOURG.
EMBOURG-CHAUDFONTAINE.
Embourg is een deelgemeente van Chaudfontaine, een streek aan en rond de rivier de Vesder met zijn hoge rotswanden. Wij vertrekken en wandelen door de stad.
Waar we langs mooie gebouwen tegen komen. Ook het kasteel dat herbouwd is en nu dienst doet als woningen en handelshuizen. We wandelen nu in de Rue de Carmel binnen. Hier bevind zich het klooster der Carmelieten. Het Carmel de Mehange. Wij wijken even van het parkoer af om een kijkje te nemen binnen de muren van het klooster. Het is een bakstenen gebouw met verschillende bijgebouwen. Deze orde heeft hier in Luik in 1621 dit klooster gesticht.
Wij wandelen terug het parkoer op en zetten onze wandeling verder. Tegenover op de heuvel ligt de Basiliek van Chevremont. De eerste steen van de kerk werd gelegd door de bisschop op 3 september 1877, maar de bouwwerken van het klooster waren al in mei 1877 aangevat. Op 8 september 1899 werd de kerk in gotische stijl ingewijd door Monseigneur Doutreloux. In 1928, ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van de stichting kreeg de kerk de eretitel basilica minor. In mei 1940 werd Chèvremont gebombardeerd. Het transept van de zuidkant, het grote altaar en de orgels werden verwoest. De bedevaart naar Notre-Dame de Chèvremont gaat terug tot 1688, toen Engelse jezuïeten, door de protestantse vervolgingen uit hun land verdreven, hier een kapel lieten bouwen.
Wij wandelen weer een eind verder om dan in Vaux-sous-Chevremont te komen, hier steken we de Vesder over. We komen langs de Ancien Maka et Laminior Grison puis de Coune en dan wat verder komen we aan het kasteel van Vaux-sous-Chevremont, nu gemeentehuis. We wandelen verder en komen aan in Casmatrie. Waar de Moulin a Poudre Curtuis uit 1595 wij klimmen nu naar de Casmatrie op 80 meter. Wat verder komen we in Chaudfontaine.
Vanaf de 18de eeuw werd Chaudfontaine, dat haar naam dankt aan de warmwaterbronnen die op haar grondgebied opborrelen, een kuur- en vakantieoord. Het belang van dit centrum groeide voortdurend. Keizer Jozef II in 1781, Koningin Hortence in 1812, Victor Hugo en nog tal van andere beroemde of kleurrijke personen waren verrukt over hun verblijf. In de 19de eeuw groeide Chaudfontaine en meer bepaald de vallei van de Vesder, uit tot een centrum van ijzer- en staalindustrie, dat vooral wapens en staalplaten produceert. Vandaag is er één van de belangrijkste kuuroord in België. Het kasteel gelegen in een prachtig park gelegen aan de Vesder.
Wat verder wandelen we langs de Vesder en keren terug en dan klimmen we naar Des Quatre Corneilles een prachtig bos. Dan komen we boven en wandelen door het dorp en dan komen we terug in Embourg. Zo eindigt een mooie wandeling.
De statige toren van de St. Martinuskerk torent fier en vooral hoog boven het landschap uit. Van verre is dit Vijlense Godhuis zichtbaar en manifesteert zich daardoor als oriëntatiepunt bij talloze wandelaars. Het is de hoogst gelegen RK kerk van Nederland. De uitgestrektheid van de Vijlenerbossen vormt een aparte attractie. Aan alle kanten omzoomd door veelal steile hellingbossen, is het plateau een eldorado voor de echte wandelaar. Via idyllische weggetjes en pittige slingerbochten kunnen we de dorpskernen van Vijlen, Lemiers en Holset verkennen, waar de landelijke omgeving en markante vakwerkhuizen het decor bepalen.
Wij wandelen het dorp uit langs mooie vakwerkhuizen deze stammen meestal uit de 18-19 eeuw. Langs de Oude Akerweg komen we in Lemiers. Langs de Sint-Catharina en Luciakerk uit 1895-96. Met zijn twee vierkante torens is het een opmerkelijk gebouw. Nu slaan we de volgende weg in en wandelen Oud Lemiers binnen. Voor ons duikt het kasteel op. Kasteel Lemiers of kasteel Gen Hoes, het kasteel omvat een herenhuis en een kasteelboerderij. Ze is gebouwd op de plaats waar de Hermansbeek in de Selzerbeek uitmondt en ze had ook een watermolen met de naam Kasteelmolen. Het oudste deel van het huis is een vierkante waterburcht met een traptoren, beiden uit de 15e eeuw en gebouwd op de fundamenten van een voorganger uit de 12e eeuw, waarvan de kelders en de tongewelven zijn overgebleven. In 1640 werd het kasteel aan de zuidzijde uitgebreid met drie smalle vleugels om een kleine binnenplaats. De meest zuidelijke vleugel heeft een open arcade op Toscaanse zuilen. De L-vormige nederhof stamt uit 1677 hetgeen blijkt uit de aanwezige jaarankers.
De poort met doorgang is uit 1683. Het zuidelijke deel van de hoeve met de ronde hoektoren werden, zoals door een windvaan op de torenspits aangeduid, in 1774 aangebouwd. In deze vleugel is een watermolen ingericht. Uit dezelfde tijd zijn de toegangspoort in Lodewijk XVI-stijl en de boogbrug naar het huis. Spijtig dat we er geen foto van kunnen maken, wij wandelen verder en komen langs vele vakwerkhuizen Oud Lemiers heeft een groot aantal beschermde vakwerkhuizen. Zo komen we aan de Sint-Catharinakapel, De Sint-Catharinakapel is een voormalig zaalkerkje in romaanse stijl uit de 12de eeuw. De kapel werd rond 1350 toegewijd aan de Heilige Maagd en de Martelares Catharina. Dit zou gebeurd zijn na een ingrijpende vernieuwing van de romaanse kapel. De kapel blijkt in 1497 te vallen onder de parochie Vijlen. In 1648 laat Georg von Stücker het koor vernieuwen. Later vindt er een algehele restauratie plaats door Stückers schoonzoon Wilhelm von Fürth. Daaraan herinnert het jaartal 1683 dat nog zichtbaar is op het derde spant in de kapel. Ruim een eeuw later, in 1785, wordt de kapel opgeknapt en van een nieuwe vloer voorzien waarbij de 14e eeuwse grafsteen bij het Maria-altaar verdwijnt. In 1879 wordt de kapel verheven tot rectoraatskerk. Door de bouw van de nieuwe kerk wordt de kapel in 1896 buiten gebruik gesteld.
In een hoekje staat een grenssteen met een adelaar. Wij zijn hier dan ook vlak bij de grens met Duitsland. We zijn nu op het duits gedeelte van Lemiers. Een klein gedeelte van Lemiers ligt echter in Duitsland en behoort tot de "Stadt" Aachen en grenst aan de plaatsen Laurensberg en Orsbach. De grens in Lemiers tussen Duitsland en Nederland wordt door de Selzerbeek (Senserbach) gevormd. Een bruggetje over de beek vormt de verbinding tussen de twee dorpsdelen in de twee landen. Wat verder komen aan de Schneeberg, hier is een gedeelte van de in 1938-39 opgerichte Westwall, de antitankwand te zien, wij wandelen een eind erlangs. Wij wandelen een eind langs de grensstraat om dan af te dalen naar Vaals waar we langs het kerkhof komen.
We nemen een kijkje op het kerkhof hier bevind zich de beschermde grafkapel van de Fam. Tyrell. Neo-classicistische grafkapel, eind 19e eeuw gebouwd voor de familie Tyrell en gesitueerd op een betegelde verhoging, omgeven door een smeedijzeren hek. De verhoging waarop de kapel is geplaatst, is met veelkleurige tegels bedekt en omheind door een kunstig gesmeed hekwerk met bijzondere hoekversieringen- de hoeken zijn versierd met de Duitse adelaar. de verhoging zelf is onder dit hek gevat in een raamwerk van geajoureerde steen. Op het einde van het kerkhof staat een ijzeren toren met klokken.
Wij verlaten het kerkhof en wandelen nu Vaals binnen met zijn vele indrukwekkende gebouwen. Langs de St Pauluskerk, in de Lindenstraat 9-15 het voormalige lakenfabriek uit 1841, in 1891 werd het fabriek omgebouwd naar woonhuizen. Wat verder komen we aan het Von Clermontplein. Dit plein met zijn prachtige gebouwen is zeker de moeite om even halt te houden. Wij kijken wat rond en vervolgen onze weg, wij komen aan huis Bloemendal, het park de oude begraafplaats voor de geestelijken van Klooster Bloemendal. Wat ijzeren kruizen tegen de muur vertellen hun verhaal.
Wij wandelen verder door het park. We komen aan de Joodse begraafplaats. Op de begraafplaats zijn thans 16 grafstenen bewaard gebleven, waarvan de oudste uit 1755. De jongste graven zijn gedolven aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Opmerkelijk is dat verschillende grafstenen een Duitstalig grafschrift dragen. Verder is op één van de grafstenen een foutje gemaakt. Het graf van Goldina Kaufmann draagt als geboortedatum 23-03-1845 en als overlijdensdatum 14-08-1825. Dat moet natuurlijk 1925 zijn. Wij wandelen weer verder, we wandelen de Weijlerweg af langs het kasteel en dan komen we terug in Lemiers nog even langs de grote weg en we komen terug aan in Vijlen. Hier eindigt een mooie en aangename wandeling.
Beek is een groot dorp, maar vertoont ondanks zijn omvang weinig stedelijke kenmerken. De plaats wordt omringd door zowel landelijk gebied als door stedelijk gebied als door sterk industrieel gebied. Aan de noordzijde van de plaats ligt Geleen met het industriecomplex Chemelot, aan de oostzijde het heuvelland, aan de zuidzijde de luchthaven Maastricht-Aachen Airport (plaatselijk beter bekend als Vliegveld Beek) en aan de westzijde de woongemeente Stein.
Wij wandelen door het dorp en komen aan de Hervormde Pastorie, een gebouw uit 1751. Ervoor staat een Joods monument. We wandelen nu naar het kasteel Huis Genbroek een kasteel uit de 17e eeuw. De historische tuinen en park zijn nu open voor de wandelaars. Wij wandelen nu verder en komen zon het Kelmonderbos. Deze drassige graslandjes en percelen helling- en moerasbos liggen in het dal van de Keutelbeek. Natuurmonumenten verwijdert geleidelijk de aangeplante populieren in het moerasbos om ruimte te maken voor boomsoorten die hier van nature thuishoren. Enkele plantensoorten die hier voorkomen zijn robertskruid, groot heksenkruid en bosandoorn.
In het gebied leven veel soorten vogels en vleermuizen. Ook komen hier dassen voor. Nog even verder en we komen in Geverik. De naam Geverik is afgeleid van 'Gabriacum' 'toebehorend aan Gabrus'. Een oudere naam voor Geverik is Geverick. Het dorp telt ongeveer 600 inwoners. Het gehucht Kelmond maakt eveneens deel uit van Geverik. Hier komen we langs verschillende oude boerderijen, wat opvalt is dat alle boerderijen hier wit geschilderd zijn. ook de bepleistering rond de deuren en ramen en op de muren zijn uitzonderlijk.
We wandelen weer een eind verder. En komen aan het vliegveld Maastricht Aachen Airport. Wij wandelen verder en komen in Kelmond, is een gehucht behorend tot het dorp Geverik, dat op zijn beurt deel uitmaakt van de gemeente Beek. De naam Kelmond is ontstaan uit het Romaanse calvum montem, hetgeen kale berg betekent. Ook hier verschillende grote boerderijen. We wandelen door de hoofdstraat de Kelmonderstraat.
Nog wat verder hebben we een prachtig zicht op de omgeving met de St. Hubertusmolen: Deze houten standaardmolen voor het malen van graan, werd gebouwd in het begin van de 19de eeuw. Als bouwjaar wordt 1802 genoemd. In de massieve houten balk bij de trap, die toegang geeft tot het molenhuis, is de naam Johannes van Mulcken gegrift, vermoedelijk de eerste molenaar. Het vaste onderstel (standaard) draagt de as, die het hele molenhuis draaibaar maakt. Dit kruien geschiedt vanaf de begane grond. Zeer interessant is het geheel uit hout vervaardigde mechanisme. De wieken met een vlucht van 24 meter worden in het molenhuis afgeremd op de gladde zijde van het eikenhouten tandwiel met eveneens houten remstuk, de zgn. vang. De St. Hubertusmolen werd in 1971 van gemeentewegen aangekocht en grondig gerestaureerd.
We wandelen verder en komen in Genhout. Hier komen we vele vakwerkhuizen tegen en grote boerderijen. Als we veen de binnenkoer in kijken zien we prachtige paardenhalster hangen met blinkende bellen. Wel mooi als deze bewaard worden.
We wandelen verder en komen in Printhagen dan wandelen we weer de velden in. Wat verder en we komen terug aan ons vertrek. het is een prachtige wandeling geworden met prachtige gebouwen.
20E MARCHE DE L'EPIPHANIE. / LES ROTEUS DI HOUSSAIE / BEYNE - HEUSAY 04/01/2012.
20E MARCHE DE LEPIPHANIE.
LES ROTEUS DI HOUSSAIE BEYNE-HEUSAY.
BEYNE-HEUSAY.
Als eerste wandeling van 2012 kiezen we voor de woensdag wandeling in Beyne-Heusay.
De gemeente Beyne-Heusay ligt in de overgang naar het Land van Herve en is door de eeuwen heen gegroeid uit een samenvoeging van dorpen en gehuchten. Het eerste dorp Benne ontstond in 1321, in wat toen het prinsdom Luik was.
De geschiedenis van de gemeente is nauw verbonden met de exploitatie van de koolmijnen (in de 19e en 20e eeuw). Vandaag wandelen we rond in het dorp en ontdekken de mooie gebouwen die hier toch nog voorkomen. Huizen die de rijkdom van het verleden vertellen.
Wij wandelen door de straten en dan komen we aan de oude spoorwegroute. Weer wandelen we verder en komen langs oude boerderijen en het kasteel. Dan weer een eind door de straten en komen zo terug in het centrum. Een mooie wandeling hebben we hier gedaan.
Atuatuca Tungrorum, de antieke benaming van Tongeren, was in de Romeinse tijd de administratieve hoofdplaats van het volksdistrict (civitas) der Tungri. Deze Tungri vormden ten tijde van keizer Augustus (27. V. C. - 14. N. C.) een bestuurlijke federatie van enkele autochtone volksstammen die in de decennia daarvoor in het verzet waren gekomen tegen het Romeins invasieleger van Julius Caesar. De Eburonen, één van deze inheemse stammen, hadden in 54 v. C. onder het bevel van hun koning Ambiorix, een zware nederlaag toegebracht aan de Romeinse legioenen. Die veldslag had plaats in de nabijheid van Atuatuca, een nog onbekende plaats in het land van de Eburonen, waar de Romeinen hun winterkwartier hadden opgeslagen. Na de definitieve vestiging van het Romeins gezag, ging de inheemse naam Atua(tu)ca over op de hoofdplaats van de civitas Tungrorum. Deze primitieve nederzetting (vicus), gelegen op een knooppunt van belangrijke heerbanen, zou in de loop van de volgende eeuwen uitgroeien tot een echte Romeinse stad (municipium), met typische openbare en private gebouwen & straten, omgeven door een monumentale stadsmuur. De verspreiding van de Romeinse cultuur had ook een grote invloed op de ontwikkeling van het omliggende platteland, waar welstellende herenboeren talloze boerderijen (villa's) en karakteristieke grafheuvels (tumuli) oprichten. Als gevolg van de voortdurende invallen van Germaanse volkeren in Noord-Gallië, werd de stad in de 4de eeuw voorzien van een nieuwe omwalling die kleiner was als deze uit de 2de eeuw , evenals de zustersteden Keulen en Trier. Tongeren was het centrum van een christelijke diocese, waar HH. Maternus en Servatius als eerste geloofspredikers vermoedelijk een tijd lang hun bisschopszetel hadden gevestigd. Oudheidkundige opgravingen in de oude stadskern en bijbehorende necropolen hebben talrijke overblijfselen aan het licht gebracht die, aangevuld met enkele karakteristieke vondsten van het platteland, een levendig beeld ophangen van het Romeins verleden van de stad en haar regio. Welke rol Tongeren heeft gespeeld in de vroege middeleeuwen is, spijts enkele zeldzame vondsten uit de Merovingische periode (5de - 7de eeuw), niet echt duidelijk. Het is pas in de daaropvolgende Karolingische tijd dat de stad opnieuw in het licht van de historie treedt met de bouw van een nieuwe kerk en de stichting van een kapittel van kanunniken. Dat alles gebeurde - kennelijk als voortzetting van een christelijke traditie - steeds op de plaats van de huidige O.L.V.-kerk in wier omgeving ook de Sint-Maternuskapel (memoriekerkje) en het oude bisschopshuis hadden gestaan. Het centrum van deze kerkelijke aanhorigheden (monasterium), eertijds omgeven door een primitieve omheining, zou de kern vormen van de latere stadsontwikkeling.Na afbraak van de Romaanse munsterkerk en de heropbouw van de thans nog bestaande kloostergang, werd in de eerste helft van de 13de eeuw aangevangen met de bouw van de huidige Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Gotische stijl. Vanaf die tijd ontstonden rondom het oude stadscentrum nieuwe handelswijken, verzorgingstehuizen en ambachtelijke kwartieren, die na de aanleg van de 13de eeuwse stadsomwalling uitgebreid werden met verschillende kloosters, enkele parochiekerkjes en een begijnhof. Tongeren, een van de gegoede steden van het Luikerland, werd in 1677 bijna volledig platgebrand door de troepen van Lodewijk XIV, waarna de stad slechts moeizaam herstelde. Het is pas na 1830 dat er van een werkelijke heropleving kan gesproken worden. Meer dan 2000 jaar geschiedenis hebben een uitzonderlijk rijk cultuurhistorisch erfgoed nagelaten.
Vandaag ontdekken we enkele van deze vele monumenten. Met foto's van nu en oude postkaarten. Geeft ons een idee van hoe het vroeger was tussen 1900-2000. Soms komen we prachtige postkaarten tegen tijdens onze zoektocht naar informatie en deze willen we graag delen.
Ambiorixstandbeeld:
Ambiorix was de koning van de Eburonen, die in 54-53 v.C. in de omgeving van Atuatuca, de legioenen van Julius Caesaronder leiding van Cotta, de grootste nederlaag toediende, die zij bij de verovering van Gallië hebben gekend. In 1866 werd er voor Ambiorix een standbeeld opgericht, dat gemaakt werd door de beeldhouwer Jules Bertin.
De MARKT
Stadhuis:
Tot voor de "Grote Brand" van 1677 lag het oude stadhuis op de hoek van de Markt en de St-Truiderstraat. In het begin van de 18de eeuw besloot men het huidige stadhuis te bouwen op de plaats van de verwoeste lakenhal. Dit werd gebouwd tussen 1737 en 1750 naar de tekeningen van de Luikse architect Pascal Barbier. Het gebouw in classicistische stijl is een mooi voorbeeld van de 18de eeuwse Maaslandse bouwtrant.
Onze-lieve-vrouwebasiliek:
Stad en wijde omgeving worden gedomineerd door de gotische toren van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Ontegensprekelijk één van de mooiste religieuze bouwwerken die ons land rijk is. Meer dan 300 jaar waren nodig om dit prachtig monument te voltooien. Het interieur is uitermate rijk aan kunstschatten. Bekendst is ongetwijfeld het uit notenhout gesneden beeld van Onze-Lieve Vrouw van Tongeren Oorzaak Onzer Blijdschap, dat dateert van omstreeks 1479. De Romaanse kloostergang uit de 12de eeuw mag beschouwd worden als een zeldzame getuige van Romaanse bouwkunst in België.
Middeleeuwse wallen:
Ingevolge de verwoesting van de stad in 1213 door de troepen van Hertog Hendrik I van Brabant, werd in 1241 begonnen met de bouw van de middeleeuwse omwalling. Deze muur omsloot de toenmalige stadskern wat nu ongeveer overeenkomt met de huidige ringlaan. Verschillende delen van deze 13de eeuwse omwalling bepalen nog gedeeltelijk het patroon van de vroegere middeleeuwse stad. De best bewaarde delen bevinden zich langs de Leopoldwal en de Elfde-Novemberwal, maar ook de Lakenmakerstoren en de Velinxtoren maakten deel uit van deze 13de eeuwse muur. In de 15de eeuw werden de stadsmuren gedeeltelijk afgebroken en in de 17de eeuw verwoestten de Fransen verschillende stadspoorten. De vestigingsmuren werden in de 18de eeuw hersteld maar moesten in de 19de eeuw uiteindelijk wijken voor de modernisering.
Moerenpoort:
Als enige overgebleven stadspoort uit de Middeleeuwen is de Moerenpoort zeker een bezoek waard. Dit historische gebouw is gelegen aan de rand van het begijnhof en vertelt het unieke verhaal van de militaire geschiedenis van de stad. De poort is zeer recentelijk gerestaureerd.
Begijnhof:
Even wegdromen tussen de schilderachtige huisjes en gezellige pleintjes met een gevoel alsof je terug gaat in de tijd ! Dat is de ervaring die je krijgt bij een bezoek aan één van de oudste begijnhoven van Vlaanderen. Midden 13de eeuw werd het Tongerse begijnhof, vlak bij de Jeker, gesticht als een miniatuurstadje binnen de stad. De nauwe straatjes, mooi gerestaureerde panden, een beetje apart en eigenzinnig, een gedroomde locatie voor kunstenaars en sinds 1998 werelderfgoed van de UNESCO.
Begijnhofkerk:
De St-Catharinakerk, beter gekend als Begijnhofkerk of Paterskerk, is een van de oudste kerken van de stad. Deze vroeg-Gotische kerk uit 1294 werd in de loop der eeuwen meerdere malen verbouwd en aangepast. In de 18de eeuw werd bv. het huidige barokgewelf aangebracht en het dakruitertje op de kerk geplaatst. Na de Franse Revolutie kwam de kerk in het bezit van de Tongerse Godshuizencommissie die in 1899 de kerk (voor 99 jaar), verhuurde aan de Paters Minderbroeders, wat uiteindelijk de naam Paterskerk verklaart. Deze sfeervolle St-Catharinakerk bevat een rijke verzameling kunstvoorwerpen waaronder vooral het houtsnijwerk en de schilderijen opvallen. Als voornaamste bezienswaardigheden gelden o.a. de preekstoel van Robrecht Verburgh uit 1711 in Lodewijk de XIV-stijl, het schilderij boven het hoogaltaar van de hand van Gaspar de Crayer, 17de eeuw en het beeld van de Lijdende Christus geschonken door begijn Anna de Floz.
Agnetenklooster:
Het Agnetenklooster bestond reeds in 1418 en werd na de schenking van Joanna Van Repen in 1421 vergroot. Na de Franse Revolutie werd het klooster verkocht. Het kwam in handen van Kanunnik Vandermaesen. Deze liet de kerk in het begin van de 19de eeuw afbreken en richtte het klooster in als herenhuis. Bij de recentelijke restauratie werd het gebouw gekaleid met uitzondering van de voormalige zomerrefter en de kerkruïne.
Romeinse muur:
Aan de rand van de oude stadskern, vooral vanaf het noorden tot in de west-sector , zijn nog imposante overblijfselen bewaard van de 4544 meter lange stadsmuur uit de 2de eeuw. Deze was eertijds ca. 6 m hoog en op regelmatige afstanden versterkt met ronde torens. Aan de buitenzijde werd de muur beschermd door enkele diepe verdedigingsgrachten. Op de plaats van de toegangswegen tot de stad bevonden zich monumentale poorten. Vanaf de Middeleeuwen werd de Romeinse stadsmuur grotendeels afgebroken voor de herbruikbare bouwmaterialen, vandaar dat er nu van deze eens zo indrukwekkende muur nog hoofdzakelijk de muurkern, bestaande uit twee ruwe blokken silex, overblijft.
Tongeren bezit een schat aan prachtige gebouwen en het is zeker de moeite om er eens in rond te wandelen, bijzonder museums zijn het Gallo-Romeins museum - Begijnhofmuseum Beghina - Moerenpoort en Schatkamer van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek een schat aan erfgoed die je kunt ontdekken.
MARCHE DES CRECHES. / LES 21 GEMMENICH. / GEMMENICH 28/12/2011.
MARCHE DES CRECHES.
LES 21 GEMMENICH.
GEMMENICH.
Niet ver van het Drielandenpunt en zijn toren met weids uitzicht op Aken, Nederlands Limburg en het Geuldal ligt Gemmenich. De streek is prachtig en zo op het einde van het jaar is het altijd fijn om hier een wandeling te maken. Niet alleen de natuur maar ook de gebouwen zijn prachtig.
Wij wandelen een eind door de straten en komen geregeld de kerststallen tegen. Hier kun je een wandeling volgen die de verschillende kersstallen aandoen, wij wandelen weer een eindje verder. Zo komen we aan de Geuldalroute. Een wandelroute die het Geuldal laat verkennen. Wij wandelen een eindje over de oude spoorwegberm en dan wandelen we naar de Chemin du Duc hier een van de mooie grote hoeven in hard steen. Gewoon prachtig. Wat verder komen we aan de gedeeltelijke in Vakwerk hoeve. Colombages Blanchis een hoeve uit het einde van de XVIII eeuw (1797)het woonhuis is wit en in vakwerk met een band van vuursteen waarop het vakwerk rust. De bijgebouwen zijn opgetrokken in baksteen, ze is wel mooi gelegen boven op de heuvel, beneden staan een grote kerststal.
Wij wandelen weer een eindje verder. We komen zo aan de St Hubert kerk uit de XVe eeuw met een pracht van een orgel. Dan weer een eindje verder wandelen we terug op Ligne 39 voorbij het station. Een heel eind wandelen we over Ligne 39 waar we prachtige zichten hebben over het landschap. Nog een eind door de weilanden en velden en dan komen we terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling in een prachtige streek.