ST. ALOYSIUSTOCHT.
WC. AVIAT SINT-TRUIDEN.
ZEPPEREN.
Zepperen werd reeds in de 784 vermeld als de zeven bronnen was altijd een welvarende gemeente, waar vooral de fruitsector vanaf de 20ste eeuw een grote bloei kende. Een belangrijk monument is zeker de Sint-Genovevakerk, met zijn rijk versierde versierde romaanse toren uit de 12de eeuw, op getrokken in silexblokken. Het schip en het koor zijn gebouwd in Demergotiek tussen 1430 en 1509. Het interieur van de kerk is onschatbaar.
Vooral de muur schilderingen in de Genovevakapel zijn uitzonderlijk, vele wandelaars gaan aan dit prachtige monument voorbij wij gaan binnen eens kijken naar de prachtige kerk. Na het bezoek vatten we de wandeling weer aan, in Zepperen staan nog verschillende vakwerkhuizen, nog rond 1850 waren praktisch alle gebouwen in deze streek in hout en leem opgetrokken.
De 253 woningen waren alle van hout en leem en met stro gedekt, behalve vier in baksteen met een leien- of pannendak. Het landelijk woonhuis uit 1600-1900 telde een voorhuis, een leefkeuken en een kamer. Beide laatste waren gescheiden door een haard aan weerszijden van de tussenwand. Het voorhuis groeide uit een kleine dorsvloer of "nere", bevatte de zoldertrap en maakte een voordeur met bovenlicht noodzakelijk. De verdiepingszolder bleef onverdeeld voor de opslag van veldvruchten, opgehangen aan de stokken of uitgestort over de beleemde vloer. Toen de gezinnen in de 19de eeuw groter werden, moest men hier slaapkamertjes afsplitsen. Uitzonderlijk hebben enkele oudere landelijke hooghuizen in Zepperen een volwaardige verdieping, soms met overkraging. De kamer was onderkelderd en kon dienst doen als pronkkamer, schrijfkamer van een bestuur of beste slaapkamer. In het Vochtig-Haspengouwse Zepperen lag de kelder half bovengronds met een opening voor licht en lucht. De bewoners daalden af langs een luik met daarop het trapje naar de opkamer. In een afhang, al dan niet buiten het hoofdgebint, trof men de melkkamer of spinde, de wasplaats met gootsteen, de bergplaats of kleine slaapkamers aan. Gelukkig zijn de woningen nu veel beter en comfortabeler, maar ook een geluk dat toch nog een aantal van de vakwerkhuizen bewaard gebleven zijn, wel eens waar gemoderniseerd.
Wij wandelen een eindje door het dorp en gaan nu naar Ordingen. We komen aan het kasteel van Ordingen. In de vroege middeleeuwen, vanaf 1040 vermelden bronnen de heren van Ordingen. Hun kasteel fungeerde als wachtpost op de grens van het graafschap Loon. Messire Adam de Harduemont wordt vermeld in 1253. Zijn kinderen en kleinkinderen waren tot de 14e eeuw bewoners van het kasteel. Gebrek aan nakomelingen deed het kasteel overgaan in het bezit van de aanverwante familie Duras. De dochter van kleinzoon Willem IV van Horion, Digna huwde met Gerard Huyn van Amstenrade. Gerard besloot net voor zijn dood het kasteel te verkopen. Zijn echtgenote Sophia van Bellinckhausen verkocht het in 1611 aan Edmond Huyn van Amstenrade, landcommandeur van Alden Biesen en lid van de Duitse orde, toevallig familie van haar overleden echtgenoot.
Ordingen kende tijdens twee eeuwen 25 commandeurs (de commandeur is ondergeschikt aan de landcommandeur) die zich vooral in de 18e eeuw ter plekke lieten vertegenwoordigen door rentmeesters. Commandeur Hendrik van Hoensbroeck liet zich opmerken door de uitgebreide restauratie van het kasteel. De Franse revolutionairen verkochten het kasteel als kerkelijk goed, eerst aan Marie Desart. Later verwierf de bekende opkoper van zwart goed Pierre de Libotton de commanderij. Begin 19e eeuw verwierf de rijke steenkoolbaron Charles Pitteurs-Hiégaeerts het goed. Toen de man in 1863 overleed kreeg zijn derde zoon Léon, baron voor het leven en burgemeester van Ordingen het goed in zijn bezit. Hij verbouwde het kasteel grondig in 1879 en legde een grote kunstverzameling aan. De volgende eigenaar, in 1902, was zijn ongehuwde zoon Antoine. Een Duits bombardement in 1940, moeilijkheden met restauratiedossiers en familieruzies waren aanleiding voor een nieuwe verkoop. Antoine overleed in 1962, het kasteel werd verkocht in 1964 aan een huisarts uit Tongeren. Deze eigenaar heeft de westelijke hoektoren en het poorthuis gerenoveerd. Het volledig kasteelgedeelte ondergaat nu een restauratie om er later een hotel-restaurant uit te baten. Het commandeurshuis wordt een centrum voor dagtoerisme; het poorthuis is verbouwd tot woning voor de eigenaar. Vandaag kun je zien dat de restauratie al een heel eind gevorderd is en het kasteel er prachtig bij ligt. Wij zijn even de inrit opgeweest en hebben prachtige fotos kunnen maken.
Wij wandelen door het dorp en verlaten het en wandelen het veld in eerst nog even langs de kapel van het kasteel en dan de velden in terug naar Zepperen. Nog even een kijkje nemen aan de rentmeesterwoning met toren en woonhuis en nog een stuk vakwerk. Het is een mooie wandeling.
Voor het fotoalbum de link volgen
|