Franstalige bibliografie ove sociale leer van de Kerk
SOCIALE WEEK IN FRANKRIJK
BRUSSEL (Kerknet/SIR) - Van 24 tot 26 november a.s. vinden voor de 81ste keer de 'Semaines Sociales de France' plaats. De Sociale Week werd al op het einde van de negentiende eeuw gehouden om een impuls te geven aan de sociale leer van de katholieke kerk en die beter bekend te maken. Later volgden ook landen als Italië, Spanje of Portugal het Franse voorbeeld. Michel Camdessus, de voorzitter van de 'Semaines Sociales de France', stelt dat de strijd tegen het onrecht in Europa en de rest van de wereld dit keer centraal staat. De deelnemers, die samenkomen in Paris-La Défense, buigen zich vooral over de vraag: 'Wat is een rechtvaardige samenleving?'. Volgens Camdessus is die vraag meer dan ooit relevant, vooral met het oog op de komende Franse verkiezingen in de lente van volgend jaar. Uitgangspunt van de gesprekken zijn de voorstellen die worden aangereikt door de plaatselijke groepen van leken, die samen een netwerk vormen en die nauwe cont acten onderhouden met de nationale coördinatie van de 'Semaines Sociales'. Voor de bijeenkomst verwacht men tal van vooraanstaande theologen, filosofen, politici, maar evenzeer duizenden leken. Alles over de 'Semaines Sociales de France' via de website: http://www.ssf-fr.org/
81° semaine sociale de France Une société juste ? 24, 25 et 26 novembre 2006 CNIT (Paris-La Défense)
Foucauld (Jean-Baptiste de) et Affichard (Joëlle), sous la direction de, Pluralisme et équité. La justice sociale dans les démocraties, 1995 (Ed. Esprit) ;
Viveret (Patrick), Delmas-Marty (Mireille), Morin (Edgar), Passet (René) et Petrella (Riccardo), Pour un nouvel imaginaire politique, janvier 2006 (Fayard)
Ce n'est pas juste, dossier de la revue Projet, n° 289, novembre 2005 (articles de F. Dubet, B. Eme, J. Costa-Lascoux, L. Boltanski, P.Gibert, J-M. Bélorgey).
Mellon (Christian), «Inde: où en sont les Dalits ?», Le Journal de la Paix, avril 2006
Sabeg (Yazid) et Méhaignerie (Laurence), Les oubliés de l'égalité des chances, mars 2006 (Hachette Pluriel, daprès le rapport homonyme de lInstitut Montaigne, 2004)
UNVERSITEITEN MOETEN MEER AANDACHT HEBBEN VOOR SOCIALE LEER VAN DE KATHOLIEKE KERK
BRUSSEL (Kerknet/CISA/Zenit/Fides/CNS) - De katholieke universiteiten moeten in al hun studierichtingen meer rekening houden met de sociale leer van de katholieke kerk. Dat was wel vaker te horen op de pas afgelopen conferentie met afgevaardigden van de katholieke universiteiten in Rome. Volgens de deelnemers zal een grotere aandacht voor de sociale leer van de katholieke kerk ook ervoor zorgen dat die leer sterker kan doordringen in het sociale weefsel en een impuls kan geven aan de menselijke waardigheid, het algemeen welzijn, solidariteit, rechtvaardigheid en vrede.
Sociale leer Thema van de conferentie in Rome was: 'Universiteiten en de sociale leer'. Een 150-tal afgevaardigden van katholieke universiteiten uit de hele wereld nam eraan deel. In zijn openingstoespraak riep kardinaal Renator Martino, de voorzitter van de pauselijke Raad 'Rechtvaardigheid en Vrede', de katholieke universiteiten op meer aandacht te hebben voor de sociale leer van de katholieke kerk. Op die manier kunnen ze een integraal humanisme bevorderen. De kardinaal onderstreepte de noodzaak van samenwerking tussen specialisten uit verschillende disciplines. "Met zijn theologische en filosofische basis, die toepassingen vindt in de economie, de wet, de mensenrechten, rechtvaardigheid en vrede, is de katholieke sociale leer een uitgelezen domein voor interdisciplinaire samenwerking."
Geen versplintering Kardinaal Zenon Grocholewski, de prefect van de Congregatie voor het Katholieke Onderwijs, stelde dat die sociale leer van de katholieke kerk niet op zichzelf mag beschouwd worden, maar dat die in de verschillende onderwerpen, die aan de katholieke universiteiten onderwezen worden, moet kunnen doordringen. Hij onderstreepte dat de katholieke sociale leer niet alleen moet bestudeerd, maar ook daadwerkelijk beleefd moet worden. Kardinaal Ruini van zijn kant onderlijnde de plicht van christenen om de waardigheid van de menselijke persoon te bevorderen. Daarbij moet men zich steeds voor ogen houden dat elke mens beeld en gelijkenis is van God. Kardinaal en staatssecretaris Tarcisio Bertone sprak in een brief aan de deelnemers van het congres zijn tevredenheid uit over het feit dat specialisatie in verschillende wetenschappelijke disciplines niet leidde tot een 'versplintering van de kennis'. Hij voegde eraan toe dat wetensc happers altijd op anderen een beroep kunnen doen als ze op een of ander domein minder beslagen zijn. Tot slot vroeg hij hen ook om steeds hun doel voor ogen te houden.
"Een boer verving zijn paard door een traktor en had bedrijfsoverschotten aan weggeefprijzen op de veiling. Een fabriek verving arbeiders door een computer en het 'verlies' werd door de Staat bijgepast."
"Elk bedrijf heeft bepaalde mensen onder de hoofding: verliespost."
BRUSSEL (Kerknet) - Psychologe Ria Grommen stelt voor anders met de tijd om te gaan. In plaats van voortdurend tegen de klok te leven kunnen wij proberen opnieuw in de tijd te gaan leven. Leven in de tijd betekent bv. de levensritmes respecteren, de seizoenen een plaats geven, aan mensen bij verlies een periode van rouwen gunnen, tijd nemen en het geduld hebben om ideeën te laten rijpen, om vaardig te worden, om uit te groeien tot de vrouw die je ten diepste bent, tijd delen met anderen en zo je leven met hen verweven. Een pleidooi dus voor een cultuur van de aandacht als voorwaarde voor kwaliteitsvol leven. Leven in de tijd geeft kwali-tijd. Ria Grommen(° 1947) is psychologe en docente aan het Hoger Instituut van Gezinswetenschappen. Zij is gehuwd, moeder en grootmoeder. Zij publiceerde o.m. met Marc Desmet het boek 'Moe van het moeten kiezen. Op zoek naar een spiritualiteit van de zelfbeschikking', een uitgave van Lannoo uit 2005. De KAV-avond start telkens om 20 u ur en heeft plaats op verschillende plaatsen in Vlaanderen. De reeks opent op 25 januari 2007 in de Gildezaal, Joris Van Oostenrijkstraat 65 in Kuringen. Daarna volgen nog avonden in Antwerpen (1 februari 2007, in het auditorium 'de Stroming', Nationalestraat 111), in Lokeren (op 8 februari 2007 in het CC Torenzaal, Torenstraat 1), in Wemmel (op 13 februari 2007 in het CC De Zandloper, Kaasmarkt 75) en op 22 februari 2007 in CC 't Hofland, Oude Lichterveldestraat 13 in Ardooie. De toegangsprijs bedraagt 7 euro (of 5 euro voor KAV-leden). Info en inschrijven via tel: 02 220 30 60 en e-mail: buitengewoneactiviteiten@kav.be.
"Wanneer een kind zich bezeert zegt het: 'stoute tafel' - Wanneer een volwassene zich bezeert zegt hij: 'onrechtvaardige wereld' - Het voorwerp wordt ruimer gezien - het accent blijft hetzelfde!"
BRUSSEL (Kerknet) - Namens de bisschoppen van België en onder de titel: 'Katholieke kerk leeft mee met het personeel van VW-Vorst', heeft kardinaal Godfried Danneels vanavond een korte verklaring gepubliceerd naar aanleiding van de gebeurtenissen in de Volkswagen-vestiging van Vorst. Hierna volgt de integrale tekst. "De bisschoppen zijn erg geschokt door het sociale drama dat zich momenteel bij VW-Vorst aan het voltrekken is. De economische herstructurering die vandaag werd aangekondigd zal duizenden werknemers uit het bedrijf en daarbuiten hun werk ontnemen en brengt even zovele families in financiële onzekerheid. Wij roepen op alles te doen wat in de mogelijkheden ligt om de werknemers die hun baan verliezen zo goed mogelijk bij te staan op economisch, sociaal en menselijk vlak. Op weg naar Kerstmis nodigen wij iedereen uit solidair te zijn met de slachtoffers van dit drama en met alle mensen in nood."
HET IPB OVER DE SITUATIE IN VW-VORST
BRUSSEL (Kerknet/IPB) - "Het Interdiocesaan Pastoraal Beraad (IPB), een overleg- en adviesorgaan met een ruime vertegenwoordiging uit alle sectoren van de pastoraal en van het christelijk organisatieleven in Vlaanderen, kan niet ongevoelig blijven voor wat zich de voorbije dagen heeft voorgedaan bij VW Vorst. Zeker de beslissing die vandaag werd bekendgemaakt is niet goed te keuren", stelt het IPB bij monde van zijn voorzitter Guido Vos, in een vanavond vrijgegeven perscommuniqué. "Het ontslag van duizenden werknemers kan terecht een 'persoonlijke ramp' genoemd worden voor elk van hen. Ieder ziet een levenszekerheid en een toekomst bedreigd door het verlies van hun arbeid en inkomen. De inzet van elk van die mensen wordt miskend en uitgewist alsof het van geen tel was. Maar het is evenzeer een klap in het gezicht van een samenleving. Eens te meer maken dergelijke beslissingen duidelijk dat rechtmatige belangen van mensen, gezinnen en gemeenscha ppen moeten wijken voor economische en nationalistische beslissingen. In een Europese en geglobaliseerde cultuur vinden wij dit onaanvaardbaar. Basiswaarden van een samenleving worden met de voeten getreden. Respect voor mensen, aandacht voor de meest kwetsbaren, solidariteit en algemeen welzijn verdwijnen naar de achtergrond." "Een verantwoord sociaal begeleidingsplan lijkt een minimumeis van rechtvaardigheid, maar het kan niet opwegen tegen het onrecht, de woede, de onmacht en het leed van de betrokkenen. Als IPB vragen wij dat de belangen van mensen en het algemeen welzijn primeren in het economische proces. Het IPB wijst de beleidsverantwoordelijken en de politici er op dat er dringend werk dient gemaakt te worden van een eerlijker en humaner socio-economisch model, met een duidelijke wetgeving op Europees vlak en bijhorende sanctioneringsmogelijkheden. Het IPB zegt de werknemers van VW Vorst en zijn toeleveringsbedrijven, en al degenen die hun belangen behartigen, z ijn volle steun toe."
Het oudste huis van Erondegem werd afgebroken om er appartementen op te bouwen. Links zie je de 'vrijheidsboom' en rechts een deel van het stamhuis der 'Temmermannen', het 'Schaeck'.
De kerk van Erondegem opnieuw! Het laatste of is het eerste deel van de kerk, rechts van de foto, is de Calvarieberg, ook de Kruis-Lieven-Heer genoemd. Recht daartegenover, 'vis-à-vis' staat 'het Schaeck', het stamhuis van de Te(i)mmermannen. Tussen het kerkhof - nu een aangelegd parkje - en het stamhuis, ligt de straat, de vroegere hoofdweg Gent-Brussel. In 1704 werd de steenweg Brussel - Aalst - Gent voltooid.
Suggesties voor de verdere opvolging van het jaar van de diaconie [1] en de diakengemeenschap
De diaken, de dekenale conferentie en de dekenale stuurgroep
In de werkmap 2005 2006 vinden wij onder Themas dekenale conferenties 2006 2007, p. 4: November: Wij geloven in de Liefde. Het is de bedoeling om tijdens conferentie van de maand november,aan de hand van de eerste encycliek van paus Benedictus XVI Deus caritas est, te zorgen voor een verdere opvolging van het jaar van de diaconie. Onder het hoofdstuk Suggesties voor de jaarplanning 2006 2007[2], worden voor elke maand suggesties tot verwerking gegeven. Voor de maand november vinden wij de suggesties op de bladzijden 10 11 en vier bijlagen in de gele bladzijden van p. 19 tot en met 25. In bijlage 1 vinden wij drie bladzijden citaten uit Deus caritas est. In bijlage 2 wordt ons de schilderij van Sieger Köder met als titel Voetwassing voorgesteld. Op bladzijde 22 tot 23 vinden bij een reproductie van die schilderij en een prachtig commentaar op de schilderij. Op bladzijde 24 vinden wij in bijlage 3 het verloop geschetst van een contemplatieve dialoog, bijvoorbeeld bij de schilderij en de tekst van de Voetwassing. Op bladzijde 25 tenslotte vinden wij bijlage 4: Suggesties voor de verdere opvolging van het jaar van de diaconie.
Wij wijzen hier op de laatste suggestie: Diaken: diaconaal en dekenaal. Hier lezen wij: Jaarlijkse samenkomst van de diakens van het dekenaat en de dekenale stuurgroep rond de concrete invulling van het ambt van de diakens.
Vraag aan de diakens
Hier heeft de redactie een vraag aan jullie: Heeft er in jullie decanaat zon samenkomst plaats gehad en kunnen en willen jullie ons daarvan een bericht sturen?
Misschien gebeurt zon samenkomst later, kunnen jullie ons dan alsnog een verslag sturen?
Twee motivatieteksten die het belang van die samenkomst aantonen.
1. Enkele uitspraken over de diakens in Testamentum Domini[3]
1.31,10 : Zoals het goed en passend is, gaat de priester samen met de diaken in de huizen van de zieken en brengt hen een bezoek. Hij bezint zich over wat passend en nuttig is om aan de zieken te zeggen, vooral aan de gelovige zieken.
I.33,1: De diaken doet en deelt alleen dat mee wat de bisschop hem opdraagt. Hij is de raadgever van heel de clerus en is zodoende het zinnebeeld van de hele kerk.
Hij verpleegt de zieken, bekommert zich om de vreemdelingen, is de toeverlaat van de weduwen.
Op vaderlijke wijze ontfermt hij zich over de wezen, gaat de huizen van de armen in en uit om na te gaan of er iemand is die in angst leeft, ziek is of in nood is geraakt.
Hij gaat in de woningen van de catechumenen op bezoek om diegenen die twijfelen te bemoedigen en om de onwetenden te onderrichten.
Hij kleedt de overleden mannen aan en baart hen op. Hij begraaft de vreemdelingen en ontfermt zich over degenen die hun vaderland hebben verlaten of eruit verdreven werden.
Hij maakt aan de gemeente (= christelijke gemeenschap) de namen bekend van degenen die in nood verkeren.
Daarbij zal hij de bisschop (het dekenaal team) niet lastig vallen en hem alleen s zondags verslag uitbrengen, opdat hij daardoor over alles op de hoogte is.
1.34,3: Als een diaken werkzaam is in een stad die aan de zee ligt, zal hij zorgvuldig de oevers afzoeken, of er geen lijken van schipbreukelingen zijn aangespoeld.
Hij zal de drenkelingen aankleden en begraven.
In het onderkomen ( het opvanghuis) voor vreemdelingen zal hij er zich van gewissen of er daar geen zieken, armen of overledenen zijn, en hij zal de gemeente ( = de christelijke gemeenschap) meedelen, wat voor iedereen moeten gedaan worden, wat nodig is.
De verlamden en zieken zal hij een bad geven, waardoor zij in hun ziekte (in hun noodsituatie) even op adem kunnen komen.
Allen die in nood verkeren moet hij melden aan de gemeente.
1.34,4: De diaken zal in alles als het oog van de kerk zijn; hij zal zich inspannen om een voorbeeld van vroomheid te zijn. (Hier volgen nog waarschuwingen voor degenen die nog niet tot het eucharistievieren bekwaam zijn en over de voorbeden die de diaken moet voordragen).
Het is allereerst de kerk zelf die dianaar en diaken moet zijn. Maar binnen zon diakonale kerkgemeenschap heeft de ambtelijke diaken een eigen en onvervreemdbare zending en taak. In nummer 29 van Lumen Gentium wordt gezegd dat de diakens de handen worden opgelegd niet voor het priesterschap, maar voor het dienstbetoon.
In de kerk van de Oudheid was de diaken inderdaad verantwoordelijk voor alle initiatieven die een kerkgemeenschap ondernam voor armen, zieken en behoeftigen.
Het is duidelijk dat de kerk ook vandaag haar diakonale zending slechts kan vervullen, als er mensen zijn die op het terrein van de armenzorg, de ziekenzorg en van de dienst aan de medemens initiatieven nemen of die anderen tot initiatief aanzetten en motiveren.
Het zijn déze mensen die dan ook door handoplegging en onder aanroeping van de heilige Geest ambtelijk tot diaken worden aangesteld en gewijd.
Deze diakens moeten de kerkgemeenschap er voortduren aan herinneren dat God een voorkeurliefde heeft voor de armen en voor allen die zonder uitzicht zijn. Ze moeten ervoor zorgen dat de kerkgemeenschap haar verantwoordelijkheid op dat terrein niet vlucht. Ze moeten niet alles zelf doen en ook niet alles alleen doen. Zij moeten andere christenen en uiteindelijk de hele gemeenschap erin betrekken.
Hier is te denken aan de vele initiatieven die binnen een kerkgemeenschap kunnen genomen worden voor de armen en materieel behoeftigen, zowel in eigen land als in de Derde Wereld. Hun welzijn moet onze zorg zijn en we moeten broederlijk (en zusterlijk) met hen delen.
Er zijn de zieken en de bejaarden.
Er zijn de migranten en gastarbeiders, de vreemdelingen en mensen in de marge.
Er is de strijd voor gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping.
Altijd weer zijn er ook nieuwe concrete noden te ontdekken, zoals in het verhaal van de zeven in Hand 6 , 1 7, die de achteruitstelling van de hellenistische weduwen bij de hulpverlening moeten opvangen.
Er is in onze dagen de nood van asielzoekers en vluchtelingen, drugverslaafden, affectief ontwrichte jongeren, vereenzaamde bejaarden, aids-patiënten.
Hoeveel materieel én geestelijk lijden is er niet aanwezig in een moderne welvaartsmaatschappij?
De kerk kan het evangelie niet verkondigen, als ze niet metterdaad een teken van hoop is voor zon mensen.
Voor het diakonaat moeten we ook niet uitsluitend denken aan binnenkerkelijke pastoraal. Diakens meten ook te vinden zijn in de diaspora, in de alternatieve circuits van buurtwerk, opbouwwerk, opvang en preventie.
De suggesties voor november, als opvolging van het jaar van de diaconie, moeten door ons ter harte genomen worden.
Dmt
[1] Werkmap voor de dekenale stuurgroepen: Volwassen worden in geloof. Suggesties voor de dekenale werking, van het Centrum voor Christelijk Vormingswerk, mei 2006, p. 25, bijlage 4: Suggesties voor de verdere opvolging van het jaar van de diaconie(uit de werkmap voor de dekenale stuurgroepen mei 2002).
Mogelijk lijkt het een beetje naïef om te praten over het ontzagwekkende en over de schoonheid midden in een wereld die gewond en gebroken is. Welnu, een christen is een realist, fundamenteel een realistisch mens. Je kunt overigens ook alleen maar met een realistische spirituele instelling de confrontatie aangaan met de uitdagingen aan deze wereld die God zo diervaar is en aan deze cultuur waaraan we het evangelie moeten brengen. Ook al zijn we erfgenamen van een bloedige eeuw, we zijn ook weeskinderen geworden van een tijdperk van hoop. En het is in naam van dit spiritueel realisme waarvan de authenticiteit van de Eucharistie juist getuigt dat een christen de taal van de hoop kan en moet durven spreken, ongeacht elke schijn, bij tij en bij ontij. Meer dan wie dan ook, ziet een christen de wereld zoals die werkelijk is, met alles waarop hij hoopt maar ook met alle gewelddadigheid, met zijn heldendaden maar ook waar hij het op een laffe en tragische manier opgeeft. Dat i het, dat menselijk deeg, dat door het licht van de Eucharistie wordt bestraald, als de zon die gerechtigheid brengt en genezing in haar vleugels draagt (cfr Mal. 3,20). In de Eucharistie is de wereld vrijgekocht, is het heelal van gedaante veranderd, is de Emmanuel voor altijd aanwezig. De verminkte wereld laat met zijn misvormingen zien juist door het gemis en het verlangen dat ze oproepen hoe de contouren van de beloofde harmonie er uitzien, zoals die reeds in de Eucharistie tot werkelijkheid wordt. Voor de christen die de Eucharistie leeft, gaat het er dan niet meer om zich blind te staren op wat mismaakt is. De Eucharistie brengt ons ertoe onder ogen te zien wat van gedaante is veranderd. De Eucharistie neemt in de schemerachtige schaduwen van de wereld die voorbijgaat al het onvergankelijke ochtendgloren waar van de wereld die blijvend is. De Eucharistie brengt ons naar het hart van de schepping; ze daalt af in de ondoorgrondelijke diepten van zonde en haat, om er de overwinning te doen opstaan van de lichtgevende liefde die sterker is dan de dood. De Eucharistie situeert zich dus in het zenuwcentrum van het heelal en van de geschiedenis van de mensheid omdat zij ons het meest intieme mysterie openbaart van de God die ons komt redden.
De Eucharistie veroorzaakt dan een tweevoudige beweging: aangezien zij al de hemel op aarde is, brengt zij ons ertoe, drijft ze ons, om een uitdrukking van Paulus te gebruiken (urget nos cf. 2 Kor. 5,14) om in de wereld de geest van de Bergrede te laten heersen en om te leven volgens de zaligsprekingen. Anderzijds herinnert de Eucharistie ons r steeds aan dat we vreemdelingen zijn, op doorreis op deze aarde, op weg naar ons echte vaderland, waar Christus voor ons een plaats heeft gereed gemaakt (cf. Jn 14,2-3), samen met al diegenen die het glorierijke Offerlam gadeslaan, dat gezeten is op de troon. Hij is het die we in de communie ontvangen en we bevestigen de waarheid van deze identiteit met ons armen.
Diaken-zijn "Binnen het geheel van diensttaken heben bisschoppen, priesters en diakens een eigen plaats. Ze vervullen het apostolisch dienstwerk in de kerk en staan doorheen de wisselende tijden borg voor de trouw aan de apostolische oorsprong van het kerkelijk leven. Voor dit dienstwerk ontvangen ze het wijdingssacrament dat hen niet verheft boven de andere gedoopten maar hen toerust om hun specifieke taak in dienst van het godsvolk te kunnen vervullen.
Zo ontvangt de gedoopte en gehuwde diaken door zijn wijding een specifieke toerusting van de Geest om midden de geloofsgemeenschap een levende heenwijzing te worden naar Christus, dé Dienaar van God en van de mensen. De diakenwijding doet niets af van het feit dat Christus door zijn Geest in elke christen leeft, ieder van hen in dient en tot dienstbaarheid uitnodigt. De wijding geeft aan de diaken wel de kracht en de opdracht om midden een dienende kerkgemeenschap te herinneren aan en te verwijzen naar de ons overstijgende Bron van alle dienstbaarheid die in Christus te vinden is. Doorheen gebed, verkondiging, liturgische vieringen en groeiende zelfvergeten dienstbaarheid verbindt de diaken de dienende kerk met haar Meester bij wie ze een inspirerend voorbeeld en steeds nieuwe kracht kan vinden. Een diaken zal binnen de inzet en het getuigenis van de kerkgemeenschap steeds herinneren aan de voorrang van Christus, die onze diaconie inspireert en mogelijke maakt. De indentiteit van het permanent diaocnaat mogen we niet teveel en zeker niet louter in termen van activiteit verhelderen. Het specifieke dienstwerk van een diaken wil voor alles waken over het Christusverbonden karakter van de kerkelijke diaconie."
Koen Vanhoutte, in Ambt en huwelijk, Bisdom Brugge, Diocesane Commissie Permanent Diaconaat, 12 / 2003, p. 9 - 10
In de bijbel gaan de mensen met elkaar om in alle eenvoud en ieder ander wordt bij zijn voornaam genoemd: Heli, Mozes, Andreas, Petrus,
Zo gaat het bij de mensen: al vóór de geboorte zoeken mensen een naam voor hun kind.
Iemand die je liefheeft geeft je een naam.
En als kind, als jongere, laat je je ook bij die naam noemen.
Maar als je ouder wordt begin je je voornaam soms te verbergen: sommige mensen omringen hun naam met hun titels, met hun beroep.
Veel mensen hebben geen voornaam meer, maar een beroep, een functie: ze vinden dat veel voornamer en het schept afstand, discreties.
In sommige straten kent men de naam niet van de mensen die er wonen.
Men zegt gewoon mijnheer, mevrouw, soms komt er nog iets bij ook. Bijvoorbeeld/
Als je je voornaam prijsgeeft, dan weten de mensen: ik mag haar, hem roepen, ik mag een beroep om haar, hem doen.
Als je één of andere van die ingewikkelde diensten moet opbellen bijvoorbeeld en je kent een naam, dan is dat een lichtpunt in die doolhof, dan kom je dadelijk terecht.
Iemand die je echt zijn naam prijsgeeft, wil daarmee zeggen: bel even aan, bel mij op, voor jou ben ik thuis.
Bij een begrafenis wordt de overledene (hoe rijk ook, hoe belangrijk ook) altijd met de voornaam genoemd.
Jammer dat het voor velen dan te laat is, want niemand kan haar of hem nog roepen Zij zijn er niet meer
Het wondere in de bijbel is nu dat iedereen met de voornaam genoemd wordt.
Er lopen in de bijbel veel groten rond: Abraham, David, Mozes, Judith, Esther, Maria,
De koningen en de profeten, ze worden allemaal met de voornaam genoemd.
Ik heb mij afgevraagd hoe het komt dat in de bijbel ook al die groten een voornaam hebben.
Ik denk dat het komt omdat God ze zo noemt: voor God is David ook maar gewoon David.
Voor God is Mozes maar gewoon Mozes, enz.
En Jezus noemt zowel de simpele visser Petrus en Andreas, als de rijke Zacheüs de farizeeër Simon die een feestmaal geeft, gewoon bij hun voornaam.
Noem niemand heer of vader of meester of mijnheer, zegt Jezus.
Eén is uw Vader, één is uw Meester!
Ik denk dat daarom alleen voornamen in de bijbel staan, doordat God ze bij hun naam noemt.
Voor God is er noch hoog noch laag, noch rijk noch arm, noch zwak noch machtig.
Hun naam staat geschreven in de palm van Zijn hand.
Het is nog meer.
God zelf geeft zijn naam aan ons prijs. Hij wil daarmee zeggen: je mag mij aanspreken, je mag op mij roepen.
Ik roep jou bij de naam, maar jij mag ook op mij roepen.
Het oude testament vertelt hoe God zijn naam prijsgeeft: Jahweh (Ik zal er zijn betekent dat), en dat is diep menselijk, want hoe je ook heet, als je je naam aan iemand geeft, betekent dat: ik zal er zijn voor je.
Ik wil besluiten met twee zeer eenvoudige vraagjes over ieder van ons als bezinning:
- aan hoeveel mensen hebben wij al onze voornaam prijsgegeven, voor hoeveel mensen zijn wij thuis, aan wie zeggen we met Jezus woorden: kom eens kijken, je kent mijn adres, je bent welkom. Voor hoeveel mensen zal jij er zijn
- en dan: durven we geloven dat we God mogen roepen bij zijn naam, dat God ook aan ons zijn naam heeft prijsgegeven, opdat we Hem zouden roepen in vreugde en nood?
Misschien luistert God wel het liefst naar hen die ook luisteren als anderen hun naam roepen. (Met dank aan Dries Morel)
Hoe gaat dat geroepen worden?
De samaritaan
- waarom plaatst Jezus zijn verhaal op straat, waar de meest onverwachte dingen kunnen gebeuren, waar volslagen onbekenden op één of ander kruispunt je tot hun naaste kunnen uitroepen. Sommigen onder ons doen dat: zij zijn de Samaritanen
- wij hebben anders een prachtig model van een samaritaan: hij die het verhaal zelf vertelde. Hij liep langs de weg en duizenden onbekenden deden een beroep op hem: Jezus, riepen ze, gij zijt mijn naaste, gij kunt mij helpen. En Jezus liep nooit met een boogje om hen heen.
BRUSSEL (KerkNet) - Iedereen kent 'A Christmas Carol - Een Kerstvertelling' van Charles Dickens, het beroemde verhaal over de gierige Scrooge die op kerstavond bezoek krijgt van de geest van zijn overleden compagnon. Volgens een aantal welzijns- en ontwikkelingsorganisaties raken echter ook wij door de commercie rond het Kerstfeest steeds verder verwijderd van de echte geest van Kerstmis. Daarom sporen ze ons via de website van www.feelgoodgift.be aan een alternatief kerstgeschenk te geven en zo opnieuw aansluiting te vinden bij de echte geest van kerstmis. "In de periode voor Kerstmis wordt er een recordbedrag uitgegeven aan cadeautjes. Meestal gaat het over luxeproducten waarmee men familieleden en vrienden wil verwennen. Volgens een Europese studie spendeerde een Belgisch gezin in 2005 gemiddeld 634 euro aan kerstgeschenken. Als we een deel van dat geld inzetten waar het echt nodig is, kunnen we de kerstdroom dichterbij brengen."
Van droom naar werkelijkheid "Het idee is heel eenvoudig", zegt Bart van Peel, een van de initiatiefnemers van de vzw Feelgood aan Kerknet. "Maar er is heel wat professionele ondersteuning nodig om dit ook in de praktijk te brengen." Feelgood moest de ngo's, die aanvankelijk sceptisch waren, aanspreken. Die scepsis had volgens Van Peel ook te maken met het feit dat dit initiatief niet in de ngo-wereld zelf ontstaan is. Daarna werd een firma gecontacteerd die vaker met de ngo's samenwerkt om de infrastructuur op poten te zetten. "En de kerstman is met die concurrentie absoluut niet gelukkig." Uiteindelijk werden Oxfam, Broederlijk Delen, Vredeseilanden, Natuurpunt, SOS-Kinderdorpen, Welzijnszorg, Amnesty International en 'Dokters van de wereld' bereid gevonden het initiatief te ondersteunen. Mensen die de actie steunen doen een statement dat Kerstmis wel bijzonder commercieel geworden is en doen een schenking voor het goede doel. Nadat men heeft aangegeven dat men de actie wil steunen, ontvangt men - vooral om misbruiken tegen te gaan - een mail waarin men zijn engagement bevestigd en krijgt men een persoonlijke pagina, waarop men aan geeft dat men graag een alternatief kerstgeschenk wil. Die pagina kan men aan vrienden en bekendmaken. Wie op de vraag ingaat kan een certificaat afdrukken, dat men bij het geschenk kan stoppen. Om de nodige echo te geven werden een aantal BV's aangesproken, om ervoor te zorgen dat dit ook in de media voldoende ruchtbaarheid zal krijgen.
'Mensen kunnen ervaren dat ze iets goed doen' Pia Buysse van SOS-Kinderdorpen zegt ons dat mensen tijdens de kerstperiode enorm veel geld uitgeven aan geschenken. "Soms lijkt het wel alsof mensen met niets anders meer bezig zijn. Dat geeft een heel verkeerd gevoel. Bart Van Peel had de moed om met dit project naar buiten te komen. Mensen kunnen een geschenk geven en ervaren dat ze iets goed doen. Dat is een uitstekend idee, maar dit volstaat echter niet. Dit idee moet ook nog bekendgemaakt en ondersteund worden. SOS-Kinderdorpen is heel blij dat men hieraan kan participeren." "SOS-Kinderdorpen is een internationale privéorganisatie die bekommerd is om het lot van kinderen. Dit zijn niet altijd wezen. Vaak ook komen ze uit verstoorde gezinnen. We bouwen dorpen waar een aantal eengezinswoningen samen staan. Elk huis heeft daar een SOS-moeder, die telkens zeven tot tien kinderen onder haar hoede heeft. De kinderen blijven daar wonen tot ze opgegroeid z ijn." Volgens Pia Buysse worden de SOS-kinderdorpen vaak uitgebreid met een medisch centrum, scholen . zodat ook de omgeving baat heeft bij het kinderdorp. "Zo proberen we ook de plaatselijke bevolking te ondersteunen met medische zorg, informatie, volwassenenvorming .Bij ons in Vlaanderen bestaat er door gebrek aan voldoende financiële middelen nog geen kinderdorp, maar er is wel al een transithuis waar kinderen in een probleemsituatie twee tot zes maanden terecht kunnen." Daarbij krijgt men ook ondersteuning vanuit de VUB. Daarnaast steunt men vanuit Vlaanderen natuurlijk ook de al bestaande SOS-Kinderdorpen elders in de wereld.
Jo De Poorter doet mee
Lof voor de transparantie Ook Peter Van Caenenbroeck, die bij Broederlijk Delen verantwoordelijk is voor de fondswerving, vindt dit een sympathiek initiatief. "We geven hier graag onze steun aan, omdat dit de commercie rond het kerstgebeuren in vraag stelt. Dit initiatief is bovendien bijzonder transparant. Feelgood is bovendien ook welkom omdat we op promotie en reclame kunnen besparen." Feelgood is niet echt uniek, omdat er vooral in de Angelsaksische wereld al langer gelijkaardige initiatieven bestaan. Volgens Van Caenenbroeck mag men die echter niet op een lijn plaatsen. "Het is allicht leuk om mensen voor te spiegelen dat ze een kip of een geit of landbouwwerktuigen geven, maar in werkelijkheid is dat niet altijd het geval. Op zo'n manier werken is niet helemaal eerlijk, maar allicht heeft men in de Angelsaksische wereld ter zake minder schroom. Hoe concreet kan men iets maken zonder misleidend te zijn?" Van Caenenbroeck is niet blind voo r het gevaar dat men tijdens de kerstperiode, die hoe dan ook een bijzonder emotionele tijd is, met te veel mensen in dezelfde vijver gaat vissen. "Wij zijn vooral actief in de periode van de Veertigdagentijd, maar vele ngo's zijn extra actief in de kerstperiode. Ik denk dat het publiek het zal waarderen dat we ons rond een project verenigen, ook al zullen een aantal ngo's hun kerstactie voortzetten." Mensen die de actie willen ondersteunen of daarover meer willen te weten komen vinden alle informatie op de website: www.feelgoodgift.be.