MARCHE DE JOUR. / LES PIEDS MONTOIS. / DISON. 26/05/2019
MARCHE DE JOUR.
LES PIEDS MONTOIS.
DISON.
Dison is een langgerekt lintdorp dat de noordrand vormt van de agglomeratie van Verviers. De plaats ligt in het Land van Herve op een hoogte van ongeveer 210 meter. In het dorp staan verschillende prachtige huizen, sommige zijn al een eeuw oud. De rijkere huizen zijn gebouwd in bakstenen en de andere zijn gebouwd in lokale stenen. We verlaten het dorp en wandelen het prachtige landschap van Herve binnen. Het golvende landschap met geregeld een stevige klim. Veel wandelen we door en langs weilanden en hier zie je wel waarom het Land van Herve het land van melk en kaas is. Honderden koeien grazen in het landschap. Zo komen we in Andrimont. Hier komen we voorbij “Distillerie Saint Hubert.” Wat verder komen we in het centrum van het dorp. Een mooi kerkplein met oude pomp en de kapel voor de gesneuvelden van WO I en WO II. Hier is ook de controlepost en rust. We komen altijd weer wandelvrienden tegen en dat maakt het allemaal zoveel beter. Na de rust weer verder. Zo komen we in Neuville. Hier weer de prachtige natuur met veel afwisseling, stukken met bomen, weilanden en akkers. Dan een heel eind door het bos wat een afwisseling op deze wandeling. hier wel stevige klimmen. Grote boerderijen met honderden koeien, die in de weilanden grazen gewoon prachtig. Dan komen we aan onze tweede rustpost, daarna een grote kasteelhoeve en oude huizen in lokale steen. Nog een eind door de weilanden en wat een prachtige zichten, we duiken werkelijk naar beneden. En zo komen we terug aan ons vertrek. Wat een prachtige wandeling in het “Land van Herve”
Vandaag wandelen we in Embourg een deelgemeente van Chaudfontaine. We wandelen door de prachtige streek en we klimmen de helling op en krijgen van hier uit een prachtig zicht op de omgeving. Een prachtige natuurlandschap komt ons vergezellen en het is genieten van al dat moois. We wandelen hier in “Lande de Mehagne” een atypische omgeving. De oorzaak: een bepaalde bodem genaamd "calaminaire", dat wil zeggen, met een hoog gehalte aan zink De oorsprong: de industriële activiteiten van de oude fabrieken van Prayon (Trooz) en Angleur (site van de Old Mountain) actief in de ontginning en verwerking van zinkerts sinds 1860. Deze activiteiten hebben gedurende meer dan een eeuw, lood, zink, cadnium en zwaveldioxidedaling gezorgd voor de geïmpregneerde gronden die een specifieke biotoop bevatten. We wandelen hier in een bijzondere omgeving en wat verder hebben we onze eerste rustpost. We komen voorbij “Carmel de Mehagne” De Karmel van Mehagne , is een religieus huis. Zoals de naam al aangeeft, werd het voor het eerst gesticht en bewoond door een gemeenschap van Carmelitische zusters , voordat het werd toevertrouwd aan de charismatische gemeenschap van Chemin Neuf . weer verder met onze tocht en we klimmen weer een heel eind waardoor we boven waar w eweer prachtige zichten krijgen over het dal. Dan komen we aan het oude kerkhof met zijn grafzerken en monumenten, verschillende adellijke families hebben hier hun grafkapel, spijtig dat het allemaal zo onderkomen is. Weer verder met onze tocht en komen voorbij” le fond des Cris” is een plek voor bergbeklimmers het heeft een niet zo veilige reputatie en daarom is het waarschijnlijk afgesloten. Weer een eind door het bos met de wilde daslook die staat te bloeien. Nu een heel eind door d e prachtige natuur tot we aan het Fort van Embourg komen. Fort Embourg is een van de twaalf forten rond Luik opgericht voor de verdediging van de Belgische stad Luik in de late negentiende eeuw op initiatief van Belgische generaal Henri Alexis Brialmont. Het fort stamt uit 1888. Bij de toegang naar het fort staat een Tankmonument. Weer komen we terug aan de eerste controlepost en dan nog even door de straten van Embourg en zo komen we aan het einde van onze mooie tocht.
SAFF WALK. / AVIAT ST TRUIDEN. / CAMPUS SAFFRAANBERG.
SAFF WALK.
AVIAT ST TRUIDEN.
CAMPUS SAFfRAANBERG.
Jaarlijks wordt de Saff-Wandeldag georganiseerd op de campus Saffraanberg te Sint-Truiden. Een samenwerking tussen de Koninklijke school voor onderofficieren en de plaatselijke wandelclub Aviat Sint-Truiden. De opbrengst gaat integraal naar de peter-instellingen van andersvaliden. Er was een ruim aanbod in afstanden van 5 t.e.m. 28 km door het hartje Haspengouw met zijn kleurrijke boerendorpjes. Er was de keuze te voet, met de fiets of met de moto. Voor randanimatie was er ook gezorgd, je kon er een uitstap maken met de huifkar, de politie van Sint-Truiden maakten ritjes met de combi en de vliegtuigen stonden mooi tentoongesteld. De wandelaars mochten hun hartje ophalen in het Haspengouws landschap in het groen rond het militair domein. Buiten het terrein wandelde je op de veldwegen tussen de bewerkte akkervelden en weilanden. Langs de wegeltjes kon je genieten van heel wat lentebloeiers o.a. korenbloemen. Door het heuvellandschap heb je vele mooie uitzichten rondom Sint-Truiden. Er zijn heel wat fruitboeren in deze regio. Naast de fruitplantages zijn er ook mooie stukken natuur te bewonderen. In de omgeving kon je genieten van natte weilanden met mooie bloementapijten en langs de wegen de bloeiende vlierstruiken. Wij hebben Seppe en Jelle mee op de wandeling en ze kijken hun ogen uit naar de vliegtuigen die buiten staan. Seppe kijkt zijn ogen uit en wil wel even in de helikopter zitten. Wij kiezen voor de kleinste afstand tussen de velden en boomgaarden. Een fijne wandeling met onze twee flinke kerels, toch fijn dat ze erbij zijn.
35E MARCHE DES GAUFRES. / LES MARCHEURS DES ECHOS DE LA MAHAIGNE. / HANNUT. 18/05/2019
35E MARCHE DES GAUFRES.
LES MARCHEURS DES ECHOS DE LA MAHAIGNE.
HANNUT.
Vandaag waffeltocht in Hannuit met een gratis wafel voor onderweg. Wij vertrekken aan het witte kasteel van Hannuit. Met zijn 4 ronde torens. We wandelen verder door de straten van de stad en dan langs de velden en weilanden wat verder komen we in Villers-Le-Peuplier. De Sint-Martinuskerk waarvan de toren en het schip dateren van 1714 en het koor dateert van 1771. Van de oude kapel blijft nog enkel het ingangsportaal uit 1550 over. De voormalige pastorie is een van de oudste gebouwen uit het dorp. We wandelen nu verder tussen twee dorpen en komen zo in Blehen. De dorpskern van Blehen ligt dicht tegen deze van het grotere Lens-Saint-Remy aan. Blehen is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw. Er is vooral graanteelt, suikerbietenteelt en fruitteelt. In de oude schoolgebouwen is een kleine brouwerij onder gebracht waar vandaag de controlepost is. Brasserie du Flo brouwt amberbier dat wij proeven. Heeft een fijne nasmaak. We mogen even rondkijken in de brouwerij. Na de controle weer verder we komen aan het kasteel van Blehen. Aangenaam gelegen aan de rand van een groot park staat het Château de Blehen dat wordt bewoond door Baron Patrick Villenfagne en zijn vrouw. Er is voor het eerst sprake van een bebouwing in het begin van de 14de eeuw, oorspronkelijk was er een grote boerderij. In de 18de eeuw bouwt Ferdinand de Collaert het huidige kasteel, bestaande uit een centraal gebouw uit de tweede helft van de achttiende eeuw, geflankeerd door twee vierkante torens gebouwd in de negentiende eeuw. Typisch voor dit kasteel is dat het twee gevels heeft in twee verschillende stijlen, de ene aristocratisch, de andere als een kasteelhoeve. De bijhorende boerderij is verdwenen. De achtergevel kijkt uit op een uitgestrekte fruitplantage, een van de bijzondere kenmerken van Blehen, waar het kwaliteitsvolle natuur zuiver appelsap van het Château Blehen wordt geproduceerd. We wandelen verder en komen langs een grote kasteel en hoeve prachtig gelegen. Verder met onze tocht en wandelen Lens-Saint-Remy binnen. Hier een heel eind door de velden en weilanden. Zo komen we aan het centrum van het dorp waar de tweede controlepost is, weer verder en komen etrug aan ons vertrek nog even binnen gaan in het klooster en dan eindigt onze wandeling in Hannuit.
Enkele eeuwen na de Romeinse tijd werd Stokkem gesticht door Franken aan de toenmalige Maas onder de naam Stockheim, dat 'woning bij het hout' betekent. Deze naam wordt voor het eerst vermeld in de bul van 19 november 1181 waarin paus Lucius III aan de abdij van Siegburg haar voorrechten en bezittingen bevestigde: ...Ecclesiam et cellam in Stockheim, mansum in Kessenich... Graaf Arnold IV van Loon bemerkte de strategische ligging van de stad en gaf haar in 1244 stadsrechten waardoor de inwoners een perron mochten oprichten. Daarna hadden ze een eigen bestuur, rechtspraak en verdediging. Zo heeft Stokkem nog een link met Borgloon. Voor ons is het een mooie dag om te wandelen in het natuurgebied Negenoord. Natuurgebied Negenoord-Kerkeweerd (Dilsen-Stokkem) was ooit een grindwinningsgebied. Nu is het een van de vele natuurgebieden die zowel langs Belgische als langs Nederlandse zijde van de Grensmaas worden/zijn ingericht. Zo ontstaat tegelijkertijd een groot grensoverschrijdend ‘rivierpark Maasvallei’ van meer dan 2500 hectare. In natuurgebied Negenoord-Kerkeweerd zorgen de Konikpaarden en Galloway runderen jaar rond voor het beheer. Zij zorgen dat er een mozaiëkstructuur ontstaat met open plekken, bloemenrijke ruigtes en bosjes. Sinds kort helpt ook de bever een tandje mee. Door dat ‘vreetwerk’ en de aanvoer van kalkrijk grind en zaden uit het zuiden, vind je in Negenoord-Kerkeweerd bloemen en planten terug die je elders in Limburg (behalve de Maasgebieden) bijna niet terugvindt. Omdat Negenoord-Kerkeweerd zo uitgestrekt is, mag je in de struinzone rond struinen. Paden liggen er niet, maar je kan wel die van Konikpaarden of de Galloway runderen volgen en je in ‘the middle of nowwhere’ wanen. We wandelen langs de vijvers en hier is iets bijzonders: Kamperen op het water. Slapen op het water, genieten van de rust. Je verblijft op je eigen kampeervlot. Rustig dobberend, ver weg van alle drukte. Je geniet van de vogels om je heen en van het wiegende riet. Bijzonder zeg het wel we wandelen langs de vijvers wat een prachtige natuur. Dan komen we aan de Maas en hier grazen de Konikpaarden. Wij wandelen verder en komen aan het veerpont. We verlaten even de route om het veer te nemen naar Berg a/d Maas. We steken de Maas over en staan dan in Zuid Limburg Nederland. Wij wandelen even door het dorp en nemen een extra pauze aan de oever van de Maas. Een gezellig terrasje met een koffie en vlaai. Heel gezellig. We moeten toch weer terug op onze wandeling en nemen opnieuw de veerpont en dan verder met onze wandeling. een heel eind langs de Maas en dan keren we terug naar ons vertrek. Wat een mooie wandeling en gelukkig hebben we vandaag prachtig weer gehad. Een perfecte wandeldag.
MARCHE DU 43E ANNIVERSAIRE. / LES MARCHEURS DU GEER. / BASSENGE. 12/05/2109
MARCHE DU 43E ANNIVERSAIRE.
LES MARCHEURS DU GEER.
BASSENGE.
De zes dorpjes die van deze gemeente deel uitmaken, liggen netjes op een rij naast elkaar langs de Geer, die hier enkele van de bekoorlijkste plekjes van zijn vallei te bieden heeft. Dit geografische snoer heeft een folkloristische tegenhanger in de traditie van de ‘cramignons’ –een lange fanandole die ’s zomers doorheen de dorpsstraten trekt. We wandelen door de straten van Bassenge en wandelen door “de Charmille” het prieel een beukenhaag in de vorm van een doorgang overdekt. De meest voorkomende in België staan bij kastelen, waar de dames konden in gaan wandelen zonder dat hun huid donker werd. Een donkere huid was een teken van armoede en van het harde werk op de velden. Vele zijn verschillende 100 meters lang en hebben duizenden planten. We wandelen verder door het prachtige landschap met veel afwisseling nu weer een bosje en dan weer weilanden om even later langs de akkers te gaan. Wat later komen we aan in Wonck. Langs de neoromaanse Sint-Lambertuskerk met een romaanse toren uit de 12de eeuw. De toren werd in 1948 beschermd als monument. In de kerk bevindt zich een romaans doopvont uit de 12de eeuw. De pastorie is gebouwd in renaissancestijl en dateert van de 17de eeuw. In de 19de eeuw werd ze uitgebreid in neorenaissancestijl. In het dorp zijn er nog een aantal gesloten hoeven uit de 18de en de 19de eeuw. Wat verder komen we aan onze rustpost. Hier even een korte pauze en dan weer verder door de straten van Wonck. We steken de Jeker over en komen aan de Moulin Deborre is een watermolen met een onderslagrad op de Jeker en dateert van 1716. Weer verder en komen langs het kerkhof en dan een heel eind langs de Jeker tot we terug aan ons vertrek komen. Een fijne wandeling in Bassenge.
35E MARCHE DE LA FETE DES MERES. / LES ROTEUS DI HOUSSAIE. / BEYNE-HEUSAY. 11/05/2019
35E MARCHE DE LA FETE DES MERES.
LES ROTEUS DI HOUSSAIE.
BEYNE-HEUSAY.
De gemeente Beyne-Heusay ligt aan het begin van het Plateau van Herve en ontstond in de loop der tijd door de fusie van de gemeenten Bellaire, Queue-Du-Bois en Moulins-Sous-Fléron. Beyne-Heusay biedt verschillende mogelijkheden voor wandelaars, waaronder de Lijn 38. Wanneer u de RAVel (autonoom netwerk van trage wegen) doorkruist zult u vanop talrijke plaatsen kunnen uitkijken op de vallei van Chaudfontaine en zult u meer bepaald de Sint-Annakapel kunnen zien waar vijf Bretoense soldaten herdacht worden die in 1794 op deze plek sneuvelden. U zult er 4 prachtige eeuwenoude lindebomen kunnen aanschouwen die waken over het Domaine de Neufcour. We wandelen door het dorp, langs oude boerderijen en dan een eind langs de RAVel van de lijn 38. Zo komen we aan het station daar verlaten we de oude spoorwegzate en wandelen verder langs de kerk en dan komen we aan de brouwerij de la Croix. Ze brouwen er SAINTE NITOUCHE TRIPLE is een blond bier van hoge gisting met een alcoholpercentage van 9,5%. Licht gehopt, een bloemige, ronde smaak met een vleugje bitterheid. Het is een moderne brouwerij. We wandelen door het dorp met prachtige oude statige huizen en oude boerderijen. Dan verder met onze tocht door de velden en weilanden. Hier is het landschap prachtige en golvend met geregeld een stevige klim. Zo komen we terug in Beyen Heusay waar onze Moederdag wandeling eindigt.
LENTETOCHT. / WSV DE HEIKREKELS MAASMECHELEN. / MEESWIJK. 08/05/2019
LENTETOCHT.
WSV DE HEIKREKELS MAASMECHELEN.
MEESWIJK.
We wandelen vandaag in Meeswijk. Een mooie natuurwandeling aan de Maas. We vertrekken met de wandeling en al vlug wandelen we door de prachtige natuur. Velden en weilanden en dan komen we in Stokkem. We komen aan het kasteel Carolinaberg. Het Kasteel Carolinaberg is een vierkant gebouw in eclectische stijl, voorzien van een ronde hoektoren en gedekt door een mansardedak. Achter het huis bevindt zich een koetshuis en een paardenstal uit dezelfde tijd. Ook werd er een park aangelegd, waarvan de oude beuk naast het kasteel nog een overblijfsel is. Ook in het park zijn nog enkele resten van de burchtruïne aan te treffen, terwijl er daarnaast overblijfselen zijn van de Beer en de Blauwmuur, oude oeververdedigingswerken vervaardigd uit (blauwachtige) kalksteen. De Maas, aan de oever waarvan de oorspronkelijke burcht werd gebouwd, is ondertussen een kilometer naar het oosten verschoven, maar een oude Maasarm ligt nog voor het kasteel. De uiterwaard tussen het kasteel en de huidige Maasbedding werd in de 2e helft van de 20e eeuw grotendeels vergraven voor grindwinning, waardoor plassen ontstonden die later werden ontwikkeld tot natuurgebied Negenoord. We wandelen verder en komen aan het Natuurgebied Negenoord-Kerkeweerd (Dilsen-Stokkem) was ooit een grindwinningsgebied. Nu is het een van de vele natuurgebieden die zowel langs Belgische als langs Nederlandse zijde van de Grensmaas worden/zijn ingericht. Zo ontstaat tegelijkertijd een groot grensoverschrijdend ‘rivierpark Maasvallei’ van meer dan 2500 hectare, wordt er aan grindwinning gedaan én krijgt de rivier meer ruimte. Hierdoor wordt de kans op overstromingen beperkt. Oog in oog met de natuur. In natuurgebied Negenoord-Kerkeweerd zorgen de Konikpaarden en Galloway runderen jaarrond voor het beheer. Zij zorgen dat er een mozaiëkstructuur ontstaat met open plekken, bloemenrijke ruigtes en bosjes. Sinds kort helpt ook de bever een tandje mee. Door dat ‘vreetwerk’ en de aanvoer van kalkrijk grind en zaden uit het zuiden, vind je in Negenoord-Kerkeweerd bloemen en planten terug die je elders in Limburg (behalve de Maasgebieden) bijna niet terugvindt. Van dat bloemenparadijs profiteren op hun beurt weer een heleboel vlinders en bijen zoals de zeldzame knautiabij en de kleine parelmoervlinder. We wandelen verder komen langs de Maas en het veerpont Berg-Meeswijk. Weer verder langs het water en langs de paarden en dan komen we terug aan ons vertrek wat een prachtige wandeling.
De omgeving van Kanne kent aanzienlijke hoogteverschillen. Het dorp ligt in het dal van de Jeker dat is ingesneden in het Plateau van Caestert, waartoe ook de Sint-Pietersberg behoort. Ook het Albertkanaal is diep ingesneden. Van groot natuur- en cultuurhistorisch belang is het voorkomen en dagzomen van mergelsteen, waardoor een bijzondere flora en fauna van kalkminnende soorten ontstaat, zoals op de kalkgraslanden. De mergelsteenwinning leidde bovendien tot het ontstaan van uitgebreide gangenstelsels, die vervolgens weer voor allerlei doeleinden werden benut, zoals de champignonteelt, maar ook voor smokkel, voor het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, en later zelfs voor een militair hoofdkwartier. Ook vormen de gangenstelsels een toeristische attractie. Aan de Nederlandse kant van de grens ligt er de Duivelsgrot en het Poppelmondedal. Ook vindt men daar de Cannerberg met de Muizenberg. We wandelen vanuit het centrum naar de Sint Pietersberg waar we aan de Duivelsgrot komen. De Duivelsgrot of Wijngaardgroeve is een klein gangenstelsel in de Sint-Pietersberg, onderdeel van het Plateau van Caestert, dat zich bevindt aan de zijde van het dal van de Jeker. e ingang van de groeve ligt op minder dan 200 meter van de grens met België en op zo'n 400 meter ten noordoosten van Kanne. De helling waarin de groeve ligt wordt de Poppelsberg genoemd. Hier komt het geel zonneroosje voor. Verder leven er zeldzame kalkminnende planten. De groeve is gedurende lange tijd een stal voor dieren en een opslagplaats geweest. We wandelen verder door de prachtige natuur eb komen aan het hellingsbos Obervant. Wat verder komen we aan hoeve Caestert. Hoeve Caestert maakte deel uit van het in 1972 afgebrande kasteel Caestert. Deze hoeve is gebouwd in de karakteristieke Maaslandse renaissancestijl. De sluitsteen boven de ingang stamt uit 1686 en geeft toegang aan het binnenterrein van de hoeve. Nadat de hoeve verlaten werd door de laatste pachter, Walther Duchateau, kwam de hoeve in verval. Natuurpunt Riemst kon tijdelijk de hoeve en conciërgewoning gebruiken, totdat deze op 1 april 2013 ook door brand werd verwoest. In de jaren na de brand zijn vele instanties bezig geweest om te lobbyen voor herstel van de hoeve; vooral afkomstig uit het naburige Riemst. Inmiddels is het Waalse gewest druk bezig de hoeve te herstellen. Nu dalen w eaf en krijgen het kanaal in zicht weer verder met onze wandeling. beneden gekomen gaan we langs de Grotten van Kanne. In Riemst komt die witte en zachtgele kalksteen aan de oppervlakte. En waar hij onder de grond blijft, halen arbeiders hem in grote blokken boven. Zo ontstaan de mergelgrotten, goed voor meer dan 300 km gangen. In Kanne en Zichen kan je die ondergrondse doolhoven nog altijd bezoeken. In Kanne start de mergelontginning al vόόr de 15--de eeuw. Met de stenen bouwen de dorpelingen de lokale kerken en burchten. Wat verder langs het militair kerkhof en dan begint de klim naar boven langs het Engels Canadees Oorlogsmonument. Dan verder klimmen. Langs het monument van een Engels vliegtuig en dan verder. We wandelen Vroenhoven binnen waar de controlepost is. Nu wandelen we langs De Brug van Vroenhoven. De eerste brug op deze locatie was een betonnen boogbrug die werd gebouwd bij de aanleg van het Albertkanaal in 1935. Deze werd in 1944 opgeblazen door het zich terugtrekkende Duitse leger. Tot 1947 lag er tijdelijk een baileybrug ter vervanging, waarna in 1947 de brug in originele vorm werd herbouwd. In 2007 startte de bouw van de nieuwe brug bij Vroenhoven, vlak naast de toen nog bestaande oude brug. Op 16 januari 2009 om 22u38 werd de oude brug met dynamiet opgeblazen. De nieuwe brug is in juni 2010 in gebruik genomen. De vervanging van de brug maakte het mogelijk om de flessenhals in het kanaal te verbreden zodat er thans twee schepen gelijktijdig kunnen passeren. Deze verbreding was eerder niet mogelijk doordat de pijlers van de oude brug te dicht bij elkaar stonden. Bij de bouw van de nieuwe brug is er ook ruimte voorzien voor een museum - de Brug van Vroenhoven, een openluchttheater, een klimmuur en een café-restaurant. Op 29 april 2012 werd naast de brug van Vroenhoven de Wereldvredesvlam ingehuldigd. Het is een 2,5m hoog monument met een eeuwig brandende vlam voor de vrede. Het maakt deel uit van het wereldwijd project 'World Peace Flame'. Er zijn op alle continenten nog negen andere locaties waar deze Wereldvredesvlam brandt. Nog even en wij zijn terug in Kanne waar onze wandeling eindigt.
46E MARCHE DES TROIS VILLAGES. / GROUPE SPORTIF JAUCHOIS. / JAUCHE – ORP-JAUCHE. 01/05/2019
46E MARCHE DES TROIS VILLAGES.
GROUPE SPORTIF JAUCHOIS.
JAUCHE – ORP-JAUCHE.
Vandaag wandelen we in Waals Brabant. Het dorp Jauche in het Nederlands Geten. We vertrekken aan het oude station en wandelen langs het fietspad de oude spoorwegzate. De lijn 147 is vandaag een mooie fiets en wandelroute. We wandelen verder en komen zo in Orp-le-Petit. We komen aan de Eglise Notre-Dame d'Orp-le-Petit. Op het plein staan verschillende groet huizen en boerderijen. Daar staat ook de grote Vierkants hoeve; ook herenhoeve genoemd. Wat een prachtige gebouw, twee vierkante torens en de ingang brengen ons naar de grote binnenkoer waar de rust post is, het woonhuis staat er statig bij wat een prachtige locatie, na de rust weer verder komen aan een bijzondere plek het infobord verteld van een cementfabriek van 1899 dat verlaten werd en de grond terug natuur word wel bijzonder. We wandelen verder en komen zo in Orp-le-Grand. Waar de bijzondere kerk staat.
De Sint-Adela en Sint-Martinuskerk
De oude kerk van Orp-le-Grand is met haar verhoogde middenschip en transept bas onmiskenbaar romaans van bouwstijl en verwant aan de Maasarchitectuur. Aan de westzijde bevindt zich een soort vestibule met daarboven een galerij, die elk met twee ranke bogen in verbinding staan met de hoofdbeuk. Ten tijde van de Gotiek (bouwkunst) bouwde men in dit eigenaardige westblok een toren aan de noordzijde. Uitwendig is de middenbeuk versierd met een aantal wandbogen op kolonetten die om de andere een venster omlijsten. Inwendig ziet men een behandeling van de wanden die overeenkomsten vertonen met die in de kerk van Cherain: slanke muurzuilen dragen geprofileerde togen. De kerk die in de laatste oorlog geheel is uitgebrand, werd na 1950 weer compleet gerestaureerd.
In het dorp staan verschillende grote herenhuizen. Ook verschillende gebouwen in gele lokale steen. Ook komen langs een prachtige gebouw met wapenschild uit 1682. Met een duiventil en ingangspoort. Verder langs de bron en dan wandelen we langs Moulin de Maret. Op de Kleine Gete staan nog verschillende watermolens zo komen we nu aan Moulin Berner. En later bij het einde van de tocht de Moulin de Jauche. We wandelen verder en komen aan het kasteel van Orp-le-Petit.
Chateau Rose .
Het kasteel werd, door Baron Albert Pierre Stier, gebouwd tussen 1776 en 1779 in geschilderde baksteen en steen van Gobertange (kalkhoudende zandsteen). Het kasteel werd de zetel van de heerschappij. De veelhoekige toren die het gebouw flankeert werd toegevoegd in het begin van de 20e eeuw. Vooraan in de weide staat een oude schandpaal.
We wandelen verder en komen zo terug in Jauche waar onze mooie wandeling eindigt.
STIEMERBEEKTOCHT. / DE HEIKNEUTERS. / GENK. 29/04/2019
STIEMERBEEKTOCHT.
DE HEIKNEUTERS.
GENK.
Nabij C-Mine Genk loopt het parcours in en rond het valleigebied van de Stiemerbeek. Die dwars door het verstedelijkt gebied van Genk stroomt. De paden langs de beek hebben een eigen biotoop en laten ons de verborgen groene parel ontdekken. Al vlug na het vertrek wandelen we door een bijzonder stukje natuur. Via een planken pad door het moerassige gebied, wandelen we langs een bijzonder plekje. Op de achtergrond de schachtbok van de mijn van Winterslag. Nog een eindje langs de Stiemerbeek en dan steken we de drukke steenweg over, gelukkig hebben ze hier ene fietsbrug aangelegd en kunnen we zonder gevaar over de steenweg gaan zo komen we Winterslag binnen. We komen aan de Mijnkathedraal. Hier op het plein staan verschillende gebouwen die door de mijnen opgericht waren. Bij de uitbouw van de woonwijken voor de mijnwerkers werden de mijnen door de overheid verplicht om ook gemeenschapsvoorzieningen te voorzien en het paste in de paternalistische opvatting van de mijnen om voor het welzijn van de mijnwerkers in te staan. De mijn zorgde voor scholen, ziekenhuis en sportvoorzieningen. Ook de geestelijke zorg paste in de patronale visie. In de Winterslag werd in 1923-1925 de Heilig-Hartkerk van architect Adrien Blomme opgetrokken in natuursteen. We wandelen door de mijnsites.
Tuinwijk Winterslag
In Winterslag ontwierp de Brusselse architect Adrien Blomme een totaalconcept voor de tuinwijken, die je wellicht kent als cités. Hij kreeg de opdracht in 1911 van baron Evence Coppée II. Blomme genoot toen al bekendheid als ontwerper van tuinwijken in Engelse stijl. In het totaalontwerp werden station, mijn en kerk als structurerende elementen benadrukt. Veel aandacht ging naar groene zones en zomen van diverse boomsoorten aan de straten en lanen.
Wij wandelen door de wijk en het is ongelooflijk hoe mooie deze wijk is. Dan wandelen we de mijn zelf op ook hier hebben ze in de afgelopen jaren een parkoers aangelegd waar langs je kunt wandelen en de mijngebouwen kunt bekijken.
Een stukje geschiedenis.
Op 3 november 1906 werd een concessie voor ontginning van steenkool verleend met de concessienaam "Genck-Sutendael". Na de ontdekking van in de Limburgse Kempen in 1901 vroegen verschillende industriële groepen een concessie voor de ontginning aan en werden er 8 concessies toegekend. De Concessie Genck-Sutendael was 3800 hectare groot. Na een aantal wijzigingen werd in 1912 de maatschappij Société anonyme Charbonnages de Winterslag opgericht voor de uitbating van 960 ha van de deelconcessie 'Winterslag'. Belangrijkste aandeelhouders waren 'Charbonnages de Ressaix, een mijngroep uit het Bassin du Centre in Henegouwen, van eigenaar Evence Coppée, (ook bouwer van cokesovens) en de Franse groep Schneider. Deze Kempense mijnzetel was gevestigd in wijk Winterslag van de Belgische gemeente Genk. De afdieping van de schachten voor de exploitatie verliep voorspoedig, zonder de problemen met drijfzandhoudende lagen waarmee de andere mijnen af te rekenen kregen. Op 28 juli 1914 kon men, net voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, de eerste brok steenkool uit schacht 1 bovenhalen. Onder de Duitse bezetting kon men minder of meer verder gaan met de uitbouw van de mijn. In 1917 kon Winterslag, als eerste van de mijnen van het Kempens Bekken, in productie kon gaan. Op de mijnsite staan nog steeds een aantal gebouwen die verwijzen naar het mijnverleden met onder meer de oudste en de meest recent gebouwde schachtbok in Limburg. De mijn haalde in 1967 nog een jaarproductie van 1.635.514 ton. De totale mijnproductie bedroeg 66.593.000 ton. In 1953 was de tewerkstelling maximaal met 6250 mijnwerkers. De ondergrondse verdiepingen lagen op 600, 660, 735 en 850 m. Op 31 maart 1988 sloot de steenkoolmijn definitief. De mijnterril, 163 m hoog, werd omgevormd tot wandelgebied.
Na een laatste stukje door de natuur komen we terug aan ons vertrek. Een mooie en leerzame tocht. Een stukje bijzondere geschiedenis van Limburg.
43E MARCHE INTERNATIONALE DES VERT ET BLANC. / CERCLE MARCHEURS VERT ET BLANC / STEMBERT. HEVREMONT – VILLAGE. 28/04/2019
43E MARCHE INTERNATIONALE DES VERT ET BLANC.
CERCLE MARCHEURS VERT ET BLANC STEMBERT.
HEVREMONT – VILLAGE.
Tussen Limbourg en Goé markeert het kleine gehucht Hèvremont de ingang van het gelijknamige bos. Het zal voor liefhebbers van oude stenen, maar ook wandelaars die zullen genieten van de bosrijke omgeving en het uitzicht op de vallei Bovegnée. Vroeger waren de inwoners van Hèvremont vooral boeren, spinners of wevers parochianen van Goé. Vanaf 1733 vroegen ze om een kapel om lange reizen naar het naburige dorp te vermijden. Gebouwd in 1802, is de kapel van St. Franciscus van Assisi in het centrum van het gehucht. Het rijkelijk versierde altaar dateert uit 1684. U kunt ook het Hauptmannkruis naast de kapel ontdekken, gegraveerd met inscripties in het Frans en Duits ter nagedachtenis van Arnold Hauptmann (1566) Het aquaduct langs de weg naar Goé werd gebouwd om Verviers van water uit de Gileppe te voorzien.
Onze wandeling verrek in het centrum en we komen langs de kapel en het kruis. We wandelen door de prachtige natuur en ook langs eeuwen oude hoeven. Dan komen we langs een prachtige kapel, op 11 september 1944 werd de kapel geraakt door een obus van een tank van het 1ste Amerikaanse leger. In een hevig gevecht om het stadje Limbourg in 1947 werd de kapel heropgebouwd. Weer wat verder met een mooi panorama op het stadje Limbourg, de kerk tussen het groen op de helling. Dan weer verder we komen zo Goé binnen met een zicht op de Sint-Lambertuskerk met de gedraaide torenspits.
Een gedraaide toren(spits), getordeerde of schroefvormige toren(spits) is een toren waarvan de spits in spiraalvorm gedraaid is. Deze is doorgaans gedekt met leien. Er zijn ongeveer honderd torens van dit type in Europa bekend. In België zijn er zo 10 gekend. Zij zijn lid van de vereniging Les clochers tors d'Europe. In 2003 was een honderdtal torens geregistreerd bij de vereniging Les clochers tors d'Europe.
Goé, gelegen aan de voet van de Gileppe-dam en aan de poorten van het Hertogenwald, is een van de oudste en meest pittoreske dorpjes in de regio die zijn authenticiteit heeft behouden sinds 1145 maakte de "villula" van Goé deel uit van de abdij van Rolduc. Op dit moment zijn er nog steeds oude gebouwen bewaard in het dorp. Goé ontwikkelde zich vooral dankzij de houtindustrie vanwege de nabijheid van de bossen van het Hertogenwald. Verder met onze tocht langs weilanden en boerderijen, dan het bos in. Een heel eind door het bos met veel verschillende loofbomen. Dan komen we in Foyr. Verspreid zijn huizen in het midden van weilanden omzoomd met heggen , Foyr is een landelijk gehucht bestaande uit vele oude boerderijen vaak gebouwd met zandsteen en bestaande uit een hoofdgebouw, een stal en een schuur. Verschillende boerderijen zijn nog steeds actief. Wat we ook tegen komen zijn kruisen. Er zijn een half dozijn kruisen in het gehucht. Foyr betekent: gebouwd onder de bladeren. Komt zeker van de tijd dat het woud nog uitgebreider was. Verschillende huizen hebben hoge heggen die de huizen tegen de koude beschermen. We wandelen verder en nog en eind door het bos en dan zijn we terug in Hevremont – Village een prachtige wandeling met veel onverharde wegen en natuur.
MARCHE DE JOUR. / MARCHEURS DU CHATEAU VERT DE HUY. / SOLIERES – HUY. 27/04/2019
MARCHE DE JOUR.
MARCHEURS DU CHATEAU VERT DE HUY.
SOLIERES – HUY.
We vertrekken met onze wandeling op “Le chateau vert” de club werkt hand in hand met de school van Château Vert Ben-Ahin. Deze school verwelkomt kinderen en tieners met een lichamelijke of geestelijke handicap. Alle voordelen van onze club gaan naar het voordeel van deze prachtige school. Het domein waarop de school zich bevind is het kasteel of de abdij van Solières.
Het kreeg de bijnaam 'Heureux Abri' (gelukkige toevlucht) en maakt deel uit van een domein dat de zetel was van een onafhankelijke en gemengde gemeenschap van de monniken van Saint Augustin (van 1230 tot 1261) en de zusters van Saint Bernard (van +/- 1230 tot het einde van de 18e eeuw). Het gaf onderdak aan een instituut voor mensen met een fysieke of mentale handicap. Het gebouw werd opgetrokken in de 17e eeuw op de locatie van een van de vleugels van het oude klooster en een eeuw later verbouwd tot kasteel. Het biedt het uitzicht van een classicistische constructie met twee verdiepingen en een hoge onderbouw. De gevel kreeg een uitbouw waarvan de centrale travee, met rocaille motieven, er uit springt. Een fronton versierd met vlechtwerk en de wapens van de familie Desoer, een mansardedak, en een campanile met een koepel bekronen het geheel. De uiterste traveeën onderscheiden zich op dezelfde manier. Vlakbij verrijst een Vierkants hoeve uit de 17e en 18e eeuw. Zij bestaat uit een hoofdgebouw dat de twee binnenpleinen scheidt, die met elkaar verbonden zijn door een barok portaal. Drie veestallen en een schuur vormen twee van de vleugels van de Vierkants hoeve. Een gebouw met een monumentaal portaal en twee bijgebouwen sluiten de binnenpleinen af. In het park staat een eenzame ronde toren. Waarschijnlijk was het in de 17e eeuw een duiventoren. De molen wordt vermeld vanaf 1262. Hij werd herbouwd in de 17e en 18e eeuw en bleef in werking tot 1935. Hij heeft een rad waarvan de bewaard gebleven machinerie in werking werd gesteld de aanvoer van water uit de vijver van het kasteel.
We vertrekken op het domein en dan verlaten we het en wandelen de velden in. Landbouw komt hier nog veel voor alsook de veeteelt. Dan komen we in Coutisse. Door het golvend landschap is het genieten van de zichten. De koolzaad velden staan reeds in bloei en dat geeft prachtige gele zichten in het veld. Dan weer verder langs boerderijen en stallingen. Dan wandelen we door en prachtig stuk natuur met gele brem. Prachtig stuk natuur en wel met eens stevige klim boven wanneer je achter je kijkt een ongelofelijk panorama. Verder een eindje bos en dan weer een stuk weiland in het golvend landschap. Zo komen we in Thienogrives hier opmerkelijke gebouwen, zoals de "Cense de Thienogrives" (getuigd uit de 17e eeuw), en de Ferme du Champs de Bousalle. (16e tot 18e eeuw). Het dorp staat bekend voor het fokken van Ardense trekpaarden. Dan wat verder komen we terug in Solieres. Enkele mooie oude gebouwen en dan komen we aan “la cense de Solieres” ligt op de hoogten van Ben-Ahin , tussen Andenne en Hoei . Dit is een oud herenhuis uit de XIVde eeuw. De toren is het oudste gedeelte en het aangebouwde huis is uit de XVII de eeuw. Dit gebouw is geclassificeerd. Het gebouw is momenteel eigendom van de familie Surlemont gedurende drie generaties. Verder komen we aan de Eglise Notre-Dame is een neogotische kerk uit 1858. Dan dalen we af naar “la chapelle Sainte Eutrope” met aan de voet van de kapel een bron. Nog even verder en komen langs de Molen van de abdij en dan door het park langs het kasteel en boerderij. Het kasteel is in staat van verval ervoor ligt een grote vijver, de boerderij ziet er beter uit dan komen we terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling in een prachtige natuur.
Vandaag eens een wandeling niet bij een wandelclub maar een wandeling georganiseerd door ons schoonbroer Jos. We vertrekken in Jesseren aan de voetbalkantine. Jesseren is gelegen op de grens van Vochtig en Droog-Haspengouw, tussen het hoger gelegen Massief van Borgloon in het westen, en het Massief van Overrepen in het oosten. De hoogte varieert van 60 tot 110 meter. In het zuiden en oosten wordt Jesseren begrensd door de Marmelbeek (ook: Motbeek), en in het westen door de Sint-Annabeek. Het landschap is, zowel door het reliëf als door de vele aanwezige boomgaarden, tamelijk besloten. We wandelen vandaag met Jozef, Heidi en de kids. We verlaten het voetbalveld en wandelen dadelijk de velden in. We wandelen door een nieuw stukje natuurreservaat en dan wandelen we naar het wandelgebied Zammelen. Het gebied tussen Gors, Zammelen en Jesseren is een groene schatkamer van natuur. Natte natuur met poelen en orchideeënweiden wisselen met prachtige hellingbossen en fruitgaarden.
Een prachtige beschrijving van de wandeling in Zammelen.
In het agrarische Zuid-Limburg, in de buurt van de scheiding tussen Droog- en Vochtig-Haspengouw, ligt boven op een helling een piepklein kerkdorpje, Zammelen, omgeven door een waardevol stukje natuur. Hier in de vallei van de Mombeek ligt een gebied dat je op elk tijdstip van het jaar verbaast met zijn buitengewoon rijke en bijzonder gevarieerde natuur. Het natuurgebied draagt dezelfde naam als het dorpje boven op de helling: Zammelen. Hier kan je het mooiste zien wat de Mombeek in petto heeft: een prachtige variatie aan poelen, hoogstamboomgaarden, helling- en moerasbosjes in de omgeving van de kronkelende Mombeek. Een beboste kloof is de oude spoorweg van Tongeren naar Sint-Truiden die nu als fietspad fungeert.
De hoogstamboomgaarden rond Zammelen worden bevolkt door eikelmuizen, dassen en een schare van vogels zoals bonte spechten, gekraagde roodstaarten, grauwe vliegenvangers en steenuilen. De eikelmuis is, adoptiesoort van de gemeente Kortessem, is relatief goed bekend als ‘de fruitrat’ of ‘het slaperke’. In de omegving van het gebied waren er waarnemingen. In 2007 werden 15 eikelmuiskasten opgehangen in Zammelen, waarvan 1 sporen van eikelmuis opleverde. In 2012 werd het natuurgebied verbonden met de voormalige spoorwegzate Borgloon-Tongeren door om de 100 meter een eikelmuisnestkast op te hangen. Een jaar later werden enkel ‘krakers’ als bewoners genoteerd: eekhoorn, bosmuis. Voorjaarsbloeiers zoals daslook en slanke sleutelbloem tooien de bodem van het bos in de lente. In de omgeving van de poelen geurt watermunt. We ontdekken de prachtige natuur. In de natuurgebieden volg je enkele plankenweggetjes, kom je enkele trappen tegen en moet je door voetgangerssluizen. Een keer moet je een begroeid talud afdalen, steil naar beneden en zonder pad. We wandelen verder en tussen de plantages is de rustpost. Deze is bemand door mijn zus. Daarna wandelen we weer verder en de avond begint al te vallen en geef mooie luchten. We komen in het natuurgebied Herkwinning, in de vallei van de Mombeek, is de das de belangrijkste bewoner. We zijn langs een bijzondere mooie gerestaureerde Hoeve Herkwinning. Weer verder met de tocht en komen in het natuurgebied Sint-Annavallei over lijn 23. Deze spoorlijn werd in 1879 geopend om voor de afvoer van appelen en peren te zorgen. Na de tweede wereldoorlog, met de opkomst van het vrachtvervoer, werd de lijn gesloten en al meer dan dertig jaar is de spoorlijn ontmanteld. Tegenwoordig doet de lijn dienst als fietspad, en dan komen we aan het kasteel en het station van Jesseren. Het kasteel van Jesseren bezit een Parkje in landschappelijke stijl van ongeveer 1 ha, aangelegd rond 1900 bij een sobere villa, gebouwd door de uitbater van de naburige stroopfabriek Lowette. En op het stationsplein staat het enigste overgebleven station van de fusie Borgloon. Van hier uit terug naar de voetbalkantine waar de wandeling eindigt.
MARCHE SOUVENIR PAULA THUNUS-MASSON. / WANDERFALKEN WEYWERTS. / ELSENBORN. 22/04/2019.
MARCHE SOUVENIR PAULA THUNUS-MASSON.
WANDERFALKEN WEYWERTS.
ELSENBORN.
Vandaag een speciale wandeling georganiseerd door de Wanderfalken van Weywerts en nog een andere Waalse club als herdenking aan een wandelvriendin en haar zuster die gestorven zijn aan een zeldzame kanker. De opbrengst van de wandeling zal naar het fonds voor onderzoek van deze kanker gaan en als eerbetoon aan beide zusters. We starten met onze wandeling in Elsenborn. is een van de hoogst gelegen dorpen in België. Hier bevindt zich op 635 m het hoogste punt van de gemeente. Aan de rand van dit bosrijke gebied stoot de wandelaar telkens weer op verborgen dalen, historisch interessante ruïnes en ongerepte bossen. Het dorpen en zijn naaste omgeving kwamen pas echt tot leven aan het eind van de 19de eeuw, dankzij de spoorweg en het militaire kamp. We wandelen nu het mooie landschap binnen en volgen een eind een skipiste. Zo wandelen we langs het militaire kamp en op de omloop staan verschillende infoborden. Het Militair Kamp, gesticht in 1894 onder Pruisische heerschappij, en later in het bezit gekomen van het Belgisch leger. Het is vandaag een van de grootste militaire oefenterreinen in België. Het werd sterk beschadigd onder de Duitse bezetting tijdens de tweede wereldoorlog, toen het de Duitsers als gevangenen- en arbeidskamp voor Russische soldaten diende. Een klein kerkhof herinnert aan de soldaten die er hun leven lieten. We wandelen verder hebben verschillende mooie panorama’s op het militair domein, de info borden spreken ook over de Bärwurzweise het zijn weilanden en landschappen door de eeuwen heen geschapen door de mensen en na het kappen van de bomen hebben de inwoners tijden lang de weilanden gemaaid, hierdoor kunnen hier tot meer dan 130 soorten planten voor komen. Een rijke planten rijkdom met het daaraan verbonden rijke dieren leven en zeker de verscheidenheid van vlinders. Verder met onze tocht. De streek rond Elsenborn is ook gekend voor zijn vele narcissenweiden. Deze komen we ook tegen op onze wandeling ze zijn nog steeds mooi. Een koninginnenpage kruist ons pad toch mooi zulke grote vlinders. Wat verder wandelen we Elsenborn dorp binnen. War onze rust post is, na de rust weer verder en nog een eindje door het dorp met zijn typische Eifel huizen. Dan wandelen we het dorp uit en terug langs weilanden en heggen op vele plaatsen staan narcissen in de weilanden en wat een prachtig zicht de gele vlakken in het groen. Dan komen we in Berg, werd voor het eerst vermeld in 1531 met de naam: Uffemberg. Er stonden toen drie huizen. Het dorp is waarschijnlijk pas in 1529 gesticht. We komen langs de kapel werd gebouwd in 1959 en ingezegend in 1962. Het natuurstenen kerkje heeft een aangebouwde toren onder zadeldak. Wat verder komen we aan het meer van Butgenbach. Het Meer van Bütgenbach is een stuwmeer op de rivier de Warche. Het meer ligt op het grondgebied van de gemeente Bütgenbach en heeft een oppervlakte van 120 hectare (of 1,2 km²). De dam werd aangelegd van 1929 tot 1932 en heeft een hoogte van 23 m. De centrale kan jaarlijks ongeveer 2,2 miljoen kWh energie leveren en wordt uitgebaat door Electrabel. Wij wandelen over de dam waardoor je kunt zien hoe groot dit meer wel is. Een eindje wandelen we langs de Warche. Dan komen we aan in Nidrum een dorpje met wat mooie vakwerkhuizen en een paar mooie perkjes met infoborden met oude foto’s van het dorp. Dan komen we aan de kerk, in 1720 werd de kapel ingezegend. Deze was gewijd aan het Heilig Kruis en de Heilige Driekoningen. Het is niet bekend wanneer de Heilige Driekoningen als belangrijkste patroon werden aangewezen. In 1861 werd de kapel van een naast gebouwde toren voorzien. Deze heeft een vierkante plattegrond, is bedekt met leien en voorzien van een tentdak. De eigenlijke kerk is een éénbeukig bouwwerk onder wolfsdak. Nog langs een paar mooie huizen en dan weer een eind door de velden tot we terug in Herzebösch zijn de hal waar w evertrokken. Een mooie en aangename wandeling met veel mooie natuur.
BORGLOON DE PAREL VAN HASPENGOUW.Borgloon word de Parel van Haspengouw genoemd en dat is een terechte titel. De Loonse Tsjaffeleers organiseren hun Bloesemwandeling vanuit het College. Wij vertrekken met de wandeling aan de controlepost op de stationsstraat. Wandelen deze af langs het prachtige charme hotel Copis. Deze herenwoning is onlangs omgevormd tot een hotel en het is een pareltje in de stationsstraat we wandelen verder en komen aan het gerestaureerde STOOMSTROOPFABRIEK. Eindelijk na 13 jaar is de restauratie gedaan en is het prachtig geheel geworden met het Fruit belevingscentrum. Dan wandelen we het Fruitspoor op. Deze spoorbeding betekende voor Borgloon en Haspengouw veel, het maakte het mogelijk om het fruit naar alle windstreken te vervoeren en langs deze spoorlijn 23 ontstonden stroopfabrieken, in Borgloon zelfs 3 in de stationsbuurt en ook in Jesseren aan het station kwam er eentje. We wandelen over het historische fruitspoor en komen zo in Colen Kerniel. Gelegen op de helling van de vallei staat het prachtige Klooster-Abdij van Colen waar nu nog zuster wonen en leven. Ook staat hier het kunstwerk van Aeneas Wilder. De ronde constructie met een prachtig uitzicht van 360° wordt afgelijnd door uniforme verticale houten balken. Het kunstwerk betreden is een speciale ervaring die doet denken aan rondwandelen in een klooster. Het werk functioneert als een lens waardoor de bezoeker zijn gedachten en emoties kan focussen met het landschap van Kerniel als achtergrond. Wat verder hebben we een prachtig zicht op Kerniel en de Parochiekerk Sint-Pantaleon . We wandelen verder en komen langs een prachtige kersenplantage waar deze volop in bloei staan, dit is bloesemtijd in Haspengouw. Hier kunnen we prachtige beelden gemaakt worden dan weer verder we komen zo in de velden met laagstamplantage. De appelbomen staan nu op zijn moois in bloei wat een prachtige bloesems. We wandelen verder door de velden en komen zo terug in Borgloon waar we aan het College komen; waar de inschrijvingen zijn. Wij nemen hier onze rustpost. Na de rust wandelen we naar Bollenberg. In het Vlaams natuurreservaat De Bollenberg kan je genieten van typisch Haspengouws landschap. Tijdens een wandeling doorkruis je hoogstamboomgaarden, open graslanden en zonrijke hellingen met bronnen, poeltjes en bossen. Het stadje Borgloon en het prachtige Haspengouwse landschap zorgen voor een geslaagde natuuruitstap. Wanneer de bloesems van de fruitbomen in bloei staan, lijkt het alsof de bomen hun fleurigste lentejurk hebben aangetrokken. Zo word Bollenberg aan het publiek voorgesteld maar in werkelijkheid is het nog veel mooier je moet het zelf beleven en ontdekken. We verlaten even het parkoers om langs de POPUP WIJNBAR IN DE BLOESEMS -GILDE DER LOONSE WYNLUYDEN te gaan.
Te midden van de bloesems van Haspengouwse fruitbomen, op een steenworp van het inmiddels wereldberoemde "doorkijkkerkje" baten wij onze pop-up wijnbar uit om de dorstigen te laven met onze overheerlijke, ambachtelijke wijn. U kan er proeven van onze Chardonnay (of een frisdrank) met wijdse vergezichten over Loonse akkers en fruitbomen die in volle bloesem staan. Als u dan toch langs het doorkijkkerkje passeert, kom gerust ook eens bij ons langs om een babbeltje te slaan en een proevertje doen. Het zal u zeker Lonen.
Wij proeven een Loons wijntje en dan gaan we even tot aan het wereld beroemde DOORKIJKKERKJE.
De doorkijkkerk is opgebouwd uit horizontale cortenstaalplaten, verbonden door gelaste vierkantige plaatjes. Het geheel is op een betonnen fundering ingeschoven in het glooiend Loonse landschap. De vorm verwijst naar het archetype van de West-Europese kerk. Dit aan een wandelpad gelegen "kerkje" komt zeer bevreemdend over. Naarmate men dichterbij komt, blijkt geleidelijk dat het geen kerkje is. Het "gebouwtje" is, door het gebruik van horizontaal geplaatste staalplaten, min of meer transparant, vandaar de naam van het kunstwerk. Deze transparantie blijkt temeer als men het "kerkje" betreedt.
Honderden mensen komen dagelijks het kunstwerk bezoeken en ook vandaag is er veel volk rond het kerkje. Wij keren terug naar ons parkoers. En we wandelen verder tot we weer terug in het centrum zijn en vandaaruit gaan we terug naar ons vertrek waar onze wandeling in het Land van Loon eindigt. Spijtig dat we vernemen dat dit de laatste bloesemtocht van de Loonse Tsjaffeleers is ze houden op met bestaan eind augustus.
Stavelot ligt aan de Amblève, gevormd door de fusie van twee oude gemeentes: Francorchamps en Stavelot ligt in het hart van de Hoge Ardennen in een grote vallei gevormd door de Amblève en de Eau Rouge. Stavelot, een aangename stad met geplaveide straatjes, een gezellig plein, antracietkleurig leien huisjes, wat vakwerk en heuvels die de stad omringen. Een prachtig groen decor. Stavelot is een mooi oud dorpje in de provincie Luik. Onder de vleugels van de abdij werd het aan het begin van de middeleeuwen gesticht om het omliggende gebied te kerstenen. Samen met het nabijgelegen Malmedy vormde het een bestuurlijk geheel. Het dorp aan de rivier de Amblève dankt zijn bestaan vooral aan zijn abdij. In de 11e eeuw kwam de stad tot grote bloei en bracht de abdij verschillende kunstwerken voort. Een van de Bijbels die in Stavelot vervaardigd werd is nu zelfs te bewonderen in het Britisch museum. Het oude centrum van Stavelot bestaat voornamelijk uit mooi gerestaureerde 18e eeuwse huizen. Er is een prachtige oude kerk die op de lijst van beschermd erfgoed in België staat en een leuk marktplein. Het is op de terrassen aan de rivier of op het oude marktplein dan ook zeer sfeervol en prima toeven. Wij wandelen een eindje door de stad en dan verlaten we het en wandelen door fijne natuur tot we aan “Point de Vue de Ster” komen een prachtige zicht heb je hier op de omgeving. We wandelen door dit prachtige stuk natuur en we klimmen tot we boven aan de zetellift zijn van Coo. Een hele beklimming maar de beloning is geweldig een zicht op Plosa Coo en de waterval met een zicht op het meer. Nu begint het de afdaling naar Coo. We nemen even de tijd om aan de waterval even pauze houden. Dan weer verder. We komen zo voorbij het monument voor de 38 slachtoffers van de Duitse SS in december 44. In een oude prachtige hoeve is controlepost waar we even blijven om op adem te komen. Dan verder komen we terug in Stavelot. Langs de abdij van Stavelot. Deze prachtig gerestaureerde abdij is wel het gezicht van het stadje. De abdij werd al 648 gesticht met als bedoeling de naburige barbaren te bekeren tot het Christendom. In de loop van de tijd werd de abdij en zeer belangrijk religieus ,maar ook bestuurlijk centrum in de regio. De Abdij werd in de 19e eeuw herbouwt ,maar de oude middeleeuwse resten zijn nog steeds te bewonderen naast de nieuwe abdij. De “nieuwe” abdij huisvest drie verschillende musea. Een museum over het racen op Francorchamps, een museum over het prinsdom Stavelot-Malmedy en het Guillome Apolinaire museum over deze streekdichter. Aan de gevel van de huizen hangen beelden van het broederschap de Blancs Moussis. Een hoofd met een lange rode neus en een witte kap.
EEN BEETJE GESCHIEDENIS 1502 : oprichting van de broederschap de Blancs Moussis. De regerende prins-abt verbood zijn monniken om aan de carnavalfeestelijkheden deel te nemen. De menigte riep de vrolijke en betreurde aanwezigheid van de monniken op door zich uit te dossen met een monnikskap en een kapmantel ter imitatie van de kleding en de kleur van de monnikspijen. Na nieuwe verbodsbepalingen bleef enkel een wit tenue over, dat redelijk goed op een monnikspij lijkt. Een vrolijk masker met een lange neus maakte de potsierlijke uitdossing compleet. Alhoewel deze legende vandaag algemeen aanvaard wordt waarheid te bevatten, kreeg ze pas in 1947 concreet gestalte in de vorm van een broederschap, dankzij Walter Fostier, soms ook wel de grondlegger van deze pseudo-historische fantasie genoemd. Als vriend van Stavelot en van de plaatselijke folklore, lag hij in 1950 aan de wieg van de oprichting van een Ere ridderorde, die een verbazingwekkende trotse zelfverzekerdheid tentoonspreidt.
Zo komen we terug in de school waar de wandeling vertrok. Een mooie en aangename wandeling.
Het dorp bestaat uit de woonkernen Rocherath en Krinkelt en is het hoogst gelegen dorp in België: 650 m boven de zeespiegel. Van het noordwesten tot het oosten is het omgeven door groene bosgebieden. Rocherath-Krinkelt ligt in het Duits-Belgische Natuurpark Hoge Venen-Eifel. De valleien, bijvoorbeeld de Holzwarchevallei, zijn beschermde natuurgebieden. In het voorjaar bloeien er duizenden wilde narcissen.
Getuigen van vervlogen tijden
Hagen en heggen vervulden vroeger een belangrijke rol in de landbouw. Ze werden door boeren geplant in de buurt van het dorp als omheining van akkers en weilanden. In bepaalde streken, zoals hier rondom Rocherath, heeft het heggennetwerk zich in het begin van de 20e eeuw uitgebreid. Met de industrialisering van de landbouw ging sinds de jaren 70 een deel van de heggen verloren. Vandaag de dag zijn heggenlandschappen een belangrijk bestanddeel van historisch gegroeide cultuurlandschappen. Vandaag komen we om het wonder van elke lente te bekijken het bloeien van de narcissen. In de valleien van de Eifel en de Ardennen liggen enkele van de belangrijkste schuilplaatsen van de gele wilde narcissen en de vele narcissenweides. In het voorjaar tussen april en mei is het genieten van een prachtig natuurschouwspel als de meer dan 10 miljoen helgele bloemen in bloei staan. We komen aan in het dorpje en vinden vlug een parking aan het begin van de wandeling. Vanaf de parking volgen we het bordje ‘Holzwarchetal’ (een asfaltweg). Aan de rechterkant stroomt de Holzwarche en we zien onmiddellijk waarom we naar hier gekomen zijn. We proberen aan de verleiding te weerstaan om hier te blijven kijken en zetten de wandeling voort. Eén en al bloemenpracht. We wandelen door het HOLZWACHETAL.
Het Natuurreservaat Holzwarchetal varieert qua hoogte tussen de 560 en 650 meter boven zeeniveau. Het gebied ontleend zijn naam aan de rivier de Holzwarche, die ontspringt vanaf een nabijgelegen plateau in de buurt van de plaats Losheimergraben, op een hoogte van 660 meter. Het gebied staat bekend om zijn botanische rijkdom. In de eerste helft van april zijn er duizenden wilde narcissen (Narcissus pseudonarcissus) te zien in de extensieve graslanden langs de Holzwarche. Dit tafereel trekt jaarlijks vele bezoekers aan. Vanaf de tweede helft van mei zijn er andere interessante planten te vinden zoals de bergcentaurie (Centaurea montana), bergvenkel (Meum athamanticum) en adderwortel (Persicaria bistorta).
Wij nemen ruim de tijd om van dit alles te genieten en te bewonderen het is een natuurwonder. Hele weilanden, valleien vol met narcissen zo mooi. We komen hier zeker volgend jaar terug om deze natuurpracht te bewonderen.
OKRA is de vereniging van de gepensioneerden. Ze organiseren eens per jaar een bloesemwandeling. Vandaag vertrekken we vanuit Bommershoven. De oudste schriftelijke vermelding, als Womershove, dateert van 1314. De naam bestaat uit een (Frankische) -hoven uitgang en een eigennaam, wellicht Bomar. Begin 20e eeuw werden nabij de Wilderstraat resten van een Romeinse villa opgegraven. Ook de kasteelhoeve Tenhoven, ten zuidoosten van Bommershoven aan de Mombeek, zou oorspronkelijk een Galloromeins domein geweest zijn, dat later door de Franken in bezit werd genomen. In 773 kwam dit goed aan de Abdij van Corbie, die er een proosdij vestigde van waaruit de bezittingen van deze Abdij in deze streken werden bestuurd. In 1971 verloor Bommershoven zijn zelfstandigheid als gemeente. Er werd een nieuwe fusiegemeente gevormd die bestond uit de dorpen Bommershoven, Haren, Piringen en Widooie. Het was het dorp Haren dat zijn naam aan de fusiegemeente gaf. Reeds in 1977 werd de nieuwe gemeente opgeheven. Bommershoven met Haren werd een deelgemeente van Borgloon terwijl Piringen en Widooie bij Tongeren werden gevoegd. We vertrekken met de wandeling in het cultureel centrum; het vroegere stroopfabriek van Lowette. We wandelen al vlug het veld in naar Widooie. We komen langs de bloeiende hoogstambomen, prachtig de bloesems in Haspengouw. Dan wandelen we naar het Kasteel van Widooie. Het kasteel is gelegen aan de Kasteelweg. Het kasteel ligt ten westen van de dorpskern nabij de bron van de Mombeek. Het Kasteel van Widooie is een kasteelhoeve en vormt een gesloten geheel bestaande uit vier vleugels rondom een rechthoekige binnenplaats. Het kasteel is deels van een gracht voorzien en wordt omringd door een park aan de zuidzijde en weilanden aan de overige zijden. Het hoofdgebouw bestaat uit drie delen; het poortgebouw, het woonhuis en het stallencomplex. Het poortgebouw in de westelijke vleugel telt twee bouwlagen en is opgetrokken in baksteen. Het gebouw wordt bedekt door een zadeldak en is voorzien van hoekbanden, spekbanden en vensteromlijstingen uit mergelsteen en gekrulde muurankers ter versiering van de gevel. In de onderste bouwlaag bevindt zich een korfboogpoort die voorzien is van een rechthoekige omlijsting in kalksteen. Centraal boven de poort is eveneens in kalksteen het wapen van Richard Vaes gehouwen, deze beeltenis dateert uit 1662. Het woonhuis is gelegen aan de zuidzijde. Het bakstenen gebouw telt twee bouwlagen en is negen traveeën lang. Deze vleugel wordt bedekt door een zadeldak, echter, boven de travee grenzend aan de westelijke hoektoren bevindt zich een schilddak. Net als bij het poortgebouw worden hoekbanden, spekbanden en vensteromlijstingen uit mergelsteen en gekrulde muurankers gebruikt om de gevel te versieren. Het uitzicht van het woonhuis is het resultaat van grondige aanpassingswerken in de 18e eeuw. De vierkante hoektoren op de aansluiting van het poortgebouw en het woonhuis telt drie bouwlagen en wordt bedekt door een tentdak bekroond met een vierzijdige dakruiter. Het stallencomplex bestaat uit twee gebouwen die gelegen zijn aan de oostelijke en de noordelijke zijde van het complex. De noordelijke vleugel betreft een dwarsschuur uit de 17e eeuw opgetrokken in baksteen en bedekt wordt door een zadeldak en waarvan de zijgevel trapsgewijs versmalt naar boven toe. De oostelijke vleugel is betreft eveneens een bakstenen gebouw voorzien van een zadeldak. Beide vleugels dateren uit de 17e eeuw. In 1559 werd het kasteel van Widooie door abt Karel I van Bourbon van de abdij van Corbie in erfpacht gegeven aan Godfried van Bocholt, heer van Grevenbroek. In 1588 komt het kasteel in bezit van Hendrik Vaes. Na de Franse revolutie kwam het kasteel in het bezit van verschillende families zoals de families Grisard, Blochaise, De Coen, Van Aken en de Schaetzen. Historisch gezien is het kasteel van Widooie sterk verbonden met het nabijgelegen kasteel Terhove. Wat verder komen we aan het Kasteel Terhove, kasteel op domein van voormalige proosdij. Oorspronkelijk lag hier een Romeinse villa. In de Middeleeuwen was hier een proosdij van de Abdij van Corbie gevestigd van waaruit de abdijgoederen in de omgeving werden bestuurd. Het hoge bakstenen poortgebouw met zadeldak bevat een wapenschild en de vermelding anno 1723. De deurlatei draagt het opschrift In Concordia Humilitate (1759). We laten het kasteel achter ons en wandelen d edreef af en zo wandelen we terug naar Bommershoven. Langs het kasteel van Bommershoven. Het Kasteel van Bommershoven, gebouwd in 1761 in rococostijl, ligt naast de dorpskerk. Het werd gebouwd op de plaats van een vroegere pachthoeve en brouwerij. Dit kasteel, eigenlijk een herenhuis, werd gebouwd van 1759-1761 door Marcel-Gérard Magnée uit Luik. Oorspronkelijk bestond het uit drie losstaande vleugels, namelijk een L-vormig herenhuis en twee dienstgebouwen. Eén daarvan werd begin 19e eeuw gesloopt. Het andere werd in de 2e helft van de 19e eeuw ingrijpend verbouwd. Een nabij het park aanwezige hoeve werd gesloopt en het terrein werd bij het park gevoegd dat in dezelfde tijd in de huidige vorm werd aangelegd en voor een deel in formele stijl, voor een deel in Engelse landschapsstijl werd uitgevoerd. Het herenhuis, is een L-vormig bakstenen gebouw, rood geschilderd en met een bewaard gebleven interieur in rococostijl. Er zijn nog betegelde schouwen, een schouw met stucwerk en een schilderij van de heer Magnée in de eetkamer. Ook is er een achthoekig salon met muurschilderingen door Italiaanse kunstenaars. Daarnaast bevat het huis een bibliotheek. De huidige dienstgebouwen, een aan het herenhuis vastgebouwd, U-vormig complex vormend, stammen uit de 2e helft van de 19e eeuw, maar de vleugel aan de straatzijde, met poort, is mogelijk een dwarsschuur geweest met een kern uit de 18e eeuw. We wandelen verder en komen langs Cafe de Ware Vrienden. En dan zijn we terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling in “het Land van Loon”.
32E MARCHE DE LA MOLIGNEE. / LES DJALES D’ANHEE. / ANHEE.14/04/2019
32E MARCHE DE LA MOLIGNEE.
LES DJALES D’ANHEE.
ANHEE.
Het landelijke Anhée ligt in een bebost gebied langs de rivier de Maas, aan de westoever, halverwege tussen de steden Profondeville en Dinant. Het riviertje de Molignée stroomt door de gemeente en mondt er uit in de Maas. Het baljuwschap van Montaigle was een vrij landelijke en bosrijke streek. Er waren hier geen echte steden. Alleen Anhée lijkt in het verleden door haar ligging aan de Maas en de metaalbewerking enig economisch belang gekend te hebben. De streek kende wel een aantrekkingskracht op kloostergemeenschappen. In de bossen van Sosoye werden in de 19de eeuw de abdijen van Maredsous en Maredret gesticht. Tot het einde van de 18de eeuw was er ook een abdij vlak bij Anhée met de naam "Moulins". Hiervan rest alleen nog de hoeve en het abtenhoofdkwartier. We vertrekken en al vlug wandelen we de mooie natuur binnen. Bossen en weilanden wisselen af en dan komen we in Haut-Le-Watia. met een kerk en museum, spijtig is het museum niet open. Van 12 tot 14 mei 1940 was het dorp Haut-le Wastia en de omgeving het middelpunt van een strijd waarin de Franse en Belgische soldaten hun uitstekende moed toonden. Het dorp werd tot twee maal toe veroverd (50 Duitsers werden krijgsgevangenen gemaakt) met het verlies van veel mannen. Het laatste verzet werd gebroken op 14 mei door vijandelijke tanks. Het gedenkteken en het museum vereeuwigen de herinnering, 8 ruimtes met thema's, historische objecten, poppen, diarama's, meditatieruimte, de luchtoorlog, de tankslag in Flavion, de forten van Namur en nog veel meer. Bij het verlaten van het dorp komen we langs het oorlogsmonument . we wandelen nu weer een heel eind door de velden en weilanden. Zo komen we aan de “Fermes de Grange” gelegen in het veld op een hoogte met panorama’s die je doen dromen is deze oude boerderij een bijzondere plek de gebouwen uit de XVII en XVIII eeuw. Hier is onze rustpost op de binnenkoer is er een klein lokale markt. Na de rust weer verder en komen in Senenne is een gehucht van Anhée. Gelegen op de hoogten op de linkeroever van de Maas , twee kilometer ten zuiden van het dorp Anhée op de weg van Grange, is het beperkt tot een paar gebouwen, waarvan sommige erg oud zijn. Ook hier een prachtig kasteel. Chateau de Senenne is een prachtig gebouw met een gebouw in lokale steen en het kasteel zelf is opgetrokken in rode bakstenen. Wat verder komen we terug op ons vertrek. Het is een prachtige tocht met verschillende prachtige oude gebouwen en een omgeving om trots op te zijn. Prachtige wandeling.