KERNIEL.
Borgloon telt 13 deelgemeenten, Borgloon, Kerniel, Gors-Opleeuw, Jesseren, Bommershoven, Grootloon, Broekom, Hendrieken, Voort, Gotem, Hoepertingen, Rijkel en Kuttekoven. Ik wil graag onze deelgemeenten aan je voorstellen en vandaag is de beurt aan Kerniel. De andere 12, volgen in de loop van de tijd. Kerniel behoorde gedurende de middeleeuwen tot het vorstelijke domein van de graven van Loon. Het laathof van Colen en het cijnshof van Rullekoven waren beide Loonse hoven. Een derde Loons leengoed op het grondgebied van Kerniel was Haebroeck; maar hiervan is helaas niks bewaard gebleven, Op gerechtelijk gebied waren de bewoners onderworpen aan de schepenbank van Graethem. Een buitenbank van het naburige Borgloon. In het Ancien Régime waren Kerniel en Rullekoven afzonderlijke gemeenten met elk een jaarlijks herkozen burgemeester. In 1739 werden de heerlijke rechten van Kerniel en Rullekoven in pand gegeven aan de barones de Mettekoven, dame van Gors-Opleeuw. Kerniel is een typisch kerndorp met een heuvelsite, maar de helft van de oppervlakte bestaat uit fruitaanplantingen. In 1966 werd de fruitveiling opgericht als een onderafdeling van Tongeren. Later groeide ze uit tot de hoofdzetel, Veiling Borgloon. Door de aanleg van de spoorweg Sint-Truiden-Tongeren kreeg Kerniel een station. Deze spoorwegzate is nu een toeristische fietspad. De Sint-Pantaleonkerk dateert uit 1831-32 en werd gebouwd in classicistische stijl. De minder bekende patroonheilige Pantaleon (+ca300) was de lijkarts van keizer Maximianus. Hij is de patroonheilige van de artsen en de vroedvrouwen en behoort tot de 14 zgn noodhelpers. Een andere bijzonder site is de Abdij van Colen. Mariënlof, met gebouwen uit de periode van de kruisheren(1438-1822) en van de Cisterciënzerinnen (vanaf 1822). Thans verblijven een 9 tal zusters. Niet alleen het bouwkundig erfgoed is belangrijk maar ook de kunstschatten die hier bewaard worden, Het Sint-Odiliaschrijn, waarop de legende van de H.Odilia afgebeeld staat, patonnes van de kruisheren, is van eik met doek overtrokken en is een van de vroegste voorbeelden van paneelschildering in de Nederlanden. Een ander bijzonder voorwerp is de koorstoel van de H. Lutgart, waarschijnlijk het oudste bewaarde zitmeubel van ons land. Eeuwenlang was deze stoel een voorwerp van verering, smeekten er de H. Maagd om een voorspoedige zwangerschap en het schijnt dat in meer dan één geval hun gebed verhoord werd! Het verhaal doet de ronde dat onze Koningin Fabiola erin gezetten heeft. In 1764 tot 1777 verbleef de Luikse schilder, Martin Aubé in het klooster van Colen, hij schilderde er de 16 taferelen uit het leven de H Odilia. Ze zijn te bewonderen in de kerk boven het eiken koorgestoelte. Ook in de sacristie hangen werken van Aubé. De kerk en sacristie zijn te bezoeken In een van de bijgebouwen is het Fruitstreekmuseum onder gebracht. Verschillende zaken met betrekking tot de fruit verkoop en fruitteeld zijn hier te bewonderen. Zeker een bezoekje waard. Kerniel bezit ook enkele prachtige gesloten boerderijen, Eén is de voormalige kasteelhoeve van Haebroeck, later brouwerij. Ook winning Fastré dateerd grotendeels uit de 16de en 17de eeuw, als kloosterhoeve had ze nauwe banden met het klooster van Colen. Thans spreek men nog altijd van de Begijnensteeg. Op de Nielstraat staat ook nog de boerderij waar men vroeger stroop maakten, je kun nog altijd het speciale dak van de stokerij zien. Rullekoven bezat een kluis waarvan niks overgebleven is dan de verwijzing bij de bevolking. Vroeger verwijs men naar de mensen die er woonden als die van de kluis. In de vroegere pastorij is een wijngaarde aangelegd en deze kan bezocht worden. Vanop het kerkhof heeft men een prachtig zicht op de vallei en de Abdij van Colen. Kerniel is zeker de moeite waard om te bezoeken en een wandeling te maken.
|