Foto

Klik op bovenstaande foto voor een onderwegmoment of op onderstaande foto voor een reeks fotogedichten.

Foto

Selecteer de dichter die u wenst te lezen.

Categorieën
  • Ann Tuypens (1)
  • Chauffeurke (4)
  • De Brouwer Joël (1)
  • De Clercq Wim Paul (4)
  • De Gelas Urbain (1)
  • De Saegher Francine (2)
  • De Smet Marleen (63)
  • De Vos Annie (1)
  • Delvoye Arlette (3)
  • Desmyter Gaby (15)
  • Dhaenens Ann (2)
  • Dirk (12)
  • Erika (3)
  • Geeroms Maurice (2)
  • Jason (1)
  • Johan Janssens (3)
  • Jolien De Neef (2)
  • Koenraad Rosier (1)
  • Lancksweerdt Eric (2)
  • Motte Peter (4)
  • Schrever Albert (23)
  • Sper Guy (3)
  • Steenput Wivina (4)
  • Theo Maes (2)
  • Van Cauwenberge Johan (2)
  • Van Damme Rik (12)
  • Van Raemdonck Jan (1)
  • Van Tilborgh Tristan (1)
  • Van Trimpont Marc (3)
  • Van Trimpont Willem (1)
  • Vanderstocken Arlette (3)
  • Wim Schrever (2)
  • Gastenboek
  • Lang geleden, toch vanharte fijne zondag!
  • dinsdagvisite bij Marleen (wens je gezonde tijd / gezondheid)
  • Zalig Pasen !
  • zondagswerkje met groetjes
  • Zelfde wensen om in herhaling te vallen, sic.

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.


    © Niets mag overgenomen of verveelvoudigd worden op eender welke wijze zonder de schriftelijke toestemming van de auteurs.
    Geraardsbergen gaandeweg met Marleen De Smet
    Geraardsbergse gedachten en gedichten
    12-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De eerste de beste

     


     


     


     

    De eerste de beste


     

     

    Twee verliefde lievelingen

    Van heel veel

    Van zeer veel

    Dievelingse genietingen

    Twee verliefde zielen

    Van heel veel

    Van zeer veel

    Schielijke genietingen

    Lichtjes gestolen

    Ook wat verholen

    Lichtjes in d'ogen

    Schijnen schitterend

    Blinken glitterend

    Stralen strelend

    Strelen stralend

    Haast helend

    Herhalend verhalend

    Wat geweest was

    Niet min maar minnend

    En

    Veel te vroeg vervaagd

    En

    Veel te vaak belaagd

    Door verleden leven

    Door geleden leed

    Door wreed geleden leed

    Door wreed verleden leed

    Door vreemd geleden leed

     

        ....en nu....

     

    De cirkel rond

    Onze cirkel rond

    Onze ronde cirkel rond

    Doe 't de wereld kond

    Hecht en heel die wond

     

    De eerste en de beste

    De eerste de beste

    Mijn eerste de beste

    Mijn eerste mijn beste

    Mijn onvoltooide symfonie

    Mijn allermooiste melodie

    Mijn mooi getooide minne

    Mijn minzame minne

    Mijn mijmer

    Mijn muze

    Mijn orchidee

    In mijn melopee

     

     

    © Wim Paul De Clercq


      

    12-10-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:De Clercq Wim Paul
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.herfst


     


    herfst

     

     

    vliegjes zwermen in

    een windballade een luchtballet,

    ik strek de armen, hef een hiel

    en wentel in cirkels

    van een pirouette

     

    lage zon legt koperlagen

    in kruinen, ik krijg vleugels

    en in het wieken camoufleert

    het volleerde goud

    het grijs van de dagen

     

    het spreekt voor zich

    herfst legt niets uit

    als zomer napraat

    hij schakeert onkruid

    tot stoepbloemen van de straat

     

    © Marleen De Smet

     

    12-10-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:De Smet Marleen
    >> Reageer (0)
    20-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dirk spreekt voor zich...


      


     

    Ik voel me goed

     

     

    Mens ik leef,

    Ik huppel en spring door de dag

    Mijn ogen twinkelen

    Een glimlach…

    Ik steek het tranendal over

    Ik zit vol vertrouwen

    Laat verdriet achter me liggen

    Ik kan liefhebben en houen…

     

    De zon breekt elke dag door

    Elke wolk heeft een gouden rand

    Koester elke goede herinnering

    Neem me vast, geef me een hand…

     

    Hier sta ik op dit kleine stukje aarde

    kijk naar de sterren, doe een wens

    adem de lucht van de woeste zee

    ik ben een gelukkig mens…

     

    © Dirk

     

    20-09-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:Dirk
    >> Reageer (0)
    14-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zoete zomerzoen


     
     

     

    Zoete zomerzoen

     

     

    Eilanden weilanden

    Oneindige einder

    Eindeloze droom

    Tomeloze droom

    Koude zee

    Zilte zee

    Zoute zee

     

    Samen zinken     in de zilte zee

    Samen zinken     in de kille zee

    Samen zinken     in de kilte van de zilte zee

    Samen zinken     in de wilde kilte van de zilte zee

    Samen zinken     in de koelte van de zoute zee

    Samen zinken     in de koelte van de koude zee

    Samen zinken     in de zoete koelte van de zoute zee

     

    Wandelen wil ik        met jou

    Dwalen wil ik            met jou

    Dwandelen wil ik       met jou

     

    Op het strand

        Op het natte strand

            Op het natte zand

                Op het zanderig strand

     

    Terug wil ik ons herrijzen uit die ijzige wijzige zee

     

    De zee

                De zon

                            Isis en Osiris

     

    't Strand als zand ademt de zee in

    't Zand als strand ademt de zee uit

     

     

    © Wim Paul De Clercq

     

    14-09-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:De Clercq Wim Paul
    >> Reageer (0)
    05-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Onkerzeelse kerkhofmuur





    (rij vooraan, van links naar rechts
    : voorzitter Daniël De Ron en de winnaars
    Mireille Berkenbosch, vertegenwoordiger van Christiane Desitter en Arlette Delvoy)




    De Onkerzeelse kerkhofmuur

     

    drie nieuwe gedichten sieren de kerkhofmuur van de Geraardsbergse deelgemeente Onkerzele

     

     

    “De beroemde dichter Johann Wolfgang von Goethe zal nooit hebben geweten dat één van zijn gedichten ooit op de kerkhofmuur van Onkerzele zou prijken. Veel minder nog dat hij enkele jaren later daar het gezelschap zou krijgen van drie Oost-Vlaamse dichters,” schrijft Daniël De Ron (voorzitter van de Onkerzeelse kerkraad) in het voorwoord van de verzamelbundel van de deelnemende dichters. En hij gaat verder:

     

    “Toen de kerkraad Sint-Martinus Onkerzele twee jaar geleden een gedichtenwedstrijd uitschreef, hadden wij geen flauw vermoeden hoeveel respons we zouden mogen verwachten. Groot was onze verbazing én tevredenheid dat we héél wat inzendingen mochten ontvangen.

     

    De jurering was niet eenvoudig. De kerkraad liet zich daarom bijstaan door enkele mensen die zich beter thuis voelden in poëzie en Nederlandse taal. Uit hun selectie kozen we dan de drie gedichten die nauw verbonden waren met de onmiddellijke omgeving.”

     

    De winnaars:

     

    Christiane Desitter met “Rust”

    Arlette Delvoy met “Stilte”

    Mireille Berkenbosch met “Ode aan de lindebloom”.

     


    Het is helaas niet mogelijk de gedichten zonder de toelating van de kerkfabriek op de blog te publiceren.

    MarLeen

     

     

    05-09-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:Delvoye Arlette
    >> Reageer (0)
    16-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Urbain De Gelas schrijft zoals hij spreekt




    In de schaduw van het dikke lover

    van struiken en bomen

    zitten de vogels over de voorbije

    winter na te dromen.

     

     

     

    Urbain De Gelas schrijft zoals hij spreekt

     

     

     

    Urbain mag dan voor velen een onbekende zijn, voor mij is hij dat helemaal niet. 17 was ik toen ik voor het eerst de rustige man ontmoette. In zijn meubelzaak, die hij destijds runde aan de kerk te Deftinge, was iedereen welkom. Hij ontving je met een lach en bood je een pintje of een koffie aan.

     

    Inmiddels verhuisde Urbain naar Geraardsbergen. Hij praat traag en graag en filosofeert. Geen mens die hem niet begrijpt. Hij geniet van elk moment en nog liefst van grappen en grollen. Nooit kon ik vermoeden dat achter zijn fruitige humor een portie dichterlijke ernst verscholen lag.

     

    Urbain geniet van wat hij schrijft. Neen, voor hem geen hoogdravende woorden noch het forceren van gedachten. Hij blijft zijn eenvoud trouw en schrijft zoals hij het je zou willen vertellen. Zo ook zijn streektaal. Let op de Vlaamse ‘ge’.

     

    ‘Urbain, ge zij ne crack, ‘k wiste kik nie da ge zo veelzijdig waart. En ’t is waar: wie weinig spreekt, zal ni zeveren. Een onuitgesproken woord draagt sowieso de kracht van een veelzeggende blik.’ 

     

     

    De zon

     

     

    ’s Morgens als ge ontwaakt,

    straalt de zon al door het raam.

    Ze is al begonnen aan haar dagtaak,

    ze doet gras en korenvelden groeien

    en laat de rozen bloeien.

    In de schaduw van het dikke lover

    van struiken en bomen

    zitten de vogels over de voorbije

    winter na te dromen.

    De fazant met haar kroost

    zoekt miereneitjes aan de rand van het bos,

    met een oog uitkijkend naar de vos.

    Tegen de avond wordt de zon weer moe

    en doet zoals de mens haar oogjes toe.

     

    © Urbain De Gelas

    16-08-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:De Gelas Urbain
    >> Reageer (0)
    03-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.herinneringen tussen de oevers




    herinneringen tussen de oevers

     

     

    daar waar mijn herinneringen drijven

    in kleine beken door mijn dorp

    daar ging ik vroeger vissen

    naar avontuur en rust

     

    tussen beddingen met fluisterende populieren

    hollen de jaren de oevers uit

    en breed monden ze uit

    in stromen vol verhalen

     

    maar soms staan ze droog

    en ziet men nog juist graten

    wachtend naast dikkoppen

    tot sluizen openen

     

    niet wetend of ik halverwege ben

    turend naar vroeger

    waar het verleden nog helder stroomde

    golvend rimpelend tot vandaag

     

    © chauffeurke

    03-08-2008 om 22:04 geschreven door Marleen De Smet


    >> Reageer (0)
    02-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Freya's haren & Wim Paul De Clercq




    …

    stille stad en natte nacht

    Freya’s haren oh zo zacht.

    …

     

    © Wim Paul De Clercq

     


     

    Freya’s haren…

     

     


    “Adembenemende verschijning” titelt De Beiaard, het weekblad van Zuid-Oost-Vlaanderen.

     

    “Jaren geleden kwam ik terug van een voorstelling in ’t stad,” mailde Wim mij.

    “Het was winter, februari, koud en regenachtig. Ik was helemaal alleen, keerde huiswaarts doorheen de binnenstad. Ik was een verkleumd, een beetje eenzaam, een beetje overmand door dichterlijke tristesse tot van achter de straathoek plotseling een adembenemend verrukkelijke verschijning opdook. Een jonge dame met lange blonde haren: een magisch moment. Onze passen vertraagden en stil en traag kruisten onze wegen en heel even was er dat moment van intens en veelzeggend oogcontact. Heel even stonden we stil: geen woord werd gewisseld, geen daad gesteld. We vervolgden beide onze wegen.”

     

    Thuis gekomen vatte Wim dit unieke, magische moment in volgende woorden:

     

     

    kilte stapte stilte stad

    tred betrapte trieste straat

    stille stad en natte nacht

    en doelloos lopen

    want niemand op mij wacht

     

    Freya’s haren oh zo zacht

    bevangt mijn hart en onverwacht

    zingt de wind en lacht de nacht

     

    © Wim Paul De Clercq

     



     

    Beste vriend Wim,
     
    Tijdens een intens moment van schijnbare verlatenheid ontmoet poëzie haar zielsgenoten. Of is het: krijgt poëzie een ziel?

    Freya was een vreemde en blijft een vreemd. Poëzie is vreemd en blijft vreemd. Freya werd poëzie.

     

    Het gedicht is ritmisch en zingt door de alliteraties ‘kilte, stilte/tred, trieste straat, enz..., hoor de 'i' en de 't'.

     

    Ik zou het op prijs stellen als je hierop reacties zou ontvangen. Ik werp een stok in het hoenderhok door me te wagen aan een pietluttige opmerking waardoor je gedicht geenszins aan kracht zal inboeten. In de eindregel van de eerste strofe wringt het ietwat: “want niemand op mij wacht”. Ik zou opteren voor:

    want niemand die op mij wacht

     

    of

     

    want niemand wachtte op mij.

     

    In het laatste geval blijft je eerste strofe in de verleden tijd (flashback) wat m.i. prima is.

     

    De twee strofe mag heerlijk in de tegenwoordige tijd want die gedachte blijft hangen in het nu.


    Vergeef me de opmerking. Wees verrast dat ik het doe want dat betekent dat ik hét de moeite waard is. Jij begrijpt het wel.


    Mijn felicitaties, Wim!

     

    MarLeen

    02-08-2008 om 08:25 geschreven door Marleen De Smet


    >> Reageer (2)
    26-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arlette Vanderstocken: letters werken als een magneet...





    Arlette & dochter Jolien

     

     

     

    Fragmenten uit

     

    De kunst van het woord

     


    Frons tussen de ogen

    schrijft hij over wat hem beroert,

    bezielt, raakt, ontroert,

    hem kwelt,

    liefde en geweld.

     

    Het vlot bijwijlen

    soms met kunst en vliegwerk,

    zoeken naar het juiste woord

    want kunst gaat om brood,

    met beeldspraak,

    zijn geesteskind geboren.

     

    © Arlette Vanderstocken

     

     

     

    Arlette Vanderstocken

     


    Arlette Vanderstocken werd geboren op 22 november 1960 en groeide op in Moerbeke. De lagere school volgde ze in het  Sint-Catharinacollege dat toen nog naast het MPI te Viane gevestigd was. Daarna vertrok ze op internaat naar het Sint-Vincentiusinstituut te Deftinge, waar ze haar Sociaal-technisch diploma behaalde.

     

    “Nederlands is altijd mijn beste vak geweest,” zegt ze, “en tijdens mijn jeugdjaren heb ik veel gelezen.Toen ik las vergat ik alles om mij heen. Op internaat werden de lichten  om 22 uur gedoofd maar ik las dikwijls tot middernacht met zaklamp onder de lakens opdat de zusters niets zouden merken. Het gevolg was dat ik ’s ochtends hoofdpijn had.”

     

    Toen Arlette bijna 20 jaar was ontmoette ze haar man Stefaan. 5 jaar later werd haar zoon Jeroen geboren en 6 jaar later haar dochter Jolien. Gedurende 25 jaar woonde ze in Viane tot ze 2006 verhuisde naar mijn oude roots, Moerbeke.

     

    Eind 2005 werd echter haar dochter zwaar ziek. Haar leven hing aan een zijden draad. Meer dan een jaar waren ze dag en nacht samen en kregen een hechte band. Nu gaat het gelukkig beter met haar en is zij fier op haar 2 kinderen die zich ontplooiden tot sociale en meevoelende jonge mensen.

     

    Na de ziekte van Jolien schreef Arlette een gedicht en ging beseffen dat schrijven therapeutisch werkte. Door toedoen van een goede vriendin nam ze deel aan de poëzievoordracht op het werk en nam ook deel aan de gedichtendag georganiseerd 2008 in Geraardsbergen. Zo is de bal gaan rollen en kreeg ze de microbe stevig te pakken. Het werkte aanstekelijk want ook haar dochter kreeg de smaak te pakken.

     

    Letters werken als een magneet. Tijd om haar te vervelen is er dus niet, temeer ze na de ziekte van haar dochter besefte dat het leven niet uit werken alleen bestaat. Ze leerde genieten van de kleine dingen die het leven zo mooi maken en hun bestemming vinden op papier.

     

     

    Lava

     

     

    Het borrelt in mij.

    Rusteloosheid verstoort mijn slaap.

    Boosheid, angst,

    zitten aan mijn ziel

    te knagen.

     

    Lava vloeit tergend langzaam

    door mijn aderen,

    hitte verschroeit mijn ziel,

    rook beneemt mij de adem.

     

    Ik stik.

    Vecht tegen de lavastroom

    die mij verplettert.

    De hitte wordt ondraaglijk.

     

    Uitgebarste vulkaan.

     

    Emoties exploderen,

    gevoelens slaan op hol,

    tranen banen zich een weg

    over mijn wangen.

     

    Gebluste brand,

    ogen roodomrand,

    door zilt doordrongen,

    tranendal bedwongen

     

    Bevrijding,

    afgeblazen stoom.

    Het is als een droom.

    De opstand is gesmoord.

     

    © Arlette Vanderstocken

    26-07-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:Vanderstocken Arlette
    >> Reageer (0)
    21-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontmoeting

     


     


    Ontmoeting

     

     

    Waar zielen elkaar ontmoeten

    Is waar bergen uit de grond rijzen

    Is waar zeeën het land strelen

    Is waar de avondzon staat te kijken…

     

    Voor eeuwig raken ze verwikkeld

    Verstrengeld in elkaar

    Een deel van ieder ander…

     

    Waar zielen elkaar ontmoeten

    Is waar leven begint…

     

    © Dirk

     

    21-07-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:Dirk
    >> Reageer (0)
    12-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee Geraardsbergenaars worden Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee


    ... voor even alle bescheidenheid laten varen...

    MarLeen


     

    Dichter/schrijver en voorzitter '50 Meesterdichters...' Thierry Deleu.
    http://www.geletterdemens.blogspot.com 
     


    De 50 Meesterdichters van de Lage Landen
    bij de zee

    onder het voorzitterschap van Thierry Deleu

    Zandzeggelaan 18-102

    B-8670 Oostduinkerke (België)

    GSM: 0478/745498

    E-mail: thierry.deleu@skynet.be

     



    Toch even een overzicht



    Aanvankelijk

     

    “De 50 Meesterdichters van Vlaanderen” werd gesticht begin 2000 op initiatief van “The Order of the Razorblades” (“De Orde van de Scheermesjes”), de eerste online ridderorde in Vlaanderen en Nederland. Het idee kwam van enkele “geridderde” dichters.

    Het initiatief beantwoordt aan de wens van talrijke dichters, die de essentiële waarden van hun creativiteit willen veilig stellen: de kwaliteit van hun gedichten, het respect voor elkaar en een welkome promotie van hun poëzie.

     

    Nu

     

    Toen echter ook dichters uit Nederland belangstelling toonden voor het initiatief, werden er gesprekken gevoerd over de wenselijkheid van een uitbreiding tot “de Lage Landen bij de zee”. Na overleg werd deze optie genomen.

     

    “De 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee” werd een feit.

     

     

    Wie zijn zij en wat zijn de modaliteiten

     

    Het aantal werkende leden “Meesterdichters” werd vastgesteld op maximum 50 leden.

    Het zijn (in alfabetische volgorde en niet volgens de datum van hun selectie waarvan twee Geraardsbergenaars in vetgedrukte tekst):

     

    Marcella Baete

    Bert Bevers

    John Brookhouse

    Marc Bungeneers

    Gunnar Callebaut

    Martin Carrette

    Greta Casier

    Frans Claus

    Jeannine Debbaut

    Frans de Birk

    Lidy De Brouwer

    Pierre Declerck

    Leni De Goeyse

    Jenny Dejager

    Marleen De Smet

    Thierry Deleu

    Luc Demiddele

    Ferre Denis

    Gwen Deprez

    Astrid Dewancker

    Germain Droogenbroodt

    Fernand Florizoone

    Ludo Geloen

    Hejatomsma

    Patricia Lasoen

    Paul van Leeuwenkamp

    Frédéric Leroy

    Cathy Mara

    Mark Meekers

    Peter Motte

    Edith Oeyen

    Ruud Poppelaars

    Eric Rosseel

    Annmarie Sauer

    Maurits Sterkenburg

    Pien Storm van Leeuwen

    Ina Stabergh

    Annemieke Steenbergen

    Jet van Swieten

    Henri Thijs

    Annette van den Bosch

    Guy Vandendriessche

    Yerna Van Den Driessche

    Eric Vandenwyngaerden

    Jozef Vandromme

    Jan Van Loy

    Dirk Vekemans

    Katelijn Vijncke

    Pom Wolff

    Peter Wullen

     

    Om tot “Meesterdichter” te kunnen worden benoemd dient er onherroepelijk een periode als “solliciterende Meesterdichter” te worden doorgemaakt. Die periode omhelst één jaar.

    De titel van “solliciterende Meesterdichter” wordt verleend aan dichters die minstens drie gedichten hebben gepubliceerd in een tijdschrift/e-zine of bloemlezing, ofwel gelauwerd of geprijsd werden in de Lage Landen.

    “Razor’s Edge Editions” stelt een jaarboek in het vooruitzicht, met als ondertitel “De 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee”. Vermits de “solliciterende Meesterdichters” pas en precies na één jaar “Meesterdichter” worden (de proefperiode), kan die bundel ten vroegste één jaar na de geselecteerde 50ste “solliciterende Meesterdichter” verschijnen.

     

     

    Wij zijn zo ver!

     

     

    INTERNATIONAAL NEDERLANDSTALIG DICHTERSGENOOTSCHAP

    DE 50 MEESTERDICHTERS VAN DE LAGE LANDEN BIJ DE ZEE

     

    STELT HET EERSTE JAARBOEK VOOR

     

    HOE DE DICHTER ZICH EEN WEG GESELT TEGEN WIND


    op woensdag 3 december 2008, om 16.30 u., in de raadzaal van het

     

    Waar en wanneer:


    Gemeentehuis van Koksijde

    Zeelaan 303

    8670 Koksijde

     

    Programma:

     

    16.30 u.  Verwelkoming door burgemeester Marc Vanden Bussche

    16.45 u.  Voordracht gedichten door Ilse Chamon, woordkunstenares

    17.20 u.  Kort referaat over “De kleine auteur in de grote wereld van de (Nederlandstalige) literatuur” door Thierry Deleu, auteur

    17.45 u. Overhandiging van de jaarboeken + receptie aangeboden door het gemeentebestuur van Koksijde.

    12-07-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:De Smet Marleen
    >> Reageer (0)
    05-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Albert Schrever galmt een woord





    Albert Schrever

     


     

    Albert Schrever galmt een woord


    Galmaardse dorpsdichter


    Toen ik op Pinkstermaandag op de radio hoorde dat de Sint-Pie­terskerk de voorbije nacht volledig in de vlammen was opge­gaan was ik er, zonder het goed te beseffen, een gedicht over aan 't schrijven.

    Als dorpsdichter voel ik me nauw betrokken met wat in Galmaarden gebeurt en, uit onweerstaanbare drang, moest ik het drama verwoorden.


     



    (Bovenstaande foto is eigendom van fotograaf Marc Colpaert.)



     

    Het Inferno van de Sint-Pieterskerk

     

     

    Pinkstermaandag werd een zwarte dag

    voor Galmaarden en zijn kerk.

    Het vuur had echt voor niets ontzag

    en verslond genadeloos dit mensenwerk.

     

    Zevenhonderd jaar belangloos werk

    verdween in minder dan twee uur.

    Enkel de buitenmuren bleven sterk:

    de rest verschroeide in het vuur.

     

    Orgel, meubels en altaren

    verdwenen in de vlammenzee.

    De brand was echt niet te bedaren:

    hij sleurde zelfs de klokken mee.

     

    Hoeveel geslachten vierden in dit gebouw

    de pieken in hun kerks bestaan:

    van doopsel, communie en trouw

    tot ze er uit dit leven zijn gegaan?

     

    De relieken van het Heilig Kruis

    al eeuwen in de kerk bewaard

    trotseerden er het hels gedruis

    en werden uit de brand gespaard.

     

    Zal de kerk weer uit haar as herrijzen

    in haar schoonheid van weleer?

    Dan zullen we de Hemel prijzen

    in een lofzang tot de Heer!

     

    © Albert Schrever

    05-07-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:Schrever Albert
    >> Reageer (0)
    04-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zintuiglijk avontuur

     




    Zintuiglijk avontuur



    Samengepakt in rechtover elkaar staande duozitjes worden de reizigers door de verzengende hitte gespoord. Er hangt een broeierige hitte in de wagon waardoor de tocht beslist niet zonder bezwaren verloopt. En toch lijken de passagiers windstille levens beschoren. De trein zwiept pijlsnel door het Vlaamse landschap waar verschroeide graskanten als een bruin lint voorbijglijden. Een onweerstaanbare neiging naar het scheppen van een luchtje onder de blauwe hemel voert me naar exotische oorden. Maar twijgentakken met daarin het hinderlijk spelend licht brengen me terug naar waar ik me bevind.

     

    Door het monotoon maar vertrouwd cadansen over de rails gapen enkele slaperigen als koeien naar elkaar. Mijn overbuur naast het raam -een boom van een vent- doch ietwat te kort afgezaagd, is inmiddels ingeslapen. Het zweet parelt langs zijn neus in zijn snor en kwijl sijpelt in zijn baard die als een sjaaltje om een laagje halsvet ligt. Met gekruiste armen zakt hij onderdoor. Naast hem zit een lezende dame, blootsbeens met melkwitte borsten. Na elke bladzijde die zij omslaat, wipneust zij haar afzakkend kettingbrilletje op de juiste plaats. Ik slaap niet, ik lees niet, maar observeer en noteer alles wat zich rondom mij afspeelt met een innerlijke wanhoopskreet een passend woord te vinden. Een briesje door het halfopen venstertje hindert een donkerharige furie met een middelvinger. Uitgebroed op de zonnebank verzoekt zij met een spervuur van woorden het venster te sluiten. Een sirene op poten zo lijkt het mij.

    “Rails worden stevig door de dwarsliggers,” mompel ik naar de lezende dame, terwijl ze bedenkelijk in mijn richting staart.


    Snerpend ritsen de wagons door de wissels. Mijn overbuur ontwaakt en met een oogopslag als van een roofdier loenst hij naar mijn boezem. Hij rekt zich, buigt voorover en leunt op het tafeltje dat ons scheidt. Ongeremd probeert hij mijn geschrift ondersteboven te lezen. Geraffineerd trek ik mijn bloesje wat hoger en schrijf verder: “hij moest eens weten… de gluiperd geeuwt luidruchtig. Zijn opengesperde bek blaast een zilte zeelucht in mijn gezicht. Help, het venster is dicht!”

     

    Als hij tenslotte houterig rechtveert, merk ik dat zijn buik zich een weg naar buiten vreet. Luttele seconden later stopt de trein bruusk en met heel zijn reutemeteut wordt de overbuur weer in zijn hoek geworpen. De lezende dame wipt een standje hoger en knipoogt. Hij verontschuldigt zich niet als hij de trein verlaat, maar bromt binnensmonds in de overtuiging dat mijn oren alleen maar mijn gezicht omlijsten.

     

    Het geschal van een binnenrijdende trein aan de andere kant van het perron boort door de lucht en trekt mijn aandacht. Ik kijk naar buiten. De lichtsterkte drukt mijn ogen dicht en turend schuift mijn blik over het perron dat door drommen mensen een benepen sfeer uitademt. In de hoop door een toeval of een verdwaalde passant te worden geïnspireerd, kijk ik roerloos door het venster in de tegenoverstaande trein. Ik observeer weer en het peinsparcours begint.

     

    Ogen priemen op mijn voorhoofd, ik voel me bekeken. Een man aan het venster? Of is het een vrouw? Ik geef me het voordeel van de twijfel en kies voor haar.

    Ik knipper met mijn ogen. Zij lijkt wel versteend, een standbeeld, gesculpteerd met strakke lijnen, haast vormeloos. Ik blijf star in haar richting kijken. Zij verpinkt niet, ik evenmin. Haar hand ondersteunt onmiskenbaar haar zware hoofd. Waaraan denkt zij?

     

    Aan de overkant van het perron ziet ook zij een gedaante als een beeldhouwwerk zonder contouren. Zij staart strak naar de trein aan de overkant. Zij beweegt niet, de andere evenmin. Haar hand torst duidelijk de hele aardbol. Waaraan denkt zij dan?

     

    Behoedzaam etaleer ik mijn pen op het tafeltje en vraag me af of zij een schim is. Misschien is zij een creatie van de zakkende zon. Zal ik toetsen naar een teken van leven, stiekem mijn wijsvinger opsteken of toch maar een paar vingers bewegen, een handzwaai? Nee, niet doen. Zoiets doe je niet naar een onbekende. Wat als zij dan toch een schim is, wat dan? Ik schuif mijn terughoudendheid aan de kant en maak toch maar een hoekig gebaar, terzelfdertijd doet de vrouw dat ook. Onverschrokken recht ik mijn rug, mijn houding staat niet in verhouding met wat ik wil bereiken. Mijn gebaar is zo doorzichtig dat de drang naar dominantie er zo doorheen schijnt. Ik vertrek geen spier meer. Zou zij aan de overkant er ook zo over denken?

     

    Het heeft er alle schijn van dat ook zij met haar schaamteloosheid koketteert. Pfff, ja ze wuift en dan! Voor de rest beweegt ze geen krimp. Het is haar aan te zien, met een blik vol onbestemde zorgelijkheid, een beetje zoals je iemand aankijkt die na een lange periode van rouw of ziekte weer in het openbaar verschijnt. Wat wil zij? Ik zou ik niet zijn, ik wuif terug.

      

    Ik trotseer haar blik, vragend, vrezend, verzoekend en grinnik als antwoord op haar gebaar. Zij grinnikt ook. Zijn wij gelijkgestemden? Is een treinreis dan toch een beetje avontuur? In een voortdurende stroom van waarnemingen wacht ik in alle rust op wat komen gaat.

     

    De trein ontkoppelt en verplaatst zich een meter. Door de schaduw die er overheen glijdt, valt het doek. Het verblindend zonlicht verdwijnt, de vrouw verschijnt. Ik buig me naar haar toe met een uitdrukking van inzicht, mijn neus platgedrukt tegen het venster. Zij doet mij na! Het is geen zicht. Wij kijken elkaar aan, schieten tegelijk in een lach, schrikken samen en plots… niets meer. Het niet meer bewegen, de stilstand…, iets flitst door mij heen en zoals in een ogenblik van verheldering besef ik dat ik naar mezelf keek als naar een protserig monument dat telkens werd teruggeworpen in een weerspiegeling van vensters, niet meer en niet minder dan dat.

     

    © Marleen De Smet

    04-07-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:De Smet Marleen
    >> Reageer (4)
    26-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ann in lichterlaaie...



    Anneke, ik fotografeerde je stiekem...



    licht

     

    zo dichtbij

    niet te vangen

    ernaar zoeken

     

    in de ogen is de schijn

     

    plots bij nacht

    de donkerste rit

    van het bestaan

     

    een vloed als room

    zacht als perzik

    niets meer voelen

    zwemmen in wit water

    als tijd heelt en licht vergeet

    begint alles weer

     

    © Ann Dhaenens

     

     

     

    Ann in lichterlaaie

     

     

    Als er een goed- of luidlachs dametje is waarvan ik denk: zij weet wat ze wilt, dan heb ik het over Ann Dhaenens.

     

    Jaren terug leerde ik Ann kennen… en nu moet ik flink nadenken… tijdens een kunstenaarsvergadering van Home Art. Daarna deelden we een tijdje dezelfde trein in dezelfde wagon met bovendien de gedeelde rust. Zij oogt vriendelijk, spontaan, mooi ontspannen, toegankelijk en is ruimdenkend in de breedste betekenis van het woord.

     

    Waarom ik haar bewonder? Omdat zij het gevoel geeft dat je rustig jezelf mag zijn. Maar niet alleen dat. Er is meer, zij heeft het hart op de juiste plaats en betuigt openlijk haar liefde voor mens, dier en kunst. Zij is een expressieve kunstenares in hart en nieren. Haar ideeën sprankelen en krijgen een plaatsje in haar ietwat excentrieke schilderijen of tekeningen die ze heel af en toe illustreert met gedichtjes van eigen hand. 
     

    Ann werd geboren op 17 mei 1963 te Beernem. Het was in 1986 dat ze zich vestigde in Geraardsbergen om uiteindelijk te verhuizen naar Lierde… naar juist die straat die ik jaren terug verliet maar levenslang meedraag, naar juist dat huis waar ik als kind speelde met de kinderen des huizes. Haar atelier dat het imago van Ann en haar echtgenoot Geert uitstraalt in het landelijke Lierde is het verlengde van… haarzelf.

     

    Zin in een bezoekje aan haar atelier (doe eerst een belleke of mailtje) of haar website?

     

    Opstaldries 39

    9572 Sint-Martens-Lierde

    Tel.: 055/42.34.13

    GSM: 0496/230.847

    ann.dhaenens@skynet.be

    www.anndhaenens.info

     



     

    den Oudenberg en de Dender

     

     

    blub blub

    zegt de vis.

    blub blub

    doet de Dender

    in november en december.

      

    huizen in en aan het meer

    in november en december

    aan de Dender.

     

    in de lucht

    zweven

    ’s zomers

    warme velden

    stille wind

    gezoef, geritsel,

    alleen buiten,

    droge geluiden

    op de flank

    van een reus.

     

    ’s winters nat

    in het dal

    kil en koud

    als de dood!

    rap weer droog

    tot de grond

    voor ons oog

    scheurt en droogt!

     

    ’s winters, ’s zomers

    in het dal

    van de Dender

    bovenal!

     

    © Ann Dhaenens

     

    26-06-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:Dhaenens Ann
    >> Reageer (0)
    04-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.applaus (met dank aan Steven en Ben)
     

    © Ben Lanoot

     

     


    applaus

     

     

    Half mei vroeg Steven De Schuiteneer, webmeester van Spoorvreter (reizigersverhalen tussen Geraardsbergen en Antwerpen ), of ik een gedicht wilde schrijven bij een foto van Ben Lanoot.

    Beeld en woord zijn soms onlosmakelijk met elkaar verbonden en zijn te vergelijken met een stomende relatie. Maar deze keer werd het een kunstzinnige driehoeksverhouding die omwille van de samenwerking een ‘U’ verdient.

     

    De twee mannen werden deels getuige van hoe een gedicht ontstaat. Ik maakte een uitzondering en betrok hen vanaf de ruwe schets tot op het moment dat ik het spoorvaardig vond.

     

    De dag nadat ik het gedicht aan beide treinfanaten bezorgde, ontmoette ik Steven aan het station van Geraardsbergen. Het was een aangenaam treffen waarbij we in een paar minuten heel wat wilden vertellen. Dacht Steven dat wat Ben me mailde? Ik citeer:

     

    ‘Een teken dat je toch een beetje gebeten bent door de diepwortelende spoorwegmicrobe waartegen geen enkel antibioticum helpt, of is het de onmetelijk grote drang om die oude dampende zuchtende kolenverslindende vuurvreter in die o zo rustige omgeving in een paar zinnen te verstenen? De woordcombinatie loco-motief is origineel.
    Je speelt meer in op de loc zelf en de hieraangekoppelde capaciteiten:  sterk, betrouwbaar.

    Bovendien vergeet je het menselijke aspect niet: één met de machinist, om zo een echte levensnoodzakelijke symbiose te bereiken, nuttig voor het spoorwegvervoer. Geen menselijke handelingen vormen deze machine om tot een roestige waterketel zonder macht.’

     

    Ik zuchtte toen ik dat las en dacht: ‘Wat schrijft die man prachtig en hoe sterk weet hij een gedicht te ontleden!’

     

    Ik citeer verder:

     

    ‘Applaus heeft een sterk functionele realistische inhoud meegekregen overgoten met een flinke scheut vertedering (vogels die applaudiseren; de bomen die wuiven etc.), wat erin
    gaat als een vers broodje met ambachtelijke hesp. Let wel, een plat overgeromantiseerd gedicht à la 'o zalige stoomloc, koningin der machines badende in uw heilig vuur dwepend met rijtuigen op een goudkleurige avond in een met rozengeur gevulde lucht' wordt bij mij direct van de rails geduwd en ontdaan van zijn wielen!

    Stoerheid: ik ben wie ik WAS maakt het gedicht krachtig en geen rozenblaadje.Het hoort wel bij zo een stoomloc.’

     

    Dank je wel, Ben en Steven!

     

    Bekijk alvast de site van Ben Lanoot en Steven De Schuiteneer (http://spoorwegknooppuntfgra.be)


    En nu de rails op.

     

    applaus

     


    raspend roest de prikkeldraad

    in contrast de gladde vaart

    van het glimmend groen

    neen, niet het groen van de bomen

    de bomen, zij reiken elkaar

    de takken om de terugkeer,

    het weerzien, het weleer

     

    gebeiteld in het beeld

    schalt de loco zijn motief

    ik-ben-wie-ik-was

    nooit van het spoor afgeweken

    in beweging onherroepelijk

    geliefd en wezenlijk

     

    en als stro vat het stalen ros

    vuur in de strijd tegen tijd

    geen aarzeling die zich

    een moment van zwakte toemeet

    slechts rookpluimen rangeren

    in de verte het zwoegzweet

     

    van de machinist ’s nachts slipslapend

    in de bedding van het spoor

    hij labeurt overdag met lijf half ontbloot

    het niet ontkomen aan de volharding

    van de ijzeren weg

     

    hoor hoe snelheid boort

    door de geluidsmuur van stoom

    hoor hoe elke vogel applaudisseert

    hoog aan de hemelboog

     

    © Marleen De Smet

     

    04-06-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:De Smet Marleen
    >> Reageer (0)
    30-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De maneschijn van Arlette Delvoy



    Verre horizonten

     


    Op een dag vlieg ik weg

    naar verre horizonten

     

    Op een dag vlieg ik weg

    hoog boven de wolken

     

    Dan houdt niemand mij tegen

    op die dag krijg ik vleugels

     

    Toch zal ik nog eens wuiven

    maar je zal mij niet zien

     

    Je moet niet treuren

    ik neem al jouw verdriet

    met me mee

     

    © Arlette Delvoy


      

     


    De maneschijn van Arlette Delvoy


     

    Arlette Delvoy werd geboren in 1950. Ongeveer 20 jaar woont ze in Idegem en

    heeft intussen het mooie van de streek leren kennen en kan er ook van genieten.

    Ze draagt Geraardsbergen in haar hart.

     

    Tijdens haar schooltijd in de humaniora merkten de leerkrachten haar vaardigheid in tekenen en schrijven. De academie werd haar aanbevolen maar ten huize Delvoy dachten ze daar anders over. Niettemin kon ze zich tijdens haar schooljaren uitleven bij het maken

    van een schoolkrant, organiseren van voordracht- en toneelnamiddagen.

    In die periode was haar grootvader voorzitter van de Oudstrijdersbond en voor hem schreef ze destijds verschillende teksten die vervolgens door hem werden voorgelezen op 11 november.


    Door het drukke leven met gezin en kinderen en haar werk als correspondente in een grote firma is alles wat op de achtergrond geraakt.

    “Maar zo’n twee jaar geleden ben ik ziek geworden (ik kreeg levenslang),” schrijf ze mij, “en daardoor ben ik weer in de pen gekropen.”

     

    “Misschien geen hoogstaande poëzie,” schrijft ze verder, “maar voor mij toch wel een belangrijke uitlaatklep.”  


    Maar als je het mij vraagt, vind ik Maneschijn wel wat hebben. Oordeel zelf...
     

     

    Maneschijn

     


    de avond duwt de dag

    vale maneschijn omsluit het land

    wat de stralen raakt wordt platina goud

    dwalen maar

    heksen aan de macht

    kabouters met een lach

    een dierenbal

    de wereld rust

    speelt de nachtmuziek zijn gouden lied

    krekel vooraan, met de nachtegaal

    ze gaan van maneschijn naar dageraad.

     

    © Arlette Delvoy

    30-05-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:Delvoye Arlette
    >> Reageer (0)
    23-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.om stil van de te worden...





    In een reactie onder Dirk-in-der-daad van Arlette Vanderstocken uit Geraardsbergen, staat een gedichtje dat haar dochtertje Jolien De Neef schreef. In 2008 is Jolien 15 jaar. Dat meisje schreef onderstaand gedichtje tijdens haar gevecht tegen het kreng dat kanker heet. Ik veroorloof me de vrijheid het zelf een titel te geven en de lay-out te verzorgen. Later zal een bijdrage van haar mama worden geplaatst… om stil van te worden… en na te denken over wat geluk betekent.

    Persoonlijk vind ik het gedichtje prachtig omdat het heel dicht bij dat meisje aanleunt en gezien haar leeftijd het kwalitatief is. Laten we ook niet vergeten dat de thematiek elk mens met het hart op de juiste plaats raakt. Het is ontstaan uit pijn en dat temidden haar puberteit. Moet men lijden om waardevol te worden? Nee, dat zit sowieso in dat jonge mensje met een veelbelovende toekomst in zicht.


    Je kan de volledig reactie van Arlette Vanderstocken lezen via de reageerknop rechts onderaan het artikel van Dirk-in-der-daad. Maar nu laat ik Jolien De Neef aan het woord. Lees daarna haar gedichtje. 


     

     


    Hallo,

    Ik ben Jolien 15 jaar en ben geboren op 22 november 1992. Toen ik nog mama haar buikje zat besloot ik precies die dag eruit te klauteren en ik wist ook precies waarom. Ik wou het perfecte geschenk zijn voor mijn mama. Sinds jaar en dag zijn wij de beste maatjes, ik en mijn mama: twee handen op een buik.

     

    Mijn ouders stuurden me als kleine peuter naar het Sint-Catharinacollege in Viane waar ik eindigde als een ondeugende tiener. Na deze jaren van onbezorgdheid kwam het afscheid van het kleine schooltje en dat viel me zwaar. Maar ik werd een fiere leerlinge aan het Sint-Catharinacollege in Geraardsbergen waar ik Moderne Wetenschappen studeer.

     

    In november 2005 stortte mijn leuke leventje ineens in. Ik kreeg het slechte nieuws dat ik botkanker had. Een jaar lang uit mijn leven gegrepen zonder dat ik het wou maar het moest en zie me nu staan. Nog zelfverzekerder dan ooit ga ik door.

     

    Natuurlijk heb ik ook nog een papa, mijn reddende engel, mijn steunpilaar en mijn broer Jeroen. Ook is er nog een woefke, onze Rani de hond. Zo een lief hondje heb ik nog nooit gezien. Altijd staat ze aan onze zij wat er ook gebeurt en dat is waarom ik zo van haar hou.


    Mijn familie, waarom ik zo van ze hou? Ze staan gewoon altijd klaar voor mij, ALTIJD!

    xxx
    © jolien



    om stil van te worden…

     

     

    Af en toe willen opgeven,

    af en toe mij laten gaan,

    dood zijn voor maar even

    tot de oorlog is gedaan.

     

    Af en toe willen stoppen,

    stoppen om door te gaan,

    bang zijn af en toe,

    bang om te hervallen

     

    en te vallen heel erg ver

    naar beneden toe

    en dan

    in de hemel belanden

    om daar verder te gaan

    zonder pijn en in vrede te zijn.

     

    © Jolien De Neef

     

    23-05-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:Vanderstocken Arlette
    >> Reageer (1)
    18-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poëtische steegjesroute van Geraardsbergen


    aan de Dender





    18-05-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    >> Reageer (0)
    17-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Frans De Beck - bijdrage van Albert Schrever



     
     


    Frans De Beck

    (1810-1879)

     

     

    Frans De Beck werd geboren in Geraardsbergen op 13 oktober 1810. Hij was opsteller voor ‘de Gentsche dagbladen Journal des Flandres’ en ‘Constitutionel des Flandres’. Ook werd hij lid van den Provincialen Raad van Oost-Vlaanderen; van 1843-70 kantonaal opziener der lagere scholen, sedert 1840 vrederechter te Zottegem en van 1870 lid van de gemeenteraad. Hij overleed in Zottegem op 6 december 1879.

     

    Van hem zijn de volgende gedichten uitgegeven: Geeraerdsberg (in het Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje voor 1851); De Doofstomme, Zottegem, 1853; Het Vaderland, Zottegem, 1860; Slechte Tyd, Gent, 1860. Verder een aantal Kerstliederen, van welke er jaarlijks één werd uitgegeven onder de titel: ’Dertig Kerstliederen en andere gedichten’, Zottegem, 1852-1877. Het grootste gedeelte van zijn poëzie is nog in handschrift. In het jaar 1880 werd er te Gent het boek ‘Ter nagedachtenis van wijlen den heer Frans De Beck (1810-1879) binnen zijn leven vrederechter van het kanton Zottegem’ gepubliceerd.

     

    (Bron: Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren.)

     

     

    Het lange romantische gedicht ‘Geeraerdsberg’ van de nagenoeg onbekende Geraardsbergse dichter Frans De Beck (1810-1879) bevat verwijzingen naar de Oudenbergstad. Het werd geschreven in 1850 en is bijzonder lang. Amputeren zou zonde zijn omwille van de beelden en lokale verwijzingen. Naar mijn oordeel is dat een prachtgedicht.

    Wat volgt is de letterlijke versie zoals die verscheen in het boek van Albert Schrever over “Geraardsbergen, zijn taalgebruik…”

     

     

    MarLeen

     



     

     

    Met oprechte dank aan Albert Schrever voor onderstaande bijdrage.

     

     

    Zoals dr. Ada Deprez en Mario Baeck in hun studie o­ver het Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje 1834-1875 schri­jven nam Frans Rens daar o.m. honderden gedichten van be­kende en minder bekende Vlamingen in op. In jg. XVIII (1851) van dit jaarboek verscheen het twintig kwatrijnen tellend stuk Gee­raerdsberg van de hand van de vrij onbe­kende Geraards­bergse dichter François De Beck (1810-1879) die, net als Rens, zijn voornaam François zou vervlaamsen tot Frans. We geven eerst de integrale tekst:

     

                    

                 Geeraerdsberg

     


    O Berg, die Geeraerds stad, de wieg van myne kindschheid,

                 Omschaduwt met uw hooge kruis,

    Wanneer de gouden zon in 't blozend oosten opryst,

                 En met heur glans uw top bestraelt!

     

    Berg, dien ik in myn jeugd zoo gaerne heb bewandeld!

                 Niet dikwyls ziet mijn oog u weêr:

    Maer daeglyks komt uw beeld my voor het aenzicht zweven,

                 En 'k zie het 's nachts in zoeten droom.

     

    Hoe menigmael bezocht ik u, by d'avondschemer,

                 met een gekozen vriendenpaer,

    Na 't zwoegen van den dag! En met wat reine vreugde

                 Genoten we uw bekoorlyk schoon

     

    En 't schoone der Natuer! 't Zy dat de lieve Lente

                 Den berg en 't wyde veld in 't rond

    Met jeugdig groen versierde, of met den gouden bloesem

                 Die ryken koolzaed-oogst belooft;

     

    't Zy dat, in volle kracht, met weelderige vruchten,

                 De milde zomer stond te pryk:

    De lucht gaf balsemgeur, en 't stille ruim doorstroomde

                 Eene onuitspreekbre harmony.

     

    Maer somstyds, als Natuer by zomergloed moest smachten,

                 Steeg uit het westen een gevaert

    Van donderwolken, en hing over 't dal te dryven,

                 Door d'ouden berg teruggekaetst.

     

    Wat statelyk tooneel trof dan de ontroerde zinnen!

                 Wy zagen 't onweêr in 't verdiep,

    De wolken op elkander stooten, vuerge bollen

                 En schichten slingren op de stad:

     

    De donder kletterde, en zyn rommelend gedommel

                 Dreunde in de holten van den berg;

    Een zoele regen kwam de kwynende aerd' verfrisschen;

                 Natuer hief 't dankend lied tot God...

     

    De donder zweeg, de zon verdreef de zwarte wolken;

                 De hemel blonk met nieuwen glans;

    Met levendiger jeugd stond ook de berg te pralen,

                 En lokte ons uit tot nieuw genot.

     

    De herder dryft de kudd' van huppelende schapen

                 Op 't zodengroen der hooge kruin;

    't Gevogelte kweelt in 't loof der boomen; bronnen wellen,

                 En hemelzuiver is de lucht.

     

    Hoe lustig zien we ginds de wyde Denderbeemden,

                 Bezet met welig horenvee!

    Hoe lieflyk de rivier langs weide en velden kronklen!

                 Hoe pronkt in 't veld de glansende oogst!

     

    Het oog reikt uren ver. Daer ryzen vriendensteden

                 Aen noord- en oost- en zuiderkim:

    Hier, van den vlaemschen grond, blikt men in Henegouwen,

                 En ziet men Lessen aen zyn voet.

     

    O Berg! hoe dikwyls heeft uw statig zicht myn harte

                 Verlustigd in de studiezael

    Van stads latynse school, waer gy voor 't oog my zweefdet!

                 Hoe dikwerf daer myn geest verkwikt!

     

    En, by de wandeling, hoe stegen wy, studenten,

                 Met drift op uwen steilen top!

    Hoe lustig mogten wy daer klauteren en mallen,

                 En liepen wy bergop, bergaf.

     

    Wanneer ik, Geeraerdsberge, u weder kom bezoeken,

                 Beklim ik graeg den berg ook weêr.

    Allengs werd hy getooid: maer 't omgehangen tooisel

                 Nam toch 't natuerlijk schoon niet weg.

     

    Ik zie, en ik geniet... Wat is de berg toch heerlyk!

                 Hoe spreidt de stad zich vóor my uit!

    Daer ryzen boven haer de torens van haer kerken;

                 En 't lang bekende klokgelui

     

    Bromt in myn oor. De markt, waer 'k in myn kindschheid speel­de,

                 Praelt daer, vóoraen, met keurgen bouw;

    De school, waer myne jeugd aen wetenschap zich voedde,

                 Praelt ginder in 't verschiet... En hier,

     

    Ten top des ouden bergs, 't verheven kruis, het teeken

                 Van 's menschen redding, in welks schaûw,

    Na stillen bedegang, de menigt' neêr komt knielen,

                 In tyd, der godvrucht toegedacht.

     

    Hier de kapel, waer ik myne vreugde, leed en kommer

                 Tot Godes Moeder spreken kwam;

    Waer ryke gift betuigt de dankbaerheid er ryken,

                 En de arme zyne krukken liet.

     

    Kapel, in uw beluik wil ik nog telkens bidden:

                 "O Moeder Gods! zy steeds myn troost!      

    'k Vergete u nooit! Zoo volge uw magtige bescherming

                 My op myn gansche levensbaen!"

     

    Sottegem, 1850                                            F. DE BECK.

     

     

    Omdat het uit (twintig) kwatrijnen bestaat, zouden we het gedicht, formeel gezien, klassiek kunnen noemen maar bij na­der inzien blijkt dit het enige klassieke kenmerk te zijn. De rijmloze verzen, de onregelmatige verslengte en de enjambe­menten maken er eerder een stuk moderne poëzie van.

     

    Wat zijn inhoud betreft beschouwen we het als een roman­tisch -soms zelfs pathetisch- gedicht waarin sentiment, liefde voor de natuur en heimwee naar de jeugd domineren. Drie ele­menten willen we even toelichten.

     

    In strofe 13 spreekt de dichter over zijn studiejaren in stads latynse school waarmee hij het koninklijk stadscollege (1824-1830) bedoelt dat tijdens het Hollands bewind werd ge­sticht in het vroegere miniemenklooster en dat pas na een overgangsregime van twintig jaar (1830-1850) het huidi­ge bis­schoppelijk Sint-Catharinacollege is geworden.

     

    Voor velen onder ons heeft de in strofe 14 beschreven wandeling een andere betekenis dan voor de dichter voor wie ze blijkbaar een en al genot en ontspanning was. Bij de latere generaties mochten de internen op hun vrije namiddagen deel­nemen aan de wandeling in tegenstelling tot de externen die soms een wandeling als straf meekregen en dus moesten mee­wandelen.

     

    Zinsstukken als 't dankend lied tot God..., 't verhe­ven kruis en Moeder Gods, wier magtige bescherming wordt afge­smeekt, in de laatste drie strofes (18-20), ten slotte wijzen op de christelijke levensvisie die we niet alleen aan­treffen in dit stukje poëzie van Frans De Beck maar ook in verscheide­ne gedichten van zijn stadsgenoot Frans Rens.

     

    Albert Schrever

    17-05-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:Schrever Albert
    >> Reageer (0)
    12-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maurice Geeroms

     

     
     

    Maurice Geeroms zwijgt maar schrijft


     

    Ik ga jaren terug. Als er een man is waarvan ik dacht: ‘ik lees hem maar verder weet ik niet wie hij is,’ dan was het wel Maurice Geeroms. Bovendien durf ik beweren dat hij de eerste was die zijn stad Geraardsbergen en haar gebeurtenissen trouw en gestaag verheerlijkte in een vers.

     

    Maurice werd geboren op 17 november 1933 als dertiende van vijftien kinderen. Twee keer werd hij gelauwerd als laureaat Pauwelprijs. Ook kaapte hij de 3de Pauwelfotoprijs weg in hetzelfde dorp Galmaarden. Maurice behaalde tevens de 1ste prijs bij de aforismenwedstrijd in Gent. En we vullen het rijtje aan: hij behaalde de publiekprijs aforismen in Deinze en de 1ste prijs Hemelryckpoëzie waarvan ik helaas noch het jaartal, noch de achtergrond van ken.

     

    Maurice is een stille en bescheiden man. Maar door middel van zijn gedichten vertelt hij jou wat hij te vertellen heeft. Hij is een dichter van en voor het Geraardbergse volk en maakt hierbij gebruik van een triviale taal. Er is niets dat hem ontgaat in zijn stad, waarna hij het neerschrijft. Dat gebeurde nog voor de Geraardsbergse dichters van vandaag hun woorden lieten vallen.

     

    Het mag worden gezegd: Maurice was de eerste die via gedichtjes voortdurend ruchtbaarheid gaf en geeft aan Geraardsbergen. Hij is een blijver.

     

     

    Een hoofdrol

     

     

    Geloof speelt

    in Geraardsbergen

    een hoofdrol

    omdat het kapelletje

    op den Oudenberg

    ze hoog staat.

    Wat lager

    het gouden Heilig Hart

    dat met de armen gespreid

    de stad zegent.

    En op de markt

    de kolossale

    Sint-Bartholomeuskerk.

    Een rots in de brand

    Sint-Jozef en

    Sint-Catharinacollege.
    Zelfs de Dender

    houdt geloof niet tegen.

    De marbol

    het Manneken Pis

    het zijn fonteintjes

    van zegen

     

    © Maurice Geeroms

    12-05-2008 om 00:00 geschreven door Marleen De Smet


    Categorie:Geeroms Maurice
    >> Reageer (0)


    Zin in een bezoekje bij bekende Geraardsbergenaars? Klik op de respectievelijke afbeeldingen.

    Zicht op Geraardsbergen
    (site van Steven De Schuiteneer & Chris De Nooze)


    Foto

    Site van Geraardsbergen


    Foto

    Klik op onderstaande foto
    voor een bezoek aan de interessante blog
    van André Vander Kelen
    met foto's van Désiré Declercq.


    Foto

    Klik op onderstaande foto
    voor een bezoek aan de interessante blog
    van André Vander Kelen met stereoscopische kaarten
    uit de collectie van Désiré Declercq, gevolgd door
    nog wat documentjes ivm Geraardsbergen.


    Foto

    Jan Lion blogt met Het Nieuwsblad
    over het reilen en zeilen
    van Geraardsbergen


    Foto

    Mannekens Pis van Geraardsbergen,
    het enige echte en oudste Manneken van België.

    Foto

    De Geraardsbergse mattentaart.

    Foto

    Sofie Vander Heyden
    mezzosopraam


    Foto

    Muziektalent van Geraardsbergse bodem

    William Souffreau


    Foto

    Jim Cole got soul.


    Foto

    … en Dean natuurlijk…
    Foto

    Isthar - divine love songs
    (Soetkin Baptist)

    Foto

    Breng een gezoekje aan de blog van Roland Bourgoignie, Galmaardse dorpsdichter 2007 (klik op onderstaande foto).


    Foto

    Chauffeurkes cursiefjes
    als mens achter de gewone mens


    Foto

    Geschied- en heemkundige kring Gerardimontium
    Foto

    Alles over Geraardsbergen via Geraardsbergen.2link.be.
    Voor meer info, klik op onderstaande foto.


    Foto

    Op Tournee vzw, voorzitster Kristien en assistent
    Foto

    nog interessante links
  • Wim Schrever
  • Peter Motte
  • Karel De Pelsemaeker

  • Geraardsbergse links
  • B & B De Korrele

  • De weerman
  • De weerman

  • Nieuws HLN
  • Apple en Google verliezen rechtszaken en moeten miljarden euro’s betalen: “Grote overwinning voor Europese burgers”
  • EXCLUSIEF. Techjournalist deelt eerste indruk van nieuwe iPhone 16: “Nieuwe knop voelt Apple-onwaardig”
  • Braziliaanse rechter stelt Musk ultimatum om te vermijden dat X in het land wordt geblokkeerd
  • Refurbished laptops: dit zijn de pro's en contra's
  • Na jaren met amper wijzigingen aan ontwerp: “Apple werkt aan dunnere én opvouwbare iPhones”
  • Aandeel Apple omlaag na zorgen over populariteit nieuwe iPhone
  • Apple toont nieuwe iPhone 16 bomvol AI aan de wereld, maar daar zal je bij ons voorlopig weinig aan hebben
  • Apple stelt nieuwe iPhone 16 voor: minst dure model kost 969 euro
  • Apple aangeklaagd wegens bespioneren van werknemers
  • Gebruik jij een of meerdere van deze twintig wachtwoorden? Dan verander je die best zo snel mogelijk



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!