Voort ligt in Haspengouw, ten zuiden van het dorp passeert een Romeinse heerweg. Voort is ontstaan op de plaats waar de Romeinse heerbaan de Herkebeek kruiste: de voorde. Nog steeds is deze heerbaan aanwezig, als Romeinse kassei. Er werden resten van een Romeins landbouwbedrijf aangetroffen. Voort ligt op de rand van de vallei van de Herkebeek en de Motbeek, welke laatste iets ten zuiden van de kom van Voort ontspringt. Het grootschalige landschap buiten de beekdalen behoort tot droog-Haspengouw. Hier worden voornamelijk granen en suikerbieten verbouwd. Het kasteelpark en de heerbaan zijn verdere elementen in het golvende landschap. Normaal vertrek de wandeling in de zaal van Voort maar wij vertrekken van bij ons thuis en gaan zo het parkoers van de 12 km op. We komen aan het nieuwe kerkhof waar we het parkoers oppikken. Op het staat het Werk 'Memento' van Wesley Meuris. Verder voor ons op de heuvel het kasteel van de Hulsberg. Het kasteel Hulsberg werd in 1882 gebouwd in eclectische stijl op de kluissite op de Hulsberg, één van de hoogste punten in Borgloon. Door zijn hoge ligging domineert het kasteel zijn omgeving en is in de wijde omtrek is zijn silhouet een referentiepunt. De Hulsberg is één van de hoogste punten van het massief van Borgloon en is al enkele eeuwen een belangrijk monumentaal site. In 1689 werd op de top de zogenaamde kluis van Hulsberg opgetrokken, met een bijhorende kapel, op een terrein dat reeds sinds 1680 eigendom was van Nicolaas Poislevache, deken van het kapittel van Borgloon. Poislevache had diverse bedevaarten ondernomen naar Loreto (Ancona, Italië) en droomde ervan een eigen Sancta Casa op te trekken in Borgloon. De kluis werd opgericht voor het onderhoud van de kapel. Eind 18de eeuw was Samuel Ulens eigenaar die de kluis in 1808 verkocht aan Gisbert Claes, kasteelheer van Rullingen. Bij de aanvang van de bouw van het kasteel van Hulsberg in 1882 worden de gebouwen afgebroken en heropgebouwd aan de voet van de Hulsberg. De laatste kluizenaar overleed in 1897. De kluis deed nog enige tijd dienst als landbouwbedrijf; thans blijft alleen de kapel bewaard. Een gevelsteen binnen in het gebouw vermeldt de oprichting van de eerste kapel en het jaartal 1689. We wandelen een eindje door de velden, boomgaarden en plantages dan komen we aan de controlepost. We nemen ruim de tijd om wat bij te praten met de vele wandelvrienden en ons zelf te trakteren op een lekkere pannenkoek. Dan weer verder een eind over de Romeinse kassei zo komen we aan de plek de Landmark Romeinse Villa. Kunstenaar Hans Lemmen ontwierp in opdracht van de provincie Limburg een kunstwerk dat duiding geeft over de archeologische waarde van de Romeinse kassei en de omgeving. Hij doet dit door het Romeinse verleden in Grootloon op een wel heel bijzondere en kunstzinnige manier ... weer verder langs het mooiste kerkje van België. Reading between the Lines, ook genoemd de doorkijkkerk, is een installatie van 2011 naar een ontwerp van het architectenduo Gijs Van Vaerenbergh. Het geheel is opgebouwd uit horizontale cortenstaalplaten, verbonden door gelaste vierkantige plaatjes. Het geheel is op een betonnen fundering ingeschoven in het glooiend Loonse landschap. De vorm verwijst naar het archetype van de West-Europese kerk. Dit aan een wandelpad gelegen "kerkje" komt zeer bevreemdend over. Naarmate men dichterbij komt, blijkt geleidelijk dat het geen kerkje is. Het "gebouwtje" is, door het gebruik van horizontaal geplaatste staalplaten, min of meer transparant, vandaar de naam van het kunstwerk. Deze transparantie blijkt temeer als men het "kerkje" betreedt. Tegenover in de perenplantage staat de Kersentoren. Een hele geschiedenis, gebruikt als kersentoren door de eigenaren van de kersen weide om de geplukte kersen onder te brengen en op de het verdiep ging de eigenaar zitten om zijn plukkers in het oog te houden. Later stond het zo tussen de perenplantage als een relikwie, de reeks Katarakt bracht de toren terug in beeld en werd een toeristische trekpleister, de eigenaar kon dat niet verdragen en brak de oude kersentoren af. Na een juridische strijd tussen de eigenaren en de stad veroordeelde de rechter de eigenaren om de kersentoren terug op te bouwen. Een heel verhaal. Nu zijn we bijna terug aan ons vertrek en eindigt onze wandeling met de Loonse Tsjaffeleers.
CANISIUS STROOPTOCHT. / JIS SCHINNEN. / SCHINNEN. 11/03/2018
CANISIUS STROOPTOCHT.
JIS SCHINNEN.
SCHINNEN.
Uit Schinnen komt de stroop van Canisius en het Alfa-bier, dat gebrouwen wordt in de buurtschap Thull. In Schinnen staat ook een kasteelhoeve, kasteel Terborgh. Daarnaast is Schinnen bekend door de eerste bokkenrijdersbende die hier ontstaan is in de buurtschap Wolfhagen, tegen de Putherberg. Canisius is de naam van de stroopfabriek in de gemeente Schinnen. In de fabriek wordt onder andere de bekende Rinse Appelstroop gemaakt. De geschiedenis van de fabriek gaat terug naar 1903. Fruitteler Jean Canisius stookte stroop van fruit uit zijn eigen boomgaard. In de oude stokerij vind je tegenwoordig een klein museum. In 1956 werd de huidige fabriek gebouwd. Deze is tot op de dag van vandaag nog steeds in gebruik. Schinnen ligt in het dal van de Geleenbeek, waar die samenkomt met het dal van de Kakkert. Het dorp bevindt zich tegen de helling van een uitloper van het Plateau van Doenrade en de kerk ligt op ongeveer 75 meter hoogte. Deze uitloper staat bekend als de Moutheuvel. Enkele wegen vormen hier de oude toegang vanuit het beekdal naar het plateau. Andere uitlopers rond Schinnen zijn de Krekelberg, de Putherberg en de Zandberg. In deze prachtige omgeving wandelen we vandaag. Het eerste wat we tegenkomen is het verhaal van de Bokkenrijders.
Bokkenrijders waren volgens het volksgeloof personen of geesten, die op bokken door de lucht reden. In de 18e eeuw was dit de naam die gegeven werd aan een bende dieven, afpersers en plegers van gewelddadige berovingen in de Landen van Overmaas en het voormalige graafschap Loon. De bokkenrijdersbendes waren met onderbrekingen actief in de periode tussen 1740 en 1798 in het tegenwoordige Nederlands Zuid-Limburg, delen van Belgisch-Limburg en de Kempen, de Belgische Voerstreek, het Land van Herve, de streek rond Luik en enkele gebieden vlak over de Duitse grens nabij Herzogenrath. De strooptochten en afperserijen waren over het algemeen gericht tegen boerderijen en pastorieën op het platteland. Later kregen de bokkenrijders bij sommigen een Robin Hood-achtige status. Tegenwoordig denkt men dat er sprake was van diverse criminele bendes en individuen, die geen connecties met elkaar hadden. Ook acht men een groot deel van de circa 1.200 beschuldigden en circa 500 veroordeelden onschuldig, omdat de meeste bekentenissen werden afgedwongen door middel van martelingen. Bokkenrijders behoren thans tot het immaterieel cultureel erfgoed van Limburg.
We wandelen verder uit het dorp de velden en weilanden met mooie oude hoeven waarvan vele nog valkwerk bezitten. Ook komen we vele veldkruizen tegen, welke hier in Nederlands Limburg zorgvuldig bewaard en onderhouden worden. Dan komen we op een plek van herinnering november 1944 gebeurde daar een vreselijk ongeval, 8 jonge mensen verloren hun leven bij de ontploffing van een granaat. Vandaag herinneren grot stenen aan het gebeuren. Weer verder door de prachtige natuur. Wij wandelen nu in de Geleenbeekdal .Als een zilveren lintje in het Geleenbeekdal slingert de Geleenbeek langs natte bossen met elzen en steile hellingbossen met enorme beuken. Ook komt hij langs graslanden en hoogstamboomgaarden. Die grote diversiteit aan landschappen vind ik heel bijzonder. Wat verder komen we aan de Mijnspoorpalen – Mijnspoorpad.
Het Mijnverleden heeft in Zuid-Limburg en vooral in de Westelijke Mijnstreek een onuitwisbare indruk achter gelaten. De gedachte aan deze periode mag uiteraard nooit verloren gaan. Het oude Mijnspoor van Schinnen tot Hoensbroek is hiertoe speciaal ingericht. Langs het zogenaamde Mijnspoorpad zijn in totaal 8 rustbankjes compleet in Mijn-verleden-stijl geplaatst. In de buitengebieden van Schinnen, op een steenworp afstand van de Muldersplas, zijn verder 20 educatieve Mijnspoorpalen geplaatst. Elke paal herinnert via een prikkelende vraag naar het Mijnverleden van deze regio.
Een mooie plek waar aandacht geschonken word aan het mijnverleden. Weer verder met onze tocht. Nog even verder en dan komen we aan de rustpost. Stroopfabriek Canisius.
Begonnen werd in Nagelbeek waar tegenwoordig in de oude stokerij een klein museum is gehuisvest. In 1956 werd begonnen met de bouw van de huidige fabriek aan de Borgerweg, naast de spoorlijn van Heerlen naar Sittard, die in 1958 in gebruik werd genomen en tegenwoordig nog steeds in gebruik is. Jean Canisius had maar één dochter, die trouwde met een Henssen. Sindsdien gaat de stroopfabriek door het leven als Canisius - Henssen. Tegenwoordig is het management van de stroopfabriek in handen van de heren J.P. Henssen, A.J. Henssen, M. Henssen en mevrouw J. Henssen. Canisius stroop exporteert naar Australië, Amerika, Zuid-Afrika en diverse Europese landen. Naast de bekende rinse appelstroop produceert het bedrijf ook perenstroop, appel/perenstroop en biologische stroop.
We hebben controle in de oude stokerij en als we verder wandelen komen we langs de nieuwe stroopfabriek. Weer verder met onze tocht. Na een tijdje komen we aan Kasteel Terborgh
Kasteel Terborgh, ook wel Huis Schinnen genoemd, is gelegen in het dal van de Geleenbeek nabij de buurtschap Heisterbrug. Het huidige kasteel Terborgh is een zeventiende-eeuwse gesloten hoeve die is opgetrokken uit vier bakstenen vleugels. Het kasteelterrein is voorzien van een gracht die gevoed wordt door de Geleenbeek. Voorheen lagen er grote visvijvers rond het complex. Het binnenplein is bereikbaar via de voormalige ophaalbrug naar het van een topgevel voorziene poortgebouw. Achter het kasteel ligt een terp of motte, waar metersdikke restanten breuksteen wijzen op de fundamenten van een oude woontoren.
Bij het kasteel ligt de watermolen Terborgh:
Aan de voorzijde van het kasteel ligt aan een aftakking van de Geleenbeek de watermolen Terborgh of Borgermolen. Het huidige molenhuis stamt uit de achttiende eeuw en is voorzien van een vakwerkverdieping en een met pannen gedekt schilddak. De geschiedenis van de molen is veel ouder. De Borgermolen was de banmolen voor de inwoners van de heerlijkheid Schinnen. De voormalige watermolen was tot in de twintigste eeuw voorzien van een onderslagrad en werd aangedreven met behulp van een maalsluis. Eind negentiende eeuw was het molenhuis voorzien van twee waterraden. In 1888 werd een van de raderen verwijderd en in 1943 werd ten slotte het molenhuis geheel verbouwd tot woonhuis. In 1987 werd de molen gerestaureerd.
Kasteel Terborgh ligt in landschapspark de Graven, een natuurgebied rond de Geleenbeek. We verlaten het domein van kasteel Terborgh en steken de straat over langs het prachtige hard stenen kruis en klimmen nu de velden en bos in. Zo wandelen we terug de gemeente Schinnen binnen en na enkele tijd zijn we terug op ons vertrek. Een pracht van een wandeling met veel mooie historische gebouwen, kastelen grote boerderijen en veel natuur. Een bijzonder fijne en aangename wandeling.
MARCHE DES PRIMEVERES. / LES CASTORS DE BERNEAU. / BOMBAYE. 10/03/2018
MARCHE DES PRIMEVERES.
LES CASTORS DE BERNEAU.
BOMBAYE.
Bombaye, ligt in het westen van het Land van Herve op een hoogte van ruim 125 meter. Het landschap wordt gekenmerkt door weilanden en boomgaarden. Naar het westen toe vindt men de vallei van de Berwinne. Oorspronkelijk spraken de inwoners van Bolbeek één van de plaatselijke Nederlandse dialecten in Overmaas, die wegens het toebehoren aan de Republiek onder Hollandse invloed raakte. Bolbeek kende vanaf de achttiende eeuw echter een geleidelijke verfransing. In de negentiende eeuw was het dorp volledig Franstalig. Wij wandelen vanuit het centrum van het dorp, prachtige boerderijen staan er aan de rand van het dorp. Herenboerderij aan Rue de l'Eglise 1, gesloten hoeve met poortgebouw, gebouwd in baksteen met omlijstingen van kalksteen, 17e en 18e eeuw. Prachtig gebouw, dan verder met onze tocht. Door velden en weilanden en we klimmen even en hebben een zicht in de verte op het Albertkanaal. Verder door de velden en we komen in Dalhem, is een stad met ene rijke geschiedenis. De ruïne ligt hoog boven het dorp en is gebouwd in zandstenen blokken. Het kasteel was strategisch gelegen bij de samenvloeiing van de Berwijn en de Bollandbeek. Behalve restanten van de donjon zijn er ook muurresten van het kasteel overgebleven. We wandelen door het dorpje en komen langs Wichet de la Rose is een poortgebouw en herenhuis. Er was een poortje (wichet) met een trap die vanuit het kasteel toegang bood tot de benedenstad. Deze sluiproute zou in 1520 zijn aangelegd. Later kwam naast het poortje een herenhuis, dat voornamelijk 18e en 19e eeuws is, en waar de in Dalhem geboren generaal Albert Thys (1849-1915) heeft gewoond, die in Belgisch Congo de spoorlijnen heeft doen aanleggen. We komen nog langs een prachtige Kasteel van Dalhem. Het majestueuze kasteel van Dalhem ligt midden in een van park van 5 hectare, omringd door rivieren en bossen, op enkele honderden meters van het oude historische dorp Dalhem. Het kasteel heeft het voorkomen van een eeuwenoude burcht. Niets is minder waar! Het werd pas gebouwd in 1914, door Henry Francotte, in traditioneel 17de eeuwse Maasland stijl. Henry Francotte, eigenaar van een groot zinkbedrijf in het Luikse en burgemeester van Dahlem, sterft in 1918. Het kasteel komt in handen van zijn zoon Henry. In 1947 werd het kasteel geschonken aan het bisdom Luik, die de vzw "Huis van Liefde" opricht om het te beheren. Behoeftige jongeren en mensen met een handicap zijn er welkom. Het "Kasteel Dalhem", een organisatie, geboren in 2003, die het kasteel beheert, doet vandaag dienst als vormingscentrum, meditatiecentrum en groene klassen. Het park, aan de rand van het riviertje de Berwinne, staat open voor kampen en wandelen. Nog wat verder wandelen en we komen terug in Bombaye waar de prachtige wandeling eindigt.
Vliermaalroot ligt in Vochtig-Haspengouw in de vallei van de Mombeek. Ten noordoosten van Vliermaalroot, nabij Kasteel Jongenbos, ligt het Jongenbos, tegenwoordig nog 104 ha groot. Het huidige bos werd meer dan een eeuw geleden door baron Van der Meer aangeplant en diende als park- en jachtgebied voor het kasteel. Sedert de Tweede Wereldoorlog werd 30 ha bos tot landbouwgrond omgevormd. We komen vlug aan het Jongenbos en kasteel. De geschiedenis van het domein is terug te voeren tot 1380. Eind 18e eeuw, werd nabij de plaats van het huidige kasteel een boerderij ingetekend. Deze lag in het westen van een uitgestrekt bosgebied, Spissen Bosch genaamd. Later kwam onder meer ook de naam Jongen Bosch Veld in zwang. Het kasteel, veeleer een groot herenhuis, gebouwd rond 1848. Het bijbehorende landgoed was toen 150 ha groot, en dit werd geleidelijk uitgebreid tot 218 ha in 1938. Het grotendeels witte, streng symmetrische gebouw heeft een balkon en een uurwerk. Hierin zijn de letters VDM (Van der Meer) verwerkt. Nabij het gebouw bevindt zich een koetshuis annex knechtenkwartier, de remise, die iets later dan het kasteel, door dezelfde architect moet zijn ontworpen. Uit 1872 stamt een wagenschuur. De kasteelhoeve, aan Jongenbos 4, werd in 1872 en 1878 vernieuwd en ook later nog verbouwd. Deze hoeve geraakte in verval. Wij wandelen verder een eind door het bos en zo komen we aan het tweede kasteel. Kasteel Ridderborn, In 1361 werd het goed voor het eerst genoemd als Loons leen onder de naam Rendelborn, naar de toenmalige eigenaar. In 1846 sprak men van Château Rindel-Borne, wat rond 1900 verbasterd werd tot Ridderborn. Het huidige gebouw stamt uit begin 19e eeuw en heeft neoclassicistische en empirestijl-elementen. Het oudste deel ervan wordt gevormd door een overwelfde kelder. De weg liep vroeger vóór het kasteel langs, en tegenwoordig langs de achterzijde van het kasteel. Aan de voorzijde van het gebouw bevindt zich een Engelse tuin met een vijver en een bos. Hier vindt men ook een tweetal eiken, elk meer dan 250 jaar oud. De wandeling eindig met nog een eindje door het dorp en weilanden.
37E MARCHE INTERNATIONALE. / LES SPIROUX. / TROIS-PONTS. 04/03/2018
37E MARCHE INTERNATIONALE.
LES SPIROUX.
TROIS-PONTS.
Wat een prachtige streek om te wandelen waanneer we aan het vertrek aankomen worden we al verrast door de overtrekken kraanvogels, wat een sierlijke vogels en wat een geluid je hoor hen van ver aankomen en overvliegen, gewoon prachtig.
De KRAANVOGEL is 95 tot 120 cm lang. De kraanvogel heeft een spanwijdte van 2 tot 2,3 meter waardoor de vlucht majestueus van aanblik is. Het verenkleed is overwegend licht blauwgrijs met op de rug roestkleurige vlekken. De achterkant van de kop is wit terwijl de keel zwart is. Ook boven op de kop bevindt zich een zwart gedeelte met een donkerrode kruin.
We wandelen door het golvend landschap wat mooie zichten en de kraanvogels blijven groep na groep overvliegen. we wandelen verder, genieten van het landschap met hier en daar nog stukken met sneeuw. We komen in Herni-Moulin aan. Hier klimmen we een heel eind en we komen langs de molen van Herni-Moulin. Nu klimmen we prachtige zichten en water dat langs de hellingen afloopt en bevroren. We komen zo aan een afdamming van Bevers een infobord verteld hun verhaal en we zien hun burcht boven het ijs uit steken. Verder met onze wandeling en komen zo aan de controlepost. Hier weer vele wandelvrienden en wat is het fijn om hen even te spreken en samen te zijn. Dan gaan we weer op stap en komen in Mont-de-Fosse. Verder langs de mooie natuur de streekeigen huizen en boerderijen. Zo wandelen we nog even langs weilanden en langs bevroren beken en zo komen we terug op ons vertrek. Een mooie wandeling met veel afwisseling, verschillende dorpen en met het overvliegen van de kraanvogels maakt het allemaal nog zoveel mooier.
1E MARCHE ENTRE MEHAIGNE ET MEUSE. / LES LONGS PIEDS ANTHEITOIS. / WANZE – HUY. 03/03/2018
1E MARCHE ENTRE MEHAIGNE ET MEUSE.
LES LONGS PIEDS ANTHEITOIS.
WANZE – HUY.
Vandaag wandelen we wel in een bijzonder landschap. LAND BURDINALE MEHAIGNE. Sinds 1991 heeft het Natuurpark Burdinale Mehaigne 22 dorpen in vier gemeenten: Braives, Burdinne, Héron en Wanze. Wij wandelen in Wanze, maakt deel uit van het natuurpark van de valleien van Burdinale en Mehaigne. De rivieren waar het zijn naam aan ontleent, Burdinale en Mehaigne groeven twee zeer gevarieerde valleien vanuit geografisch oogpunt, met interessante landschappen en mooie en goed bewaarde dorpen. We hebben het geluk dat we het ontmoetingspunt zijn tussen het plateau van Hesbaye en de oevers van de Maas. Deze eigenaardigheid biedt ons bosecosystemen van valleien in wetlands en weiden aan de ene kant, en de uitgestrekte landbouwgebieden van Haspengouw aan de andere kant. Met een opmerkelijk natuurlijk, historisch, cultureel en architecturaal erfgoed, zoals historische kastelen en boerderijen, is het natuurpark een bevoorrechte plaats voor vakantieoorden en toerisme, met respect voor het milieu en het landelijke leven. We wandelen langs de Maas weg van het dorp de prachtige natuur in. Wat een prachtige omgeving, kleine boerderijen grote landerijen kastelen en landhuizen is deze streek rijk. Wij wandelen verder en boven ons trekken duizenden kraanvogels over. Wat een prachtig zicht. We komen langs een mooi kasteeltje en dan Moha binnen. Het dorp ligt deels in de vallei van de Mehaigne en deels op het plateau tussen Mehaigne en Maas, in een vrij sterk golvend en op sommige plaatsen rotsachtig landschap. Moha maakt deel uit van het Natuurpark van de Valleien van de Burdinale en de Mehaigne. We wandelen het dorpje binnen en in de verte zien we de ruïne van de burcht van Moha. We komen aan de controle en rustpost. Daarna wandelen we weer door de prachtige natuur langs het golfterrein “Naxhelet” en wat verder komen we terug aan ons vertrek, wat een mooie wandeling, veel prachtige natuur en verschillende prachtige gebouwen. Genoten van de mooie wandeling.
KARNAVALSTOCHT. / W.C. AVIAT ST. TRUIDEN / AALST-DORP. 26/02/2018
KARNAVALSTOCHT.
W.C. AVIAT ST. TRUIDEN
AALST-DORP.
Wij spreken altijd over Aalst maar officieel heet het “Aalst-bij-Sint-Truiden”. Het dorp is gelegen in droog-Haspengouw en heeft een licht glooiende bodem. Het bezit enkele bezienswaardigheden: De Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt-Ontvangenkerk, een neogotische dorpskerk uit 1854, omringd door een kerkhof. Enkele hoeven met een 18e-eeuwse kern. Pastorie met 17e-eeuwse kern. De Melsterbeek loopt van zuid naar noord door het grondgebied van Aalst. Naar het zuiden toe loopt de hoogte geleidelijk op tot 100 meter, waar zich Den Armenberg bevindt. Landbouw en fruitteelt vormen de belangrijkste agrarische activiteiten. Ten noordwesten van Aalst bevindt zich de voormalige Vliegbasis Brustem. Landbouw is hier nog altijd het meest vertegenwoordigd. Ook de fruitteelt met zijn laagstamplantage zijn hier vertegenwoordigt. De hoogstamboomgaarden komen hier en daar nog sporadische voor. Zo wandelen wij door de velden naar Kerkom. Kerkom-bij-Sint-Truiden in de vallei van de Cicindria of Molenbeek. Grootschalige landbouw en vooral fruitteelt wordt op de vruchtbare leemgrond bedreven. Tot Kerkom behoren de buurtschappen Heusden, Keelbergh en Op den Berg. Kerkom bezit ook twee kastelen het “Kasteel van Kerkom” en het “Wit Kasteel”vandaag wandelen we voorbij het Kasteel van Kerkom. Het kasteel word ook Alstergoed genoemd. Dit kasteel was de zetel van de Heren van Kerkom. De naam Alstergoed is dan ook afkomstig van de familie Van Alsteren, die van eind 14e eeuw tot 1675 Heer van Kerkom was. De familie Van Schoor, eigenaars van 1707-1774, liet een classicistisch kasteel bouwen. In 1889 werd door de toenmalige eigenaar, baron F. de Moffart, iets ten noordwesten van dat kasteel, een nieuw kasteel in eclectische stijl gebouwd. Het classicistische kasteel werd grotendeels gesloopt. Slechts de noordoostelijke vleugel en de oostelijke hoektorens bleven bewaard. Hier bevonden zich de verblijven voor de bedienden en het wagenhuis. De beide gebouwen liggen in een park. Er is eenterrasvormige tuin en daarin, op elk van de twee hoeken, een achtkantig tuinpaviljoen uit 1760. Het kasteel ligt in een uitgestrekt park dat ook bijzonder is en vanop de straat kan men al heel veel zien. Uitgestrekt park met licht glooiende grasvelden, weilanden, solitairen, bomengordel, bomengroepen en ten noorden en ten oosten bossen gelegen op de rand van de Keelberg. Landschappelijke vijver met eiland, halfweg het kasteel en de Cicindriabeek. Vanaf het kasteel, belangrijke zichtas over de vijver en het park tussen de bossen naar het landschap ten noordoosten in de richting van Aalst en over de boomgaarden naar het noordwesten in de richting van Straten. We wandelen verder en wandelen de Cicindriavallei binnen. Een heel eind door bosgebied en holle wegen en prachtige natuur om zo terug aan ons vertrek te komen. Een fijne wandeling in Aalst-bij-Sint Truiden.
WINTERTOCHT. / R.K. STRUCHER BOYS. / SCHIN OP GEUL 25/02/2018
WINTERTOCHT.
R.K. STRUCHER BOYS.
SCHIN OP GEUL.
Schin op Geul een deelgemeente van Valkenburg aan de Geul. Tot Schin op Geul behoren ook de buurtschappen en gehuchten Engwegen, Keutenberg, Walem, Schoonbron en Strucht. In de jaren zestig van de twintigste eeuw gaf de cabaretier Wim Sonneveld Schin op Geul nationale bekendheid met zijn typetje "Frater Venantius uit Schin op Geul". De heemkundige vereniging van het dorp heeft een lokale kunstenares een bronzen standbeeld van de zingende frater laten maken, dat in het plantsoen staat langs de Breeweg. Dit is het eerste wat we tegen komen op onze wandeling. Vandaag hebben we twee fijne wandelaars bij ons, onze Jelle en Seppe. Schin op Geul ligt in de vallei van de Geul en hier wandelen we vandaag. We komen aan het Gerendal betreft met name een ruim drie kilometer lang asymmetrisch droogdal, gelegen tussen het Geuldal in het noorden bij Schin op Geul en het plateau van Margraten bij Scheulder in het zuiden. Aan de oostzijde van het dal ligt een doorlopende en steile beboste kalkrijke helling. De bossen worden op enkele plekken onderbroken door soortenrijke kalkgraslanden met talrijke soorten orchideeën. Achter deze helling met heuvelrug ligt een klein dal met daarachter de Sousberg en de Keutenberg. Aan de westzijde van het Gerendal ligt onder andere het Sint-Jansbosch. Het grootste deel van het Gerendal, zo'n 225 ha, is eigendom van het Staatsbosbeheer. Ook de Vereniging Natuurmonumenten heeft hier eigendommen, met name het Oombos. De kalkgraslanden op de hellingen worden deels begraasd door schapen, deels gemaaid. De bossen worden deels beheerd als opgaand bos, deels als hakhoutbos. Dat laatste bostype is relatief kostbaar qua onderhoud, maar lijkt veruit het meest op de historische situatie en herbergt kalkminnende plantensoorten die in als opgaand bos beheerde percelen op den duur verloren gaan. We wandelen door het dorp met zijn mergelhuizen. En dan komen we aan in Sibbe. Maar even door het dorp en dan weer de prachtige natuur in. In en rondom het dorp bevinden zich diverse wegkapellen en wegkruisen. Zo prachtig wandelen met onze jongens door de mooie natuur zij genieten van de wandeling en wij ook zo samen met Jelle en Seppe vrij kunnen lopen door de veldwegen, geen verkeer en geen gevaar voor hen zij kunnen wat rondlopen en verstoppen zich in de grote holle bomen. Wat prachtig. Nog even en we zijn terug op ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling.
MARCHE DES FRIMAS. / CLUB MARCHE AL VILE CINSE DE BERNEAU. / BERNEAU. 24/02/2018
MARCHE DES FRIMAS.
CLUB MARCHE AL VILE CINSE DE BERNEAU.
BERNEAU.
Berneau werd gesticht op een golvende leembodem. Het landschap vertoont veel overeenkomsten met dat van het nabijgelegen Nederlandse Zuid-Limburg. Het dorp wordt in middeleeuwse bronnen aangeduid als Berne (1312) en Bernauw (1359). De graven van Dalhem bezaten er een burcht. Deze behoorde later toe aan de in Overmaas voorname familie Van Gulpen. De schepenbank Berne grensde eveneens grotendeels aan de Dalhemse schepenbanken Moelingen, 's-Gravenvoeren, Weerst en Bolbeek. Toch maakte Berneau geen deel uit van Dalhem, maar het behoorde tot één van de elf banken van Sint-Servaas, een bezit van het kapittel van Sint-Servaas in Maastricht. De hertog van Brabant bezat de hoge jurisdictie in het dorp. Nadat in 1914 burgers op Duitse soldaten zouden hebben geschoten, werden op 5 augustus 1914 als strafmaatregel zowel Berneau als Moelingen platgebrand. De stad Wezet onderging hetzelfde lot op 15 augustus. Oorspronkelijk spraken de inwoners van Berneau een Limburgs dialect. Berne kende echter vanaf de achttiende eeuw een geleidelijke verfransing. Bij de vaststelling van de taalgrens is het, onder meer op basis van omstreden talentellingen, in 1963 toegekend aan het Franstalig Wallonië. In de Berneau is er echter sprake van een situatie van min of meer feitelijke tweetaligheid. Formeel wordt door de overheid, onderwijs, kerk etc. de Franse taal gehanteerd maar een groot deel van de inwoners spreken naast het Frans ook Nederlands of Limburgs. We vertrekken in het centrum nabij het kasteel Borcht. Reeds in de 9e eeuw werd op deze plaats een kasteel gebouwd. Dit kasteel verviel, en op de ruïnes ervan werd in de 14e eeuw een nieuw kasteel gebouwd. Dit bestond uit een zwaar versterkte donjon en was omringd met grachten en vijvers. In 1595 werd het verbouwd tot een kasteeltje door de familie Van Gulpen. In 1608 werd een hoog, rond torentje bijgebouwd en ook diverse bijgebouwen. Eén daarvan bezit een fraai Spaans fronton. In 1914 werd het kasteel in brand gezet door de Duitse bezetter. In 1921 werd het aangekocht door de gemeente Berneau. In 1935 werd het kasteel als monument geklasseerd, in 1976 volgden ook de bijgebouwen: pastorie, boerderij en nabijgelegen woningen. Het complex is in gebruik geweest als gemeentehuis en school, en het eigenlijke kasteel werd in 1998 gekocht door een privaatpersoon. We wandelen door het prachtige landschap, weilanden met mooie veldwegen waar het fijn is om te wandelen. We wandelen de taalgrens over en naar het prachtige Voeren. Het landschap van NATUURGEBIED VAN DE BERWIJN Dit unieke stukje natuurgebied in Moelingen werd in 1996 aangekocht door de diensten van Bos en Groen en Natuurbehoud van de Vlaamse Gemeenschap. Het beslaat elf hectare en grenst aan het geklasseerde Langveld (Longchamps, in het naburige Waalse Berneau), dat ook als natuurgebied werd erkend. In het Berwijndal voelt de das zich uitstekend thuis omdat hij er alles vindt om zijn kroost en zichzelf te voeden. Het natuurgebied bevat onder meer de enige twee hectare bos, met een grote variëteit aan inheemse boomsoorten zoals kers, es, eik, linde en haagbeuk. Voorts zijn er enkele prachtige oude hoogstamboomgaarden en oude knotwilgen langs de boorden van de Berwijn. Naast bewoonde dassenburchten vind je hier ook een ideaal nestgebied voor allerhande vogels en watervogels. Wat is het hier prachtig om te wandelen en we keren terug over de taalgrens terug naar Berneau. Een prachtige wandeling.
KROKUSTOCHT. / WANDELCLUB TERUG OP STAP. / HASSELT – GODSHEIDE. 12/02/2018
KROKUSTOCHT.
WANDELCLUB TERUG OP STAP.
HASSELT – GODSHEIDE.
Godsheide is een gehucht van de Belgische gemeente Hasselt en sinds 1845 een parochie waarvan de kerk is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Bezoeking. We vertrekken met de wandeling aan de kerk en gaan dadelijk het park binnen. Dan komen we aan het golfterrein. We wandelen een heel eind over het terrein, langs de vakwerkhoeve op het terrein en dan verder over het golfterrein. Dan verlaten we het en wandelen een heel eind langs de Demer. Dan komen we in het park van de stad Hasselt. We blijven heel de wandeling in het park wandelen en dan terug naar ons vertrek.
Jesseren ligt in de Haspengouwse Leemstreek en is een straatdorp en landbouwdorp met vele grote vierkantshoeven en boerderijen. Is het enige dorp dat nog het station bezit en het goederen station, op het stationsplein stond vroeger ook en stroopfabriek waarvan nu enkele nog een muur van staat. wat verder ligt het kasteeltje van Jesseren. De oude spoorwegzate is nu fiets en wandelpad.
46E MARCHE DE LA BERWINNE. LES PEDESTRIANS DE CLERMONT S/BERWINNE. THIMISTER-CLERMONT. 11/02/2018
46E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT S/BERWINNE.
THIMISTER-CLERMONT.
Clermont ligt aan het riviertje de Berwijn. Het plein "Place de la Halle" is een heuse geschiedenisles in openlucht, mede dankzij de verschillende bouwstijlen die de voorbije eeuwen typeren. De meest representatieve elementen, in zeer uiteenlopende vormen, zijn de baksteen en het wit van de stenen in de omlijstingen en hoekverankeringen. De decoratieve leisteen op de daken vormt eveneens een opvallend element. In dit kader is ook het stadhuis, verbouwd aan het eind van de 19e eeuw, een blikvanger van het dorp, vooral door de originele toren in de vorm van een pepermolen. Gezien de aard van de dorpsactiviteiten, waren hier geen grote kasten van huizen nodig. De woningen zijn eenvoudig maar zeer pittoresk en vormen een harmonieus geheel. In de buurt van de kerk wordt de aandacht getrokken door een inrijpoort en een verdedigingstoren, resten van een herenboerderij uit 1635. Op een steenworp van het dorp, in een schrijn van bosjes en fruitbomen, en her en der omzoomd door natuurlijke hagen, kunt u ook nog het kasteel van Crawhez en de kasteelhoeve L'Aguesse verkennen, die u rechtstreeks tot aan de voormalige lijn 38 brengen… deze route is tegenwoordig een idyllische wandelroute. De route brengt ons langs de mooiste plekjes van de streek via landelijke wegen, weilanden en bosranden. Deze aaneenschakeling van groen, die zo kenmerkend is voor het Land van Herve, is een typisch voorbeeld van een coulisselandschap. Deze agrarische structuur typeert een gesloten landschap met overwegend weilanden, omzoomd door hagen. Oude boomgaarden met hoogstammige fruitbomen wisselen de graslanden af en concentreren zich vooral rond de bebouwde kom. Buiten de dorpskernen spreidt de bebouwing zich uit in het landschap en wordt steeds schaarser, zonder een duidelijke ordening, in kleine boerderijen, geïsoleerd binnen hun lap grond. De frequentie van de zorgen die aan de veestapel moet worden besteed en de vele waterpunten verklaren deze haast absolute verspreiding van de woningen, zo typisch voor het Land van Herve. Straten en holle wegen weven een dicht wegennet als een spinnenweb en verbinden de verschillende uitbatingen met het dorp en met de belangrijkste hoofdwegen. Zoals nergens elders in Wallonië is het land van Herve een voorbeeld bij uitstel van een coulisselandschap. Tegenwoordig is dit typische landschap helaas aan het verdwijnen. Traditioneel landelijke habitat. De huizen in het Land van Herve vertonen een grote verscheidenheid qua vorm, die afhangt van de omvang en de verscheidenheid van de landbouwactiviteiten. De woning heeft een eenvoudige volume-indeling en een indrukwekkend allure, gebouwd volgens een rechthoekig grondplan waar het woongedeelte en de stallingen onder één dak aan elkaar grenzen. Het gebouw bestaat gewoonlijk uit twee volledige verdiepingen, soms zelfs uit twee en een halve verdieping, met een schuin hellend dak. Vaak werden bijgebouwen toegevoegd aan het hoofdgebouw of parallel ermee gebouwd, waardoor een binnenplaats werd afgebakend die open is of gesloten aan de straatkant. Anders dan de boerderijen die verspreid in het landschap liggen, bieden de woningen in de dorpskernen, gebouwd in een strak schema langs de straten, een meer verstedelijkte aanblik door de samenstellingen de structuur van hun gevels. Omkranst door kleuren en texturen, zijn de gebouwen in het Land van Herve een spel van contrasten en materialen: antracietgrijze daken in leisteen of dakpannen met grijze en roodoranje tinten, metselwerk met roodbruine of zandbeige baksteen, houten vakwerk opgevuld met leem of baksteen, kaderwerk en stroken in lichtgrijze kalksteen, hier en daar gespikkeld met wit pleisterwerk zijn allemaal elementen die bijdragen tot het opvallende, architecturale karakter van het Land van Herve. Dit zijn de mooiste plekjes in het Land van Herve. Als we terug in de zaal komen wachten onze Engelse vrienden reeds op ons. We wisten dat Phil mee zou komen en we vinden hen terug in de zaal wat een weerzien na zovele jaren, de vriendschap is nooit weg geweest en we genieten van zijn gezelschap en kunnen bij praten en er is veel bij te praten. De tijd vliegt voorbij en we moeten opnieuw afscheid nemen van onze vriend. Hopelijk niet meer voor zolang. Een prachtige wandeling in het Land van Herve.
34E MARCHE DES CREPES. / LES CLAP SABOTS DE POUSSET. / MOMALLE. – REMICOURT. 10/02/2018
34E MARCHE DES CREPES.
LES CLAP SABOTS DE POUSSET.
MOMALLE. – REMICOURT.
Momalle (Waals: Moumåle) is een plaats en deelgemeente van de Belgische gemeente Remicourt. Vandaag is het pannenkoekentocht en de club trakteert elke wandelaar op een pannenkoek na de wandeling, toch mooi. We wandelen door het dorp langs de Kerk Notre-Dame de l'Arbre. De kerktoren heeft een gedraaide torenspits. De kerktoren heeft een blokkenpatroon wel mooi. Dan wandelen we door het dorp het is een landbouwdorp de enen grote boerderij na de andere. Prachtige gebouwen waar je blijft naar kijken. Wat verder door de velden en we zien de romp van de oude windmolen, vandaag is het een woning geworden alleen de wieken ontbreken. Ze ligt mooi in het landschap. We komen aan de rustplaats de eerste keer en dan weer een heel eind door de velden en langs wegen en ook weer prachtige boerderijen. Dan weer terug naar de rustpost en dan wandelen we terug naar ons vertrek. Dan komen we terug op het plein voor de kerk en we gaan even kijken op het kerkhof met zijn prachtige kapellen waar de edellieden in begraven zijn, opvallend hoe goed deze onderhouden zijn. Op het plein ook nog een voormalige jongens school en enkele prachtige oude bomen. We gaan onze afstempeling halen en genieten van de lekkere gratis pannenkoek. Zo eindigt een zeer mooie wandeling
MARCHE DES GADIS DE PERON D’OR. MARCHE DU 40E ANNIVERSAIRE. / LES GADUS DE PERON D’OR. / REMOUCHAMPS. 04/02/2018
MARCHE DES GADIS DE PERON D’OR.
MARCHE DU 40E ANNIVERSAIRE.
LES GADUS DE PERON D’OR.
REMOUCHAMPS.
We wandelen van uit het centrum over de Ambleve.
De rivier ontspringt in de plaats Honsfeld in de gemeente Büllingen, op 640 meter boven de zeespiegel. Het bekken is gelegen in de Hoge Ardennen, de hoogst gelegen regio van België. Baraque Michel is met 674 meter een van de hoogste punten van België en vormt een deel van de waterscheiding van het bekken van de Amblève. De monding van de Amblève (in de Ourthe, die weer uitmondt in de Maas) nabij Comblain-au-Pont is daarentegen op slechts 120 meter hoogte gelegen. De Amblève heeft hierdoor een erg hoog verhang. De vallei van de Amblève is vooral erg smal. Nabij Fond de Quareux is de vallei het smalst, terwijl de vallei nabij het dorpje Cheneux relatief breed is. De vallei wordt gezien als een van de mooiste gebieden in de Hoge Ardennen. De Rubicon is de onderaardse zijrivier van de Amblève, die de druipsteengrotten van Remouchamps gevormd heeft (sinds het Paleolithicum) en nog steeds vormt.
We wandelen door de prachtige natuur, om hier te geraken moeten we een stevige klim maken. Maar de beloning is niet minder we krijgen een zicht op een mooi kasteel aan de overzijde.
Kasteel Montjardin
Het eerste kasteel, waarvan nu nog enkel de ruïnes te zien zijn, is gelegen naast de dorpen Remouchamps en Aywaille. In de 12de eeuw werd er een wachttoren gebouwd iets boven de rivier Amblève en de toren werd uitgebreid tot een kasteel door de eeuwen heen. Vooral in de 16de eeuw en aan het eind van 19de eeuw werd het kasteel verbouwd. In de 19de euuw bouwde de eigenaar van die tijd, Xavier Chevalier de Theux, nog een tweede kasteel, direct naast de andere. Maar dit laatste kasteel werd erg beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog en uiteindelijk afgebroken in 1980. Vandaag kan men nog bijgebouwen zien van dit kasteel. Sinds 1734 is het domein in handen van de familie Theux Montjardin.
Verder door de prachtige streek, op en neer langs rotsen en met prachtige vergezichten. Dan langs de ingang van een kasteel meer dan de ingang krijgen we niet te zien. Dan langs het monument van gesneuvelde verzetsstrijders. Nog een heel eind door de prachtige bossen en natuur komen zo in een klein dorpje enkele huizen een Paardenmanege en een prachtige boerderij met herten. Nog even en we zijn terug in Remouchamps. Langs de ingang van de grot.
In 1828 werd het grottencomplex ontdekt. Sinds 1912 zijn de grotten open voor het publiek. Men gebruikte toen harshoudende fakkels om zich van enig licht te voorzien. In 1924 zijn de grotten voorzien van feeërieke verlichting. In de grot zijn er afzettingen, stalactieten en stalagmieten gevormd door het kalkrijke insijpelingswater. Het debiet bedraagt tussen de 500 - 600 m3. De temperatuur in de grot ligt gedurende het hele jaar tussen 8 en 10 °C. De grotten zijn gevormd door de onderaardse rivier de Rubicon. Deze onderaardse rivier wordt gevoed door de Vallei der Chantoirs. Een bezoek aan de grot is in twee delen opgedeeld. Het eerste deel gaat te voet, het tweede deel gaat met een boot. In het eerste deel komt men onder andere door een zaal die 8.000 jaar geleden door mesolithische jagers bewoond werd, door de grote zaal 'de Kathedraal' en gaat de tocht steeds dieper de grotten in. In het tweede deel vaart men met een boot langzaam over de meanders van de onderaardse rivier van zeshonderd meter lang. Onderweg ziet men fraaie objecten. De tocht eindigt weer bij het beginpunt.
Zo komen wij ook aan het eindpunt van onze wandeling.
33E MARCHE D’APRES-MIDI. / LA SAVATE ALLEUROISE. / ANS-LONCIN. 03/02/2018
33E MARCHE D’APRES-MIDI.
LA SAVATE ALLEUROISE.
ANS-LONCIN.
Reeds vanaf de 13e eeuw was er in Ans sprake van kleinschalige steenkoolwinning. In de 19e eeuw ging dit op industriële schaal geschieden, met name door de Charbonnages d'Ans et de Rocour. In de jaren '60 van de 20e eeuw verdween deze vorm van nijverheid. Deze wandeling is eigenlijk één van de minste die we de laatste tijd gedaan hebben, veel weg tussen de huizen. Gelukkig komen we aan het Fort van Loncin. Het enige plekje waar je het toch nog fijn is om even rond te kijken. Loncin ligt op het Haspengouws Plateau in het westen van de Luikse agglomeratie. Einde 19e eeuw en in de 20e eeuw was Loncin van belang voor de steenwinning. De mijnen van de Société anonyme des Charbonnages de l'Espérance et Bonne-Fortune waren er actief. Ten zuiden van Loncin vindt men, nabij Montegnée, nog een terril. Nu we bij het Fort van Loncin zijn gaan we de tijd nemen om even rond te kijken de controle is binnen in het Fort. Hier hebben we een indruk hoe het was ten tijde dat het Fort bewoont was. Het werd in 1888 naar plannen van generaal Henri Alexis Brialmont gebouwd. De forten werden opgetrokken uit ongewapend beton, aangemaakt met grote rolkeien uit de Ourthe. De vorm van het fort is een gelijkbenige driehoek met een oppervlakte van 0,01 km², die omgeven wordt door droge grachten van 10 meter diep en 15 meter breed. Het fort ligt op circa drie kilometer afstand van Fort Lantin en Fort Hollogne. Op 15 augustus 1914 om 16.00 uur begon de beschieting en de inslagen waren verschrikkelijk. Om 17.45 uur raakte een 420mm-granaat de munitiekamer van het fort. Bij de ontploffing stortte een groot deel van het centraal massief in en 350 Belgische soldaten waren op slag dood. Hiermee kwam de strijd om de forten rond Luik ten einde. Generaal Gerard Leman die zich in dit fort bevond, raakte bewusteloos door de ontploffing, maar overleefde het wel. Hij werd door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt. De Belgische troepen in Luik konden uiteindelijk tien dagen stand houden. Na de Eerste Wereldoorlog werd het fort niet herbouwd. Het fort werd (of beter: bleef) de begraafplaats voor de soldaten die omkwamen bij de explosie. Dit onder andere vanwege het feit dat er zich in het fort waarschijnlijk nog enkele tonnen aan munitie bevinden. In 2007 haalde men 3500 obussen van onder het puin. Omdat men het nooit heeft aangedurfd de granaten en het kruit op te ruimen, besloot men het hele complex in een groot graf te veranderen. Ter nagedachtenis werd er een monument bij het fort gebouwd. Bij recente opgravingswerken ontdekte men 25 lijken van gesneuvelde soldaten, waarvan er vier konden worden geïdentificeerd. Deze werden bijgezet in de crypte van het fort. Bij de rondgang op het fort komen we op de plek waar de enorme ontploffing plaats vond en hoe alles vernield werd. De vele gesneuvelde soldaten bleven er liggen en kregen hier hun graf. Deze plek verdient alle respect en is een herinnering dat het nooit meer oorlog mag zijn. Een ijdele hoop want op vele plekken heerst er nog oorlog. Na de controle weer op pad en komen weer opnieuw op ons vertrek.
WANDERN AM NIEDERRHEIN. / “FESTE ZONS”. / WANDERFREUNDE DORMAGEN 1982.e.V. / DORMAGEN-ZONS 30/01/2018 - DEEL I
WANDERN AM NIEDERRHEIN.
“FESTE ZONS”
WANDERFREUNDE DORMAGEN 1982.e.V.
DORMAGEN-ZONS
Wil je de middeleeuwen live beleven ? Maak een uitstapje naar het middeleeuwse stadje aan de Rijn - Zollfeste Zons . Zons ligt aan de Nederrijn bij Dormagen in het Rijndistrict Neuss, bijna precies in het midden tussen Düsseldorf en Keulen. Zons am Rhein is een van de weinige overgebleven middeleeuwse steden met een goed bewaard gebleven vesting uit de 14e eeuw en is daarom vaak de Rothenburg van het Rijnlandgenoemd. Bezienswaardig is eigenlijk het hele kleine dorp met zijn smalle straatjes, de goed bewaard gebleven huizen en monumenten uit de Middeleeuwen. De Rijnweiden en de omgeving van Zons nodigen uit tot lange wandelingen, zoals onze PW Zons. Vanop de parking wandelen we het stadje binnen via de Rheintor- Rheinturm, douanekantoor, kapel. Het gebouw van de Rijntoren grenst onmiddellijk aan het douanekantoor en de kapel van de heilige drie-eenheid. De machtige Rijntoren diende ook als een toltoren. Daar en in het aangrenzende douanekantoor werd de douane ingenomen en beheerd. Het douanekantoor was meer dan 400 jaar in bezit van het kapittel van Keulen. Vanaf maart 1855 was het een Franciscaans klooster en later werd het bewoond door Vincentijnse nonnen. De aangrenzende kapel van de Heilige Drie-eenheid werd ook in 1860 gebouwd door franciscanen. De kapel was toegankelijk vanuit het douanekantoor / klooster boven de poort. Dan wandelen we de Rheinstraße– in de middeleeuwse boulevard. De Rheinstraße begint op de Schlossplatz. Dit is de weg naar de Rijn, die wordt begrensd door de oostelijke stadsmuur. Bezienswaardig zijn de uitkijktorens, ook wel Pfefferbüchsen genoemd, vanwaar men een prachtig uitzicht heeft op de weilanden Rijn en de Rijn. De huizen aan de Rheinstraße zijn ook de moeite van het bekijken waard en geven een levendige indruk van hoe Zons er ooit uitzag. Overigens vinden we bij de Rheinturm de oudste huizen van Zons. We komen zo aan de Krötschenturm. De Krötschenturm staat in het noordwesten en maakt deel uit van de stadsmuur Zonser. In het verleden diende het tijdelijk als stuw, uitkijktoren, gevangenis, kerker, opslag of magazijn. Blijkbaar leefden in de toren, tijdens de pestgolven in Zons, mensen die leefden met de pest om ze weg te houden van de rest van de bevolking. Dit moet verdere besmetting worden vermeden. Vanwege dit moeilijke verleden heeft de toren waarschijnlijk zijn naam gekregen. Omdat "Krötsch" vertaald betekent ziek zijn. De toren van de zieken. Verder komen we aan Kasteel Friedestrom. Kasteel Friedestrom Zons - idylle van de Middeleeuwen. In verband met de douanetransfer van Neuss naar Zons in 1372 aartsbisschop Friedrich III. van Saarweden het kasteel Friedestrom voor defensie en fortificatie. De aartsbisschop en keurvorst Friedestrom moeten worden beschouwd als een kleine woning en garanderen hem volledige onafhankelijkheid buiten de muur van Keulen. Tegenwoordig herbergt kasteel Friedestrom het culturele centrum van de wijk Neuss. Verder langs de Juddeturm. Dichtbij het kasteel Friedestrom ligt de Juddeturm. De naam Judde is waarschijnlijk te danken aan het patricische geslacht Judde uit Keulen. Er zijn donkere legendes over de JuddeTower. Eerder werd de toren waarschijnlijk gebruikt als kerker. De gevangenen zaten opgesloten in de extreem smalle tunnelachtige toren, waarin heel weinig licht viel. De oude muren van de JuddeTower dateren uit de 14e eeuw. Wat verder De molen van Zons Windmolen Zons De 600 jaar oude windmolen is een van de attracties in Zons. De Zonser-molen is een van de herkenningspunten van de oude stad van Zons. Van 2008 tot 2010 werd het uitgebreid gerenoveerd. We wandelen nu de stad uit die geheel omgeven is door muren en torens, dan wandelen we langs de Rijn die vandaag heel hoog staat de omgeving staat onder water en de overzet is gesloten. Prachtig wandelen is het hier dan gaan we een natuurreservaat binnen en heel eind door deze prachtige natuur. Na een hele poos langs velden en bossen komen we terug in Zons. De wandeling eindig in het centrum en we halen onze stempels in de kiosk bij de Varkensbronnen van Zons De varkens fontein in Zons is zeker een van de meest waardige attracties in de oude stad. Toegegeven, is het niet echt komen uit de Middeleeuwen, maar vanaf 1959 en werd gemaakt door de beeldhouwer Bernhard Lohf. Het varkensfontein beeld de historische gebeurtenis van de zogenaamde "Mexicaanse Zonser vete" uit het jaar 1575/1577 op de plaats waar soldaten van de toenmalige aartsbisschop van Keulen Salentin van Isenburg de kudde samengesteld uit 50 gestolen varkens. De PW Zons is een bijzondere wandeling in een bijzondere plek met veel historische gebouwen.
28E MARCHE DE A.C.T.DE MANAIHANT. / MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT. / BATTICE. 28/01/2018
28E MARCHE DE A.C.T.DE MANAIHANT.
MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT.
BATTICE.
Het Land van Herve, de streek tussen de Vesder en de Maas, in het hart van de driehoek Luik-Aken-Maastricht, heeft alles in huis om sportievelingen klein en groot te verleiden. Deze bosrijke streek bulkt van de streekproducten: kaas, siroop, cider, bier... Het Land van Herve is ook een historische streek die gekend staat voor haar legendes: bezoek de Amerikaanse militaire begraafplaats van Henri Chapelle, de Abdij van Val-Dieu, het dorpje Clermont-sur-Berwinne (een van de mooiste dorpen van Wallonië), het Viaduct van Moresnet, de Espace des Saveurs... Ook de sportiefste onder u komen er aan hun trekken: 40 km wandelwegen langs de beroemde Lijn 38 die nu is geïntegreerd in het RAVeL-netwerk. We vertrekken met onze wandeling Manaihant. Een typische dorpje in het Land van Herve. Verder door de golvende omgeving en komen zo in Charneux. In het dorp bevindt zich de St-Sébastienkerk, en een driehoekig plein. ot de opheffing van het hertogdom Limburg hoorde Charneux tot de Limburgse hoogbank Herve. Net als de rest van het hertogdom werd Charneux bij de annexatie van de Zuidelijke Nederlanden door de Franse Republiek in 1795 opgenomen in het toen gevormde Ourthedepartement. Hier staan verschillende prachtige historische gebouwen. Een oude kapel, een waterput en verschillende prachtige huizen en kasteelhoeve. Hier ook de rustpost na de rust weer op pad langs de kerk dan een heel eind door het mooie landschap van het Land van Herve, wat een rust en wat een prachtige streek. Het is genieten van dit alles. We maken een lus rond Charneux en komen terug aan in het dorp voor de tweede controle, nu nog een paar kilometer om zo terug in Manaihant te komen. Ook hier nog enkele zeer mooi gebouwen. Ondanks alles is dit toch weer een prachtige wandeling.
Alken duikt voor het eerst op in de geschiedenisboeken in 1066 onder de naam Alleche. Vanaf 1180 wordt het officieel Alken maar in de volksmond wordt er nog vaak Alleke gezegd. Alken is gelegen in Vochtig-Haspengouw. Het dorp heeft zich ontwikkeld in de vallei van de Herk, die in noordwaartse richting stroomt en de Mombeek in zich opneemt. Hier bevindt zich het natuurreservaat Mombeekvallei waar ook gemarkeerde wandelingen zijn uitgezet. Andere beken in Alken zijn de Simsebeek en de Kozenbeek. Hier vindt men vochtige beemden die later met populieren werden ingeplant. De hoogte overschrijdt zelden de 60 meter. Geografisch en landschappelijk behoort de gemeente tot de Haspengouwse fruitstreek. We vertrekken met onze wandeling achter de speeltuin De Alk. E, direct verlaten we de speeltuin en zijn in het centrum van Alken. Hier staat de watermolen vandaag is het een jeugdhuis. We komen langs het gemeentehuis, het park en dan verlaten we Alken. In Alken vinden we nog verschillende vakwerkhuizen en je aan één zijn ze aan werken alleen het houten geraamte staat er nog later word dat weer een prachtig vakwerkhuis. We wandelen verder en komen verschillende grote vakwerkboerderijen tegen en verschillende kapellen. We wandelen door de velden en genieten van de mooie wandeling. Een mooie wandeling even verder dan Wellen en met een paar mooie vakwerkhuizen en boerderijen.