Kerst is de mooiste tijd van het jaar, gezellig met z'n allen bij elkaar. Kerst is niet zomaar een feest. Het is een bepaalde wens, gedachten,dat je om iemand geeft. Kerst is voor iedereen, niemand in de kou alleen. Kerst is een warmtevol feest. Geen tijd voor zorgen of vervelende dingen, het is tijd om bij de kerstboom gezellig kerstliedjes te gaan zingen. Een mooie boom rijk versierd, de lichtjes aan, een mooie tijd breekt aan, voor iedereen die ongelukkig is steken we een kaarsje aan. Gelukkig kerstfeest allemaal.
Beste sneeuwman Beste sneeuwman luister even beste sneeuwman ben je daar je mag bij ons blijven wonen als je wilt tot volgend jaar met je hoedje en je bezem met je wortel en je das met je grote zwarte ogen en je oude winterjas
Beste sneeuwman zeg eens even vind je dat een goed idee? En wanneer je niet alleen wilt neem gerust een vriendje mee als het strakjes dat te warm wordt in april of pas in mei kruip je lekker in de ijskast daar is vast een plaatsje vrij
Witte zwanen, zwarte zwanen! Wie gaat er mee naar engelland varen? Engelland is gesloten De sleutel is gebroken Is er dan geen timmerman Die de sleutel maken kan?
Laat doorgaan Laat doorgaan Wie achter is moet voorgaan!
Witte zwanen, zwarte zwanen! Wie gaat er mee naar engelland varen? Engelland is gesloten De sleutel is gebroken Is er dan geen timmerman Die de sleutel maken kan?
Laat doorgaan Laat doorgaan Wie achter is moet voorgaan!
Witte zwanen, zwarte zwanen! Wie gaat er mee naar engelland varen? Engelland is gesloten De sleutel is gebroken Is er dan geen timmerman Die de sleutel maken kan?
Laat doorgaan Laat doorgaan Wie achter is moet voorgaan!
Verklaring: Dit liedje gaat oorspronkelijk over het leven, de dood en Jezus.
Witte zwanen, zwarte zwanen! De engelen die je begeleiden bij geboorte (wit) en dood (zwart).
Wie gaat er mee naar engelland varen? Naar de hemel
Engelland is gesloten De sleutel is gebroken De hemel is door de zonde ontoegankelijk geworden.
Is er dan geen timmerman Die de sleutel maken kan? De timmerman is Jezus (zoon van timmerman Josef
Wanneer wandelaars en natuurliefhebbers van zwammen spreken, denken ze in de regel niet aan de talloze zeer kleine, alleen met een microscoop op naam te brengen vormen, maar aan "vruchtlichamen met een hoed en een centrale steel".
Dergelijke hoedzwammen vindt men alleen onder de Basidiomyciten waartoe ongeveer 30 % van de 120000 op aarde levende soorten hogere zwammen (Fungi) behoren.
De zwamvlok (mycelium), dwz. het vlechtwerk van zwamdraden (hyfen) bevindt zich in het substraat (de grond, of strooisel, hout, mest e.d.) en haalt daaruit de benodigde voedingstoffen.
De bekende vruchtlichamen zijn slechts de periodiek gevormde organen voor de produktie en verspreiding van de sporen.
Het domein van 22 ha werd door het provinciebestuur aangekocht in 1990. In 1993 werd een uitgebreid bosbeheerplan voor het Gentbos opgesteld, met als basisprincipe om het domein op natuurlijke wijze te beheren. Dit betekent onder meer dat eerder voor natuurlijke verjonging gekozen wordt dan voor aanplanting. Ook wordt geprobeerd om op termijn het aandeel van de gewone beuk in te krimpen ten voordele van de zomereik en de gewone es. Er wordt gestreefd naar meer variatie, zowel in boomsoortensamenstelling als in leeftijd. Ook andere biotopen, zoals grasland, krijgen in het Gentbos een kans.
Na de aankoop van het Gentbos sloten het provinciebestuur Oost-Vlaanderen en het gemeentebestuur Merelbeke een overeenkomst af, om de taken te verdelen. Samengevat, zorgt het provinciebestuur voor de uitvoering van eerder grootschalige werken terwijl het gemeentebestuur instaat voor het dagelijks toezicht en beheer.
Het Gentbos maakte ooit deel uit van een vijvercomplex tussen Bottelare en de Schelde. Al op het eind van de 18e eeuw was het gebied grotendeels bebost, hoewel er ook verschillende vijvers en een deel braakliggend terrein aanwezig waren. Keizerin Maria Theresia liet dit laatste met beuken beplanten.
Rond 1850 kwam het Gentbos in bezit van de adellijke familie Stas de Richelle uit Luik. Het jachtwachtershuis aan de Poelstraat dateert trouwens uit die periode. De Hollebeek verbond oorspronkelijk het Gentbos met de moerassige Scheldevallei. De oprukkende bebouwing heeft in de loop der jaren deze verbinding verbroken.
Informatie over geleide bezoeken en educatieve activiteiten vind je bij het provinciaal natuureducatief centrum 'De Kaaihoeve'. Gebruik de link onderaan deze pagina.
De bruine kikker komt in vele biotopen voor en heeft een voorkeur voor koelere, beschaduwde plaatsen zoals bossen, heidevelden, graslanden, duinen en zelfs de kleinste tuinvijvers. Enige voorwaarde is de aanwezigheid van begroeiing en een strooisellaag waar in gescholen en gejaagd kan worden. In heel open gebieden als agrarische landschappen of zeer droge gebieden komt de soort niet voor. De bruine kikker is vrij kort aan water gebonden en leeft buiten de voortplantingsperiode voornamelijk op het land. In vergelijking met andere kikkers heeft de bruine kikker een voorkeur voor wat koelere, vochtige gebieden, in bergbeken is het een van de algemeenste soorten. De kikker komt voor in laaglanden op zeeniveau tot berggebieden, in de Pyreneeën komt de soort voor tot bijna 2700 meter boven zeeniveau[1].
De bruine kikker is een relatief grote, gedrongen kikker met een grote, platte kop en een relatief stompe snuit. De kikker wordt ongeveer 7 tot 9 centimeter lang. Mannetjes kunnen tot 10 cm lang worden, de vrouwtjes worden gemiddeld groter en bereiken maximaal 11 cm. De kleur van de bruine kikker is altijd bruin, vrouwtjes neigen vaak meer naar rood, maar de variatie is enorm en ieder exemplaar heeft een iets afwijkende tekening. Kenmerkend is de grote donkerbruine driehoekige vlek van de neusgaten over het oog naar de bovenzijde van de voorpoot, in de vlek is het trommelvlies gelegen dat ongeveer dezelfde kleur heeft en moeilijk te zien is. Het trommelvlies of tympanum is ongeveer 3/4 van de diameter van het oog, een verschil met sommige andere soorten. Op de bovenlip is vaak, maar niet altijd, een lichtere streep aanwezig. Op de bovenzijde van de rug zijn twee huidplooien of dorsolaterale lijsten aanwezig die goed zichtbaar zijn door de lichtere kleur, met op het midden van de rug een lichtere maar niet altijd duidelijk zichtbare streep. De achterpoten zijn altijd donker gebandeerd al kan de intensiteit variëren van duidelijk gebandeerd tot nauwelijks waarneembaar. De buik is wit tot geelwit en heeft soms een lichte grijze marmertekening bij de mannetjes tot een gele of rode marmertekening bij de vrouwtjes. De keel is vaak wit of soms grijs met vaak een lichtere middenstreep.
De kleur van de kikker verandert tijdens de voortplantingstijd, de vrouwtjes krijgen gele en rode kleuren aan de flanken. Mannetjes worden wat grijzig, soms met blauwe vlekjes op de flanken, maar ze worden niet blauw zoals de heikikker.
De bomen roesten in het zieke licht langs somber in zichzelf gekeerde grachten. In wilde, stormdoorvlaagde regennachten vertoont de maan een bleek, behuild gezicht
boven de lege straten, smalle schachten waar in een onverbiddelijk gericht de zomer langzaam voor het najaar zwicht, terwijl de huizen op het einde wachten.
Tegen de morgen is de strijd beslecht. Een vage geur van heimelijk bederven heeft aan de moede wind zich vastgehecht.
Tussen een handvol dunne zonnescherven heeft zich de zomer moeizaam neergelegd om eenzaam en onopgemerkt te sterven.
Hanny Michaelis uit 'Verzamelde gedichten' Van Oorschot 2006
Vroeger was de Bospolder, zoals het omringende landschap, poldergebied. Bij de havenuitbreiding zo’n dertig jaar geleden werd het gebied opgespoten. Daarna veroverde de natuur langzaam opnieuw het vernielde gebied. Graslanden, ruigten, bos en moeras wisselen hier af met ondiepe plassen. In 2002 werd hier het allereerste Vlaamse natuurinrichtingsproject afgewerkt. Door moeras te herstellen en “wielen” of plassen ontstaan door dijkdoorbraken te ruimen, werd het gebied terug natter en waardevoller.
Langs grachten en open water ontwikkelde zich hier rietland, waar kleine karekiet, rietgors en tal van eenden zich thuis voelen. Vooral voor vogels bekleden de Bospolder en het Ekers Moeras een belangrijke positie in een snoer van internationaal interessante gebieden.
Met een aangepast beheer wil Natuurpunt de Bospolder nog mooier, groener en aantrekkelijker maken. Daarbij steken Galloway-runderen ons een handje toe. Zij eten niet alle planten en niet overal evenveel. Zo creëren zij een afwisselend landschap van grasland, ruigten, struwelen en bossen. Hier vinden heel wat meer planten en dieren een geschikt plekje.
Ik ben Rik
Ik ben een man en woon in Antwerpen / Deurne (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 23/08/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Fotograferen in de natuur, wandelen, lekker eten en samen tijd door brengen op een aangename manier..
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek