Inhoud blog
  • Waarom wij 'christenen' genoemd?
  • Wij het lichaam van Christus, de Kerk
  • Ouderen tellen nauwelijks mee
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Diaconaat: kerk in uitvoering

    13-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wij kunnen leren van de Pinksterchristenen
    'WE KUNNEN LEREN VAN PINKSTERCHRISTENEN'
    BRUSSEL (KerkNet/Post Gazetta) - "Katholieken moeten niet voortdurend kritiek uitoefenen op de Pinksterkerken omdat ze leden van de katholieke kerk afsnoepen. Voordat we die kritiek uiten, moeten we ons eerst de vraag stellen waarom onze parochies niet tegemoet kunnen komen aan de noden van deze mensen die hen verlaten", verklaarde kardinaal Walter Kasper, de voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Eenheid onder de Christenen, in een opvallende toespraak aan de Duquesne Universiteit.
    De uitspraak van de kardinaal komt er kort na de publicatie van het baanbrekende onderzoek van het PEW-onderzoeksbureau over Pinksterchristenen en charismatici in tien verschillende landen. Dat stelt dat de invloed en groei van de Pinksterkerken fel onderschat worden. PEW voorspelt ook dat de invloed van Pinksterchristenen en charismatici in de toekomst alleen maar verder zal toenemen.
    Kardinaal Kasper herinnerde in zijn toespraak aan de Duquesne Universitei t dat in 1967 precies op deze plaats de Katholieke Charismatische Vernieuwing geboren werd. Daardoor vonden praktijken van de Pinksterkerken ook ingang in de katholieke kerk. Kardinaal Kasper stelde terloops dat hij ervan overtuigd is dat dit ook een massale overstap naar deze kerken verhinderd heeft. Tegelijk riep hij zijn publiek op zich de vraag te stellen waarom katholieken de katholieke kerk verlaten. De aantrekkingskracht van de Pinksterkerken schrijft hij vooral toe aan het gemeenschapsgevoel en de spirituele ervaring, dat sommigen in de katholieke kerk sterk blijken te missen. Hij voegde eraan toe dat een betere geloofsvorming broodnodig is.
    Klik hier met de rechtermuisknop om afbeeldingen te downloaden. Om uw privacy te beschermen, is het automatisch downloaden van deze afbeelding van internet verhinderd.
top

    13-10-2006 om 19:21 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het prinselijk gelaat in de rots

    De knaap en de rots

    Midden in de bergen lag een verloren dorpje, aan de voet van een geweldige rots, waarin de natuur het gelaat van een mens had uitgebeiteld, een koninklijk en goed mens.

    Dat gelaat, reusachtig en beschermend, beheerste gans het omliggende, beheerste ook het kleine dorp, dat beneden rustte als een warm, nietig nestje.

    Daar vertelden de mensen dat eens in het dorp een man zou komen, die sprekend op de figuur in de rots zou gelijken, en die een gouden rijk van vrede en geluk aan zou brengen.

    Dat vertelden ze gaarne in donkere dagen, als nood en ziekte aan de deuren klopten.

    In het dorp leefde een jonge knaap, die droomde over dat rijk en ernaar verlangde, en onophoudend bezig was met de grote, eenzame rotsfiguur. Altijd was ze bij hem, in zijn ogen of in zijn geest.

    De mensen zagen hem staan in de deuropening van zijn huis, met de pink in de hoek van zijn mond, starend naar de rots. Midden in het spel werd hij plots stil, keek naar de figuur en glimlachte. Wat zal dat een mooie tijd worden als die man komen zal!

    Hij groeide op, en over zijn aangezicht lag iets van de rust en de goedheid van het beeld waar hij vol van was.


    En toen hij man was geworden, merkten de mensen dat hij de gelaatstrekken droeg van de man in de rots, en dat zijn ziel schoon en goed was als de droom waarover zij vertelden. En zij zagen dat hun verlangen vervuld was: er was een edel, koninklijk mens onder hen geboren, het gouden rijk van vrede en geluk was aangebroken.

    Naar een verhaal van Nathaniel Hawthorne

    Ooit hoorde ik dit verhaal vertellen. Later heb ik het herhaaldelijk naverteld. Op zeker dag bezorgde een vriend mij bovenstaande tekst. Hij was geschreven in oude spelling (bijvoorbeeld ‘mens’ werd nog ‘mensch’ gespeld!) en ik heb de tekst wat aangepast aan onze schrijfwijze.

    Volgens mij is het verhaal met een enorme kracht in het vormingswerk. Bijvoorbeeld in vormingswerk voor ‘gelovigen’. Ben ik er ver naast als ik beweer dat de grondgedachte van deze tekst het volgende is: wie regelmatig het gelaat van Jezus bekijkt of de afstraling van Jezus’gelaat op zijn ‘heiligen’ d.w.z. die mannen en vrouwen die door het lange schouwen van het gelaat van Christus, dezelfde trekken van Jezus gingen vertonen. Mensen die dus ‘ge-heeld’ werden. Mensen die heel geworden zijn, tamiem, ‘uit één stuk’, kunnen de andere mensen en de maatschappij ‘helen’, heel-maken!

    13-10-2006 om 08:23 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oplossingen van de tweede orde

    Oplossingen van de tweede orde

    “De Romeinse bezetting had het recht iedere jood te dwingen een mijl mee te gaan om de weg te wijzen of een last te dragen. Voor dit recht moesten de joden zich buiten. Ze deden het tandenknarsend. En terwijl een jood de koffer voor een Romein droeg, groeide in zijn hart de haat. Zo werd de vijandschap alleen maar groter. Jezus zegt nu dat we in plaat s van één mijl twee mijlen mee moeten gaan. We moeten de Romein voor ons winnen terwijl we met hem onderweg zijn. We moeten de haat door de liefde, het boze door het goede overwinnen. Alleen daardoor geneest de verscheurdheid van de menselijke gemeenschap. Alleen door zulke verrassende daden, waarmee we het vertrouwde niveau van winner of verliezen, van recht en gelijk willen hebben, verlaten, en door op een ander ²niveau met de naaste om te gaan, geneest de verscheurdheid van de mensen onderling. Het zijn typisch oplossingen van de tweede orde, die Jezus hier voorstelt. Juist door gedrag dat voor de ander verrassend is, kan ik de tweespalt tussen de mensen overwinnen en door de liefde de verharding van het menselijk hart doorbreken.”

    Anselm Grün

    12-10-2006 om 17:39 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wanneer 'liefde' toeslaat!
    WANNEER 'LIEFDE' TOESLAAT

    Nieuw boek over huiselijk geweld, voor hulpverleners, leerkrachten, pastores en anderen

    BRUSSEL (KerkNet) - Gezinnen worden vaak beschouwd als 'veilige havens', als schuilplaats voor een buitenwereld die soms stresserend en hard is. Maar dat mooie beeld van een gezin gaat in heel wat gevallen niet op. De media berichten regelmatig over gezinsdrama's, extreme vormen van huiselijk geweld, doodslag ... Die extreme vormen zijn slechts een topje van de ijsberg zijn en dat achter heel wat huisgevels vormen van onrecht en geweld verscholen zitten. Het Centrum voor Vredesethiek van de Faculteit Godgeleerdheid, KU Leuven en Pax Christi vinden dat die vormen van geweld in gezinnen even zeer de aandacht verdienen als geweld op macrovlak. Enkele cijfers tonen de omvang van huiselijk geweld in de verschillende vormen aan. Ongeveer 80 procent van de gevallen van kindermishandeling vindt plaats binnen een gezinscontext. Bijna de helft van de moorden wordt in de familiale sfeer gepleegd. Afhankelijk van de bron vindt men dat 1 op de 7 of zelfs 1 op de 5 vrouwen ooit te maken krijgt met partnergeweld. Algemeen wordt aangenomen dat bijna 1 op de 5 ouderen wordt geconfronteerd met een of andere vorm van geweld, meestal in de thuissituatie.
    In een toegankelijk geschreven boek - 'Wanneer 'liefde' toeslaat. Over geweld en onrecht in gezinnen - presenteren het Centrum voor Vredesethiek en Pax Christi verschillende vormen van huiselijk geweld, en gaan ze in op achterliggende dynamieken en oorzaken. Het boek bestaat uit tien hoofdstukken. In een afsluitende bijlage voegden de redacteurs telefoonnummers, internetsites en mailadressen van hulpverlening in verband met huiselijk geweld toe. De auteurs van de tien bijdragen zijn werkzaam als therapeut, psycholoog, psychiater, pedagoog, jurist, socioloog of theoloog. Dit boek brengt verschillende vormen van huiselijk geweld samen: geweld tussen partners, zowel in een heteroseksuele als in een homoseksuele relatie, geweld van ouders tegenover hun kinderen en van kinderen tegenover hun ouders en het ge weld tussen broers en zussen.

    Christelijke inspiratie
    De thematiek van huiselijk geweld wordt bekeken vanuit verschillende disciplines. De redacteurs hebben een christelijke achtergrond en ook in de twee laatste bijdragen wordt de thematiek van huiselijk geweld belicht tegen de achtergrond van het christelijke spreken over gezinnen (Ruard Ganzevoort en Annemie Dillen). Daarbij worden kritische vraagtekens geplaatst bij een al te idealistisch spreken over het gezin. Er worden manieren aangereikt om op een christelijke manier over gezinnen te spreken met aandacht voor de harde realiteit van huiselijk geweld en met openheid voor een hoopvol perspectief.
    Naast de theologische en ethische reflectie, staat vooral de hulpverlening centraal. De bekende Vlaamse kinderpsychiater Peter Adriaenssens belicht samen met Liesbet Smeyers de werking van de vertrouwenscentra kindermishandeling in Vlaanderen. Ze wijzen op het belang van het stilstaan bij vermoedens van kindermishandeling. Iedereen die met kinderen in contact komt, staat voor de uitdaging om, wanneer hij of zij meent dat het kind mogelijk een slachtoffer van kindermishandeling zou kunnen zijn, met dit vermoeden ook iets te doen. Gezinnen zijn geen heilige huisjes, dat wordt doorheen het hele boek duidelijk. Huiselijk geweld is een dermate ernstig te nemen realiteit, dat het noodzakelijk is om excuses om huiselijk geweld niet te moeten zien of er niet op te moeten reageren, te doorprikken.

    'Families First'
    Ook de Nederlandse pedagoog Herman Baartman wijst op het belang van het zorgen voor veiligheid en welzijn. Hij plaatst daarbij de vaak gemaakte tegenstelling tussen kiezen voor het belang van het kind of kiezen voor het belang van de ouders onder kritiek. Als een kind in een gezin slachtoffer wordt van geweld, gaat het erom om te kiezen voor het gezin: 'families first'. Dit wil niet noodzakelijk zeggen dat kinderen niet uit huis geplaatst kunnen worden, als ze risico's lopen in de gezinscontext. Ouders worden het beste gerespecteerd in hun rol als ouder, wanneer ze kansen krijgen om op een adequate manier verantwoordelijkheid voor hun kinderen op te nemen. In sommige gevallen kan die verantwoordelijkheid erin bestaan om het kind een tijd niet zelf op te voeden.
    Zoals Baartman de keuze tussen hetzij de ouders hetzij de kinderen overstijgt, zo maakt Justine van Lawick duidelijk dat ook in het therapeutische werken met partners die een gewelddadige relatie hebben, het niet gaat om een keuze tussen hetzij de vrouw, hetzij de man. Van Lawick toont aan hoe man en vrouw samen kunnen geholpen worden om de spiraal van geweld die de partnerrelatie soms kenmerkt, te doorbreken. Ze geeft daarbij heel concrete voorbeelden van haar therapeutisch werk. 'Wanneer 'liefde' toeslaat' gaat echter nog verder in het in vraag stellen van klassieke denkbeelden over huiselijk geweld.

    Vrouwen
    Via de bijdrage van Susanne Kers wordt duidelijk dat partnergeweld niet enkel iets van mannen, als dader, op vrouwen, als slachtoffer, is. Kers laat zien dat vrouwen ook dader en mannen ook slachtoffer kunnen zijn, en dat huiselijk geweld ook in homoseksuele en lesbische relaties voorkomt. Hoewel machtsuitoefening en vormen van geweld vaak met genderverhouding verbonden zijn, komt machtsmisbruik ook in lesbische en homoseksuele relaties voor. Hieromtrent bestaat weliswaar nog steeds een groot taboe in de samenleving.
    Ook andere vormen van geweld in families blijven vaak taboe, maar worden in dit boek expliciet naar voren gebracht. Zo confronteert de Vlaamse psychiater An Haekens ons met de rol die geld vaak speelt in de verhouding van kinderen ten aanzien van hun bejaarde ouders. Financieel misbruik is een veel voorkomende, maar vaak weinig expliciet opgemerkte, vorm van ouderenmishandeling.

    Siblinggeweld
    Waar geweld tegen ouderen de laatste jaren geleidelijk aan meer publieke aandacht kreeg, is dit nog lang niet het geval voor 'siblinggeweld', geweld tussen broers en zussen. Smadar Célestin-Westreich van de VUB en haar medeauteurs plaatsen de kenmerken en dynamieken van geweld tussen broers en zussen in de schijnwerpers. Deze vorm van geweld komt ronduit het meeste voor in gezinnen, maar wordt vaak als 'normaal' beschouwd. Toch zijn er heel wat gradaties, en is niet elke vorm van pesten of kibbelen even onschuldig. Incest tussen broers en zussen, het gebruik van wapens, het verbaal uitschelden en kleineren van de broer of de zus, het zijn vormen van geweld die onze aandacht verdienen. Want enkel als we ons bewust zijn van het gevaar en het reële voorkomen van huiselijk geweld, kunnen we het voorkomen of het proberen te doen stoppen.

    Recht
    Bij dit laatste, het voorkomen of doen ophouden van huiselijk geweld, speelt niet enkel de bereidwilligheid van de gezinsleden of de deskundige begeleiding van een hulpverlener een rol, maar biedt ook het recht een kader aan. De Vlaamse juriste Liesbet Stevens legt op een heldere manier uit wat het recht zegt over verschillende vormen van huiselijk geweld. Ze wijst echter ook op de grenzen van het recht: het juridisch perspectief volstaat niet in het zoeken naar een omgang met huiselijk geweld. Op die manier vullen de tien bijdragen elkaar aan.
    Doorheen het boek wordt duidelijk dat gezinnen voor velen niet enkel de associatie 'liefde' oproepen, maar vaak ook 'onrecht' of 'geweld'. Toch blijven heel veel slachtoffers van huiselijk geweld loyaal aan hun partner, ouder, kind, broer of zus. Heel wat daders zullen zeggen dat ze handelen uit 'liefde'. Maar wat als die liefde een gewelddadige vorm krijgt? Vandaar de aanhalingstekens bij het woord 'li efde' in de titel van het boek. Soms moet het idyllische beeld van het gezin doorprikt worden en moeten we durven onrecht te benoemen, te voorkomen en te verhelpen. Daar ligt een hele taak voor ieder die met gezinnen in contact komt of verder wil nadenken over het eigen gezinsleven. Het boek wil daartoe een aanzet zijn.
    A. Dillen, R. Burggraeve, J. De Tavernier, J. Hanssens, D. Pollefeyt (ed.), Wanneer 'liefde' toeslaat. Over geweld en onrecht in gezinnen, Leuven, Davidsfonds, 2006, 168 p. Het boek kost 17,50 euro en is te bestellen via: Davindsfonds Uitgeverij, Blijde-Inkomststraat 79-80 in 3000 Leuven, tel: 016/310.650, website: www.davidsfonds.be en e-mail: informatie@davidsfonds.be.

    Klik hier met de rechtermuisknop om afbeeldingen te downloaden. Om uw privacy te beschermen, is het automatisch downloaden van deze afbeelding van internet verhinderd.
top
    Om het nieuws on line te bekijken surf naar: www.kerknet.be/nieuws/index.html
    U krijgt deze nieuwsbrief omdat u geregistreerd bent op de portaal van KerkNet Vlaanderen.
    Om uw registratie te wijzigen, surf naar: Portaal KerkNet Vlaanderen

    11-10-2006 om 19:48 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een evangelie voor westerse welvaartmensen

    EEN EVANGELIE VOOR WESTERSE WELVAARTSMENSEN

    18 oktober - 28ste zondag (Wijsheid 7,1-11 - Marcus 10,17-27) ======== Het evangelie dat vandaag wordt gelezen is er echt een om een slecht geweten en schuldgevoelens te krijgen! Een irriterende tekst waar we slecht raad mee weten. 'Verkoop alles wat u hebt en geef het geld aan de armen', zei Jezus tegen de rijke jongeman. Wie van ons kan dat? De leerlingen zelf waren ook ontdaan en verbijsterd, vooral toen Jezus zei dat het voor een kameel gemakkelijker is door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het koninkrijk van God te komen. Wij, die geen kamelen hebben, zouden eerder zeggen, dat het vinden van een naald in een hooiberg gemakkelijker is. Maar het gaat om hetzelfde: om de rijkdom als hinderpaal voor Gods rijk.

    ------------

    Er zijn mensen die wel gedaan hebben wat Jezus vroeg aan de jongeman, zoals Matteüs de rijke noemt (19,20). Die zonnige jongeman uit Assisi, Franciscus, het vrolijke verwende zoontje van de rijke lakenhandelaar Bernardone. Op het marktplein van Assisi heeft hij zich in aanwezigheid van iedereen helemaal ontbloot en al zijn klederen naar zijn vader gegooid. Hij had maar één Vader in de hemel, riep hij, en hem behoorde hij helemaal toe. Toen hij stervende was, beval hij dat hij opnieuw geheel naakt in de kerk zou worden gelegd. Hij had zijn hele leven volledig zonder bezit geleefd, totaal arm, met enkel een schamele, bruine pij en levend van wat hij kreeg. En... hij was een van de meest blijmoedige mensen die onze wereld gekend heeft.

    In onze tijd deed iemand als Jan Vermeire, op zijn manier, hetzelfde. Hij verliet zijn chique villa en renpaarden in de Ardennen, om als eigentijdse 'poverello' zijn leven aan de armen te wijden. Pater Damiaan deed niet anders en veel missionarissen en missiezusters hebben in grote armoede geleefd, samen met onaanzienlijke behoeftigen die geen deel hebben aan een welvarende, rijke samenleving. Vandaag zijn er nog velen die, op de een of andere manier, arm leven met de armen, in wat wede Derde Wereld noemen.

    Die rijke jongeman was een idealist Hij had blijkbaar goed geleefd en alle geboden onderhouden. Maar hij wou het onderste uit de kan. Jezus keek hem liefdevol aan. Er staat letterlijk: "Jezus kreeg hem lief." Hij had het voor hem. De jongeman had het ook voor Jezus, want hij noemde hem 'goede meester'. Er was een wederzijdse sympathie. Jezus had hem graag als leerling meegenomen op zijn tocht. Als de jongeman weigerde, wegens zijn vele bezittingen, ging hij ontdaan weg. Jezus riep hem niet terug. Hij verweet hem niets. Hij mocht zijn eigen weg gaan. Hij was blijkbaar niet uit het hout van Franciscus gesneden.

    Moeten we niet allemaal leven volgens onze eigen talenten? Dat betekent ook volgens onze eigen mogelijkheden, beperktheden en in onze eigen situatie. Helder Camara, die blijmoedige, maar strijdvaardige voorvechter voor de armen, zei dat er maar weinigen geschikt zijn om met de armen in de krottenwijken te leven.

    De vraag is welke boodschap dit evangelie inhoudt voor ons, Westerse welvaartsmensen, die in een luxemaatschappij leven. Het evangelie is geen stok om te slaan, maar ook geen wandelstok om gemakkelijk door het leven te gaan. Het zou een richtingwijzer moeten zijn voor ons handelen, om gewetensvol en met authentieke liefde te leven.

    Een rijke is voor het evangelie iemand die op zijn geld zit, die dus letterlijk erdoor 'bezeten' is. Een hebzuchtige die altijd nog méér wil hebben; die zich vastklampt aan geld en goed en zich daardoor afsluit voor wie het minder goed getroffen hebben. Hij heeft er trouwens geen tijd voor. Zijn financiële zorgen slorpen hem op. Hij heeft zware hypotheken afgesloten, moet leningen afbetalen en er voor zorgen dat morgen zijn bankrekening niet in het rood staat. Het is trouwens evident dat bv. zakenlui winst moeten maken, anders kunnen ze de boeken sluiten.

    Het evangelie is natuurlijk geen handleiding om efficiënt zaken te doen. Het is een aanmaning voor ons geweten hoe we met onze rijkdom moeten omgaan. Of we tijd willen maken en zorg besteden aan mensen die tekort hebben. Of we bereid zijn te zoeken hoe we kunnen delen. Die ene rijke jongeman uit het evangelie is vandaag één derde van de hele mensheid geworden: het rijke Noorden, de Westerse welvaartsmensen, waartoe ook wij behoren. Hoe moeten we omgaan met ons geld en goed in een maatschappij waar zo'n enorme, mondiale disproporties zijn tussen arm en rijk? We worden regelmatig met de cijfers geconfronteerd: 17.000 kinderen sterven elke dag van de honger! Wereldwijd wordt jaarlijks 780 miljard dollar besteed aan bewapening, terwijl er met 9 miljard dollar drinkwater kan zijn voor iedereen en met 13 miljard voeding voor allen. 40 miljard is 'voldoende'(!) om de ergste armoede in de wereld uit te bannen, maar er wordt meer dan 1.000 miljard uitgegeven aan reclame en marketing.

    'Verkoop alles wat je bezit en geef het geld aan de armen' klinkt nu: 'Zorg voor rechtvaardige bezitsspreiding en eerlijke verdeling, zodat de diepe kloof tussen rijken en armen gedicht wordt. Reageer tegen de onrechtvaardigheid van het marktmechanisme, tegen structurele ongelijkheden. Wees bewust van wat zich afspeelt aan onrecht in onze wereld. Verenig je met andere christenen, om via verenigingen en gemeenschappen druk uit te oefenen op de machthebbers, de politieke leiders, de directeuren van multinationals en banken. Wijs krachtdadig op hun immense verantwoordelijkheid voor een meer rechtvaardige wereld. En blijven we ondertussen niet zelf bij onze vele pakken zitten, maar laten we kijken en zoeken waar en hoe en wat we kunnen doen voor behoeftigen, onaanzienlijken, armen. Medemensen die we als christen 'kinderen van onze Vader noemen en die dus onze broers en zussen zijn!'

    We hebben vandaag een grote keuze tussen allerlei ontwikkelingsprojecten en hulporganisaties, waardoor we de armen uit de Derde Wereld en ook hier bij ons nieuwe levenskansen en een toekomst kunnen geven. Niet iedereen van ons kan alles doen. We moeten zelf oordelen wat we kunnen doen. Maar we moeten als christenen het evangelie en het Rijk Gods van Jezus au sérieux nemen en ons telkens laten bevragen en uitdagen, ook als het gaat om onze portemonnee, onze luxe en ons comfort. God wil leven en welzijn voor allen, niet enkel voor één derde van de wereldbevolking. Neen, schuldgevoelens en een slecht geweten zijn niet nodig. Maar we mogen ons geweten ook niet sussen. De schreeuw van de armen, van de minste mensen, is oorverdovend! We weten het: 'Wat je aan de minsten van de mijnen doet, heb je aan mij gedaan', zegt de liefhebbende God, bij monde van Jezus en zijn evangelie.

    Rob Moens, dominicaan,Genk

    ---------

    Een tweede preek voor deze zondag: http://preekweek.atspace.com/bb28zondag.htm

    Reageren op deze preken?

    Ga naar http://www.preekvandeweek/commentaar.htm

    11-10-2006 om 15:51 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie is de eigenaar?

    God is een eigenaar

    Ik was wel sterk onder de indruk bij mijn bezoek in het appartement van die twee jongen mensen. Bij de eerste aanblik zie je reeds dat ze niet op grote voet leven.

    We gaan zitten en het gesprek komt spontaan op hun levensstijl.

    Hij beweert dat je nier rijk hoeft te zijn om je gelukkig te voelen.

    “We vinden allebei dat we dankbaar moeten zijn”, zegt ze.

    “We voelen ons sterk aangesproken door de figuur van Jezus en de zorg van de Vader voor zijn kinderen. U weet wel: kijk naar de leliën op het veld, kijk naar de mussen en…de haren van ons hoofd zijn geteld. Het geeft je een wonderlijk gevoel als je dat ernstig neemt, als je dat gelooft.”

    Toen viel het gesprek even stil. Ze zaten daar zo naast elkaar, glimlachend, gelukkig. Toen keek de vrouw guitig naar hem op en zei: “Vertel eens dat verhaal van onze eigenaar”.

    “Hebt u narigheden met uw huisbaas?” Ze begonnen allebei te lachen.

    “Wel”, zei de man, “een huisbaas hebben we niet, want we hebben dit appartement gekocht. Maar we zeggen dikwijls tegen elkaar: eigenlijk is God onze eigenaar. Al wat we bezitten, al wat we met werken bereiken, de kinderen die we krijgen, het komt allemaal door de talenten die we van de Vader gratis ontvangen. Daarom heeft mijn vrouw op een avond eens gezegd: “Feitelijk mogen we wonen in een gemeubileerd appartement dat aan God toebehoort

    Sedertdien spreken we dikwijls van “de Eigenaar”. Ziet u, als je in iemands appartement je vakantie moogt doorbrengen, dan beschouw je je niet als een rijke bezitter. Dat spoort je aan om zuinig om te springen met de voorraad. Niet zo maar je gang gaan, verkwisten of rijk doen’.

    “Je krijgt”, voegde de vrouw er aan toe, “zo een soort eerbied voor al die dingen die God je laat gebruiken. Hoe moet ik het uitdrukken? Een verantwoordelijkheidsgevoel: hoe wenst God dat ik het hier doe?

    En bij tijd en wijle stuur je een kaartje met een : Dan U!”

    10-10-2006 om 18:45 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Merkwaardig!

    Kardinaal Mertel vierde elke dag de eucharistieviering mee bij zijn secretaris

    De meeste kardinalen lezen elke dag de heilige mis, maar kardinaal Mertel woonde elke dag de heilige bij zijn secretaris. Daar was een goede reden voor. Kardinaal Mertel kon zelf de mis niet vieren. Teodolfo Kardinaal Mertel ( 1806 -1899) was weliswaar karndinaal maar niet tot priester gewijd. Eerst werd hij tot kardinaal benoemd en pas daarna tot diaken gewijd. Hij was de laatste ‘echte’ kardinaal-diaken en daardoor de laatste levende herinnering aan de tijd dat het diaconaat als zelfstandig ambt bestond naast dat van het priesterambt. Hij nam deel aan het conclaaf waar paus Leo XIII als opvolger van paus Pius IX werk gekozen. Uiteraard nam hij ook deel aan de stemmigen voor de pauskeuze.

    Andere beroemde voorbeelden zijn kardinaal Giacoma Antonelli . Deze diaken was tot 1870 in feite de regent van Rome. Een ander voorbeeld is kardinaal Tommaso Sforza (1782 – 1857). Hij werd op 2 oktober 1826 kardinaal-diaken van Cesareo in Palatio en werd pas in 1832 tot diaken gewijd. Nog een beroemd voorbeeld is Ercole kardinaal Consalvi ( 1757 – 1824). Hij werd op 11 augustus 1800 kardinaal en op 21 december 1801 tot diaken gewijd. Wie er meer wil over weten zie: http://www.catholic-herarchy.org./

    Bron :diaken Bart J. Koet in ‘Diakon: Adjudant des Bischofs oder Sprungbrett zum Presbyteraat? Randbemerkungen zur jüngsten Studie über Cursus Honorum’ in Diaconia Christi, 41/ 2006, Heft 2, p. 41 – 46

    Men beweert dat het diaconaat als zelfstandig ambt sedert duizend jaar en meer was verdwenen. Dat klopt dus niet?

    09-10-2006 om 20:19 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over een (sterke) diakenvrouw

    Het wijdingsambt van de diaken en zijn gezin

    Het sterke getuigenis van een diakenvrouw (beter: van een vrouw van een diaken) over het wijdingsambt van haar echtgenoot diaken en de ervaring daarmee van haar zelf en haar gezin

    Ministry and the Family of the Permanent Deacon vertelt over een jonge man Phil Mraz en zijn echtgenote Dottie (Dottie Mraz (° 1942) de auteur van het boek) die geroepen werden tot het diaconaat in de Kerk van Cleveland in 1977. Het verhaal wordt verwoord door zijn echtgenote die ons boeiend de ontwikkeling van een roeping vertelt, een roeping van God om Hem te dienen in de kerk. Zij doet dat uiteraard van uit haar ervaringen!

    Philip Mraz bereidde zich voor op het diaconaat in een tijd dat de vormingsprogramma’s nog in volle ontwikkeling waren. De auteur kan ons als de lezer doorheen de opleiding van Phil leiden omdat zij die vormingsperiode met hem meemaakte. Zij deelde zijn opofferingen, zij beantwoordde zijn vragen, zij ondersteunde hem in zijn zwakke momenten, erkende zijn successen, en groeide samen met hem in het geloof.

    Het leven van een pionier is nooit gemakkelijk en zonder moeilijkheden. Dottie beschrijft op prachtige wijze de groei die zij en haar gezin meemaakten als haar echtgenoot en vader van hun kinderen zichzelf schonk om te dienen in de kerk van Cleveland. Zij beschrijft de moeilijkheden die ontstaan in een gezin wanneer een man de verantwoordelijkheden van twee sacramenten moet vervullen, het wijdingssacrament (gewijd in 1972) en het huwelijk. Als lezer groei je samen met dit prachtig gezin in de voorbereiding naar de wijdingsdag toe en strijd je met hen mee als de nieuwe diaken uit hun midden wordt gehaald door zijn dienst voor anderen. Deze diakenvrouw is in staat om ons te laten delen in de gevoelens die in het gezin leefden door de veranderde situatie en beschrijft de oplossingen die zij konden vinden voor de moeilijkheden die deze nieuwe levensstijl met zich meebracht.

    Dottie deelt met ons, haar lezers, haar vreugden en haar zorgen als zijn vertelt hoe zij haar huwelijksbelofte beleefde ten opzichte van haar echtgenoot-diaken (zij noemde het leven met haar nu gewijde man hun ‘tweede huwelijk), “in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in ziekt en gezondheid, tot de dood ons scheidt.”

    Inderdaad, Phil overlijdt iets minder dan vijf jaar na zijn wijding en 17 jaar na hun huwelijk.

    Drie jaar en een half na de wijding van Phil krijgt de vader van Dottie kanker en kort daarop begint Phil eveneens te klagen over maagpijn. Eerst dachten zij dat die werd veroorzaakt door de stress. Na raadpleging van een maagspecialist werd vastgestel dat Phil karteldarmkanker had. Het was een uiterst zeldzame vorm van kanker, zeker voor de leeftijd van Phil. Phil is overleden door die kanker. Haar leven als eerste diakenweduwe van Cleveland noemt zij haar ‘derde huwelijk’.

    Vier jaar na de wijding, negen jaar nadat het woord diaconaat zijn intrede in hun leven deed en drie maand nadat Phil haar had verteld dat hij een terminale kanker had, begon Dottie aan het schrijven van het boek. Het boek werd uitgegeven in 1987 bij The Liturgical Press, Collegeville, Minnesota en telt 159 bladzijden verdeeld over veertien hoofdstukken. De titels van de veertien hoofdstukken geven een idee van de inhoud van het boek. Daarom laat ik de titels hier volgen. 1. Antwoord op een roeping; 2. De vorming; 3. De voorbereiding op de wijding; 4. De wijding; 5. Wij beginnen een nieuw leven in de kerk; 6. Pogingen om ons leven weer in evenwicht te brengen; 7. De rol van de diakenvrouw; 8. De vrouw die echtgenote is van een diaken; 9. Het gezin van de diaken; 10. De geloofsgemeenschap – zijn wij er ‘een part’ van of leven wij ‘apart’; 11. Uw Wil geschiede; 12. De diakenweduwe; 14. Het dienstambt (?); 15. Leven in het dienstambt zonder einde.

    Enkele zeer boeiende passages:

    - p. 46 – 47: Symboliek van het aanbrengen en bekleden met de liturgische kledij door de echtgenotes.

    - In hoofdstuk vijf vergelijkt zij de moeilijkheden die de wijding van haar man meebrachten in hun huwelijk en gezin met de aanpassingsmoeilijkheden bij het begin van het huwelijk.

    - p. 80: de wijding heeft meer stressgevolgen voor de vrouw.

    - p. 98 en 118: het belang van het behoren tot een diaconaatsgemeenschap.

    - p. 133: zeer mooie passage over de handen van een diaken.

    - p. 139 – 140: hoort zij als diakenweduwe nog bij de diakengemeenschap?

    - p. 142 : Eigen verantwoordelijkheid: “Als diakenweduwe kan ik mij niet meer verbergen achter de albe van mijn echtgenoot.”

    - p.146: een mooie en realistische kijk op het diaconaat van de gehuwde man.

    - p. 152: de symboliek van de diakenstool.

    Heel het boek stoelt op een diepe meditatie van de wijding van een permanent diaken.

    In zijn voorwoord schrijft Abbot Roger W. Gries, o.s.b.: “Eerst dacht ik bij het schrijven van deze opdracht dat de kijk van een vrouw op het diaconaat alleen van belang zou zijn voor de kandidaten tot het permanent diaconaat en hun gezinnen. Maar Dottie heeft het dienstambt op zulke wijze behandelt dat het iedereen kan helpen die op zoek is naar een beter verstaan van de dienstbaarheid, gewijd of niet.”

    Om je te laten proeven van het boek vertaalden wij hoofdstuk 7 ‘De rol van de diakenvrouw’.

    Diamautem

    08-10-2006 om 20:36 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief over solidariteit
    ZWITSERSE BISSCHOPPEN SCHRIJVEN BRIEF OVER SOLIDARITEIT
    BRUSSEL (KerkNet/SIR) - De Zwitserse bisschoppen roepen in een pastorale brief hun gelovigen op tot solidariteit met 'mensen die honger en dorst hebben, vreemdelingen en daklozen, de naakten, de zieken en de mensen die in de gevangenissen zijn opgesloten'. De brief heeft als thema de evangeliepassage: 'Wat je voor de minste van je naasten gedaan hebt, heb je voor Mij gedaan'.
    In hun brief herinneren de Zwitserse bisschoppen hun gelovigen aan hun opdracht tot 'diakonia', hun taak van 'broederlijke liefde en solidariteit'. Ze roepen de gelovigen ook op hun geloof om te zetten in concrete daden van solidariteit, zoals dat ook bij de eerste christelijke gemeenschappen het geval was. Tegelijk onderstrepen ze dat die solidariteit in de wereld van vandaag globaal moet zijn en 'niet langer kan stoppen aan de grenzen van ons land'.
    Klik hier met de rechtermuisknop om afbeeldingen te downloaden. Om uw privacy te beschermen, is het automatisch downloaden van deze afbeelding van internet verhinderd.
top

    06-10-2006 om 20:10 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jonge gezinnen de kans geven zich wat meer thuis te voelen in de kerk
    Jonge gezinnen de kans geven zich wat meer thuis te voelen in de Kerk
    Dooppastoraal in Geraardsbergen

    Geplaatst op 5/10 '06 om 0:02u
    Door Theo Borgermans (Bron: Kerkplein)

    GERAARDSBERGEN (RKnieuws.net) - Het dekenaat Geraardsbergen in het landelijke wondermooie zuiden van het bisdom Gent omvat zestien parochies. De pastoraal wordt er gedragen door de pastoor-deken Rudy Van Acker, twee andere pastoors, vier diakens en een brede kerngroep van geëngageerde vrijwilligers. Zo ook de dooppastoraal.

    Als er een ‘volkskerk’ bestaat, dan hoort in het dekenaat Geraardsbergen de kinderdoop daar zeker in thuis. Er zijn nog vrij veel doopaanvragen (ongeveer evenveel als tien, vijftien jaar geleden). Bij de meeste jonge ouders die het doopsel voor hun kindje aanvragen, is er behoorlijk wat goede wil, veel dankbaarheid om het nieuwe leven, een sterk verlangen om goede ouders te zijn en een eerder vage, maar toch gelovige motivatie. Er is zeker het besef: "Hier is méér aan de hand… Dit is méér dan mensenwerk…’’ Er is ook het verlangen om bij die grote christelijke familie te behoren, meestal niet als "kernleden’’, maar toch wel als familieleden. En men wil zijn gezin bouwen op de evangelische waarden. Uitgesproken wordt dat allemaal niet. Daar heeft men de woorden niet voor.

    Het dekenaat Geraardsbergen maakte de keuze om niet zomaar het doopsel toe te dienen (of te weigeren), maar om mét deze jonge gezinnen – al staan de meeste verder af van het kerkelijke (be)leven – toch een paar stappen weg af te leggen. In de dooppastoraal will men hen de kans geven dichter bij Jezus en zijn Boodschap te komen, en zich een beetje meer thuis te voelen in de plaatselijke kerkgemeenschap.

    "Daarom kozen wij ervoor om in de dooppastoraal drie elementen wat sterker te laten meespelen, maar wel zo dat de trede die moet worden opgegaan niet te hoog is. We willen dus een paar stappen zetten, in de hoop en het vertrouwen dat een verdere groei op de geloofsweg (later) kan volgen", aldus deken Van Acker.

    "De drie elementen die we meer gewicht geven in de dooppastoraal zijn: de ouders uitnodigen echt te kiezen, de catechese met de ouders en de kerkverbondenheid".

    "Deze aanpak geldt niet slechts in een paar, maar in álle parochies van het dekenaat Geraardsbergen. In verschillende fasen werd ze mét en vóór heel ons dekenaat uitgewerkt".

    Vier stappen

    De dooppastoraal gebeurt in vier stappen:
    (1) de aanvraag
    (2) de catechese
    (3) de viering
    (4) de nawerking.

    "De aanvraag is zeer eenvoudig, maar moet door (een van) de ouders gebeuren (en niet door bijvoorbeeld een oma). Wij willen papa en of mama de doop van hun kindje horen aanvragen.

    Deze aanvraag gebeurt bij de pastoor of in het dekenale secretariaat. De gegevens worden genoteerd, de werkwijze in ons dekenaat wordt eventueel uit de doeken gedaan.Vanuit secretariaat of pastorie wordt dan een doopcatechist verwittigd.

    De doopcatechist speelt een mooie en belangrijke rol. Zij (want het zijn bij ons allemaal dames) gaat op huisbezoek bij de jonge ouders. De gelukwensen van de parochie worden overgemaakt en een informeel gesprekje, soms (zelden) een diepergaand gesprek, volgt.

    De doopcatechist overhandigt de ouders ook de doopbrochure die wij uitwerkten. Deze brochure is eenvoudig maar degelijk, oogt fris en nodigt uit tot lezen. De ouders vinden erin: een gelukwens, een korte omschrijving van de betekenis van het doopsel, de inhoud van het engagement dat ze op zich nemen, het uittekenen van de symbolen, een paar evangeliepericopen, een bladzijde voor een ouder zusje of broertje en een wens voor verdere groei. Maar alles eenvoudig, fris, verstaanbaar en niet te uitvoerig.

    De doopcatechist nodigt de ouders ook uit om een van de doopontmoetingen mee te maken. Van ten minste een van de ouders wordt verwacht dat hij/zij dat doet (tenzij dat een van de vorige jaren bij de doop van een ouder kindje gebeurde).
    We organiseren in ons dekenaat twee doopontmoetingen per maand. Ze duren ongeveer een uur en een kwart. De sfeer is er gemoedelijk. Er is een korte kennismaking, een babbeltje over de bevalling en het kindje. De betekenis van het doopsel wordt op een heel bevattelijke wijze uitgelegd. Ook de betekenis van de symbolen water, licht en olie komen aan bod. Er is een aangepast gebedsmomentje en ruimte voor enkele praktische regelingen. Eventueel kan (nadien) ook een persoonlijk gesprekje met priester of diaken.

    In zo’n doopontmoeting – waar we met verschillende jonge ouders samen zijn – lukt het vlotter om tot catechese te komen, dan in het huisbezoek aan één afzonderlijk gezin, waar het onze ervaring was dat het gesprek meestal vriendelijk was, maar aan de oppervlakte bleef.

    We stellen vast dat de jonge ouders wat op hun hoede en sommigen een beetje argwanend naar de doopontmoeting komen, maar tevreden en dankbaar naar huis terugkeren. De ervaring van de jonge ouders: "Wij zijn (ook) Kerk’’, die er reeds was in het huisbezoek door de catechist, is duidelijk aanwezig in de doopontmoeting. We trachten ze ook in de doopviering te accentueren".

    Doopgelegenheden

    "Het gezellige, maar vaak nogal besloten familiale gebeuren, dat het doopsel vaak is, proberen we open te trekken. We stapten dan ook af van het "U vraagt, wij draaien’’, waarbij we doopten op alle mogelijke momenten, tot vier doopvieringen onmiddellijk ná elkaar in dezelfde kerk… Zoiets doen we niet meer.

    Er zijn doopgelegenheden in alle kerken van het dekenaat, maar niet overal op om het even welke dag en uur. Er is een regeling: die zondagnamiddag kan het daar, die zaterdagnamiddag daar. Willen ouders absoluut een bepaalde dag, waarop geen doopgelegenheid gepland is in de parochiekerk van hun omgeving, dan zijn ze heel erg welkom in een andere kerk van het dekenaat. (We stellen trouwens vast dat dit voor deze jonge ouders niet zo’n probleem is.)

    In de vijf parochies waar ik pastoor ben stimuleren wij ook (zonder te verplichten) om het doopsel te laten toedienen tijdens een zondagsviering. Dan immers is de geloofsgemeenschap (die een kindje - en een gezin - opneemt in haar schoot) dáár. Dan is er muziek, zang, gebed, komt het leven van de Kerk aan bod… De verschillende noodzakelijke elementen van het doopsel worden "uitgesmeerd’’ over de viering. En… veel langer dan gewoonlijk duurt die niet…

    De ouders en familieleden van de kleine dopeling zijn na de viering meestal heel blij en dankbaar. Ze voelen zich een stukje meer aanvaard en thuis in de Kerk. Ook de vormelingen en andere kinderen, de jonge gezinnen en de meeste van de oudere aanwezige gelovigen staan heel positief tegenover dit dopen in de zondagsviering.

    De nawerking van het doopsel bestaat hoofdzakelijk in de jaarlijkse "kinderzegen’’. Die bestaat uit twee delen: een kort gebedsmoment in de kerk en een kans tot ontmoeting en gesprek bij een kopje koffie of een frisdrank in het parochiale centrum of achteraan in de kerk. De kinderzegen wordt mee voorbereid met enkele kleuterleidsters en enkele jonge moekes. Aan het ontmoetingsgedeelte helpt vaak een parochiale vrouwenvereniging als KAV of KVLV mee. De ouders wier kindje in de loop van het voorbije jaar werd gedoopt, kunnen dan ook de doopschelp (aandenken met naam, datum…) komen afhalen.
    Op de jaarlijkse kinderzegen – die voor enkele kleinere parochies soms samen gebeurt - worden de gezinnen met kinderen tot en met het eerste leerjaar uitgenodigd. En het gaat er – ook in de kerk – levendig en zeer kleutervriendelijk aan toe. Maar er is ook altijd ruimte voor een stukje evangelie, voor enkele gebedjes. Het persoonlijke kruisje door priester en diaken bekronen de kinderzegen.

    Dooppastoraal zoals wij het in ons dekenaat proberen… We voelen er ons heel gelukkig in en we zien dat het heel wat jonge gezinnen een beetje dichter bij Jezus’ Boodschap brengt en hen helpt zich wat meer welkom en thuis te voelen in onze kerkgemeenschap", aldus Rudy Van Acker, pastoor-deken van Geraardsbergen. (tb)

    05-10-2006 om 21:28 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vrouw van de diaken

    Het wijdingsambt van de diaken en zijn gezin

    Het sterke getuigenis van een diakenvrouw (beter: van een vrouw van een diaken) over het wijdingsambt van haar echtgenoot diaken en de ervaring daarmee van haar zelf en haar gezin

    Ministry and the Family of the Permanent Deacon vertelt over een jonge man Phil Mraz en zijn echtgenote Dottie (Dottie Mraz (° 1942) de auteur van het boek) die geroepen werden tot het diaconaat in de Kerk van Cleveland in 1977. Het verhaal wordt verwoord door zijn echtgenote die ons boeiend de ontwikkeling van een roeping vertelt, een roeping van God om Hem te dienen in de kerk. Zij doet dat uiteraard van uit haar ervaringen!

    Philip Mraz bereidde zich voor op het diaconaat in een tijd dat de vormingsprogramma’s nog in volle ontwikkeling waren. De auteur kan ons als de lezer doorheen de opleiding van Phil leiden omdat zij die vormingsperiode met hem meemaakte. Zij deelde zijn opofferingen, zij beantwoordde zijn vragen, zij ondersteunde hem in zijn zwakke momenten, erkende zijn successen, en groeide samen met hem in het geloof.

    Het leven van een pionier is nooit gemakkelijk en zonder moeilijkheden. Dottie beschrijft op prachtige wijze de groei die zij en haar gezin meemaakten als haar echtgenoot en vader van hun kinderen zichzelf schonk om te dienen in de kerk van Cleveland. Zij beschrijft de moeilijkheden die ontstaan in een gezin wanneer een man de verantwoordelijkheden van twee sacramenten moet vervullen, het wijdingssacrament (gewijd in 1972) en het huwelijk. Als lezer groei je samen met dit prachtig gezin in de voorbereiding naar de wijdingsdag toe en strijd je met hen mee als de nieuwe diaken uit hun midden wordt gehaald door zijn dienst voor anderen. Deze diakenvrouw is in staat om ons te laten delen in de gevoelens die in het gezin leefden door de veranderde situatie en beschrijft de oplossingen die zij konden vinden voor de moeilijkheden die deze nieuwe levensstijl met zich meebracht.

    Dottie deelt met ons, haar lezers, haar vreugden en haar zorgen als zijn vertelt hoe zij haar huwelijksbelofte beleefde ten opzichte van haar echtgenoot-diaken (zij noemde het leven met haar nu gewijde man hun ‘tweede huwelijk), “in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in ziekt en gezondheid, tot de dood ons scheidt.”

    Inderdaad, Phil overlijdt iets minder dan vijf jaar na zijn wijding en 17 jaar na hun huwelijk.

    Drie jaar en een half na de wijding van Phil krijgt de vader van Dottie kanker en kort daarop begint Phil eveneens te klagen over maagpijn. Eerst dachten zij dat die werd veroorzaakt door de stress. Na raadpleging van een maagspecialist werd vastgestel dat Phil karteldarmkanker had. Het was een uiterst zeldzame vorm van kanker, zeker voor de leeftijd van Phil. Phil is overleden door die kanker. Haar leven als eerste diakenweduwe van Cleveland noemt zij haar ‘derde huwelijk’.

    Vier jaar na de wijding, negen jaar nadat het woord diaconaat zijn intrede in hun leven deed en drie maand nadat Phil haar had verteld dat hij een terminale kanker had, begon Dottie aan het schrijven van het boek. Het boek werd uitgegeven in 1987 bij The Liturgical Press, Collegeville, Minnesota en telt 159 bladzijden verdeeld over veertien hoofdstukken. De titels van de veertien hoofdstukken geven een idee van de inhoud van het boek. Daarom laat ik de titels hier volgen. 1. Antwoord op een roeping; 2. De vorming; 3. De voorbereiding op de wijding; 4. De wijding; 5. Wij beginnen een nieuw leven in de kerk; 6. Pogingen om ons leven weer in evenwicht te brengen; 7. De rol van de diakenvrouw; 8. De vrouw die echtgenote is van een diaken; 9. Het gezin van de diaken; 10. De geloofsgemeenschap – zijn wij er ‘een part’ van of leven wij ‘apart’; 11. Uw Wil geschiede; 12. De diakenweduwe; 14. Het dienstambt (?); 15. Leven in het dienstambt zonder einde.

    Enkele zeer boeiende passages:

    - p. 46 – 47: Symboliek van het aanbrengen en bekleden met de liturgische kledij door de echtgenotes.

    - In hoofdstuk vijf vergelijkt zij de moeilijkheden die de wijding van haar man meebrachten in hun huwelijk en gezin met de aanpassingsmoeilijkheden bij het begin van het huwelijk.

    - p. 80: de wijding heeft meer stressgevolgen voor de vrouw.

    - p. 98 en 118: het belang van het behoren tot een diaconaatsgemeenschap.

    - p. 133: zeer mooie passage over de handen van een diaken.

    - p. 139 – 140: hoort zij als diakenweduwe nog bij de diakengemeenschap?

    - p. 142 : Eigen verantwoordelijkheid: “Als diakenweduwe kan ik mij niet meer verbergen achter de albe van mijn echtgenoot.”

    - p.146: een mooie en realistische kijk op het diaconaat van de gehuwde man.

    - p. 152: de symboliek van de diakenstool.

    Heel het boek stoelt op een diepe meditatie van de wijding van een permanent diaken.

    In zijn voorwoord schrijft Abbot Roger W. Gries, o.s.b.: “Eerst dacht ik bij het schrijven van deze opdracht dat de kijk van een vrouw op het diaconaat alleen van belang zou zijn voor de kandidaten tot het permanent diaconaat en hun gezinnen. Maar Dottie heeft het dienstambt op zulke wijze behandelt dat het iedereen kan helpen die op zoek is naar een beter verstaan van de dienstbaarheid, gewijd of niet.”

    Om je te laten proeven van het boek vertaalden wij hoofdstuk 7 ‘De rol van de diakenvrouw’.

    Diamautem

    05-10-2006 om 20:20 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    DUITSE BISSCHOP HEKELT 'HEBZUCHT' VAN MANAGERS
    BRUSSEL (Kerknet/ENI) - Bisschop Reinhard Marx van Trier heeft in de plaatselijke krant 'Trierischer Volksfreund' de hebzucht van vele managers gehekeld.

    "We verwijderen ons steeds verder van een sociale markteconomie in de richting van het kapitalisme, waar alleen de winst telt en waar alleen mensen die kapitaal opbrengen beloond worden."

    De bisschop noemt het hemeltergend dat managers tot 30 procent salarisverhoging krijgen, terwijl bedrijven failliet gaan en mensen moeten afdanken.
    Hij hekelt in het gesprek dat bedrijven nauwelijks nog geïnteresseerd lijken in hun maatschappelijke opdracht om mensen werk te geven.
    "Dat is een vergissing."
    Dat ongebreidelde kapitalisme, zonder verantwoordlelijkheid, dat steeds meer opgang lijkt te maken zou volgens de bisschop van Trier alsnog kunnen bewijzen dat die andere Marx van Trier, Karl, de grondlegger van het marxisme, het alsnog bij het rechte eind had. De filosoof en economist Karl Marx wer d in 1818 in Trier geboren.
    Klik hier met de rechtermuisknop om afbeeldingen te downloaden. Om uw privacy te beschermen, is het automatisch downloaden van deze afbeelding van internet verhinderd.
top

    05-10-2006 om 17:39 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sociale catechismus
    FRANSE VERTALING VAN 'SOCIALE CATECHISMUS KATHOLIEKE KERK' VOORGESTELD
    BRUSSEL (Kerknet/LaCroix) - Kardinaal Renato Martino, de voorzitter van de Pauselijke Raad Rechtvaardigheid en Vrede, heeft gisteren in Parijs het Compendium van de Sociale Leer van de Katholieke Kerk, beter bekend als de 'sociale catechismus van de katholieke kerk' voorgesteld. Kardinaal Martino heeft er ondertussen een goede gewoonte van gemaakt telkens persoonlijk aanwezig te zijn als een nieuwe vertaling gepubliceerd wordt. Dat bracht hem eerder al naar Washington en Moskou. Hij overhandigde ook al persoonlijk een exemplaar aan de Braziliaanse president Lula Da Silva en zelfs aan Fidel Castro.
    De catechismus bevat een thematisch overzicht van de uitspraken van het kerkelijk leergezag en telt twee delen. In het eerste deel staan de evangelisatie, de rechten van de mens en de solidariteit centraal. Het tweede deel heeft vooral aandacht voor het gezin, als kern van de samenleving; arbeid, de economie, de internationale politiek, het milieu en de vrede. De Franse vertaling, die wellicht ook in ons land een grote verspreiding zal kennen, is uitgegeven door de bekende Franse uitgeverijen Bayard, Cerf en Flerus-Mame. Het boek telt 552 pagina's en kost 22 euro.
    Klik hier met de rechtermuisknop om afbeeldingen te downloaden. Om uw privacy te beschermen, is het automatisch downloaden van deze afbeelding van internet verhinderd.
top

    05-10-2006 om 12:25 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De rol van een diakenvrouw

    De rol van een diakenvrouw[i]

    In een poging om in woorden uit te drukken wat het betekent de vrouw van een diaken te zijn, kwam ik tot het besluit dat wij vrouwen die gehuwd zijn met een diaken eigenlijk dezelfde vrouwen zijn die wij altijd al waren geweest. Alhoewel, door te zeggen “Ja, dat wil ik” op de wijding van onze echtgenoot zijn wij hun diaconale ploegmaat geworden en hadden wij zonder het te beseffen onszelf geëngageerd tot een reeks van nieuwe uitdagingen, bezorgdheden en verantwoordelijkheden.

    Voor mij betekent het de vrouw van een diaken te zijn dat ik naar de noden van mijn echtgenoot en mijn gezin meestal op dezelfde wijze aankijk als ik altijd al gedaan heb. Koken, poetsen, wassen, strijken, naaien, taxi spelen voor de kinderen en helpen bij het onderhoud van ons huis en tuin waren allemaal een deel van mijn normale dagdagelijkse routine. Alhoewel, hoe meer het apostolisch engagement van mijn man na de wijding groeide, hoe meer ik werd achtergelaten om er thuis mee te concurreren.. Elke taak die ik vroeger als huisvrouw op mij nam had een andere betekenis gekregen.

    Koken betekende nu dat ik het uur van onze gezinsmaaltijd moest plannen rekening houden met Phil’s avondprogramma. Poetsen hield in dat ik de stapel boeken en papieren voor zijn lopende projecten moest afstoffen en de gesorteerde dingen - waarmee ik niet wist wat te doen - verplaatsen op zijn reeds overvolle bureau. Bij de was hoorde bij gelegenheid een zwart hemd en een lange witte albe[ii], terwijl ontwerpen en stikken van stolen in verschillende liturgische kleuren tot mijn naaihobby begon te behoren. Zelfs de taxidienst die wij voor onze kinderen moesten verzekeren was veranderd daar ik heel vlug ontdekte dat het een volledige opdracht voor mezelf werd. Mijn rol in het onderhoudsdepartement was ook veranderd. Als de zekering van mijn wasdroger doorbrandde had ik die reeds vervangen voor Phil van zijn werk naar huis kwam. Nooit te voren had ik als vrouw van een elektricien overwogen iets dergelijks op mij te moeten nemen. Als de wasmachine het begaf belde ik naar een hersteldienst, heel goed beseffend dat Phil niet de tijd zou hebben om het vlug te herstellen. Als de auto in het verkeer blokkeerde dan repareerde ik hem.

    Blijkbaar maakten andere diaconale koppels dezelfde ervaringen mee:

    “Mijn man is nooit thuis als ik hem nodig heb om rond het huis karweitjes op te knappen,” beklaagt zich een echtgenote. “Mijn lijst voor karweitjes voor hem wordt altijd maar langer. En mijn werk is nooit gedaan.”

    “Ik neem het hem kwalijk als mijn echtgenoot tijd vrij maakt om te relaxen terwijl ik nog altijd rond het huis moet werken,” laat een ander vrouw horen. “Toch is het een van mijn grootste bezorgdheden dat mijn echtgenoot niet genoeg uitrust. Daardoor voel ik mij nog schuldiger als ik het hem kwalijk neem dat hij tijd vrij maakt voor zichzelf.”

    De kritische commentaren van mijn vriendinnen werden veroorzaakt door twee andere belangrijke punten – het gebrek aan tijd om karweien rond het huis die alleen door onze echtgenoten zouden gedaan worden en het gebrek aan tijd voor hem om uit te rusten en zichzelf op te frissen.

    Vroeger had ik nooit de nood gevoeld om overbezorgd te zijn over Phil’s gezondheid – zowel fysisch, sociaal, emotioneel, als geestelijk (spiritueel). Phil had altijd al redelijk zorg gedragen voor zichzelf. Evenwel, met de plotselinge toename van de diaconale taken en opdrachten werd de tijd van mijn echtgenoot om zorg te dragen voor zijn persoonlijk welzijn zeldzaam.

    “Ik heb echt geen tijd nu,” antwoordde Phil mij toen ik er hem op wees dat het woord “tennis” feitelijk van de kalender was verdwenen. “Maak je geen zorgen. Ik heb meer dan genoeg lichamelijke oefeningen door elektrische kabels te trekken op het werk, door tijdens de zomer met de bal te spel met de kinderen in de achtertuin, en door sneeuw te ruimen tijdens de winter.”

    Dat was echter niet het soort oefeningen waar ik aan dacht. Door Phil aan te moedigen om tijd te nemen om zich te ontspannen met zijn vrienden, had ik niet alleen zijn lichamelijke gezondheid op het oog maar evenzeer zijn sociaal en emotioneel welzijn. Tijd doorbrengen, met of zonder mij, was noodzakelijk voor het sociaal welzijn van mijn echtgenoot, even afstand nemen van de stress en de spanningen van thuis, het werk en het diaconaat kon niet anders dan goed zijn voor zijn emotioneel welzijn.

    Met de bedoeling te helpen zorg dragen voor de spirituele gezondheid van Phil, moedigde ik hem aan om elke dag wat tijd te nemen voor rustig, persoonlijk gebed en om te profiteren van de gelegenheid om te bidden in gemeenschap, bezinningsdagen en retraites inbegrepen.

    Ik hoopte dat de maatregelen die ik als Phil gezondheidsraadgever nam, hem zouden helpen tot rust te komen en van hem de stress zouden wegnemen dat het diaconaat in zijn leven had meegebracht.

    Behalve mijn toegenomen bezorgdheden voor alle aspecten van Phil’s gezondheid, plaatste zijn geestelijk ambt mezelf, als zijn diaconale ploegmaat, voor enkele nieuwe en onverwachte verantwoordelijkheden. Telefoneren, brieven en dienstmededelingen typen, en waakzaam zijn voor al de noden van mijn echtgenoot en voor zijn over bezette agenda, maakten van mij de privésecretaresse van de diaken.

    Maar verrassend genoeg was er nog een andere rol welke ik zonder het te weten op mij had genomen: ik werd de beschermer van mijn echtgenoot. Phil was gedurende jaren mijn ridder in schitterende wapenuitrusting geweest, maar nu bleek dat ik als diakenvrouw, de schone maagd was geworden die voor hem stond met uitgestrekte armen en getrokken wapens om hem zodoende proberen te beschermen tegen iemand of iets die hem op een of andere wijze zou kunnen kwetsen. Ik probeerde Phil te beschermen tegen heel de wereld, zichzelf inbegrepen.

    Het is dom van mij geweest om te denken dat iedereen van mijn echtgenoot zou houden, zoals ik van hem hield, of, wat betreft zijn geestelijk ambt, dat zij hem naar waarde zouden schatten en waarderen. Maar ik deed het om zeker te zijn dat zoveel mogelijk mensen Phil zouden aanvaarden en zijn inspanningen waarderen. Mijn belangrijkste bezorgdheid als verdediger van mijn echtgenoot bestond er in mijn echtgenoot en zijn geestelijk ambt te beschermen tegen de afwijzende kritiek van degenen tot wie hij gezonden was. Om dat te verwezenlijken keerde ik terug tot mijn vroeger beroep als leerkracht om door woorden en daden te tonen wat het diaconale ambt eigenlijk betekende.

    Daar mee samenhangend wist Phil dat hij sedert zijn wijding een hele litanie van vragen kon verwachten alvorens het huis te verlaten voor de uitoefening van zijn diaconaal ambt. “Heb je je albe mee? Heeft je stool de juiste liturgische kleuren? Heb je je lectionarium mee? Heb je de aantekeningen van je homilie mee? Alles wat je nodig hebt?” Als ik naar Phil’s plannen voor een gebedsdienst luisterde of naar een programma dat hij aan het opstellen was, dan was ik zijn klankbord, en ik werd voortdurend op de hoogte gebracht over alles wat aan het gebeuren was in de uitoefening van zijn ambt.

    Meestal werden de vrouwen van diakens de strengste critici van hun echtgenoot, vooral als het erop aankwam te luisteren naar ideeën voor homilies. “Als de gelegenheid zich voor doet geef ik waardevolle suggesties over de inhoud van de homilie, en ik moet toegeven dat het horen van mijn gedachten, uitgesproken vanaf de preekstoel, van tijd tot tijd opwindend is,” deelt een vrouw mee.

    Voor ons, had mijn dienst als raadgever bij de uitoefening van zijn ambt twee bijkomende voordelen. Dat mijn echtgenoot naar mijn mening vroeg en die waardeerde was voor mij heel deugddoend, maar het diende ook om ons altijd maar dichter bij elkaar te brengen in onze relatie als gehuwd koppel.

    Mettertijd, als ik zag dat Phil het goed deed, begon ik mij meer ontspannen te voelen en minder zorgen te maken over zijn aanvaarding. “Ben je zeker dat je alles mee hebt?” werd mijn enige vraag als Phil wegging voor de uitoefening van zijn ambt. Wat een verandering ten opzichte van de litanie van vragen waarmee mijn echtgenoot werd geconfronteerd toen hij pas was gewijd. Luisterend naar zijn homilie van op de kerkbank, vertrouwde ik er eenvoudig op dat zij goed zou zijn – misschien wel zenuwachtig en vertrouwvol terzelfdertijd, maar niettemin vertrouwvol. Ondanks het feit dat Phil zijn homilies kort hield en ‘to the point’, het maakte niet uit hoe lang hij reeds gewijd was, telkens mijn diaken voor een groep sprak, was ik altijd zenuwachtig voor hem.

    Alhoewel het in de gaten houden van de uitoefening van zijn ambt mij ongetwijfeld tot zijn strengste criticus had gemaakt, wist ik dat ik ook zijn grootste fan was. Hoe fier was ik als hij assisteerde aan het altaar, iets nieuw opstartte in onze parochie, of constructieve veranderingen aanbracht in bestaande programma’s.

    Phil laten voelen hoe fier ik op hem was en over zijn engagement dat hij genomen had, was een van de belangrijke opdrachten van mijn rol als fan (supporter); hem altijd loyaal zijn was de andere opdracht. Natuurlijk waren er ook andere omstandigheden die mij er toe noopten occasioneel mijn ontevredenheid over onze diaconale levensstijl uit te drukken. Phil had er trouwens recht op, had er zelfs nood aan, te weten wat ik voelde, omdat communicatie de basis van onze relatie was. Anderen in de diaconale gemeenschap deelgenoot maken van wat wij diep in ons voelden was nuttig voor degenen onder ons die diaken waren, maar eveneens voor de diakenvrouwen, want het liet ons ervaren dat wij niet alleen waren met de hetgeen wij meemaakten. Bij gelegenheid een dichte vriend of vriendin kritische kanttekeningen toevertrouwen, bijvoorbeeld als ik depressief was of overwerkt, hoefde niemand te kwetsen. Maar mij beklagen bij een lid van onze parohiegemeenschap betekende dat ik het risico nam om Phil’s goede naam en reputatie en zijn ambtelijk werk te beschadigen. Het maakte niet uit hoe ik mij op dat ogenblik voelde, ik wist dat het nodig was om een loyale fan te blijven van mijn echtgenoot en van zijn dienst in de kerk.

    Als beschermer van Phil voelde ik het nodig mijn echtgenoot niet alleen te beschermen tegen degenen voor wie hij het ambt uitoefende. Met onze druk bezette levensstijl kwam mijn rol van pas als degene die ons gezin in het midden hield. Daar wij niet graag iemand kwetsten die ons heel nabij waren of niet wilden dat zij het diaconaat de schaarste van onze aanwezigheid, vooral die van Phil, zouden verwijten, deed ik een heldhaftige pogingen om heel bewust te letten op hetgeen in het leven van de anderen gebeurde. Aandacht hebben voor de noden van onze familie of vrienden – hetzij door betrokken of aanwezig te zijn bij feesten of door te helpen bij het uitvoeren van plannen, of door gewoonweg begripvolle luisteraars te zijn- dat was allemaal een deel van mijn job. “Vergeet niet dat er vrijdag een ontmoeting is van de welpen van de padvinders.” “Het is de verjaardag van je moeder. Hoe gaan wij het regelen om haar vanavond te bezoeken?” Mijn echtgenoot hoorde regelmatig deze en andere geheugensteuntjes.

    Doordat ik de aandacht richtte op het middelpunt, konden Phil en ik samen wat voor ons belangrijk was op elk gegeven moment tot stand brengen. Door onze aandacht te richten op het belangrijkste werden wij geholpen om de rangorde in onze prioriteiten te behouden en ons leven in balans te houden, beiden even onmisbaar om in ons gezin stormachtig weer te vermijden.

    Een andere rol die de diakenvrouw op zich neemt bestaat er in de barometer van het gezin te zijn. In verloop van de tijd verwierf ik een groeiende gevoeligheid voor de stemmingen, gevoelens en noden van alle gezinsleden – een gevoeligheid die mij in contact hield met het emotioneel klimaat van ons huishouden. Phil kon altijd van mijn gezicht aflezen, gekoppeld aan de toon van mijn stem, wat de gezinsatmosferische druk van de dag was. Als op mijn gezicht ‘storm’ stond te lezen dan wist mijn echtgenoot dat het tijd werd om uit te vinden waarom dat zo was. Op die manier konden wij de gepaste maatregelen nemen om het goede weer te herstellen en waren wij beschermd tegen het gevaar uit elkaar geblazen te worden door de extra drukte en onrust, dat het diaconaat in leven van ons allemaal had meegebracht.

    Als ik voelde dat Phil zelf zijn eigen ergste vijand aan het worden was door overwerk, dan werd het tijd voor mij om hem in bescherming tegen zichzelf te nemen door de huishoudelijke beenschopper te worden.”Nee, deze week wordt er niet meer bijgepakt!” of “Hoe kunnen wij het wat kalmer aan gaan doen en wat meer tijd nemen voor jezelf?” Deze en gelijkaardige opmerkingen hielpen mij mijn diaken tegen zichzelf te beschermen als hij in zijn enthousiasme en zijn verlangen om aan pastoraal te doen, de neiging had om van tijd tot tijd te overdrijven.

    Van de andere kant, als ik voelde dat Phil zou kunnen gekwetst worden omdat hij zichzelf aan het uit putten was of zich ontmoedigd voelde, dan werd ik zijn cheerleader aan de zijlijn. Hem een brede glimlach toeflitsen van op mijn plaats in de vergadering kon zijn zelfvertrouwen opkrikken als hij zenuwachting werd bij uitspreken van een homilie of als hij een groep toesprak. “Hoe trots ben ik op jou” wilde ik hem daardoor meedelen. En het was niet gelogen. Phil deed het goed in zijn ondernemingen, en zijn optreden maakte een verschil in onze gemeenschap – een feit waarvoor ik de vrijheid nam er hem aan te herinneren als het noodzakelijk was.

    Als Phil gefrustreerd scheen door zijn onvermogen om meer voor de anderen te doen, dan wilde ik hem er aan herinneren, dat op het huidige ogenblik, onze kinderen opvoeden het grootste deel van onze tijd zou blijven in beslag nemen. Later, als de kinderen volwassen zouden zijn, dan zullen wij allebei vrijer zijn om werken van liefde te volbrengen buiten ons gezin.

    Een bijkomende, echt vruchtbare manier om mijn steun en mijn vertrouwen in mijn echtgenoot te tonen, bestond er in zijn gebedspartner te worden. Eens dat wij tot het besef kwamen hoe belangrijk het gezamenlijk gebed was, werd het samen bidden, al was het maar enkele minuten, een belangrijk deel van elke dag. Als het enigszins mogelijk was woonde ik samen met mijn echtgenoot de jaarlijkse retraite voor diaconale koppels bij. Op die manier waren wij in staat om spiritueel te groeien, samen en persoonlijk, in een gedeelde ervaring. Bovendien, terwijl Phil buitenshuis bezig was met het uitoefenen van zijn pastoraat, probeerde ik elke dag tenminste enkele minuten te bidden om God te vragen Phil te zegenen in zijn werk. Zodoend werd ik zijn gebedssteun. Uiteindelijk kwam ik tot het besef dat thuis blijven om voor de kinderen te zorgen, terwijl ik dikwijls liever bij hem was geweest om hem te helpen in zijn pastoraal werk, op zichzelf reeds een gebed was.

    Hoe dan ook, daar ik meende een belangrijk aandeel te hebben gehad in de vorming van Phil, verlangde ik er naar, en misschien had ik er zelfs nood aan, ook een groter aandeel in zijn apostolaat te hebben. Ik mocht dan wel niet gewijd zijn, ik had er geen enkele twijfel over om te onderkennen dat er wegen waren om actief te delen in zijn gewijd ambtelijk werk. Niettegenstaande het feit dat ik genoot van mijn gezin en wist dat de dingen die ik thuis deed heel belangrijk voor ons allen waren, was ik soms toch gefrustreerd door mijn beperkt aandeel als diaconaal ploegmanager. Ik kon het niet helpen dat ik de diakenvrouwen benijdde waarvan de kinderen reeds volwassen waren. Ongetwijfeld waren zij vrijer om hun echtgenoot te helpen indien zij daar voor kozen.

    Hier waren de aanmoedigingen van Phil heel belangrijk om mij gaande te houden. “Bedankt dat mijn gerief voor het predoopselprogramma klaar lag toen ik van mijn werk thuis kwam.” “Er waren van morgen vriendelijke opmerkingen over mijn homilie. Ik waardeer echt de gedachten die je met mij deelde en je aanmoedigingen.” “Bedankt dat je het gazon hebt gesproeid. Ik keek er tegen op om het vanavond nog te moeten doen.” Deze en andere uitspraken van mijn echtgenoot hielpen mij er zeker van te zijn dat mijn rol in ons diaconaal werk belangrijk waren en ook werd gewaardeerd. Ondertussen keek ik uit néaar het ogenblik dat ik in staat zou zijn om meer ten volle deel te nemen aan het diaconaal apostolaat.

    Beseffende dat de realiteit van het leven in een druk gezin met een huis vol opgroeiende kinderen en zeker zijnde van Phil’s waardering voor de kleine dingen die ik voor hem regelde, hielpen mij mijn stille, ondersteunende rol te aanvaarden als een bijzonder ‘ministry’ en op zich een geschenk aan mijn echtgenoot, mijn gezin, mijn kerk, en mijn God. Hoe fier was ik op Phil. Hoe fier was dat ik zijn stille steun was. Hoe fier was ik, als na verloop van tijd, de blijvende stille bewondering van anderen bemerkte, zowel voor Phil als voor zijn werk.

    “Ben je ooit jaloers geweest van je echtgenoot?” vroeg een van de vrouwen mij. “Ik wil zeggen niet alleen van zijn uithuizigheid, maar ook van de bewondering die andere vrouwen voor hem hebben?” Wat de uithuizigheid betreft, dat verstond ik, maar wat de ‘andere vrouwen’ betreft daar had ik nooit iets ondervonden.

    “Ik kon mijn man niet vinden tijdens een bijeenkomst na een speciale liturgische viering”, vervolgde zij.

    “Dat is niet ongewoon,” lachte ik, veel relativerend. “Phil en ik hebben hetzelfde probleem om elkaar tussen al het volk terug te vinden.”

    Maar mijn vriendin lachte niet toen zij haar ervaring verder vertelde. “Als ik rondom naar hem vroeg, had iemand gezien dat mijn man aan het babbelen was met een vrouw in een kamer achterin de hall. Dat op zich zou niet verkeerd zijn, maar iemand anders had mij juist verteld dat die bepaalde vrouw verliefd was op mijn man. Terwijl ik zelf mijn taartje met koffie was gaan halen, was mijn diaken echtgenoot een drankje gaan halen voor die ‘andere vrouw’.

    “Het slechtste van al voelde ik mij toen ik mijn man vertelde wat ik wist en hoe jaloers ik was toen ik zag dat hij aan het babbelen was, alleen, met die bepaalde vrouw, dat hij mij niet kon begrijpen. “Je bent een domoor aan het worden. Jij legt die dingen verkeerd uit,” antwoordde hij mij. Maar ik wist dat ik niet dom aan het worden was. Die vrouw kon haar ogen niet van mijn man houden. Dat was voor mij een heel nieuwe ervaring, want ik was vroeger nog nooit jaloers van hem geweest, en ik had het echt moeilijk om met die situatie om te gaan. Gelukkig is die vrouw naar een andere parochie verhuist. Wat er ook van is, er schijnen tegenwoordig vrouwen te zijn die achter mannen met een romeinse boord lopen, en ik heb mij voorgenomen dat geen enkele van hen mijn man zal inpikken!”

    Ik was er rustig van overtuigd dat ik nooit jaloers zou zijn op andere vrouwen in het leven van Phil – of zij nu met hem samenwerkten bij het uitvoeren van projecten of die hun bewondering voor hem uitdrukten. Tenminste dat was wat ik dacht, tot op een avond na een gebedsdienst. Uit eigen beweging bracht in het materiaal van Phil naar de auto, laadde ze in en reed de auto dichter bij de zaal waar de receptie doorging. De avond was koel en de boekentas, de bandopnemer en geluidsbanden waren zwaar en moeilijk te verplaatsen. “De dienares van de dienaar” dacht ik bij mezelf met een binnenpretje terwijl is sukkelde met de accessoires.

    Toen ik de zaal binnenkwam waar de ontmoeting plaats vond, zochten mijn ogen onmiddellijk naar Phil, en het duurde niet lang voor ik hem vond – omringd door een half dozijn vrouwen die hem bewonderden. Wat mij echt overstuur maakte was dat hij leek te genieten van de aandacht. Voor het grootste deel waren het getrouwde vrouwen, en ik wist instinctief dat er weinig kans was, zelfs geen, dat er onder hen geïnteresseerd waren in een liefderelatie met mijn man. Alsof er toch iets geweest was, had Phil weldra zijn handen vol met mij, en hij was slim genoeg om er begrip voor te hebben. Waarom kon toen de lelijke kop van de jaloersheid komen opsteken?

    Ik probeerde het incident uit mijn hoofd te bannen tot op de dag dat ik sommige van mijn ervaringen deelde met andere vrouwen van diakens. Als ik er hen over vertelde knikte een vrouw van in de zestig bevestigend. In feite was zij zo opgewonden dat zij zichzelf niet kon inhouden. “Ik begrijp helemaal wat je wil zeggen”, zegde ze. “Bijna juist hetzelfde is mij overkomen.”

    Mijn persoonlijke ondervinding met afgunst maakt mij nog meer dan ooit vastbesloten om de romantiek in ons huwelijk te bewaren en de groei van onze huwelijksrelatie voortdurend te bevorderen. Op die wijze zou ik mij nooit bedreigd voelen door een of andere vrouw die geïnteresseerd zou geraken in Phil.

    Het vertrouwen had nu zijn weg gevonden in ons leven als diakenvrouwen – vertrouwen niet alleen wat andere vrouwen betreft, maar ook in een ander belangrijk aspect van het apostolaat van onze man, namelijk dat zij dikwijls in vertrouwelijke mededelingen kregen. Phil werd soms geroepen om te luisteren naar sommige zeer persoonlijke aangelegenheden. Soms hoorde hij in feite de biecht van iemand alvorens die persoon zich tot een priester wendde om de genade van het sacrament van vergeving te ontvangen. Deze aangelegenheden, als zij aan hem persoonlijk werden meegedeeld, waren duidelijk alleen voor de oren van mijn man bestemd. Indien anderen zich goed voelden als zij Phil in vertrouwen konden nemen, dan was het nodig dat zij er zeker van konden zijn dat hij het niet verder zou vertellen, zelfs niet aan mij. Tot aan de wijding waren wij een koppel geweest dat de gewoonte had bijna alles met elkaar te delen en daarom was het niet gemakkelijk om voor lief te nemen uit dit klein deel van Phil’s leven uitgesloten te worden. Maar als ik goed naar mijn eigen leven keek, kwam ik tot het besef dat ook ik vrienden had die mij in vertrouwen namen, en het gebeurde dat ik mij niet vrij voelde daarover een woord verder te vertellen, zelfs niet aan Phil.

    Door de houding aan te nemen: “Als de Heer mij iets wil laten weten dan zal hij daarvoor ook wel de weg vinden. Al het andere is niet belangrijk”, maakte het mij veel gemakkelijker het feit te aanvaarden dat de rol van vertrouweling soms eiste om geen vragen te stellen en geen antwoorden te krijgen.

    Blijkbaar was vertrouwen een belangrijk deel van de rol waartoe ik geroepen werd te vervullen als vrouw van diaken Phil. De reden daartoe? Hoe vollediger ik mijn diaken vertrouwde, hoe bekwamer ik werd om afstand te nemen van sommige eisen ten opzichte van hem. Ik veronderstel dat ik als Mevrouw Mraz eerder bezitterig was wat de aandacht van mijn man ten opzichte van mij betrof, evenals wat de tijd betreft om samen dingen te doen. Hoe je het ook bekijkt, als vrouw van diaken Phil Mraz, vond ik dat het nodig was om afstand te doen van sommige aanspraken op Phil’s tijd en aandacht, zowel als het feit te aanvaarden dat heel wat zijn energie die hij vroeger gebruikte om samen met mij en ons gezin dingen te doen, nu rechtmatig aan anderen werd besteed.
    Bij zijn wijding had ik een vreemd gevoel van verlating ondervonden toen Phil onze gebedsbank verliet en om zijn plaats aan het altaar in te nemen. Op dat ogenblik heb ik intuïtief geweten dat ik dat ik een deel van Phil terug aan God gaf om in de kerk te dienen. In mijn hart was hij nog “mijn diaken”, en zelfs nadat ik had uitgesproken dat ik hem vrij aan de Heer gaf om in zijn dienst te staan, had ik toch van tijd tot tijd de neiging om alles van hem terug te vragen.

    “Het komt dikwijls voor dat ik er ik liever mijn man thuis bij mij zou houden, eerder dan dat hij weg gaat om anderen te dienen (ministering),” vertelde een diakenvrouw. “Er zijn veel gelegenheden dat ik hem mis samen zittend in de bidbank, vooral bij kerkelijke plechtigheden waarbij ik zoveel andere koppels samen zie zitten. Hoe graag zou ik hem aan mijn zijde hebben voor onze traditionele parochiale hernieuwing van de huwelijksbeloften, zeker als ik rondom mij koppels hand in hand hun beloften zie hernieuwen, staande voor hun glimlachende kinderen. Maar als het gebeurt dat wij op die dag dezelfde mis bijwonen, dan ben ik gelukkig als onze ogen elkaar ontmoeten over de hoofden heen van degenen die in de bidbanken zitten en wij wederzijds onze engagement ten opzichte van elkaar hernieuwen.”

    “Het heeft voor een vrouw veel te betekenen als zij een kind laat gaan, maar het is een totaal andere kwestie als je uw echtgenoot laat gaan. Het is een beetje schrikwekkend, bijwijlen lijkt het of je op je eentje wordt achtergelaten, bijwijlen is het irriterend, en meestal het ongelegen,” vertelde een andere vrouw.

    Geleidelijk aan werd het makkelijker wat afstand nemen van mijn persoonlijke aanspraken, maar niet van alles. Het is verbazingwekkend, maar door het feit dat ik mijn man niet bleef aanklampen of probeerde hem voor mij alleen te houden, werd een kettingreactie veroorzaakt van vreugdevolle gebeurtenissen. Hoe meer vrijheid Phil van mij ontving, hoe meer ik van hem terugkreeg: zijn liefde, zijn bewondering en hoe meer hij zichzelf aan mij meedeelde. Hoe meer ik afstand nam van bezitsdrang en overbescherming, hoe meer hij in staat was om met grotere vrijheid en zelfvertrouwen te dienen. Het is in feite zo dat Phil mij nodig had als degenen die hem vrijheid schonk om te groeien en meer en meer de diaken te worden waartoe God hem geroepen had te zijn. Door vertrouwen te geven en hem los te laten had ik een andere en nieuwe rol verworven – diegene die bekwaam maakte, die het mogelijk maakte, degene die kansen schiep.

    Het feit dat ik Phil bij de wijding hielp bij het aantrekken van de liturgische gewaden was een uitwendig teken geweest voor mijn bereidheid hem te ondersteunen bij zijn werk voor de kerk én mijn bereidheid om hem daarbij te helpen met alles wat in mijn macht lag. Maar ik ben er mij bij de wijding weinig van bewust geweest wat het leven als diakenvrouw allemaal met zich mee zou brengen.

    De lijst van de rollen was veel langer dan ik mij ooit had kunnen inbeelden wat het zou worden: echtgenote, beminde, kameraad, beste vriendin, huishoudster, gezondheidsraadgever, diaconale ploegmaat, privésecretaresse, beschermer, onderwijzeres, strengste criticus, raadgever bij het ambtelijk werk, loyale fan (trouwe supporter), gezin-in-het-midden houder, gezinsbarometer, foot stomper, cheerleader, gebedspartner, gebedsondersteuner, ploegmanager, stille supporter, vertrouwengeefster, luisterend oor, vrijheid schenker, bekwaammaakster.

    Ik neem aan dat ik als vrouw van Phil altijd al deze dingen voor hem ben geweest. Maar om een of andere reden waren samen met de wijding de noden van Phil’s zijde toegenomen en bij mij een verhoogd bewustzijn van die noden. Als je ze een voor een bekeek leken elk van de bijkomende noden klein en zonder grote betekenis vergeleken met mijn vroegere vrouwelijke rol. Het grootste deel van die bijkomende rollen hadden in mijn leven hun weg gevonden zonder dat ik het me zelf realiseerde. Echter, samen genomen namen de verschillende soorten een aanzienlijker deel van mijn tijd en energie in beslag dan ik ooit had verwacht of beseft, daar elke soort werk een bepaalde hoeveel van lichamelijke, mentale, of emotionele tijd in beslag nam. Elk van de bijkomende opdrachten hadden er toe gediend mijn reeds drukke leven nog ingewikkelder te maken, doordat zij bij mijn voortdurende veranderde lijst van persoonlijke verantwoordelijkheden toegevoegd werden.

    “Het leven van een vrouw is een voortdurende ervaring van verandering, naar mijn mening veel meer dan in het leven van een man het geval is,” zegde een andere vrouw. “ De meeste levenservaringen die wij als getrouwd koppel meemaken hebben een grotere invloed op de vrouw dan op de man.” Uitspraken als deze en van andere diakenvrouwen hebben mij geholpen mijn theorie te ondersteunen dat als een man gewijd is, dat in vele, maar niet in alle gevallen zo is, dat zijn vrouw de enige is die geconfronteerd wordt met zoveel bijkomende verplichtingen en zorgen, die als gevolg hebben dat zij dikwijls een meer overstresst leven leidt dan haar man.

    Een artikel in een nationale diaconale uitgave bevat bewijzen die mijn vermoeden verder ondersteunen. Diakens en hun vrouwen die tijdens een workshop over burnout (tijdens een jaarlijkse regionale diaconaatsconferentie in Denve) bijwoonden moeste zestien vragen beantwoordden van een Inventaris over burnout bij geestelijken (Clergy Burnout Inventory). Elk van hen moest daarbij een persoonlijk waardecijfer toekennen. Op de vijfenzestig diakens die gebruik maakten van deze vragenlijst, ontdekten 20 procent dat zij een bepaalde graad van burn-out hadden ondervonden. Maar evenwel, van de negenveertig vrouwen die de zelfde vragen beantwoordden, hadden bijna 35 procent scores die aanwezen dat zij verschillende graden van burnout hadden ondervonden. Vrijwel 15 meer vrouwen dan mannen leden onder symptomen van burnout. De voorstellingen van de hoogste scores wat betref burnout vormen eens te meer een overtuigend bewijst die mijn hypothese ondersteunen. Slechts één man, maar zeven vrouwen, scoorden in die rang. Eén en half procent van de mannen tegenover 14 3/16 procent voor de vrouwen waren uiterst burnout.[iii]

    De gepubliceerde resultaten van workshoponderzoek ondersteunde mijn vermoeden dat veel van de vrouwen meer moeilijkheden hadden dan hun mannen om rustig om te gaan met de drukte en de stress die het diaconaat in hun leven had teweeg gebracht. Het bewees ook dat veel andere vrouwen, niet alleen die van ons bisdom, gelijkaardige spanningen (als ik - ?) hadden ondervonden. Terwijl men geneigd is om de aandacht te richten op de mannen in het diaconaat en alles wat zij er door meemaken, zou het misschien goed zijn dat men ook wat meer aandacht zou schenken aan wat er met de vrouwen gebeurt.

    Ik weet niet of het onze bisschop besefte toen hij bij de wijding van onze mannen er voor waarschuwde dat hun wijdingsambt lijden met zich zou meebrengen, dat het diaconaat voor de vrouwen ook lijden zou mee brengen? Misschien leek het lijden in die tijd niet zo waardevol (?), alles wat ik meemaakte om mij aan te passen aan mijn rol van diakenvrouw was de moeite waard. Het bijkomend werk, de stress en de emotionele strijd als gevolg van mijn aanvaarding van alle aspecten van mijn dienstbaarheid (ministering) tegenover mijn echtgenoot hebben van mijn kant geleid tot een enorme grote persoonlijke groei.

    Ofschoon ik oppervlakkig gezien nog altijd dezelfde vrouw lijk die slaafs haar man achterna liep toen hij tot de opleiding voor diaken werd aangenomen, het feit dat het diaconaat zoveel verandering in ons leven heeft teweeg gebracht, kan mij niet onberoerd achtergelaten hebben. Bij het onderzoek naar wat het betekent een diakenvrouw te zijn, is het misschien nodig na te denken over de vrouw die op haar eigen voeten staat.[iv]

    Vertaling Maurice Temmerman



    [i] Hoofdstuk 7: The Role of an Deacon’s Wife in Ministry and the Family of the Permanent Deacon van Dottie Mraz, The Liturgical Press, Collegeville, Minnesota, 1987, 159 bladzijden.

    [ii] De bisschop van het bisdom Clevelland, Ohio vroeg aan de permanent diaken bij het uitoefenen van hun ambt een clergycostuum te dragen, romeinse boord inbegrepen.

    [iii] Zie David Balk, “Burnout and the Permanent Diaconatet: Threat to Ministry. Opportunity for Grace,” in Diaconal Quartely x, no. 1 (winter 1984) p. 13 – 24.

    [iv] Hoofdstuk heeft als titel: The Woman Who Is a Deacon’s Wife. Vertaald: ‘De vrouw die een diakenvrouw is’.

    04-10-2006 om 12:19 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    HET DIAKENSCHAP…

    • biedt mij de kans om structurele onrechtvaardigheden te veranderen.

    !..1..!..2..!..3..!..4..!..5..!

    A C

    B

    HET DIAKENSCHAP…

    • geeft mij de mogelijkheid om wijdingsambt en huwelijk te verbinden.

    !..1..!..2..!..3..!..4..!..5..!

    A C

    B

    HET DIAKENSCHAP…

    • is voor mij een goed alternatief voor het priesterschap

    !..1..!..2..!..3..!...4..!..5..!

    A C

    B

    HET DIAKENSCHAP…

    • maakt dat de diaken zichzelf ziet als een geestelijke of clericus.

    !..1..!..2..!..3..!..4..!..5..!

    A C

    B

    HET DIAKENSCHAP…

    • opent voor mij de mogelijkheid om tot de vernieuwing van de kerkstructuren bij te dragen.

    !..1..!..2..!..3..!..4..!..5..!

    A C

    B

    TESTRESULTATEN

    • standpunt 1:
    • standpunt 2:
    • standpunt 3:
    • standpunt 4:
    • standpunt 5:
    • Welke hoofdletters komen het meest voor?

    A = Samaritaan

    B = Profeet

    C = Leviet.

    01-10-2006 om 20:46 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Samen het dak op!

    Parochie: “Samen het dak op!”
    Soms lekt het dank van onze kerk. Wij vinden dat maar raar.We gaan al gauw denken dat het dak niet meer deugt.Maar in feite liggen er duizenden pannen op het dak, diegoed zijn. Ze liggen schouder aan schouder.De één steunt op de ander. Ieder zorgt dat op zijn plekjehet hemelwater wordt opgevangen en doorgeschoven naar beneden.En die duizenden pannen samen houden het dak dicht. Maar als er één pan is, die scheef ligt of dwars, dan is het al mis. Dan zeggen we niet: “die pan lekt,”maar we zeggen: “het dak lekt”. Dan krijgen die duizenden goede pannen de schuld, omdat één pan niet deugt.Zo gaat dat ook vaag in het leven.Als onze voetbalclub heeft verloren, dan deugen de scheidsrechters niet. Als we een bekeuring krijgen deugt de politie niet. Als we het niet eens zijn meteen priester, dan deugt heel de Kerk niet.We staan gauw klaar met oordelen en willen graagde fouten van anderen breed uitsmeren. Het is geen fijne gewoonte.Op die manier zijn wijzelf de-pan-die-scheefligt.En in plaats van dit te erkennen, zeggen we liever:“Het dak lekt.”Zijn wij niet samen de “samen-leving”?Zijn wij niet samen de Kerk?Pan-naast-pan, steunend op elkaar?

    Daarom: samen het dak op, heel gezellig!

    Auteur: onbekend

    01-10-2006 om 14:02 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De diakenspiegel

    De diakenspiegel

    In de onderstaande ‘diakenspiegel’ kan elke diaken zien tot welk diakenmodel hij zich het meest voelt aangetrokken of beter, in welke mate de drie modellen in zijn persoon vermengd zijn en welk model bij hem de klemtoon krijgt.

    Daarbij kan tot onze geruststelling gezegd worden dat elke diaken op de eerste plaats een uitzondering is, een op zichzelf staand geval. Maar daarnaast is het ook goed om weten, dat bij alle persoonlijke originaliteit waarin een diaken zijn ambt verstaat en uitoefent, er bij bepaalde groepen van diakens zo veel overeenkomsten en verwantschappen zijn, dat zij met recht en reden tot modellen kunnen gebundeld en volgens hun overeenkomsten kunnen gegroepeerd worden.

    Dat doet niets af aan de originaliteit van elke diaken, want uit het empirisch onderzoek blijkt dat binnenin de drie modellen belangrijke variaties te noteren vallen.

    Bovendien is geen diaken een zuiver model en zal hij met grote waarschijnlijkheid kenmerken van de drie modellen in zichzelf kunnen herkennen.

    Toch kan elke diaken in de diakenspiegel voor zichzelf vaststellen dat hij met één van de drie modellen meer verwantschap vertoond dan met de andere twee.

    Uit zijn spiegelbeeld kan elke diaken met grote waarschijnlijkheid leren welke zijn sterke kanten zijn in de uitoefening van het diaconaat. Terzelfder tijd kan hij ook bij de andere modellen hun sterke kanten ontdekken en die bij hemzelf niet of in veel mindere mate aanwezig zijn.

    Door de onderlinge band van de diakens die anders zijn wint de diakengemeenschap van een bisdom aan kracht en sterkte.

    En er is nog meer mogelijk: elke diaken afzonderlijk kan ‘in de school’ van de twee andere modellen ter lere gaan en zich door die ‘anders geaarde diakens’ tot zelfontwikkeling laten aansporen.

    Hoe de diakenspiegel gebruiken?

    Deze diakenspiegel kan gemakkelijk gebruikt worden.

    In elk van de vijf volgende vakken lees je stellingen waarover elk van de drie modellen van mening verschillen.

    Je kiest bij elke stelling of zij voor jou hout snijdt (= 5) of helemaal niet (= 1), of je ermee eens bent of niet met eens bent.

    Heb je je keuze gedaan, dan zoek je de hoofdletter (A,B, C) die het dichtst bij je keuzen (tussen 1 en 5 ) staat.

    Deze hoofdletters noteer je dan in van de zes ‘Testresultaten’.

    Daar krijg je, zodra je de vijf vakken met stellingen hebt overwogen, vijf keuzes en voor elke keuze een hoofdletter A, B, C.

    Je ziet dan onmiddellijk de hoofdletter die het meest voorkomt in het resultaat!

    Als de A het meest voorkomt, dan ben je vooral geneigd het model van de Samaritaan gestalte te geven.

    Zijn de B’s in de meerderheid dan je ben je vooral aangetrokken door de profeten onder de diakens.

    Overwegen de C’s dan ben je vermoedelijk een leviet.

    Hoogst waarschijnlijk zal blijken dat niemand vijfmaal dezelfde hoofdletter heeft genoteerd.

    Als dat wel zo zou zijn dan ben je een ‘zuivere’ vertegenwoordiger van één van de drie modellen. Dat zou heel uitzonderlijk zijn.

    Hoogst waarschijnlijk komen er in je ‘testresultaten’ verschillende hoofdletters voor, een bewijs dat je zelf een gemengd model vertegenwoordigt.

    HET DIAKENSCHAP…

    • biedt mij de kans om structurele onrechtvaardigheden te veranderen.

    !..1..!..2..!..3..!..4..!..5..!

    A C

    B

    HET DIAKENSCHAP…

    • geeft mij de mogelijkheid om wijdingsambt en huwelijk te verbinden.

    !..1..!..2..!..3..!..4..!..5..!

    A C

    B

    HET DIAKENSCHAP…

    • is voor mij een goed alternatief voor het priesterschap

    !..1..!..2..!..3..!...4..!..5..!

    A C

    B

    HET DIAKENSCHAP…

    • maakt dat de diaken zichzelf ziet als een geestelijke of clericus.

    !..1..!..2..!..3..!..4..!..5..!

    A C

    B

    HET DIAKENSCHAP…

    • opent voor mij de mogelijkheid om tot de vernieuwing van de kerkstructuren bij te dragen.

    !..1..!..2..!..3..!..4..!..5..!

    A C

    B

    TESTRESULTATEN

    • standpunt 1:
    • standpunt 2:
    • standpunt 3:
    • standpunt 4:
    • standpunt 5:
    • Welke hoofdletters komen het meest voor?

    A = Samaritaan

    B = Profeet

    C = Leviet.

    In het referaat van Paul M. Zulehner worden de drie modellen van ‘Samaritaan’, ‘Profeet’ of ‘Leviet’ beschreven. Je kan ook zijn boek raadplegen: Paul M. Zulehner, Dienende Männer – Anstifter zur Solidarität. Diakone in Westeuropa, Schwabenverlag, 2003, p. 78 – 82 voor ‘ de diakenspiegel’ en voor de duiding van de drie diakenmodellen p. 65 – 69.

    De diakens in het Duitstalige West-Europa kennen wel degelijk één gemeenschappelijke trek in het verstaan en de uitoefening van hun diaconaat. Zij zien het diaconaat als een teken van de solidariteit van God met de mensen en vooral met mensen in nood. Dat is het grondthema. Anderzijds zijn in hun antwoorden op belangrijke vragen ook grote verschillen aan te wijzen. Zij kunnen worden herleid tot drie variaties op het ene grondthema.

    Er zijn meerdere oorzaken daarvoor aan te wijzen.

    Wij weerhouden hier slechts de eerste oorzaak. Hun antwoorden op die vragen verschillen door de aard van de diaconie waartoe zij zich aangetrokken voelen. In het pastoraaltheologische onderzoek is het gemeengoed geworden om twee vormen van kerkelijke diaconie te onderscheiden.

    De ene vorm verzorgt de slachtoffers van het onrecht. In de pastoraaltheologie noemt men dat dan ook de ‘verzorgende diaconie’.

    De tweede vorm stelt alles in het werk om te verhinderen dat er nog slachtoffers van het onrecht vallen. Zij werkt niet alleen ‘verzorgend’ maar vooral ‘preventief’. Zij bestrijdt alle structuren die veroorzaken dat er slachtoffers van het onrecht vallen: armen, verdrukten,… Deze vorm noemt men de ‘politieke diaconie’.

    De Latijns-Amerikaanse kerk gebruikt de parabel van de barmhartige Samaritaan om dit onderscheid te verduidelijken. Zoals Jezus de parabel vertelt gaat het om de helpende of verzorgende diaconie. Door middel van vragen wordt de parabel verder ontwikkeld. Wat zou er moeten of kunnen gebeuren opdat er morgen niemand meer in de handen van rovers valt? En nog verder: ‘Wat zouden wij moeten doen opdat niemand nog genoodzaakt wordt (of zou worden) om rover te worden?

    Zulke vragen brengen ons onvermijdelijk van de ‘verzorgende diaconie’ naar de ‘politieke diaconie’. Nu staat niet zo zeer het slachtoffer in het middelpunt, maar de vraag hoe voortaan slachtoffers kunnen vermeden worden door de verandering van slachtoffer-producerende-structuren. De verandering van zulke structuren bleek in de geschiedenis van het volk Israël één van de hoofdopdrachten van de profeten.

    Op de achtergrond van het onderscheid tussen ‘verzorgende diaconie’ en een ‘politieke diaconie’ worden de eerste twee variaties op de grondmelodie van het diaconale ambt zichtbaar:

    - Er zijn diakens die meer aan de zijde van slachtoffers van het onrecht staan;

    - Daarnaast zijn er diakens die niet alleen het slachtoffer zien, maar ook de slachtoffer-producerende-structuren (= “zondige’ structuren) in kerk en maatschappij en hoe zij die kunnen veranderen.

    DRIE AMBTPROFIELEN

    DE SAMARITAAN: de verzorgende diaconie in persoon

    De diaken die bij voorkeur zijn plaats ziet aan de zijde van de slachtoffers, noemen wij in navolging van de parabel van de barmhartige Samaritaan, ‘de Samaritaan’ onder de diakens. Het is de sterke kant van de diaken-Samaritaan om onmiddellijk hulp te bieden, meestal daar waar hij voltijds of als vrijwilliger werkzaam is. De diaken-Samaritaan ziet de mensen die onder het lijden gebukt gaan en snelt toe om ze te verzorgen, maar heeft geen of geen klare kijk op de schadelijke onrechtstructuren.

    Deze diakens weten van aanpakken.

    Zij hebben ook sterk de neiging om zich met de dagelijkse pastorale noden van een parochie te bekommeren. Dikwijls zijn zij diaken geworden omdat een pastoor hen heeft gevraagd ‘zijn helper’ te worden. Zij ondersteunen de pastoor in alles wat bij zijn pastorale werk komt kijken. Daardoor krijgt het diaconaat sterk de nadruk als helpende functie.

    DE PROFEET: de profetische diaconie in persoon

    In tegenstelling tot het eerste model van diaken zien wij een tweede model of type naar voren komen. Het is de profeet-diaken.

    Dit type diaken is niet alleen bereid de slachtoffers van het onrecht te helpen, maar heeft ook en vooral oog voor de rol van de structuren. Hij haalt de drenkelingen niet alleen uit het water, maar gaat ook stroomopwaarts kijken hoe het komt dat er drenkelingen in het water terecht komen en probeert te voorkomen dat het nog gebeurt. De profeet-diaken wil werken aan de verandering van onrechtproducerende structuren in de kerk en maatschappij[i].

    Het geeft te denken dat de profeten onder de diakens de voorrang geven aan het werken aan de onrechtvaardige kerkelijke structuren. Het werken aan de maatschappelijke onrechtvaardige structuren komt slecht op de tweede plaats. De concentratie op de binnenkerkelijke structuren komt vooral voor bij de voltijdse diaken, bijvoorbeeld de diakens die werken in dienst van kerkelijke projecten. Dat is de profeten onder de diakens ook niet onbekend. Zij werken dan ook liever niet in de parochiepastoraal, maar geven er de voorkeur aan zich te engageren in het kader van grotere kerkelijke apostolaatswerken ofwel in niet-kerkelijke sociale netwerken.

    Hier moet de vraag gesteld worden welke vorming en bijscholing er nodig is opdat diakens niet alleen zorgen voor de slachtoffers van het onrecht, maar ook verhinderen dat door hun politieke diaconie slachtoffers van het onrecht vallen. Want “de meest efficiënte vorm van naastenliefde is de politiek”, zegde Paulus VI.

    Hoe leren diakens de maatschappelijke verbanden beter begrijpen? Welke middelen staan er hen (en met hen de kerk) ter beschikking om politie-maatschappelijke invloed uit te oefenen? En vormt het feit dat zij tot het gewijde ambt behoren geen handicap, want politiek-maatschappelijke bemoeiingen door ambtsdragers wordt meer in vraag gesteld als die van niet-gewijde kerkleden? Blijft er op de duur voor de diaken alleen het werken aan de hervorming van de kerkelijke structuren over?

    DE LEVIET: de kryptopriester[ii]

    De eerste twee modellen van het diaconaat vinden hun ontstaan in de polarisatie tussen de verzorgende en de politieke diaconie.

    Het derde diaconaatsmodel ontstaat vanuit een heel andere motivering. Voor deze diakens is het heel belangrijk dat de uitoefening van hun wijdingsambt kan samengaan met hun huwelijk. Het diaconaat maakt het deze mannen mogelijk om nu reeds – aldus de grote meerderheid – het kerkelijk ambt te verbinden met het huwelijk.

    In deze groep diakens zijn er veel (71%; onder de profeten zijn er 48 %, onder de Samaritanen 54 %) die er reeds aan gedacht hebben priester te worden en die nog altijd bereid zijn – tenminste onder andere voorwaarden – om priester te worden ( 49 %; profeten 28 % en Samaritanen 35 %)[iii]. Door de gerichtheid op het priesterschap (maar niét omdat hij een bocht maakt om het slachtoffer!), noemen wij deze derde variant van het éne diaconaat, levieten.

    Levieten lijden in de uitoefening van hun diaconaat er het meest onder dat vele kerkleden van hen verwachten dat zij priesterlijke opdrachten zouden uitoefenen: zoals bijvoorbeeld in het ziekenapostolaat de biecht horen en het ziekensacrament vieren. Zij lijden er ook onder dat in hun diepste zelf deze wens leeft, maar niet vervulbaar is.

    Levieten zijn kryptopriesters ofwel diakens in presbyterale standby[iv].
    Het huidige priestertekort komt hen goed uit. De levieten herinnen de kerk eraan dat er veel diakens zijn met parochie-ervaring die tot priester zouden kunnen gewijd worden, op voorwaarde dat het celibaat en priesterambt worden losgekoppeld.

    …Behalve het onze[v]

    Lieve mensen,

    Christus heeft nu geen handen meer

    om uit te strekken naar degenen die lijden –

    behalve de onze.

    Hij heeft geen ogen

    meer om zijn liefde te delen

    met degenen

    die aan eenzaamheid en wanhoop kapot

    gaan –

    behalve de onze.

    Hij heeft geen voeten meer

    die hem dragen naar degenen

    die in het donker uitgeteld liggen –

    behalve de onze.

    Hij heeft geen hart meer

    dat breken kan bij

    het zien van een stervend kind –

    behalve de onze.

    Teresia van Avila

    Bewerking door diaken Maurice Temmerman



    [i] De naastenliefde vraagt van ons dat onze liefde universeel en radicaal zou zijn. Zij sluit alle mensen in en alle mensen in al hun aspecten.

    [ii] Volgens Verschuerens modern woordenboek (1961) betekent ‘kryptopriester’ ‘in het geheim zijnde wat het tweede lid zegt’.

    [iii] Ik hoorde ooit een van de eerste gewijde diakens van het aartsbisdom zeggen: “Wil je diaken X er op wijzen dat hij, indien hij zijn manier van handelen niet wijzigt, de kans niet zal krijgen om priester gewijd te worden.” Toen ik hem daaromtrent ondervroeg verwees hij naar een uitspraak van kardinaal Suenens.

    [iv] Volgens Wolters’ Engels woordenboek: ‘steun, trouw hulp (aanhanger), persoon of ding waarop men kan reken; houvast; reserve;…”

    [v] Uit Paul Begheyn, Sta op en ga open. Een leefboek om je ervaringen te toetsen, Lannoo, 1980, p. 157

    30-09-2006 om 20:05 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wanneer de wereld een dorp was...

    Wanneer de wereld een dorp was…(blog)

    Wanneer de wereld een dorp was met 1000 inwoners

    zouden er 564 Aziaten wonen,

    210 Europeanen, 80 Zuid-Amerikanen

    en 60 Noord-Amerikanen, 86 Afrikanen.

    Wanneer de wereld een dorpwas met 1000 inwoners

    zouden er 700 niet-blanken wonen en 300 blanken.

    Wanneer de wereld een dorp was met 1000 inwoners

    zouden er 300 christenen wonen,

    159 met een gekleurde huid en 141 blanken.

    Naast hen zouden er 700 niet-christenen leven.
    Wanneer de wereld een dorp was met 1000 inwoners

    zouden er 700 niet kunnen lezen of schrijven,

    zouden er 600 in sloppenwijken of mensonwaardige hutten leven,

    zouden er 500 hongerig of onvoldoende gevoed

    naar bed gaan elke dag,

    zou de helft van het inkomen bij 60 mensen terecht komen.

    De andere helft zou door de 940 overigen mogen gedeeld worden.

    Wanneer dit de situatie van ons dorp zou zijn,

    zou zij ons te denken geven.

    Wat een uitdaging om vanuit zo veel

    verschillende radicale, culturele en religieuze

    achtergronden elkaar te vinden.

    Wat een mogelijkheid tot uitwisseling

    en onderlinge verrijking.

    Maar ook: wat een noodzaak om een aantal toestanden te veranderen.

    Als dit ons dorp zou zijn, dan wisten we het wel.

    Maar het is in feite ons dorp,

    want het is onze wereld,

    en zó groot is die ook niet meer.

    Auteur: onbekend.

    30-09-2006 om 18:13 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over econome en geld en kerk en management
    BRAAMBOS OVER ECONOMIE EN GELD EN KERK EN MANAGEMENT
    BRUSSEL (KerkNet/Braambos) - Frans Crols studeerde economische wetenschappen aan de UFSIA. Na zijn vervangende legerdienst als ontwikkelingshelper in Congo werd hij medewerker aan de Gazet van Antwerpen, waar hij pionierswerk verrichtte op het gebied van de economische journalistiek. Nu is hij directeur van 'Trends Magazine'. In de uitzending van 1 oktober 2006, op Eén om 9 uur en op Canvas omstreeks 23 uur, spreekt hij over economie en geld, kerk en management maar ook over zijn geloof in God, het belang van de liturgie en de figuur van Jezus van Nazaret.
    In deze uitzending zit ook de eerste aflevering van de nieuwe reeks 'Sterke Verhalen', waarin 'De Goede Herder' centraal staat.Omdat evangelieverhalen best wat uitleg kunnen gebruiken, pakt Braambos uit met de derde televisiereeks 'Sterke Verhalen'. Daarin snellen Bijbeldeskundigen ter hulp om teksten te situeren, begrippen te verduidelijken en literaire genres te verkennen. Prangende vragen v an verscheidene lezers vormen het uitgangspunt voor verdere exploratie. Uit getuigenissen blijkt dat het een boeiende onderneming is om het evangelie te vertalen naar het concrete leven. Gastvrouw van dienst is Iny Driessen.
    'Ik ben de goede herder.' is één van de meest beeldende uitspraken die Jezus over zichzelf doet. Hoewel de schaapherder uit het straatbeeld is verdwenen, kunnen we ons zonder veel moeite de liefdevolle zorg van een herder voor zijn schapen inbeelden. Blijven we stilstaan bij dit ietwat romantische beeld of wil Jezus ons meer vertellen? Zijn er vandaag nog 'goede herders'? Wie zijn de schapen? En er zijn ook huurlingen en wolven .
    Klik hier met de rechtermuisknop om afbeeldingen te downloaden. Om uw privacy te beschermen, is het automatisch downloaden van deze afbeelding van internet verhinderd.
top

    29-09-2006 om 16:57 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wist u dat bomen spreken?

    “Indianen die in nauw contact staan met de Natuur en haar Meester, leven niet in het duister. Wist u dat bomen spreken? Ja, dat doen ze. Ze spreken tegen elkaar, en ze spreken ook tegen u als u maar luistert. Maar blanken luisteren jammer genoeg niet. Ze hebben nooit naar Indianen leren luisteren, wat zouden ze dan naar de stemmen van de Natuur luisteren? Zelf heb ik van de bomen veel geleerd: soms vertellen ze van het weer, dan van de dieren, dikwijls ook van de Grote Geest.”

    “Mijn volk en de blanken weten dat ik er niet aan denk om ook maar het kleinste stuk van mijn grond te verkopen, en ik wil ook niet dat de blanken de bomen omhakken, vooral de eiken niet. Ik houd er veel van de eikenbosjes. Ik kijk er graag naar, omdat ze de stormen van de winter en de hitte van de zomer trotseren. Ze lijken op ons, want hoezeer ze ook bloot staan aan het geweld van weer en wind, ze krijgen daarvan ook kracht.”

    “Alles wat beweegt, staat van tijd tot tijd hier en daar stil. Een vogel vliegt rond, maar hiér blijft hij een tijdje zitten om zijn nest te bouwen, en dáár om van het vliegen uit te rusten. Een man die op weg is, blijft staan als hij wil. Zo heeft ook de Schepper gepauzeerd. Een plaats waar hij zijn tocht heeft onderbroken, is de zon, de mooie, stralende zon. Ook bij de maan, bij de sterren en de winden heeft hij gestaan. Waar bomen groeien en dieren leven, heeft hij vertoefd, en een indiaan is die plaatsen indachtig, en stuurt zijn gebeden daarheen, om de plek te bereiken waar de Schepper gerust heeft, en om haar hulp en zegen te verkrijgen.”

    Getuigenissen van Noordamerikaanse Indianen, opgetekend door T.C. McLuhan, Canadese antropologe, in: Wie der Hauch einen Büffels im Winter

    29-09-2006 om 08:23 geschreven door Tembug

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 27/11-03/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 14/11-20/11 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 22/08-28/08 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Gastenboek
  • kunstgroeten uit Keerbergen
  • Athea & Lana wensen U nog een aangename dag....
  • Vriendelijke groetjes uit Tessenderlo.
  • groetjes uit Koekelare
  • Wandelgroetjes uit Borgloon

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!