Een man moet van zijn vrouw boodschappen doen. Met enige tegenzin gaat hij van huis en loopt naar de dorpswinkel. Op de deur hangt een bordje met de waarschuwing: "Pas op voor de hond!" Binnen ziet hij naast de toonbank een stokoude hond liggen die in diepe slaap is. "Is dit de hond waar de mensen voor moeten oppassen?", vraagt hij aan de winkelier. "Het beest ziet er niet erg gevaarlijk uit, waarom die waarschuwing?" "Omdat de klanten telkens over hem struikelen!"
"Tijd” is slechts een hulpmiddel om er voor te zorgen dat we ons kunnen herinneren wat gisteren was, wat we weten wat we vandaag doen en wat we morgen willen realiseren, zodat niet alles tegelijk gebeurt.