Je bent de liefste oma die ik ken, Ja dat ben jij. We maken samen pannekoeken, dan kunnen we lekker snoepen. Je bent de liefste oma die ik ken, ja dat ben jij.
Gierige Pol stapt een apotheek binnen en vraag om een goedkoop middel tegen de hik. De apotheker geeft hem een flinke klap in het gezicht. Dat helpt gewoonlijk en het is supergoedkoop, zegt de apotheker. Dat is best mogelijk zegt Pol, maar het was voor mijn vrouw !
een blondje gaat een pizzeria binnen en bestelt een pizza. dan vraagt de ober in hoeveel delen de pizza moet gesneden zijn:6 of 8 antwoord de vrouw;' doe maar 6 ik heb niet zoveel honger!
Het ganse leven van een menselijk wezen, hangt af van de woordjes: “ja” en “neen” twee- of driemaal uitgesproken, tussen zestien en vijfentwing jaar