MARCHE DU PRINTEMPS.
MARCHEURS COUDE A COUDE NEUPRE.
NANDRIN.
Ze hebben elk hun eigen karakter, de mooie dorpjes van de Ardennen, Haspengouw en Condroz. Door hun geringe omvang, hun kleuren van baksteen met zandsteen, met hun bezienswaardigheden maken deze dorpjes zo aantrekkelijk voor wandelaars die iets meer willen dan alleen afstanden af te leggen, daarom gaan wij er ook zo graag wandelen, telkens weer kom je stukje erfgoed tegen.
Het is prachtig om al wandelend de mooie plekjes te ontdekken, door de kleine wegjes, langs de velden en weilanden. Wij wandelen door dit prachtige landschap, aan het plein van Nandrin staat de grote kasteelhoeve en donjon het plein is prachtig aangelegd met wat waterpartijen en zitbanken. Heel aangenaam. Dan wandelen we verder en komen voorbij Ferme Sarlet. Op de binnenkoer staat het indrukwekkend hoeve omgeven door de stallingen het is een indrukwekkend gebouw. Wij wandelen weer verder en komen in Fraiture, een bijzonder mooi dorpje met de overblijfsels van het kasteel. Chateau Neuf een Louis XVI stijl gebouwd in 1778 brandde af op 31-07-1963, nu blijven er alleen nog wat bijgebouwen en de prachtige hekken over. Wij hebben hier controlepost.
Wij verlaten het domein en komen langs maison de Jacques Le Charras wat verder komen we langs de voormalige smidse. En tegenover de oude Rijkswachtkazerne die al een hele geschiedenis heeft van 1797 tot 1815 gebruikt door de Fransen, van 1815 tot 1830 door de Hollanders en van 1830 tot 1914 door de Belgen, nu staat het gebouw te koop.
Wat verder komen we langs Ferme de Trois Tilleuls wij komen langs de kerk en gaan even binnen kijken prachtige glasramen in lood, een doopvont uit 1581. Wij verlaten de kerk en komen op een pleintje met een eigenaardige waterpomp, dan wandelen we verder naar Tinlot en dan weer de natuur in met prachtige zichten over de omgeving. Na een tijdje komen we terug in Nandrin.
Een legende word verteld op de wandeling in Fraiture hier het verhaal. De Legende van DZY Een beroemde Fraiturois : de DZy.
Deze figuur waart rond in het dorpje Fraiture vanaf het einde van de 19de eeuw. In 1874, publiceert de Luikse protestschrijver, Joseph Demoulin, de geschiedenis van Paul Derenne, bijgenaamd de D'Zy. Paul Derenne wilde aanvankelijk priester worden, maar zijn liefde voor Jeanne is sterker. Hij woont met zijn vrouw, zijn vader en een oude nicht in een kleine boerderij, gelegen aan de rue de Liège (nummer 14), in Fraiture. Hij gaat door het leven als keuterboer en werkt 's winters als houthakker. In de bossen van Gougeon doodt hij de ridder van Cortis die zijn vrouw probeerde te verkrachten. Hoe valt de moord op een edelman, gepleegd door een eenvoudige boer te rechtvaardigen in het begin van de 19de eeuw? Paul gelooft niet in de rechtvaardigheid van de mensen. Hij ontsnapt uit de kerker van de Rijkswacht van Fraiture. Hier beginnen de avonturen van de D'Zy. D'Zy is de Waalse benaming voor een "hazelworm", een klein soort reptiel dat zich moeilijk laat vangen. Jeanne sterft, terwijl ze in verwachting is van een kind. Paul's vader overleeft de ellende niet. De boerderij wordt verkocht. Paul brengt vele jaren door in de bossen van L'Herberain met steun van alle inwoners van Fraiture en in het bijzonder van pastoor Moret en zijn vriend Jean Bouvier. Hij is voortdurend op de hielen gezeten door de Rijkswacht. Zijn gezworen vijanden zijn de « Rougeaud » en de « Grande Gatte ». Hij beleeft hachelijke avonturen. In eer hersteld, leeft de D'Zy nog een paar jaar in Fraiture op het dorpsplein (nummer 35), vlakbij de oude smederij en de Rijkswacht. Tenslotte komt hij om bij een noodlottig ongeval in de straten van Brussel ten tijde van de Revolutie van 1830.
Voor het fotoalbum de link volgen
|