De lus naar abdij Hocht is 6 kilometer lang en het is een verrassing hoe mooi het hier wel is. Ben verwonderd. We verlaten Neerhagen langs een het kanaal en dan wandelen we een eindje langs het kanaal. We komen langs een bunker van de Bunkerlinie uit het interbellum langs het verbindingskanaal Briegden-Neerharen (BN-linie).
Deze korte linie maakte deel uit van de "Vooruitgeschoven Stelling" of "Grensstelling" en werd samen met de aanleg van het verbindingskanaal gebouwd in de jaren 1930 (circa 1934). Het kanaal werd over de lengte van 6 kilometer van verdedigingswerken voorzien vanaf de kanaalkom in Briegden (aan het Albertkanaal) tot aan de verbinding met de Zuid-Willemsvaart in Neerharen. Dit verbindingskanaal werd zwaarder verdedigd dan de andere linies langs de Vooruitgeschoven stelling met vijf antitankbunkers, twee sluis- en vier mitrailleurbunkers, maar geen oeverbunkers. De antitankbunkers kregen dikkere daken en muren dan elders.
We wandelen verder langs de sluis en dan een eindje langs velden en weilanden mooi zichten op de omgeving. Zo komen we aan de ingang van het Kasteel van Hocht en Abdij Hocht.
Het kasteel van Hocht en Hochterbampd zijn - enigszins geïsoleerd - gelegen nabij de Maas, die de oostelijke grens van de gemeente Lanaken vormt en tevens de grens met Nederland. Begin 19de eeuw werd hier parallel met de Maas de Zuid-Willemsvaart getrokken. In de jaren 1930 volgde de aanleg van het Verbindingskanaal Briegden-Neerharen. De smalle sluis van Neerharen oogt spectaculair gezien het hoogteverschil van bijna 10 m. Bomenrijen langs de jaagpaden accentueren beide kanalen in het landschap. Het kasteel van Hocht is in oorsprong een abdij, eind 12de eeuw gesticht door de heren van Pietersheim. Van het abdijcomplex resteren thans van west naar oost het poortgebouw, de ruime U-vormige hoeve, het abdissenkwartier (het huidige kasteel), de aalmoezenierswoning en de watermolen. De gebouwen zijn grotendeels 17de eeuws en in classicistische stijl. De poort maakt deel uit van de grotendeels bewaarde omheiningsmuur rond de abdij, in de 17de eeuw opgetrokken als maatregel tegen de verzwakkende tucht. De gebouwen bevinden zich in een park dat in de loop van de 19de eeuw zijn formeel karakter verloor en in landschappelijke stijl heraangelegd werd. De twee vijvers, de Hoge en de Lage vijver, worden gevoed door de Molenbeek, met in elke vijver een eilandje met bosschage. De ruïnes van het kerkkoor vormen een heuveltje met romantische tuinprieel. De hoeve is aan de zuidzijde door een hek van het kasteelpark afgesloten. Opmerkelijke lineaire elementen zijn de dreven en imposante bomenrijen, deels overgebleven van de vroegere aanleg, die door invoeging van graspartijen met bomengroepen en solitairen in de landschappelijke opzet werden opgenomen. De vanaf het poortgebouw oost-west verlopende dreef verbond de voormalige abdij met het westelijke kasteel en gehucht Pietersheim. Op de kruising met de weg naar Neerharen staat de vroegere portierswoning. Door de aanleg van het Verbindingskanaal werd het goed echter afgesneden van zijn natuurlijk centrum. Zuidelijk loopt een dijkvormig talud uit in een bosje.
Dan weer een eind langs het kanaal waar we langs achter het kasteel domein komen waar je de gebouwen van de abdij zien, verder langs het kanaal en terug naar Neerharen.
Onze wandeling start aan het CC van Borgloon, de oude stroopfabriek van de familie Lowette. We wandelen een stuk door de velden met zicht op het bos van Heks. Na een tijdje wandelen we naar het centrum. Bommershoven is een imposant kasteeldorp, met een oude feodale kern, bestaande uit typische componenten als een kasteel met park, de door een taxushaag omgeven neoclassicistische parochiekerk Sint-Alfonsus met 19de-eeuwse pastorie en een aantal belangrijke grote hoeven, waaronder de Rode Hoeve. De Rode Hoeve is een gesloten hoeve omgeven door omhaagde hoogstamboomgaarden, typerend voor het Droog-Haspengouwse agrarisch landschap. Het complex bestaat uit een woonhuis uit de 18de eeuw en dienstgebouwen uit de 19de eeuw. Voor zover er al geen verband bestaat met het kasteelgoed van Bommershoven, is de hoeve te beschouwen als één van de grote winningen die werden ingeplant door allerhande feodale instanties een andere hoeve is het Biezenhof. Gesloten hoeve, eertijds afhankelijk van de landcommanderij Alden Biesen. naast het woonhuis worden ruime dwarsschuren, vijf schaapskooien, varkensstallen en een runderstal aangeduid; bakhuis en waterput liggen achter het woonhuis; alle deze gebouwen zijn van vakwerk. In 1797 wordt de hoeve openbaar verkocht aan Michel Laurent Selys uit Luik. De gebouwen worden in de loop van de tweede helft van de 19de eeuw ingrijpend gerenoveerd. We draaien hier terug het veld in en komen langs de veldkapel en dan verder en krijgen we op het hoogste punt van de wandeling een zicht op het Kasteeldomein Ter hove is gelegen op de oostgrens van de gemeente Bommershoven op de westelijke oever van de Mombeek. In oorsprong gaat het om een Gallo-Romeins domein, dat door de Franken werd overgenomen, en onmiddellijk ten zuiden van de Romeinse heirbaan lag. Het huidige gebouwencomplex is een gesloten herenhoeve met een tot kasteelvleugel verbouwd woonhuis, een monumentaal verbouwde pachterswoning, schuren en stallen. Het domein wordt gekenmerkt door een park en boomgaarden en is vanuit verschillende richtingen toegankelijk via dreven. Nog een eind verder door het veld om dan weer terug in Bommershoven te komen. Nog langs een bijzondere plek de Puesboom zoals op de Ferrariskaart, is wellicht afgeleid van een toponiem. De heuvel ten zuiden van de boom wordt op de historische kaarten respectievelijk Palleberg (19de eeuw) en Pullenberg (20ste eeuw) genoemd. De holle weg loopt via deze heuvel naar Terhove. De boom is in zijn huidige toestand volledig hol en bestaat zelfs uit twee afzonderlijke delen welke op zich vrij vitaal zijn. Dan komen we aan Boswachterswoning. De neotraditionele boswachterswoning, werd in het eerste kwart van de 20ste eeuw opgetrokken in opdracht van de familie Naveau de Marteau, eigenaars van het kasteel van Bommershoven. Tot het kasteeldomein van Bommershoven kan in ruime zin ook het terrein met weiland en boomgaarden ten oosten van de Alfonsstraat worden gerekend, rond een veldweg die uiteindelijk uitmondt in de Oude Kassei. In deze omgeving liet de familie Naveau de Marteau verschillende markeringspunten aanbrengen, als typisch 19de- en vroeg-20ste-eeuwse, half feodale uitvloeisels van de dorpsontwikkeling onder impuls van een imposant buitengoed. Ter hoogte van het kruispunt van de Moerenstraat met de Bommershovenstraat, een 19de- tot 20ste-eeuwse ontwikkelingskern, werd in het eerste kwart van de 20ste eeuw een neotraditionele boswachterswoning opgetrokken. Vandaag mooi gerestaureerd. Nog even langs het monument voor gesneuvelden en het Café De Ware Vrienden. Dan komen we terug aan het vertrek van onze wandeling. Een mooie wandeling in Bommershoven.
11e MARCHE DES ABBAYES. / LES DJALES D’ANHEE. / DENEE. Deel 2. 11/12/2016.
11e MARCHE DES ABBAYES.
LES DJALES D’ANHEE.
DENEE. Deel 2.
Ermeton-sur-Biert. Op het plein voorbij één van de kastelen. Verder met de wandeling langs de ingang van het kasteel en dan verder langs het monument van de heks en zo komt het volgende kasteel in zicht.
Kasteel van Ermeton.
In een groot park aan de samenloop van de Floye en de Béhoude, ligt het majestueuze Monastére Notra-Dame, het voormalig kasteel van Ermeton. In het begin van de 14de eeuw was het eigendom van de familie Bossoit, eerste heren van Ermeton. Tussen 1625 en 1630 vormde de toenmalige eigenaar, Richard Godart, het oude kasteel om tot het kasteel dat wij nu kennen. Tot begin 18de eeuw blijft het kasteel in handen van de familie Godart. Later komt het kasteel in handen van familie Villermont en de familie Hadelin d'Oultremont. In 1936 word het kasteel gehuurd door de Gemeenschap van de Benedictijnse zusters, die het pand in 1942 aankopen. De gemeenschap werd in Brussel in 1917 gesticht door Vader Eugène Vandeur, monnik van de abdij van Maredsous. Van bij de oprichting tot nu is de gemeenschap trouw gebleven aan de oorspronkelijke gedachte, als vrouwen de rijkdommen van de christelijke spiritualiteit beleven en delen.
Hier in de lokale zaaltje is de rustpost. Na de rust begint onze afdaling naar Maredret in de verte de toren van de abdij van Maredret en de twee torens van de abdij van Maredsous. Na een tijdje komen we aan in Maredret. Dit prachtige dorpje met zijn typische ardense huizen en ieder huis versiert met een kerstboom komen we aan de “Ferme La Cour” een hoeve uit de XVI eeuw. Hier een varkenskwekerij met bruine varkens die vrij rondlopen in de weide. En wat verder duiken de gebouwen van de abdij op.
MAREDRET
De abdij in het Belgische Maredret staat onder leiding van zuster Bénédicte Witz en is internationaal bekend dankzij de vervaardiging van devotieprenten. De benedictijnenabdij van Maredret werd in 1893 gesticht door Domna Cécile de Hemptinne en zes benedictinessen. Oorzaak hiervan lag in de hernieuwde interesse voor het kloosterleven in de negentiende eeuw. De naam Maredret komt van Merendrech, dat moerasdoorgang betekent. Bij de stichting van de abdij richtte zuster Agnès Desclée een atelier op waar ze probeerde zich de oude technieken van de middeleeuwse kopiisten en verluchters eigen te maken. Deze ambachtslieden versierden gekalligrafeerde tekst met kleurrijke afbeeldingen en decoraties. Vaak werden de beginletters van een tekst met miniaturen verlucht: de initialen. Het duurde meerdere jaren voordat de zusters de geheimen van het vak onder de knie hadden. In de eerste plaats stonden de zusters ten dienste van de benedictijnenabdijen, de Belgische adel en de koninklijke familie. Daarnaast maakten ze talrijke devotieprenten voor een breder publiek. In de vijftiende eeuw, met de komst van de drukkunst, nam het vervaardigen van miniaturen sterk af. In de achttiende eeuw verdween de verluchtingskunst bijna. Verluchting –nog meer dan miniatuur– werd beschouwd als een vrouwelijke kunst bij uitstek. Daarom beoefenden veel monialen –vrouwelijke monniken– deze ambacht in het klooster. Vandaag de dag zet zuster Bénédicte Witz, de huidige abdis, de eeuwenoude traditie voort in het atelier van Maredret. Werken van het atelier zijn in veel prestigieuze bibliotheken te vinden: de Biblioteca Apostolica in het Vaticaan, de Pierpont Morgan Library in New York, het Victoria Albert Museum in Londen en de Bibliothèque Nationale in Parijs.
Langs de lange muur en de ronde toren komen we aan de abdij van Maredsous waar onze wandeling eindigt.
11e MARCHE DES ABBAYES. / LES DJALES D’ANHEE. / DENEE. Deel 1. 11/12/2016.
11e MARCHE DES ABBAYES.
LES DJALES D’ANHEE.
DENEE. Deel 1.
Vertrek van de wandeling in MAREDSOUS. In 1872 stichtten monniken van Beuron, gefinancierd door de plaatselijke familie Declès, op een heuvelrug een abdij, gebouwd in neogotische stijl naar een ontwerp van architect Jean Bethune. Ze bestaat uit een grote kloosterkerk en een aantal gebouwen rond een vierkante binnenplaats. De kerk is publiek toegankelijk. Daarnaast is er een gastenverblijf en een ontvangstgebouw met winkels, museumruimte en restaurant, waar vroeger de eetzaal voor het klooster was. Plaatselijke specialiteiten, die overigens ook elders verkocht worden, zijn een abdijkaas en een abdijbier. De producten bevatten de naam "Maredsous" slechts als merknaam. Het Maredsous-bier werd tot 1963 door de monniken van Maredsous geproduceerd, maar daarna toevertrouwd aan brouwerij Duvel Moortgat.
Onze wandeling vertrekt in de abdij en we wandelen een stuk langs de verschillende abdijgebouwen. Deze prachtige abdij, gelegen in de vallei van Molignée is bijzonder en de vele gebouwen rond de abdij laten zien hoe rijk deze streek wel was. We wandelen verder en dalen af naar het riviertje we komen langs een kasteeltje met een boerderij aan misschien ook ooit behoord aan de abdij vele van deze gebouwen die rond de abdij gebouwd zijn hebben een bijzondere uitstraling. We wandelen verder en gaan zo de spoorwegzate op die nu Ravel Ligne 150: De lijn is tussen 1879 en 1894 in bedrijf genomen. Tussen Bouvignies en Neffe werd gebruikgemaakt van de reeds bestaande lijn van de spoorwegmaatschappij Nord Belge door het Maasdal. Vandaag kunnen we er over wandelen. We wandelen verder tot in Maredret hier verlaten we de spoorweg en wandelen het dorp in langs de watermolen. We kunnen zien hoe mooi dit gebouw is en de twee waterraden zijn onlangs hersteld waardoor dit prachtige stukje industriële erfgoed bewaard blijft. We wandelen verder tot aan de rustpost, dan weer verder een heel eind door de natuur wat klimmen en weer wat dalen aangenaam om te wandelen op de veldwegen en genieten van de prachtige vergezichten. Zo komen we in “Le Clavia” een gehucht. Verder door de natuur en langs oude hoogstamboomgaarden waar de maretak overvloedig aanwezig is
39E BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK. / BASTOGNE. 10/12/2016
39E BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK.
BASTOGNE.
De wandeling van Bastogne is er eentje waar je heel veel kunt zien en beleven. Als we in Bastogne aankomen is het nog donker maar de stad is verlicht het is toch ook bijna kerstmis. We schrijven ons in samen met Jelle en dan op weg voor 12 kilometer. We wandelen naar het “Memorial du Mardasson” hier even rond kijken, Jelle houd van militaire voertuigen en we laten hem wat rondkijken. Vooral het memorial vind hij geweldig en het immense groot beeld van de zeeman die een meisje kust is voor hem bijzonder. We wandelen verder door het prachtige landschap en de zon komt op prachtige beelden. We komen aan op de plek “Miltombe” hier het bos in. Hier hebben de soldaten “ personen die soldaten leven naspelen” zich ingegraven en vertonen hoe het was in de oorlog, Jelle vind het allemaal geweldig. Verder komen we aan de eerste bevoorradingspost bij de oude boerderij hier ook verschillende militaire voertuigen. Hier verlaat de korte afstand ons en wij verder een heel eind door het bos. Ook hier weer enkele plekken waar militairen wereldoorlog II naspelen. Prachtig stuk wandelweg bos en weilanden veel afwisseling gewoon prachtig om te wandelen. Dan komen we aan de splitsing van de 12 en 20km wij wandelen de 12km op en komen terug aan rustpost 1 waar we de terugweg aanvatten. Maar eerst Jelle nog een pleziertje gunnen om achter een machinegeweer te gaan liggen met een helm op. Een mooie foto voor hem dan terug richting Bastogne via de spoorwegzate. Zo komen we terug in Bastogne.
44e MARCHE DE LA SAINT-NICOLAS. / CLUB DES MARCHEURS DE FLOREFFE. / FLOREFFE. 04/12/2016
44e MARCHE DE LA SAINT-NICOLAS.
CLUB DES MARCHEURS DE FLOREFFE.
FLOREFFE.
De wandeling vandaag vertrekt in de Abdij van Floreffe. De Abdij van Floreffe is een zeer oude norbertijnenabdij. Het grote complex verheft zich op een hoogte van vijftig meter boven de oever van de Samber. Men vindt beneden de boerderij, een vijvertje, een 18e-eeuwse duiventoren en de oude watermolen uit omstreeks 1250 in romaanse stijl, die op de Ruisseau de Floreffe is gelegen. Ze diende tevens als brouwerij en heeft een lage gewelfde zaal met muurschilderingen van Walter van Obais, uit de 13e eeuw. In de jaren 70 van de 20e eeuw werd het gebouw gerestaureerd en er zijn eetzalen in. Verder naar boven gaande zijn er terrastuinen en dan komt men in het 18e-eeuwse gebouwencomplex, waaronder het abtenhuis van B. Gaine uit de 2e helft van de 18e eeuw, het Groot Kwartier uit het midden van de 18e eeuw. Zo komt men aan het Groene Hof, een terras met uitzicht op het dal. We vertrekken met onze wandeling vanuit de abdij en dan wandelen we een heel eind langs velden en boomgaarden, prachtige zichten over de omgeving en de oude hoogstambomen hangen vol met maretakken. Verder klimmen we naar Malonne. Een klein stadje met een rijke geschiedenis, wij komen niet in het stadje maar wandelen langs de velden en door de weilanden prachtige zichten op de omgeving. We komen dan in Buzet. Een prachtige dorpje met oude huizen. Wat verder komen we in Sovimont maar even doorgegaan en dan komen we aan de “Grotten van Floreffe”. Het complex bestaat uit verschillende zalen, waarin onder andere prehistorische overblijfselen gevonden zijn en tentoongesteld worden. Er bevinden zich stalactieten, stalagmieten en kleurrijke stenen in een 800 meter lange gang. De grot werd ontdekt in 1860 tijdens de bouw van het kasteel. Nog even en we zijn terug aan de abdij. Wat een mooie wandeling volop zon en blauwe luchten, prachtige landschappen en erfgoed. Wat willen we nog meer.
Wellen in het landelijke Haspengouw. De streek kenmerkt zich door een zacht glooiend landschap met vruchtbare gronden. Tussen de akkers, boomgaarden en weilanden liggen dorpjes met historische kenmerken, vierkantshoeven en romantische kastelen. De wandeling vandaag is veelal door de kale velden, daarom niet minder mooi, de mist begint rond de middag op te trekken en dit geeft prachtige beelden, een beetje sprookjesachtig. Wat kan de natuur mooi zijn in alle jaargetijden. Langs velden en boomgaarden en zeker niet te vergeten de stukken natuurreservaat. Wellen heeft ook nog vele mooie vakwerkhuizen en we zien dat deze met veel zorg omringt worden om behouden te worden voor de komende generaties. De zon verdrijft de mist en de hemel kleur blauw wat een prachtige dag word het. Niet alleen de natuur maakt ons blij maar ook de vele wandelvrienden die we tegen komen waar even tijd gemaakt wordt om een babbel, onze Waalse wandelvrienden zijn vandaag ook in Wellen, wat een vriendschap mogen we van hen ontvangen. We wandelen en heel eind door de velden. In de verte het kasteel met kasteelhoeve Printhagen. Het huidige kasteel heeft een vierkante woontoren onder een hoog tentdak. Deze toren is in Maaslandse renaissancestijl en de kern ervan stamt uit de eerste helft van de 17e eeuw. Het geheel is uitgevoerd in baksteen met mergelstenen afwerking. Aan het kasteel is een hoeve vast gebouwd, bestaande uit een aantal 18e- en 19e-eeuwse bedrijfs- en dienstgebouwen, waaronder een duiventil. Het kasteel is gelegen in een Engels landschapspark. De kasteelhoeve heeft de laatste jaren en grondige restauratie ondergaan waardoor dit een prachtige geheel vormt. Wij wandelen verder, richting Alken en weer komen we een aantal mooie vakwerkhuizen tegen. Weer verder zo komen we aan de controle en rustpost. Hier even op adem komen en samen met vrienden is het aangenaam vertoeven. Maar wij moeten verder om de laatste 4km afleggen. We volgen nu de Herk en komen zo aan de Graethmolen. Spijtig dat het waterrad verdwijnen is maar het molengebouw is indrukwekkend. Nu wandelen we het natuurreservaat de Broekbeemd binnen. De laatste kilometers wandelen door dit prachtige natuurgebied en wat later zijn we terug aan ons vertrek, een mooie en aangename wandeling in onze buurgemeente.
Kersentoren van Katarakt staat binnenkort weer recht.
Deze krantenkop verscheen op 18/02/2008 in het Belang van Limburg.
Wat was er gebeurd?
Het kersentorentje is vorig jaar platgegooid: de eigenaar wilde liever geen Katarakt-toeristen in de buurt van zijn perenplantage, en dus duwde hij het 80 jaar oude huisje omver. “Dat kersentorentje is van een van de vroegere eigenaars van de stroopfabiek, dus van een familie van herenboeren die zich een mooi torentje konden veroorloven. De andere torentjes zijn namelijk één verdieping hoog, dit had er twee. De boer kon van daaruit zijn plukkers in de hoogstamkersenboomgaard in de mot houden. Onderin werden de kersen opgeslagen.“
Na veel touwtrekkerij is het Torentje terug opgebouwd in zijn oorspronkelijke staat vandaag staat het terug te pronken in de perenplantage. Men ziet het torentje vanop de wandelroute van het regionaal lanschap Haspengouw en Voeren.
32E MARCHE D’APRES-MIDI. / LES VAILLANTS-CHATQUEUE / SERAING. 26/11/2016.
32E MARCHE D’APRES-MIDI.
LES VAILLANTS-CHATQUEUE.
SERAING.
Wie aan Seraing denkt, denkt onwillekeurig ook aan beelden van het Luikse metaalindustriebekken. Denken dan ook aan een bepaalde persoon die met Seraing verbonden is. John Cokerill zijn standbeeld staat dan ook vlak voor het stadhuis. Maar Seraing kan ook bogen op 1 209 ha bos één derde van zijn oppervlakte. De naam Seraing roept grijze beelden, vuur en cokes op, maar is eigenlijk vooral een uitgestrekte groene zone die gaat van de bossen van la Vecquée tot die van Saint-Jean. Ver van de stadsdrukte is het zalig wandelen. Vandaag wandelen we vooral in het bos. 90% is vandaag in het bos. Het is prachtig wandelen door het bos. Hier en daar een zicht op de omgeving. Stilte is hier koning. De groene reuzen (beuken en eiken), vergezellen ons tijdens de wandeling. Vandaag ook geluk wij komen verschillende paddenstoelen tegen en kunnen nu enkele foto’s maken. Moeten wel zeggen dat het een afwisselden wandeling is met regelmatig een stevig klim. Ook komen we langs een bunker. Mooi en aangename wandeling.
42E MARCHE DE ST ELOI ET STE BARBE. / NOIR ET BLANC. / ROMSEE-FLERON. 27/11/2016
42E MARCHE DE ST ELOI ET STE BARBE.
NOIR ET BLANC.
ROMSEE-FLERON.
De streek rond Romsée was een streek met veel kleine koolmijnen en in Romsée zelf had je de mijn van WERISTER. De maatschappij Wérister werd opgericht op 27 mei 1874 en nam later meerdere kleinere mijnen in de buurt over. In 1937 bereikte men een recordproductie van 620000 ton steenkool. De mijnzetel in Romsée sloot in 1967. Twee jaar later volgde het definitieve einde van de steenkoolontginning met de sluiting van Wérister-José meteen het einde van één van de grootste steenkoolbedrijven in het Luikse. Het hoofdgebouw van de maatschappij (uit 1926) in Romsée is bewaard net als enkele bijhorende gebouwen. De drie schachttorens verdwenen, de tombes resten. De terril is nog steeds in ontginning. Op het mijnterrein komen nieuwe woningen. De nog bestaande mijngebouwen worden geintegreerd in het nieuwe project. In Romsée tegenover de kerk staat het monument van de gesneuvelde mijnwerkers in de oorlog 14-18 en 40-45. Sint Barbara troon op het monument. Wij wandelen door de straten van het dorpje. We wandelen nu de oude spoorweg 38. Vandaag een prachtige wandel en fietsroute. We komen nu aan de achterzijde van de mijn van Wérister. Nog verschillende gebouwen zijn bewaard en worden nu voor iets anders gebruikt. Het mooie hoofdgebouw staat er ook nog altijd. Wat verder met de wandeling. Nu gaan we via kleine voetpaden door de mooie natuur, het parkoers is zo afwisselend dat het gewoon prachtig is nu weer een eens klimmen dan weer dalen, langs weilanden en bossen. Een heel eind langs een dreef in het bos met heel oude bomen, grillige vormen hebben ze in de loop van de jaren gekregen. Wel mooi om even te bekijken. Zo komen we in de controle en rustpost waar de Sint en Zwarte Pieten ons opwachten. Een fijne attentie van de club. Nu weer verder langs vele grote oude boerderijen, wat prachtige bouwwerken. Hier uit blijkt weer hoe rijk deze streek was in het verleden. Weer een stukje over de spoorweg en een deel door de weilanden en zo komen we terug op ons vertrek. Een mooie en afwisselende wandeling. Waar het industriële erfgoed ook een deel van uitmaakt.
Het kleinste Voerdorp, met minder dan 300 inwoners, is vooral bekend om zijn Commanderie. Dit kasteel behoorde tot de Franse Revolutie toe aan de Duitse Ridderorde. Het huidige gebouw werd in het begin van de 17de eeuw opgetrokken in ‘Maaslandse Renaissance’, een stijl die we ook in Luik en Maastricht veelvuldig aantreffen In het park van het kasteel ligt de bron, die de vijvers en de Voer van water voorziet met een debiet van ca. 3 000 liter per minuut. In de vijvers wordt er o.a. forel (een typisch streekproduct), en steur gekweekt Het dorpskerkje werd omstreeks 1660 gebouwd in opdracht van Commandeur Willem Quaedt van Beeck, wiens grafsteen zich bij de toegangspoort van het kerkhof bevindt. Wij bezoeken de forellenvijvers en genieten van een heerlijke forel in boter gebakken samen met mijn moeder.
Het boven alles uitstekend symbool van de stad aan de noordrand van de Eifel met nauwelijks 60 000 inwoners is de burcht. Ze ligt op een kolossale kalksteenrots boven de Vichtbachals. Beneden de grondvesten van de burcht ligt de grotendeels behouden historische stadskern. De historische oude binnenstad is indrukwekkend met haar winkelstraten en winkelstegen, haar pleinen en monumenten links en rechts van de Vicht. De kopermeesters van Stolberg en de geschiedenis van de ‘Stolberger Golds’ zijn de hoofdthema’s in het museum Zinkhütter Hof aan de Cockerillstraße. Als museum voor industrie-, economie- en sociale geschiedenis van de regio Aken toont de Zinkhütter Hof de ontwikkeling van een van de oudste industriegebieden van Midden-Europa.
44E MARCHE DES BRUYERES. / LES BRUYERES EN MARCHE. / GRIVEGNEE. 19/11/2016.
44E MARCHE DES BRUYERES.
LES BRUYERES EN MARCHE.
GRIVEGNEE.
Grivegnee ligt even buiten de stad Luik alhoewel ze er deel van uit maakt. Het is een landelijk gebied met veel bos en landerijen, maar toch is de industrie niet ver weg, van op de hoogste plekken hebben we prachtige panorama’s over Luik en de streek, zeker nu de bomen in goud staan, nog een paar dagen en de bladeren zijn allemaal verdwenen en gedaan met de prachtige herfstkleuren, nu maar genieten. We komen langs het kerkhof waar twee perken met soldaten graven staan, even stilstaan aan deze graven en eerbiedig denken aan deze mannen die hun leven gaven voor onze vrijheid. Dan weer verder, nu en dan moeten w een flinke klim maken om weer boven op de heuvels te komen, wat verder is controle en rustpost. We wandelen een eindje over een route boordevol afwisseling: een oude spoorweg genaamd Ligne38. Lijn 38 nu RAVel'Lijn 38' is de oude spoorlijn die het Land van Herve doorkruist en die ooit Chênée met Plombières verbond. Deze oude spoorlijn, die in 1957 definitief voor het treinverkeer werd afgesloten, vormt nu een opmerkelijk wandelparcours in het Land van Herve. We komen dan voorbij “Chateau de Neufcour” Renaissance gebouw, het kasteel bestaat al meer dan vier eeuwen. De buitenmuren zijn meer dan 1 meter dik. Het kasteel behoorde tot de kolenmijn Wérister. Dit prachtige kasteel is prachtig gelegen in de bossen. Vandaag is er het consulaat van Korea in onder gebracht. We wandelen verder en genieten van de mooie landschappen afwisselend zijn ze wel we komen zo in Beyne-Heusay. Waar de tweede controlepost is. We steken de steenweg over langs het prachtige stadhuis. En terug een heel eind over Ravel38. Tot we terug op ons vertrek aankomen. Mooie wandeling toch het tweede gedeelte waar we veel mooie zichten hadden. Ondanks we hier bijna in Luik zijn is het toch een fijne wandeling.
Onze wandeling vandaag start in Herk-De-Stad centrum. Al dadelijk wandelen we het park in van het kasteel. Het Kasteel de Pierpont is een laat classicistisch kasteeltje uit de 19de eeuw. Dit landhuis werd gebouwd in 1813 door de boomkweker Joannes Godgaaf Hermans (Herk-de-Stad, 18 juni 1772-Herk-de-Stad, 14 juni 1856) en is omringd door een unieke verzameling exotische bomen, geënt op inlandse onderstammen. Als algemene erfgename voor wat de naakte eigendom van al zijn goederen betrof, stelde hij zijn achternicht Adèle Françoise Adelchine Marie van den Hove(Leuven, 15 januari 1847-Herk-de-Stad, 15 januari 1935) aan. Deze huwde later met de heer François Joseph de Pierpont en zo kwam de hele erfenis van de heer Jan Hermans in het bezit van de familie de Pierpont. Vandaar ook de huidige naam "de Pierpont". Deze oude boomkwekerij ligt aan de basis van bekende families van de Herkse boomkwekers die daar hun opleiding kregen: Tips (zelfstandig in 1875) en Gevers (zelfstandig in 1890) vestigden zich met hun boomkwekerijen langs de Diestsesteenweg in Herk-de-Stad. Er staan inderdaad mooie exotische bomen in het park. Prachtig om langs te wandelen, in de kiosk is vandaag de receptie van de club, een glaasje bubbels en een eclair om hun 25ste verjaardag te vieren. Een fijne attentie van de club aan de wandelaars dat wel gewaardeerd word. Verder met de wandeling. We wandelen door het landelijk landschap met weilanden en stukken met bos. Zo komen we in Schulen. Langs de Sint-Janstoren, een laatgotisch overblijfsel van de voormalige kerk. Hier op het pleintje ook het vertrek van de Greenspot van het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren. Hier controle en rust. Na de rust weer verder door het prachtige landschap spijtig dat het nu wat regent en het allemaal wat vlugger gaat zo komen we terug in Herk-De-Stad waar onze wandeling eindigt.
42E MARCHE INTERNATIONALE DU PLATEAU. / LES PIQUANTS – HERVE. / HERVE. 12/11/2016.
42E MARCHE INTERNATIONALE DU PLATEAU.
LES PIQUANTS – HERVE.
HERVE.
Deze wandeling is vol van contrasten: naast de oude kolenmijn en de snelwegen (hogesnelheidstreinen, autosnelweg) zijn er tal van weggetjes en padden. Daarom is deze wandeling ook midden in het natuur, zonder lawaai, met mooie bomen en natuurlijke bosjes. Het Land van Herve is een zeer groen landschap. Het plateau wordt gekenmerkt door lage heuvels van 200 à 350 meter, weinig bos en hoofdzakelijk weiden en boomgaarden omheind door typische hagen. Het Land van Herve is immers befaamd voor zijn wallenlandschappen, zoals de Normandische ‘bocages’, maar dan in een Belgische versie. Weiden en aanplantingen met fruitbomen, afgezet met hagen, vormen het aantrekkelijke decor van een frisgroene streek met zachte heuvels en valleien. Tal van paadjes die in de tijd van toen de boerderijen met elkaar verbonden, vormen nu een verstild paradijs voor ons wandelaars. Koninginnestuk is de verharde bedding van een vroegere spoorlijn die als het ware de ruggengraat vormt van het land van Herve. De zogenaamde ‘Lijn 38’ is 40 km lang en verbindt Hombourg met Chênée. Op deze beding beginnen we onze wandeling een heel eind volgen we ze. Rustig wandelen tussen de herfstkleuren, lopen over de afgevallen bladeren en nu en dan een straaltje zon “Herfst” als we de spoorwegzate verlaten komt het prachtige landschap tot zijn recht weilanden zo ver je kunt zien, nog steeds de koeien in de wei. We wandelen naar Jose. Waar onze eerste controlepost si na de rust langs de kerk van José. Al in 1745 werd op deze plaats een kapel gebouwd , later door koning Leopold I in 1842 een nieuwe kerk en later in 1908 werd er een nieuwe kerk gebouwd en deze werd in 1911 ingewijd, vandaag staat ze in de steigers voor restauratie. Tegenover de kerk het kasteel met hoeve de ingangsdeur heeft een prachtige hardstenen omlijsting met een wapenschild erboven. We wandelen en heel eind verder en komen aan de verlaten gebouwen van de koolmijn Belle Fleur of ook de mijn van Xhawirs. Op deze plek werd er al in 1530 in de mijn gewerkt maar op 20-9-1870 werd het officieel een kolenmijn en tot 01-07-1969 toen werd de mijn gesloten. Een paar gebouwen hebben de sluiting overleeft maar ze verkeren in slechte toestand. We dalen een eindje af voor ons het zo mooie landschap. We wandelen weer terug naar het centrum van José waar we opnieuw controle hebben dan nog een paar kilometers en we zijn terug op ons vertrekpunt. Een mooie en afwisselende wandeling in het “Land van Herve”
WANDEL MEE IN KANNE. / TONGERSE WANDELVRIENDEN. / KANNE – RIEMST. 11/11/2016.
WANDEL MEE IN KANNE.
TONGERSE WANDELVRIENDEN.
KANNE – RIEMST.
We vertrekken met onze wandeling onder de kerk en al vlug wandelen we het plateau op en zo komen we in het prachtige wandelgebied “Sint Pietersberg” al vlug komen we aan de “Duivelsgrot.” De Duivelsgrot of Wijngaardgroeve is een klein gangenstelsel in de Sint-Pietersberg, onderdeel van het Plateau van Caestert. Ter plaatse van de groeve komt het droogdal Poppelmondedal uit in het Jekerdal. De ingang van de groeve ligt op minder dan 200 meter van de grens met België en op zo'n 400 meter ten noordoosten van Kanne. De helling waarin de groeve ligt wordt de Poppelsberg genoemd. In dit gebied komen meer groeven voor en in eentje grazen vele schapen je vraag je af hoe ze op die steile hellingen kunnen blijven lopen. Wat verder komen aan de kunstmatige aangelegde heuvel de “Tombe” genoemd aan gelegd door Spaanse en Franse soldaten om Maastricht te belegeren. Wat verder komen we aan het Sint Pieters fort. Fort Sint Pieter is een fort dat in 1701-02 tot stand kwam op de noordflank van de Sint-Pietersberg in Maastricht. Tot 1867 had het fort als onderdeel van de vestingwerken van Maastricht een militaire functie. Thans is het bouwwerk een rijksmonument en een toeristische attractie. We verlaten even de route en wandelen tot aan het fort om even rond te kijken, dan weer opnieuw op de route. Wat verder komen aan het nieuwe aangelegde uitzichtplatform en de trappen die naar beneden lopen. Spijtig dat de trappen niet te gebruiken zijn zo kon je via de trappen 40 meter zakken naar de bodem van de groeve. Na het stoppen van de activiteit van het cementfabriek zal dit een prachtige natuurgebied worden al een deel ervan is nu al terug gegeven aan de natuur en hier broed de oehoe de grote uil van de streek. Vanop het platform hebben een prachtig zicht op de groeve. Weer wat verder en zo verlaten we het natuurgebied Sint Pietersberg en komen zo terug aan de kerk en einde van onze toch wel bijzondere mooie wandeling.