"Mijn schoonvader was een voorbeeld van de kunst om in anderen het goede te zien en het goede te zeggen. Er zijn mensen die uren aan een stuk in de weer zijn om hun auto te doen blinken of hun zilverwerk. Mijn schoonvader deed de mensen blinken."
"Mijn schoonvader was een voorbeeld van de kunst om in anderen het goede te zien en het goede te zeggen. Er zijn mensen die uren aan een stuk in de weer zijn om hun auto te doen blinken of hun zilverwerk. Mijn schoonvader deed de mensen blinken."
"Bien plus tard, j'ai compris que si je me moquais de ceux qui mettaient un temps fou à déshabiller une bonne bouteille pour la savourer, moi, c'était la vie de famille que je ne savais pas déshabiller. Cela fait du bien de s'en rendre compte."
Zij wij kunstenaar in het 'déshabiller' ons gezinsleven? 'Déshabiller' betekent hier ons gezinsleven met zorg bewaren, het voorzichtig in het licht brengen, zuurstof geven en uiteindelijk 'dégusteren'.
Pour éviter de brusquer qon foie ou sa foi, il faut consommer modérément
Pour éviter de brusquer son foie ou sa foi, il faut éviter consommer modérément.
"Partager cet amour de Dieu, c'est surtout ne pas L'affirmer ou Le donner à tous vents comme des conquérants intolérants. Imposer Dieu à travers des 'il faut' peut provoquer des 'crises de foi'. Pour éviter qu'Il ne devienne indigeste, il faudrait que ceux qui L'ont rencontré soient délicats dans leur façon de Le partager. Pour éviter de brusquer son foie en sa foi, il faut consommer modérément."
"Partager cet amour de Dieu, c'est surtout ne pas L'affirmer ou Le donner à tous vents comme des conquérants. Imposer Dieu à travers des 'il faut' peut provoquer des 'crises de foi'. Pour éviter qu'Il ne devienne indigeste, il faudrait qu ceux qui L'ont rencontré soient délicats dans leur façon de Le partager. Pout éviter de brusquer son foie ou sa foi, il faut consommer modérément.
Nous pouvons dire, mais nous ne pouvons pas faire croire. Il faut laisser le temps de la digestion. Il faut aussi accepter de se heurter à une liberté qui peut dire non. Mais si nou sommes patients et pleins d'amour face aux 'pourquoi' et aux 'comment', si nous partageons Dieu au lieu d'avoir la mainmise sur Lui, si nous évitons d'^etre des constipés de Dieu, alors Dieu pourra devenir vivant."
Het vraagt veel fijngevoeligheid op niet bang te maken
Het vraagt veel fijngevoeligheid om mensen niet bang te maken!
Getuigen van mijn geloof en het delen van mijn liefde voor God is niet vanzelfsprekend. Het is een verdraaid zwaar programma ver van gemakkelijk. Het vraagt heel veel fijngevoeligheid om mensen niet af te schrikken. Het geloof is een rijkdom. Men kan op die rijkdom de raad toepassen die Mama Rothschild aan haar kleinkinderen gaf toepassen betreffende de materiële rijkdommen: "Men moet zich laten vergeven rijk te zijn door veel goed te doen." Deze Mamie Rothschild heeft veel mooiesgezaaid dat gekiemd heeft en vruchten heeft gedragen in schenkingen, hospitalen, scholen, parken en andere stichtingen. Wij ook moeten er voor zorgen dat het ons wordt vergeven het geloof te hebben door veel goed te doen rondom ons."
"Ik ben gelovig geworden, christen. Ik ben niet bang om het te zeggen. Maar ik ben geen christen die alles weet, die op alles een antwoord heeft. Ik bega evenveel stommiteiten als degenen die geen christen zijn. Ik ga ze vooral niet belasten met God. Ik geef er in mijn manier van leven de voorkeur aan Hem te beleven in mijn dagelijks leven eerder dan de anderen murm te slaan met Hem."
"Mijn gehandicapte vrienden waren van de eersten die mij de goesting om te leven hebben gegeven. Ik heb twee jaar met hen geleefd. Ik heb ze gedragen, gekleed, gewassen, gevoed, ze vergezeld naar het toilet, gewandeld met mijn broers en zusters, en met hen gebeden. Zij zijn verre van gehandicapten van het hart. Zij stellen belang in u. Zij vragen wie u bent. Een gehandicapte mens komt naar u toe. Zo u hem bevalt, zal hij u zeggen dat u lief bent, zij nodigt u gratis uit en zegt dat zij u bemint. Als je ze na drie op zes maanden later weerziet, zullen zij u bij uw voornaam noemen. Sommigen zouden een wereld zonder gehandicapten willen maken. Ik, ik zeg dank omdat zij bestaan. Dat kan je doen lachten, maar zij lijken mij geruststellender dan de 'normalen'. Zij leten mij om geen gehandicapte van het hart te worden."
Aan een kind of zelfs aan een volwassene verbieden om te wenen is hetzelfde als aan een pottenbakker te verbieden om de klei vochtig te maken die hij aan het bewerken is.
Je moet een heldhaftige moed hebben om aan een derde zijn gekwetste hart te durven tonen. Men heeft al zo lang geprobeerd dat verbergen achter een schild. Het is voor elke leeftijd geen vernedering te moeten wenen. Het wenen zuivert, verzorgt de kwetsuren. De verdroogde aarde, eens dat zij vochtig is geworden, laat zich makkelijk bewerken.
"Na pas pardonner, c'est devenir esclave de soimême, c'est rester attaché à sa mémoire blessée comme un chien à un chaîne. On ne peut pas aller loin, on s'interdit d'être heureux, de devenir liber. On devient un générateur de haine, de peurs, et la mémoire est en embouteillage comme sur le périphérique."
Tim Guèrin in Tagueurs d'espérance, p. 34.
"Niet kunnen vergeven betekent dat je slaaf van jezelf wordt. Het heeft als gevolg dat je blijft vasthangen aan je gekweste herinnering zoals een hond aan een ketting. Men kan niet ver lopen, men verbiedt zichzelf om gelukkig teworden, om vrij te worden. Je wordt een verwekker van haat, van angsten, en de herinnering is als een opstopping op de ring rond de stad."
Uit Lourdes bracht ik twee boeken mee van Tim Guénard. Het eerste heb ik uitgelezen en veel aantekeningen gemaakt. Tim Guènard schrijft spits en toch heel beeldrijk. Een voorbeeld:
"Pour faire de la peine sans le vouloir, il faut ëtre deux. Il faut aussi être deux pour y voir clair. Pour pardonner et être pardonné, il faut être deux: celui qui demande en celui qui reçoit. Comme pour des lunettes, il faut nettoyer les deux verres. Ceux qui en portent les nettoient et les rangent avec soin le soir pour te retrouver au petit matin. Parles nettoie. En échangeant le soir, on dort mieux. Au réveil, il n'y a pas trop de buée ou de griffures qui empêcheraient de voir convenablement pendant la journée."
Uit Tim Guénard, Tagueurs d'espérance, Presses de la Renaissance, Paris, 2002, p. 30.
"Om elkaar ongewild verdriet aan te doen moet je met twee zijn. Je moet ook met twee zijn om er duidelijk zicht op te krijgen. Om vergiffenis te schenken en vergiffenis te krijgen moet je met twee zijn: degene die het vraagt en degenen die het geeft. Het is zoals met een bril. Wij moeten de twee glazen poetsen. Degenen die een bril dragen poetsen de glazen en leggen de bril dan zorgvuldig weg om hem 's morgen weer te vinden. Spreken met elkaar maakt reinigt eveneens. Door 's avonds van gedachten te wisselen slaapt men beter. 's Morgens is er niet te veel damp op of krassen die zouden beletten om gedurende de dag goed te zien."
Werken aan meer gerechtigheid kan maar als kerk handen in elkaar slaat
WERKEN AAN MEER GERECHTIGHEID KAN MAAR ALS KERK HANDEN IN ELKAAR SLAAT
Lea Verstricht (IPB) brengt verslag uit van Europese Lekenforum in Saarbrücken BRUSSEL (Kerknet) - Van dinsdag 23 tot zondag 28 mei 2006 vond in Saarbrücken de tweejaarlijkse bijeenkomst plaats van het Europese Forum van nationale Lekenbewegingen (ELF). "Hun doelstelling is het stimuleren van contacten in Europa tussen de verschillende nationale lekenraden en lekencomités of gelijkaardige organisaties. Tegelijk worden ook contacten onderhouden met de CCEE (Commissie van Europese Bisschoppenconferenties), CCPE (Europese Priesterraad), UCESM (Europese Vereniging van Apostolische Religieuzen) en de Pauselijke Raad voor de Leken", legt Lea Verstricht, stafmedewerkster van het Interdiocesaan Pastoraal Beraad die de debatten ter plaatse volgde, uit. "Van elk van hen was een vertegenwoordiger aanwezig op de studiebijeenkomst in Saarbrücken. Ze riepen allen op tot intense samenwerking met de leken. Ook Mgr. Clemens, secretaris van de Pauselijke Raad voor de Lek en, onderstreepte het belang van de onafhankelijke verantwoordelijkheid van leken voor het zoeken naar een orde van gerechtigheid in de samenleving. Hij drukte daarbij de wens uit dat het Europese Lekenforum een overtuigd en dynamisch orgaan zou zijn." Thema van het Europese Forum van nationale Lekenbewegingen was dit jaar hetzelfde als de Duitse 'Katholikentag' die in dezelfde stad en op dezelfde dagen plaatsvond: 'Gerechtigheid voor Gods aangezicht'.
Gerechtigheid voor Gods aangezicht Alois Glück bracht voor het ELF een inleiding op het thema. Hij stelde dat de sociale welvaartstaat op zijn limieten botst. Wie zal onze levensstandaard blijven betalen? Durven we de consequenties van de demografische ontwikkeling doordenken? En welke invloed heeft de globalisering op de politieke invloed in de verschillende landen? Dergelijke vragen en de antwoorden die daarbij horen deden hem besluiten dat er een alternatief gezocht dient te worden: het creëren van een samenleving in solidariteit. Hij deed daarbij een beroep op de christelijke mensvisie die het individu ernstig neemt. Daarbij hoort meteen een verantwoordelijkheid om de talenten binnen te brengen in de sociale relaties. Zo komt solidariteit in het zicht. Eerst komt dus verantwoordelijkheid en betrokkenheid op elkaar van burgers en staat. Solidariteit volgt als vanzelf.
Getuigenissen Daarop volgden enkele getuigenissen van nationale comités die zich hadden voorbereid op het thema. Er was een getuigenis uit Engeland/Wales dat een geschiedenis schetste van de strijd van (hoofdzakelijk) leken voor een meer gerechtigheid in de samenleving. De inspirerende vraag was op welke zaken in de hedendaagse samenleving de generatie van twee eeuwen verder ons zal oordelen. België (CIL) maakte het onderscheid tussen gerechtigheid en liefde, startend van de idee van gelijkheid binnen het verschil. De gerechtigheid voor God is de gerechtigheid die vereist is voor het welzijn van de ander. Ook Slowakije bracht een getuigenis binnen. Zij haalden aan dat liefde een conditio sine qua non is voor de gerechtigheid. In een land waar vervolgers en vervolgden uit het oude regime hun leven samen moeten vormgeven is gerechtigheid voor Gods aangezicht en de liefde van God de enige manier om deze realiteit te accepteren. De lezingen werden gevolgd d oor 3 verschillende gespreksgroepen die dieper ingingen op de aangebrachte thema's.
Het Europese sociale model Ook tijdens de Duitse 'Katholikentag' werd gedebatteerd over het sociale model dat Europa dient te realiseren als we Gerechtigheid voor Gods aangezicht ernstig nemen. Het debat dat ook op het programma stond van het ELF ging na wat er rest van het sociale Europa. Hierin gingen de verschillende sprekers op zoek naar de concrete strijd die geleverd is om tot het sociale model te komen. Van daaruit werd gekeken naar welke strijd op dit moment gaande is, om daaraan een nieuw sociaal Europa te koppelen. De strijd van vrouwen, armen, mensen zonder papieren, en jongeren (in de Franse banlieus bv.) zijn hiervoor kenmerkend. In de tweede conferentie werd nagegaan hoe we tot dergelijke hervormingen kunnen komen zonder revolutie? De ongelijkheid op het vlak van arbeid en kennis zijn bijvoorbeeld twee zaken die hierbij dringend dienen aangepakt te worden. De opdracht van de politiek werd omschreven als 'mensen iets geven waaraan ze zich k unnen vasthouden'. De sociale leer van de kerk is in deze vruchtbaar geweest, maar ze is haar dynamisme verloren. Hier ligt een taak voor de lekenbewegingen. De theologen hebben de taak om ze te actualiseren.
Dialoog van de leken en de priesters Naast het thema van de gerechtigheid werd ook gesproken over een samen werken aan de kerk van priesters, leken en bisschoppen. Dit bleek uit de verschillende verhalen geen vanzelfsprekende maar wel noodzakelijke stap. Vanuit de leken werd de vraag gesteld wat prioriteiten zijn voor de vorming en de uitoefening van het priesterambt, in een kerk waarin vele parochies het zonder priester moeten stellen. Vanuit de priesterraad werd gesteld dat de 21ste eeuw de eeuw van de leken zal zijn. Wat betekent dat voor een missionaire kerk? En hoe kunnen we de angst die nu domineert tussen de verschillende niveaus van leiding in de kerk overwinnen? Deze laatste vraag kwam ook uitgebreid aan bod in de gespreksgroepen achteraf, samen met de voorstellen om constructief te werken aan een dialoog tussen bisschoppen, priesters en leken. Het verslag van dit gesprek zal in een brief neergeschreven worden die verstuurd wordt naar de CCEE, CCPE, Pauselijke Raad voor Leken en naar de nationale bisschoppenconferenties. De oproep om de angst te overwinnen en samen verantwoordelijkheid te nemen voor de uitdagingen die op ons afkomen. En dit vanuit de oproep: 'Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God'. (Micha 6,8).
Statutaire vergadering Op de statutaire vergadering werden enkele statuten gewijzigd en de financies voorgelegd en goedgekeurd. De Nederlandse Maria Draaijers werd terug verkozen als voorzitster van het Europese Lekenforum. Ook Jan Degadt (IPB) werd bevestigd in zijn taak als schatbewaarder. Er werd gedacht over thema's voor de volgende vergadering en het voorstel tot statement en brief voor de verschillende organen werd overlopen. "Het was een succesvol Lekenforum", besluit Lea Verstricht. "Opvallend was wel de afwezigheid van de Zuid-Europese landen (Spanje, Italië, Frankrijk). De Poolse delegatie was afwezig omwille van het pausbezoek. Tegelijk werd een toenadering gevoeld tussen de situatie in wat eens Oost-Europa heette en de westerse landen. En ook de samenwerking met de Priesterraad, de religieuzen en de CCEE zal zeker voortgezet worden. Of zoals de vertegenwoordiger van de CCPE het formuleerde: 'We zitten in dezelfde boot'. We zullen maar ku nnen werken aan meer gerechtigheid in de samenleving, wanneer we als kerk de handen in elkaar slaan." Meer info op de website: http://www.europ-forum.org.
Een vrouw vierde pas geleden een merkwaardig jubileum: zij was 25 jaar ziek, zij lag 25 jaar op bed. Een groepje mensen had gezegd: als iedereen wel eens een feestje mag vieren, dan jij zeker!
Jij hebt zoveel voor ons gedaan!
Op dat feest vroeg iemand aan deze vrouw: zeg, dat moet je met toch eens vertellen: hoe heb jij het in godsnaam klaargespeeld, hoe heb je dit vol kunnen houden, 25 jaar lang?
Toen was haar antwoord: eigenlijk begrijp ik er zelf ook niet zoveel van, maar één ding weet ik heel zeker: er zijn altijd mensen geweest in deze 25 jaar, die mij nodig hadden, mensen voor wie ik iets mocht betekenen, ook al was ik ziek. Mensen die altijd een beroep op mij hebben gedaan: wil jij aan ons denken, schrijf je nog eens, mogen we nog eens langskomen voor een praatje? In ieder geval heb ik niet voor niets geleefd.
Niets is erger dan te merken, dat je eigenlijk niet zoveel betekent voor iemand anders als hij over je heenkijkt, als hij nooit iets durft te vragen, en je alsmaar laat voelen, dat het niet kunt. Och, laat mij het maar even voor je doen, want jij brengt er toch niets van terecht.
En wat is het fijn, wanneer je merkt, dat je voor een ander wel echt bestaat en dat je iets mag betekenen.
Missie. Het begrip doet ons al vlug denken aan missionarissen, wat we dan weer meteen verbinden met ontwikkelingshelpers. Dat is het echter niet. ( )
- Wat betekent missie voor u?
Tijdens mijn studentenleven in Leuven, in de jaren 1960 , kwam ik buiten de beschermende kerkstructuren terecht. Ik ervoer voor het eerst de gapende kloof tussen de kerkelijke en de burgerlijke wereld. Ze was alvast zichtbaar in het protest tegen de onwrikbare houding van onze bisschoppen die weigerden de universiteit van Leuven te splitsen. Daar kreeg ik de meest fundamentele missieplooi.
Missie heeft alles te maken met een wijze van zijn in de samenleving, vooral tegenover diegene die zich buiten de Kerk bevinden.
Mij doet missie niet meteen denken aan hulp aan arme landen.
Missie is als gist in de deeg.
Je wil de kostbare parel die je ontdekte aan iedereen tonen.
Niet door middel van propaganda, maar door een merkbare aanwezigheid.
Missie wordt al te vaak verengd tot woordverkondiging.
Handelen is minstens even belangrijk.
Het leven moet gediend worden.
Missie is ook God ontmoeten, wat betekent dat we allen broers en zussen zijn van die ene Vader.
Die boodschap kun je niet slijten zoals een verkoper.
Ook leden werven is niet van belang.
We moeten weten waarvoor we staan en dat ook tonen.
Missie is overal, met het gevaar dat ze nergens zichtbaar is.
- Gebeurt missie dan niet vooral binnen de kerkstructuren?
Meer dan negentig procent van onze tijd investeren we als Kerk in herstructurering en verbetering van de pastoraal voor bestaande kerkgemeenschap.
Maar hoe toont die Kerk zich daarbuiten?
Dat beroert ons veel minder.
De Kerk organiseert heel wat dienstbetoon, uiteraard van groot belang. Maar opvang van drugsverslaafden of asielzoekers onderdak bieden mag niet dienen om het evangelie geloofwaardig temaken. Dit dienstbetoon heeft waarde op zich.
We hebben het moeilijk om aan die dienst ons verhaal te koppelen.
Neem nu moslims. Zij hebben een wondere manier om hun geloof ter sprake te brengen. Als we bijvoorbeeld samen tafelen, verbinden zij het feit dat ze geen alcohol drinken uitdrukkelijk met hun geloof.
Wij, christenen, kunnen dit nog niet, al merk ik dat de jongere generaties dit al beter kunnen. Ik handel zus of zo, want ik ben christen.
Deze mededeling heeft niets te maken met propaganda. Ze is zakelijk, zoals ik bijvoorbeeld zou kunnen zeggen: want ik ben supporter van Club Brugge. ( )
Wij moeten leren ons geloof op een informele manier ter sprake te brengen. Zoals Jezus het deed, onderweg, tussen pot en pint.
In Kerk + Leven 5 oktober 2005, p. 7. Interview door Tom Heylen met Jan Dumon.
"De armoede doodt oude mensen. Willen jullie ons helpen om de armoede te doden?" Met deze uitspraak schopte de Ier Willie Bermingham de Ieren eeng eweten tijdens de winter van 1977. Willie is dan pompier in de brigade van Dublin. Herhaalde malen ontdekte hij lichamen van oude mensen volledig lichamelijk onderkomen en in onaanvaardbare levensomstandigheden.
Een schokgolf zette zijn landgenoten aan tot bezinning. Daardoor ontstond de organisatie ALONE ( A Little Offering Never Ends).
Naast de eerste noodzakelijke noodhulp wordt ALONE 'de stem van de stemlozen' en ter zelfder tijd een echte kracht die bij de openbare macht tussenkomt en ze onder druk zet.
ALONE vecht voor onmiddellijke en concrete tussenkomst van de staat opdat aan de ouden van dagen het levensnoodzakelijke minimum (water, elektriciteit, toiletten,...) zou worden bezorgd. En op langere termijn opdat de staat woningen zou bouwen (echte 'sociale dopren') die aan deze mensen een rustige, confortabele en waardige oude dag zouden bezorgen.
Zijn invloed is zodanig dat de Ierse staat besluit tot het oprichten van een sociaal departement dat zich in het bijzodner zou bezig houden met de vraen die betrekking hebben op het logement van bejaarde mensen.
Talrijk zjn de verbeteringen aan de levensomstandigheden van deze mensen, dank zij de interpellaties van ALONE.
Kort voor zijn dood in 1990 zegde Willie over zichzelf: "Ik zou graag hebben dat mensen zich mij zouden herinneren als iemand die zich ontroerd, aangegrepen, voelde." Een ontroering die hoop en waardigheid schiep voor duizenden bejaarde mensen!
Deze 'diaken' leerde ik kennen in de refter van Cité Secours te Lourdes. Een 'diaken' die niet alleen de onmiddellijke nood zag en lenigde, maar ook stroomopwaarts ging kijken, naar de oorzaak van hun miserie.
Vorige week gingen wij op bedevaart naar Lourdes-Frankrijk. Wij: 46 bedevaarders. Daar bezochten wij opnieuw Cité Secours. Ik geef mezelf de toelating het een diaconaal dorp te heten. Gesticht door een priester met een diakenhart. Levend door vele 'toegewijde' diakens en diaconessen. In de nagebouwde schapenstal van Bartrès las ik volgende mooie 'bezinningstekst' (naast een balans in evenwicht. In de eerste weegschaal het geconsacreerde brood en de geconsacreerde wijn; in de andere weegschaal het brood dat de mensen voor elkaar breken!).
'Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven'
HET IS ONMOGELIJK OM NAAR HET 'TEGENWOORDIGE' LEVENDE BROOD TE KIJKEN, TE SCHOUWEN, ZONDER DAT HET GEDEELDE BROOD ERBIJ TE BETREKKEN
OPEN MATTHEUS BIJ HOOFDSTUK 26. OP DEZELFDE BLADZIJDE:
'Dit is mijn Lichaam'
EN
'Gij hebt Mij gekleed, 'Ik had honger, en gij hebt mij te eten gegeven'
TELKENS IS HET DEZELFDE HEER: IN DE EUCHARISTIE EN IN DE NAASTE. INDERDAAD, TELKENS OP EEN ANDERE WIJZE; EN HET IS OP BASIS VAN ONZE HOUDING TEN OPZICHTE VAN HEM DIE TEGENWOORDIG IS IN DE HONGERIGE, DE VLUCHTELING, DAT WIJ UITEINDELIJK ZULLEN BEOORDEELD WORDEN'
Midden in de bergen lag een verloren dorpje, aan de voet van een geweldige rots, waarin de natuur het gelaat van een mens had uitgebeiteld, een koninklijk en goed mens.
Dat gelaat, reusachtig en beschermend, beheerste gans het omliggende, beheerste ook het kleine dorp, dat beneden rustte als een warm, nietig nestje.
Daar vertelden de mensen dat eens in het dorp een man zou komen, die sprekend op de figuur in de rots zou gelijken, en die een gouden rijk van vrede en geluk aan zou brengen.
Dat vertelden ze gaarne in donkere dagen, als nood en ziekte aan de deuren klopten.
In het dorp leefde een jonge knaap, die droomde over dat rijk en ernaar verlangde, en onophoudend bezig was met de grote, eenzame rotsfiguur. Altijd was ze bij hem, in zijn ogen of in zijn geest.
De mensen zagen hem staan in de deuropening van zijn huis, met de pink in de hoek van zijn mond, starend naar de rots. Midden in het spel werd hij plots stil, keek naar de figuur en glimlachte. Wat zal dat een mooie tijd worden als die man komen zal!
Hij groeide op, en over zijn aangezicht lag iets van de rust en de goedheid van het beeld waar hij vol van was.
En toen hij man was geworden, merkten de mensen dat hij de gelaatstrekken droeg van de man in de rots, en dat zijn ziel schoon en goed was als de droom waarover zij vertelden. En zij zagen dat hun verlangen vervuld was: er was een edel, koninklijk mens onder hen geboren, het gouden rijk van vrede en geluk was aangebroken.
Naar een verhaal van Nathaniel Hawthorne
Ooit hoorde ik dit verhaal vertellen. Later heb ik het herhaaldelijk naverteld. Op zeker dag bezorgde een vriend mij bovenstaande tekst. Hij was geschreven in oude spelling (bijvoorbeeld mens werd nog mensch gespeld!) en ik heb de tekst wat aangepast aan onze schrijfwijze.
Volgens mij is het verhaal met een enorme kracht in het vormingswerk. Bijvoorbeeld in vormingswerk voor gelovigen. Ben ik er ver naast als ik beweer dat de grondgedachte van deze tekst het volgende is: wie regelmatig het gelaat van Jezus bekijkt of de afstraling van Jezusgelaat op zijn heiligen d.w.z. die mannen en vrouwen die door het lange schouwen van het gelaat van Christus, dezelfde trekken van Jezus gingen vertonen. Mensen die dus ge-heeld werden. Mensen die heel geworden zijn, tamiem, uit één stuk, kunnen de andere mensen en de maatschappij helen, heel-maken!
Als vertrekpunt nemen wij een menselijk en christelijk oerwoord, het stamelwoord van een klein kind tegen zijn vader: abba, pappa. Jezus heeft het gebruikt bij zijn gebed (Mc 14, 36). Ook de eerste christenen gebruikten het (Rom 8, 15; Gal 4, 6). Abba betekent dus vader zoals de meer volwassenen zeggen.
Voor iedereen is het goed dit woord uit te spreken, het telkens en telkens weer te herhalen en zo tot een steeds diepere, levende verhouding met God te komen op voorwaarde dat hij het echt vanuit zijn innerlijk tot God roept.
Maar voor de christen kan het woord ook een weg zijn die tot diep in de grond van zijn christen-zijn voert.
Zo kan dat woord ons hele leven begeleiden, tot het einde toe. We zullen het nooit moe worden: we zullen almaar rijker worden, dieper worden, door het vele dat het ons te bieden heeft. Het zal heel ons christen-zijn kunnen bezielen: ons gebed, de eucharistieviering, elke dienst aan de naaste onze broeder immers en zuster.
Ik was wel sterk onder de indruk bij mijn bezoek in het appartement van die twee jongen mensen. Bij de eerste aanblik zie je reeds dat ze niet op grote voet leven.
We gaan zitten en het gesprek komt spontaan op hun levensstijl.
Hij beweert dat je niet rijk hoeft te zijn om je gelukkig te voelen.
We vinden allebei dat we dankbaar moeten zijn, zegt ze.
We voelen ons sterk aangesproken door de figuur van Jezus en de zorg van de Vader voor zijn kinderen. U weet wel: kijk naar de leliën op het veld, kijk naar de mussen en de haren van ons hoofd zijn geteld. Het geeft je een wonderlijk gevoel als je dat ernstig neemt, als je dat gelooft.
Toen viel het gesprek even stil. Ze zaten daar zo naast elkaar, glimlachend, gelukkig. Toen keek de vrouw guitig naar hem op en zei: Vertel eens dat verhaal van onze eigenaar.
Hebt u narigheden met uw huisbaas? Ze begonnen allebei te lachen.
Wel, zei de man, een huisbaas hebben we niet, want we hebben dit appartement gekocht. Maar we zeggen dikwijls tegen elkaar: eigenlijk is God onze eigenaar. Al wat we bezitten, al wat we met werken bereiken, de kinderen die we krijgen, het komt allemaal door de talenten die we van de Vader gratis ontvangen. Daarom heeft mijn vrouw op een avond eens gezegd: Feitelijk mogen we wonen in een gemeubileerd appartement dat aan God toebehoort.
Sedertdien spreken we dikwijls van de Eigenaar. Ziet u, als je in iemands appartement je vakantie moogt doorbrengen, dan beschouw je je niet als een rijke bezitter. Dat spoort je aan om zuinig om te springen met de voorraad. Niet zo maar je gang gaan, verkwisten of rijk doen.
Je krijgt, voegde de vrouw er aan toe, zo een soort eerbied voor al die dingen die God je laat gebruiken. Hoe moet ik het uitdrukken? Een verantwoordelijkheidsgevoel: hoe wenst God dat ik het hier doe?
En bij tijd en wijle stuur je een kaartje met een : Dank U!
Zonder gewoonten zou de mens in het leven verloren lopen als een plattelandsbewoner die nooit buiten zijn dorp is geweest en opeens gedropt wordt in de drukte van een miljoenenstad.
Goede gewoonten daarentegen geven de mens een gevoel van vrijheid. Zij maken dat het leven past als een handschoen.
Inmiddels is de mens in zake gewoontelijke bekwaamheden nooit volleerd, want echt geschiktheid is progressief en bijgevolg in staat om zich voortduren te wijzigen.
Progressie is een vitale eigenschap van elke geestelijke volwassenheid. Die progressie vraagt dat men in zijn gewenningen soepel genoeg zou blijven om desnoods van gewoonte te veranderen.