Verhaal: Abdullah-bin-Abdullah-bin-Ubbay degradeert zijn Munafiq vader
Gedurende de beroemde veldslag van Banul-Mustaliq in 5 AH., had een Muhajir een conflict met Ansari over een onbeduidende zaak. Elk van de twee riep hun eigen mensen om hulp en er ontstond ernstig gevaar voor een confrontatie tussen de twee Moslim-groepen, maar door de inspanningen van enkele verstandige mensen, werd het gevecht afgewend. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Abdullah-bin-Ubbay was de leider van de Munafiqin. Hij was een bittere vijand van de Islam. Daar hij zich opstelde als een Moslim, werd hij als zodanig behandeld door de andere Moslims. Toen hij dit voorval te weten kwam, gebruikte hij enkele onbeleefde woorden tegen de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) en buitte de situatie uit. Hij sprak zijn mensen als volgt toe:
"Dit alles is het resultaat van het zaad dat jullie met jullie eigen handen gezaaid hebben. Jullie hebben een toevluchtsoord verschaft aan deze vreemdelingen (doelende op de Muhajirin) in je eigen stad en jullie rijkdom gelijkelijk met hun gedeeld. Als je je hulp aan hun intrekt, zullen zij genoodzaakt zijn te vertrekken."
Hij zei verder:
"Bij Allah! Bij onze terugkeer naar Medina, zullen wij, de gerespecteerde mensen, deze gemene mensen van daar verdrijven."
Zaid-bin-Arqam (Radiallaho anho), een Ansari jongen, luisterde naar hem. Hij kon deze woorden niet verdragen en onmiddellijk antwoordde hij vinnig door hem te zeggen:
"Bij Allah! Jij zelf bent een gemenerik. Zelfs je eigen mensen kijken neer op je en niemand zal je steunen. De Heilige Profeet Muhammad (sallalaho alaihi wa sallam) is de meest geëerde. Hij is verheven door Rahman en vereerd door zijn volgelingen. "
Abdullah-bin-Ubbay zegt:
In orde. Zeg het aan niemand. Het was alleen maar een grap. Ik was niet ernstig in wat ik zei."
Zaid (Radiallaho anho) ging echter rechtstreeks naar de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) en vertelde hem wat de Munafiq gezegd had. Umar (Radiallaho anho) verzocht de toestemming van de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) om Abdullah-bin-Ubbay te doden, maar de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) weigerde dit. Toen Abdullah-bin-Ubbay het hoorde dat de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) gerapporteerd was over zijn onbeschaamde uitspraken, kwam hij bij hem en zwoer bij Allah door te zeggen:
"Ik zweer dat ik nooit zoiets gezegd heb. Zaid is een leugenaar. Hij heeft u een valse rapportage gegeven."
Enkele van de Ansars zaten ook bij de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam). Zij bepleitten zijn zaak ook door te zeggen:
"0, Profeet van Allah! Hij is de leider van zijn stam en is een groot man. Zijn verklaring is betrouwbaarder dan het rapport van een kleine jongen. Het is best mogelijk dat Zaid niet goed gehoord heeft of hem verkeerd begrepen heeft."
De Heilige Profeet (Salallaho alaihe wasallam) accepteerde zijn bewering en nam geen acties tegen hem. Toen Zaid (Radiallaho anho) hoorde dat de Munafiq erin geslaagd was de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) te bedriegen door een valse eed te doen, kwam hij niet naar buiten uit schaamte dat hij als een leugenaar aangezien werd. Hij ging zelfs niet naar de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam). Tenslotte openbaarde Allah Sura "Al-Munafiqoon", waarin het verslag van Zaid bevestigd werd en de Munafiq werd ontmaskerd. Na dit voorval begonnen de mensen Zaid te eren en keken neer op de Munafiq.
Nu had de Munafiq (Abdullah-bin-Ubbay) een zoon. Zijn naam was Abdullah en hij was een zeer oprechte Moslim. Toen de Mujahidin op het punt stonden Medina binnen te trekken, trok hij zijn zwaard uit de schede, stond even buiten de stad en zei op een uitdagende toon tot zijn Munafiq vader:
"Ik ga je niet toestaan Medina binnen te treden, tenzij je met je eigen mond erkent dat jij zelf gemeen bent en de Heilige Profeet Muhammad (sallalaho alaihi wasallam) de meest verhevene is."
Dit verbaasde Abdullah-bin-Ubbay ten zeerste. aangezien zijn zoon altijd zeer eerbiedig was jegens hem, maar nu was hij bereid hem, zijn eigen vader, te doden terwille van de eer van de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam). De Munafiq moest verklaren:
"Bij Allah! Ik ben gemeen en de Heilige Profeet Muhammad (sallalaho alaihi wasallam) is de meest verhevene."
Hij werd toen toegestaan de stad binnen te betreden.
Moraal:
De ware geest van de Islam vinden wij terug in de kinderen in de tijd van de Sahabah. Het was de vrucht van de opvoeding die zij van hun ouders kregen. Ouders van deze tijd verwennen hun kinderen teveel door hen te vaak te liefkozen. Als zij meer moeite zouden doen de Islamitische praktijken in de jonge harten te prenten, kunnen deze gemakkelijk een gewoonte worden als zij opgroeien. Als je werkelijk wenst dat je kind een goede Moslim wordt als hij/zij opgroeit, moet je het zaad van Imaan en Islam vanaf zijn kinderjaren in zijn hart zaaien. De Sahabah waren zeer nauwkeurig met de training van hun kinderen in Islamitische praktijken en ze hielden hun doen en laten scherp in het oog.