We schrijven Juni 1973, het vaderland roept ons onder de wapens, na een opleiding in Turnhout worden we op de trein gezet naar Duitsland, Probsteierwald. Gedurende 12 maanden leefden, speelden en werkten we samen en in Probsteierwald en dan zwaaiden we af , ieder zijn eigen weg, maar met de belofte om altijd vrienden te blijven. zo verloren we elkaar uit het oog en enkele maanden geleden ontdekten wij elkaar weer, 40 jaar ouder , kinderen, kleinkinderen zijn erbij gekomen maar toch was het een heerlijk weerzien. Marnix bezocht ons gisteren en bezorgde ons een heerlijk tijd samen, nu zullen w elkaar niet meer uit het oog verliezen.
Erik Danneels, Peter Coetsiers, Marnix en ikzelf ernaast
24E MARCHE DE A C T. DE MANAIHANT. / MARCHEURS AMICALE CYCLO MANAIHANT. / BRUYERES-BATTICE 26/01/2014.
24E MARCHE DE ACT DE MANAIHANT.
MARCHEURS AMICALE CYCLO MANAIHANT.
BRUYERES-BATTICE.
We wandelen vandaag in Battice, Bruyeres. We bevinden ons hier in het “Land van Herve” De vele waterlopen die in zilveren draden langs de hellingen van de heuvels naar beneden slingeren en hun weg door de valleien banen, een vruchtbare regio met boomvegetatie, een ontelbaar aantal kastelen en typische hoeven, charmante dorpen die tegen de hellingen aanleunen of verborgen liggen in de valleien, …dat is het land dat men in België algemeen het “Plateau van Herve” noemt.
Al even prachtig zijn de hoofdgebouwen van de ontelbare hoeves die over het plateau verspreid liggen. In alle structuren treffen we natuursteen aan, die wijst op de rijkdom uit het verleden. In de 17de eeuw domineert de Maas-Renaissance met dikke muren en kleine vensters met dwarsbalken in steen. In de 18de eeuw doen Franse stijlen, waaronder Lodewijk XIV en Lodewijk VX, resoluut hun intrede. Dit is ook de periode van de opkomst van de dorpen die hun huizen met houten vakwerk de rug toekeren en opteren voor schitterende gevels in baksteen en natuursteen. Clermont, Charneux, Aubel, Montzen, Herve, Chairneux…. behielden hun charme van ver vervlogen tijden en verenigden in harmonie oude gebouwen met moderne kenmerken.
In de schaduw van de fruitboomgaarden die op de weilanden worden aangeplant, ontstaan de stroop- en ciderfabrieken. Dit is het begin van de voedingsnijverheid die ten nadele van de traditionele industrie, een faam krijgt die het Land van Herve en Aubel verheft tot een streek van kwaliteit. Wij wandelen door het prachtige landschap en komen in Chaineux, een dorpje met een rijke geschiedenis, en aan de huizen te zien ook een rijke gemeente. In het hart van het Land van Herve, als onderdeel van een imposant 19e-eeuws gebouw en de schaduw van de kerk, daterend uit 1894, de "Château de Chaineux" De naam komt van Chaineux "Cassanetum" wat "eikenbos" betekent. Het kasteel gelegen voor de kerk en omgeven door prachtige stijlvolle oude huizen wat alles een prachtig geheel geeft.
Ook komen we langs de Chapelle Sainte Agathe uit de 18de eeuw de kapel en de omgeving zijn geklasseerd. We wandlen door het dorp en verlaten het om onze wandeling verder te zetten langs de weilanden en boomgaarden. We komen zo terug in Bruyeres waar onze wandeling door het Land van Herve eindigt.
MARCHE D'HIVER. / LES CULS DE JATTE DU MAUGE. / HAMOIS 25/01/2014
MARCHE D’HIVER.
LES CULS DE JATTE DU MAUGE.
HAMOIS.
GEMEENTE HAMOIS
Laat ons even luisteren naar Robert Delieu, dichter uit de "Condroz namurois", het land van zijn kinderjaren : "De aantrekkelijkheid van dit 'kleine land' zit in zijn 'fonds' (valleien) en zijn 'tiennes' (kalkheuvels), zijn huizen in natuursteen, zijn kronkelende rivieren, zijn versterkte boerderijen, de afwisselende bossen en weiden. In deze glooiende Condroz slingeren de wegen zich van gehucht naar buurtschap, zij lijken soms te verdwalen maar vinden elkaar terug bij een kruisbeeld, een oud kapelletje, een toefje bomen"
Een mooie beschrijving van Hamois is moeilijk te vinden en ze verteld ons hoe mooi de streek wel is. We wandelen door het dorpje en vlug ontdekken we het prachtige landschap. We komen aan de Ravel Ligne 126. Een parcours van 75 km , tussen Ciney en Havelange, met zeven speelse en aantrekkelijke didactische borden die u de geschiedenis van het spoor L126 laten ontdekken. Ze staan op de hoogte van de oude stations. We wandelen verder en komen zo in Hubbinne op de weg La Boverie, met een prachtige hoeve met vijver rond. Mooi gelegen in de vallei van de beek. Dan verder door het landschap en komen in Bormenville:
Dit dorpje groepeert een geheel van interessante gebouwen. Rechttegenover de hoeve van de kapel treft men een traditioneel geheel aan. De kapel Saint-Laurent: gebouwd in de 17de eeuw, maar heropgericht in 1860 in neo-Romaanse stijl. Haar crypte bevat de begraafplaats van de famillie Berlaymont. Aan de overkant van de weg staat het vervallen kasteel dat nog omringd wordt door zijn hoeve waarvan de stallen met hun gewelven en zuilen erg bijzonder zijn. Aan de overkant bevindt zich de Saint-Laurent fontein waarvan het water wonderbaarlijke eigenschappen zou bezitten. Op enkele honderden meters in de richting van Barsy, bevindt zich de Caracole (vroeger soms ook het gat van de gehangene genoemd) die dienst deed als ijskelder van het kasteel en dateert uit het einde van de 18de eeuw.
Weer verder komen we in Havelange: Gelegen in het centrum van Havelange, iets lager dan de Sint-Maarten-kerk, is deze oude kasteelhoeve geflankeerd door twee hoektorens en staat sinds 1948 op de monumentenlijst. Opgetrokken in kalk- en blauwsteen, dateert het geheel uit de tweede helft van de 17de eeuw maar onderging verbouwingen op het einde van de 18de eeuw. Ze werd uitgebaat als landbouwonderneming tot in 1980 en daarna geschonken aan de gemeente.
We wandelen weer verder en komen in Flostoy in het “Bois de Buresse” weer wat verder door het bos om aan het kasteeltje van Pickeim te komen. Dan komen we terug in Hamois waar onze mooie wandeling eindigt.
STEVENSWEERT. / SCHUTTERSGILDE ST. ROCHUS. / 19/01/2014.
STEVENSWEERT.
SCHUTTERSGILDE ST. ROCHUS.
Stevensweert is een oud vestingstadje op een eiland tussen twee Maasarmen. De vesting is in 1633 – tijdens de Tachtigjarige Oorlog - door de Spanjaarden gesticht. Vanwege de strategische ligging kozen de Spanjaarden in 1633 tijdens de 80-jarige Oorlog Stevensweert uit voor het aanleggen van een sterke vesting. Er kwam een systeem van wallen, grachten en ravelijnen. Ter bescherming tegen de vuurkracht van de kanonnen werd Stevensweert omringd met een hoge aarden wal met daarin 7 uitspringende punten (bastions).
Rondom deze wal werd een brede gracht uitgegraven met 5 verdedigingseilanden (ravelijnen). Aan de buitenzijde van deze gracht lag de buitenwal. In het begin van de 18e eeuw werd de vesting veroverd door Staatse troepen van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De militairen vormden een protestantse gemeenschap met een eigen kerkgebouw, temidden van de katholieke bevolking. Aan het einde van de 18e eeuw werd Stevensweert bezet door het Franse leger. Na de nederlaag van Napoleon kwam Stevensweert in 1814 bij Nederland. In 1830 schaarde bijna heel Limburg zich aan de kant van de Belgische opstand maar 9 jaar later werd Stevensweert weer toegewezen aan Nederland.
Het stratenplan herinnert aan de tijden van de versterking, als spaken in een wiel lopen de straten naar het middelpunt. We vertrekken met de wandeling uit Stevensweert en wandelen naar de Molenplas, Meerse Kamp en de Oude Maas. Hier is het prachtig wandelen met zicht op de plassen en het natuurreservaat. Bij de winning van grind tijdens het Grensmaas project bij Stevensweert werden er tientallen historische eiken opgegraven. Deze boomstammen van ongeveer tussen de 1500 tot 2000 jaar oud lagen enige meters diep begraven onder de te winnen grindlaag. In de tijd dat deze bomen hier groeiden, stroomde de rivier de Maas nog vrij door het landschap en verlegde de rivier ieder jaar zijn loop. Zo werden er regelmatig bij overstromingen bomen die op de rivieroever groeiden ontworteld en door het water meegevoerd.
Ter hoogte van Stevensweert, waar firma Stevol aan het ontgrinden was en waar de stroomsnelheid van de rivier toen al lager was, bleven deze bomen in het zand en grind steken en werden langzaam door de natuur begraven. Een aantal van deze enorme boomstammen zijn gebruikt voor de aanleg van het prehistorische woud aan de oever van de Molenplas vlakbij de Hompesche Molen. De Hompesche molen domineert de landschap tussen Stevensweert en Ohé en Laak. Het is een stellingmolen en werd in 1722 gebouwd door Reinier Vincent van Hompesch, graaf van de heerlijkheden Stevensweert en Ohé en Laak. Hij creëerde hiermee een aardige inkomsten bron voor zichzelf, want de bewoners werden verplicht hier hun graan te laten malen tegen betaling. Een nog aanwezige andere molen liet hij gewoon afbreken om zo het monopolie te behouden. De molen heeft 8 verdiepingen en is met de wieken meegerekend 37 meter hoog. Het is de hoogste stellingmolen van de provincie Limburg. De molen is geheel gerestaureerd. Vroeger bevond zich in de molen een gevangenis. Nu is er een informatiecentrum in gevestigd waar je alles te weten kan komen over de molen en de omgeving.
We wandelen door dit prachtig stukje natuur en komen zo aan “Ohé en Laak” hier ook prachtige zichten over het landschap hier komen langs weilanden langs de rivier waar grote groep ganzen grazen, wat een mooi zicht. Nu weer wat verder en we wandelen Stevensweert binnen. Stevensweert is rond 1980 drastisch opgeknapt. Een groot deel van de straten en de historische gebouwen in de kern is weer in middeleeuwse staat teruggebracht. De gerestaureerde vesting ademt weer de sfeer van vroeger door de eeuwen oude monumenten, de bestrating van klinkers en maaskeitjes, het authentieke model van de dorpspomp op de markt, de oude lantaarns en het originele vestingkanon dat bij speciale gelegenheden nog wordt gebruikt. Behalve de vesting is ook het Streekmuseum Stevensweert/Ohé en Laak aan het Jan van Steffeswertplein de moeite van het bekijken waard.
Wij bezoeken het streekmuseum waar we kennismaken met het roerige en indrukwekkende verleden van Stevensweert. De belangrijkste thema's zijn de baggervondsten, de vestingwerken van Stevensweert, de munten van de graven Van den Bergh en Kasteel Walburg. Dit kasteel, dat in 1719 werd gekocht door graaf Reinier Vincent van Hompesch, bleef familiebezit tot in het begin van de 20ste eeuw. Toen werd het imposante complex verkocht en geleidelijk gesloopt. Alleen de in 1722 gebouwde Hompesche molen is goed bewaard gebleven.
Wij wandelen na ons bezoek door de stad en kunnen al de mooie historische gebouwen. Wat verder gaan we de vestingwerken bezoeken. Om de inwoners en de bezoekers van Stevensweert te laten beleven hoe de vestingwerken er vroeger uit hebben gezien, is er een reconstructie van een deel van de aarden wallen met daartussen een brede gracht gerealiseerd. We wandelen door de vestingwerken.
We genieten van de omgeving en wandelen nog eens door het stadje op dan terug naar ons vertrek te gaan een prachtige wandeling.
40E MARCHE INT. DES PANTOUFLARDS. / LES PANTOUFLARDS DE VILLERS-L'EVEQUE. / VILLERS-L'EVEQUE. 18/01/2014
40E MARCHE INT. DES PANTOUFLARDS.
LES PANTOUFLARDS DE VILLERS-L’EVEQUE.
VILLERS-L’EVEQUE.
Villers-l'Evêque is een Haspengouws landbouw- en woondorp. Vele boerderijen liggen hier in het centrum van het dorp. Ook de Onze-Lieve-Vrouwkerk ligt aan het pleintje dat omgeven is door boerderijen.
We wandelen het dorp uit en je ziet dadelijk dat je hier in het Waalse Haspengouw bent vlakke akkers, velden doorkruist door veldwegen. Wat verder komen we aan de Ezelbeek – Grand Rova een zijriviertje van de Jeker dat door Awans vloeit. En door naar Villers - L’Eveque, ze vloeit ook door “Les Marnieres” een voormalige mergelgroeve. Daar vloeit ze verder naar Tongeren om in de Jeker uit te komen.
We wandelen verder steeds weer velden en akkers om in Othee, we komen zo aan op het plein voor de kerk en daar staat het monument voor de gesneuvelden. We wandelen verder en komen in Froidmont, de enige bergje in het landschap is de Romeinse tumulus. Wat verder hebben we een panoramazicht op Tongeren. Nog wat verder door de velden en zo wandelen we verder en komen zo in Hagoir, met zijn grote hoeven. Wat verder zijn we terug in Othee met de romp van de kasteekmolen. De Kasteelmolen van Othée werd in 1859 opgericht door de toenmalige kasteelbewoners van Othée. Het bouwjaar 1859 treffen we aan in een gevelsteen boven de toegangsdeur. De molen is even groot als de klassieke stenen molens maar is uitzonderlijk van vorm: een vierzijdige romp met een ronde bovenbouw. De eigenaardige bouwtrant van de molen werd speciaal aangepast aan de stijl van het (nu verdwenen) kasteel.
De molen pompte het drinkwater op voor het kasteel met de aanpalende boerderij en bevoorraadde eveneens de fonteinen van de kasteelvijver. De benedenverdieping van de molen diende tot bergplaats om de voedselvoorraden en dranken van de kasteelbewoners vers en fris te houden. In de eerste wereldoorlog werd de Kasteelmolen als uitkijkpost gebruikt door zowel het Belgische als het Duitse leger. Toen in 1931 het dorp op het waterdistributienet aansloot werd de molen stilgelegd.
Sindsdien geraakte hij, zonder verder onderhoud, blootgesteld aan weer en wind stilaan in verval. Vandaag is de romp gerestaureerd en staat er prachtig bij. Gelukkig is dit bijzonder bouwwerk bewaard alleen spijtig dat het dak en wikken verdwenen zijn. We wandelen weer verder langs een paar oude boerderijen eentje draagt de sluitsteen Noel Byar- 1766. We wandelen verder en komen zo terug in Villers-L’Eveque waar onze wandeling eindigt.
PAREL VAN HASPENGOUW. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BOMMERSHOVEN. 13/01/2014.
PAREL VAN HASPENGOUW.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BOMMERSHOVEN. BORGLOON.
Bommershoven lag aan de belangrijke heirbaan Tongeren-Tienen-Kassel, die thans nog steeds als weg wordt gebruikt (tracé Loonderweg-Moerenstraat-Oude Kassei). Bovendien doorkruisten twee antieke wegen, die van Bilzen-Waremme en de vanuit Tongeren noordelijk lopende weg, het grondgebied van de gemeente.
In het begin van deze eeuw werden op de plaats Wilder resten van een Romeinse villa opgegraven. Ook het herengoed "Tenhove" zou ontstaan zijn uit een Romeinse villa. De gehuchten Bommershoven en Haren waren zelfstandige Loonse gemeenten, die onder de jurisdictie stonden van de Loonse schepenbank van Haren-Bommershoven. Pas vanaf 1844 vormen zij één gemeente. Wij vertrekken met de wandeling in het cultureel centrum.
Hier bevond zich de belangrijke stroopfabriek Lowette, daterend uit midden 19de eeuw, gesloten in 1969 en sindsdien grondig gewijzigd. Wij wandelen het veld in om naar Vechmaal te wandelen, waar we maar even wandelen en draaien terug richting Bommershoven. We komen langs de zogenaamd "Biezenhof", gesloten hoeve, eertijds afhankelijk van de landcommanderij Alden Biesen. Eerste vermelding in 1309. Aan de winning was een laathof verbonden. Uit de pacht blijkt dat het één van de rijkere hoeven van de Orde was. Wat verder komen we langs de Rode Hoeve, gesloten hoeve; bakstenen complex rond een rechthoekig gekasseid erf met centrale mestvaalt. Rechts, een ommuurde tuin. Woonhuis uit de eerste helft van de 18de eeuw en dienstgebouwen uit de eerste helft van de 19de eeuw.
Weer een beetje verder de voormalige pastorie van circa 1860. Ernaast ligt de Parochiekerk Sint-Alfonsus gebouwd in 1841-44. De kerk vervangt de oudere Sint-Annakapel, die op dezelfde plaats stond. En dan komen we langs het Kasteel van Bommershoven. Herenhuis met hoeve, gelegen naast de kerk, en gebouwd in 1759-61 door Marcel-Gérard Magnée. Het oorspronkelijke complex bestond uit drie losstaande vleugels. Parkaanleg gedeeltelijk in formele stijl, gedeeltelijk in landschapsstijl, daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw. Dan wandelen we weer terug naar de start, maar we komen nog langs de kleine kapel, gelegen bij de overgang naar de Oude Kassei en gebouwd door de familie Naveau de Marteau in het eerste kwart van de 20ste eeuw, in neotraditionele stijl. Boven de deur drie hardstenen gevelstenen met centraal tweemaal het wapen Naveau en jaartal 1902; de cijfers links en rechts vormen samen 1924. Tegenover de kapel het monument voor de gesneuvelden van WOI. Monument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog met voorstelling van een ruïne met hardstenen gedenkplaat en hardstenen beeld van een liggende soldaat. En dan zijn we terug aan het CC. Hier eindigt onze wandeling in Bommershoven. .