HERFSTWANDELING.
WANDELCLUB EPEN.
EPEN.NL.
Idyllische natuurtaferelen verheffen het wandelen rondom Epen tot een voor Nederlandse begrippen unieke sprookjestocht compleet met panoramische vergezichten, vakwerkhuizen, bruggetjes en kastelen. Epen (Limburgs: Ieëpe) is een van de zuidelijkst gelegen dorpen in Nederland. De buurtschappen Plaat, Terpoorten, Diependal, Terziet en Kuttingen liggen nog net iets zuidelijker. Van oudsher hoort het dorp bij de gemeente Wittem, die in 1999 met Gulpen fuseerde tot de nieuwe gemeente Gulpen-Wittem.
Epen is een plaatsje in het Zuid-Limburgse Heuvelland, bekend vanwege de vele vakwerkhuisjes. De wandeling brengt ons door dit prachtige landschap met het Geuldal. De Geul heeft hier door ,de eeuwen heen een dal achter gelaten welke voor wandelaars een prachtige weg is om te bewandelen, hier in Epen volgen we een eind het Geuldal om uit te komen bij de Volmolen.
De geschiedenis van de Epener Volmolen heeft zijn oorsprong in de 18e eeuw. De molen maakte in die tijd onderdeel uit van de Vaalser lakenindustrie. In 1834 kwam de molen, die toen al voor langere tijd buiten werking was, in het bezit van de fabrikant Johann Wilhelm Kannengiesser uit het Duitse Düren. Hij vestigde in de molen een wolspinnerij, waarvoor hij de machines uit zijn spinnerij in Düren liet overbrengen. Na zijn dood in 1836 nam zijn weduwe, en later zijn zoon Wilhelm, de molen over en breidde deze nog uit met een lakenfabriek, een dekenfabriek en een kunstwolmolen. De molen werd toen aangedreven door een ijzeren middenslagrad met een middellijn van 3,71 m. en een breedte van 2,74 m.
Hoeve Vernelsberg
Na de Tweede Wereldoorlog werd het belang van de molen steeds geringer en werd deze uit bedrijf genomen. In 70-er jaren van de vorige eeuw werden plannen gemaakt voor een grootschalige restauratie. In 1977 werd de molen weer feestelijk in gebruik genomen als graanmolen. In de molen werd een gedenksteen onthuld ter nagedachtenis aan de eigenaresse weduwe Brauers-Thywissen, die tijdens de restauratie stierf. De molen is tegenwoordig in eigendom van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Voor de exploitatie werd de Stichting De Volmolen Epen opgericht die met de Stichting Het Echte Bakkersgilde een contract afsloot voor de levering van tarwemeel aan Limburgse bakkers die bij deze stichting zijn aangesloten. Het waterrad een middenslagrad geleverd door de Machinefabriek Konings uit Swalmen en uitgevoerd met een middellijn van 5,50 m., een breedte van 1,75 m. en voorzien van een krop, geeft deze watermolen een uitzonderlijke uitstraling in het landschap. We wandelen verder door het Geuldal en komen aan de hoeve Vernelsberg.
Deze hoeve is een van de mooiste monumentale boerderijen in Zuid Limburg. Wat de hoeve architectonisch bijzonder maakt, is dat vijf gebouwen een driehoek vormen. Deze plek werd in de 14e eeuw voor het eerst bewoond, terwijl de huidige vijf gebouwen tot stand kwamen in de 18e en 19e eeuw. Twee van de stallen en het bakhuis zijn opgetrokken uit het plaatselijke blauwsteen. De koestal, getroffen door een V1 bom in de Tweede Wereld Oorlog, is een vakwerkgebouw waarvan de vakken ingevuld zijn met bakstenen. De achterzijde grens aan de Geul. Wij wandelen verder door het Geuldal met zijn prachtige herfstkleuren. Al kronkelend slinger de Geul zich door het landschap. Zo komen we in Camerig een gehucht met vele vakwerkhuizen. Maar ook de natuur is hier prachtig. We wandelen verder en komen zo in de Vijlenerbossen.
Het hoogst gelegen bos van Nederland, gelegen in zuidoost Limburg, maken deel uit van een aaneengesloten bosgebied van ongeveer 3.000 hectaren gelegen in Nederland, België en Duitsland. Het Nederlandse deel van dit gebied beslaat ruim 600 hectaren. Hier liggen bossen met plaatselijke namen als het Preusbos, Schimperbos, Malensbos, Kerperbos, Vijlenerbos en Elsetterbos. Het is een heuvelachtig gebied met als hoogste punt het drielandenpunt bij Vaals.. In de Vijlenerbossen treft men een uiterst gevarieerde planten- en dierenwereld aan. Tel hierbij op de aanwezigheid van reuzen keien, holle wegen en de diverse mooie vergezichten dan is niet moeilijk te begrijpen waarom dit gebied zo aantrekkelijk is om in te wandelen.
Steeds weer komen we op onze route vakwerkhuizen tegen die in zeer goede staat zijn en die een extra geven aan de omgeving. Wij vervolgen onze route en komen in Mechelen. Ook hier weer prachtige vakwerkhuizen en andere prachtige huizen. Dan weer de natuur in toch prachtig. Dan weer verder in de verte in het dal ligt Kasteel Beusdal, dan wandelen we het buurtschap Schweiberg.
Het onderste-; bovenste- en Schweibergerbos zijn typische hellingbossen met boven aan de hellingen de soortenarmere bossen met onder meer wintereik, ruwe berk, lijsterbes en hulst. In de kruidenlaag hoofdzakelijk adelaarsvaren en blauwe bosbes. Lager op de helling groeit het rijkere eiken haagbeukenbos met es, zoete kers, haagbeuk en hazelaar. Prachtig toch.
Nog even langs prachtige vakwerkhuizen en dan zijn we terug aan ons vertrekpunt. Het is een prachtige wandeling met heel fijne vakwerkhuizen, prachtige natuurgebieden en de Geul met zijn dal.
Voor het fotoalbum de link volgen
|