KASTEEL AUGUSTUSBURG.
JACHTKASTEEL FALKENLUST. KASTEELKERK. BRÜHL. D.
KASTEEL AUGUSTUSBURG.
In het jaar 1180 wordt Brühl voor het eerst in de oorkonden vermeld. De Keulse aartsbisschop Phillip von Heinsberg bouwde toen een residentie waarrond al heel snel een belangrijke burcht ontstond. In 1285 verleende de Keulse aartsbisschop Siegfried von Westerburg Brühl de stadsrechten. De wethouders mochten voortaan rechtspreken en kregen zelfbestuur. In 1469 werd Brühl provinciehoofdstad en residentie van de Keulse aartsbisschoppen. Bijna 150 jaar lang werd Keulen vanuit Brühl geregeerd. In 1689 werd de burcht door vreemde troepen de lucht in gejaagd, een stadsbrand verwoestte bijna alle huizen.
Na deze ramp kwam Brühl eerst weer tot een bloeiperiode toen keurvorst Clemens August in 1725 op de grondvesten van de waterburcht door Conrad Schlaun en later door Francois de Cuvilliés het kasteel Augustusburg met het wereldberoemde traphuis van Balthasar Neumann liet bouwen. Clemens August bouwde hier omwille van twee redenen: de landschappelijke schoonheid en de gunstige ligging voor de valkerij die de vorst met hartstocht uitoefende. Na het ontslag van Conrad Schlaun ontwikkelde Cuvilliés in 1728 een volledig nieuw plan voor de ombouw en verbetering van de ruwbouw die zijn voorganger net voltooid had. De waterburcht werd een moderne residentie.
In 1740 vertoefde de architect Balthasar Neumann voor het eerst in Brühl. In de daaropvolgende jaren bracht hij verschillende korte werkbezoeken aan Brühl voor de planning van het traphuis. Voor de uitvoering hiervan engageerde Neumann de Keulse hofarchitect Michael Leveilly en zijn uitstekende kunstenaars. Tussen 1747 en 1750 schilderde Carlo Carlone de plafondfrescos van het traphuis, de aansluitende zalen en in de Nepomukkapel. Toen Clemens August in1761 stierf, waren de werken aan de hoofdzalen nog in volle gang. Zijn opvolger Max Friedrich von Königsberg (1761-1784) beëindigde de werken volgens de plannen van Clemens August. In 1768 was kasteel Augustusburg na een bouwtijd van meer dan 40 jaar voltooid.
Met de Franse Revolutie verdween in 1794 het keurvorstendom Keulen. Franse troepen bezetten het kasteel en verramsjten alle meubelen. Toen Napoleon in 1804 het kasteel bezocht, vond hij het kasteel zo prachtig dat hij het spijtig vond dat er geen wielen onder stonden. In 1809 schonk hij het aan zijn maarschalk Davoust die het volledig verwaarloosde. In 1815 kwam het kasteel in Pruisisch bezit. Dankzij koning Friedrich Wilhelm IV ging het kasteel niet volledig verloren. In 1842 woonde hij er een tijdlang in en gaf de restauratie van de zalen in opdracht. Na de renovatie in 1876/77 deed het kasteel weer dienst als residentie van Keizer Wilhelm I wanneer deze aan de herfstmaneuvers in de Eifel deelnam. Tijdens de tweede wereldoorlog werd het kasteel zwaar beschadigd.
In 1944 raakte een springbom de noordvleugel en in 1945 werd de hoofdvleugel door artilleriegeschut getroffen. Nog in hetzelfde jaar begon men met de dringende wederopbouw- en herstellingswerken, later volgde dan een algemene restauratie van het hele gebouw. Vandaag bevindt zich het kasteel in het bezit van het land Noordrijn-Westfalen. Het wordt door de president van de Bondsrepubliek Duitsland voor representatieve doeleinden gebruikt. JACHTKASTEEL FALKENLUST
Een rechte laan voert vanuit het park van kasteel Augustusburg naar het jachtkasteel Falkenlust. De grondsteen van kasteel Falkenlust werd door Clemens August op 16 juli 1729 gelegd. De plannen tekende de hofbouwmeester Francois de Cuvilliés. Reeds in 1733 waren de bouw en de stucwerken van de binneninrichting op enkele kleine details na, klaar.
De afwerking hiervan duurde dan nog tot in de helft van de jaren 40. In 1794 viel het kasteel in handen van de Franse troepen. In 1807 kwam het in het bezit van de Duitse diplomaat in Franse dienst Karl Friedrich Reinhard. Van 1832 tot 1960 was het in het bezit van de familie Giesler uit Brühl, daarna ging het over in het bezit van het land Noordrijn-Westfalen. In 1730 begon men met de bouw van de kapel in het park. Ze werd gebouwd in de vorm van een eremietengrot. Het is een achtkantige bouw met een kleine sacristie en een mansardedak.
KASTEELKERK ST MARIA VON DEN ENGELN. De kasteelkerk is de in 1493 ingewijde toenmalige kloosterkerk van de minderbroeders (vandaag katholieke parochiekerk St Maria von den Engeln) die Clemens August vanaf 1735 verder liet uitbouwen.
Als verbinding tussen de kerk en het kasteel ontstond de Oranjerie met een oratorium (twee verdiepingen) aan een langs drie zijden gesloten koor. Zowel binnenin als buiten is de kerk eenvoudig gehouden. De ruimte wordt door kapelvormige nissen en kruisgewelven met spitsbogen ingedeeld. Het hoogaltaar bestaat uit gekleurde stucmarmer dat het hele koor tot aan het gewelf vult. Het is een meesterwerk van Balthasar Neumann (1745) en van zijn beeldhouwer Johann Wolfgang van der Auvera die het decor en de figuren ontwierp. Het altaar dat in de tweede wereldoorlog zwaar beschadigd werd, werd weer prachtig gerestaureerd, de verwoeste verkondiginggroep uit het midden werd vervangen door een kopie.
Het kasteel Augustusburg, het kasteel Falkenlust en het park werden in 1984 als kultuurdenkmaal van de Unesco erkend.
Wij beginnen onze ontdekking aan de tuinen van kasteel Augustusburg, langs de barokke tuinen, met fonteinen en vijvers, zo hebben we prachtige zichten op dit barokke kasteel, een aangename wandeling door de rechte laan naar Jachtkasteel Falkenlust, spijtig dat deze onderbroken word door de spoorlijn en een weg.
Maar toch blijft het indrukwekkend, de 2,5 kilometer lange traject door prachtige bossen en met een prachtig zicht op de beide kastelen. Jachtkasteel Falkenlust heeft een bijzondere tentoonstelling deze van de Falkenjacht. We keren terug naar kasteel Augustusburg. En nemen deel aan een geleid bezoek. Alleen spijtig dat binnen geen fotos gemaakt mogen worden, we begrijpen het wel om de bijzonder broze tapijten en wandbekledingen niet te beschadigen. Het bezoek vertrek eigenlijk aan de achter ingang van het kasteel
Maar als we aan de ingang met trappenhal komen valt onze mond open van verwondering wat een prachtige kleuren en wat een rijkdom, als we trappen bestijgen, en het plafond zien is de verwondering nog groter wat een prachtige plafondfrescos , we worden van het ene prachtige vertrek naar de andere gebracht, onbeschrijfelijk mooi. De rondleiding met gids duur 75 minuten, twee zalen zijn gesloten deze worden gerestaureerd. Na de rondleiding wandelen we even langs de Oranjerie die het kasteel met de kerk verbindt. In de kerk hebben we ogen te kort om de prachtige barokke altaren te bewonderen. Een wandeling door Brülh en terug naar het kasteel. We hebben genoten van ons bezoek aan Brülh, het kasteel en de wandeling door het park. Gelukkig hadden we het weer bij, een heerlijke zon die over deze betoverende omgeving schijnt. Gewoon genieten van een prachtige dag.
|