2E MEMORIAL BERNARD DUBOIS.
LES ROTEUS WAIBIENS THUIN.
LEERNES.
We vertrekken met de wandeling bijna aan de Abdij van Aulne. We zien de ruïne als we de tocht aanvatten. We wandelen de straat af en stekken de sluis over en wandelen even langs de Samber en dan komen we aan de ruïne van de abdij.
De majestueuze ruïnes van de voormalige Abdij van Aulne liggen aan de bosrijke oever van de Samber, op het grondgebied van Gozée, nu een deelgemeente van de Belgische stad Thuin. De plek is genoemd naar de elzeboom (geslacht Alnus, in het Frans aulne), die hier wellicht in grote hoeveelheden voorkwam toen de abdij werd gesticht. Verborgen in een steile vallei op de rechteroever van de Samber, wordt ze terecht "Vallei van de Vrede" genoemd. De alluviale grond en oneindige rijkdommen zijn voor de monniken van onschatbare waarde. De Samber biedt hen een onuitputtelijke watervoorraad, een ideale transportweg en een enorme bron van hydraulische energie. Daarom bouwden ze ook ingenieuze hydraulische machines. Een oase van rust waar het goed leven is...
De oude boomgaard die onlangs werd heraangelegd, was de binnenplaats van de voormalige ziekenboeg en de tuin met geneeskrachtige planten bevond zich op de plek van de conciërgewoning. De tuin was ook een belangrijke bron van energie.
Een stukje geschiedenis:
Volgens de plaatselijke legende zou de Abdij van Aulne gesticht zijn in 637, door de berouwvolle struikrover Landelinus, die ook de naburige abdij van Lobbes stichtte. Tot het jaar 889, toen de abdij niet langer onder de voogdij van Lobbes ressorteerde, blijft de geschiedenis vrij duister.
Onder het stimulerende bewind van Ursmarus, 2e prior van Lobbes, en van Pepijn van Herstal kende Aulne een snelle ontwikkeling. In 880 werd de abdij geplunderd door de Noormannen, waarna ze een vijftigtal jaren in puin bleef liggen, tot ze weer uit haar as verrees, door de tussenkomst van de Luikse bisschop Richarius (922-945).De monniken leefden aanvankelijk volgens de strenge regel van Columbanus van Luxeuil. In 1147 schonk de Luikse prinsbisschop Hendrik II van Leyen (1145-1164) de abdij aan Bernardus van Clairvaux, waarna ze overgenomen werd door cisterciënzermonniken, en dat was het begin van een totaal nieuwe periode. Vooral prinsbisschop Hugo II van Pierrepont (1202-1229 droeg in hoge mate bij aan de geestelijke en materiële welvaart.
De verdere geschiedenis van Aulne wordt gekenmerkt door afwisseling van luisterrijke perioden en tijden van rampspoed, oorlogen en plundering. De abdij verwierf uitgestrekte landerijen in de wijde omgeving, wat haar tot een van de machtigste van de Zuidelijke Nederlanden maakte. Ook beschikte zij over refugiehuizen in de steden Thuin, Hoei, Luik en Bergen, en sinds 1629 ook over een eigen college (Aulnecollege) aan de Leuvense universiteit. De kloosterbibliotheek herbergde meer dan 50.000 volumes en 4.000 handschriften. In de 15e eeuw had de abdij zwaar te lijden onder de plundering door de Bourgondiërs tijdens de oorlog tegen het prinsbisdom Luik (waartoe Aulne behoorde), in de 16e eeuw eerst onder de invasie van Franse troepen van koning Hendrik II, daarna onder de uitspattingen van de Geuzen.
In de 18e eeuw liet de abt Barthélémy Lovant (1728-1753) zijn abdij, die aan natuurlijk én menselijk verval ten prooi was gevallen, grondig restaureren. Aulne werd met overdadige luxe herbouwd: de gotische abdijkerk (oorspronkelijk uit de 12e eeuw) kreeg een nieuwe voorgevel in classicistische stijl, de abdij had zijn eigen fabrieken, waaronder een leerlooierij en een brouwerij, en de vroegere vertrekken van de abt werden omgebouwd tot een luxueus gastenverblijf, terwijl de abt zelf zijn intrek nam in een nieuwe vleugel. In 1775 waren de bouwactiviteiten eindelijk voltooid, maar de abdij was geen lang leven meer beschoren.
In 1794 werd Aulne zodanig vernield dat er slechts een ruïne overbleef door het geweld van de Franse Revolutie, maar ook en vooral door de plaatselijke bevolking, die het al een tijdje moeilijk had met het autoritaire beleid van de invloedrijke abten (onder meer m.b.t. de graanprijzen) en nu de kans kreeg opgekropte haatgevoelens te luchten. Ook de schitterende bibliotheek ging in vlammen op... In de 19e eeuw tenslotte werden bepaalde delen gerestaureerd, die een nieuwe bestemming kregen als retraitehuis. Ook werd, met materiaal uit de ruïnes, een nieuwe Sint-Jozefskerk gebouwd (in 1868, voltooid 1875).
Straks als we van de wandeling terug komen kunnen we de ruïne bezoeken, maar eerst wandelen we de prachtige natuur in, we komen langs de unieke boerderij van de abdij het woonhuis is uitzonderlijk groot en de stallingen met pilaren en bogen is zeer mooi om te zien, wij kijken even op de binnenkoer naar de prachtige bouwwerken. We vervolgen onze route door de prachtige natuur met verschillende vergezichten.
Na een hele poos door de bossen komen we terug aan de abdij. Een gebouw als toegangspoort brengt ons naar de ruïne. Hier verlaten we even het parkoer en bezoeken de abdij.
We kunnen hier verschillende prachtige fotos maken. Wij wandelen door de ruïne en nemen onze tijd om de ruïne te bezoeken. Na ons bezoek terug op de wandeling en wat verder komen we terug aan ons vertrekpunt, wat een prachtige wandeling en zeker het bezoek aan de ruïne is heel bijzonder.
We zijn hier dicht bij FONTAINE-LEVEQUE: hier staat het Kasteel van Bivort.
We wandelen even door het stadje, wat opvalt zijn de vele huizen die leeg staan, maar ook zijn er nog prachtige gebouwen zoals het Kasteel van Bivort. Vandaag in gebruik als gemeentehuis.
Het Kasteel is een oud feodaal kasteel omringd door water, uit de 13de eeuw dat momenteel de gemeentelijke diensten huisvest. Het kasteel dat verwoest werd door tal van branden en oorlogen, werd in 1869 gerestaureerd door Mr Bivort en de architect Cador. De kamers hebben hun inrichting in Lodewijk XVI-stijl behouden; de kapel heeft haar Lodewijk XIV-voorgevel behouden en de vensterkruisen zijn nog steeds zichtbaar.
De voorgevels van het kasteel dateren uit de Renaissance. We komen aan het plein voor het kasteel twee ronde torens met muren verbonden onthalen ons. Wij klimmen de trap op om aan de ingang van het kasteel te komen, het is een indrukwekkende geheel. Prachtig om te zien. Wij wandelen rond en dan wandelen we nog even de stad in. Boven aan de stad staat nog een kasteel nu in gebruik door de politie. Hier eindigt voor ons onze wandeldag in een mooie streek.
Voor het fotoalbum de link volgen
|