Inhoud blog
  • Waarom wij 'christenen' genoemd?
  • Wij het lichaam van Christus, de Kerk
  • Ouderen tellen nauwelijks mee
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Diaconaat: kerk in uitvoering

    19-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Samen armoede uitsluiten
    WELZIJNSZORG REAGEERT OP BELEIDSVERKLARING VAN PREMIER VERHOFSTADT

    'Samen armoede uitsluiten'

    BRUSSEL (Kerknet) - Op 17 oktober - de Internationale Dag van Verzet tegen Armoede - kondigde premier Guy Verhofstadt de welvaartsaanpassingen en verhoging van een aantal sociale uitkeringen aan. Het leefloon bijvoorbeeld wordt vanaf 1 april 2007 met 2 procent verhoogd en opnieuw met 2 procent vanaf januari 2008, zo belooft de premier in zijn beleidsverklaring. Bovendien wordt er ook een mechanisme uitgewerkt om het leefloon aan te passen aan de welvaart en dit vanaf 2009. "Eindelijk, denken we dan. Eindelijk wordt een stap gezet om kansengroepen gelijke tred te laten houden met de welvaart van onze samenleving. Al sinds 2001 beloofde de regering om het leefloon op te trekken met 10 procent en te zorgen voor welvaartsaanpassingen", zegt Welzijnszorg, in een reactie op de beleidsverklaring van premier Verhofstadt.

    Te veel om te sterven, te weinig om te leven
    "Maar het volstaat niet. Het leefloon bedraagt 644 euro per maand voor een alleenstaande. Meestal is dit amper voldoende de huishuur of hypotheek en energiekosten te betalen. 'Te veel om te sterven maar te weinig om (menswaardig!) te leven', durven armen wel eens te stellen. En terecht, het leefloon is eerder een overleef-loon dat mensen niet in staat stelt om hun situatie te veranderen", aldus Welzijnszorg. "Zelfs met de voorziene verhogingen en welvaartsaanpassingen blijft dit leefloon ver onder de Europese armoederisicodrempel. Die norm, een ijkpunt om inkomensarmoede te meten, stelt dat wie als alleenstaande moet rond komen met minder dan 777 euro een verhoogd risico op armoede heeft. Als onze regering toch zo hoog oploopt met het 'Europese project', laat dan het behalen van de Europese normen inzake armoedebestrijding een absolute prioriteit worden. Dát zou het bewijs zijn dat armoede bestrijden een echt e prioriteit is voor beleidsmakers."

    Armoede bannen
    Welzijnszorg wil dat de beleidsaandacht die er nu voor armoede is, leidt tot een fundamentele keuze om armoede uit onze samenleving te bannen. "We vragen daarom een doelgericht beleid dat een aantal prioritaire keuzes maakt. Het wordt trouwens hoog tijd, want armoedewerkingen, hulpverleners en armenverenigingen signaleren dat armoede toeneemt. Ook het stijgende aantal 'afnemers' van voedselpakketten is een alarmerende indicator. Het komt er voor Welzijnszorg niet alleen op neer een vangnet te hebben, maar men moet er ook voor zorgen dat zo weinig mogelijk mensen in dat vangnet (moeten) vallen. Onze samenleving lijkt jaarlijks duizenden mensen af te schrijven. Daarom voeren we dit najaar de campagne 'Samen armoede uitsluiten'."
    Meer info: www.welzijnszorg.be.

    Klik hier met de rechtermuisknop om afbeeldingen te downloaden. Om uw privacy te beschermen, is het automatisch downloaden van deze afbeelding van internet verhinderd.
top

    19-10-2006 om 18:03 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geen kwestie van gelijk hebben

    Missie is geen kwestie van gelijk hebben”

    “Missie. Het begrip doet ons al vlug denken aan missionarissen, wat we dan weer meteen verbinden met ontwikkelingshelpers. Dat is het echter niet. (…)

    - Wat betekent missie voor u?

    Tijdens mijn studentenleven in Leuven, in de jaren 1960 , kwam ik buiten de beschermende kerkstructuren terecht. Ik ervoer voor het eerst de gapende kloof tussen de kerkelijke en de burgerlijke wereld. Ze was alvast zichtbaar in het protest tegen de onwrikbare houding van onze bisschoppen die weigerden de universiteit van Leuven te splitsen. Daar kreeg ik de meest fundamentele missieplooi.

    Missie heeft alles te maken met een wijze van zijn in de samenleving, vooral tegenover diegene die zich buiten de Kerk bevinden.

    Mij doet missie niet meteen denken aan hulp aan arme landen.

    Missie is als gist in de deeg.

    Je wil de kostbare parel die je ontdekte aan iedereen tonen.

    Niet door middel van propaganda, maar door een merkbare aanwezigheid.

    Missie wordt al te vaak verengd tot woordverkondiging.

    Handelen is minstens even belangrijk.

    Het leven moet gediend worden.

    Missie is ook God ontmoeten, wat betekent dat we allen broers en zussen zijn van die ene Vader.

    Die boodschap kun je niet slijten zoals een verkoper.

    Ook leden werven is niet van belang.

    We moeten weten waarvoor we staan en dat ook tonen.

    Missie is overal, met het gevaar dat ze nergens zichtbaar is.

    - Gebeurt missie dan niet vooral binnen de kerkstructuren?

    Meer dan negentig procent van onze tijd investeren we als Kerk in herstructurering en verbetering van de pastoraal voor bestaande kerkgemeenschap.

    Maar hoe toont die Kerk zich ‘daarbuiten’?

    Dat beroert ons veel minder.

    De Kerk organiseert heel wat dienstbetoon, uiteraard van groot belang. Maar opvang van drugsverslaafden of asielzoekers onderdak bieden mag niet dienen om het evangelie geloofwaardig temaken. Dit dienstbetoon heeft waarde op zich.

    We hebben het moeilijk om aan die dienst ons verhaal te koppelen.

    Neem nu moslims. Zij hebben een wondere manier om hun geloof ter sprake te brengen. Als we bijvoorbeeld samen tafelen, verbinden zij het feit dat ze geen alcohol drinken uitdrukkelijk met hun geloof.

    Wij, christenen, kunnen dit nog niet, al merk ik dat de jongere generaties dit al beter kunnen. “Ik handel zus of zo, want ik ben christen.”

    Deze mededeling heeft niets te maken met propaganda. Ze is zakelijk, zoals ik bijvoorbeeld zou kunnen zeggen: “want ik ben supporter van Club Brugge”. (…)

    Wij moeten leren ons geloof op een informele manier ter sprake te brengen. Zoals Jezus het deed, onderweg, tussen pot en pint.”

    In Kerk + Leven – 5 oktober 2005, p. 7. Interview door Tom Heylen met Jan Dumon.

    19-10-2006 om 08:27 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Groeien naar volheid van leven

    Groeien naar volheid van leven

    In november vieren we steeds de seniorenweek die dan wordt afgesloten met het feest van de grootouders.
     Meer en meer gaat de laatste jaren de aandacht – ook van de politiek - naar de veroudering van de bevolking.
    Velen denken dat de eerste helft van het leven ook de schoonste jaren zijn: een onbezorgde jeugd, de prille liefde, het eerste kind, succes in het beroep. Maar is dat wel zo? In Kana had men toch ook de beste wijn voor het laatst bewaard.

    Het is een opgave voor de maatschappij om er voor te zorgen dat ook de “ouderdom” mooi kan zijn.
    Natuurlijk als men zich blind start op de biologische leeftijd, dan roept “oud” bij vele mensen negatieve associaties op als staande aan de zijlijn van het leven maar als men aandacht heeft voor de psychologische leeftijd dan kan een tachtiger jeugdiger van geest zijn dan vele veertigers.
    Op de Nederlandse Televisie toonde men onlangs een honderdjarige kranige dame die leerde de computer en Internet te gebruiken “want je moet toch meekunnen met je tijd!”
    Op hogere leeftijd loopt de motoriek van je lichaam weliswaar trager en je pas wordt voorzichtiger maar men kan dus nog met een frisse blik zichzelf ervaren en nieuwe mogelijkheden ontdekken.

    Natuurlijk brengt ouder worden – vooral als meen zeer oud wordt – ook vragen mee: men moet bv. dikwijls afscheid nemen van een vriend(in) die verhuist of die overlijdt. Dat zijn weliswaar pijnlijke ervaringen zoals die oudere man die zei dat hij in straat eigenlijk niemand kende maar die op het kerkhof lagen kende hij allemaal.

    Maar hoe de oudere mens wordt hangt voor een deel af hoe we naar hem kijken.
    Wat zien we? Alleen maar grijs haar, rimpels in het gelaat, lastig lopen? Of tonen we interesse niet in wat ze hebben maar in wat ze zijn.
    Ouderen hebben er nood aan dat er met hen gepraat wordt en geluisterd en dat ze nog meetellen.
    Geven we hen het gevoel van een verloren voorwerp te zijn waar niemand nog naar zoekt, dan verkommeren ze. Geven we hen wel de waardering en liefde waarnaar ze uitzien? Zien we de ouderdom als een waarde en zegen, een mogelijkheid om – na een leven van werken – een stukje vrijheid te veroveren om dingen te doen waar men vroeger niet aan toe kwam, om nieuwe sociale contacten op te bouwen, nieuwe prioriteiten vast te leggen en nieuwe uitdagingen om iets zinvols te doen.
    Een grootmoeder zie: “Als ik had geweten wat een vreugde mijn kleinkinderen voor mij zouden zijn, zou ik hen het liefst eerst gekregen hebben.” Heerlijk tocht!

    Bij het ouder worden gaat men beter zien wat echt belangrijk is, wat in het leven waarde heeft en zich, voor zover het kan, daarvoor inzetten.
    Men gaat zich bevrijden van waardeloze dingen die men in de loop van de jaren heeft verzameld – opruimen noemt men dat – om zich te concentreren op dat wat ook thans nog waarde heeft. We gaan dus andere prioriteiten stellen. Meer dan in het verleden gaan we zien dat belangrijk is niet wat we hebben maar wat we zijn. Dan wordt de herfsttij van het leven de tijd van de volheid. Dat mogen we dan ook wensen aan al onze bejaarden in de seniorenweek.

    Overgenomen uit ‘aktie 365’, driemaandelijks tijdschrift n°3, 2005. Uitgever: R. Loyens, Gent.

    18-10-2006 om 20:32 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kerk van Aaigem
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De kerk van Aaigem. Aaigem is het stamdorp van de nakomelingen van Karel Lodewijk Van Buggenhout. De stamboerderij staat op Hazelbeke.

    18-10-2006 om 08:45 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is het christendom pas begonnen?
    HET CHRISTENDOM PAS BEGONNEN?

    Lezing door Peter Malfliet

    GENT (Kerknet) - Bij het begin van de 21ste eeuw spreken sommigen maar al te graag over het einde van het christendom en de kerk. De doodsklokken worden al geluid. En de feiten lijken dat dikwijls alleen maar te bevestigen. Zou het integendeel kunnen dat het christendom nog maar pas begint ? Dat het nu pas zijn kinderschoenen uittrekt ? Dat precies deze tijd unieke kansen biedt om een authentiek christendom te ontdekken en te beleven ? Dat er voor de kerk een onverwachte toekomst is in een niet-christelijke wereld ?
    Stel dat het antwoord op deze vragen 'ja' is.dan openen er zich verrassende perspectieven.
    Die perspectieven willen de organiseren van de infoavond zoeken. Uitgangspunt zijn concrete vragen : kan ik ten volle christen zijn en mens van deze tijd ? Op welke wijze kan ik een authentiek christendom herontdekken ? Hoe kan ik geloof communiceren met tijdgenoten? Heeft de kerk een rol te vervullen in deze samenleving ? .
    Peter Malfliet (°Hamme, 1959) i s als godsdienstinspecteur verantwoordelijk voor het godsdienstonderwijs in de katholieke secundaire scholen van Oost-Vlaanderen. Hij is ook docent aan het Hoger Diocesaan Godsdienstinstituut in Gent.

    17-10-2006 om 17:57 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn geschenk

    Mijn geschenk aan Katrien en Ive bij hun sacramenteel huwelijk

    Tijdens de zending na de gebedsviering haalde ik een videocassette te voorschijn. Katrien en Ive waren verbaasd te horen dat ik hun huwelijksviering op video had opgenomen. Ik zag ze rond kijken naar de verborgen kamara. Zij waren nog meer verbaasd als ik de videocasstte openmaakte en … en er een spons uithaalde met een zachte en een harde kant, daarna een diskette, een sleutel, een zakje zout, een mini-baksteen, een gedicht van Gabriël Smit , een paar bloembolletjes, een prachtig kalligrafische geschreven gedicht, eveneens van Gabriël Smit, en prachtig verpakt in een soort charter met lintjes, een theelichtje…

    Hun zending en opdracht: samen af en toe die ‘video’ bekijken!

    - ‘vi – deo’ = heeft hun huwelijksleven (vie) met God (deo) te maken

    - Mini-baksteen: een huwelijkshuis wordt opgebouwd steen na steen. Je moet vooraf een plan hebben en een stevig fundament leggen. Je moet weten en kunnen een huwelijkshuis te bouwen. Je moet ervoor zorgen dat de muren loodrecht staan en de deuren en vensters op de juiste plaats. Én als het huis af is moet je het onderhouder of het wordt een krot.

    - Toegepast op het beroep van Ive en Katrien: Zij zijn garagisten. Wel, een auto die niet regelmatig wordt onderhouden zal niet lang lopen, géén lang leven beschoren zijn. Het is ook nodig om regelmatig de schouwing te passeren.

    - Theelichtje: naast hun ‘huwelijkskaars’ heeft dat kaarsje de betekenis voor elkaar licht en warmte te zijn. Ook: dat hun licht en warmte, hun liefde, af moge stralen op hun omgeving. Want het huwelijkssacrament houdt een zending naar de anderen in. Én hun huwelijkskaars werd aangestoken met het licht van de Paaskaars, d.w.z.: zij maken de liefde van God voor de mensen zichtbaar, tastbaar, voelbaar!

    - Sleutel: een sleutel van je huis, van je leven, geef je maar aan iemand die je echt vertrouwen kunt. En ver-trouwen doe je maar als je iemands liefde hebt mogen ervaren als authentiek! Die sleutel past echter nog niet helemaal in het slot van het liefdeshuis van de partner. Daar moet nog aan gevijld worden!

    - Bloembolletjes: als je in de lente bloemen wil zien in je tuin, dan moet je ze op tijd planten. En zorgen dat er goede, vruchtbare grond beschikbaar is, gelegen onder voldoende zon en bereikbaar voor de vruchtbare regen.

    - Diskette: kan veel opslaan: de heerlijke ervaringen bewaren. Een diskette kan ook gewist worden: “In het leven moeten wij kiezen tussen ‘vergiffenis’ of ‘vergiftiging’! Ook moet ons programma compatibel zijn!

    - Spons: uiteraard moeten wij de spons kunnen vegen. Je moet er wel verstand van hebben en ‘wijs’ in zijn. Soms moeten wij de ruwe kant gebruiken, maar dan moet je wel zorgen voor ‘juiste bevochtiging’ of je krijgt krassen, die niet meer te verwijderen zijn.

    Over beide gedichten schrijven wij morgen!

    16-10-2006 om 09:10 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Nooit volleerd

    “Zonder gewoonten zou de mens in het leven verloren lopen als een plattelandsbewoner die nooit buiten zijn dorp is geweest en opeens gedropt wordt in de drukte van een miljoenenstad.

    Goede gewoonten daarentegen geven de mens een gevoel van vrijheid. Zij maken dat het leven past als een handschoen.

    Inmiddels is de mens in zake gewoontelijke bekwaamheden nooit volleerd, want echt geschiktheid is progressief en bijgevolg in staat om zich voortduren te wijzigen.

    Progressie is een vitale eigenschap van elke geestelijke volwassenheid. Die progressie vraagt dat men in zijn gewenningen soepel genoeg zou blijven om desnoods van gewoonte te veranderen.”

    Libert Vander Kerken

    15-10-2006 om 19:58 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Missie is geen kwestie van gelijk hebben

    “Missie is geen kwestie van gelijk hebben”

    “Missie. Het begrip doet ons al vlug denken aan missionarissen, wat we dan weer meteen verbinden met ontwikkelingshelpers. Dat is het echter niet. (…)

    - Wat betekent missie voor u?

    Tijdens mijn studentenleven in Leuven, in de jaren 1960 , kwam ik buiten de beschermende kerkstructuren terecht. Ik ervoer voor het eerst de gapende kloof tussen de kerkelijke en de burgerlijke wereld. Ze was alvast zichtbaar in het protest tegen de onwrikbare houding van onze bisschoppen die weigerden de universiteit van Leuven te splitsen. Daar kreeg ik de meest fundamentele missieplooi.

    Missie heeft alles te maken met een wijze van zijn in de samenleving, vooral tegenover diegene die zich buiten de Kerk bevinden.

    Mij doet missie niet meteen denken aan hulp aan arme landen.

    Missie is als gist in de deeg.

    Je wil de kostbare parel die je ontdekte aan iedereen tonen.

    Niet door middel van propaganda, maar door een merkbare aanwezigheid.

    Missie wordt al te vaak verengd tot woordverkondiging.

    Handelen is minstens even belangrijk.

    Het leven moet gediend worden.

    Missie is ook God ontmoeten, wat betekent dat we allen broers en zussen zijn van die ene Vader.

    Die boodschap kun je niet slijten zoals een verkoper.

    Ook leden werven is niet van belang.

    We moeten weten waarvoor we staan en dat ook tonen.

    Missie is overal, met het gevaar dat ze nergens zichtbaar is.

    - Gebeurt missie dan niet vooral binnen de kerkstructuren?

    Meer dan negentig procent van onze tijd investeren we als Kerk in herstructurering en verbetering van de pastoraal voor bestaande kerkgemeenschap.

    Maar hoe toont die Kerk zich ‘daarbuiten’?

    Dat beroert ons veel minder.

    De Kerk organiseert heel wat dienstbetoon, uiteraard van groot belang. Maar opvang van drugsverslaafden of asielzoekers onderdak bieden mag niet dienen om het evangelie geloofwaardig temaken. Dit dienstbetoon heeft waarde op zich.

    We hebben het moeilijk om aan die dienst ons verhaal te koppelen.

    Neem nu moslims. Zij hebben een wondere manier om hun geloof ter sprake te brengen. Als we bijvoorbeeld samen tafelen, verbinden zij het feit dat ze geen alcohol drinken uitdrukkelijk met hun geloof.

    Wij, christenen, kunnen dit nog niet, al merk ik dat de jongere generaties dit al beter kunnen. “Ik handel zus of zo, want ik ben christen.”

    Deze mededeling heeft niets te maken met propaganda. Ze is zakelijk, zoals ik bijvoorbeeld zou kunnen zeggen: “want ik ben supporter van Club Brugge”. (…)

    Wij moeten leren ons geloof op een informele manier ter sprake te brengen. Zoals Jezus het deed, onderweg, tussen pot en pint.”

    In Kerk + Leven – 5 oktober 2005, p. 7. Interview door Tom Heylen met Jan Dumon.

    14-10-2006 om 20:26 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nadenkertjes...

    Na-denkertjes…

    Vandaag hebben wij hogere buildings en bredere autostrades, maar kortere temperamenten en kleinere gezichtspunten.

    We geven meer uit, maar genieten minder.

    We hebben grotere huizen, maar kleinere families.

    We hebben meer kennis, maar minder inzicht.

    We hebben meer geneesmiddelen, maar minder gezondheid.

    We hebben onze bezittingen vermeerderd, maar onze waarden verminderd.

    We praten meer, we beminnen maar weinig, en haten te veel.

    We bereikten de maan en kwamen terug, maar we vinden het lastig onze eigen straat over te steken en onze buren te ontmoeten.

    We hebben de buitenwereld veroverd, maar niet ons binnenste.

    We hebben een hoger inkomen, maar minder geweten.

    Het zijn tijden van meer vrijheid, maar met minder vreugde.

    We hebben meer voedsel, maar minder voeding.

    Het is de tijd waarin we twee inkomens hebben per huisgezin, echtscheidingen inbegrepen.

    Het is een tijd ven leuke woningen, maar met meer gebroken gezinnen.

    Het is daarom dat ik voorstel om vanaf vandaag…

    Niet uit te stelen tot een ‘speciale gelegenheid’, omdat elke dag van ons leven een ‘speciale gelegenheid’ is.

    Te zoeken naar kennis, meer te lezen, in je voordeur te staan en het gebeuren te bewonderen zonder aandacht te schenken aan uw noden.

    Breng meer tijd door met uw familie en vrienden, eet uw favoriete gerechten, bezoek de plaatsen die je graag ziet.

    Het leven is een ketting van vreugdemomenten; niet van overlevingskansen.

    Gebruik uw kristallen glazen. Spaar uw beste parfum niet, maar gebruik het telkens je voelt dat je er behoefte aan hebt.

    Schrap uit uw woordenschat zinnen als: ‘een deze dagen’ en ‘eerstdaags’.

    Laat ons nu die brief schrijven waarvan we dachten hem ‘een dezer dagen’ te schrijven.

    Laat onze families en vrienden weten hoeveel wij van hen houden.

    Schrap niets dat plezier en vreugde kan bijbrengen in je leven.

    Iedere dag, ieder uur en iedere minuut is speciaal.

    En je kunt nooit weten of het niet je laatste ogenblik kan zij

    13-10-2006 om 19:54 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wij kunnen leren van de Pinksterchristenen
    'WE KUNNEN LEREN VAN PINKSTERCHRISTENEN'
    BRUSSEL (KerkNet/Post Gazetta) - "Katholieken moeten niet voortdurend kritiek uitoefenen op de Pinksterkerken omdat ze leden van de katholieke kerk afsnoepen. Voordat we die kritiek uiten, moeten we ons eerst de vraag stellen waarom onze parochies niet tegemoet kunnen komen aan de noden van deze mensen die hen verlaten", verklaarde kardinaal Walter Kasper, de voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Eenheid onder de Christenen, in een opvallende toespraak aan de Duquesne Universiteit.
    De uitspraak van de kardinaal komt er kort na de publicatie van het baanbrekende onderzoek van het PEW-onderzoeksbureau over Pinksterchristenen en charismatici in tien verschillende landen. Dat stelt dat de invloed en groei van de Pinksterkerken fel onderschat worden. PEW voorspelt ook dat de invloed van Pinksterchristenen en charismatici in de toekomst alleen maar verder zal toenemen.
    Kardinaal Kasper herinnerde in zijn toespraak aan de Duquesne Universitei t dat in 1967 precies op deze plaats de Katholieke Charismatische Vernieuwing geboren werd. Daardoor vonden praktijken van de Pinksterkerken ook ingang in de katholieke kerk. Kardinaal Kasper stelde terloops dat hij ervan overtuigd is dat dit ook een massale overstap naar deze kerken verhinderd heeft. Tegelijk riep hij zijn publiek op zich de vraag te stellen waarom katholieken de katholieke kerk verlaten. De aantrekkingskracht van de Pinksterkerken schrijft hij vooral toe aan het gemeenschapsgevoel en de spirituele ervaring, dat sommigen in de katholieke kerk sterk blijken te missen. Hij voegde eraan toe dat een betere geloofsvorming broodnodig is.
    Klik hier met de rechtermuisknop om afbeeldingen te downloaden. Om uw privacy te beschermen, is het automatisch downloaden van deze afbeelding van internet verhinderd.
top

    13-10-2006 om 19:21 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het prinselijk gelaat in de rots

    De knaap en de rots

    Midden in de bergen lag een verloren dorpje, aan de voet van een geweldige rots, waarin de natuur het gelaat van een mens had uitgebeiteld, een koninklijk en goed mens.

    Dat gelaat, reusachtig en beschermend, beheerste gans het omliggende, beheerste ook het kleine dorp, dat beneden rustte als een warm, nietig nestje.

    Daar vertelden de mensen dat eens in het dorp een man zou komen, die sprekend op de figuur in de rots zou gelijken, en die een gouden rijk van vrede en geluk aan zou brengen.

    Dat vertelden ze gaarne in donkere dagen, als nood en ziekte aan de deuren klopten.

    In het dorp leefde een jonge knaap, die droomde over dat rijk en ernaar verlangde, en onophoudend bezig was met de grote, eenzame rotsfiguur. Altijd was ze bij hem, in zijn ogen of in zijn geest.

    De mensen zagen hem staan in de deuropening van zijn huis, met de pink in de hoek van zijn mond, starend naar de rots. Midden in het spel werd hij plots stil, keek naar de figuur en glimlachte. Wat zal dat een mooie tijd worden als die man komen zal!

    Hij groeide op, en over zijn aangezicht lag iets van de rust en de goedheid van het beeld waar hij vol van was.


    En toen hij man was geworden, merkten de mensen dat hij de gelaatstrekken droeg van de man in de rots, en dat zijn ziel schoon en goed was als de droom waarover zij vertelden. En zij zagen dat hun verlangen vervuld was: er was een edel, koninklijk mens onder hen geboren, het gouden rijk van vrede en geluk was aangebroken.

    Naar een verhaal van Nathaniel Hawthorne

    Ooit hoorde ik dit verhaal vertellen. Later heb ik het herhaaldelijk naverteld. Op zeker dag bezorgde een vriend mij bovenstaande tekst. Hij was geschreven in oude spelling (bijvoorbeeld ‘mens’ werd nog ‘mensch’ gespeld!) en ik heb de tekst wat aangepast aan onze schrijfwijze.

    Volgens mij is het verhaal met een enorme kracht in het vormingswerk. Bijvoorbeeld in vormingswerk voor ‘gelovigen’. Ben ik er ver naast als ik beweer dat de grondgedachte van deze tekst het volgende is: wie regelmatig het gelaat van Jezus bekijkt of de afstraling van Jezus’gelaat op zijn ‘heiligen’ d.w.z. die mannen en vrouwen die door het lange schouwen van het gelaat van Christus, dezelfde trekken van Jezus gingen vertonen. Mensen die dus ‘ge-heeld’ werden. Mensen die heel geworden zijn, tamiem, ‘uit één stuk’, kunnen de andere mensen en de maatschappij ‘helen’, heel-maken!

    13-10-2006 om 08:23 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oplossingen van de tweede orde

    Oplossingen van de tweede orde

    “De Romeinse bezetting had het recht iedere jood te dwingen een mijl mee te gaan om de weg te wijzen of een last te dragen. Voor dit recht moesten de joden zich buiten. Ze deden het tandenknarsend. En terwijl een jood de koffer voor een Romein droeg, groeide in zijn hart de haat. Zo werd de vijandschap alleen maar groter. Jezus zegt nu dat we in plaat s van één mijl twee mijlen mee moeten gaan. We moeten de Romein voor ons winnen terwijl we met hem onderweg zijn. We moeten de haat door de liefde, het boze door het goede overwinnen. Alleen daardoor geneest de verscheurdheid van de menselijke gemeenschap. Alleen door zulke verrassende daden, waarmee we het vertrouwde niveau van winner of verliezen, van recht en gelijk willen hebben, verlaten, en door op een ander ²niveau met de naaste om te gaan, geneest de verscheurdheid van de mensen onderling. Het zijn typisch oplossingen van de tweede orde, die Jezus hier voorstelt. Juist door gedrag dat voor de ander verrassend is, kan ik de tweespalt tussen de mensen overwinnen en door de liefde de verharding van het menselijk hart doorbreken.”

    Anselm Grün

    12-10-2006 om 17:39 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wanneer 'liefde' toeslaat!
    WANNEER 'LIEFDE' TOESLAAT

    Nieuw boek over huiselijk geweld, voor hulpverleners, leerkrachten, pastores en anderen

    BRUSSEL (KerkNet) - Gezinnen worden vaak beschouwd als 'veilige havens', als schuilplaats voor een buitenwereld die soms stresserend en hard is. Maar dat mooie beeld van een gezin gaat in heel wat gevallen niet op. De media berichten regelmatig over gezinsdrama's, extreme vormen van huiselijk geweld, doodslag ... Die extreme vormen zijn slechts een topje van de ijsberg zijn en dat achter heel wat huisgevels vormen van onrecht en geweld verscholen zitten. Het Centrum voor Vredesethiek van de Faculteit Godgeleerdheid, KU Leuven en Pax Christi vinden dat die vormen van geweld in gezinnen even zeer de aandacht verdienen als geweld op macrovlak. Enkele cijfers tonen de omvang van huiselijk geweld in de verschillende vormen aan. Ongeveer 80 procent van de gevallen van kindermishandeling vindt plaats binnen een gezinscontext. Bijna de helft van de moorden wordt in de familiale sfeer gepleegd. Afhankelijk van de bron vindt men dat 1 op de 7 of zelfs 1 op de 5 vrouwen ooit te maken krijgt met partnergeweld. Algemeen wordt aangenomen dat bijna 1 op de 5 ouderen wordt geconfronteerd met een of andere vorm van geweld, meestal in de thuissituatie.
    In een toegankelijk geschreven boek - 'Wanneer 'liefde' toeslaat. Over geweld en onrecht in gezinnen - presenteren het Centrum voor Vredesethiek en Pax Christi verschillende vormen van huiselijk geweld, en gaan ze in op achterliggende dynamieken en oorzaken. Het boek bestaat uit tien hoofdstukken. In een afsluitende bijlage voegden de redacteurs telefoonnummers, internetsites en mailadressen van hulpverlening in verband met huiselijk geweld toe. De auteurs van de tien bijdragen zijn werkzaam als therapeut, psycholoog, psychiater, pedagoog, jurist, socioloog of theoloog. Dit boek brengt verschillende vormen van huiselijk geweld samen: geweld tussen partners, zowel in een heteroseksuele als in een homoseksuele relatie, geweld van ouders tegenover hun kinderen en van kinderen tegenover hun ouders en het ge weld tussen broers en zussen.

    Christelijke inspiratie
    De thematiek van huiselijk geweld wordt bekeken vanuit verschillende disciplines. De redacteurs hebben een christelijke achtergrond en ook in de twee laatste bijdragen wordt de thematiek van huiselijk geweld belicht tegen de achtergrond van het christelijke spreken over gezinnen (Ruard Ganzevoort en Annemie Dillen). Daarbij worden kritische vraagtekens geplaatst bij een al te idealistisch spreken over het gezin. Er worden manieren aangereikt om op een christelijke manier over gezinnen te spreken met aandacht voor de harde realiteit van huiselijk geweld en met openheid voor een hoopvol perspectief.
    Naast de theologische en ethische reflectie, staat vooral de hulpverlening centraal. De bekende Vlaamse kinderpsychiater Peter Adriaenssens belicht samen met Liesbet Smeyers de werking van de vertrouwenscentra kindermishandeling in Vlaanderen. Ze wijzen op het belang van het stilstaan bij vermoedens van kindermishandeling. Iedereen die met kinderen in contact komt, staat voor de uitdaging om, wanneer hij of zij meent dat het kind mogelijk een slachtoffer van kindermishandeling zou kunnen zijn, met dit vermoeden ook iets te doen. Gezinnen zijn geen heilige huisjes, dat wordt doorheen het hele boek duidelijk. Huiselijk geweld is een dermate ernstig te nemen realiteit, dat het noodzakelijk is om excuses om huiselijk geweld niet te moeten zien of er niet op te moeten reageren, te doorprikken.

    'Families First'
    Ook de Nederlandse pedagoog Herman Baartman wijst op het belang van het zorgen voor veiligheid en welzijn. Hij plaatst daarbij de vaak gemaakte tegenstelling tussen kiezen voor het belang van het kind of kiezen voor het belang van de ouders onder kritiek. Als een kind in een gezin slachtoffer wordt van geweld, gaat het erom om te kiezen voor het gezin: 'families first'. Dit wil niet noodzakelijk zeggen dat kinderen niet uit huis geplaatst kunnen worden, als ze risico's lopen in de gezinscontext. Ouders worden het beste gerespecteerd in hun rol als ouder, wanneer ze kansen krijgen om op een adequate manier verantwoordelijkheid voor hun kinderen op te nemen. In sommige gevallen kan die verantwoordelijkheid erin bestaan om het kind een tijd niet zelf op te voeden.
    Zoals Baartman de keuze tussen hetzij de ouders hetzij de kinderen overstijgt, zo maakt Justine van Lawick duidelijk dat ook in het therapeutische werken met partners die een gewelddadige relatie hebben, het niet gaat om een keuze tussen hetzij de vrouw, hetzij de man. Van Lawick toont aan hoe man en vrouw samen kunnen geholpen worden om de spiraal van geweld die de partnerrelatie soms kenmerkt, te doorbreken. Ze geeft daarbij heel concrete voorbeelden van haar therapeutisch werk. 'Wanneer 'liefde' toeslaat' gaat echter nog verder in het in vraag stellen van klassieke denkbeelden over huiselijk geweld.

    Vrouwen
    Via de bijdrage van Susanne Kers wordt duidelijk dat partnergeweld niet enkel iets van mannen, als dader, op vrouwen, als slachtoffer, is. Kers laat zien dat vrouwen ook dader en mannen ook slachtoffer kunnen zijn, en dat huiselijk geweld ook in homoseksuele en lesbische relaties voorkomt. Hoewel machtsuitoefening en vormen van geweld vaak met genderverhouding verbonden zijn, komt machtsmisbruik ook in lesbische en homoseksuele relaties voor. Hieromtrent bestaat weliswaar nog steeds een groot taboe in de samenleving.
    Ook andere vormen van geweld in families blijven vaak taboe, maar worden in dit boek expliciet naar voren gebracht. Zo confronteert de Vlaamse psychiater An Haekens ons met de rol die geld vaak speelt in de verhouding van kinderen ten aanzien van hun bejaarde ouders. Financieel misbruik is een veel voorkomende, maar vaak weinig expliciet opgemerkte, vorm van ouderenmishandeling.

    Siblinggeweld
    Waar geweld tegen ouderen de laatste jaren geleidelijk aan meer publieke aandacht kreeg, is dit nog lang niet het geval voor 'siblinggeweld', geweld tussen broers en zussen. Smadar Célestin-Westreich van de VUB en haar medeauteurs plaatsen de kenmerken en dynamieken van geweld tussen broers en zussen in de schijnwerpers. Deze vorm van geweld komt ronduit het meeste voor in gezinnen, maar wordt vaak als 'normaal' beschouwd. Toch zijn er heel wat gradaties, en is niet elke vorm van pesten of kibbelen even onschuldig. Incest tussen broers en zussen, het gebruik van wapens, het verbaal uitschelden en kleineren van de broer of de zus, het zijn vormen van geweld die onze aandacht verdienen. Want enkel als we ons bewust zijn van het gevaar en het reële voorkomen van huiselijk geweld, kunnen we het voorkomen of het proberen te doen stoppen.

    Recht
    Bij dit laatste, het voorkomen of doen ophouden van huiselijk geweld, speelt niet enkel de bereidwilligheid van de gezinsleden of de deskundige begeleiding van een hulpverlener een rol, maar biedt ook het recht een kader aan. De Vlaamse juriste Liesbet Stevens legt op een heldere manier uit wat het recht zegt over verschillende vormen van huiselijk geweld. Ze wijst echter ook op de grenzen van het recht: het juridisch perspectief volstaat niet in het zoeken naar een omgang met huiselijk geweld. Op die manier vullen de tien bijdragen elkaar aan.
    Doorheen het boek wordt duidelijk dat gezinnen voor velen niet enkel de associatie 'liefde' oproepen, maar vaak ook 'onrecht' of 'geweld'. Toch blijven heel veel slachtoffers van huiselijk geweld loyaal aan hun partner, ouder, kind, broer of zus. Heel wat daders zullen zeggen dat ze handelen uit 'liefde'. Maar wat als die liefde een gewelddadige vorm krijgt? Vandaar de aanhalingstekens bij het woord 'li efde' in de titel van het boek. Soms moet het idyllische beeld van het gezin doorprikt worden en moeten we durven onrecht te benoemen, te voorkomen en te verhelpen. Daar ligt een hele taak voor ieder die met gezinnen in contact komt of verder wil nadenken over het eigen gezinsleven. Het boek wil daartoe een aanzet zijn.
    A. Dillen, R. Burggraeve, J. De Tavernier, J. Hanssens, D. Pollefeyt (ed.), Wanneer 'liefde' toeslaat. Over geweld en onrecht in gezinnen, Leuven, Davidsfonds, 2006, 168 p. Het boek kost 17,50 euro en is te bestellen via: Davindsfonds Uitgeverij, Blijde-Inkomststraat 79-80 in 3000 Leuven, tel: 016/310.650, website: www.davidsfonds.be en e-mail: informatie@davidsfonds.be.

    Klik hier met de rechtermuisknop om afbeeldingen te downloaden. Om uw privacy te beschermen, is het automatisch downloaden van deze afbeelding van internet verhinderd.
top
    Om het nieuws on line te bekijken surf naar: www.kerknet.be/nieuws/index.html
    U krijgt deze nieuwsbrief omdat u geregistreerd bent op de portaal van KerkNet Vlaanderen.
    Om uw registratie te wijzigen, surf naar: Portaal KerkNet Vlaanderen

    11-10-2006 om 19:48 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een evangelie voor westerse welvaartmensen

    EEN EVANGELIE VOOR WESTERSE WELVAARTSMENSEN

    18 oktober - 28ste zondag (Wijsheid 7,1-11 - Marcus 10,17-27) ======== Het evangelie dat vandaag wordt gelezen is er echt een om een slecht geweten en schuldgevoelens te krijgen! Een irriterende tekst waar we slecht raad mee weten. 'Verkoop alles wat u hebt en geef het geld aan de armen', zei Jezus tegen de rijke jongeman. Wie van ons kan dat? De leerlingen zelf waren ook ontdaan en verbijsterd, vooral toen Jezus zei dat het voor een kameel gemakkelijker is door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het koninkrijk van God te komen. Wij, die geen kamelen hebben, zouden eerder zeggen, dat het vinden van een naald in een hooiberg gemakkelijker is. Maar het gaat om hetzelfde: om de rijkdom als hinderpaal voor Gods rijk.

    ------------

    Er zijn mensen die wel gedaan hebben wat Jezus vroeg aan de jongeman, zoals Matteüs de rijke noemt (19,20). Die zonnige jongeman uit Assisi, Franciscus, het vrolijke verwende zoontje van de rijke lakenhandelaar Bernardone. Op het marktplein van Assisi heeft hij zich in aanwezigheid van iedereen helemaal ontbloot en al zijn klederen naar zijn vader gegooid. Hij had maar één Vader in de hemel, riep hij, en hem behoorde hij helemaal toe. Toen hij stervende was, beval hij dat hij opnieuw geheel naakt in de kerk zou worden gelegd. Hij had zijn hele leven volledig zonder bezit geleefd, totaal arm, met enkel een schamele, bruine pij en levend van wat hij kreeg. En... hij was een van de meest blijmoedige mensen die onze wereld gekend heeft.

    In onze tijd deed iemand als Jan Vermeire, op zijn manier, hetzelfde. Hij verliet zijn chique villa en renpaarden in de Ardennen, om als eigentijdse 'poverello' zijn leven aan de armen te wijden. Pater Damiaan deed niet anders en veel missionarissen en missiezusters hebben in grote armoede geleefd, samen met onaanzienlijke behoeftigen die geen deel hebben aan een welvarende, rijke samenleving. Vandaag zijn er nog velen die, op de een of andere manier, arm leven met de armen, in wat wede Derde Wereld noemen.

    Die rijke jongeman was een idealist Hij had blijkbaar goed geleefd en alle geboden onderhouden. Maar hij wou het onderste uit de kan. Jezus keek hem liefdevol aan. Er staat letterlijk: "Jezus kreeg hem lief." Hij had het voor hem. De jongeman had het ook voor Jezus, want hij noemde hem 'goede meester'. Er was een wederzijdse sympathie. Jezus had hem graag als leerling meegenomen op zijn tocht. Als de jongeman weigerde, wegens zijn vele bezittingen, ging hij ontdaan weg. Jezus riep hem niet terug. Hij verweet hem niets. Hij mocht zijn eigen weg gaan. Hij was blijkbaar niet uit het hout van Franciscus gesneden.

    Moeten we niet allemaal leven volgens onze eigen talenten? Dat betekent ook volgens onze eigen mogelijkheden, beperktheden en in onze eigen situatie. Helder Camara, die blijmoedige, maar strijdvaardige voorvechter voor de armen, zei dat er maar weinigen geschikt zijn om met de armen in de krottenwijken te leven.

    De vraag is welke boodschap dit evangelie inhoudt voor ons, Westerse welvaartsmensen, die in een luxemaatschappij leven. Het evangelie is geen stok om te slaan, maar ook geen wandelstok om gemakkelijk door het leven te gaan. Het zou een richtingwijzer moeten zijn voor ons handelen, om gewetensvol en met authentieke liefde te leven.

    Een rijke is voor het evangelie iemand die op zijn geld zit, die dus letterlijk erdoor 'bezeten' is. Een hebzuchtige die altijd nog méér wil hebben; die zich vastklampt aan geld en goed en zich daardoor afsluit voor wie het minder goed getroffen hebben. Hij heeft er trouwens geen tijd voor. Zijn financiële zorgen slorpen hem op. Hij heeft zware hypotheken afgesloten, moet leningen afbetalen en er voor zorgen dat morgen zijn bankrekening niet in het rood staat. Het is trouwens evident dat bv. zakenlui winst moeten maken, anders kunnen ze de boeken sluiten.

    Het evangelie is natuurlijk geen handleiding om efficiënt zaken te doen. Het is een aanmaning voor ons geweten hoe we met onze rijkdom moeten omgaan. Of we tijd willen maken en zorg besteden aan mensen die tekort hebben. Of we bereid zijn te zoeken hoe we kunnen delen. Die ene rijke jongeman uit het evangelie is vandaag één derde van de hele mensheid geworden: het rijke Noorden, de Westerse welvaartsmensen, waartoe ook wij behoren. Hoe moeten we omgaan met ons geld en goed in een maatschappij waar zo'n enorme, mondiale disproporties zijn tussen arm en rijk? We worden regelmatig met de cijfers geconfronteerd: 17.000 kinderen sterven elke dag van de honger! Wereldwijd wordt jaarlijks 780 miljard dollar besteed aan bewapening, terwijl er met 9 miljard dollar drinkwater kan zijn voor iedereen en met 13 miljard voeding voor allen. 40 miljard is 'voldoende'(!) om de ergste armoede in de wereld uit te bannen, maar er wordt meer dan 1.000 miljard uitgegeven aan reclame en marketing.

    'Verkoop alles wat je bezit en geef het geld aan de armen' klinkt nu: 'Zorg voor rechtvaardige bezitsspreiding en eerlijke verdeling, zodat de diepe kloof tussen rijken en armen gedicht wordt. Reageer tegen de onrechtvaardigheid van het marktmechanisme, tegen structurele ongelijkheden. Wees bewust van wat zich afspeelt aan onrecht in onze wereld. Verenig je met andere christenen, om via verenigingen en gemeenschappen druk uit te oefenen op de machthebbers, de politieke leiders, de directeuren van multinationals en banken. Wijs krachtdadig op hun immense verantwoordelijkheid voor een meer rechtvaardige wereld. En blijven we ondertussen niet zelf bij onze vele pakken zitten, maar laten we kijken en zoeken waar en hoe en wat we kunnen doen voor behoeftigen, onaanzienlijken, armen. Medemensen die we als christen 'kinderen van onze Vader noemen en die dus onze broers en zussen zijn!'

    We hebben vandaag een grote keuze tussen allerlei ontwikkelingsprojecten en hulporganisaties, waardoor we de armen uit de Derde Wereld en ook hier bij ons nieuwe levenskansen en een toekomst kunnen geven. Niet iedereen van ons kan alles doen. We moeten zelf oordelen wat we kunnen doen. Maar we moeten als christenen het evangelie en het Rijk Gods van Jezus au sérieux nemen en ons telkens laten bevragen en uitdagen, ook als het gaat om onze portemonnee, onze luxe en ons comfort. God wil leven en welzijn voor allen, niet enkel voor één derde van de wereldbevolking. Neen, schuldgevoelens en een slecht geweten zijn niet nodig. Maar we mogen ons geweten ook niet sussen. De schreeuw van de armen, van de minste mensen, is oorverdovend! We weten het: 'Wat je aan de minsten van de mijnen doet, heb je aan mij gedaan', zegt de liefhebbende God, bij monde van Jezus en zijn evangelie.

    Rob Moens, dominicaan,Genk

    ---------

    Een tweede preek voor deze zondag: http://preekweek.atspace.com/bb28zondag.htm

    Reageren op deze preken?

    Ga naar http://www.preekvandeweek/commentaar.htm

    11-10-2006 om 15:51 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie is de eigenaar?

    God is een eigenaar

    Ik was wel sterk onder de indruk bij mijn bezoek in het appartement van die twee jongen mensen. Bij de eerste aanblik zie je reeds dat ze niet op grote voet leven.

    We gaan zitten en het gesprek komt spontaan op hun levensstijl.

    Hij beweert dat je nier rijk hoeft te zijn om je gelukkig te voelen.

    “We vinden allebei dat we dankbaar moeten zijn”, zegt ze.

    “We voelen ons sterk aangesproken door de figuur van Jezus en de zorg van de Vader voor zijn kinderen. U weet wel: kijk naar de leliën op het veld, kijk naar de mussen en…de haren van ons hoofd zijn geteld. Het geeft je een wonderlijk gevoel als je dat ernstig neemt, als je dat gelooft.”

    Toen viel het gesprek even stil. Ze zaten daar zo naast elkaar, glimlachend, gelukkig. Toen keek de vrouw guitig naar hem op en zei: “Vertel eens dat verhaal van onze eigenaar”.

    “Hebt u narigheden met uw huisbaas?” Ze begonnen allebei te lachen.

    “Wel”, zei de man, “een huisbaas hebben we niet, want we hebben dit appartement gekocht. Maar we zeggen dikwijls tegen elkaar: eigenlijk is God onze eigenaar. Al wat we bezitten, al wat we met werken bereiken, de kinderen die we krijgen, het komt allemaal door de talenten die we van de Vader gratis ontvangen. Daarom heeft mijn vrouw op een avond eens gezegd: “Feitelijk mogen we wonen in een gemeubileerd appartement dat aan God toebehoort

    Sedertdien spreken we dikwijls van “de Eigenaar”. Ziet u, als je in iemands appartement je vakantie moogt doorbrengen, dan beschouw je je niet als een rijke bezitter. Dat spoort je aan om zuinig om te springen met de voorraad. Niet zo maar je gang gaan, verkwisten of rijk doen’.

    “Je krijgt”, voegde de vrouw er aan toe, “zo een soort eerbied voor al die dingen die God je laat gebruiken. Hoe moet ik het uitdrukken? Een verantwoordelijkheidsgevoel: hoe wenst God dat ik het hier doe?

    En bij tijd en wijle stuur je een kaartje met een : Dan U!”

    10-10-2006 om 18:45 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Merkwaardig!

    Kardinaal Mertel vierde elke dag de eucharistieviering mee bij zijn secretaris

    De meeste kardinalen lezen elke dag de heilige mis, maar kardinaal Mertel woonde elke dag de heilige bij zijn secretaris. Daar was een goede reden voor. Kardinaal Mertel kon zelf de mis niet vieren. Teodolfo Kardinaal Mertel ( 1806 -1899) was weliswaar karndinaal maar niet tot priester gewijd. Eerst werd hij tot kardinaal benoemd en pas daarna tot diaken gewijd. Hij was de laatste ‘echte’ kardinaal-diaken en daardoor de laatste levende herinnering aan de tijd dat het diaconaat als zelfstandig ambt bestond naast dat van het priesterambt. Hij nam deel aan het conclaaf waar paus Leo XIII als opvolger van paus Pius IX werk gekozen. Uiteraard nam hij ook deel aan de stemmigen voor de pauskeuze.

    Andere beroemde voorbeelden zijn kardinaal Giacoma Antonelli . Deze diaken was tot 1870 in feite de regent van Rome. Een ander voorbeeld is kardinaal Tommaso Sforza (1782 – 1857). Hij werd op 2 oktober 1826 kardinaal-diaken van Cesareo in Palatio en werd pas in 1832 tot diaken gewijd. Nog een beroemd voorbeeld is Ercole kardinaal Consalvi ( 1757 – 1824). Hij werd op 11 augustus 1800 kardinaal en op 21 december 1801 tot diaken gewijd. Wie er meer wil over weten zie: http://www.catholic-herarchy.org./

    Bron :diaken Bart J. Koet in ‘Diakon: Adjudant des Bischofs oder Sprungbrett zum Presbyteraat? Randbemerkungen zur jüngsten Studie über Cursus Honorum’ in Diaconia Christi, 41/ 2006, Heft 2, p. 41 – 46

    Men beweert dat het diaconaat als zelfstandig ambt sedert duizend jaar en meer was verdwenen. Dat klopt dus niet?

    09-10-2006 om 20:19 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over een (sterke) diakenvrouw

    Het wijdingsambt van de diaken en zijn gezin

    Het sterke getuigenis van een diakenvrouw (beter: van een vrouw van een diaken) over het wijdingsambt van haar echtgenoot diaken en de ervaring daarmee van haar zelf en haar gezin

    Ministry and the Family of the Permanent Deacon vertelt over een jonge man Phil Mraz en zijn echtgenote Dottie (Dottie Mraz (° 1942) de auteur van het boek) die geroepen werden tot het diaconaat in de Kerk van Cleveland in 1977. Het verhaal wordt verwoord door zijn echtgenote die ons boeiend de ontwikkeling van een roeping vertelt, een roeping van God om Hem te dienen in de kerk. Zij doet dat uiteraard van uit haar ervaringen!

    Philip Mraz bereidde zich voor op het diaconaat in een tijd dat de vormingsprogramma’s nog in volle ontwikkeling waren. De auteur kan ons als de lezer doorheen de opleiding van Phil leiden omdat zij die vormingsperiode met hem meemaakte. Zij deelde zijn opofferingen, zij beantwoordde zijn vragen, zij ondersteunde hem in zijn zwakke momenten, erkende zijn successen, en groeide samen met hem in het geloof.

    Het leven van een pionier is nooit gemakkelijk en zonder moeilijkheden. Dottie beschrijft op prachtige wijze de groei die zij en haar gezin meemaakten als haar echtgenoot en vader van hun kinderen zichzelf schonk om te dienen in de kerk van Cleveland. Zij beschrijft de moeilijkheden die ontstaan in een gezin wanneer een man de verantwoordelijkheden van twee sacramenten moet vervullen, het wijdingssacrament (gewijd in 1972) en het huwelijk. Als lezer groei je samen met dit prachtig gezin in de voorbereiding naar de wijdingsdag toe en strijd je met hen mee als de nieuwe diaken uit hun midden wordt gehaald door zijn dienst voor anderen. Deze diakenvrouw is in staat om ons te laten delen in de gevoelens die in het gezin leefden door de veranderde situatie en beschrijft de oplossingen die zij konden vinden voor de moeilijkheden die deze nieuwe levensstijl met zich meebracht.

    Dottie deelt met ons, haar lezers, haar vreugden en haar zorgen als zijn vertelt hoe zij haar huwelijksbelofte beleefde ten opzichte van haar echtgenoot-diaken (zij noemde het leven met haar nu gewijde man hun ‘tweede huwelijk), “in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in ziekt en gezondheid, tot de dood ons scheidt.”

    Inderdaad, Phil overlijdt iets minder dan vijf jaar na zijn wijding en 17 jaar na hun huwelijk.

    Drie jaar en een half na de wijding van Phil krijgt de vader van Dottie kanker en kort daarop begint Phil eveneens te klagen over maagpijn. Eerst dachten zij dat die werd veroorzaakt door de stress. Na raadpleging van een maagspecialist werd vastgestel dat Phil karteldarmkanker had. Het was een uiterst zeldzame vorm van kanker, zeker voor de leeftijd van Phil. Phil is overleden door die kanker. Haar leven als eerste diakenweduwe van Cleveland noemt zij haar ‘derde huwelijk’.

    Vier jaar na de wijding, negen jaar nadat het woord diaconaat zijn intrede in hun leven deed en drie maand nadat Phil haar had verteld dat hij een terminale kanker had, begon Dottie aan het schrijven van het boek. Het boek werd uitgegeven in 1987 bij The Liturgical Press, Collegeville, Minnesota en telt 159 bladzijden verdeeld over veertien hoofdstukken. De titels van de veertien hoofdstukken geven een idee van de inhoud van het boek. Daarom laat ik de titels hier volgen. 1. Antwoord op een roeping; 2. De vorming; 3. De voorbereiding op de wijding; 4. De wijding; 5. Wij beginnen een nieuw leven in de kerk; 6. Pogingen om ons leven weer in evenwicht te brengen; 7. De rol van de diakenvrouw; 8. De vrouw die echtgenote is van een diaken; 9. Het gezin van de diaken; 10. De geloofsgemeenschap – zijn wij er ‘een part’ van of leven wij ‘apart’; 11. Uw Wil geschiede; 12. De diakenweduwe; 14. Het dienstambt (?); 15. Leven in het dienstambt zonder einde.

    Enkele zeer boeiende passages:

    - p. 46 – 47: Symboliek van het aanbrengen en bekleden met de liturgische kledij door de echtgenotes.

    - In hoofdstuk vijf vergelijkt zij de moeilijkheden die de wijding van haar man meebrachten in hun huwelijk en gezin met de aanpassingsmoeilijkheden bij het begin van het huwelijk.

    - p. 80: de wijding heeft meer stressgevolgen voor de vrouw.

    - p. 98 en 118: het belang van het behoren tot een diaconaatsgemeenschap.

    - p. 133: zeer mooie passage over de handen van een diaken.

    - p. 139 – 140: hoort zij als diakenweduwe nog bij de diakengemeenschap?

    - p. 142 : Eigen verantwoordelijkheid: “Als diakenweduwe kan ik mij niet meer verbergen achter de albe van mijn echtgenoot.”

    - p.146: een mooie en realistische kijk op het diaconaat van de gehuwde man.

    - p. 152: de symboliek van de diakenstool.

    Heel het boek stoelt op een diepe meditatie van de wijding van een permanent diaken.

    In zijn voorwoord schrijft Abbot Roger W. Gries, o.s.b.: “Eerst dacht ik bij het schrijven van deze opdracht dat de kijk van een vrouw op het diaconaat alleen van belang zou zijn voor de kandidaten tot het permanent diaconaat en hun gezinnen. Maar Dottie heeft het dienstambt op zulke wijze behandelt dat het iedereen kan helpen die op zoek is naar een beter verstaan van de dienstbaarheid, gewijd of niet.”

    Om je te laten proeven van het boek vertaalden wij hoofdstuk 7 ‘De rol van de diakenvrouw’.

    Diamautem

    08-10-2006 om 20:36 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief over solidariteit
    ZWITSERSE BISSCHOPPEN SCHRIJVEN BRIEF OVER SOLIDARITEIT
    BRUSSEL (KerkNet/SIR) - De Zwitserse bisschoppen roepen in een pastorale brief hun gelovigen op tot solidariteit met 'mensen die honger en dorst hebben, vreemdelingen en daklozen, de naakten, de zieken en de mensen die in de gevangenissen zijn opgesloten'. De brief heeft als thema de evangeliepassage: 'Wat je voor de minste van je naasten gedaan hebt, heb je voor Mij gedaan'.
    In hun brief herinneren de Zwitserse bisschoppen hun gelovigen aan hun opdracht tot 'diakonia', hun taak van 'broederlijke liefde en solidariteit'. Ze roepen de gelovigen ook op hun geloof om te zetten in concrete daden van solidariteit, zoals dat ook bij de eerste christelijke gemeenschappen het geval was. Tegelijk onderstrepen ze dat die solidariteit in de wereld van vandaag globaal moet zijn en 'niet langer kan stoppen aan de grenzen van ons land'.
    Klik hier met de rechtermuisknop om afbeeldingen te downloaden. Om uw privacy te beschermen, is het automatisch downloaden van deze afbeelding van internet verhinderd.
top

    06-10-2006 om 20:10 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jonge gezinnen de kans geven zich wat meer thuis te voelen in de kerk
    Jonge gezinnen de kans geven zich wat meer thuis te voelen in de Kerk
    Dooppastoraal in Geraardsbergen

    Geplaatst op 5/10 '06 om 0:02u
    Door Theo Borgermans (Bron: Kerkplein)

    GERAARDSBERGEN (RKnieuws.net) - Het dekenaat Geraardsbergen in het landelijke wondermooie zuiden van het bisdom Gent omvat zestien parochies. De pastoraal wordt er gedragen door de pastoor-deken Rudy Van Acker, twee andere pastoors, vier diakens en een brede kerngroep van geëngageerde vrijwilligers. Zo ook de dooppastoraal.

    Als er een ‘volkskerk’ bestaat, dan hoort in het dekenaat Geraardsbergen de kinderdoop daar zeker in thuis. Er zijn nog vrij veel doopaanvragen (ongeveer evenveel als tien, vijftien jaar geleden). Bij de meeste jonge ouders die het doopsel voor hun kindje aanvragen, is er behoorlijk wat goede wil, veel dankbaarheid om het nieuwe leven, een sterk verlangen om goede ouders te zijn en een eerder vage, maar toch gelovige motivatie. Er is zeker het besef: "Hier is méér aan de hand… Dit is méér dan mensenwerk…’’ Er is ook het verlangen om bij die grote christelijke familie te behoren, meestal niet als "kernleden’’, maar toch wel als familieleden. En men wil zijn gezin bouwen op de evangelische waarden. Uitgesproken wordt dat allemaal niet. Daar heeft men de woorden niet voor.

    Het dekenaat Geraardsbergen maakte de keuze om niet zomaar het doopsel toe te dienen (of te weigeren), maar om mét deze jonge gezinnen – al staan de meeste verder af van het kerkelijke (be)leven – toch een paar stappen weg af te leggen. In de dooppastoraal will men hen de kans geven dichter bij Jezus en zijn Boodschap te komen, en zich een beetje meer thuis te voelen in de plaatselijke kerkgemeenschap.

    "Daarom kozen wij ervoor om in de dooppastoraal drie elementen wat sterker te laten meespelen, maar wel zo dat de trede die moet worden opgegaan niet te hoog is. We willen dus een paar stappen zetten, in de hoop en het vertrouwen dat een verdere groei op de geloofsweg (later) kan volgen", aldus deken Van Acker.

    "De drie elementen die we meer gewicht geven in de dooppastoraal zijn: de ouders uitnodigen echt te kiezen, de catechese met de ouders en de kerkverbondenheid".

    "Deze aanpak geldt niet slechts in een paar, maar in álle parochies van het dekenaat Geraardsbergen. In verschillende fasen werd ze mét en vóór heel ons dekenaat uitgewerkt".

    Vier stappen

    De dooppastoraal gebeurt in vier stappen:
    (1) de aanvraag
    (2) de catechese
    (3) de viering
    (4) de nawerking.

    "De aanvraag is zeer eenvoudig, maar moet door (een van) de ouders gebeuren (en niet door bijvoorbeeld een oma). Wij willen papa en of mama de doop van hun kindje horen aanvragen.

    Deze aanvraag gebeurt bij de pastoor of in het dekenale secretariaat. De gegevens worden genoteerd, de werkwijze in ons dekenaat wordt eventueel uit de doeken gedaan.Vanuit secretariaat of pastorie wordt dan een doopcatechist verwittigd.

    De doopcatechist speelt een mooie en belangrijke rol. Zij (want het zijn bij ons allemaal dames) gaat op huisbezoek bij de jonge ouders. De gelukwensen van de parochie worden overgemaakt en een informeel gesprekje, soms (zelden) een diepergaand gesprek, volgt.

    De doopcatechist overhandigt de ouders ook de doopbrochure die wij uitwerkten. Deze brochure is eenvoudig maar degelijk, oogt fris en nodigt uit tot lezen. De ouders vinden erin: een gelukwens, een korte omschrijving van de betekenis van het doopsel, de inhoud van het engagement dat ze op zich nemen, het uittekenen van de symbolen, een paar evangeliepericopen, een bladzijde voor een ouder zusje of broertje en een wens voor verdere groei. Maar alles eenvoudig, fris, verstaanbaar en niet te uitvoerig.

    De doopcatechist nodigt de ouders ook uit om een van de doopontmoetingen mee te maken. Van ten minste een van de ouders wordt verwacht dat hij/zij dat doet (tenzij dat een van de vorige jaren bij de doop van een ouder kindje gebeurde).
    We organiseren in ons dekenaat twee doopontmoetingen per maand. Ze duren ongeveer een uur en een kwart. De sfeer is er gemoedelijk. Er is een korte kennismaking, een babbeltje over de bevalling en het kindje. De betekenis van het doopsel wordt op een heel bevattelijke wijze uitgelegd. Ook de betekenis van de symbolen water, licht en olie komen aan bod. Er is een aangepast gebedsmomentje en ruimte voor enkele praktische regelingen. Eventueel kan (nadien) ook een persoonlijk gesprekje met priester of diaken.

    In zo’n doopontmoeting – waar we met verschillende jonge ouders samen zijn – lukt het vlotter om tot catechese te komen, dan in het huisbezoek aan één afzonderlijk gezin, waar het onze ervaring was dat het gesprek meestal vriendelijk was, maar aan de oppervlakte bleef.

    We stellen vast dat de jonge ouders wat op hun hoede en sommigen een beetje argwanend naar de doopontmoeting komen, maar tevreden en dankbaar naar huis terugkeren. De ervaring van de jonge ouders: "Wij zijn (ook) Kerk’’, die er reeds was in het huisbezoek door de catechist, is duidelijk aanwezig in de doopontmoeting. We trachten ze ook in de doopviering te accentueren".

    Doopgelegenheden

    "Het gezellige, maar vaak nogal besloten familiale gebeuren, dat het doopsel vaak is, proberen we open te trekken. We stapten dan ook af van het "U vraagt, wij draaien’’, waarbij we doopten op alle mogelijke momenten, tot vier doopvieringen onmiddellijk ná elkaar in dezelfde kerk… Zoiets doen we niet meer.

    Er zijn doopgelegenheden in alle kerken van het dekenaat, maar niet overal op om het even welke dag en uur. Er is een regeling: die zondagnamiddag kan het daar, die zaterdagnamiddag daar. Willen ouders absoluut een bepaalde dag, waarop geen doopgelegenheid gepland is in de parochiekerk van hun omgeving, dan zijn ze heel erg welkom in een andere kerk van het dekenaat. (We stellen trouwens vast dat dit voor deze jonge ouders niet zo’n probleem is.)

    In de vijf parochies waar ik pastoor ben stimuleren wij ook (zonder te verplichten) om het doopsel te laten toedienen tijdens een zondagsviering. Dan immers is de geloofsgemeenschap (die een kindje - en een gezin - opneemt in haar schoot) dáár. Dan is er muziek, zang, gebed, komt het leven van de Kerk aan bod… De verschillende noodzakelijke elementen van het doopsel worden "uitgesmeerd’’ over de viering. En… veel langer dan gewoonlijk duurt die niet…

    De ouders en familieleden van de kleine dopeling zijn na de viering meestal heel blij en dankbaar. Ze voelen zich een stukje meer aanvaard en thuis in de Kerk. Ook de vormelingen en andere kinderen, de jonge gezinnen en de meeste van de oudere aanwezige gelovigen staan heel positief tegenover dit dopen in de zondagsviering.

    De nawerking van het doopsel bestaat hoofdzakelijk in de jaarlijkse "kinderzegen’’. Die bestaat uit twee delen: een kort gebedsmoment in de kerk en een kans tot ontmoeting en gesprek bij een kopje koffie of een frisdrank in het parochiale centrum of achteraan in de kerk. De kinderzegen wordt mee voorbereid met enkele kleuterleidsters en enkele jonge moekes. Aan het ontmoetingsgedeelte helpt vaak een parochiale vrouwenvereniging als KAV of KVLV mee. De ouders wier kindje in de loop van het voorbije jaar werd gedoopt, kunnen dan ook de doopschelp (aandenken met naam, datum…) komen afhalen.
    Op de jaarlijkse kinderzegen – die voor enkele kleinere parochies soms samen gebeurt - worden de gezinnen met kinderen tot en met het eerste leerjaar uitgenodigd. En het gaat er – ook in de kerk – levendig en zeer kleutervriendelijk aan toe. Maar er is ook altijd ruimte voor een stukje evangelie, voor enkele gebedjes. Het persoonlijke kruisje door priester en diaken bekronen de kinderzegen.

    Dooppastoraal zoals wij het in ons dekenaat proberen… We voelen er ons heel gelukkig in en we zien dat het heel wat jonge gezinnen een beetje dichter bij Jezus’ Boodschap brengt en hen helpt zich wat meer welkom en thuis te voelen in onze kerkgemeenschap", aldus Rudy Van Acker, pastoor-deken van Geraardsbergen. (tb)

    05-10-2006 om 21:28 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vrouw van de diaken

    Het wijdingsambt van de diaken en zijn gezin

    Het sterke getuigenis van een diakenvrouw (beter: van een vrouw van een diaken) over het wijdingsambt van haar echtgenoot diaken en de ervaring daarmee van haar zelf en haar gezin

    Ministry and the Family of the Permanent Deacon vertelt over een jonge man Phil Mraz en zijn echtgenote Dottie (Dottie Mraz (° 1942) de auteur van het boek) die geroepen werden tot het diaconaat in de Kerk van Cleveland in 1977. Het verhaal wordt verwoord door zijn echtgenote die ons boeiend de ontwikkeling van een roeping vertelt, een roeping van God om Hem te dienen in de kerk. Zij doet dat uiteraard van uit haar ervaringen!

    Philip Mraz bereidde zich voor op het diaconaat in een tijd dat de vormingsprogramma’s nog in volle ontwikkeling waren. De auteur kan ons als de lezer doorheen de opleiding van Phil leiden omdat zij die vormingsperiode met hem meemaakte. Zij deelde zijn opofferingen, zij beantwoordde zijn vragen, zij ondersteunde hem in zijn zwakke momenten, erkende zijn successen, en groeide samen met hem in het geloof.

    Het leven van een pionier is nooit gemakkelijk en zonder moeilijkheden. Dottie beschrijft op prachtige wijze de groei die zij en haar gezin meemaakten als haar echtgenoot en vader van hun kinderen zichzelf schonk om te dienen in de kerk van Cleveland. Zij beschrijft de moeilijkheden die ontstaan in een gezin wanneer een man de verantwoordelijkheden van twee sacramenten moet vervullen, het wijdingssacrament (gewijd in 1972) en het huwelijk. Als lezer groei je samen met dit prachtig gezin in de voorbereiding naar de wijdingsdag toe en strijd je met hen mee als de nieuwe diaken uit hun midden wordt gehaald door zijn dienst voor anderen. Deze diakenvrouw is in staat om ons te laten delen in de gevoelens die in het gezin leefden door de veranderde situatie en beschrijft de oplossingen die zij konden vinden voor de moeilijkheden die deze nieuwe levensstijl met zich meebracht.

    Dottie deelt met ons, haar lezers, haar vreugden en haar zorgen als zijn vertelt hoe zij haar huwelijksbelofte beleefde ten opzichte van haar echtgenoot-diaken (zij noemde het leven met haar nu gewijde man hun ‘tweede huwelijk), “in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in ziekt en gezondheid, tot de dood ons scheidt.”

    Inderdaad, Phil overlijdt iets minder dan vijf jaar na zijn wijding en 17 jaar na hun huwelijk.

    Drie jaar en een half na de wijding van Phil krijgt de vader van Dottie kanker en kort daarop begint Phil eveneens te klagen over maagpijn. Eerst dachten zij dat die werd veroorzaakt door de stress. Na raadpleging van een maagspecialist werd vastgestel dat Phil karteldarmkanker had. Het was een uiterst zeldzame vorm van kanker, zeker voor de leeftijd van Phil. Phil is overleden door die kanker. Haar leven als eerste diakenweduwe van Cleveland noemt zij haar ‘derde huwelijk’.

    Vier jaar na de wijding, negen jaar nadat het woord diaconaat zijn intrede in hun leven deed en drie maand nadat Phil haar had verteld dat hij een terminale kanker had, begon Dottie aan het schrijven van het boek. Het boek werd uitgegeven in 1987 bij The Liturgical Press, Collegeville, Minnesota en telt 159 bladzijden verdeeld over veertien hoofdstukken. De titels van de veertien hoofdstukken geven een idee van de inhoud van het boek. Daarom laat ik de titels hier volgen. 1. Antwoord op een roeping; 2. De vorming; 3. De voorbereiding op de wijding; 4. De wijding; 5. Wij beginnen een nieuw leven in de kerk; 6. Pogingen om ons leven weer in evenwicht te brengen; 7. De rol van de diakenvrouw; 8. De vrouw die echtgenote is van een diaken; 9. Het gezin van de diaken; 10. De geloofsgemeenschap – zijn wij er ‘een part’ van of leven wij ‘apart’; 11. Uw Wil geschiede; 12. De diakenweduwe; 14. Het dienstambt (?); 15. Leven in het dienstambt zonder einde.

    Enkele zeer boeiende passages:

    - p. 46 – 47: Symboliek van het aanbrengen en bekleden met de liturgische kledij door de echtgenotes.

    - In hoofdstuk vijf vergelijkt zij de moeilijkheden die de wijding van haar man meebrachten in hun huwelijk en gezin met de aanpassingsmoeilijkheden bij het begin van het huwelijk.

    - p. 80: de wijding heeft meer stressgevolgen voor de vrouw.

    - p. 98 en 118: het belang van het behoren tot een diaconaatsgemeenschap.

    - p. 133: zeer mooie passage over de handen van een diaken.

    - p. 139 – 140: hoort zij als diakenweduwe nog bij de diakengemeenschap?

    - p. 142 : Eigen verantwoordelijkheid: “Als diakenweduwe kan ik mij niet meer verbergen achter de albe van mijn echtgenoot.”

    - p.146: een mooie en realistische kijk op het diaconaat van de gehuwde man.

    - p. 152: de symboliek van de diakenstool.

    Heel het boek stoelt op een diepe meditatie van de wijding van een permanent diaken.

    In zijn voorwoord schrijft Abbot Roger W. Gries, o.s.b.: “Eerst dacht ik bij het schrijven van deze opdracht dat de kijk van een vrouw op het diaconaat alleen van belang zou zijn voor de kandidaten tot het permanent diaconaat en hun gezinnen. Maar Dottie heeft het dienstambt op zulke wijze behandelt dat het iedereen kan helpen die op zoek is naar een beter verstaan van de dienstbaarheid, gewijd of niet.”

    Om je te laten proeven van het boek vertaalden wij hoofdstuk 7 ‘De rol van de diakenvrouw’.

    Diamautem

    05-10-2006 om 20:20 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 27/11-03/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 14/11-20/11 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 22/08-28/08 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Gastenboek
  • kunstgroeten uit Keerbergen
  • Athea & Lana wensen U nog een aangename dag....
  • Vriendelijke groetjes uit Tessenderlo.
  • groetjes uit Koekelare
  • Wandelgroetjes uit Borgloon

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!