OOGSTTOCHT.
DE SCHOVERIK DIEPENBEEK.
BILZEN.
Vandaag wandelen we met de Schoverik in Bilzen. Het eerste wat we tegenkomen gaat over SCHUYLENBORGH. Even opzoeken wat dit was.
Nog in het zicht van de dorpskerk, aan de grens van de gemeente, langsheen de Raafstraat, bevinden zich de typische resten van een vroege motburcht. In de Middeleeuwen lag daar het goed Schuylenborg. Een alleszins tekenende naam. Een duidelijke terp van 20 à 25 m diameter is nog omgeven door een gracht van een zevental meter breed, die door de Winterbeek gevoed werd. De omgeving is moerassig. Hier ook de bron van de Sint Gertrudisbron.
Vandaag is hier ook een natuurreservaat met deze naam:
Natuurgebieden Beverst-Bilzen: ‘Schuylenborgh’
Op 1 mei 2009 werd dit gebied boven de doopvont gehouden. Het kreeg de naam „Schuylenborgh‟. Kadastraal is dit gebied bekend als “In de Raeve”. Erg opvallend is echter de heuvel met daarrond een gracht met een breedte van een tiental meter. Orchis vzw is gaan grasduinen in de geschiedenis van Beverst. Daar vinden wij één naam die door de eeuwen heen heel wat naamswijzigingen doorstaan heeft. Wij zijn teruggegaan tot 1345. Toen sprak men al over de naam Johannes de Schuylenborg, een van de eigenaars. Schuylenborgh, zo zien wij op de Ferrariskaart van 1770, bestond uit een loofbos op een moerasachtig bodem. Nadien moet het dan omgevormd zijn tot zompige beemden. De Winterbeek is hier de structuurdrager van het landschap die dit gebied door de eeuwen gevormd heeft. Nabij deze beek is dan een kleine, landelijke motburcht opgericht. De gracht rondom de Motte werd gevoed door de Winterbeek. In 1716 heette het gebied Schuylenborgh. De motburcht speelde in de middeleeuwen een bijzondere en centrale rol bij de plaatselijke bevolking: het had een beschermende en verdedigende functie. Het terrein bestaat nu uit ruigten en natte weide met sterke ontwikkeling van moerasspirea en zeggenvegetatie. Daarenboven functioneert een gedeelte van het gebied als overstromingsgebied. Typische soorten, eigen aan zulke terreinen, zijn in ontwikkeling. Prachtige meidoornstruiken staan er verspreid. Sleutelbloemen, knolsteenbreek en dotterbloemen zijn aan uitbreiding begonnen. Met de avifauna zit het er ook al goed: buizerd, ijsvogel, grasmus, bosrietzanger en ransuil.
We wandelen hier een heel eind door de natuur en komen dan in het dorpje met zijn prachtige vakwerkhuizen verder met onze wandeling en gaan dan naar het domein van Kasteel Schoonbeek.
Historiek: Het gekende kasteel van Schoonbeek schijnt ons ook een voorbeeld van oude, maar verbouwde burchttoren te leveren. In 1333 behoorde het kasteel toe aan het graafschap Loon. De oudstgekende eigenaar van de sterkte, Willem van Schoonbeek, vinden we op 8 december 1361 vermeld. Herman Typots, drossaard van het Land van Grevenbroek en kastelein van het Prinsenhof in Kuringen, huwde met Margriet van Chiney, dochter van Dirk van Chiney, heer van Schoonbeek en Anna Vandenbosch van Gors-op-Leeuw. In 1573 was hun kleinzoon Hendrik Typots nog heer van het kasteel van Schoonbeek In de vorige eeuw woonde de familie de Renesse op het kasteel. Gouverneur Graaf Theodoor de Renesse stierf er in 1927. In dit meermaals hersteld kasteel blijkt een oud stuk te zitten, links van de ingang. Het is een vierkante toren, een donjon, waar de andere gebouwen tegen aan gebouwd werden. Vandaag is het eigendom van de familie “de Grunne”
We wandelen voorbij het kasteel en komen zo aan de spoorweg en dan een eindje verder komen we terug op onze startplaats.
|