HERFSTTOCHT.
WSV. CRESCENDO.
PUTH-SCHINNEN.
De naam Puth is duidelijk afkomstig van de aldaar aanwezige diepe waterputten. In het verleden lagen er vele grotere boerderijen met vaak tientallen hectaren grond. Hiervan is nog maar weinig overgebleven. De hoeven Mahove en Hautvast aan Geneinde zijn nog enkele overblijfselen uit het verleden. Overgebleven zijn enkelen vakwerkhuizen waarvan sommige als hoogwaardig gekwalificeerd kunnen worden.
Ook treft men fragmenten aan van vakwerk op binnenplaatsen, voornamelijk in Bovenste Puth. We wandelen door Puth en kunnen de grote boerderijen en de vakwerkhuizen, dan wandelen we naar het Natuurgebied Geleenbeekdal , verspreid rond de Geleenbeek liggen natte graslanden, hellingbossen en moerasbosjes. Door de afwisseling in hoogte, bodemstructuur en vochtigheid is in het Geleenbeekdal een grote variatie in flora en fauna aanwezig. Ook kunt u reeën en eekhoorns zien. Wij wandelen door het Stammendersbos. Beekdalen, weilanden, holle wegen en nostalgische boerenhoeves. Dat is Schinnen in een notendop.
Wij wandelen verder door het pastorale Geleendal hier ligt in een delta van de Geleenbeek de ruïne van de oude waterburcht "Terborgh". De oorspronkelijke burcht was een woontoren gelegen op de "Motte" (verhoogd eiland) achter het huidige gebouwencomplex. Deze hoedanigheid, ook wel Huis Schinnen, het Bovenste Huis en Terborgh genoemd, wordt al vermeld in 1285 in de huwelijkse voorwaarden van Hendrik van Scinne en Ouderadis, als Castrum Nostrum Schinna. In de 16e eeuw werd de woontoren verlaten, waarom is niet duidelijk. Wat nu resteert, zijn de metersdikke fundamenten van breuksteen en leien van de dakdekking. Het tegenwoordige kasteel is in feite de verbouwde voorburcht en hoeve. Het kelderplan is uit de 16e eeuw en het woonhuis kwam rond 1600 tot stand. De op de binnenplaats tegen de gevel aangebouwde kapel werd door een Roermondse bisschop in 1625 gewijd. Links en rechts van de ingangspoort zijn nog de katrollen aanwezig welke gediend hebben om de valbrug op te halen. De brug zelf is van latere datum, toen dreiging van overval en inbraak niet meer te duchten was. De ramen werden in de 18e eeuw vergroot, door het verwijderen van de tussendorpels van de oorspronkelijke tussendorpels. Aan de rechterzijde ligt de resten van de watermolen met gedeelten uit vakwerk.
Het Kasteel Terborgh was tevens schepenbank en gevangenis, in roerige tijden rond de 18e eeuw werd in de gevangenis van de burchthoeve leden van de zogenaamde "bokkenrijders" ingesloten. De straat Wolfhagen is gelegen in dit gelijknamige gehucht en vormt een verbindingsweg met de eveneens tot de gemeente Schinnen behorende plaats Oirsbeek. Het Fabritiushuis (17e-eeuws renaissancehuis) is een van de oudste monumenten binnen de gemeente Schinnen. Rond de 17e eeuw werden in Wolfhagen de eerste Bokkenrijdersbendes opgericht. Door armoede gedreven bundelden mensen van allerlei allooi hun krachten en formeerden groepen die vooral middels brandbrieven de gevestigde orde onder druk probeerden te zetten. De bendeleider van die eerste bokkenrijdersbende was Geerling Daniëls, die destijds in Wolfhagen woonde. Omdat de gevestigde orde de Bokkenrijders als criminelen bestempelde, werden velen van hen nadat ze gevangen waren genomen vastgezet in de kerkers van Kasteel Terborgh en na veroordeling terechtgesteld (opgehangen) in het nabijgelegen Danikerbos.
Wij wandelen weer een stukje verder en dan zien we Stroopstokerij Canisius. Sinds het inblikken van de eerste stroop in 1903, meer dan honderd jaar geleden, is het maken ervan een ware cultuur. Een traditie die Bourgondische Limburgers eigen is. Die rijkdom aan 'boeren'-traditie hebben we te danken aan fruithandelaar Jean Canisius. Mede dankzij hem gaan bij de Canisius stroopfabriek jaarlijks meer dan 3 miljoen kilogram delicieuze stroop de deur uit. In blik, beker, emmer of glazen pot verlaten ze het idyllische heuvellandschap van Zuid-Limburg op weg naar u via supermarkt, groothandel of reformzaak. In Nederland, België maar ook in Australië, Canada en Nieuw-Zeeland weten ze deze stroop te waarderen.
Wij gaan weer verder met de wandeling door het prachtige bos in herfstkleuren, gewoon mooi is het om erdoor te wandelen. Nog een laatste monument op de wandeling is het Kasteel van Puth. Het werd gebouwd door de ridders van Puth. Het huidige kasteel stamt uit de 18e eeuw en is gebouwd op fundamenten uit de 16e eeuw. Het kasteel is een rechthoekig herenhuis, aan de voor- en linkerzijde voornamelijk opgebouwd uit baksteen; de rechterzijde en achterkant zijn opgetrokken uit mergelsteen. Het kasteel wordt omgeven door een gracht en had vroeger een ophaalbrug, die in de 20e eeuw vervangen werd door een vaste brug. Het kasteel is alleen te bereiken via de versterkte U-vormige kasteelhoeve, waarin zich schietgaten bevinden, zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant. De huidige kasteelhoeve dateert waarschijnlijk uit de 18e eeuw. De huidige eigenaar van het kasteel is graaf zu Stolberg-Stolberg. Zo komen we terug in Puth waar deze prachtige en leerzame wandeling eindigt.
Voor het fotoalbum de link volgen
|