HERFST IN BOKRIJK.
WSV HEIKNEUTERS GENK.
GENK-BOKRIJK.
Vroeger was het een heidegebied, waarop zich gaandeweg meer en meer menselijke activiteiten gingen ontplooien. n de omgeving van Bokrijk werd van 1886-1892, op een terrein van 50 ha, zilverzand gewonnen door de SA Sablières de Bockryck, dat gebruikt werd in de glasfabrieken in Wallonië. Dit stopte na stakingen en de vernietiging van een afnemende fabriek te Charleroi. We vertrekken met de wandeling in het St Jozefinstituut. Al vlug wandelen we het bos in, we wandelen over de paden tussen de bomen en komen zo aan in het domein van openluchtmuseum. Zo komen we wat verder in het natuurreservaat De Maten. In De Maten vindt men onder andere: 35 aangelegde vijvers waarin men eeuwenlang vis kweekte, moerassen in de lagere vochtige gebieden, moerasbos en weilanden met ruigten en natte en droge heide.
Hoe ontstonden de Maten:
In de vroege Middeleeuwen legden heiboeren de eerste dijkjes aan tussen twee duinenruggen, dwars op de beek die door De Maten stroomde. Op deze manier ontstonden de eerste kleine vijvers in dit gebied. Deze eerste benamingen van vijvers van de Maten komen reeds in 1485 voor in de gemeenteregisters. De zeer arme en verlaten heidegronden in en rond Genk werden geleidelijk in gebruik genomen als landbouwgrond door de lokale boeren. De heide werd gekapt voor het voer van de schapen en koeien. De mest uit potstallen werd vervolgens gebruikt om de schrale grond te bemesten. Andere taken bestonden uit het steken van turf als brandstof, kappen van bomen en het nivelleren van duinen om kleine graslanden te bekomen. Na de intrede van de irrigatietechniek werden deze graslanden bevloeid met beekwater via een sluizensysteem dat nog steeds terug te vinden is in het landschap. De eerste bescherming van het gebied kwam er nadat een aantal natuurliefhebbers een gebied van bijna 200ha in erfpacht kregen van het gemeentebestuur van Genk. In 1956 werd dit gebied als een van de eerste in België erkend als een natuurreservaat. Datzelfde jaar kocht de natuurvereniging nog 17 ha vennen en vijvers met hoge floristische en botanische waarden aan. In de jaren daarna volgden nog verschillende aankopen. De Maten is sinds 1975 een erkend natuurgebied en beschermd landschap.
We wandelen verder en komen zo aan de laan naar het openluchtmuseum, hier wandelen we langs het station en wandelen terug het bos in. We komen op deze wandeling vele verschillende soorten paddenstoelen tegen. Nog een klein eindje door het bos en we staan vlug aan de grote weg die we oversteken en we gaan terug naar het St Jozefinstituut waar onze wandeling eindigt.
|