Vakantie is afgeleid van vacatio (Latijns werkwoord vacare) dat staat voor vrij zijn van verplichtingen. Het is een periode waarin een persoon zijn gewoonlijke dagelijkse activiteiten staakt, zoals naar school of het werk gaan. Dit betreft een periode die (veel) langer is dan een weekend (waarin veel mensen vrij zijn), vaak minimaal een week. Werknemers hebben vakantie wanneer zij hiervoor vakantiedagen (of andere snipperdagen) inleveren. Scholieren, studenten en docenten hebben vakantie wanneer hun school gesloten is en zij geen andere verplichtingen hebben.
Sinds ongeveer de laatste helft van de 20e eeuw wordt onder vakantie vaak verstaan dat er een reis wordt gemaakt: de zogenoemde vakantiereis. Mensen gaan louter voor ontspanning alleen, met vrienden, in groep of met hun gezin naar een andere plaats, om daar ervaringen op te doen of een betere kans op goed weer te hebben.
Strikt genomen verstaat men onder vakantie een verblijf gedurende een periode van vijf of meer dagen met ten minste vier opeenvolgende overnachtingen niet in de eigen woning doorgebracht voor recreatieve doelen.