Wellen is altijd een agrarische gemeente geweest, maar hoe langer hoe meer werd de fruitteelt gecombineerd met het wonen in de gemeente. Vooral na de Tweede Wereldoorlog. Verder is er ook een stroopfabriek in Vrolingen die nog volledig op de traditionele manier te werk gaat.
We verrekken met de wandeling en in Wellen kom je nog vele vakwerkhuizen tegen. Vandaag komen we er een paar tegen. Maar vooral komen we veel natuur tegen. We wandelen nu naar Vrolingen, tegenwoordig is Vrolingen bekend vanwege de stroopstokerij Bleus, die sinds 1843 in bedrijf is en ook tegenwoordig nog produceert op ambachtelijke wijze. De inrichting van de stroopstokerij (stookinstallaties, persen en dergelijke) is waardevol. De aanwezigheid van een stroopstokerij is terug te voeren op het aanzienlijke belang van de fruitteelt (appels, peren) in dit gebied. Dan wandelen we het veld in, rustig langs de veldwegen, de velden ogen nu wel kaal. Dan wandelen we naar het centrum van Wellen waar de controlepost is.
Na de rust komen we aan de Wellenmolen. Het huidig molenhuis dateert van 1775. Het is samen met het 20e-eeuwse woonhuis onder één zadeldak verenigd. Alhoewel de molen sinds 1973 buiten werking is, is ze nog steeds maalvaardig: ze maakt deel uit van het Vlaams industrieel erfgoed. De molen is een graanwatermolen van het onderslagtype met een molenrad van 5 meter doorsnede. Bij één omwenteling van het molenwiel draait de molensteen 12 keer rond. Voorbij de molen en dan is er de Broekbeemd die pal in het centrum van Wellen ligt.
Een prachtig stukje beemd met als parel op de kroon een voor Vlaanderen zeer zeldzaam natuurtype, het kalkmoeras. Richting Alken snijdt dan weer de Grote Beemd door het dorp, een valleigebied waar het goed toeven is en het woongebied van een Europees bedreigde soort, de kamsalamander. En wij beheren nog een derde natuurgebied, de Ulbeekse bossen. Een bosrestant die je nog kan terugvinden op de oude kaarten van Feraris. Dit schitterende eiken-haagbeukenbos is dan weer van een heel ander type natuur. Wellen heeft een natuurvereniging 't Bokje Wellen. We wandelen door het reservaat waar de hooglandkoeien grazen en waar we de jonge kalveren kunnen zien, verder door wandelen komen we aan de rand van Wellen waar we langs de Greatmolen gaan.
Alleen het gebouw staat er nog aan de Herk. Weer verder door de velden en langs de Herk. Hier ook weer een paar prachtige vakwerkhuizen en dan komen we langs een Motten Een mot is een kunstmatige heuvel, in de 15e eeuw opgeworpen om zich te verschansen voor de vijand. Bovenop een mot stond vaak een houten palissade (een aaneengesloten rij van in de grond geslagen palen of staken, die dienst doet als omheining). Bovendien was een mot omgeven door water.
Wellen heeft drie motten. In ‘Pietershoven’, een stuk land gelegen in de driehoek Zonneveld-Appeystraat-Herstalstraat, doet enkel een vijver nog terugdenken aan wat vroeger is geweest. Van de tweede mot resteert enkel nog een drassig stuk beemd, gelegen aan de Papekele. Dit situeert zich aan het begin van de Langenakker en de Houtstraat, vlakbij de Winterbeek. De mot in de Houtstraat is de best bewaarde. Deze maakt deel uit van de hoeve van Mathieu Marckelbach. Nu zijn we aan het einde van onze wandeling in Wellen.
Stap in, voor een onvergetelijke rit met de stoom- of dieseltrein langs de allermooiste plekjes van het Zuid-Limburgse Heuvelland! Laat je meevoeren door het betoverende landschap, de bijzondere evenementen en een nostalgische reis terug in de tijd.
Het is kersttijd bij de Miljoenenlijn Ervaar de vertrouwde nostalgische kerstsfeer uit grootmoeders tijd tijdens uw stoomtreinreis met de speciale ‘Kerst Expres’.
Zacht zet de puffende stoomlocomotief de ‘Kerst Expres’ in beweging. De stoomverwarming verwarmt uw rijtuig comfortabel, terwijl slierten stoom uw raam versieren aan de buitenzijde. Geniet van het prachtige winterlandschap van Zuid-Limburg met de ‘Kerst Expres’. In Simpelveld bevindt zich het kloppende hart van de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij. In en rondom het 100 jaar oude stationsgebouw wordt u door onze vrijwilligers meegenomen naar een Kerst uit de tijd van vroeger. Graag verwelkomen wij u hier in stijl met ouderwetse Kerstmuziek, vuurkorven en sfeervolle versieringen. Terwijl kinderen druk speuren naar het “Gouden Cadeau” en een kijkje nemen in de Kerstkribbe, kunt u genieten in brasserie ‘Miljoenenlijn’ van warme chocomel of een heerlijke winterse maaltijd.
Lauw bevindt zich in droog-Haspengouw, aan de vallei van de Jeker. De hoogte varieert tussen 93 en 133 meter. Op het plateau wordt landbouw bedreven: tarwe, gerst en suikerbieten. Bij de Daalbron, die vanaf 1903 de stad Tongeren van water voorzag, wordt waterkers gekweekt.
Het vertrek van de wandeling ligt wat vreemd in het veld. Maar vanaf de kerk staat het wel aangegeven. Tegenover de kerk staat de pastorij en dan gaan we opzoek naar het vertrek. Midden in een stukje weiland naast de Jeker staat het vertrekbord. Wij gaan door het houten poortje langs de Jeker, de vallei in het heeft de afgelopen geregend en dat zie je wel en zeker wetend dat Lauw in een nat gebied ligt en de wandeling de Waterwandeling heet, het is hier wel serieus nat, maar toch is het een mooi stukje. In de Beemd lopen enkele ezel rond en zij komen kijken nar dat rare volkje dat hier voorbij komt. Verder door het veld langs een oude hoeve, en dan door een Holleweg, prachtig. Weer wat verder en als we even omkijken een prachtig zicht op de kerk en dorp van Lauw.
We wandelen weer een eindje langs de Jeker hij staat wel hoog, en dan een brugje over om terug te keren naar het dorp. In Lauw staan nog vele oude boerderijen en verschillende hebben nog metsertekens op de gevels een oud gebruik om de hoeven en gebouwen te beschermen.
We wandelen door het dorp en komen zo terug aan de kerk waar onze wandeling eindigt. Het was dan wel geen mooie dag wat weer betreft maar ondanks alles hebben we genoten van onze “Verborgen Moois”.
41E MARCHE DE ST-ELOI ET ST-BARBE. / NOIR ET BLANC. / ROMSEE 29/11/2015
41E MARCHE DE ST-ELOI ET ST-BARBE.
NOIR ET BLANC.
ROMSEE.
Het weer zit vandaag zeker niet mee. Regen, regenen nog eens regen. Wij doen slechts de kleine afstand het is bijna niet te doen. We zijn hier in het hartje van de mijnstreek.
De SA des Charbonnages de Herve-Wergifosse werd opgericht op 22 juni 1876. De mijnen van Xhawirs en Halles werden ondergronds verbonden in 1926. Er was een spoorverbinding met het station van Melen dat langs de lijn Luik-Herve-Montzen lag. In 1928 werd de concessie overgenomen door Wérister. De mijnen werkten verder onder de naam "Wérister-José". Nadat in 1967 de mijn van Wérister in Romsée sloot bleef Xhawirs/Halles nog in werking tot 30 september 1969. Dit was meteen het einde van één van de belangrijkste steenkoolbedrijven in het Luikse.
We wandelen door het dorp langs de kerk en langs het monument voor de gesneuvelden van 14-18 en 40-45. Bijzonder is dat het beeld van Sint Barbara het monument siert en ook de houwelen en mijnlamp. We gaan verder langs de straten met eigenlijk maar kleine arbeiders woningen. Dan komen we aan de voormalige mijn van Werister. Het hoofdgebouw van de maatschappij in Romsée is bewaard net als enkele bijhorende gebouwen. De drie schachttorens verdwenen, de tombes resten. De terril is nog steeds in ontginning. Op het mijnterrein komt er een nieuw project de nog bestaande mijngebouwen worden geïntegreerd in het nieuwe project. Wij verlaten even het parkoers en wandelen het domein op en zo kunnen we ven rond kijken naar de gebouwen die er nog staan. Het hoofdgebouw staat er nog compleet en een aantal ander egbouwen ook. Ze zijn wel prachtige gebouwen voor een industrieel gebouw. Dan wandelen we langs de oude spoorwegzate die ons naar de controlepost brengen, waar we het bezoek krijgen van de goed heilig man en zijn knechten. Weer het parkoers op en we komen zo terug in Romsee waar onze wandeling eindigt. Spijtig van het weer maar we hebben toch een fijne wandeling gehad.
Het vertrek van de wandeling is op C-Mine, is de naam voor een ontwikkelings- project van de voormalige steenkoolmijn van Winterslag in Genk.
Een deel van de mijngebouwen en -installaties is behouden gebleven en heeft monumenten- status. De gebouwen in neoclassicistische- en neo-Vlaamse renaissancestijl dateren uit de periode 1912-1925. Erachter liggen twee schachtbokken: één uit 1916 (het oudste van Limburg) en één uit 1963, de laatste ooit gebouwd. Deze Kempense mijnzetel was gevestigd in Winterslag. Het was de mijn die in 1917 en daarmee als eerste begon met steenkoolproductie in Limburg. Al voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog had men hier steenkool aangetroffen. De Duitse bezetter stond de uitbaters toe de mijn verder uit te bouwen. De mijn haalde in 1967 nog een jaarproductie van 1.635.514 ton. De totale mijnproductie bedroeg 66.593.000 ton. In 1953 was de tewerkstelling maximaal met 6250 mijnwerkers. De ondergrondse verdiepingen lagen op 600, 660, 735 en 850 m. In 1988 sloot de steenkoolmijn definitief.
We wandelen verder en lopen richting de mijnterril, 163 m hoog. En als we even achterom kijken hebben we nog een mooi zicht op de twee mijnschachtbokken. Dan wandelen we de bossen van Genk binnen. Deze zijn aangelegd om de hout productie voor de mijn. We krijgen wel een prachtig zicht op de terril deze zal nooit ver van ons verwijderd zijn op deze wandeling. Wij wandelen veel door de prachtige natuur. Op de heide grazen een kudde schapen wat al prachtig is. Een heel eind over de heide met weidse zichten en het is nogal heuvelachtig gewoon geweldig om te wandelen. Dan komen we aan de oudste mijnsité.
Winterslag bestaat uit verschillende wijken die men daar cités noemt: Oud-Winterslag (ten noorden van de mijn) en de mijntuinwijken 1, 2 en 4. Mijntuinwijk 3 is nooit gebouwd. Op de eerste tuinwijk, die aangelegd werd vanaf 1913 tot 1924 naar het voorbeeld van Engelse tuinwijken uit het begin van de 20e eeuw, staan prachtige ingenieurshuizen en het kerkplein met de kerk. De vroegere meisjesschool (nu een vormingscentrum) en de vroegere jongensschool (nu een gemengde school) is indrukwekkend. Vele huizen zijn gebouwd met de zogenaamde Winterslagse brik, die zeer hard is en voor een goede warmte-isolatie zorgt. De tweede en vierde tuinwijk zijn later gebouwd (tussen 1931 en 1948) om de toestroom van gastarbeiders op te vangen en zijn soberder van afwerking.
Dan weer een heel eind door de heide en langs bossen. En zo blijft de terril steeds weer onze metgezel. We wandelen nu een heel stuk langs de terril en opeens duiken de schachtbokken weer voor ons op, het einde van deze fijne wandeling komt in het zicht. We komen zo terug op de mijnsite.
We nemen ruim de tijd om hier wat rond te wandelen en waar we binnen mogen gaan we een kijkje nemen. Vooral de machinekamer en de opmaakmachine zijn steeds weer een bijzondere beleving. We kunnen gelukkige zoveel foto’s nemen als we willen. Hier eindigt dan voor ons dan een wandeling die een heel belangrijk stukje industriële erfgoed achter gelaten hebben en die hier zeker gekoesterd worden voor de toekomst.
NAJAARSTOCHT. / W.C. AVIAT SINT TRUIDEN. / AALST 23/11/2015.
NAJAARSTOCHT.
W.C. AVIAT SINT TRUIDEN.
AALST.
We vertrekken met de wandeling in Aalst dorp. We steken al vlug de steenweg over. En wandelen dan naar Brustem. Hier speelde een stukje Loonse geschiedenis af. Lodewijk I, graaf van Loon, bouwde omstreeks 1170 in Brustem een sterke achthoekige toren en voorzag die van een garnizoen. Tegelijkertijd werden de kerk en het kerkhof door een grote wal versterkt. Brustem kreeg in 1170 stadsrechten van de Loonse graaf maar door de concurrentie van Sint-Truiden werd Brustem nooit een belangrijk centrum.
De burcht van Brustem speelde wel weer een rol op 28 oktober 1467 tijdens de slag bij Brustem, die door Karel de Stoute tegen de Luikenaars werd geleverd, onder de muren van de sterkte waarin de Luikse ambachten zich verschanst hadden. In 1489 werd zij echter stormenderhand ingenomen en geslecht door de hertog van Saksen. Het trotse bouwwerk verviel steeds meer in de volgende decennia. Van de burchttoren op een steile motte gebouwd, blijft nog de helft over. De voorburcht is volledig verdwenen. De aarden wal en omgrachting zijn alleen nog aan de noordkant aanwezig. De ruïne wordt thans in stand gehouden door de vereniging De Burchtwacht. In de buurt ligt de Clovisbron.
We wandelen voorbij de toren en hier is controlepost. Wat later wandelen we verder en de rest van de wandeling wandelen we door de velden en langs de laagstamboomgaarden. Tot we terug komen in Aalst.
43E MARCHE DES BRUYERES. / LES BRUYERES EN MARCHE. / GRIVEGNEE. 21/11/2015
43E MARCHE DES BRUYERES.
LES BRUYERES EN MARCHE.
GRIVEGNEE.
Grivegnée beslaat het grootste stuk van de stedelijke kern op de rechteroever van de Maas, ten noorden van de Ourthe. Het is een prachtige streek om te wandelen. Het is een golvend landschap.
En dan ook een heel stukje door het bos en toch is het een fijne wandeling. We komen in het Fayen-Bois een prachtig park met een ruïne en vele brugjes over de diepe dalen. Weet niet of de ruïne zo gebouwd is of ze een echt een burcht was. Wat zeker is het kasteel dat er bij ligt is een prachtige gebouw. Château de Fayenbois is een mooi kasteel met een ronde toren en een vierkante bouw rode lagen met witte lagen vandaag een rusthuis. Heel mooi. Dan weer een eind door het bos met prachtige grote bomen een prachtig zicht. En dan weer verder door het mooie golvend landschap, toch mooi de weilanden met hun hagen omzoomt.
En dan de boerderijen wat een monumenten in het landschap. Boven op de heuvelflanken hebben we een mooie zicht op de dalen wat een prachtige natuur. Wat verder hebben we een mooi zicht op de terrils van de mijnen. Wat later komen we terug in Grivegnee. We komen langs een mooie en verzorgde bakkerij en wat een mooie figuurtjes in de etalage.
Nog eens een zicht op de mijnterrils en een zicht op de Maas. Nog even en onze wandeling eindigt.
2E MEMORIAL EMILE DELMOTTE. / LES MARCHEURS DE L’AMITIE LANDENNE. / NAMECHE. 15/11/2015
2E MEMORIAL EMILE DELMOTTE.
LES MARCHEURS DE L’AMITIE LANDENNE.
NAMECHE.
Namêche is een klein dorpje van de stad Andenne. Het plaatsje ligt gelegen op de linkeroever van de Maas, aan een brug over de rivier. Aan de overkant ligt het gehucht Samson, in de deelgemeente Thon.
We zijn hier in de Condroz afgebakend in het noorden door Samber en Maas, strekt het landschap van de Condroz zich uit als een uitgestrekt, golvend plateau van de ene naar de andere kant van de Bovenmaas. Erosie boetseerde het reliëf van de Condroz in glooiingen waar lagen behoorlijk harde zandsteen afwisselen met zachtere kalksteendepressies. Deze afwisseling draagt bij tot de specifieke, natuurlijke verwering van de Condroz. De begroeiing accentueert nog meer de impact van deze topografie, die zo eigen is aan de Condroz-landschappen: zachte hellingen waar akkers worden bewerkt, valleidalen bedekt met weilanden en pieken getooid met dichte bossen.
De dorpen van de Condroz, die zich vaak aan de voet van een helling of lichtjes onder de hellingtoppen bevinden, worden gekenmerkt door een opeengepakte groepering van gebouwen die zich langs de heuvelkammen uitstrekken. Andere dorpen ontstaan op de effen plaat in de valleien. De indeling van de gebouwen is behoorlijk verscheiden en beantwoordt meer aan de nood om aan de woning een juiste oriëntatie te geven, eerder dan te beantwoorden aan een uitlijning die door een weg wordt opgelegd. Mede dankzij burenrecht en erfdienstbaarheid vertonen de dorpen op vandaag een luchtige structuur, met vele open ruimtes afgezoomd met bomen.
Buiten deze dorpen is de bewoning eerder zeldzaam; we treffen die aan in de vorm van grote boerderijen of kastelen, met een uitgesproken patrimoniaal karakter, die her en der in het landschap verspreid liggen. We wandelen door Nameche en dan langs de steengroeve wat verder hebben we een mooi zicht op de rotsen aan de Maas. Wat verder komen we aan in Bois L’Eveque aan de kapel. Wat verder door de velden en komen zo aan een grote oude boerderij. We lopen hier in “Rue des Fermes” de straat van de boerderijen en hier staan verschillende grote oude boerderijen verwonderd over de grote en de prachtige staat waarin ze zich bevinden. We dalen weer af en komen aan d eoevers van de Maas met tegenover de hoge rotsen.
We steken de Maas over en komen in Samson-Thon. Gelegen aan de oevers van de Samson, een bijriviertje van de Maas. Het dorp is opgenomen in de lijst van de mooiste plaatsjes in Wallonië (Les Plus Beaux Villages de Wallonie).
Les Plus Beaux Villages de Wallonie (de mooiste dorpen van Wallonië) is een vereniging opgericht in 1994. Op dit ogenblik zijn er in Wallonië 24 dorpen die het label dragen. Basisvoorwaarden om opgenomen te worden in deze vereniging zijn:
• het dorp moet een landelijk karakter vertonen
• het dorp moet minstens een beschermd monument bezitten
• het dorp moet een architecturaal en urbanistisch patrimonium van erkende waarde bezitten, bepaald op basis van vastgelegde criteria
• het bestuur en/of verenigingsleven van het dorp moet de wil vertonen door concrete acties het dorpspatrimonium te herwaarderen.
De gevarieerde natuurlijke rijkdom van Samson vult de fraaie homogeniteit van de Condrozbouwstijl van Thon perfect aan. De oude woonkern van dit dorp, gelegen in een groene omgeving van weiden en kreupelhout, strekt zich uit langs de rue de Thon, die de verbinding vormt tussen Samson en de plateaus met twee grote trekpleisters: de kerk en de kasteelhoeve.
Tijdens onze wandeling treffen we op deze hoogten uitgestrekte landbouwgronden, die mooie uitzichten over de Maasvallei bieden. In de verte, gedomineerd door de hoger gelegen beboste kammen, zien we Samson liggen, dat gekenmerkt wordt door de ruïnes van het voormalige kasteel en de vlakbij gelegen "rotsen van Samson", die sinds 1944 geklasseerd zijn.
We wandelen verder langs de Maas met zijn prachtige huizen en de rotsen die hoog boven alles uitsteken. Zo komen we terug aan ons vertrek. Wat een prachtige wandeling.
41E MARCHE INT. DU PLATEAU. / LES PIQUANTS- HERVE. / HERVE 14/11/2015
41E MARCHE INT. DU PLATEAU.
LES PIQUANTS- HERVE.
HERVE.
Het Land van Herve strekt zich uit over een plateau met 6 gemeenten : Aubel, Herve, Olne, Plombières, Thimister-Clermont en Welkenraedt. Maar het zijn niet de grenzen die tekenend zijn voor het gebied. Het zijn vooral de landschappen die we toch wel uitzonderlijk mogen noemen. Het Land van Herve is immers befaamd voor zijn wallenlandschappen, zoals de Normandische ‘bocages’, maar dan in een Belgische versie.
Weiden en aanplantingen met fruitbomen, afgezet met hagen, vormen het aantrekkelijke decor van een frisgroene streek met zachte heuvels en valleien. Tal van paadjes die in de tijd van toen de boerderijen met elkaar verbonden, vormen nu een verstild paradijs voor wandelaars. Koninginnestuk is de verharde bedding van een vroegere spoorlijn die als het ware de ruggengraat vormt van het land van Herve.
De zogenaamde ‘Lijn 38’ (LA LIGNE 38 (HERVE)) is 40 km lang en verbindt Hombourg met Chênée. We wandelen door het dorp en dan verder langs een plek waar men olie van okkernoten maakt. Dan wandelen we naar de plek die Haut-Vent heet, prachtige zichten over de dalen en heuvels van dit prachtige Land van Herve. Het is hier mooi en de boerderijen liggen zo verspreid in het landschap parels aan de kroon van Herve. We wandelen Sironval binnen en dan Charneux. We zien boven op de heuvel het witte kruis. La Croix de Charneux is een kruis bovenop een heuvel bij Charneux. De heuvel heeft een hoogte van 269 meter boven zeeniveau. De heuveltop ligt ongeveer een kilometer ten noorden van het dorp bij het gehucht “Bois del Fiesse”. De naam "Bois de la fête" is mogelijk afgeleid van de volgens de overlevering georganiseerde toernooien tussen de heren van Bolland, Xhéneumont en Charneux of van de verder wonende heren van Luxemburg, Luik of Franchimont in de 13e eeuw. Het vijftien meter hoge kruis op de top van de heuvel is gemaakt van beton en werd opgericht in 1913 door de priester van Charneux.
Het kruis is vanaf de wijde omtrek in het land van Herve te zien. Het kruis werd in 1913 ingehuldigd. Op de helling van de heuvel ligt observatiepost MN29 die deel uitmaakte van de observatiegordel van het fort van Battice. Bij deze observatiepost is een monument geplaatst ter ere van de gevallen soldaten. Dit monument herinnert aan de heldhaftigheid van de soldaten in de post tijdens de nazi-invasie van 1940, die de Duitse aanvallen van 10 en 17 mei 1940 doorstond. We wandelen tot aan de bunker en we kunnen even binnenkijken.
We wandelen verder en komen in Cerfontaine. Hier ook weer mooie zichten over het golvend landschap. We komen langs een mooi herenhuis en dan een eind door de weilanden. Een eindje langs de oude spoorweg en we zijn terug aan ons vertrek. Een pracht van een wandeling in het Land van Herve.
De wandeling vertrekt aan de Wesertalsperre. De Vesderstuwdam of Wesertalsperre is gelegen op de Vesder of Weser. Het is het gebied van het Duits-Belgische natuurpark Hoge Venen-Eifel.
Het "Meer van Eupen" is het stuwmeer met het grootste (drink-)waterreservoir van België. Aan de bouw van de muur werd begonnen in 1936. Voor het goederenvervoer van en naar de stuwdam werd Spoorlijn 49A aangelegd. Op 9 februari 1950 werd de stuwdam officieel in gebruik genomen door prins Karel van België. Toevoer van water gebeurt door de Vesder, de Getzbach en de Helle. De dam is 410 m lang en heeft een hoogte van 66 m, gemeten inclusief de voet van de dam. Het Meer van Eupen heeft een inhoud van 25 miljoen m³ en een oppervlakte van 126 ha. De stuwdam is gelegen aan de uitlopers van het Hertogenwoud.
Rondom het meer zijn wandelwegen uitgezet. Dagelijks stelt dit stuwmeer 82.500m³ ter beschikking, waarmee onder andere het Land van Herve, de voorsteden van Luik en de stad Spa van drinkwater voorzien worden. Het geproduceerde drinkwater wordt onderaards opgeslagen. De wandeling is eigenlijk een tegenvaller 99% over verharde wegen en lange stukken rechtdoor gelukkig is de natuur hier wel mooi, wat paddenstoelen, mierenhopen en de bever die hier zijn sporen achter gelaten heeft.
Zo eindigt de wandeling terug aan de afdamming. De wandeling heeft wel wat teleurgesteld wij hadden er meer van verwacht.
57. INTERNATIONALE MOSELWANDERUNG. / MUSELFRENN OBERDONVEN. / WORMELDANGE. 08/11/2015
57. INTERNATIONALE MOSELWANDERUNG.
MUSELFRENN OBERDONVEN.
WORMELDANGE.
Vandaag wandelen we in Luxemburg, een wandeling aan de Moezel. En het is een wandeling die we al eerder gedaan hebben en we weten dat dit de parel van de wandelingen in Luxemburg zijn. Vandaag vertrekken we in het centrum van Wormeldange met toch wel een paar oude mooie huizen, en dan zakken we af naar de Moezel, met prachtige zichten. We zijn nu op de “Route du Vin” het is nog mistig en zo hebben we een mooi zicht op de Moezel, een beetje sprookjesachtig.
Wat een prachtige kleuren van de wijngaarden. En wat een prachtige wijnhuizen, kleine kastelen. Dan komen we aan de “Caves Cooperatives Wormeldange” Tussen 1927 en 1930 gesticht. De Caves de Wormeldange zijn in Art Déco-stijl gebouwd en vormen sinds 1991 het centrum voor de verwerking van de prestigieuse Crémants POLL-FABAIRE. Dan begint de klim in de wijnbergen.
Wat een prachtige zichten de wijnbergen kleuren in goud. Dan komen we in Ahn. We zijn hier op de “Premiumroute - Traumschleife Palmberg”
Het gecertificeerde wandelpad vertrekt in het wijndorpje Ahn dat aan de Luxemburgse Moezel ligt. Terwijl u langs de kalkrotsen loopt, kan u de wijngaarden van de Palmberg met hun adembenemende panorama’s op de Moezelvallei ontdekken.
Na die landschappen vol wijnstokken wandelt u door de groene bossen. Dan brengt de route u naar het natuurgebied van de Palmberg dat beroemd is voor zijn orchideeën. Het laatste deel van de route loopt langs de "Donverbach", de beek die door een ravijnbos loopt.
We wandelen verder door de wijnbergen en komen aan de “Stifter Felsen” deze hoge krijtrotsen die vertikaal boven de wijngaarden uitsteken en waar zeldzame planten en dieren leven. Een prachtig stukje. Maar de zichten in de vallei adembenemend een gloed van Goud die hier te zien is. Hoe meer de wandeling vordert hoe meer de hemel opgaat en de zon schijnt over dit prachtige landschap. Wat een heerlijk weertje begin november 20°C zalig. We blijven wandelen tussen de wijnbergen en genieten van dit prachtige landschap tot we weer terug in Wormeldange zijn waar deze toch wel prachtige wandeling eindigt.
45E MARCHE DE L’ARMISTICE. / CERCLE DES MARCHEURS DE SAIVE. / SAIVE 07/11/2015.
45E MARCHE DE L’ARMISTICE.
CERCLE DES MARCHEURS DE SAIVE.
SAIVE.
We vertrekken met onze wandeling in de “Caserne de Saive” vandaag is het eigendom van de gemeente, de militairen hebben de kazerne verlaten. Wij gaan dadelijk tegenover de kazerne de velden en natuur in. Een heel eind langs bosjes en door de weilanden, de herfstkleuren zijn nog steeds prachtig en wij genieten ervan.
Wij bevinden ons hier in de mijnstreek en we zien hier ook de terrils voor ons opduiken, het zijn nu natuurreservaatjes op hun eigen geheel begroeid met soms wel zeldzamen planten en er leven zeldzame dieren. Het zijn ook prachtige plekken in het landschap en soms kun je er een prachtige foto van maken op deze plekjes. We wandelen verder en komen in Saive. Langs de Sint-Pieterskerk, Saive is het enige dorp van de gemeente Blegny dat bij het prinsbisdom Luik hoorde; de rest van de gemeente hoorde bij het graafschap Dalhem. Op het eind van het Ancien Régime werd Saive een gemeente. In 1822 werd de gemeente Parfondvaux opgeheven en aangehecht bij Saive.
We wandelen nu langs de beek en komen langs de oude molen welke prachtig gelegen is verder met onze tocht. Nu weer een heel eind door de weilanden met koeien en voor ons de terril. We wandelen een heel eind langs kleine voetpaden en komen aan het kasteel van Saive.
Sinds meer dan acht eeuwen de donjon "Nos vi tchéste" domineert over de vallei van de Julienne. Het was het middelpunt van het middeleeuws kasteel Saive. Gebouwd op de rand van het prinsdom Luik en bijna volledig ingesloten door vreemde gebieden, het kasteel gecontroleerde strategische wegen (inclusief de oude Romeinse weg die ging van Vise in Trier), dat leverde hem enkele bloedige oorlogen op en rivaliteit tijdens zijn lange leven. Verlaten voor bijna drie eeuwen, is het geleidelijk vervallen tot een plaats van grote schoonheid. Langzaam de trotse muren veranderde in spookachtige ruïnes gewaardeerd vandaag door de charme en het mysterie die naar voren komen.
De donjon is een opvallend gebouw in de omgeving en omdat we wat verder af zijn kunnen we goed zien wat een prachtige versterkt kasteel dit was. Een stuk van de kapel is ook bewaard gebleven, gelukkig worden vandaag inspanningen geleverd om dit unieke stukje geschiedenis te bewaren. We wandelen verder en nu en dan hebben we weer een prachtig zicht op de donjon tussen de bomen.
Nog wat verder wandelend komen langs een prachtige hoeve, gedeeltelijk nog vakwerk. Nog een kleine inspanning en we zijn op het einde van onze wandeling. Een fijne wandeling zeker als weer vele wandelvrienden tegen gekomen zijn. Ook Jac is er en het is een hele opluchting dat hij zijn leven weer opgepakt heeft na het overlijden van Mia.
Ransdaal -Limburgs: Ranzel- is een kerkdorp, gelegen in het Ransdalerveld in de gemeente Voerendaal. In 1932 werd de Sint-Theresiakerk gebouwd, gebouwd van Kunradersteen, in traditionalistische stijl. De architect was Frits Peutz. De toren doet on-Limburgs aan, met een zadeldak. In Ransdaal bevinden zich een aantal typisch Limburgse carréboerderijen.
De toeristische Mergellandroute doet Ransdaal aan. We vertrekken in het centrum met zijn vele prachtige boerderijen. Onze Jelle is erbij en we wandelen op ons gemak. Laten hem van alles genieten en laten hem zijn vragen stellen. Na een tijdje komen we in de natuur, prachtig. Weer verder langs een prachtige hoeve met de bijgebouwen in vakwerk. Deze prachtige hoeve uit 1863 is één van de vele hoeves. Weer verder met uitzichten over de velden. Verder komen we in Walem, gelegen op een heuvelplateau, nabij Walem bevindt zich, gelegen in hellingbos Schaelsbergerbos bovenop de Schaelsberg, een voormalige kluizenarij.
De zogeheten 'Kluis op de Schaelsberg' is een mergelen bouwwerk dat stamt uit 1688 en dat tot circa 1930 bewoond is geweest. We wandelen door het gehucht en komen zo in Hulsberg. Hulsberg is opgenomen in de Mergellandroute. De hoeve Wissengracht, een carréboerderij, nog vele andere hoeven zoals deze, ook vele zijn opgetrokken in mergelsteen. Het Hof van Hulsberg is zo bijzonder, in deze horecazaak kunnen de vrouwen hun echtgenote in de creche achterlaten (grapje). Wij wandelen vandaag met onze Jelle hij geniet van de wandeling en dat is het voornaamste. Ook in Hulsberg nog enkele mooie vakwerkhuizen. Nu gaan w even het bos in en Jelle vind het geweldig. We komen zo boven op het plateau en hier veel akkers. Het is aangenaam wandelen in het zonneke en we komen zo in Klimmen (Klumme) door het dorp uit en langs de oude windmolen, alleen de romp staat er nog. De windmolen in Overheek stamt uit 1879. Op 27 december 1941 braken de wieken af door een zware storm en zijn daarna niet meer hersteld. In de Tweede Wereldoorlog heeft de molen dienst gedaan als uitkijkpost. Tot 1966 werd er elektrisch gemalen. Het binnenwerk is bewaard gebleven.
We wandelen verder en komen in Dolberg is een buurtschap van Klimmen. Verschillende boerderijen zijn er in Dolberg op het einde van de verhaarde weg komen we aan rustpunt Achterum het begin van een stukje natuur waar je kunt wandelen en genieten van de natuur er staan ook verschillende klimtuigen voor de kinderen. We wandelen verder door de prachtige streek en we moeten regelmatig eens achteromkijken om te zien van waar we komen en welk een prachtig landschap we achter ons laten.
We klimmen nu weer naar het plateau en daar verlaten we de boswegen en wandelen langs akkers waar de velden ingezaaid zijn met gele bloemen als bemesting en we hebben geluk dat er nog geen vorst geweest is en zo staat het veld nu mooi in gele bloemen. Wat verder eindigt deze toch wel mooie wandeling.
40E MARCHE INT. DU HOUX. / LES ROTEURS DI HOUSSAIE. / BEYNE-HEUSAY. 31/10/2015
40E MARCHE INT. DU HOUX.
LES ROTEURS DI HOUSSAIE.
BEYNE-HEUSAY.
Vandaag wandelen we in Beyne-Heusay, niet de eerste keer maar toch wel iedere keer een aangename wandeling. We wandelen het dorpje uit en dan door de bosjes, een klein stukje.
Dan komen we aan de kerk, het station en de langs de ravel. Wat een prachtige wandeling, herfst kleuren geven alles nog een mooier uitzicht het is volop genieten. We komen dan voorbij “Chateau de Neufcour” Renaissance gebouw, het kasteel bestaat al meer dan vier eeuwen. De buitenmuren zijn meer dan 1 meter dik. Het kasteel behoorde tot de kolenmijn Wérister. Dit prachtige kasteel is prachtig gelegen in de bossen. Vandaag is er het consulaat van Korea in onder gebracht.
We komen zo terug op de Ravel onder de spoorbrug door en verder over de weg, hier ook weer de prachtige herfstkleuren. Dan weer het dorpje in langs het stadhuis wat op zijn eigen een prachtig gebouw is de steenweg over en we zijn terug aan ons vertrek. Het is maar een korte wandeling maar toch hebben we ervan genoten. De wandeling eindigt met een prachtige panorama over het prachtige landschap.
42 INTERNATIONALE VOLKSWANDERUNG. / CHARLYS WANDERCLUB MONTENAU. / MONTENAU. 25/10/2015
42 INTERNATIONALE VOLKSWANDERUNG.
CHARLYS WANDERCLUB MONTENAU.
MONTENAU.
Montenau bevindt zich aan de rand van één van de grootste bossen in de regio, de Wolfsbuch. De naam verwijst naar de wolf, die men in de 18e eeuw nog aantrof in het Ardennenmassief...Een ander bijzonderheid in Monteau; Hier in Montenau, een plaatsje in het hart van de Oostbelgische Hoge Ardennen, ligt de bakermat van de originele Ardeense ham. We vertrekken met onze wandeling en gaan naar waar vroeger het treinstation was, vandaag herinneren enkele infoborden en wat spoormateriaal aan de eens zo belangrijk station van Montenau.
Het dubbeldorp Montenau- Iveldingen ligt ingebed in het golvende, bosrijke landschap van het Amel-dal, in de schaduw van het historische „Wolfsbusch“. Hier ligt het snijpunt van Eifel en Ardennen, de vroegere « Vennbahnlinie 48″, halfweg tussen St.Vith en Waimes. Direkt na de inbedrijfstelling van de „Vennbahn“-lijn in het jaar 1887 werd het station van Montenau een belangrijk knooppunt in het westelijke punt van de Pruisische Rijnprovincie. Na de enorme vernielingen aan het einde van de tweede wereldoorlog werd het spoorwegverkeer weliswaar weer opgestart, maar het verloor al spoedig aan belang. Het einde kondigde zich aan. Het stationsgebouw werd in 1972 afgebroken. In 1982 reed de laatste goederentrein voorbij en in 1987 werden de sporen verwijderd. Vandaag de Ravel-fietsroute.
We wandelen nu een heel eind door het dorpje met zijn prachtige boerderijen. Wat is het hier nu mooi de herfstkleuren in volle pracht. We wandelen wat verder en komen zo in het bos wat een pracht het is zo aangenaam om hier te wandelen. En hoeveel verschillende paddenstoelen komen we tegen, wat verder door het bos en wat een uitzichten op de mooie omgeving.
We zijn hier “Am Wolfsbush” nog even en dan verlaten we het bos om weer richting dorp te wandelen, nog voorbij een mooie boerderij het woonhuis is uit hout gemaakt en groen geschilderd het valt wel op in het landschap. Dan dalen we af naar ons vertrekplaats waar een prachtige wandeling eindigt.