43E MARCHE DE LA BERWINNE. / LES PEDESTRAINS DE CLERMONT SUR BERWINNE. / THIMISTER-CLERMONT. 08/02/2015.
43E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRAINS DE CLERMONT SUR BERWINNE.
THIMISTER-CLERMONT.
De pracht van dit dorpje in het hart van het Land van Herve is weergaloos. We wandelen het dorpje binnen via de poort onder het gemeentehuis (dat dateert uit de 19e eeuw), over een oude kasseiweg. De architectuur is opvallend en homogeen. Eén stijl overheerst: de Maasland Renaissance. De huizen hebben maar één verdieping, de gevels zijn opgetrokken in baksteen en de ramen en deuren zijn omlijst met natuursteen.
Clermont-sur-Berwinne heeft voldoende troeven om even weg te dromen en te ontsnappen aan de dagelijkse sleur. Het dorpje staat op de lijst van "Les plus beaux villages de Wallonie" (De mooiste dorpen in Wallonië). Het plein "Place de la Halle" is een heuse geschiedenisles in openlucht, mede dankzij de verschillende bouwstijlen die de voorbije eeuwen typeren. De meest representatieve elementen, in zeer uiteenlopende vormen, zijn de baksteen en het wit van de stenen in de omlijstingen en hoekverankeringen. De decoratieve leisteen op de daken vormt eveneens een opvallend element. In dit kader is ook het stadhuis, verbouwd aan het eind van de 19e eeuw, een blikvanger van het dorp, vooral door de originele toren in de vorm van een pepermolen.
Gezien de aard van de dorpsactiviteiten, waren hier geen grote kasten van huizen nodig. De woningen zijn eenvoudig maar zeer pittoresk en vormen een harmonieus geheel. In de buurt van de kerk wordt de aandacht getrokken door een inrijpoort en een verdedigingstoren, resten van een herenboerderij uit 1635. Onze wandeling vertrekt in het centrum van het dorpje, en dan wandelen we de natuur in, het is een prachtige wandeling door weilanden, wel wat modder en slijk en slibgevaar. We genieten toch van de prachtige wandeling.
Vele waterlopen hebben dit stukje landschap geboetseerd in een opeenvolging van plateaus en depressies met vochtige dalen. De ondergrond, die bestaat uit compacte, niet-doorlatende kleilagen, ligt aan de oorsprong van deze bodems doorspekt met water, die meer geschikt zijn voor weiland dan voor akkerbouw. Van op de hogere punten verliest ons blik zich in een weids, groen-wit panorama, waar de hagen die de graslanden afzomen en de geïsoleerde boerderijen de belangrijkste blikvangers in het landschap vormen. Wat een prachtige boerderijen in het landschap. De huizen en boerderijen in het Land van Herve vertonen een grote verscheidenheid qua vorm, die afhangt van de omvang en de verscheidenheid van de landbouwactiviteiten. De woning heeft een eenvoudige volume-indeling en een indrukwekkend allure, gebouwd volgens een rechthoekig grondplan waar het woongedeelte en de stallingen onder één dak aan elkaar grenzen.
Het gebouw bestaat gewoonlijk uit twee volledige verdiepingen, soms zelfs uit twee en een halve verdieping, met een schuin hellend dak. Vaak werden bijgebouwen toegevoegd aan het hoofdgebouw of parallel ermee gebouwd, waardoor een binnenplaats werd afgebakend die open is of gesloten aan de straatkant. Als we in de dorpjes komen is de bouwstijl heel anders. Anders dan de boerderijen die verspreid in het landschap liggen, bieden de woningen in de dorpskernen, gebouwd in een strak schema langs de straten, een meer verstedelijkte aanblik door de samenstellingen de structuur van hun gevels.
Omkranst door kleuren en texturen, zijn de gebouwen in het Land van Herve een spel van contrasten en materialen: antracietgrijze daken in leisteen of dakpannen met grijze en roodoranje tinten, metselwerk met roodbruine of zandbeige baksteen, houten vakwerk opgevuld met leem of baksteen, kaderwerk in lichtgrijze kalksteen, hier en daar gespikkeld met wit pleisterwerk zijn allemaal elementen die bijdragen tot het opvallende, architecturale karakter van het Land van Herve. Dat is wat onze wandeling vandaag ons geboden heeft. Prachtig!
31E MARCHE DES MEURIERS. / LES MEURIERS. / ZETRUD-LUMAY. 29/06/2014.
31E MARCHE DES MEURIERS.
LES MEURIERS.
ZETRUD-LUMAY.
Onze wandeling vertrekt in de Molen van Zetrud-Lumay. Is een turbinewatermolen. De molen werd opgericht voor 1400. De molen hoorde altijd toe aan de heren van het dorp. Op 4 september 1635 werd hij door Antoinette de Hosdijn, weduwe van Antoine de Longueval, verpacht aan Jan De Pape voor een termijn van 9 jaar mits betaling van een bedrag van 200 Rijngulden en 4 pond suiker. De Pape verbond er zich toe de molen in goede staat achter te laten bij het einde van de pachttijd. In 1753 werd het bedrijf verhuurd aan Gérard le Begge voor 500 gulden per jaar. De molen werd herbouwd in 1855 en 1907. In 1940 werd de molen door oorlogsomstandigheden aanzienlijk beschadigd. De laatste molenaar was Jacques Lallemand (°1930), die de molen tot in de jaren 1970 in werking hield. De molen werd later ingericht als café, thans als cultureel centrum en evenementenzaal (Maison des Jeunes et de la Culture).
Wij wandelen een stukje door het dorp hier prachtige huizen in steen van Gobertange uit het naburige Melin. We wandelen het dorpje uit en gaan de velden in. Wij gaan nu naar Hoegaarden. Hier zijn nog vele prachtige holle wegen, mooie landschappen en korenvelden met de korenbloem. Ook hier verschillende gebouwen in Gobertange steen. Prachtige monumeneten van een lokale steen die je alleen hier in de buurt nog vind. Wij komen niet in het centrum van Hoegaarden maar wel in de deelgemeente wat is het hier mooi, prachtige natuur weidse zichten, de koeien in de wei en op de kruispunten nog een mooie kapel.van hier uit wandelen we de oude spoorweg op die ons terug brengt naar Zetrud-Lumay.
Een heel eind langs de spoorweg. Spoorlijn 142 is een voormalige Belgische spoorlijn van Namen via Éghezée, Ramillies, Geldenaken en Hoegaarden naar Tienen. In Wallonië van Namen tot Hoegaarden (35 km) is de bedding volledig heringericht als toeristisch fiets- en wandelpad in beton en asfalt. Het is een deel van RAVeL 2; "Croix de la Hesbaye". Langs het oude station en dan in rechte lijn door het landschap. We komen nog enkele prachtige boerderijen tegen die in het landschap opduiken. Toch bijzonder mooi. We wandelen Zetrud terug binnen en dadelijk vallen de gebouwen in Gobertange steen op.
We wandelen langs de kerken door de veldwegen terug naar de watermolen. We steken “La Grande Gette” over en zijn terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling spijtig dat het weer wat tegenzit.
PANNENKOEKENTOCHT. / . DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK. 02/02/2015.
PANNENKOEKENTOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Diepenbeek is gelegen in het Demerdal en ligt op de grens van de Kempen in het noorden en vochtig-Haspengouw in het zuiden. Zijbeken van de Demer zijn onder meer: Galgebeek en Kaatsbeek. De zuidgrens van de gemeente wordt gevormd door de Oudebeek en de Winterbeek. Diepenbeek bezit verschillende mooie natuurgebieden, die vrij toegankelijk zijn op de aangeduide wandelpaden.
Wandelsportvereniging "W.S.V. De Schoverik vzw" heeft in Diepenbeek en omgeving 7 wandelpaden uitgestippeld. Het Strobanderspad, Het Dautenpad, Het Schoverikpad, allemaal prachtige wandelingen. Vandaag wandelen we in het Rietje aan de Kleistraat. Enkele mooie vakwerkhuizen en boerderijen, open velden en weilanden. We komen dan aan de Crijtkapel oorspronkelijk een lemen kapel uit 1804. De originele balk met opschrift ”AVE MARIA ANNO 1804” staat in de heropgebouwde kapel van 1958. We wandelen nog even langs de grote weg en dan komen we terug aan ons vertrek. Een fijne namiddagwandeling.
MARCHE DES GADIS DE PERON D’OR. / LES GADLIS DE PERON D’OR. / REMOUCHAMPS 01/02/2015
MARCHE DES GADIS DE PERON D’OR.
LES GADLIS DE PERON D’OR.
REMOUCHAMPS.
We vertrekken met onze wandeling in Remouchamps. De "Parel van de Amblève" en de unieke grot. Dit is tevens het land van de "Gad'lis", een plaatselijke uitdrukking die 'land van de geitenhoeders' betekent. We wandelen een eindje langs de Amblève en dan begin voor ons de klim.
De steile helling op een rots padje en zeer glad. Voorzichtig klimmen we op. We klimmen tot aan het uitzichtpunt waar we een zicht hebben op de Amblève en de brug met zijn bogen mooi het zicht in de vallei. Tegenover ons een prachtig kasteeltje wat is dit mooi gelegen. We klimmen verder langs rotsen en smalle paadjes. We klimmen tot we boven op het plateau komen.
Hier weidse zichten op de hoogtes ligt er sneeuw. Zo komen we in “Playe” De woningen in Playe hebben hun oorspronkelijke karakter behouden. Voor het grootste gedeelte zijn ze gebouwd in landelijke steen met de oranjebruine kleur van aardewerk. De hoeve van Playe (al 300 jaar in bezit van dezelfde familie) is één van de belangrijkste van het dorp. Nu begint voor ons weer een stevige klim, smalle paadjes met modder en steil, we wandelen nu in “Bois de Warnoumont” zo komen w e weer boven op een plateau we zijn nu in “Dam’re”, we komen langs “le petit train de Dam’ré” een smalspoorlijntje met mijnwagens. De wagons staan buiten en we kunnen even kijken.
We wandelen dan weer verder, het begint nu hevig te sneeuwen en we vinden het prachtig. Verder door de velden en langs bossen, nu weer een eindje klimmen en dan weer dalen. We komen in ons volgende dorpje” Sur la Heid” Vanuit dit agrarisch dorp welk zich op de top van de steengroeven en het natuurreservaat Heid des Gattes bevindt, is er een prachtig uitzicht over de vallei en over Remouchamps.
We beginnen onze afdaling naar Remouchamps door het reservaat van “la heid des gattes” hier grazen een kudden wilde geiten. Nog even langs de rivier terug de brug over en we zijn terug aan ons vertrek. Hier eindigt een prachtige winterwandeling.
30E MARCHE D’APRES-MIDI. / LA SAVATE ALLEUROISE. / ANS-LONCIN. 31/01/2015
30E MARCHE D’APRES-MIDI.
LA SAVATE ALLEUROISE.
ANS-LONCIN.
We wandelen vandaag in Ans. We vertrekken in het centrum en gaan dadelijk door het park, maar vandaag hebben we een winterwandeling met sneeuw. Wat verder verlaten we het parkoers even om een kijkje te gaan nemen aan de oude abdij.
We komen aan het domein Hombroux, was sinds 1248 eigendom van de Abdij van Val Benoit en nadien. In 1730 werd de boerderij gebouwd door Abdis Anne Jamar de Montfort. Het is een prachtig gebouw waar nu verschillende gezinnen in wonen. De grote schuur is indrukwekkend. We wandelen verder en komen zo aan de achterzijde van de abdij of is het voorzijde?. We wandelen verder en komen in Lantin, hier prachtige boerderijen. Wat een grote boerderijen de ene nog groter dan de andere en de ene nog indrukwekkender dan de andere.
Dan komen aan het Fort van Lantin. Hier hebben we de eerste controlepost, wij gaan even rond in het fort en ook even binnen. Moeten dit fort zeker eens bezoeken. We verlaten het fort en gaan nu verder en komen in Voroux-lez-Liers, een deelgemeente van Juprelle. Hier wandelen we een heel eind door de velden met uitgestrekte landerijen. We steken RAVeL Ligne 31 over en weer verder.
We wandelen de “Rue du Vieux Moulin” af langs de molen en oude boerderij. De sluitsteen van de boerderij valt op en heeft als datum 1841. Wat een prachtig gebouw. We komen dan in het centrum van Voroux-Lez-Liers. Hier het mooi kasteel van Voroux. Het heeft een prachtig fronton. We wandelen verder en komen terug aan het fort voor de tweede controle. We wandelen verder en wandelen door het “Parc d’Alleur. Langs de vijver en dan weer verder om dan terug aan ons vertrek. Een aangename winterwandeling.
JOURNEE F.F.B.M.P. DE LA MARCHE. / COMITE PROVINCIAL DE LIEGE. / STAVELOT. 22/06/2014
JOURNEE F.F.B.M.P DE LA MARCHE.
COMITE PROVINCIAL DE LIEGE.
STAVELOT.
Gedurende méér dan 1000 jaar, vanaf haar oprichting door Saint-Remacle tot de Franse Revolutie, oefende het abdijprinsdom van Stavelot-Malmedy een economische, politieke, religieuze en artistieke invloed uit over een uitgebreid gebied, dat de grenzen van België ver overschreed, met name van de Loire tot aan het Duitse keizerrijk. Van weinig oude steden is zo goed bekend wanneer ze gesticht zijn, als van Stavelot en het naburige Malmedy. In 648 kreeg Remaclus, abt van het klooster te Solignac in Aquitanië, van koning Sigebert III van Austrasië een stuk bos in de Ardennen, om hem in staat te stellen dit deel van het rijk te kerstenen.
Hij stichtte de dubbel-abdij van Stavelot-Malmedy. Dit werd het begin van de twee steden en van een kerkelijke staat die meer dan 1000 jaar autonoom is gebleven. De rivaliteit tussen de twee abdijen werd in 980 door Otto III in het voordeel van Stavelot beslist. De bloeitijd van Stavelot was de periode van de 10e tot de 12e eeuw. Poppo (abt in 1020) was een hervormer in de traditie van Cluny. Hij kreeg de leiding over 17 andere abdijen, waaronder Echternach en Sankt Gallen. Wibald (abt in 1130) was diplomaat in dienst van de keizers en opdrachtgever van talrijke kunstwerken. Hij werd ook abt van de Abdij van Corvey. Zijn brieven behoren tot de belangrijkste bronnen voor de geschiedenis van de tweede kruistocht.
Onze wandeling door dit toch wel historische belangrijk gebied geeft ons nog vele mooie plekjes te ontdekken. Maar ook de uitgestrekte vergezichten over de weilanden met op de heuvels grote bossen. Maar ook de prachtige vakwerkhuizen die in het landschap liggen in het groen wat kan er mooier zijn. Het is genieten als je hier door het landschap wandelt. We wandelen naar “Cheneux” hier weer een paar prachtige vakwerkhuizen.
Dan wandelen we het bos in. De route die we lopen heet hier “Route de l’Eau Rouge” door het bos, we hebben hier ook weer prachtige zichten op het naburige dorpje Meiz. Wat prachtige zichten over het landschap het is genieten en nog eens genieten. We wandelen verder en komen aan bij de abdij van Wavreumont. In 1951 stichtten de Benedictijnen te Stavelot de abdij van Wavreumont. Deze abdij maakt geen bier of kaas, zoals gebruikelijk, maar latexverf. We wandelen weer verder en in de verte zien we een prachtig gebouw liggen voorste gedeelte in steen en de achterliggende gedeelte in vakwerk.
Wat verder komen we langs de kapel en dan wandelen we over de Ravel Ligne 45. En wat verder komen we Cheneux en dan weer een eindje door de prachtige natuur met vergezichten. Dan komen we terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling in een bijzonder landschap.
Gelinden werd voor het eerst vermeld in 984 als Ghedelu. De heerlijkheid Gelinden was een leen van het graafschap Loon en bestond verder nog uit Groot-Gelmen, Klein-Gelmen, Engelmanshoven, Mettekoven, Batsheers en Opheers. Na het Loonse tijdperk werden de twee laatsten hiervan losgemaakt en werd de rest van de heerlijkheid rechtstreeks bezit van het prinsbisdom Luik. In de 18e eeuw werd de heerlijkheid in pand gegeven aan graaf de Borchgrave. In 1795 bij het ontstaan van de gemeenten werd Gelinden een zelfstandige gemeente. Het bleef steeds een landbouwdorp. In 1971 werd Gelinden de spil van de nieuwe fusiegemeente Gelmen die verder nog uit Engelmanshoven, Groot-Gelmen en Klein-Gelmen bestond. In 1977 werd Gelmen reeds opgeheven en werd Gelinden een deelgemeente van Sint-Truiden.
We vertrekken in het centrum en op de heuvel de classicistische Sint-Quintinuskerk uit 1791. Vandaag staat ze in de steigers en de restauratie is bezig. In Gelinden staan enkele grote 18e-19e-eeuwse Vierkants hoeves. We steken de steenweg over en hier staat één van deze vierkantshoeves. Wij wandelen verder en komen aan de mergelwanden van Gelinden.
Wat geschiedenis:
Aan de ontginning van mergel als meststof om de verzuring van de zware leemgronden tegen te gaan. Het zogenaamde mergelen, mesten met mergel, zou in Zuid-Limburg voor het eerst door de Eburonen zijn toegepast. Reeds in de16de en 17de eeuw is er sprake van mergelontginningen in de streek van Hers en Gelinden. In 1612 wordt de mergelkuil van Overbroek vermeld. In 1888 werd door de gemeente Gelinden een speciale belasting geheven van 10 centiem per paard voor de niet-inwoners die er mergel kwamen halen, als bijdrage voor het onderhoud van de wegen naar de groeve. Op het einde van de 19de eeuw waren er verschillende groeven in uitbating. De belangrijkste mergelkuilen lagen in het Zuidoosten van Gelinden. In het Overbroek werden eertijds, over een lengte van 300 meter drie groeven uitgebaat, waarbij de mergel over een dikte van meer dan 10 meter werd ontgonnen. Nu is de mergel nog over een lengte van circa 100 meter discontinu ontsloten. De mergelontginning is na WO II vrij plots gestopt wegens het op de markt komen van alternatieven (o.a. kunstmest en bietenschuim.) De mergelgroeve werd wereldberoemd door de beschrijving, meer dan een eeuw geleden, van uitzonderlijk goed bewaarde fossiele flora’s van landplanten. Deze genieten zulk een wereldfaam omdat ze een belangrijke biologische schakel vertegenwoordigen tussen de flora’s uit het Krijttijdperk en deze uit het oudste Tertiair.
We wandelen verder en komen zo in Gelmen en dalen de kerktrappen af om langs de Zwaan te gaan. In 1656 was De Zwaan een afspanning. Reizigers die te voet of met de koets naar Tongeren, Luik of Sint-Truiden wilden, hielden er even halt om weer op adem te komen. Dan wandelen we verder terug naar Gelinden waar onze wandeling eindigt.
25E MARCHE DE A.C.T. DE MANAIHANT. / MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT. / BATTICE. 25/01/2015.
25E MARCHE DE A.C.T. DE MANAIHANT.
MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT.
BATTICE.
Onze wandeling vandaag vertrekt in Manaihant, bij Battice. Het Land van Herve is een zeer groen landschap. Het plateau wordt gekenmerkt door lage heuvels van 200 à 350 meter, weinig bos en hoofdzakelijk weiden en boomgaarden omheind door typische hagen. Het hoogste punt van het plateau bevindt zich met 354 meter.
Vandaag is er van het groene landschap niet veel te zien, het is een wit landschap, prachtig sneeuwlandschap. Het uitgestrekte landschap is bijzonder mooi, de boerderijen in het landschap zijn bijzonder te zien in het sneeuwlandschap. Het is genieten van de sneeuw, we wandelen door de vele kleine wegjes en door de weilanden en velden. Hier en daar staan nog paarden in de weilanden, we moeten voorzichtig opletten de dorpswegen zijn nog besneeuwd en glad. We wandelen een heel eind verder en komen zo aan “Bois Chaffour” met een prachtig kasteel.
Op de hoek van de straat een blauwstenen kruis. Dan weer verder langs prachtige vergezichten om in Grand-Rechain te komen. Hier weer prachtige huizen in baksteen met de deur en vensteromlijstingen in blauwe steen. Heel bijzonder. We komen in het centrum met de kerk en vele bijzondere huizen. Hier hebben we de eerste controlepost. Na de rust maken we een lus rond Grand-Rechain. Langs velden en kleine veldwegjes, wat is het hier mooi. Aangenaam om te wandelen geen verkeer niks als de natuur. We wandelen een heel eind door de velden en komen zo in Petit-Rechain. Hier een pracht van een gebouw, een boerderij waarvan het hoofdgebouw rood geschilderd is en de rest in natuursteen. p align=center>
Weer een eind verder door de “Ancienne Voie de Liége” deze veldweg is bijzonder om te bewandelen mooie natuur en de rust, je kan niet anders dan genieten van dit prachtig stukje wandelweg, we komen een paar mooie boerderijen voorbij en voor de rest niks dan natuur. Zo opeens komt de mist opzetten, nog mooier we kunnen maar enkele tiental meters ver zien maar alles lijkt zo sprookjes achtig.
We genieten ervan. Wat verder zijn we terug aan ons vertrek. Toch een mooie winterwandeling met sneeuw in het Land van Herve.
Kan het mooier, deze morgen sneeuw, wij gaan wandelen in Wellen. We vertrekken met de wandeling aan Malpertus.
We hebben één beek die ons bijna heel de wandeling vergezeld is “De Herk” stroomt aan de westkant van het centrum. Ze komt de gemeente binnen via Borgloon, stroomt daarna langs Berlingen, dan door Wellen en vervolgens verlaat ze de gemeente Wellen en stroomt ze Alken binnen. Onze wandeling brengt ons al vlug de natuur in. Wat prachtig na de verse sneeuw.
Hier komen we vandaag op onze wandeling vele vakwerkhuizen tegen die ofwel hersteld in originele staat ofwel opgevuld met bakstenen, maar altijd mooi om te zien. Jelle is vandaag met ons mee en hij geniet van de sneeuw. Wij wandelen verder tussen de velden en plantages. Dan weer een paar mooie huizen met vakwerk. Dan gaan we richting Alken, hier zijn we nog nooit geweest een prachtige fietsroute met een paar huizen en een kasteeltje, spijtig dat w eer geen foto van kunnen maken.
Langs de plantage waar de appels nog steeds ophangen, de vogels kunnen hier de hele winter komen eten. Zo komen we aan de Alk in alken waar controlepost is. Na de rust gaan we weer verder door het centrum van Alken. Dan langs een kasteeltje wel een mooie foto. Dan weer verder om weer terug in Wellen te komen.
Nog een eind door het dorp om zo aan het rondpunt te komen met de Bokkenrijder erop even doorlopen en dan gaan we langs de Greatmolen weer een eindje langs de Herk tot we terug aan Malpertus zijn. Hier eindig een prachtige wandeling in de sneeuw.
LANDSCHAPSWANDELING- HEKS. / LANGS BOERENERVEN. / VECHMAAL. 21/01/2015
LANDSCHAPSWANDELING/ HEKS.
LANGS BOERENERVEN.
VECHMAAL.
Vanuit de authentieke herberg "De Horne" vertrekken drie landschapswandelingen. Deze Greenspot is een schitterende afspiegeling van droog Haspengouw, met uitgestrekte akkers, compacte dorpjes, monumentale vierkantshoeves en kastelen, met het imposante kasteel van Heks als pronkjuweel.
Vandaag doen we de 6 kilometer controle. Vertrek aan de herberg “De Horne” en we wandelen naar het kasteel van Vechmaal ofwel kasteel van Heurne. Het bouwjaar van kasteel van Heurne is niet bekend. Het kasteel was lange tijd in het bezit van de Tongerse familie Bosch, wier wapenschild boven de ingangspoort van de kasteelhoeve prijkt. De bijbehorende hoeve dateert van 1743 en werd gebouwd door de familie Bosch. De familie Bosch had het kasteel van de 17e tot en met de 19e eeuw in hun bezit. Vandaag is het kasteel nog altijd bewoont en de hoeve doet nog altijd dienst als landbouwbedrijf. We wandelen verder door de velden en weilanden. Even achterom kijken en je heb een mooi zicht op het gehucht. Verder door de velden om dan naar de “kuilen” te gaan.
De mergelgroeven van Henisdal zijn gelegen in een hoefijzervormige depressie en omvatten verschillende mergelgangencomplexen. Vermoedelijk werden ze pas uitgegraven in de tweede helft van de negentiende eeuw. De naam is afgeleid van het vroegere kasteel van het adellijke geslacht Henisdael. Van dit gebouw bleven enkel nog de hoeve en het poortgebouw over. Het grootste gedeelte van de groeven zijn gelegen op privé-gronden en zijn niet toegankelijk wegens instortingsgevaar. De “Waterkuil” is eigendom van de gemeente Heers. Tot ± 1990 werd deze kuil gebruikt als stort. De gemeente heeft toen, samen met het ruilverkavelingscomité, de kuilen vrijgemaakt van afval en de ingang hersteld zoals hij ± 100 jaar geleden was.
Vandaag is het één van de mooiste plekjes op de wandeling zeker sinds de zomer toen werden de ingang en omgeving grondig onder handen genomen en prachtige poorten aan de ingang gehangen. We wandelen verder door de velden geregeld krijgen we een holle weg op onze route het haspengouwse landschap op zijn best. Nog even en het kasteel van Henisdael komt in het zicht. Henisdael of Hinnisdael was een Loons leen binnen het grondgebied van Vechmaal, en was voorzien van een kasteel met hoeve, omgeven door grachten. Het was eigendom van de ridders van Hinnisdael, een belangrijke Haspengouwse familie. Spijtig dat het kasteel verdwenen is alleen het poortgebouw en de hoeve bleven bewaard.
Een bijzonder iets is het wapenschild, een beschrijving:
In het poortgebouw van de hoeve/kasteel Henisdael bevindt zich een zeer mooie wapensteen, waarschijnlijk daterend van de eerste helft van de 17de eeuw. De uitstekende wapensteen wordt gedekt met een spitsdakje dat rust op een fronton van natuurstenen blokken. Tussen twee zuiltjes bevindt zich het wapen van de familie Hinnisdaels. Het wapen is horizontaal in twee verdeeld en in het bovenste deel staan twee vogels (merels?) afgebeeld. Dit is eigenlijk niet correct; het wapen Hinnisdaels bevat eigenlijk drie vogels. Het wapen is gedekt met helm , wrong en dekkleden. Als helmteken wordt een vogel (merel?) gebruikt. Eigenaardig zijn de twee beelden die links en rechts van de wapensteen ingemetseld zijn. Rechts zien we een wapenuitrusting die erg Romeins (Moors) aandoet. Op het harnas staat een leeuwenkop met een ring in de muil en begeleid door een viertal krullen. Onder het harnas zien we twee beenstukken en een paardenspoor. Boven het harnas bemerken we een kromzwaard(!) een strijdknots en een strijdbijl. Via een bloemmotief is de wapenuitrusting verbonden met de wapensteen. Het beeld aan de linkerzijde is erg verweerd. Op de plaats waar rechts een paardenspoor aanwezig is, is er links een bloemmotief. Van de helm en de wapens boven het harnas is nog nauwelijks iets te onderscheiden. Ook het linker beeld is met een bloemmotief(?) aan de wapensteen verbonden. Dit wijst erop dat deze drie stukken steeds samen gehoord hebben. Waarschijnlijk verwijzen de twee beeldjes naar stamvader Gilles van Hinnisdael die naast Filips van Vlaanderen in het Heilig Land gevochten heeft tegen de Moren. Deze twee beeldjes kunnen dus gezien worden als een soort trofee. Vandaar dus ook de kromzwaarden en andere attributen die de Moren in dit geval typeren.
We wandelen verder door het dorpje en na een tijdje zijn we terug aan ons vertrek. De controle is gedaan en de wandelweg is weer tip top om de vele toeristen wandelaars te ontvangen.
Eigenlijk kunnen we de wandeling paar zinnen beschrijven:
Een buitengewoon boerenland in Droog Haspengouw met uitgestrekte akkers en spaarzame bosjes die als koepels boven de horizon uitsteken. De landelijke sfeer vind je terug in oude dorpskernen, omring door monumentale vierkantshoeven en kastelen. Deze omgeving met holle wegen en heerlijke uitzichten vormt een ideaal wandeldecor.
Op de terug weg komen we nog langs het kasteel van Heks. Even stoppen om enkele foto’s te maken.
Het paleisachtige kasteel werd vanaf 1770 gebouwd, waarschijnlijk door de Luikse architect Etienne Fayen, voor prins-bisschop van Luik Franciscus Karel de Velbrück. Als liefhebber van de natuur zocht de prinsbisschop deze plek uit in de licht heuvelende Haspengouw om er zijn zomerverblijf en lusthof te bouwen. Hij liet er een Chinese tuin, een rozentuin en een groentetuin aanleggen. Later werd het kasteel verfraaid met een van de eerste landschapsparken op het Europese vasteland, geïnspireerd door Engelse tuinarchitectuur van Capability Brown. Hij overleed op zijn domein in 1784. Het domein is in bezit van de familie d'Ursel.
4E MARCHE D'ETE. / LES GUIBOLLES GUIBERTINES. / TANGISSART. 21/06/2014.
4E MARCHE D'ETE.
LES GUIBOLLES GUIBERTINES.
TANGISSART.
Vandaag wandelen we in Tangissart, een stukje wandelen we door de velden naar Villers-La-Ville. Een belangrijke plek op onze wandeling. We komen aan de ruïne van de abdij.
Een stukje geschiedenis: In 1146 verlaten een abt, twaalf monniken en vijf lekenbroeders, op verzoek van de heer van Marbais en zijn moeder Judith en onder de impuls van Sint Bernardus, Clairvaux om in Villers een abdij te stichten (Villers I). Na enkele maanden besluiten de religieuzen hun klooster definitief lager in de vallei te vestigen (Villers II).
Deze plaats bood verscheidene voordelen: een voldoende afgelegen vallei, water in overvloed, bouwmateriaal bij de hand. ie eerste gebouwen staan er nu niet meer: in de loop van de 13de eeuw - haar spirituele en wereldlijke bloei - werd de Abdij immers volledig herbouwd (Villers III). Sommige abten bekleedden hoge kerkelijke functies en de bewaard gebleven teksten maken gewag van heel wat zalig verklaarde monniken en lekenbroeders in deze gemeenschap. De Abdij telde in die tijd - aldus de kroniek ! - een honderdtal monniken en drie maal zoveel lekenbroeders. Het domein besloeg een tienduizendtal hectare, verspreid tussen Antwerpen en Namen en bebouwd door verschillende abdijhoeven. Bovendien stond Villers onder de bescherming van de invloedrijke hertogen van Brabant. De eerste interne crisissen (daling van het aantal lekenbroeders…) duiken op vanaf het einde van de Middeleeuwen. Van de 16de tot het einde van de 17de eeuw kent de Abdij een opeenvolging van rustige en woelige periodes, tijdens de welke de monniken het oord tot negen maal om veiligheidsredenen verlaten. In de 18de eeuw breekt echter de tweede gouden eeuw voor Villers aan. Bepaalde middeleeuwse gebouwen worden heringericht in de klassieke stijl. In 1796 schaft de Franse revolutionaire administratie de Abdij af en verkoopt ze als nationaal goed aan een handelaar in bouwmateriaal. De statige ruïnes van het klooster zullen de hele 19de eeuw een aantrekkingspool blijven voor romantici. De eerste restauratiecampagne wordt in 1893 aangevat. Het duurt tot 1984 vooraleer er nog eens ernstige restauratiewerken volgen. Die zijn nog altijd aan de gang.
Naar Villers-la-Ville. Ruines de l'abbaye de Villers, in Le patrimoine majeur de Wallonie, Luik, 1993, p. 57-62.
We nemen de tijd om even rond te kijken en hier is ook de rustpost, na de rust wandelen we verder. We komen langs de wijngaard “Villers-la-Vigne” we kijken even binnen en worden uitgenodigd om een glaasje mee te drinken, wat vriendelijke mensen en we nemen graag de uitnodiging aan en zo komen we ook iets meer te weten over deze wijngaard.
De wijngaard van de Abdij van Villers-la-Ville is een afgesloten ruimte die paalt aan een authentieke cisterciënzerabdij uit de 12e eeuw. In1990 renoveerde het Broederschap van de ‘Vignoble de l’Abbaye de Villers’ deze kleine wijngaard in de tuin van de abt, die sinds de 18e eeuw verwaarloosd was. De appellatie Villers-la-Vigne ® groepeert 4 originele producten die uniek zijn door hun vinificatiekenmerken en de streek waarin ze tot stand kwamen: rode wijn, witte wijn, mistella (zoete wijn) en marc (gedistilleerd uit wijndraf)
We genieten van een lekker glaasje wijn en het gezelschap, maar we moeten ook verder met onze wandeling we wandelen verder en komen zo in “Bois de l’ermitage” een heel eind door het bos tot we aan de vijvers komen en aan de “Moulin de Chevelipont” spijtig dat we geen foto kunnen maken van de molen. We wandelen verder door het bos en langs de velden tot we weer terug komen in Trangissart. Een mooie wandeling.
9E MARCHE DU CHATEAU VERT. / MARCHEURS DU CHATEAU VERT DE HUY. / HUY. 06/07/2014
9E MARCHE DU CHATEAU VERT.
MARCHEURS DU CHATEAU VERT DE HUY.
HUY.
We starten met de wandeling in het centrum van Huy. We wandelen verder en langs de omwalling van de oude stad nog delen van de muren en toren. We wandelen verder en komen in Tihange. Dan komen we aan het Kasteel van Fond l'Evêque (17e/18e eeuw), met Tibetaans boeddhistisch centrum Yeunten Ling. De naam van het centrum betekent Tuin van de Kwaliteiten en werd aan het centrum gegeven door Karma Rangyung Künkhyab Trinley, de Kalu Rinpoche die meerdere centra in Europa stichtte. Het centrum is gericht op intensieve retraites en stages. Het centrum is gevestigd op het domein van het kasteel van Fond l'Evêque, een historische locatie, waar volgens de overlevering de Maastrichtse bisschop Joannes Agnus zou hebben gewoond. In de 15e eeuw stond hier een eenvoudig kasteel, dat in de 16e eeuw eigendom was van Martin Badin de Hosten, schepen van Hoei. In 1921 liet de bankier Charles Fabry een deel van de gebouwen slopen en verbouwde de overgebleven delen tot het huidige kasteel, waarin echter nog grote delen van het 17e en 18e-eeuwse gebouw bewaard zijn gebleven. Ook de toegangspoort uit 1793 is nog bewaard gebleven. Het domein ligt aan de rand van het bos van Tihange. Achter het kasteel bevindt zich een grote tempel in Tibetaanse stijl. De bezoeker die voor het eerst in Yeunten Ling komt, wordt getroffen door de schoonheid en de sereniteit van de plek. Na het betreden van de kastanjedreef springt de stoepa, een schitterend monument voor de vrede, onmiddellijk in het oog. De verschillende niveau’s en treden verwijzen naar de 6 paramita’s (transcendente deugden). Het oude landgoed werd in 2006 uitgebreid met een harmonische nieuwbouw. De nieuwe infrastructuur omvat een tempel, vergaderzalen en een vijftigtal studio’s en individuele kamers. Het belangrijkste gebouw is de tempel met in de sokkel een polyvalente ruimte. De Dalai Lama gaf de tempel de naam ‘Thubten Shedrub Ling’ wat ‘tuin voor het onderricht en de studie van de Verlichte’. De tempel, die is uitgevoerd volgens de regels van de Tibetaanse kunst en de traditionele regels op het vlak van architectuur en ornamenten naleeft, biedt plaats aan 700 personen. Wij nemen ruim de tijd om het domein te bezoeken, de tempel eens binnen gaan wat een kleurrijke inrichting, het is wel rustgevend hier binnen, we nemen nog even de tijd om op het terras een drankje te nuttigen. We moeten toch weer verder. Door het bos en dan naar het “La Sarte- Communal Cemetery” “The Commonwealth War Graves” waar 116 soldaten begraven zijn uit WOI. Er bevinden zich 109 graven, waarvan 55(Can), 52(UK) en 2(Unk) op deze begraafplaats. Ook liggen hier 7 graven, waarvan 6(Fr) en 1(Rus). En werden pas in 1973 overgebracht naar deze begraafplaats. Het is een mooi en verzorgd begraafplaats met bloemen voor de graven een eerbetoon aan deze dapper soldaten. We verlaten de begraafplaats en komen zo aan de kerk Notre-dame de la Sarte. We wandelen nog wat verder terug het stadje binnen waar onze wandeling eindigt.
PRELUDE D'ETE. / LES CULS DE JATTE DU MAUGE. / SCHALTIN. 15/06/2014.
PRELUDE D’ETE.
LES CULS DE JATTE DU MAUGE.
SCHALTIN.
Schaltin is een deelgemeente van Hamois. Een dorpje met prachtige huizen in lokale steen, gewoon mooi om te zien en we nemen de tijd om even rond te kijken en genieten van de mooi huizen. Na enkele tijd komen we aan het kasteel van Schaltin. Gerenoveert in 1724. het kasteel, de boerderij in breuksteen en blauwe stenen zijn gebouwd in de 19e eeuw.
Een mooie beschrijving is de volgende: In de schaduw van de klokkentoren van de Saint-Remaclekerk klopt het hart van dit kastelendorp. Het Kasteel van Schaltin koestert zich in de vallei van de Saint-Remaclebeek die vroeger de slotgracht van water voorzag. Het bestaat uit het oude kasteel (16e eeuw) waar men nog de geleiders ziet van de ophaalbrug, de hoge muren en de twee ronde peperbustorens, en dat paalt aan een boerderij in zandsteen en blauwe steen (19de eeuw), en het nieuwe kasteel (zichtbaar van op de weg), gebouwd in "pierre d'avoine". De laatste kasteelheren waren de barons de Rosée, maar sinds 1943 bevindt zich hier de zetel van het Institut de Schaltin.
Vandaag is er op het domein een markt en er is veel volk, wij wandelen verder door het park. En zo wandelen we langs velden en langs bosjes. Wat is het mooi hier. Wat verder komen we aan een versterkte hoeve met een ronde toren. “Ferme de la Basse” Weer een eindje verder is de controle post. We wandelen het dorpje uit en komen opnieuw langs een prachtige versterkte hoeve. Deze keer met vierkante torens we wandelen verder en weer gaan we de velden in met uitgestrekte vergezichten we wandelen verder en we worden stilaan naar het bos gebracht.
Weer wat verder langs een kapel op de y-kruising zo komen we in Frisée. Hier grote vijvers, velden en bossen. Zo komen we terug aan ons vertrekpunt waar deze mooie wandeling eindigt.
Kelmis ligt op enkele kilometers afstand van de Duitse stad Aken en eveneens dichtbij de Nederlands-Limburgse plaats Vaals. Het grenst aan het drielandenpunt met Nederland en Duitsland. De aanwezigheid van de zinkmijn heeft voor zink in de bovengrond gezorgd. Hierdoor kennen Kelmis en Moresnet op enkele plaatsen een opvallende zinkflora. De Geul werd voor de zinkwinning gebruikt, waardoor de bovenloop van de Geul ook in de Nederlandse provincie Limburg een zinkflora kent.
We vertrekken met onze wandeling in het centrum door het park en dan de steenweg over om naar de Casinovijver. Door de bouw van een aarden wal van zo’n 300m in 1861 ontstond de opgestuwde Casinovijver. Deze vijver is ongetwijfeld het mooiste overblijfsel van de 19e-eeuwse mijnactiviteiten nabij de toenmalige Altenberg en omgeving. Dit meer is bijna 5 ha groot en werd door de mijngemeenschap “Vieille Montagne” als waterreservoir voor het wassen van zinkerts aangelegd. De restanten daarvan zijn nog steeds te zien in de vorm van opgehoopte steenbergen aan de oevers van de stuwdam. De Casinovijver werd destijds omwille van economische redenen nabij de samenvloeiing van de Tüljebach en de Geul aangelegd. Vandaag de dag is de vijver –met zijn prachtige rietkragen en pittoreske bomen langs de dichtbegroeide oevers– een regionaal pareltje, zowel voor de mensen die op zoek zijn naar ontspanning als voor de aanwezige veelsoortige fauna en flora. Dit beschermd grondgebied is een zeer interessant spiegelbeeld van de culturele en geschiedkundige ontwikkeling van een landschap dat tot het midden van de 20e eeuw door de mijnbouw werd gekenmerkt.
We wandelen even verder wandelen we langs de Geul en komen aan de voet van de rotsen waar kasteel Eyneburg, de enige burcht in de bergen van het Geuldal die nog is overgebleven en die in de volkmond “Emmaburg” wordt genoemd, is een van de zeldzame bergburchten in het hertogdom Limburg. De majestueuze bouw van de burcht begint aan de linkeroever van de Geul. De uitstekende toren of de wachttoren merkt men reeds van ver op. De naam Eyneburg of Eyneberghe stamt af van een familie met deze naam, die dit landhuis in de 13e eeuw bezat. Zo is er onder andere sprake van Theodor von Eyneberghe, kanunnik in Sint Servatius in Maastricht in 1260 en Hermann von Eyneberg in 1285. Wij wandelen verder langs prachtige lanen en door de bossen tot we aan een grote vijver komen. We zijn in het plaatsje Tulje. We wandelen weer het bos in “Preuswald”. Hier komen we langs een van de grensstenen van Neutraal Morsenet.
Neutraal Moresnet ontstond doordat Pruisen en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden tijdens het Congres van Wenen in 1815 na de val van Napoleon niet tot een akkoord konden komen over de grens tussen hun gebieden. Het twistpunt was de zinkmijn Altenberg / Vieille Montagne in het plaatsje Kelmis, dat in de Franse tijd deel uitmaakte van de gemeente Moresnet. Pas in 1816 werd een compromis bereikt: krachtens het Verdrag der Grenzen werd het westelijk deel van Moresnet deel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden onder de naam Moresnet, Neu-Moresnet werd deel van Pruisen en het daartussen gelegen gebied met het dorpje Kelmis werd een condominium onder de naam Neutraal Moresnet met als staatshoofd de burgemeester van Kelmis. Beide landen bestuurden Neutraal Moresnet, een gebied met 256 inwoners, met een Pruisische en een Nederlandse (na 1830 Belgische) commissaris. Toen België in 1830 onafhankelijk werd, nam het de bestuurlijke rechten van Nederland over. Het bezat zijn eigen postzegels.
Prachtig om door te wandelen tot op de controlepost. In Morsenet-Chapelle zijn we nu, de verering van Maria nam in Moresnet in 1750 toe na de genezing van de jonge Arnold Franck die aan vallende ziekte leed. In 1875 vestigden er zich Franciscanen uit Aken, verdreven door de "Kulturkampf". Zij namen de hele dienst aan de genadekapel over en het aantal bedevaarders steeg in hoge mate. Vandaag is de kapel er nog steeds en er is ook een rusthuis waar de controlepost is. We wandelen verder door de velden om dan in Morsenet te komen. Langs kasteel Bempt en dan het centrum.
Langs de kerk en het museum en dan weer de velden in, wij wandelen onder de spoorbrug door. Het viaduct van Moresnet is een 1200 meter lange spoorwegbrug over het dal van de Geul. De brug is onderdeel van spoorlijn 24 (Montzenroute Antwerpen-Aken), die speciaal gebouwd is voor het transport van Duitse artillerie en troepen naar het front tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1915-1916. Vanwege de slechte staat van onderhoud mochten de treinen de laatste jaren nog maar met 15-20 km/u over de brug rijden. Tussen 2002 en 2005 werd het viaduct echter gerenoveerd.
De brugdelen werden vervangen en de pijlers werden gerestaureerd. De brug sluit in het oosten aan op de Gemmenichertunnel die onder de Vaalserberg doorgaat. Het is een van de indrukwekkendste spoorwegbruggen van ons land. We wandelen door de velden en komen zo terug in Kelmis waar onze mooie wandeling eindigt.
MARCHE DE L’HOMME DE SPY. / LES SPIROUS DE JEMEPPE S/SAMBRE. / SPY. 17/01/2015.
MARCHE DE L’HOMME DE SPY.
LES SPIROUS DE JEMEPPE S/SAMBRE.
SPY.
De wandeling vandaag vertrekt in het centrum van Spy. Spy is bekend als één van de vindplaatsen van resten van de neanderthaler-mens. Daarom noemt de wandeling ook de wandeling van de mens van Spy. We wandelen het dorp uit en ons eerste mooie monument is het Kasteel van Spy.
Wij wandelen langs de achterzijde een prachtig kasteel in U vorm met twee vierkante torens. Alles is mooi onderhouden door een dreef komen aan d eingang om een foto te nemen. Dan weer verder, door het mooie landschap met hier en daar een gebouw in lokale steen dan komen we een kapel, hoe mooi ze hier staat omring door bomen staat de achtzijdige kapel, we kijken even binnen en kaarsen branden en een prachtig beeld van Maria met kind.
Dan gaan we verder door het veld en door het bos. We komen zo in Onoz. Op het dorpsplein de watermolen, hoe prachtig is dit wel het waterrad draait lustig door. De "Vieux Moulin" van Onoz werd gebouwd in 1575. In 1982 werd hij beschermd als site en in 1997 als monument. In 2003 werd het onderslagrad vernieuwd met de bedoeling elektriciteit op te wekken. Helaas is het binnenwerk van de korenmolen verwijderd. De molen wordt beheerd door de asbl "Foyer du vieux moulin".
We steken l’Orneou over en hier is controle en rustpost. We verlaten het dorp het is hier prachtig in de vallei van de Molignee. Eindelijk komt de zon er door, de mist is opgetrokken en we worden getrakteerd op een mooie blauwe lucht. We passeren een grote boerderij. Vanaf hier worden we op prachtige vergezichten getrakteerd. Wat een prachtige omgeving. Weer verder komen we in Jemeppes/S. We wandelen hier tegen het Bois de Floreffe, we kunnen genieten van de mooie zichten. We wandelen nu in het “Bois de Bétche aux Roches” het is wel wat klimmen hier om boven op de heuvel te komen maar het is zeker de moeite.
We komen nu aan de weg naar de grot. De grot bevindt zich in een heuvelflank op de linkeroever van de Orneau, een zijrivier van de Samber, circa 20 meter boven waterniveau. De holte in de bergwand heeft zich op een natuurlijke manier gevormd in het kalksteenmassief, circa 330 miljoen jaar geleden, toen na de ijstijd het water nog tot deze hoogte kwam. De grot bestaat uit een hoofdruimte en rechts daarvan en ook erboven kleinere zalen. Vóór de grot bevindt zich een terras en er zijn helling afzettingen, veroorzaakt door het wegruimen van puin tijdens opgravingen.
Wat verder komen we terug op ons parkoers en dalen weer af om zo terug in Spy zelf te komen waar onze wandeling eindigt. Een prachtige wandeling met vele mooie vergezichten en veel natuur.
34E MARCHE DES AVIATEURS. / LES BERGEOTS. / HANZINELLE. 14/06/2014
34E MARCHE DES AVIATEURS.
LES BERGEOTS.
HANZINELLE.
Hanzinelle een deelgemeente Florennes, eigenlijk nog nooit van gehoord laat staan er gewandeld.
We starten met de wandeling in het midden van het dorpje met een prachtige kapel en een heel bijzondere pomp in natuursteen. Dan verder door de natuur, velden en akkers vol met veldvruchten, de veldwegen afgezoomd met bomen wat een prachtige zicht. Een heel eind door de velden en bossen wat prachtig. Hier staan ook mooie orchideeën. Wat prachtige vergezichten krijgen we te zien zo ver het oog rijkt velden met in de verte heuvels met bossen op, gewoon mooi.
Weer verlaten we de velden om het dorpje binnen gaan weer worden we getroffen door de mooie huizen in lokale steen, de deur en venster zijn omkleed met bakstenen die heel fel uitkomen tegen de grijze achtergrond. Midden in dorpje de kerk en wat prachtige huizen. Ook midden in het dorpje de oude wasplaats. Wij zijn hier in Oret.
We verlaten het dorpje en als we achterom kijken hebben een prachtig zicht op de kerk. Weer wat prachtige zichten op de omgeving en dan komen we terug aan ons vertrekpunt. Een fijne wandeling door een prachtige omgeving.
16E HASPENGOUWWANDELDAG. / WC. AVIAT SINT TRUIDEN. / SINT TRUIDEN. 11/06/2014.
16DE HASPENGOUWWANDELDAG.
WC. AVIAT SINT-TRUIDEN.
SINT-TRUIDEN.
Haspengouw was, wegens haar vruchtbaarheid, een relatief dichtbevolkt gebied en van belang in zowel de Romeinse tijd als tijdens de Merovingen (Austrasië) en later. De taalgrens loopt door dit gebied. Deze kwam tot stand nadat het Romeinse Rijk instortte en de Franken, die het gebied veroverden, de Gallo-Romeinse cultuur assimileerden terwijl noordelijk van Haspengouw vrijwel geen mensen woonden en de Romeinse cultuur minder aanwezig was.Haspengouw kenmerkt zich door een groot aantal kleine dorpen, vaak zogenaamde hoopdorpen. Vierkantshoeven zijn kenmerkend voor dit gebied. Haspengouw heeft ook een paar mooie steden, Tongeren, St Truiden en vandaag wandelen we in Sint Truiden.
We wandelen nu door het park langs de vijver waar eenden en ganzen aan te broeden zijn. We wandelen een heel eind door het stadje en komen zo aan de kerk. Wij nemen even de tijd om binnen te kijken. Sober maar mooi. Weer een eindje verder en we komen aan de Brustempoort. We wandelen door de laan langs het oude gasthuis en zo komen we aan het begijnhof.
Het begijnhof van Sint-Truiden of Begijnhof van Sint-Agnes is een typisch Vlaams begijnhof dat men tot het zogenoemde pleintype rekent. Het geheel van woningen en een infirmerie is gesitueerd rond een centraal gelegen kerk met voorplein, eertijds omgeven door bleekvelden, moestuinen en boomgaarden. Het werd in 1258 opgericht buiten de stadsmuren van Sint-Truiden bij de Cicindriabeek in het gehucht Schurhoven. Het betekende de aanvang van een bloeiende vrouwengemeenschap aan de rand van de stad, waar in zijn glorietijd meer dan 200 begijnen woonden.
De oudste delen van de begijnhofkerk dateren uit de 13e eeuw. De meeste woonhuizen zijn 17e- of 18e-eeuws, evenals de begijnhofhoeve met monumentale toegangspoort. In de Franse tijd werd het begijnhof onteigend en verkocht aan particulieren. De laatste begijn overleed in 1860. In 1928 werd de kerk voor de eredienst gesloten; in 1933 werd ze beschermd als monument en werd de kerk gerestaureerd. Een tweede grote restauratie, onder meer van de middeleeuwse muurschilderingen, vond plaats van 1975-81, waarna ze tot 1997 huisvesting bood aan het Provinciaal Museum voor Religieuze Kunst. Momenteel functioneert de kerk als tentoonstellings- en concertruimte.
Bezoek aan de begijnhofkerk is een ervaring die je zelden opdoet, de muurschilderingen zijn bijzonder en dat maakt deze kerk een waar museum. Na de kerk wandelen we even door het begijnhof. We wandelen nu naar het Speelhof. Het Speelhof was een ander buitenverblijf van de abdij, eveneens gelegen in een boomrijke omgeving. Hiervan resteren een 18e-eeuws poortgebouw, het herenhuis uit dezelfde periode en enkele dienstgebouwen. t Speelhof' werd in de 16e eeuw ingericht als 'speelhuis' voor de abdij. In de 18e eeuw werden het huis en de hoeve vernieuwd. De eenvoud en de ligging in het groen zijn charmant.
Op dit stedelijk domein wandelen we, er is een rozentuin, Finse looppiste en een petanquebaan. Het fietsroutenetwerk passeert langs de dreef en van op het terras van de 'Afspanning' kun je even rusten. Wij wandelen naar de moestuin worden bloemen, groenten en kruiden gekweekt In de oude kasteeltuin langs de moestuin worden prachtige rozen verzorgd door de Rozenkring. Wij wandelen achteraan in een overstromingsgebied met houten wandelpad en door het bos we komen zo aan de startplaats van de Verborgen Moois van Sint Truiden en wandelen verder naar het stadspark.
Het stadspark is bijna 4 ha groot en aangelegd op de tot puin vervallen stadswallen. Drie schilderachtige vijvers met rustieke bruggetjes zijn het domein van zwanen, ganzen, eenden en sierduiven. We wandelen nog een eindje op het tracé van de stadsomwalling, in de 11e eeuw gebouwd door abt Adelardus II en in 1675 door de Franse koning Lodewijk XIV ontmanteld. Nog even verder en we komen terug aan ons vertrek waar deze toch mooie wandeling eindigt.