BOSTOCHT. / DE SCHOVERIK. / BEVERST-BILZEN 02/09/2013.
BOSTOCHT.
DE SCHOVERIK.
BEVERST - BILZEN
Beverst bestaat uit het gehucht Schoonbeek. Beverst werd in 1977 gefuseerd met de stad Bilzen. We wandelen vandaag door het Haspengouwse landschap. Wat we veel tegenkomen zijn de nog intacte vakwerkhuizen met veel zorg onderhouden en bewaard. Wat een geluk dat er nog mensen zijn die deze prachtige erfgoedhuizen bewonen en bewaren.
We komen aan de Schilswinning een 17de eeuwse winning met overdragende verdieping en een kaasrooster onder het dak de dwarsschuur uit het begin van de 19de eeuw. Dit complex is heel bijzonder. Een eind door het dorp en dan komen we aan de dreef naar een bijzonder gebouw.
Het Waterkasteel van Schoonbeek. Het in U-vorm gebouwde renaissancekasteel heeft een grote tuin. Naast het kasteel ligt een vijver die uitmondt in een gracht, waarover een ophaalbrug naar de toegangspoort leidt. De oudste kern van het kasteel dateert uit de middeleeuwen: in 1333 behoorde het kasteel toe aan het graafschap Loon. Herman Typots, drossaard van het Land van Grevenbroek en kastelein van het Prinsenhof in Kuringen, huwde met Margriet van Chiney, dochter van Dirk van Chiney, heer van Schoonbeek en Anna Vandenbosch van Gors-op-Leeuw. In 1573 was hun kleinzoon Hendrik Typots nog heer van het kasteel van Schoonbeek. De familie Preston uit Ierland kocht het in 1780. De volgende eigenaar was de familie de Renesse. Graaf Theodore de Renesse was burgemeester van Beverst en gouverneur van de provincie Limburg. Een andere nazaat, Frédéric Alexandre Jean Marie Ghislain, graaf de Renesse, geboren te Brussel op 3 januari 1904, overleed ongehuwd in het kasteel op 18 november 1990. Tegenwoordig is de familie de Grunne eigenaar. Het is en blijft een prachtige kasteel in een groene omgeving.
We wandelen verder en komen zo aan de Demer, en wat verder aan de Nieuwkopen uit 1862. Het is een onderslagmolen waar koren gemalen werd. Spijtig vandaag is het molenrad verdwenen maar volgens het infobordje is het binnenwerk nog intact. Nog even verder en we komen terug aan ons vertrek.
Bad Münstereifel is een historisch gegroeide romantisch stadje met schilderachtige vakwerkhuizen, een levendige voetgangersstraat met aantrekkelijke winkels en gezellige cafes langs de Erft.
De historische binnenstad met zijn smalle straatjes en steegjes zijn te bereiken via de vier historisch belangrijke stadspoort in de vier windrichtingen. Het kasteel hoog boven de stad. Vanaf hier kunt u genieten van een prachtig uitzicht over Bad Münstereifel. We vertrekken in de hall even buiten Bad Munstereifel en al vlug wandelen we het stadje binnen. We wandelen tot aan de Heisterbacher poort maar we gaan niet de stad in maar wandelen we langs de muren van de stad “Wallgrabenpromenade” hier zien we hoe de stad omwald is en hoeveel torens de stad bewaakten. Hier langs de wallen is het prachtige om te wandelen met veel groen.
De graven van Jülich hebben het gebouwd eind 13e en in de eerste helft van de 14e Eeuw, het kasteel en de stadsmuren - een totaal van 1,6 km lang - met 4 poorten en 18 torens. De muur omsluit de ring-uitvoering van de Erftstadt in een vorm die is aangepast aan de site. De gracht, die vroeger werd gevuld met water, wordt alleen verkregen bij de oost-en westzijde. De Stadsomwalling en de poorten zijn volledig gerestaureerd. Sinds enige tijd, de loopbrug is op een lengte van 220 m bewandelbaar met vanop de loopbrug kunnen we genieten van een prachtig uitzicht over de stad. We wandelen nu een eind rond de stad.
Weer een eindje verder komen we aan de begraafplaats, gelegen naast de gemeentelijke begraafplaats, rusten 508 militairen. Het merendeel hiervan (477) was Duits. Daarnaast liggen er nog twee Polen begraven en op een apart deel 29 Russen. De meeste slachtoffers kwamen tijdens de slag om het Hürtgenwald om het leven. Er liggen ook enkele burgers begraven, die tijdens de gevechten stierven. Dan een heel eind door de bossen en zo komen w e aan hertenpark wat prachtig is om te bewandelen. Mooi om de dieren te zien en we genieten ervan dan weer verder aan de “Karolingische Fliehburg” nog ruïnes van een burg.
Weer wat verder de “Ringwal Alte Burg” nu weer verder om naar het volgende panorma te zien de stad Bad Munstereifel van op de hoogte en dan dalen we een eind om aan het Joods Kerkhof te komen, we gaan even een kort bezoekje brengen. En dan weer verder naar beneden. Zo komen we terug aan de omwalling van de stad. We komen aan de Johannistor gelegen aan de afrit van de stad naar het oosten, vernoemd naar de parochiekerk van St. John.Voorheen de poort met ophaalbrug en valhek.
We wandelen weer verder en komen aan het Kasteel Bad Münstereifel. In de 13e Gebouwd eeuw woonde hier Godfried Graaf van Gulik - wiens graf ligt hoog in de collegiale kerk - Het kasteel werd gebouwd in 1689 door de terugtrekkende Franse troepen in brand gestoken. Nu dalen w eaf naar het stadje zelf met zijn prachtige gebouwen. Windeck huis is de grootste van een groep van oude vakwerkhuizen in de Orchheimer weg, gebouwd in 1644 bis 1664. Keizerrijk snijwerk en twee overhangde erker kamer waardoor het een van de mooiste vakwerkhuizen van het Rijnland. , de historische vakwerkhuizen van Bad Münster Eifel.
De jezuïetenkerk is op de markt, naast de Middelbare school van de St. Michael's, een voormalige jezuïetencollege. De kerk werd gebouwd in 1659-1668 door de lekenbroeders van de jezuïeten. Schip met een gewelfd houten plafond. St. Michael Schoolgelegen op de markt. In 1659 -. 1727 gebouwd als een voormalige jezuïetencollege Opmerkelijk is de oude Jezuïeten bibliotheek met 2.000 volumes, waaronder 76 boeken, die vóór 1500 werden gedrukt. Voormalig Karmelietessenklooster De voormalige Karmelitessenklooster ligt direct naast het stadhuis op Market Street, gebouwd door Karmelitessenorden van Dusseldorf op ongeveer hetzelfde tijdstip als de jezuïeten zijn begonnen met de bouw van de Jezuïetenkerk (ongeveer 1660).
Town Hall van 1476, tegelijkertijd dienen als lakenhal. Later het stadhuis, werd de bovenste zaal omgetoverd in de raadzaal. Na de tsunami van 1818, werd het gebouw verkocht, dan lang als mouterij en bier winkel. Pas sinds de jaren '30 van de vorige eeuw, herbergt het de raad en bestuur van de stad. Aan de voorzijde van het stadhuis is de schandpaal. Nog vele mooie vakwerkhuizen zijn bewaard en verschillende prachtige gebouwen, en we kunnen Poppenmuseum ook bezoeken waar we de grote verscheidenheid van speelgoed kunnen bekijken zeker een troef dat het museum op is. Wij nemen ruim de tijd om alles te bekijken en het stadje te bezoeken. Een pracht van een wandeling hebben we hier gedaan.
26e MARCHE INTERNATIONALE. / LES GLOBE-TROTTERS-AWIRS. / AWIRS-FLEMALLE. 31/08/2013.
26E MARCHE INTERNATIONALE.
LES GLOBE-TROTTERS-AWIRS.
AWIRS-FLEMALLE.
We vertrekken met onze wandeling in AWIRS, een klein dorpje van de gemeente Flemalle. We wandelen door een eindje het bos om dan wat later in WARFUSEE te komen. Het kleine gehucht van Warfusée ligt op enkele honderden meters van het centrum van Stockay. Dit stukje Haspengouw is van een bijzondere schoonheid.
En de natuur biedt even zoveel schoonheid, met landerijen, bossen en vijvers. Ontginningen, omheiningen (17de eeuw) en verkavelingen (18de eeuw) hebben het oorspronkelijke landschap ingrijpend veranderd. In de nabijheid ontstonden steeds meer winningsindustrieën: steenkool, aluinschalie en later kalksteen. We wandelen verder en komen in GLEIXHE langs de kerk St Lambert de Gleixhe uit de 18de eeuw. Wat verder langs een prachtige vierkant hoeve. Nog een eind langs de velden en akkers.
Op de weilanden grote rollen hooi. Wat mooi toch. We wandelen verder en zien “de Stinkende Kortschildkever” een bijzondere keven die veel lijkt op een schorpioen. Gelukkig kan ik er een mooie foto kunnen maken. Dan komen we in DOMMARTIN een gemeente van Saint George. Weer een eindje door de velden en akkers en dan komen we aan de “Rodge Male” een oude opgeknapte hoeve met vierkante toren.
Allemaal beestjes op de wandeling
Weer een eind door de velden en nu ook een stukje door het bos, prachtige zichten over het Haspengouwse landschap. Nog een klein stukje wandelen en we komen terug aan ons vertrek. Een prachtige landelijke wandeling.
BRUGED BY NIGHT. / FRISSE STAPPERS BRUGGE. / BRUGGE. 16/11/2013.
BRUGES BY NIGHT.
FRISSE STAPPERS BRUGGE.
BRUGGE.
Brugge by night opende vierkunststeden wandeltrofee
Vanuit het Venetië van het Noorden vatte zaterdag de vierkunststeden wandeltrofee aan. De wandeltrofee is een samenwerking tussen vier Vlaamse wandelclubs , waarbij de kunststeden Brugge, Gent , Oudenaarde en Kortrijk tijdens de eindejaarperiode gekoppeld worden aan een feeërieke avondwandeling.
De Frisse Stappers kiezen meteen de groene kant op , als we Buiten Boeverie een heerlijk wandelpad volgen langsheen de vestingen. De idyllische Smedenpoort vormt de aanvang van een eerste bezienswaardigheid. Het gaat kris kras langs gezellige Brugse steegjes allen met een eigen geschiedenis en eigen verhaal. Passeren ’t Brugs Beertje , een oeroud en befaamd staminée , geen twijfel mogelijk een Brugse Zot zal ons smaken. Via de Zilverstraat en de doorsteek van het Zilverpand bereiken we de Steenstraat.
De Sint-Salvatorkathedraal kreeg er inmiddels een nieuw kleurtje en inplanting bij. De majestueuze robuuste toren van het Belfort wenkt. De Oude Burg maakt zich op voor de opening van de kerstmarkt. Het gaat zowaar de andere kant op lanterfantend naar de Grote Markt. Jan Breydel en Pieter de Coninck , de twee Brugse volkshelden zijn zowaar bedolven tussen de opzet van de ijspiste en menig kerstchalet die hier straks de uitbundige sfeer van de eindejaarfeesten zullen uitmaken.
We vervolgen via de Burg , ook hier worden we letterlijk betoverd door de schoonheid. Het stadhuis , de heilige Bloed kapel stralen bij nacht. Langs de reien loopt de verkenning van Brugge verder. Maken er onder meer kennis met Hans Memling en Jan van Eyck op hun arduinen sokkel. Ook Guido Gezelle is voor eeuwig verweven met Brugge , als onderpastoor van de parochie Sint-Walburga was hij er een graag geziene gast. Na de rust lopen we verder langs de stadsvesten .
Eind 13de eeuw sierden molens de Brugse stadsvesten. Vandaag staan er nog vier exemplaren op de Kruisvest. De Sint-Janshuismolen (anno 1770) behield zijn oorspronkelijke stek en maalt, net als de Koeleweimolen, nog altijd graan. Via de Coupure zoeken we alras terug de gezelligheid op van de Brugse binnenstad. Monden uit aan de Vismarkt. Nog dagelijks met uitzondering van zondag wordt hier verse vis te koop gesteld.
Onze historische verkenning loopt hierna verder langs de Dijver, wellicht het meest gefotografeerd plekje van Brugge. Romantiek teert er weelderig. De Onze-Lieve-Vrouwkerk met haar madonna van Michelangelo vormt een zoveelste schoonheid langs het traject.
Op een boogscheut ligt het Minnewater en haar vredig Begijnhof. Nog zo’n idyllisch plekje waar je uren zo kunnen blijven turen. En dan gaat het vlug opnieuw naar de stationsbuurt. De eindmeet wekt van een oergezellige avondwandeling.
‘Strijd.’ Zo zou je deze landschapswandeling kort samen kunnen vatten. Het harde labeur waarmee de bewoners van de vierkantshoeves hun akkers bewerkten en hun boomgaarden verzorgden. De oorlogen die de Graven van Loon voerden van uit de historische stad Borgloon. De Romeinse troepen die het gebied doorkruisten. De ongelijke strijd tussen de omgeving en de krachten van de natuur. Het resulteerde in een golvend landschap met beboste heuveltoppen, akkers en uitgestrekte hoogstamboomgaarden.
Vanuit het historisch hart van de stad Borgloon wandelen we zuidwaarts. Onder de steenweg Tongeren - Sint-Truiden door, ontvouwt zich een prachtig landschap met uitgestrekte weilanden met hoogstamboomgaarden. Dat Haspengouw een rijk verleden heeft kan je op deze landschapswandeling ontdekken. Via de "Loonse" heuvels ontdekken we het Romeins verleden en de middeleeuwse geschiedenis. Tal van verwijzingen zijn nog te zien in het landschap: de Romeinse weg, de middeleeuwse burchtheuvel, monumentale boerderijen en kastelen. Onderweg heeft het Kunstencentrum Z33 op verschillende plaatsen kunstwerken geplaatst, die je op een andere manier naar het landschap laten kijken. We vertrekken met onze wandeling aan het Stadhuis van Borgloon en dalen zo de stad uit naar de steenweg die we nu onderdoor kunnen gaan dankzij de tunnel en dadelijk komen we in het prachtige Haspengouwse landschap. Hoogstamboomgaarden, beemden en weilanden waar koeien gezellig staan te grazen, ze kijken naar ons en denken waarschijnlijk wat komen die hier doen. Wij wandelen verder en genieten van de prachtige streek die de onze is. Als we ven achterom kijken zien we de kerk en de burgheuvel liggen. We komen aan “Landmark Romeinse Villa” waar je een prachtig panorama hebt over Broekom en je heb hier een zicht op het Haspengouwse landschap en verder over de taalgrens.
Hans Lemmen laat ons zien door zijn kunstwerk en benadrukt de archeologische waarde van de Romeinse kassei en omgeving. Het Romeins verleden van Grootloon wordt op een bijzondere en kunstzinnige manier zichtbaar gemaakt. Een plek om op zonnige dagen even tot rust te komen en te genieten van het prachtige landschap. We wandelen verder en volgen een eindje de Romeinse heerbaan en dan verlaten we de heerbaan en wandelen we door de veldwegen om een zicht op te krijgen op Heks bos. Nu weer verder tot we aan het kunstproject “De Twijfelgrens”. Hier toont Fred Eerdekens (BE) een geplooide lijn in het landschap. Langs de Romeinse Kassei vind je een houtachtige sculptuur waarin je – enkel wanneer je vanuit de juiste positie kijkt – het woord ‘twijfelgrens’ kan lezen. Fred Eerdekens gebruikt taal wel vaker als medium voor zijn kunstwerken. Tegelijkertijd is zijn werk een reflectie over hoe taal werkt.
Voor Twijfelgrens moet je het juiste standpunt innemen om het “verborgen” woord te kunnen lezen en tot inzicht te komen. Hier weer een prachtig panorama op Grootloon. Weer wat verder om aan het volgende kunstwerk te komen. “Reading Between the Lines” is de nieuwste blikvanger in het Haspengouwse landschap in het kader van Z-OUT en pit – kunst in de open ruimte een initiatief van kunstencentrum Z33. De vele kleine parochiekerken in de streek waren de inspiratiebron voor wat zij deze "geest van een gebouw” noemen. De 30 ton zware constructie bestaat uit honderd lagen cortenstaal. Na een voorbereiding van enkele maanden in het atelier werden alle elementen op één dag tussen de boomgaarden opgetrokken. Wat vandaag een trekpleister is voor toeristen uit heel de wereld.
Vandaag is een familie uit Israël op bezoek. Bijzonder is als je op de juiste plek staat, en door de toren kijk je gelijktijdig de toren van de kerk van Borgloon ziet. Hier ook weer prachtige panorama’s op de omgeving en Borgloon. We wandelen weer verder en steken de steenweg over en beginnen de klim naar het centrum waar onze wandeling eindigt. Een prachtige wandeling die je zo dikwijls kunt doen en telkens die je telkens weer verrast.
15E MARCHE DES BLES. / AL VILLE CINSE BERNEAU. / BOMBAYE. 26/08/2013.
15E MARCHE DES BLES.
AL VILE CINSE BERNEAU.
BOMBAYE.
Vandaag wandelen we in BOLBEEK. “Bombaye”. Wist niet dat Bombaye in het Nederlands Bolbeek was. Weer iets nieuws geleerd. Bolbeek werd gesticht op een golvende leembodem. Het landschap vertoont veel overeenkomsten met dat van het nabijgelegen Zuid-Limburg. Het dorp wordt in Middeleeuwse bronnen aangeduid als Bubais (1108) en Bulsbeke (1147).
Oorspronkelijk spraken de inwoners van Bolbeek één van de plaatselijke Nederlandse dialecten in Overmaas, die wegens het toebehoren aan de Republiek onder Hollandse invloed raakte. Bolbeek kende vanaf de achttiende eeuw echter een geleidelijke verfransing. In de negentiende eeuw was het dorp volledig Franstalig. We wandelen verder door het dorp en komen langs mooie gebouwen en dan is er controle weer verder en we komen in het volgende dorpje Mortroux.
Het ligt in het Land van Herve. Door het dorp stroomt de Rau d'Asse die in Mortroux uitmondt in de Berwijn, een zijrivier van de Maas. Mortroux ontwikkelt zich stilaan tot een woondorp maar er is nog veel landbouw aanwezig. We komen langs de Sint-Luciakerk heeft een middeleeuwse toren. De rest van de kerk dateert uit de 18de eeuw. Dan langs De Moulin de Nelhain langs de Berwijn is een watermolen met onderslagrad die dateert van 1819. De molen maalt niet meer maar de inrichting en het waterrad zijn nog aanwezig.
We wandelen verder, hier in het dorp is er nog Bos van Mortroux waar prachtige wandelingen kunnen gedaan worden. Wij weer verder langs grote akkers en velden en dan terug naar Bombaye. Een mooie wandeling in “het Land van Herve”.
Aalst een typische dorp langs de Melsterbeek, rond een éénbeukig neo-gotische kerk OLV onbevlekte ontvangen uit 1854 aan het driehoekig dorpsplein, hier vertrekken we met onze wandeling door Aalst en de omliggende dorpen. Al vlug komen we aan in Kerkom.
Hier ook een landbouwdorpje zoals er vele zijn in Haspengouw met de kleine boerderijen van de gewone boer en de groet vierkanthoeven van de rijke boeren en de kasteel heren. Kerkom bestaat al meer dan 900 jaar en de naam kwam van het Germaanse “Kyreheim” dat kerk en woning betekent. In Kerkom hebben we twee kastelen. We komen aan het kasteel van Kerkom uit 1889 met een behouden vleugel van het kasteel uit 1760. Het is gelegen in een prachtig park wat het kasteel aan ons zicht onttrekt.
Wij wandelen verder en komen zo aan het ”Wit Kasteel” is een 17 eeuws verbouwd herenhuis met een hoeve aan. Vandaag is het gelegen tussen de plantages. Op het plein voor het kasteel de bijgebouwen en de oudste zijn gebouwd in vakwerk. We wandelen verder en wandelen het militair domein op. Brustem. Het voormalige vliegveld ligt er verlaten bij de grote landingsbanen worden stilaan terug veroverd door de natuur en de vele militaire gebouwen zijn aan het vervallen.
De loodsen van de vliegtuigen staan er troosteloos bij en de natuur veroverd stilaan de omgeving. Eén hangaar is nog in het gebruik door de Limburgse Vliegclub die daar gebruik maken van een gedeelte van de landingsbanen. Wij wandelen een heel eind door het militair domein en soms overvalt het ons de gedachte dat dit allemaal zoveel geld gekost heeft en nu er zo bij ligt. Hier ook een stuk militaire geschiedenis en erfgoed wat verloren gaat. We verlaten het domein en wandelen terug Aalst binnen waar onze wandeling eindigt.
De gemeente Kerkrade grenst aan Duitsland en ligt tussen Landgraaf en Heerlen in. De historie van Kerkrade begint al met de stichting van het klooster Rolduc (1104), het grootste kloostercomplex van Nederland.
De Miljoenenlijn (de lijn heet zo omdat ze bij de aanleg destijds twaalf miljoen gulden heeft gekost) brengt de stoomtrein ook naar Kerkrade. In Kerkrade ligt een historisch gebouwencomplex, waarvan de betekenis verder reikt dan de streek. Met een geschiedenis van meer dan negenhonderd jaar is Abdij Rolduc het grootste en oudste bewaard gebleven abdijcomplex van Nederland. Vanwege de culturele betekenis en de bouwkundige waarde is de abdij een nationaal monument.
Rolduc is tegenwoordig in gebruik als hotel en conferentieoord. Rolduc is de tegenwoordige benaming voor de vroegere abdij Kloosterrade. Deze voormalige abdij van Augustijner koorheren bezit nog steeds een rijk archief, waarin de geschiedenis van de abdij is neergelegd. Hierdoor is het mogelijk een betrouwbaar en ook levendig beeld te geven van het wel en wee van dit huis en zijn bewoners. Wie de gebouwen van Rolduc nu ziet, kan denken dat er een grote kloosterstichter aan het werk is geweest. Niets is echter minder waar. De wording van Rolduc begint heel bescheiden met de komst van een leraar in de letteren van de stiftschool te Doornik (B.).
Het was Ailbertus, die zich met zijn twee broers uit de wereld terugtrok om een leven te leiden in evangelische eenvoud, met als hoofdkenmerken: gebed, beschouwend leven en beoefening van de naastenliefde, vooral door hulp aan de armen. De plaats van vestiging kreeg hij van Adelbert van Saffenberg die in Mayschoss (D.) resideerde, maar ook heer was over het gebied van Rode. Hij bezat hier een versterkt huis op de plaats van het tegenwoordige kasteel van Herzogenrath, de burcht Rode. Ailbertus kwam te Rolduc in 1104 en koos deze plaats omdat er waterbronnen waren en ook hout als bouwmateriaal aanwezig was. Hier vertrekt onze wandeling. Hier vertrekt ook de rondwandeling Hertog Limburgpad. Na de abdij wandelen het stadspark binnen en dan komen we aan kasteel Erenstein.
Kasteel Erenstein is een achttiende eeuws kasteel, gelegen aan de rand van de Anstelvallei. Binnen de historische muren is tegenwoordig een stijlvol restaurant te vinden. Vlakbij Kasteel Erenstein en midden in de prachtige natuur ligt Hotel Brughof. Deze authentieke Limburgse carréhoeve uit 1713 is vandaag de dag in gebruik als viersterren hotel. We wandelen door het park en gaan dan de velden in en komen langs de grote hoeve het Nieuwe Ehrenstein. Spijtig er staat een plaatje vergane glorie hier word verteld hoe deze prachtige hoeve in verval gekomen is en alleen het hoofdgebouw staat er nog. Dan weer verder en we wandelen nu langs de grote Cranenweyer en we wandelen nu verder en komen langs een vakwerkhuis en komen zo aan in Carisborg.
Een bruinkoolgroeve die tot natuurgebied omgevormd word. Carisborg is de naam van een adellijk huis, gelegen ten noorden van Heerlerheide. Het huis is afgebroken in 1919. De naam van het huis is tevens verbonden aan een bruinkoolmijn die van 1915 tot 1968 in werking is geweest. Tegenwoordig is een voormalige groeve van de N.V. Carisborg omgevormd tot een natuurgebied van 24 ha met dezelfde naam. De groeve werd gedeeltelijk opgevuld, waarna loofbos werd aangeplant. Dit wordt afgewisseld met hooilandjes, terwijl ook een kinderboerderij op het terrein werd aangelegd. Weer een eindje verder wandelen we langs de grenzstrasse.
Nu wandelen we langs de Worm en het Wormdal. Het Wormdal is een natuurgebied bij Kerkrade op zowel Nederlands als Duits grondgebied. Door het gebied stroomt de beek de Worm. Sinds halverwege de twintigste eeuw heeft de natuur hier haar gang kunnen gaan. Hierdoor is er een prachtig beeklandschap ontstaan met een meanderende beek, grindbanken en bossen. In de afgesleten buitenbochten van de beek zijn stijlranden, de perfecte plek voor bijvoorbeeld ijsvogels. Ook leven er verschillende moerasvogels zoals de waterral en de watersnip in het Wormdal. Weer wat verder langs de Worm om aan de Baalsbruggermolen te gaan we steken de Worm over wandelen over de koer van de molen. De Baalsbruggermolen was een watermolen staat aan de Baalsbruggerweg op de Worm die ter plaatse de grens vormt tussen Nederland en Duitsland. Tot de Franse Tijd bezat Abdij Rolduc de molen eigendom van de abdij. Het anker van het gebouw geeft de datum 1743. In die tijd had de molen drie houten waterraderen die in gebruik waren als korenmolen (een voor rogge en een voor tarwe) en als oliemolen. In 1854 had het onderslag rad van de roggemolen een breedte van 76 centimeter en een doorsnede van 5,5 meter.
In de jaren 1850, waarschijnlijk 1867, waren de raderen van de tarwemolen en de oliemolen vervallen en werden toen afgebroken. In 1894 werd het uit 1884 stammende waterrad vervangen door een ander rad met een breedte van 119 meter en een doorsnede van 5 meter en werd het water door een toelopende koker op de schoepen gebracht. In 1916 was er grote wateroverlast waardoor het waterrad vernield werd. In 1916 kreeg de eigenaar toestemming voor de plaatsing van een turbine. Het werd een Francisturbine met een turbinekamer op de plaats van het rad. Sinds 1967 is de molen een rijksmonument. Nog even en we zijn terug aan de Abdij Rolduc. Een prachtige wandeling met verschillende prachtige historische gebouwen en prachtige natuur.
40E MARCHE INT. HAUTES FAGNES. / CLUB DES MARCHEURS DES HAUTES FAGNES. / SOURBRODT. 24/08/2013.
40e MARCHE INT. HAUTES FAGNES.
CLUB DES MARCHEURS DES HAUTES FAGNES.
SOURBRODT.
De Hoge Venen zijn ongetwijfeld één van de meest ongerepte stukjes natuur van de Ardennen en de Eifel. Door het strenge klimaat van deze streek, de hevige neerslag, de lange koude winters en een lage gemiddelde temperatuur (6,1°) zijn uiterst zeldzame plantensoorten uit Noord-Europa, de bergstreken en het Atlantische gebied hier behouden gebleven.
Het huidige veenlandschap is grotendeels ontstaan onder invloed van de mens. De oude landbouw- en veeteeltpraktijken, zoals het weiden, het bestrijden van kreupelhout, het binnenhalen van hooi en de ontginning van turf hebben geleid tot de vorming van open ruimten. Tot in de middeleeuwen daarentegen waren de Hoge Venen nog voor 90% bebost. Vanaf omstreeks 1840 (in de Pruisische periode) werd heel wat heideland herbeplant met sparren. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke afname van de veenoppervlakte, voorheen de enige niet beboste zone. Dit kwam doordat het water naar de oppervlakte steeg, wat de vorming van een turflaag bevorderde. Deze kon zelfs een hoogte van enkele meters bereiken. De Hoge venen zijn de enige natuurlijke biotoop die tot vandaag is blijven bestaan. De handhaving ervan vereist aanzienlijke beschermingsmaatregelen. Om de fauna en flora van de Hoge Venen te behouden, werd een oppervlakte van 4.500 ha beschermd als natuurreservaat (reeds in 1957). Dat reservaat kreeg in 1966 het Europees diploma voor natuurbehoud. Vandaag zullen we een gedeelte van dit prachtige reservaat verkennen.
We vertrekken in het centrum van Sourbrodt, en als we het dorpje verlaten staat er en tent met melkboeren met Die faire Milch een lekkere chocomelk of een ijsje worden de wandelaars aangeboden. Zo leren we de faire producten kennen. We wandelen het dorpje uit en wandelen de Fagne Tirifaye in een groot stuk bos en natuur. We wandelen een heel eind over het pad dat Auf dem Hau heet en ons door de prachtige natuur leidt. Wat verder langs een kruis ter herdenking van de Russische krijgsgevangen.
Nu wandelen we in het reservaat de Hoge Vennen. Wat prachtige zichten levert deze wandeling ons over het ongerepte landschap. Tal van riviertjes en beken ontspringen in dit gigantisch waterreservoir en banen zich een weg doorheen het landschap net alsof het levensaders zijn: licht kabbelend in een zacht glooiend open landschap. Nu weer een eind over het knuppelpad. We bevinden ons dan ook op een enorme spons. De sparrenbossen werden recent gekapt om het gebied in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Want, hoewel het hoog plateau tegenwoordig met naaldbomen is bedekt, had het gebied vroeger veel weg van een immens moeras. We blijven een heel eind op deze prachtige wandeling lopen en genieten van de mooie zichten op de Hoge Vennen.
Dan komen we langs een gedenkplaats waar een vliegtuig verongelukt tijdens de oorlog. We vervolgen onze weg en dan komt de kerk van Sourbrodt in zicht. Door het dorp met zijn typische huizen en zo komen we terug aan ons vertrekpunt waar een prachtige wandeling eindigt.
LA MARCHE DU TERROIR. / MARCHEURS DE L'OURTHE ET LAVAL. / SAINTE-ODE 22/08/2013
LA MARCHE DU TERROIR.
MARCHEURS DE LOURTHE ET LAVAL.
SAINTE-ODE.
In het hart van de valleien van de Ourthe en de Laval, biedt de gemeente Sainte-Ode ons kristalheldere rivieren, talrijke wandelpaden en een ongeschonden natuur.
De streek is ideaal voor rust en ontspanning. Genesteld in het Ardense massief en temidden van groene velden, verzekert Sainte-Ode, samen met haar 24 dorpen en gehuchten ons een prachtige wandeling. Onze wandeling vertrekt in Amberloup. We komen langs het infobord van Parc Naturel Des deux Ourthes. Het Parc Naturel des Deux Ourthes heeft een oppervlakte van 76.000 ha, dit enorme gebied is gewijd aan de natuur en de bescherming ervan.
Bij het binnengaan van dit gebied zijn er geen veiligheidsslagbomen, geen voorkeursbehandeling en u wordt er ook niet gefouilleerd. Het natuurpark en zijn rol om de biotoop te behouden, volgen volledig het gejaagde leven van de 21ste eeuw: fabrieken, winkels, toerisme, woningen zijn er allemaal aanwezig. Het natuurpark is specifiek door de aanwezigheid enerzijds van de oostelijke en westelijke Ourthe en anderzijds van de rots van Hérou en de veenmoerassen in Tailles. Dit alles schenkt de omgeving een enorme rijkdom.
We genieten van het golvend landschap met weilanden en bossen. Het is een groene oase van rust en genieten. We lopen een eindje over een oude spoorwegzate en steken de beek over en dan weer verder door het prachtige landschap. We komen langs een kasteeltje en verder langs de bossen en weilanden gewoon prachtig. We passeren ook een paar mooie Luxemburgse huizen en komen in Lavacherie een prachtige Ardens dorp dat wat heeft met koeien.
We wandelen voorbij de kerk van Saint-Aubin en Saint-Antoine. We wandelen door het dorp langs prachtige huizen. Op elke straathoek staan wel beelden van koeien en dan verlaten we het dorp en klimmen het dorp uit na enige tijd is het de moeite om eens achterom te kijken naar het dorp en zijn kerk. Nu een heel eind door de prachtige natuur met vele vlinders wat zijn ze toch mooi deze kleine beestjes. Een heel eind wandelen om dan in Tonny te komen ons volgend dorpje.
Hier even pauze op de camping.
Dan weer verder en komen in Tillet. En dan weer verder en komen terug in Amberloup. Hier is vandaag een dorpsfeest met ambachten en lokale streekproducten. Onze aankomst is in de tent op het plein. We blijven nog even na genieten van de mooie wandeling en proeven La cuvée de la Jonquille een lekker lokaal biertje. We hebben nog wat tijd over en willen graag het paddenstoelenmuseum gaan bezoeken.
CENTRE D'INTERPRETATION DU CHAMPIGNON
INTERPRETATIECENTRUM VAN DE CHAMPIGNON
6680 TILLET (SAINTE-ODE)
Het centrum antwoordt op de vraag "wat is een champignon?" en vertelt zijn rol in het dagelijkse leven (zowel superieure champignons als schimmels). Presentatie van oesterzwammen. Een reconstructie van een natuuromgeving. Een aanrader voor de natuur liefhebber.
PANNENKOEKENTOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BORGLOON 18/08/2013.
PANNENKOEKENTOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BORGLOON.
Het huidige Borgloon overkoepelt dertien deelkernen. Op 19 juli 1985 verwierf Borgloon opnieuw de titel stad. Zowat een millennium geleden werd dit plekje omwille van zijn strategische heuvelsite door de graven van Loon uitverkoren om de hoofdplaats van hun graafschap het graafschap Loon is immers de historische voorloper van de huidige provincie Limburg te worden. Borgloon heeft alle ingrediënten voor een geslaagd landschaps- en cultuur wandeling.
De glooiende contactzone tussen Droog- en Vochtig Haspengouw bloeide mettertijd open tot de boomgaard van Vlaanderen. Maar het Loonse landschap heeft veel meer in petto dan geherwaardeerde hoogstamboomgaarden, landschapsbepalende laagstamaanplantingen en uitgestrekte aardbeienvelden. Er zijn immers ook de ecologisch waardevolle beekdalen, de koepelbosjes, de graften, de holle wegen en de panoramas. In dit natuurrijk decor situeren zich bovendien tientallen historische gebouwen en monumenten, kerken, kastelen, kwadraathoeven, kapellen, de abdij Mariënlof en hier en daar nog een vleugje vakwerkbouw, de versteende getuigen van een bloeiend cultuurhistorisch en agrarisch verleden. Vandaag doen Hendrieken, Gotem en Rullingen aan.
We vertrekken van uit de school en gaan dan richting Hendrieken, langs het nieuwe kerkhof met het ronde witte kunstwerk Memento van Wesley Meuris. Dan een heel eind door de boomgaarden en plantage en voor ons op de heuvel ligt het kasteel van de Hulsberg. Kasteel Hulsberg werd in 1882 gebouwd op een heuvel waarvan de top 108m boven de zeespiegel uitsteekt. Omwille van deze heuvelsite is het kasteel een opvallend oriëntatiepunt in het landschap. We wandelen wat verder en komen dan aan de kapel van het kasteel . Kapel en kluis van Hulsberg worden in 1689 gebouwd door Nicolaas Poislevache, deken van het kapittel van Borgloon, die de bedevaart naar Loreto in Italië maakte. De kluis was oorspronkelijk gelegen op de top van de Hulsberg, waar thans het kasteel staat. De eerste kluizenaar is Martin Derwael, genaamd Joseph.
Eind 18de eeuw is Samuel Ulens eigenaar, die de kluis in 1810 aan Claes, eigenaar van het kasteel van Rullingen, verkoopt. Bij de aanvang van de bouw van het kasteel van Hulsberg in 1882 worden de gebouwen afgebroken en heropgebouwd aan de voet van de Hulsberg. De laatste kluizenaar overleed in 1897. De kluis deed nog enige tijd dienst als landbouwbedrijf; thans blijft alleen de kapel bewaard. Een gevelsteen binnen in het gebouw vermeldt de oprichting van de eerste kapel en het jaartal 1689.
We wandelen voorbij de kapel en wandelen een eindje verder en komen zo in Gotem. We komen aan de Herenhoeve met kern uit 17de eeuw en latere aanpassingen. Op de Ferrariskaart (1771-77) afgebeeld als een gesloten geheel, volledig omgracht en bereikbaar langs een dreef. In de Atlas van de Buurtwegen (1844) is het erf in de noordoosthoek gedeeltelijk opengewerkt. De Lindedreef, verbinding tussen het Fonteinhof en de kerk, is nog steeds bewaard; de gracht bleef bewaard, maar staat thans droog. In 1940 is hier de fruitsapproductie van Looza begonnen. Vandaag is het een hotel. Tegenover ligt het kerkje. De kerk is gelegen binnen het ommuurde kerkhof. Romaanse kerk met schip uit de tweede helft van de 12de eeuw en absis van circa 1220-1230. We wandelen weer verder steken de steenweg over om dan naar Rullingen te gaan.
Het kasteel van Rullingen, een waterkasteel uit de 17de eeuw. Het domein rond het kasteel maakt deel uit van het Provinciaal Domein Rullingen, één van de 12 Limburgse natuurgebieden. Dit 13 ha grote domein omvat het kasteel met slotgracht, een geometrische Franse tuin, een parkbos, een waardevolle hoogstamboomgaard met honderden fruitbomen en een heuse wijngaard van 1 ha. Het domein is dagelijks vrij te bezoeken spijtig dat het kasteel vandaag leeg staat het, hotel is onlangs gesloten door faillissement. Het park blijft open voor het publiek.
Nu wandelen we naar de oude spoorweg de fruitlijn naar Kuttekoven en dan terug naar de school waar onze wandeling eindigt. Het is de pannenkoekentocht en we kunnen toch moeilijk vertrekken zonder ze te proeven, lekker gemaakt door de voorzitster. Een fijne in Borgloon.
35E MARCHE INTERNATIONALE. / CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX. / BELLEVAUX. 17/08/2013.
35E MARCHE INTERNATIONALE.
CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX.
BELLEVAUX.
In de Belgische Oostkantons, rondom Malmedy kun je prachtig wandelen. Een wandelparadijs waar we een bijzondere voorliefde voor hebben, Malmédy en de streek er rond, en in die streek het kleine Waalse dorpje Bellevaux, deelgemeente van Malmédy wandelen we vandaag. Dat dorpje ligt schitterend tegen een helling in de vallei van de Amblève, een beetje bijna echt pastoraal.
En het heeft een merkwaardige kerk. Die kerk, gewijd aan Saint-Aubin - Albien of Albinus in het Nederlands - dateert al uit 1435, is een mooi voorbeeldje van gotiek, maar heeft een romaanse toren. Ik heb dat altijd een mooi gebouw gevonden, en speciaal voor de kerk op die helling wil ik wel eens naar Bellevaux gaan als ik in de streek ben. Je vraagt je af hoe het komt dat zo'n onooglijk dorpje al in het begin van de vijftiende eeuw kon bogen op zo'n kerk: hoeveel mensen woonden er toentertijd in Bellevaux? Geen honderden, zou ik aannemen. Maar het dorp hing af van de machtige abdij van Stavelot: erg dichtbij. En die abdij mocht wel eens graag investeren in de enige ware godsdienst, ter verspreiding en versteviging van het geloof, en tot meerdere eer en glorie en macht van zichzelf. Zo moet dat dus gekomen zijn.
Een tweede bezienswaardigheid van Bellevaux is 'La Maison Maraite', een vakwerkhuis uit 'Anno 1592', zoals uit een opschrift boven de voordeur moet blijken. Je zou zo'n vakwerkhuis in deze streek niet verwachten, maar de Eifel is natuurlijk niet echt ver weg. Volgens de overlevering was dit het verblijf van het personeel van de heren van Bellevaux, van wie het kasteel dan weer lager gelegen was. Als die overlevering klopt, zou het dorp vroeger wel eens veel meer belang en inwoners gehad kunnen hebben. Maar overlevering is nog altijd iets anders dan een betrouwbare historische bron. Zeker is wel dat sinds 1746 zeven generaties van de familie Maraite na elkaar eigenaar zijn geweest van dit huis. En de 'place to be' is de 'Rocher de Warche', die te vinden is zowat dertig meter boven de Amblève, en niet de Warche.
Maar aan de oever van die Amblève lag in vroegere tijden het kasteel van de heren van Warche, en die plaats is nu een piepklein gehucht van het dorp. Vanaf die rots heb je een prachtig uitzicht over dat deel van de vallei. In deze prachtige omgeving wandelen we. Met prachtige zichten over het landschap met hier en daar een boerderij en soms een huisje met vakwerk. Zo komen we in Lasnenville met een kleine kapel en verschillende prachtige hoeven met een stukje vakwerkwerk wat mooi toch deze schatten in het landschap. Wat verder komen we in het dorpje Pont hier is de rust post, in de viskwekerij Mathonet-Gabriel. Deze heeft al een langere geschiedenis, werd opgericht in 1935 en de bassins worden gevoed door de Amblève en Ru Recht. Het is mooi om te zien hoe de vissen in de bassins rondzwemmen. Na de controle wandelen we een eindje langs de rivier en dan komen we weer langs een mooie vakwerkhuis.
Nu worden we getrakteerd op prachtige zichten op het mooie landschap. Zo ver het oog rijkt bossen en weilanden, veel afwisseling in dit prachtige landschap. We blijven nu een heel eind door het bosrijke gebied wandelen tot we weer in Bellevaux aankomen waar we de Amblève overstekken en zo terug aan het vertrek staan. Wat een prachtige wandeling.
MECHELSE HEIDE. / WANDELEN OP GROTE HOOGTE. / MAASMECHELEN. 16/08/2013.
MECHELSE HEIDE.
WANDELEN OP GROTE HOOGTE.
MAASMECHELEN.
Mechelse Heide is 1 van de 5 toegangspoorten van het Nationaal Park. Het is de plek bij uitstek om te wandelen.
De paarse heide en de uitgestrekte vergezichten zijn extra mooi in augustus. De Mechelse Heide is het wandelgebied bij uitstek in het Nationaal Park Hoge Kempen. Terwijl de wandelingen ten noorden van de weg As naar Maasmechelen (Jozef Smeetslaan) echte boswandelingen zijn, brengen de wandelingen ten zuiden van deze weg ons naar de hoogste punten van de Hoge Kempen met vergezichten tot ver in Duitsland.
Af en toe moet er flink geklommen worden en bezoek je de mooiste heidegebieden van de Hoge Kempen (Mechelse Heide en Kikbeekbron). Alle wandelingen liggen volledig binnen het Nationaal Park. We genieten van het prachtige landschap, genieten van de vlinders en alle insecten die we op deze wandeling tegen komen. Gewoon prachtig we komen aan de grote vijver waar de zandwinning plaats vond, hier hebben we de indruk om aan de zee te zijn het witte zand en blauw water.
We genieten van onze tocht in het Nationaal Park Hoge Kempen. We nemen even de tijd om naar het hotel The Oak een vriendin van ons baat dit hotel uit en gaan even een goeie dag zeggen en genieten van een koffie op het terrasje. Zo eindig voor ons een fijne dag in de Kempen.
MARCHE DES MOISSONS. / LE JOYEUX MARCHEURS DE FLAWINNE. / SUARLEE. 15/08/2013.
MARCHE DES MOISSONS.
LE JOYEUX MARCHEURS DE FLAWINNE.
SUARLEE.
Vertrek in Suarlee en al vlug komen we aan de grote kasteelhoeve. Prachtig gelegen, met een grote binnenkoer, midden in het landschap.
Dan verder langs een kleine kapel. Dan verder door de velden en we genieten van de mooie vlinders en insecten die langs de bermen zitten. Dan verder door de velden waar de oogst al binnen gehaald is. Dan komen we een bijzondere kever tegen, vandaag is een het een dag van vlinders en andere insecten, wat prachtige dieren de Spaanse Vlag een nachtvlinder die overdag vliegt.
Dan komen we in Flawinne. Hier weer grote velden en akkers. Ook hier weer veel vlinders. Dan komen we langs het kasteel met zijn twee vierkante torens gelegen in het dal. We zijn hier in Floriffoux Floreffe nu zijn we afgedaald tot in de vallei waar we nu achter het kasteel komen. Langs de kasteel hoeve met wapenschild.
Wat verder weer een mooie kasteeltoren alleen kunnen we het gehele bouw niet zien alleen de toren, weer verder en dan de grote kasteelhoeve wat een indrukwekkend gebouw. Dan zien we wat verder de mijnschacht. Hier ook werden steenkool gewonnen en is de schachtbok bewaard gebleven.
ZOMERTOCHT. / WC. DE STROOPLEKKERS BORGLOON. / KERNIEL-BORGLOON 12/08/2013.
ZOMERTOCHT.
W.C. STROOPLEKKERS BORGLOON.
KERNIEL-BORGLOON.
We wandelen vandaag in mijn geboortedorp. Oudste vermelding als Kirnile (1279). Kerniel ligt op de zogenaamde steilrand van Borgloon, die het massief van Borgloon ten noorden begrenst. Dit talud van het Haspengouws plateau vormt de grens tussen Droog-Haspengouw ten zuiden en Vochtig-Haspengouw ten noorden, tevens tussen Laag- en Midden-België; hier daalt het zuidelijk gelegen Haspengouws plateau op zeer abrupte wijze naar het noorden, tot 60 meter. Het landschap is heuvelachtig met hoogteverschillen van 60 tot 110 meter.
Kerniel behoorde tot het persoonlijke domein van de graven van Loon, dat na 1366 overgaat naar de Bisschoppelijke Tafel van Luik. Het was geen afzonderlijke heerlijkheid. In 1739 verpachtte prins-bisschop Georges-Louis de Berghes Kerniel samen met Rullekoven aan de barones van Mettekoven. Op het grondgebied van Kerniel bevond zich de belangrijke Loonse heerlijkheid Haebroek. Waar vandaag nog een kasteelhoeve van staat. Op het grondgebied bevonden zich de Loonse laathoven Sint-Servaas, toebehorend aan het Sint-Servaaskapittel van Maastricht, en van Colen of Coelen. Uit het cijnshof Rulicoven ontstond het gehucht Rullekoven. Kerniel is steeds een landbouwgemeente geweest, met de nadruk steeds meer op de fruitteelt. De industrie beperkte zich tot een paar brouwerijen en een stroopfabriek. In 1963 werd begonnen met wijnbouw, een teelt die sinds de middeleeuwen uit de streek was verdwenen. Kerniel bezat een station op de spoorlijn Sint-Truiden-Tongeren, die functioneerde van 1879 tot 1957. In 1970-71 werden de sporen opgebroken, het station werd afgebroken. We komen langs het klooster Colen.
Een stukje geschiedenis: Het klooster van Kolen wordt gesticht door Maria van Colen, dochter van Abraham van Colen en Oda Roefs. Als weduwe van Jan van Mettekoven, heer van Gors-op-Leeuw, had ze zich teruggetrokken in het begijnhof van Sint-Truiden. Ze sticht in 1431 een eerste klooster van het Heilig Kruis in een huis in Borgloon. Reeds in 1430 schenkt ze een stuk grond te Kerniel aan de Kruisheren, waar zij in 1438 hun klooster stichten. Reeds het daaropvolgende jaar wordt de kerk gewijd, waarvan enkel het koor van steen was. Het klooster krijgt de naam Mariae Laudes of Mariënlof. In 1468 en 1483 worden de gebouwen geplunderd en beschadigd door rondtrekkende respectievelijk Bourgondische en Brabantse troepen. Ook in de burgeroorlog tussen de familie de La Marck en prins-bisschop Jean de Horne (1456-1505) wordt het klooster verschillende keren geplunderd. Naar aanleiding van dezelfde oorlogsomstandigheden wordt het beheer van de parochie Kerniel in 1486 opgenomen in het klooster. In 1505 begint prior Henri Geystert met de bouw van een nieuwe kerk, ingewijd onder prior Franciscus Vaes in 1535; in 1516, eveneens onder Henri Geystert, wordt besloten de kloostergebouwen van vakwerk door stenen gebouwen te vervangen; de noordwestelijke vleugel van het klooster wordt voltooid in 1520 en in 1560 de noordoostelijke vleugel, waar thans nog de ingang is.
Onder prior Vaes wordt er een rijke bibliotheek uitgebouwd, waarvan een inventaris van circa 200 nummers bewaard bleef. In 1636 wordt het klooster geplunderd door de troepen van Jan van Weert. Het poortgebouw wordt opgetrokken in 1696. In 1721, bouw van de zuidwestelijke vleugel, die de kerk met de noordoostelijke vleugel verbindt; hieraan herinnert een ruitvormige gevelsteen, op naam van prior W.F. Le Fort. Dezelfde naam prijkt ook op de sluitsteen van de grafkelder (1721), vóór de trappen van het kerkkoor, waar de priors begraven werden. Restauratie en wijziging van de ordonnantie van noordwestelijke- en noordoostelijke vleugel in de 18de eeuw. De kerk wordt in 1750 door een blikseminslag verwoest; er wordt een nieuwe kerk gebouwd met gedeeltelijk behoud van de oudere muren. In deze restauratiecampagne worden ook de rijke lambrisering, het sacristie-interieur en de schilderingen van M. Aubée gerealiseerd. Het klooster wordt opgeheven in 1796, waarna de kruisheren het verlaten. Bij de verkoop als zwart goed, wordt het klooster voorgesteld als een recent gebouwencomplex met een kerk, stallen, een brouwerij, een bakkerij, een smidse onder leien dak en twee schuren onder strooien dak. Voorts waren er twee weides, een afgesloten boomgaard en een groentetuin. Dit is de toestand zoals weergegeven op de Ferrariskaart (1771-77). Buiten het eigenlijke kloosterdomein dat twee bunders omvatte, waren er nog bezittingen met een oppervlakte van 76 bunders.
In 1797 wordt het klooster verkocht aan Henri van Langenacker, één van de kruisheren, samen met de andere religieuzen. In 1822 verkopen de kruisheren het klooster; het wordt ingericht als meisjeskostschool en bestuurd door voormalige cisterciënzerinnen uit Woutersbrakel. Zij vormen na 1831 het klooster om tot een bernardinessengemeenschap, later verheven tot abdij. Circa 1840 wordt het rectoraat in de noordwestelijke vleugel van het neerhof gebouwd, tussen poortgebouw en kerk wordt een gebouw opgetrokken, waardoor het koor van de kerk wordt ingebouwd, de pachterswoning wordt met een verdieping verhoogd, en een galerij van 1586 wordt gedicht. Het pensionaat wordt in 1855 gesloten. In 1894 wordt er een lange ringwal rond de weide in de Colenstraat gebouwd. In 1915 wordt een thans verdwenen schoolgebouw opgetrokken. In 1944 valt een V-bom in de onmiddellijke omgeving, die zware schade aan de gebouwen toebrengt. De gebouwen worden gerestaureerd. De noordoostelijke vleugel van het neerhof verdwijnt en wordt vervangen door de huidige, lage dienstgebouwen.
We wandelen door het ticheltje de verbinding van het klooster en de parochiekerk en vroeger gebruikt door de meisjes en kleuters om naar de school te gaan, vandaag is het een mooie wandelpad dat ons door de vallei van de Herk brengt, zo komen we aan de oude pastorij waar vandaag een wijnboer in woont. Dag langs het kerkhof naar de parochiezaal. Hier is controle en rust. Na rust wandelen we naar waar vroeger het station stond en zo komen we aan de oude spoorweg De Fruitlijn van hier uit gaan we nu richting stationsbuurt in Borgloon langs het Stoomstroopfabriek en de Stationsstraat terug naar huis.
Wij hebben onze wandeling in Borgloon aangevat waar ze dan ook eindigt.
39E MARCHE DE LA GODASSE. / LA GODASSE OUPEYE. / OUPEYE. 11/08/2013
39E MARCHE DE LA GODASSE.
LA GODASSE OUPEYE.
OUPEYE.
Onze wandeling vertrekt in het centrum van Oupeye bij het kasteel van Oupeye.
Wat info: In een charter uit het jaar 1176 komt een handtekening voor van een getuige met de naam Gérard dOupeye. In de 13e eeuw is de burcht bewoond door de edelman Lambert dOupeye, bijgenaamd le preux of de dappere. De burcht onderscheidde zich door een zeer grote toren, waarvan men zei dat hij ouder was dan de stad Luik. Volgens een legende was het zelfs de woning van Alpaïde, de bijzit van Pepijn van Herstal. Volgens hetzelfde verhaal waren er onuitwisbare bloedvlekken verschenen op de vensterbank waar ze op zat, toen ze vernam dat haar broer Dodon bisschop Lambert had vermoord. In de 17e eeuw liet de Luikse multimiljonair Jean Curtius het kasteel herbouwen, maar de grote vierkante toren bleef overeind. Nadien kwam het in handen van de familie de Grady de Horion, die het in 1970 verkocht aan de gemeente Oupeye. De toren dreigde in te storten en de bovenste verdiepingen werden afgebroken. Vandaag is alles beveiligd. Het kasteel wordt nu als cultureel centrum en vergaderzaal voor de gemeenteraad van Oupeye gebruikt.
Oupeye word doorkruist door de Romeinse weg van Luik naar Maastricht via Vise. Maar vooral de landbouw is hier prominent aanwezig, het goud gele koren is rijp en klaar om geoogst te worden, op sommige plekken is het reeds geoogst en liggen de ballen stro gereed om opgehaald te worden. Vroeger waren het kleine rechthoekige ballen van 30kgr. Vandaag zijn het grote ballen van verschillende honderd kilos. het is wel mooi om over een veld met rijpe granen te kijken het geeft een bijzonder beeld. De natuur is nu op zijn mooist en we kunnen genieten van de bloemen en vlinders langs de veldwegen. De zomer is al een heel eind gevorderd en de jonge zwaluwen vinden elkaar op de draden, mooi om te zien. We wandelen Vivegnis binnen en wandelen naar Hermee.
Hier ook weer weilanden met koeien en velden.
We komen in Nilis met een grote vijver, prachtige groene weilanden en velden. Dan komen we in Tilice hier een prachtige kasteelhoeve ook hier is de rust en controlepost. Hier prachtige zichten op de gouden graanvelden.
Vandaag ook weer vele vlinders, ook de Spaanse vlag komt hier voor een prachtige vlinder zwarte vleugels met witte strepen en de binnen vleugels rood. Volop activiteit op de velden, de boeren zijn volop aan oogsten. Wat verder komen we weer in Oupeye en de kasteel toren komt in het zicht. Een mooie wandeling met een warme zon en blauwe hemel.
MARCHE DES HAUTES ROCHES. / MARCHEURS DE "HAUTES ROCHES" / DOURBES. 10/08/2013.
MARCHE DES HAUTES ROCHES.
MARCHEURS DE HAUTES-ROCHES.
DOURBES.
Langs de vallei van de Viroin loopt een oude spoorlijn, die na jaren in onbruik te zijn geweest terug in dienst werd genomen door de Chemin de Fer à Vapeur des 3 Vallées. Deze vereniging van spoorfanaten, organiseert op het traject Mariembourg - Treignes ritten met stoomlocs en railbussen. In het oude station van deelgemeente Treignes werd door de dezelfde vereniging een spoorwegmuseum uitgebouwd, en worden ook oude locs en rijtuigen gerestaureerd. De spoorlijn doet verschillende dorpje langs de spoorlijn aan zo ook Dourbes.
Hier wandelen we vandaag. We vertrekken in het centrum hier de Kerk Saint-Servais, het ensemble van de kerk, het kerkhof omgeven door een muur. We het wandelen het dorpje uit prachtige huizen in lokale steen en voor ons op de hoge rots de ruïnes van het kasteel "Hauteroche" (15de eeuw). Het oude kasteel van Dourbes. Het kasteel van Dourbes of van Haute Roche was een kleine burcht waarvan het lot steeds verbonden was met dat van het kasteel van Fagnolles. Het graafschap Dourbes en Fagnolles was prinselijk eigendom. In 1555, tijdens het beleg van Mariembourg en de oorlog tussen Keizer Karel en Henri II, worden Dourbes en Fagnolles vernield. De burcht die op de top van een uitlopende rots lag, werd van het plateau gescheiden door een brede gracht. Een deur met 2 torentjes en een hefbrug vormden de enige toegang.
Dan wandelen we de natuur in naar de weg die langs de rotsen loopt en de rivier, we komen aan het natuurreservaat de Haute Roche de hoge rotsen steken de lucht in en boven de ruïne. Langs de Viroin en dan steken we de spoorweg over. We hoopten dat de stoomtrein langs zou komen maar tevergeefs we hebben hem wel gehoord, de stoomfluit die door de vallei giert het is en blijft een hele bijzondere ervaring. We wandelen door een prachtig stukje natuur, bossen en weilanden en dan komen we aan een zagerij met een hoge schouw wat verder en we komen aan het kasteelpark van het kasteel van Nismes.
Anno 2006 werd middenin het dorp een toeristisch natuurpark aangelegd, waarvan de bouw gesponsord werd door de Europese Gemeenschap. Hier staat het kasteel en de brug over de Eau Noire. Hier is onze eerste controle. Dan wandelen we door het dorpje en verlaten Nismes. Langs het station en dan weer verder naar Roche a Lhomme waar we opklimmen en onze terug weg naar Dourbes aanvatten, nog een eind door het dorpje tot aan het vertrek, wat een prachtige wandeling hebben we vandaag hier gedaan.
STRUCHT-TOCHT. / WC. STRUCHTER BOYS. / SCHIN OP GEUL. 04/08/2013.
STRUCHT-TOCHT.
WC STRUCHTER BOYS.
SCHIN OP GEUL.
Vandaag een wandeling in Zuid Limburg Nederland. Schin op Geul een prachtige streek om te wandelen. Onze wandeling brengt ons langs mooie oude boerderijen en langs grote landerijen.
We wandelen het dorpje uit en steken de Scheumerbeek over en wandelen Schoonbron binnen. Dit is een gehucht van Valkenburg en de Geul komt hier ook voorbij. We steken de Scheumerbeek weer eens over en komen zo in de Op De Beek waar prachtige boerderijen staan. Ook een paar huizen uit gele steen van de nabij gelegen steengroeve.
Dan wandelen we de velden in en wat een prachtige zichten over het golvend landschap. Zo komen we in Ransdaal. Hier verschillende Carre boerderijen in Kunradersteen. Soms kom je mooie versieringen tegen die mensen aan hun huizen en boerderijen hangen vooral hier in Zuid Limburg, zo komen langs een huis waar allemaal vogelkooitje aan de gevel hangen. We komen in de Ransdalerstraat waar veel oude boerderijen in Kunradersteen staan ze ogen prachtig in de zon. Als je even de kans krijgt om in het binnenkoer te kijken moet je het zeker doen, wat een prachtige gebouwen en wat een moeite de bewoners doen om alles netjes en mooi te houden. Gewoon prachtig.
Weer verder langs de boerderijen en dan weer een eindje langs velden en weilanden. Voor ons in de verte de Sint Theresiakerk uit 1932 met een zeer uitzonderlijke toren gebouw met Kunradersteen. Wat we hier ook veel tegenkomen praktisch op de hoek van elke straat of veldweg zijn de wegkruizen en wat worden deze kleine erfgoedplekjes onderhouden, bloemen en attenties de kruizen altijd mooi geverfd en onderhouden.
We wandelen het dorpje uit door de velden en genieten van de mooie zichten op het mooie landschap. Dan wandelen we Langs de Ling de spoorweg naar Schin op Geul waar we langs het station gaan. Nog een eindje door het dorp en dan de Geul over naar ons vertrekpunt waar een prachtige wandeling eindigt.
WANDERN AM INDEMANN. / INDELAND. / INDEN.31/07/2013
WANDERN AM INDEMANN.
INDELAND.
INDEN.
Op de terug weg van Lindlar komen we door het bruinkool gebied. We wilden al een hele tijd de befaamde INDEMANN eens bezoeken.
Als architectonisch baken van het Indeland rijst de Indemann op de voormalige stortplaats Goltsteinkuppe 36 meter omhoog. Vanaf zijn talrijke uitkijkpunten biedt hij een verreikend, spectaculair panoramisch zicht op een landschap in beweging. Het stalen frame van de Indemann bestaat uit 20.000 stalen onderdelen en weegt 280 ton. 's Nachts ontvouwt hij zijn kleurige pracht. De gevelbekleding is bedekt met meer dan 40.000 leds. Het grootse lichtspel in voortdurend wisselende kleuren van de Indemann is van ver zichtbaar. De stalen toren kijkt uit over het volledige mijnbouwgebied Inden.
Graafmachines, transportbanden, maar ook de verschillende aard- en steenkoollagen fascineren de bezoekers. De bruinkoolgroeve heeft grote schade aangericht in het landschap en littekens achtergelaten in de ziel van de bevolking. Duizenden bewoners van het Indeland hebben huis en haard moeten verlaten vanwege de afgraving. Hele dorpen werden vermalen door de grote bruinkoolmachines die zich door het landschap vreten. Nu de bruinkoolwinning in zicht komt, zijn er plannen om het landschap te transformeren en de groeve zal in de loop van de helft van deze eeuw veranderen in een Indesche See. Vandaag wandelen we een uitgestippelde wandeling rond de ijzeren man. Met prachtige zichten op de bruinkoolgroeve en zijn indrukwekkende graafmachines.
We genieten van onze laatste dag verlof en genieten van de wandeling en de beklimming van de ijzeren man welke ons een prachtig uitzicht geeft aan de omgeving, we gaan ook even naar het uitkijkpunt over de bruinkoolgroeve. Hier eindigt voor ons onze 7daagse reis in Duitsland. We hebben mooie steden bezocht, prachtige wandelingen gemaakt en interessante museums bezocht. Een geslaagde vakantie.