MARCHE D'APRES-MIDI / MARCHEURS DU GEER / EBEN-EMAEL 22/08/2009.
MARCHE DAPRES MIDI
MARCHEURS DU GEER.
EBEN-EMAEL.
Eben Emael grenst aan Limburg en is de eerste Waalse gemeente. Prachtige wandelingen kun je er maken, langs het Albertkanaal en aan het Fort. Wij wandelen door het natuurreservaat Le Thier à la Tombe gelegen aan de Sint Pietersberg.
Wij wandelen langs de hoge wanden met mergel met zijn speciale planten. Hier ook weer de grotten waar mergelblokken gezaagd werden, nu zijn het reservaten voor vleermuizen. Wat verder komen we langs een tumulus waar een groot kruis opstaat.
Dan weer verder op de prachtige wandeling. Nog even en we zijn op het militair domein van het Fort van Eben - Emael. Dit fort heeft een hele geschiedenis en is te bezoeken op dagen. De wandeling op en rond het fort is altijd weer een hele belevenis. Deze plaats werd zeer bekend tijdens de strijd op 10 mei 1940 toen een klein team van Duitse paratroepers de artillerie van het fort in minder dan 15 minuten onder controle kreeg.
Het fort van Eben-Emael (in het hart van de St. Pietersberg) Deze indrukwekkende positie, die een heuse ondergrondse stad omvat, was ooit het sterkste fort van Europa. Sterker dan de Franse Maginotlinie en de Duitse Westwall: dat was het beeld van het fort Eben-Emael in 1939. Het Belgisch leger plantte deze kolos neer in de periode 1932-1935 om een zwak punt in de Belgische defensie tegenover Duitsland te versterken: de invalswegen in de buurt van Maastricht. Eben-Emael is een reus onder de forten. Verspreid over een oppervlakte van 75 ha (150 voetbalvelden) liggen 17 bunkers van uiteenlopende types die ondersteund werden door verschillende andere werken. Totale vuurkracht: 2100 kg. per minuut. De bunkers werden ingeplant zoals een slagschip: op het vlakke bovenplateau van de heuvel de lange-afstandartillerie; langs alle zijden onderaan de defensiebunkers, aangevuld met bijkomende versperringen. Een indrukwekkende natuurlijke verdediging versterkte het driehoekig fort nog: aan de oostzijde sneed het Albertkanaal door de heuvel, met verticale muren tot 60m. hoog; daarnaast een watergracht in het westen en een droge anti-tankgracht in het zuiden.
In de mergelberg, 60m. onder het hoogste punt, werd een ondergrondse kazerne gebouwd. Een ondergrondse stad die het garnizoen een beleg moest laten doorstaan: slaapzalen, keuken, machinekamer, douches, waszalen, hospitaal, waterput, voorraadkamers, enz. Een indrukkwekkend tunnelstelsel van 5.5 km. verbond alle bunkers met elkaar. Een garnizoen van 1.198 militairen diende het fort operationeel te maken. Militaire experts van verschillende landen waren het er op het einde van de jaren 1930 over eens. Dit was één van de sterkste forten van Europa.
Slechts één woord om het te typeren: onneembaar! Het fort is uitgegraven in een mergelheuvel met behulp van ervaring uit de mijnbouw. Grofweg gesteld bestaat het plan van het fort uit een driehoek met een basis van 750 meter en een hoogte van 950 meter. De totale oppervlakte van het militair domein van het fort besloeg 75 ha of 150 voetbalvelden. Eben-Emael is daarmee het grootste Belgische fort en één van de grootste fortificaties van Europa. Aan de oostzijde van het fort doorsnijdt het Albertkanaal de mergelheuvel waardoor er mergelwanden ontstonden met quasi verticale muren tot 60 meter hoog. Langs deze verticale muren stroomde dus het Albertkanaal en iets verder de Maas.
Wij verlaten het domein van het Fort en gaan terug naar ons vertrekpunt. Wij komen nog langs de watermolen en een klein natuurreservaat met vijver met groene kikkers en libellen, hier kunnen we even rusten en genieten van de prachtige natuur. Nog wat verder en we zijn terug aan ons vertrekpunt, een prachtige wandeling.
Borgloon telt wel enkele kastelen, 12 kastelen waken dominant op de heuveltoppen of verschuilen zich in de valleien. Stuk voor stuk juweeltjes die symbool staan voor een rijk verleden.
Onze wandeling vertrekt aan het Kasteel van Rullingen, is een waterkasteel uit de 17de eeuw, het domein Rullingen één van de 12 natuurgebieden in Limburg, een 13 ha grote domein omvat het kasteel met slotgracht een Franse tuin en een prakbos met oude prachtige bomen, een waardevolle hoogstamboomgaard met honderden hoogstamfruitbomen. En niet te vergeten een 1ha grote wijngaard.
De wandeling vertrekt aan de parking van het kasteel en we wandelen dan richting Berlingen, een klein dorpje met de Sint-Agathakerk werd gebouwd op een genivelleerd en deels artificieel opgehoogd terras . Deze kerk is gelegen op een noordwestelijke helling van de Herkvallei. Daardoor is er een niveau verschil tussen het ommuurd kerkhof op straathoogte en de kerkhofmuur langs de zuidkant dat overeenkomt met de noklijn van de woningen. Vanaf het belendend kerkhof heb je een fraai landschappelijk zicht op de Herkvallei en de historische kasteelsite Rullingen aan de overkant van het dal.
De Sint-Agathakerk is typerend voor een (neo)gotisch kerkje in gebakken natuursteen. Er is een opvallende contrast in bouwmaterialen en ouderdom. Bv. het gotische koor (13de- 14de eeuw) uit natuursteen en het neogotische, bakstenen schip (1851-1865). Tegen de zuidelijke kerkgevel vind je twee gaaf bewaarde grafmonumenten uit de 17de eeuw terug, het grafkruis van molenaar Thomas Devue en diens echtgenote Catharina Groven, en een grafsteen van het echtpaar Meugens-Van den Duwey. Tegenover de kerk staat nog één van de weinige vakwerkhuizen, deze word voor het ogenblik gerestaureerd en kun je goed zien hoe het houten gebinte eruit ziet.
Wij wandelen verder en komen aan de Oude Molen van Berlingen, op het riviertje de Herk, betond al in 1390. Hij werd een aantal keren herbouwd. Het huidig gebouw dateert van 1900. Sinds 1845 is de molen eigendom van dezelfde familie, met name Pexters. Op 26 oktober 1993 werden de molen en zijn omgeving beschermd. De molen is nog maalvaardig, maar werkt niet meer voor productiedoeleinden. Een groot gedeelte van de wandeling wandelen we door de prachtige plantage waar het fruit al aardig aan het rijpen, rode bessen, appelen en peren.
Ook wandelen we een eind over de oude spoorwegberm en komen zo aan het kasteel De Klee en zijn kasteelhoeve. Het kasteel De Klee ligt in een domein dat vroeger tot het patrimonium van de abdij van Herkenrode behoorde. Nu rest nog een herenhuis uit 1907 met 17de eeuwse hoektoren en een kwadraathoeve met wapenschilden die herinneren aan de vroegere banden met de abdij van Herkenrode.
Wij wandelen nog wat verder en komen zo terug aan het kasteel van Rullingen. Zo eindigt een prachtige wandeling in het land van Loon.
MARCHE DES ECHO'S / FOOTING CLUB FOSSES / ERMETON-SUR-BERT 16/08/2009.
MARCHE DES ECHOS
FOOTING CLUB FOSSES.
ERMETON-SUR-BERT.
De wandeling vertrekt aan het klooster, Monastère Notre-Dame sur Biert, aan de rand van het dorp Ermeton-sur-Biert. Het ziet er uit als een klein kasteel en er ligt een parkachtige tuin bij met grote statige bomen.
De geschiedenis van het complex gaat terug tot begin 14e eeuw. In de loop der jaren is er veel aan ge- en verbouwd door de elkaar opvolgende adellijke bewoners. De gemeenschap van Benedictinessen die er nu woont is nog vrij jong. Ze is in 1917 gesticht door een monnik van het nabijgelegen Benedictijnenklooster Maredsous. In 1936 hebben de zusters het kasteel betrokken. Hun sfeervolle kapel hebben zij in 1954 laten bouwen. De gemeenschap bestaat nu uit ruim twintig zusters, van vijf nationaliteiten. De voertaal is Frans, maar Vlaams en Duits wordt ook verstaan.
Wij verlaten het dorp en volgen een kleine beek die ons naar een prachtig goed leiden, een klein kasteel met een groot aantal vijvers, prachtig op de vijvers watervogels en eenden, kikkers en veel libellen, de vijvers zitten vol met vissen. Een prachtige omgeving om te wandelen. We wandelen verder en komen zo aan de controlepost in Biesmeree. Ook hier weer prachtige huizen in natuursteen, een heel eind over de oude spoorweg en dan komen we in Furnaux.
Prachtige zichten over het landschap met tussen de bossen in de verte de abdij van Maredsous. Wij wandelen nog wat verder en komen zo terug in Ermeton. De abdij komt weer in zicht en zo het einde van een prachtige wandeling.
In deze omgeving komen verschillende abdijen voor zo komen we langs de gebouwen van een voormalige abdij.
Ferme de labbaye de moulins
De Abdij van Moulins dateert van 1232 en werd aanvankelijk bewoond door de zusters van de Cisterciënzer Orde. In 1413 betrokken de monniken de abdij en werd Jean de Gesves als eerste abt aangewezen.
De abdij kende een bloeiperiode van meer dan 350 jaar en werd achtereenvolgens geleid door 25 abten. Weliswaar werd de abdij meermaals geteisterd door branden, plunderingen en verwoestingen, maar telkens opnieuw werd ze gerestaureerd. In 1578 bouwden de monniken een bloemmolen. Tijdens de Franse Revolutie werd de abdij tot militair hospitaal verbouwd. In 1797 werd de abdij verkocht aan een zekere Louis Rousseau. Hij liet de kerk afbreken en bouwt een kasteel.
In 1827 kocht Alphonse Jacquier de Rosée het hele domein en liet op een naburige grond koperfabrieken bouwen die tot 1978 in gebruik waren. Van de abdij blijven enkel wat resten over, de schuur en de boerderij daarentegen bleven bewaard. Het is een prachtige geheel de gebouwen van de boerderij, het kasteel en de gebouwen van de koperfabriek. Een heel mooi geheel. Wij wandelen rond deze prachtige plek om wat fotos te maken zo dat wij deze met jullie kunnen delen. Zo eindigt een prachtige wandeldag
15 augustus nationale wandeldag van de Fédération Luxembourgeoise de Marche Populaire F.L.M.P. Al verschillende jaren gaan we deze wandeling doen, omdat ze telkens weer ergens anders plaats vind. Zo leren we Luxemburg kennen. Junglinster is een aangenaam dorp gelegen tussen het uitgestrekte Grünewald en Klein Zwitserland. Landbouw is de hoofdbezigheid hier in en rond het dorp.
De kerk Saint martin is een fraai voorbeeld van Luxemburgse laat Barok. Een eigenaardigheid aan de buitenzijde van de kerk is dat sommige vensters als Trompe-l'oeil op de toren geschilderd zijn, is een schildertechniek die bedrieglijk realistisch aandoet. Het woord trompe-l'oeil is Frans en betekent letterlijk bedrieg het oog, of gezichtsbedrog .In het dorp staan verschillende grote boerderijen en alles heeft een gezellige rust over zich.
Wij wandelen het dorp uit de velden in. Landerijen, weilanden wisselen af en zo hebben we een prachtige wandeling met hier en dar een stevige klim. De grote rollen stro zijn een prachtig beeld in het landschap. Prachtig zicht is het wel een weiland met liggende koeien, op de achtergrond de rollen stro en dan ven verder de heuvel op stukken met bomen, toch heel mooi.
Wij wandelen toch ook een stukje door het bos wat zeker aangenaam is. Zo komen we Bierger, hier is een meeting van Volkswagen liefhebbers wij nemen een even de tijd om deze prachtige kevers te bewonderen, dan weer verder. Hier krijgen we een prachtige zicht over het prachtige landschap. Wij wandelen verder en komen zo weet terug in Junglinster. Een prachtige wandeling.
De abdij o.l.v. van Val-Dieu ligt in de streek van het land van Herve, als een oase van rust, op het grondgebied van de gemeente Aubel, in het oosten van België en hoort bij het bisdom van Luik. Gebouwd in het begin van de 13e eeuw, is ze het werk van cisterciënzermonniken van de Orde van Citeaux .
Achter de Abdij bevindt zich een monumentaal park uit de 18e eeuw dat geklasseerd als historisch monument. In het park staan 18 bomen die beschouwd worden als Waals erfgoed. De aanleg is van zo'n bijzondere stijl dat je er verschillende biotopen kunt terugvinden. Rekening houdend met dit bijzondere kader en de natuurlijke staat waarin het park is gerestaureerd, deed een project ontstaan van een beschermd park, dat toegankelijk is voor publiek. De verschillende soorten biotopen en omgevingen, die u tegenkomt in het park zijn de weide, de vochtige zone, het bos, de vijver en de rivier, braakliggend land, de moestuin. Dit alles op 7 ha land.
Een ander belangrijke plek op de site is de brouwerij. De brouwerij opende zijn deuren in 1997 en is ondergebracht in verschillende gebouwen van de Abdij. Het bier is geïnspireerd op het recept van de monniken. Het betreft dus een echt ambachtelijk Abdijbier met een hoge gisting en zonder kunstmatige toevoegingen!
In verschillende ruimtes van het klooster, die de laatste eeuwen dienden als verblijf van de Abt en als ontvangst van Hertogen,Graven en andere edelen, heeft men een aantal ruimtes voor tentoonstellingen, vandaag is er de tentoonstelling Boch Freres.
Na het bezoek aan de abdij bezoeken we de Abdij molen. Het kader van deze oude watermolen is werkelijk indrukwekkend, met het waterrad en het hele aandrijfmechanisme dat in werkende toestand werd hersteld.
Wij maken nog een wandeling een van de vele bewegwijzerde wandelingen, door het prachtige landschap van Herve. Een prachtige namiddag op één van de mooiste plekjes van het Land van Herve.
MIDWEEKWANDELTOCHT / DE VELDLOPERS / GULPEN 12/08/2009
MIDWEEKWANDELTOCHT
DE VELDLOPERS.
GULPEN.
De gemeente Gulpen-Wittem vormt het kloppend hart van het Limburgse heuvellandschap. Deze uitgestrekte gemeente telt maar liefst tien kernen en tal van kleine buurtschappen en gehuchten. Elk met zijn eigen, unieke vaak nostalgische - karakter.
Oude kerktoren
Monument voor de Joden
Wat ze delen: ze liggen allemaal midden in het prachtige Limburgse heuvelland, omringd door groene weides en kleurrijke hoogstamboomgaarden. Het reliëfrijke landschap het varieert van lichtgolvende plateaus tot diepe beekdalen met steile hellingen. De bossen, weilanden en boomgaarden geven het geheel een groen karakter. Maar net zo beeldbepalend zijn de vele historische gebouwen van kastelen en kloosters tot molens en vakwerkboerderijen - en de vier beschermde dorpsgezichten. De gemeente Gulpen-Wittem bestaat uit de kernen Gulpen, Partij-Wittem, Mechelen, Epen, Eys, Nijswiller, Wahlwiller, Reijmerstok, Slenaken en Wijlre.
Zicht op Gulpen
De in natuursteen opgetrokken neo-Romaanse kruiskerk van St. Petrus is gebouwd in 1923- 1924, omdat de oude kerk te klein was geworden. Een rest van die oude kerk is de toren op het oude kerkhof. Deze toren is waarschijnlijk uit de 11e eeuw. De kerk was toegewijd aan de H. Petrus en de H. Hubertus. Vandaar ook dat een Hubertus-jaarmarkt al in het midden van de 17e eeuw bestond. Vanaf 1661 moesten katholieken en protestanten samen gebruik maken van het kerkgebouw. Hieraan kwam een eind toen in 1937 een protestantse kerk werd gebouwd. Kort daarvoor, in 1923 was er een synagoge voor de vrij grote Joodse gemeenschap gebouwd. In de tweede wereldoorlog werden zij vrijwel allen gedeporteerd naar de concentratiekampen waarvan maar weinigen terugkeerden. Er werd een herinnering monument opgericht.
Wij wandelen langs het monument en verlaten Gulpen om een stuk in de natuur te wandelen met zijn prachtige zichten over het Limburgse heuvellandschap. Met een uniek zicht op Gulpen en de brouwerij. Langs diep ingesneden wegen komen aan een van de buurtschapen waar de vakwerkhuizen een hoofdrol spelen. We wandelen verder en komen zo terug op de weg die ons terug Gulpen in brengt. Langs het prachtige plein met fonteinen en bloemen en dan terug naar ons vertrekpunt in het centrum van Gulpen, een prachtige wandeling in het Limburgse Heuvelland.
Tussen Sint-Truiden en Tongeren, midden in het vruchtbare hart van Haspengouw, bevindt zich de gemeente Borgloon. Een enig, levenskrachtig stadje, aangelegd boven op een heuvel. Borgloon was eens een versterkte stad van waaruit de Graven van Loon regeerden over hun graafschap.
Op het hoogtepunt van hun roem heersten zij over een gebied dat de huidige provincie Limburg in grootte evenaarde. Het Loonse stadhuis, met ankerjaartal 1680 op de voorgevel, is één van de fraaiste burgerlijke gebouwen in Zuid-Limburg. Dit gebouw dateert in oorsprong uit de 11de eeuw. In 1680 werd het gerestaureerd in Maaslandse stijl. De kenmerken van deze stijl zijn het gebruik van baksteen, afgewisseld met natuursteen en mergelsteen. Een ander kenmerk van Maaslandse stijl is de toren, die zich steeds aan de linkerzijde van het gebouw bevindt. De toren van het stadhuis is 15 m hoog en wijst op het feit dat dit complex ooit aan de adel toebehoorde, want in de toren vonden postduiven hun onderkomen.
Het was enkel een voorrecht van adel en geestelijkheid om postduiven te houden. Oorspronkelijk was het stadhuis de verblijfplaats van de eerste graven van Loon. De burcht, die gelegen was op de burchtheuvel diende als militaire verdedigingsplaats. Bij het definitief verlaten van Borgloon als woonplaats schonk de graaf het stadhuis aan de stad. Vandaar dat het stadhuis nu nog steeds Grevenhuis wordt genoemd. Aan de hand van de glasramen in de raadzaal krijgt men een heleboel informatie over het oude graafschap Loon.
Het graafschap Loon bestond zelfstandig van 949 tot 1366 en was iets groter dan de huidige provincie Limburg. Borgloon was de hoofdplaats van het graafschap Loon, dat 10 gegoede steden bevatte: Borgloon, Beringen, Bilzen, Bree, Hasselt, Hamont, Herk-de-Stad, Maaseik, Peer, Stokkem. Omstreeks 1366 nadat de laatste graaf stierf zonder mannelijke erfgenaam werd het graafschap ingelijfd bij het Prinsbisdom Luik. In het stadhuis bevinden zich enkele unieke bezienswaardigheden zoals een 12de eeuwse schatkist en een pijnbank uit de 17de eeuw die gebruikt werd tijdens de beruchte heksenprocessen. Borgloon bevindt zich in het overgangsgebied tussen droog- en vochtig Haspengouw, een gebied dat uitermate geschikt is voor fruitteelt.
Het heeft een vruchtbare bodem waarop reeds lang voor onze tijdrekening fruitbomen en wijnstokken groeiden. Onder meer door historische en economische omstandigheden ontstond hier een streekgebonden maar volwaardige fruitindustrie met fruitbedrijven, een verwerkende nijverheid, verpakkingsbedrijven en veilingen. Voor de Loonse wijncultuur moeten we ver teruggaan in de geschiedenis van t Oude Land van Loon en de Kanunniken van het St. Odulfuskapittel. In 1340 werd aan de kapittelheren een wijngaard geschonken van 3 tot 4 ha gelegen op de Groote Mot.
Deze plaats werd voor enkele 'wijnliefhebbers' het aanknopingspunt om in 1991 een nieuwe wijngaard aan te leggen onder auspiciën van het Fruitstreekmuseum. De eigenaar stemde in met het project, en enkele jaren later werden de eerste flessen gebotteld, geproefd en gesmaakt. Op de website van de Wijngilde vind je heel wat uitleg. Met de mogelijkheid van het bezoeken van de wijngaard.De wandeling brengt ons door het prachtige landschap van Haspengouw, langs de Romeinse kassei en de plantages. Een prachtige wandeling in het Land van Loon
MARCHE DE LA JEUNESSE / J-N-S PUILLY / ARDENNES - FRANCE. 09/08/2009
MARCHE DE LA JEUNESSE
J-N-S- PUILLY .
ARDENNES FRANCE.
Puilly-et-Charbeaux is een gemeente in het Franse departement Ardennes regio Champagne-Ardennen en telt 244 inwoners . De plaats maakt deel uit van het arrondissement Sedan.
Het Pays Sedanais strekt zich uit over 23 dorpen, ligt in het noordenoosten van het departement de Ardennen, aan de rand van het Ardense bosgebied en wordt doorkruist door de wateren van de Maas en de Bar. Zowel de schoonheid van het landschap van deze streek, met zijn bossen, waters en groene heuvels, als de omvang en het belang van het erfdeel, zijn verassend.
De rijkdom opgebied van architectuur als natuur zijn verbazend. Puilly bezit verschillende prachtige panden maar het is vooral de natuur die ons hier het meest bevalt, gewoon adembenemend mooi, golvend met veel afwisseling nu weer wat bos en dan weer weilanden. We komen zo in Mogues een klein dorpje maar wel prachtig verzorgt overal bloemen die het dorpje sieren.
Dan weer de natuur in, weilanden, velden en bos wisselen af. Puilly komt terug in het zicht de kerk is ons eindpunt. Wij genieten van onze wandeling in de Franse Ardennen, op onze wandeling zijn we weer vele vlinders tegengekomen, gewoon mooi. Een wandeling die we zeker nog eens zullen overdoen.
Met de Franse Ardennen hebben we een nieuwe wandelstreek ontdekt die ons veel voldoening schenkt. Ook de wandelclubs zijn bijzonder vriendelijke mensen die het fijn vinden als wij komen wandelen, altijd een vriendelijk woord, gewoon prachtig.
Als je op een zondagnamiddag in september met helblauwe lucht en nog 26°C warm, naar de Fruitfeesten kunt gaan, genieten van de warmte en de gezelligheid, met zijn standjes en zijn muziek, Proeven van de heerlijke Limburgse fruitvlaaien, een fruitsapjes en de Loonse wijn. Wat moet een mens nog meer hebben om gelukkig te zijn. Als je dit tesamen kunt doen met je gezin is alles toch geweldig. De Koninklijke Harmonie. Ons Verlangen Beverst, geeft ons een muziekalebegeleiding en de L&M Band sluit de dag af. Prachtig, genoten van de namiddag in Borgloon de Parel van Haspengouw.
Voordracht door rijksarchivaris Rombout Nijssen. "De schat van de armen. Vijf eeuwen sociale zorg in Borgloon"
GASTHUISKAPEL
GASTHUISKERK
In de Gasthuiskerk verteld Rombout Nijssen hoe meer dan vijf eeuwen geleden een dorpsgemeenschap zorg draag voor zijn medeburgers, Armenbanken worden opgericht die door de gemeenschap zelf gespijsd worden met goederen en geld. Zo dat de behoeftige of armen van de gemeenschap ondersteunt werden. weten dat een gemiddelde gemeente rond Borgloon slechts uit een 450 personen bestond waarvan meer dan 54% zelf arm waren en aanspraak maken op de middelen van de armentafel. Uit de 13 deelgemeenten zijn stukken uit het Rijksarchief van Hasselt naar Borgloon gebracht die ons de vijf eeuwen armenzorg in Borgloon laten zien met heel precieze beschrijvingen van inkomsten en uitgaven.
ROMBOUT NYSSEN
VOORDRACHT OP ZATERDAG
OPENING TENTOONSTELLING
De gasthuiskapel waar de tentoonstelling plaats vind heeft ook een rijke geschiedenis en speelde ook een rol in de armenzorg van Borgloon. De Gasthuiskapel te Borgloon in historisch perspectief Deze kapel maakte in de middeleeuwen deel uit van het uitgebreid netwerk van zogenaamde 'gasthuizen' der hospitaalridders, ook wel Johannieters genoemd. De kapel van Helshoven behoorde eveneens toe aan deze orde. De Romaans-gotische Graethemkapel is o.m. de begraafplaats van de Loonse graaf Lodewijk I ( 1171) en zijn echtgenote Agnes ( 1175). In 1258 bouwde men naast de kapel een begijnhof waar de zieken verpleegd werden en waar reizigers, die wegens het late uur de stad niet meer binnen mochten, konden overnachten. De kapel is trouwens het enige restant van dit religieuze gebouwencomplex. De Graethem-poort impliceert bovendien dat het middeleeuwse Borgloon ommuurd was en de toegang slechts door enkele goed bewaakte poorten verzekerd was. Architecturaal bestaat de kapel uit een Romaans-gothische beuk (12-14de eeuw) en een laat-middeleeuws koor uit 1654.
STADWANDELING OMD
De kapel vertoont talrijke sporen van verbouwingen. De plattegrond bestaat uit een schip van 5 traveeën en een koor van 1 travee met een rechte absis. De Graethemkapel is bij K.B. van 26 oktober 1936 beschermd. De Romaanse kern (12de eeuw) van het gebouw bevindt zich in het midden en heeft betrekking op de 3 oostelijke traveeën van het schip. In de zuidgevel van de silex-onderbouw tekenen zich drie rondbogen af met bovenaan kleine rondboog-ramen; de bovenbouw bestaat uit baksteen. In de noordgevel bevinden zich slechts twee, weliswaar bredere rondbogen. De Romaanse gasthuiskapel werd omstreeks 1400 naar het westen toe met twee traveeën, uitgevoerd in baksteen en mergelzandsteen, vergroot. Het spitsboogvormig profiel van de bogen en de ramen is typisch voor de gotiek. De toegangsdeur is in een kalkstenen omlijsting gevat.
Het koortje tenslotte dateert uit 1654. Tijdens deze bouwfase werden de zijbeuken en de halfronde absis afgebroken en de bogen tussen de onderscheiden ruimten dichtgemetseld. Het interieur toont enkele restanten van oude muurschilderingen en een aantal grafstenen van vooraanstaande Loonse edelen. Tussen koor en schip bevindt zich 18de-eeuws stucwerk. In 1974 en 1995 werd de kapel nog grondig gerestaureerd, en bleef sindsdien haar historisch-culturele erfenis uitdragen als tentoonstelling- en concertruimte. Een prachtige infobrochure word te beschikking gesteld van geïnteresseerde bezoekers met al de tentoongestelde documenten.
Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren zet de deuren open
Op de nieuwe werkplek in kasteel de Fauconval voelt het team van het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren zich al helemaal thuis. Daarom gooien ze, in samenwerking met de gemeente Kortessem, de deuren open! wij zijn ook uitegenodigd om het prachtige gerestaureerde kasteel eens nader te bekijken.het kasteel is in okergeel geverft, voorheen waren de bakstenen te zien, nu zijn ze terugt in de orginele kleuren geverft. In het park krijgt de oude beuk een tweede leven. De sapmobiel laat ons zien hoe fruitsap geperst word, en wij kunnen het ook even proeven.