KORSTEDAGTOCHT.
DE SPARRENTRIPPERS. LANAKEN.
NEERHAREN.
Lus 1. ABDIJ HOCHT
De lus naar abdij Hocht is 6 kilometer lang en het is een verrassing hoe mooi het hier wel is. Ben verwonderd. We verlaten Neerhagen langs een het kanaal en dan wandelen we een eindje langs het kanaal. We komen langs een bunker van de Bunkerlinie uit het interbellum langs het verbindingskanaal Briegden-Neerharen (BN-linie).
Deze korte linie maakte deel uit van de "Vooruitgeschoven Stelling" of "Grensstelling" en werd samen met de aanleg van het verbindingskanaal gebouwd in de jaren 1930 (circa 1934). Het kanaal werd over de lengte van 6 kilometer van verdedigingswerken voorzien vanaf de kanaalkom in Briegden (aan het Albertkanaal) tot aan de verbinding met de Zuid-Willemsvaart in Neerharen. Dit verbindingskanaal werd zwaarder verdedigd dan de andere linies langs de Vooruitgeschoven stelling met vijf antitankbunkers, twee sluis- en vier mitrailleurbunkers, maar geen oeverbunkers. De antitankbunkers kregen dikkere daken en muren dan elders.
We wandelen verder langs de sluis en dan een eindje langs velden en weilanden mooi zichten op de omgeving. Zo komen we aan de ingang van het Kasteel van Hocht en Abdij Hocht.
Het kasteel van Hocht en Hochterbampd zijn - enigszins geïsoleerd - gelegen nabij de Maas, die de oostelijke grens van de gemeente Lanaken vormt en tevens de grens met Nederland. Begin 19de eeuw werd hier parallel met de Maas de Zuid-Willemsvaart getrokken. In de jaren 1930 volgde de aanleg van het Verbindingskanaal Briegden-Neerharen. De smalle sluis van Neerharen oogt spectaculair gezien het hoogteverschil van bijna 10 m. Bomenrijen langs de jaagpaden accentueren beide kanalen in het landschap. Het kasteel van Hocht is in oorsprong een abdij, eind 12de eeuw gesticht door de heren van Pietersheim. Van het abdijcomplex resteren thans van west naar oost het poortgebouw, de ruime U-vormige hoeve, het abdissenkwartier (het huidige kasteel), de aalmoezenierswoning en de watermolen. De gebouwen zijn grotendeels 17de eeuws en in classicistische stijl. De poort maakt deel uit van de grotendeels bewaarde omheiningsmuur rond de abdij, in de 17de eeuw opgetrokken als maatregel tegen de verzwakkende tucht. De gebouwen bevinden zich in een park dat in de loop van de 19de eeuw zijn formeel karakter verloor en in landschappelijke stijl heraangelegd werd. De twee vijvers, de Hoge en de Lage vijver, worden gevoed door de Molenbeek, met in elke vijver een eilandje met bosschage. De ruïnes van het kerkkoor vormen een heuveltje met romantische tuinprieel. De hoeve is aan de zuidzijde door een hek van het kasteelpark afgesloten. Opmerkelijke lineaire elementen zijn de dreven en imposante bomenrijen, deels overgebleven van de vroegere aanleg, die door invoeging van graspartijen met bomengroepen en solitairen in de landschappelijke opzet werden opgenomen. De vanaf het poortgebouw oost-west verlopende dreef verbond de voormalige abdij met het westelijke kasteel en gehucht Pietersheim. Op de kruising met de weg naar Neerharen staat de vroegere portierswoning. Door de aanleg van het Verbindingskanaal werd het goed echter afgesneden van zijn natuurlijk centrum. Zuidelijk loopt een dijkvormig talud uit in een bosje.
Dan weer een eind langs het kanaal waar we langs achter het kasteel domein komen waar je de gebouwen van de abdij zien, verder langs het kanaal en terug naar Neerharen.
|