Zomertijd in België.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog voerde Duitsland vanaf 1916 de zomertijd ook in in bezet België. Van 1919 tot en met begin 1940 werd in België jaarlijks op onregelmatige data de zomertijd ingevoerd. Het Koninklijk besluit van 15 september 1928 stelde vast dat de zomertijd elk jaar, in de nacht van de 2e of 3e zaterdag op zondag van de maand april, te 2 uur, begon, om in de nacht van de 1e zaterdag op zondag van de maand oktober, te 3 uur, te eindigen. In mei 1940 werd de klok (die toen al op zomertijd over was gegaan) op last van de Duitse bezettingsmacht nóg een uur verzet: voorheen liep de klok in België op Greenwich Mean Time (UTC / GMT) en vanaf dat moment op Midden-Europese Tijd (CET). De zomertijd die in 1940 ingegaan was liep tot eind 1942. Van 1943 tot en met 1946 en vervolgens sinds 1977 gebruikt België zomertijd
|