Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • Dua bij reizen
  • De maand Sha'baan is aangebroken
  • De 1e openbaring uit de koran.
  • Wist je dat.. er altijd een bepaalde maat neer gezonden wordt
  • Honderd beste van het beste
  • Het Islamitische dieet
  • Het gelukkige einde!
  • Ethieken van het spreken
  • De juiste tijdsbenadering
  • Liefde en haar bezegeling
  • Deel 1 - Tussen de ahzaab van toen en nu
  • Vervolg deel 2 - Tussen de ahzaab van toen en nu
  • Het beschermen van onze bronnen
  • Da'wah doen met weinig kennis
  • De Moslim in een spiegelbeeld
  • Consumentisme:
  • Enkele Islamitische zeden
  • Tips in de Islamitische opvoeding Deel 1
  • Tips in de Islamitische opvoeding deel 2
  • Enkele onderwijs methoden
  • Karakter ontwikkeling en ontplooiing begint bij omgangsvaardigheden
  • De Ummah en haar zelfbeeld
  • Onze relatie met Allah en Zijn gunsten
  • Het neerslaan van blikken
  • Het verharde hart
  • De duistere wereld van de Djinn
  • Aardse leven
  • Waarde van de geloofsbelijdenis
  • De ziel van de overledene komt niet terug
  • Zien de doden de engelen en de Djinn?
  • De wereld en alles wat het bevat
  • Wat is er in het Paradijs voor de vrouwen?
  • De poorten van het Paradijs
  • De kleine tekenen van Qiyamah
  • De komst van de Mahdi
  • De komst van Jezus
  • De komst van Dajjaal
  • De komst van Gog en Magog
  • De laatste tekenen van Qiyaamah
  • Van de ene wereld naar de andere
  • De betekenis en waarheid van de dood
  • De zegen van het graf
  • De straf in het graf
  • Jezelf redden van de straf in het graf
  • De overledene redden van de straf
  • De verplichting om zichzelf en de familie tegen de hel te beschermen
  • Berechting op de dag des oordeels
  • Kenmerken van de engelen
  • Plichten van de engelen
  • De eigenschappen van Jibreel
  • Het effect van engelen op het leven van mensen
  • Manieren om jezelf tegen de Shaytan te beschermen
  • Je bent in het midden van een strijd..
  • Oprechtheid & intenties
  • De aard van de intentie
  • De weg naar al-Ikhlaas
  • Onthul je zondes niet
  • Oprechtheid en goede intentie
  • Al-ihsaan, volmaakt geloof
  • De betekenis van aanbidding
  • Tips voor een zwak Imaan
  • Al-Imaan (het geloof) wordt beproefd
  • Vrees dat aanbidding niet geaccepteerd wordt
  • Imaan versterken door Tawheed
  • Het eten van vlees met bloed is verboden,
  • Wijsheid achter de schepping van de duivel.
  • Het Islamitische begrip betreffende het leven
  • De zakaah
  • Bid'ah hassanah; beloning voor een vernieuwing?
  • Dromen en interpretatie ervan in Islam
  • Een definitie voor Taghut
  • De betekenissen van de shahaada
  • Tawheed
  • Shirk
  • Wordt niet boos en ik geef je Djennah
  • Kibr (hoogmoed)
  • Goede manieren
  • De persoon met twee gezichten
  • Belasteren
  • Het belang van een goed karakter
  • Omgaan met woede
  • De vier vragen die Allah swt ons stelt...
  • Wanhopige zoektocht..
  • Dertien deugden van Tawheed
  • Echte liefde
  • De Islamitische manier van slachten is beter
  • We hebben er allemaal kaas van gegeten
  • De Moslim is tolerant en vergevensgezind
  • Straf & Beloning in het hiernamaals
  • De wonderen van Zam Zam water
  • Bescherm je ogen deze zomer
  • Ben je tevreden over jezelf ?
  • Tijdsbesteding
  • Levensarchief
  • Berouw (Tawbah)
  • Het Goede Karakter
  • Relaties voor het huwelijk
  • Les over Riyaa-e
  • Parels der wijsheid
  • De aanvaardbare daden
  • Valse getuigenis afleggen
  • De zegeningen van Bismillah
  • Gebeurtenissen van dit leven
  • De sleutels tot het leven van het hart
  • Het hiernamaals als hoofdzorg maken
  • De dood
  • Tien adviezen aan de Moslimvrouw & Moslimman
  • De Hijaab (hoofddoek)
  • De Correcte Hijaab
  • De positie van de Vrouw in de Islam
  • Het verhaal van een bekeerde zuster
  • De belangrijkste punten aan een goede echtgenoot
  • Mijn lichaam is mijn privé
  • De Godvruchtige vrouw
  • Kleding van de vrouw
  • De status van de vrouw in de islam
  • Het verhaal van de zuster die getuige was van een wonder
  • Handen schudden tussen een vrouw en een man
  • Een man mag de Hijaab van zijn vrouw niet verbieden
  • Zal een vrouw die geen hijaab draagt naar de hel gaan?
  • Onze moeders en wij
  • 25 smeekbedes uit de Koran
  • De volgorde van openbaring van alle verzen 1 tot 56
  • De volgorde van openbaring van alle verzen 57 tot 114
  • Uitleg van Ayat El Koersie
  • Surah Al Qaf nader bekeken
  • Bij de vijg en de olijf {Koran Surah 95 : Ayah 1}
  • Dit zijn de 99 Schone Namen van Allah (s.w.t.).
  • Het gedenken van Allah (Subhana Wa Ta'ala)
  • Wanneer de mens zijn lippen sluit, begint Allah te spreken
  • Vertrouw op Allah (Subhana Wa Ta'ala)
  • De liefde van Allah (Subhana Wa Ta'ala)
  • Spreken over zegeningen van Allah (Subhana Wa Ta'ala)
  • Veel vragen over Allah (Subhana Wa Ta'ala)
  • Allah (Subhana Wa Ta'ala) doet leven en sterven
  • Een brief aan Allah (s.w.t.)
  • Er is geen discriminatie in de Islam
  • Concentratie tijdens het Gebed
  • Het geloof in de Laatste Dag
  • Islamitische Kalender
  • Islaam, Imaan & Ihsaan
  • ABC over de Islaam
  • Liefde in de Islam
  • Het Paradijs
  • De Heilige Ka?bah in Mekka
  • Hazretie Salih (a.s)
  • Hazretie Noah (Nuh) (a.s)
  • Hazretie Loeth (a.s)
  • Hazretie Idris (a.s.)
  • Het leven van de profeet Hoed (a.s)
  • De Profeten
  • De schepping van Adam
  • Salaam Alaikoem broeders en zusters
  • Halal en Haram
  • 40 Rabbana Smeekbededes uit de Koran
  • Mekka door de eeuwen heen
  • Geschiedenis van het offerfeest
  • Offerfeest - (IED-UL-ADHA / QURBANI)
  • Offerfeest
  • QURBÂNI OF HET OFFEREN
  • Extremisme en de Gemeenschap van de Middenweg
  • Mijn oemmah zal zich opsplitsen in 73 groepen
  • Zeer mooie leerzame site
  • De afscheidsbedevaart
  • Eenheid van de Ummah
  • 15 adviezen voor de Moslim
  • Wat betekent Halal & Haram ?
  • Wist je dat? (adzaan24/7)
  • Hoe denkt de Islam over : ziekte, dood en geboorte
  • De maand Dhul-Hijjah
  • Soorten ziekten die het Hart aanvallen en hun genezing
  • Grootheid van Allaah subhanahu wa ta'ala
  • De betekenis van Laa Ilaaha Illa-Allah
  • VARKENSVLEES VERBODEN
  • Hoe binnen de Islaam om te gaan met boosheid ?
  • Waarom is alcohol verboden?
  • Liefde in de Islaam
  • Latifa
  • 7 eisen van la ilaha illa Allah
  • Voorkom fouten in het gebed
  • Ziehier de mirakels van de Koran
  • Mijn hart lijdt pijn
  • De sleutels tot het leven van het hart
  • Het Huwelijk in de Islam
  • Het woord zonder daad, is slechts een vruchteloos einde
  • Haya' (bescheidenheid) tegenover Allah.
  • Ben je tevreden over jezelf ?
  • 25 tips om dichterbij Allah te komen
  • Vandaag 17 - 10 - 2010 WERELDVOEDSELDAG
  • De dood
  • DE WAARDE VAN DE DUA
  • Vergane volkeren - Deel 8 - Metgezellen van de Grot
  • Vergane volkeren - Deel 7 -Het volk van Saba en de Arim Zondvloed
  • Vergane volkeren - Deel 6 - Farao die verdronken werd
  • Vergane volkeren - Deel 6 - Farao die verdronken werd - Vervolg
  • Vergane volkeren - Deel 5 - Thamoed
  • Vergane volkeren - Deel 4 - Het volk van '˜Ad en Oebar: het 'œAtlantis van het zand'
  • Vergane volkeren Deel 3 - Het volk van Loeth en de stad die ondersteboven gekeerd werd
  • Vergane volkeren deel2 : Het leven van Profeet Abraham
  • de waarheid over vergane volkeren deel1:noah
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Islaam
    Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
    29-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De 1e openbaring uit de koran.

    De 1e openbaring uit de koran.

     

     

    De boodschap begon met de openbaring van het allereerste vers uit de Koran:
    "Lees! In de naam van uw Heer, Die heeft geschapen. Hij heeft de mens geschapen uit een bloedklonter. Lees! En uw Heer is de meest Waardige, Die onderwees met de pen. Hij onderwees de mens wat deze niet wist."
    Soerat 96, vers 1 t/m 5.

    Dit zijn de allereerste woorden die de Profeet Mohammed - van zijn Heer te horen kreeg. Deze verzen werden aan hem voorgedragen door de aartsengel Gabri?l ('alaihi asalaam), in de grot Hira in de bergen van Mekka, Arabi?. Het gebeurde 610 jaar na de geboorte van de Profeet Jezus Christus. Moge God beide gezanten met erbarmen en vrede ontvangen.

     

    ---------------------------------------------------------------------------

     

    Lees wat Mohammed - -3 zelf over deze gebeurtenis heeft verteld:

    "Terwijl ik sliep kwam hij naar me toe. Hij droeg een foedraal van een zeer kostbaar materiaal, waarin zich een geschrift bevond. Hij zei: "Lees." Ik antwoordde, "Ik kan niet lezen."

    Hij drukte mij zo hard tegen zich aan dat ik dacht dat ik bijna doodging. Toen liet hij me los en zei:
    "Lees." Ik vroeg: "Wat moet ik dan lezen?" Ik zei dit uit angst dat hij misschien weer hetzelfde zou doen als hij net had gedaan. Hij zei:

    "Lees, in de naam van uw Heer, die heeft geschapen. Hij heeft de mens geschapen uit een bloedklonter. Lees, en uw Heer is de Meest Waardige, Die onderwees met de pen. Hij onderwees de mens wat deze niet wist."

    Toen reciteerde ik het. Hij stopte, verliet me en verdween. Ik werd wakker en kwam tot de gewaarwording dat dit in werkelijkheid in mijn hart stond geschreven."

    Daarna vertelde Mohammed - :

    "Ik heb nooit een grotere afkeer van mensen gehad dan van po?ten en bezetenen. Zelfs de aanblik van ??n van hen kon ik niet verdragen. Ik dacht, "De man (hij bedoelde zichzelf) is zeker een po?et of een bezetene geworden. Dit mag onder de Quraish niet van mij gezegd worden. Het is beter dat ik hoog op de berg klim en mijzelf naar beneden stort om zo van dit alles af te komen. Ik ging op weg om mijn bedoelingen in daden om te zetten. Toen ik halverwege de berg was, hoorde ik een stem van boven uit de hemel komen die zei:

    "Mohammed, jij bent de Boodschapper van Allah en ik ben Gabri?l."

    Ik keek naar boven, naar de lucht en ik zag tegen de horizon Gabri?l in de gedaante van een man, die zijn voeten dicht bij elkaar had geplaatst. W??r zij hij,

    "Mohammed, jij bent de Boodschapper van Allah en ik ben Gabri?l."

    Ik stond daar maar, terwijl ik naar boven naar hem keek; dit bracht mij van mijn bedoeling af. Ik stond daar en was niet in staat om ook maar een stap te verzetten. Ik probeerde mijn gezicht van hem af te wenden om naar de hemel boven mij te kijken, maar waar ik mijn blik ook wendde, zag ik hem voor mij. Ik stond onbeweeglijk, ik deed geen stap achteruit of naar voren.

    Khadija vroeg haar koeriers naar mij op zoek te gaan en ik stond daar al die tijd nog steeds op dezelfde plaats tot het moment dat zij bij haar terugkeerden.

    Toen ging ik weg en keerde terug naar mijn gezin..."

    Deze overlevering is nog gedetailleerder ook door Ibn Ishaq, onder verantwoording van Wahb ibn Kaissan verteld.

    Na deze indrukwekkende gebeurtenis keerde de Profeet terug naar huis, naar Khadija en zei:
    "Wikkel mij in een deken! Wikkel mij in een deken!" Zij wikkelden hem in een deken en zijn angst zakte weg. Hij keerde zich naar Khadija en riep: "Wat is mij nou overkomen?" en vertelde haar wat er was gebeurd en zei: "Ik vrees voor mijzelf." Khadija antwoordde:

    "Wees niet bang, wees gerus en ontspan je. Allah zal je geen vernedering laten lijden, want je bent vriendelijk tegenover je verwanten, je spreekt de waarheid, je helpt ieder mens die steun nodig heeft, je bent gastvrij tegenover je gasten en je geeft in elke rechtvaardige zaak je hulp."

    Toen nam ze hem mee naar Waraqa bin Naufal, haar neef van vaderskant, die zich tot het christendom had bekeerd en een geleerde met goede kennis van het Arabisch, Hebreeuws en de Bijbel was. Door zijn hoge leeftijd was hij zijn gezichtsvermogen verloren. Khadija zei tegen Waraqa:
    "Neef, wil jij eens luisteren naar wat je neef je te vertellen heeft?" Waraqa zei: "Zo neef, wat is het dat je hebt gezien?" De Profeet vertelde hem wat hij had gezien. Toen hij was uitgesproken zei Waraqa:

    "Het is dezelfde openbaring als naar Mozes werd gezonden. Ik wou dat ik jong was, zodat ik nog in leven zou zijn wanneer je eigen mensen je deze stad uitdrijven." De Profeet riep uit: "Zullen zij zich van mij afkeren?" Waraqa antwoordde,

    "Ja! Nog nooit is er een mens met een boodschap als de jouwe gekomen, zonder dat hij vijandig werd ontvangen. Als ik dan nog in leven ben, zal ik jullie alle steun geven die ik kan. Niet lang daarna overleed Waraqa...

    Deze hadith staat in beide meest betrouwbare boeken met overleveringen van de Profeet (Al Boechari en Moslim) vermeld en werd verteld door Al Zuhri.

    Wa alaikoum salaam wa rahmatoe'allahi wa barakatoehoe.

     

    29-06-2011 om 19:59 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (15 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wist je dat.. er altijd een bepaalde maat neer gezonden wordt
    Wist je dat.. er altijd een bepaalde maat neer gezonden wordt door Allah subhan wa ta3ela zodat jij niet in een situatie terecht zal komen om zondes te plegen?

     


    Soms vraag jij je misschien af waarom hebben andere wel zoveel geluk en geld en ik niet ? Waarom hebben andere wel een liefde in hen leven en ik niet ?
    Denk niet dat dit toeval is, oh nee beste broeder/zuster, dit wordt bewust gedaan door Allah subhan wa ta3ela zodat jij niet gaat zondigen.
    Een voorbeeld jij vind iemand leuk, maar op de een of ander manier lukt het niet om een relatie met degene te beginnen, er komen allerlei obstakels in je leven, waarom ? Heel simpel, stel jij kreeg wel een relatie met deze persoon dan zouden er zaken kunnen gebeuren waardoor jij in de ellende zal vallen, op aarde en een straf in het Hiernamaals, het leger van de shaytan stond al klaar om jou aan te vallen maar Allah subhan wa ta3lea belemmerde jou , want Hij kent de toekomst.

    Dit kan dus ook met geld zijn, stel Allah subhan wa ta3ela maakte jou rijk, dan werd jij dankzij de shaytan gierig, dan kocht je dingen die jou in de ellende zouden brengen, ik wil niet zeggen dat het niet goed is om rijk te worden, maar het gaat meer om het idee dat als Hij jou veel zou geven dan was de kans groot dat jij buitensporig zou handelen, want de shaytan zal hoe dan ook jou met zijn zielige leger aanvallen.


     


    Alles in jou leven is maatwerk, alles gebeurd om een reden, jij komt in situaties terecht om een les te leren, jij haalt jou rijbewijs op dat moment wanneer het beste voor je is.
    Jij leer die en die kennen wanneer het juiste moment is, het enige wat jij moet doen is vertrouwen op Allah subhan wa ta3ela , vertrouw erop dat het gene wat jij van Hem krijgt voldoende voor je is, vertrouw erop dat het gene wat van jou wordt afgenomen dat het ook goed voor je is.


     


    Laten we het hebben over jou situatie nu, misschien voel jij je de laatste tijd ellendig, waarom ik ? Waarom gebeurd mij dit nou allemaal ? Nou jij kunt twee dingen doen :

    A.Accepteer wat jou situatie is..of..
    B.Verander jou situatie..

    Heel simpel, accepteer of verander, het is aan jezelf wat jij gaat doen, voel jij dat je in een situatie zit wat je niet bevalt dan verander het, doe dua , zoek oplossingen en Allah subhan wa ta3ela zal jou verder helpen, hoe hoef jij niet te weten als je maar erop vertrouwt dat Hij jou gaat helpen,
    wil jij dat niet doen dan accepteer je situatie en zeur niet.
    Dat er een oplossing voor jou problemen is staat garandeerd aangezien Allah subhan wa ta3la noooooit iemand een probleem geeft zonder dat Hij een oplossing voor klaar heeft staan.


     


    Om een regenboog te creëren heb je zon en regen nodig, zo is het ook met jou leven, als jij wil dat jou leven op orde komt en dat jij tevredenheid wilt krijgen van Allah subhan wa ta3ela met velen beloningen dan heb jij Barmhartigheid (al het goede in je leven) en tegenslagen nodig ( om jou lessen te leren, jou sterker te maken en om jou dichter bij Allah subhan wa ta3ela te brengen.

    Kom op, twijfel niet, zeg astagfarallah ya Allah voor mijn zondes, zeg Allah ou Akbar ya Allah dat U mij kennis geeft en mij altijd helpt en zeg Al Hamdoelilah voor alles wat ik van U krijg.

    Beste broeder/zuster, dank Allah subhan wa ta3ela voor alles wat je hebt, zeg Al Hamdoelilah en blijf Hem vaak danken, alles komt inshallah goed.

    Maak je vrienden/vriendinnen/zusjes/broertjes etc. lid van deze hyve en geef de boodschap door.
    Allah subhan wa ta3ela is met ons.

    Heb je een vraag? Zoek je hulp of wil je iets kwijt ? Schaam je niet maar stuur gerust een bericht of mail je vraag naar princemysterio@gmail.com .

    Wa salam alaikom


    05-06-2011 om 20:52 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (24 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Honderd beste van het beste

    Honderd beste van het beste

     

    [1.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder de Moslims is degene voor wiens hand en tong de Moslims veilig zijn.” [Saheeh Muslim]

     

    [2.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De besten onder de mensen, zijn degenen met het meest uitstekende karakter.” [overgeleverd door At-Tabaraani, en is als Saheeh, authentiek, geclassificeerd]

     

    [3.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De besten onder de mensen zijn degenen die het meeste voordeel brengen aan de rest van de mensheid.” [Daaraqutni, is als Hassan, tamelijk goed, geclassificeerd]

     

    [4.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De besten onder de mensen, zijn degenen die het beste zijn in het vervullen [van rechten].” [Ibn Madjah, Saheeh]

     

    [5.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder de mensen, in tijden van Fitnah, is de man die de teugels van zijn paard vasthoudt, terwijl hij de vijanden van Allaah achtervolgt, die hij angst aanjaagt, hoewel zij hem ook beangstigen. Of een man, die zichzelf afzondert in een woestijn, waar hij de Rechten van Allaah over hem vervult.” [Haakim, Saheeh]

     

    [6.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste der mensheid is mijn generatie, daarna degene die hen volgen en daarna degenen die hen volgen. Daarna zal een volk verschijnen dat zeer hebzuchtig is, dat zal houden van gulzigheid en dat zal getuigen voordat hen daarnaar wordt gevraagd.” [At-Tirmidhi, Saheeh]

     

    [7.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste der mensen zijn degenen die het langst leven en uitblinken in hun daden, terwijl de slechtste der mensen degenen zijn die het langst leven en corrupt zijn in hun daden.” [At-Tirmidhi, Saheeh]

     

    [8.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste der vrouwen is degene die hem [hun echtgenoot] behaagt wanneer hij haar ziet, hem gehoorzaam is wanneer haar iets wordt opgedragen en die hem niet heimelijk verraadt met betrekking tot zichzelf en haar geld, in hetgeen hem niet behaagt.” [Ahmad, Saheeh]

     

    [9.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste der vrouwen is degene die jou behaagt wanneer je haar ziet, jou gehoorzaam is wanneer haar iets wordt opgedragen en die zichzelf en jouw geld veilig stelt tijdens jouw afwezigheid.” [At-Tabaraani, Saheeh]

     

    10. De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste huwelijken zijn de makkelijkste [huwelijken].” [Au Dawud, Saheeh]

     

    [11.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van jullie dadels is de Borniyyuu dadel; het verwijdert ziekten maar het bevat zelf geen enkele ziekte.” [Haakim, Hassan]

     

    [12.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste kleding is [de kleding] die wit is; wikkel jullie doden daarin en kleed jullie levenden daarmee. Het beste om op je oogleden aan te brengen is stibniet [khul poeder], het zorgt ervoor dat de wimpers groeien en het verscherpt het zicht.” [Ibn Hibbaan, Saheeh]

     

    [13.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste kwaliteit van jullie Religie is accuratesse [stiptheid en precisie].” [Haakim, Saheeh]

     

    [14.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste van jullie Religie, is hetgeen het makkelijkst is.” [Ahmad, Saheeh]

     

    [15.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste rijen van het gebed voor de mannen zijn de voorste rijen en de ergste zijn de achterste rijen. De beste rijen van het gebed voor de vrouwen zijn de achterste rijen en de ergste zijn de voorste rijen.” [Saheeh Muslim]

     

    [16.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste gebeden voor vrouwen, zijn degenen die worden verricht in het meest afgezonderde deel van hun huizen.” [Ibn Khuzaymah, Saheeh]

     

    [17.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie in de Islaam, zijn degenen die het meest uitmuntend zijn in hun karakter, zolang jullie een goed begrip hebben van de Religie.” [Ahmad, Saheeh]

     

    [18.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie zijn degenen die het beste zijn in het vervullen [van rechten].” [Ahmad, Saheeh]

     

    [19.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie zijn degenen die het beste zijn voor hun families en ik ben het beste onder jullie voor mijn familie.” [At-Tirmidhi, Saheeh]

     

    [20.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie is mijn generatie, daarna degenen die hen volgen en daarna degenen die hen volgen. Dan zal na hen een volk verschijnen dat zal bedriegen en onbetrouwbaar zal zijn, zij zullen getuigen hoewel hen daar niet naar wordt gevraagd, zij zullen eden zweren maar deze niet vervullen en zwaarlijvigheid zal onder hen voorkomen.” [Saheeh Bukhaari]

     

    [21.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie zijn degenen die andere voeden en de groet teruggeven [met selaam].” [Abu Ya’laa, Hassan]

     

    [22.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie is hij van wie het goede wordt verwacht en hij waarbij veiligheid voor zijn kwaad is gegarandeerd; de slechtste onder jullie is hij van wie niets goeds wordt verwacht en waarbij men niet veilig is voor zijn kwaad.” [At-Tirmidhi, Saheeh]

     

    [23.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste zaak die aan de mensheid is gegeven, is een uitstekend karakter.” [Haakim, Saheeh]

     

    [24.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste zaak waarmee je jezelf kunt behandelen, is aderlaten [Hijaamah].” [Haakim, Saheeh]

     

    [25.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste reizen die ondernomen kunnen worden zijn naar deze Moskee van mij [Medina, Masjid An-Nabawi] en het Aloude Huis [Mekka, Masjid Al-Haram].” [Ahmad, Saheeh]

     

    [26.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste wat een mens voor zichzelf kan achterlaten zijn drie [in aantal]; een rechtschapen kind dat smeekbeden voor hem verricht, een doorlopende liefdadigheid [Sadaqa Djariya] waarvan de beloning hem voortdurend bereikt [na zijn dood] en kennis waar anderen na hem nut van zullen verkrijgen.” [Ibn Hibbaan, Hassan]

     

    [27.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste Moskee voor de vrouwen is het meest afgezonderde gedeelte van hun huizen.” [Al-Bayhaaqi, Saheeh]

     

    [28.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste vrouwen ter wereld zijn vier (in aantal): Maryam Bint ‘Imraan, Khadeejah Bint Khuwaylid, Faatimah Bint Muhammad en Aasiya, de echtgenote van Fir’awn [Farao].” [Ahmad, Saheeh]

     

    [29.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste dagen waarop jullie aderlating [Hijaamah] zouden moeten verrichten, zijn de 17e, de 19e en de 21e van de maand. Ik ben langs geen enkele Bijeenkomst van Engelen gekomen op de Nacht van Al-Israa [Hemelreis], zonder dat zij tegen mij zouden zeggen: “Oh Muhammad!, verricht aderlating!” [Ahmad, Saheeh]

     

    [30.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste dag waarover de zon is opgekomen is Vrijdag; daarop werd Aadam [‘alayhi salaam] geschapen, daarop mocht hij tot het Paradijs toetreden en daarop werd hij verbannen. Het Uur zal niet worden gevestigd, behalve op een Vrijdag.” [Saheeh Muslim]

     

    [31.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Waarlijk, het beste parfum voor mannen is hetgeen wat sterk is in geur en licht is in kleur en het beste parfum voor de vrouwen is hetgeen wat sterk is in kleur en licht is in geur.” [At-Tirmidhi, Saheeh]

     

    [32.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde religie is volgens Allaah, de Allerhoogste, “de makkelijke en flexibele Religie.” [Ahmad, Hassan]

     

    [33.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde van alle daden zijn volgens Allaah [Subhaanahu wa Ta’ala] de voortdurende [daden], zelfs wanneer zij klein zijn.” [Saheeh, overeengekomen]

     

    [34.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde namen bij Allaah, zijn ‘Abd-Allaah, ‘Abd Ar-Rahmaan en Haarith.” [Abu Ya’laa, Saheeh]

     

    [35.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde daden bij Allaah, zijn het gebed op de juiste tijd, daarna om de ouders op een uitmuntende wijze te behandelen en daarna de Jihaad op de Weg van Allaah.” [Saheeh, overeengekomen]

     

    [36.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde daad bij Allaah is dat je overlijdt terwijl je tong nog vochtig is van het gedenken van Allaah [dikr].” [Ibn Hibbaan, Hassan]

     

    [37.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde woorden volgens Allaah, de Allerhoogste, zijn vier [in aantal]: Subhaan Allaah, Al-Hamdu li-Allaah, laa ilaaha illaa Allaah en Allaahu Akbar en het maakt niet uit met welke hiervan je begint.” [Saheeh Muslim]

     

    [38.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd “De meest geliefde uitspraak bij Allaah is wanneer de dienaar zegt: “Subhaan Allaah wa bi Hamdih.” [Saheeh Muslim]

     

    [39.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde uitspraak bij Allaah, de Allerhoogste, is degene die Allaah heeft gekozen voor Zijn Engelen: “Subhaana Rabbi wa bi Hamdih, Subhaana Rabbi wa bi Hamdih, Subhaana Rabbi wa bi Hamdih”.” [At-Tirmidhi, Saheeh]

     

    [40.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde onder de mensen is volgens Allaah degene die het meest nut brengt en de meest geliefde daad bij Allaah, de Allerhoogste, de Geweldige, is dat je een mede-Moslim gelukkig maakt of een zorg van hem wegneemt, of een schuld voor hem betaalt of honger bij hem weg houdt. Het is bij mij meer geliefd dat ik met mijn broeder ben in zijn tijden van nood, dan dat ik mezelf voor een maand afzonder in de Moskee. Voor wie ook zijn woede onderdrukt, zal Allaah zijn fouten bedekken en voor wie ook zijn razernij onderdrukt terwijl hij het had kunnen uiten, zal Allaah zijn hart vullen met tevredenheid op de Dag des Oordeels. Voor wie ook bij zijn behoeftige Moslimbroeder is tot hij dit voor hem bereikt, zal Allaah zijn voeten stevig vestigen op de Dag dat alle voeten zullen wegglijden. Waarlijk!, een slecht karakter vernietigt daden zoals azijn honing vernietigt.” [At-Tabaraani, Hassan]

     

    [41.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meeste geliefde van alle mensen is voor mij ‘Aicha [de echtgenote van de Profeet] en van de mannen; Abu Bakr [haar vader].” [Saheeh, overeengekomen]

     

    [42.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste der mensen in het reciteren [van de Quran] zijn degenen waarbij je, wanneer zij reciteren, kunt zien dat zij Allaah vrezen.” [Al-Bayhaaqi, Saheeh]

     

    [43.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie leiders zijn degenen waar jullie van houden en die van jullie houden, waar jullie smeekbeden voor verrichten en die smeekbeden verrichten voor jullie. De slechtste onder jullie leiders zijn degenen die door jullie worden gehaat en die jullie haten en die door jullie worden vervloekt en die jullie vervloeken.” [Saheeh Muslim]

     

    [44.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie zijn degenen die het beste zijn in het afbetalen van hun schulden.” [At-Tahaawi, Saheeh]

     

    [45.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie zijn degenen met het langste leven en het meest uitmuntende karakter.” [Bazzaar, Saheeh]

     

    [46.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie zijn degenen met de langste levens en de beste daden.” [Haakim, Saheeh]

     

    [47.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie zijn degenen met de zachtste schouders tijdens het gebed.” [A-Bayhaaqi, Hassan]

     

    [48.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie zijn degenen die het beste zijn voor hun vrouwen.” [At-Tirmidhi, Saheeh]

     

    [49.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie zijn degenen die het beste zijn voor hun families.” [At-Tabaraani, Saheeh]

     

    [50.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie tijdens de “Tijd van Onwetendheid” [Djaahiliyah] zijn de beste onder jullie in de Islaam, zolang zij een diep begrip hebben van de Religie.” [Saheeh Buhari]

     

    [51.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder jullie zijn degenen die de Quran memoriseren en het onderwijzen.” [Ad-Daarimee, Saheeh]

     

    [52.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste metgezellen zijn volgens Allaah degenen die het beste zijn voor hun metgezel en de beste buren zijn volgens Allaah degenen die het beste zijn voor hun buur.” [At-Tirmidhi, Saheeh]

     

    [53.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste plaatsen zijn de Moskeeën en de slechtste plaatsen zijn de markten.” [At-Tabaraani, Hassan]

     

    [54.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste smeekbede op de Dag van ‘Arafah en de beste zaak die ik en de Profeten vóór mij hebben gezegd, was: “Laa ilaaha illaa Allaah, Wahdahu laa shareeka Lah, Lahu Al-Mulk wa Lahu Al-Hamd wa Huwa ‘alaa kulli shay-in qadeer.” [At-Tirmidhi, Hassan]

     

    [55.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste voorziening is hetgeen voldoende is [i.p.v overvloedig].” [Ahmad in Az-Zuhd en is Hassan]

     

    [56.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste getuigenis is wanneer men deze aflegt voordat hem wordt gevraagd dat te doen.” [At-Tabaraani, Hassan]

     

    [57.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste bruidschatten zijn de makkelijkste.” [Haakim, Saheeh]

     

    [58.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste liefdadigheid is de soort waarbij je zelfvoorzienend blijft want de bovenste hand is beter dan de onderste hand; begin met degenen waar jij verantwoordelijk voor bent.” [At-Tabaraani, Saheeh]

     

    [59.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste bijeenkomsten zijn degenen die het meest open zijn.” [Abu Daawud, Saheeh]

     

    [60.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde daad bij Allaah is om te geloven in Allaah en daarna om de familiebanden te onderhouden en daarna om het goede te gebieden en het kwade te verbieden. De meest afgrijselijke daad bij Allaah is om deelgenoten aan Hem toe te kennen en daarna om de familiebanden te verbreken.” [Abu Ya’laa, Hassan]

     

    [61.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde Jihaad bij Allaah is dat een woord van waarheid wordt gesproken tegen een tirannieke heerser.” [At-Tabaraani, Hassan]

     

    [62.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het meest geliefde woord bij mij, is hetgeen het meest waarheidsgetrouw is.” [Saheeh Bukhaari]

     

    [63.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het meest geliefde vasten bij Allaah is het vasten van Daawud [‘alayhi salaam]; hij zou om de andere dag vasten. Het meest geliefde gebed bij Allaah is het gebed van Daawud [‘alayhi as-salaam]; hij zou de helft van de nacht slapen, daarna een derde staan [in gebed] en vervolgens een zesde slapen.” [Saheeh, overengkomen]

     

    [64.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde maaltijd bij Allaah is degene waarvan de meeste handen eten.” [Ibn Hibbaan, Hassan]

     

    [65.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde dienaar bij Allaah is hij, die het meest van nut is voor degene waarvoor hij verantwoordelijk is.” [Overgeleverd in Zawaaed Az-Zuhd en is Hassan.]

     

    [66.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De meest geliefde verdienste is die van een arbeider, zolang hij zijn best doet.” [Ahmad, Hassan]

     

    [67.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle daden is om te geloven in Allaah Alleen, vervolgens de Jihaad en daarna een geaccepteerde Hadj; zij overtreffen alle andere daden zoals de afstand tussen de opkomst en de ondergang van de zon.” [Ahmad, Saheeh]

     

    [68.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle daden is het gebed op zijn vroegst mogelijke tijd.” [At-Tirmidhi, Saheeh]

     

    [69.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle daden is het gebed op de juiste tijd, om de ouders goed te behandelen en de Jihaad op de Weg van Allaah.” [Al-Khateeb, Saheeh]

     

    [70.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle daden is dat jij jouw Moslimbroeder gelukkig maakt, zijn schuld afbetaalt of hem brood voedt.” [Ibn ‘Aadiy, Hassan]

     

    [71.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste van het Geloof is geduld en vrijgevigheid.” [Ahmad, Saheeh]

     

    [72.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste der dagen bij Allaah is de Vrijdag.” [Al-Bayhaaqi, Saheeh]

     

    [73.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste Jihaad is dat men strijdt tegen zijn ziel en zijn verlangens.” [Ad-Daylaami, Saheeh]

     

    [74.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste Hadj is degene met de meest verheven stemmen en vloeiend bloed.” [At-Tirmidhi, Saheeh]

     

    [75.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van de smeekbeden is die van de Dag van ‘Arafah en de beste zaak die door mijzelf en de Profeten vóór mij is uitgesproken, is: “Laa ilaaha illaa Allaah, Wahdahu laa shareeka Lah [Niemand is aanbidding waardig behalve Allaah Alleen en Hij heeft geen deelgenoten].” [Imaam Malik Hassan]

     

    [76.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste Dinars zijn: de Dinar die door een man wordt uitgegeven aan degenen voor wie hij verantwoordelijk is, de Dinar die door een man aan zijn paard wordt uitgegeven op de Weg van Allaah en de Dinar die op de Weg van Allaah, de Almachtige, de Geweldige, door een man wordt uitgegeven aan zijn metgezellen.” [Saheeh Muslim]

     

    [77.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste woord om [Allaah] te gedenken is: “laa ilaaha illaa Allaah” en de beste smeekbede is “Al-Hamdu li Allaah.” [At-Tirmidhi, Hassan]

     

    [78.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste woord om [Allaah] te gedenken is: “laa ilaaha illaa Allaah” en de beste [uiting om een] dankbetuiging [te doen] is: “Al-Hamdu li Allaah.” [Baghaawi, Hassan]

     

    [79.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste uren zijn degenen, diep in het laatste deel van de nacht.” [At-Tabaraani, Saheeh]

     

    [80.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle martelaren zijn degenen die strijden aan de frontlinie; zij wenden hun gezichten niet af totdat zij worden gedood. Zij zullen rondgaan in de Hoogste Ruimten van het Paradijs en hun Heer zal naar hen lachen – wanneer jouw Heer naar een dienaar lacht, dan zal er geen rekenschap voor hem zijn.” [Imaam Ahmad, Saheeh]

     

    [81.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle martelaren is hij, wiens bloed wordt vergoten en wiens paard wordt geslacht.” [At-Tabaraani, Saheeh]

     

    [82.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle liefdadigheid is de schaduw van een overkapping [die is weggegeven] op de Weg van Allaah, de Almachtige en Geweldige, en om jouw bediende weg te geven op de Weg van Allaah en om jouw vrouwelijke kameel weg te geven op de Weg van Allaah.” [Ahmad, Hassan]

     

    [83.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle liefdadigheid is hetgeen wordt gegeven aan het familielid dat het meest vijandschap aan jou betoont.” [Ahmad, Saheeh]

     

    [84.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle liefdadigheid is dat jij het geeft terwijl jij gezond bent en [naar dat geld verlangt, terwijl je hoopt dat je rijk wordt en armoede vreest. Stel het niet uit totdat je op het punt staat om je laatste adem uit te blazen, waarna je zegt: “Dit is voor die en die en dit is voor die en die”, want waarlijk, het was reeds opgeschreven dat “die en die” dat zou ontvangen.” [Abu Dawud, Saheeh]

     

    [85.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle liefdadigheid is wanneer degene met weinig ernaar streeft om te geven; begin met degenen waar je verantwoordelijk voor bent.” [Haakim, Saheeh]

     

    [86.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste liefdadigheid is om water ter beschikking te stellen.” [Ibn Madjah, Hassan]

     

    [87.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste gebed, na de verplichte [gebeden], is het gebed in het holst van de nacht en het beste vasten na de maand Ramadhaan, is [in] de maand van Allaah; Muharram.” [Saheeh Muslim]

     

    [88.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste gebed is het gebed van de man in zijn huis, met uitzondering van de verplichte gebeden.” [An-Nasa’i, Saheeh]

     

    [89.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste gebed is degene waarbij men het langst staat.” [Saheeh Muslim]

     

    [90.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle gebed bij Allaah, is het gezamenlijke Vrijdagochtendgebed.” [Ibn Nu’aym, Saheeh]

     

    [91.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste vasten is het vasten van mijn broeder Daawud [‘alayhi salaam]; hij zou om de andere dag vasten en hij zou nooit vluchten [van het slagveld] wanneer de legers elkaar ontmoetten.” [At-Tirmidhi, Saheeh]

     

    [92.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste van alle vasten na de Ramadhaan is in de maand die men Muharram noemt.” [An-Nasaai, Saheeh]

     

    [93.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste van alle aanbidding is de smeekbede.” [Haakim, Saheeh]

     

    [94.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste daad is het gebed op de juiste tijd en de Jihaad op de Weg van Allaah.” [Al-Bayhaaqi, Saheeh]

     

    [95.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “Het beste uit de Quraan is: “Al-Hamdu li Allaahi Rab Al-‘Aalameen [Surah Al-Fatiha].” [Haakim, Saheeh]

     

    [96.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle verdiensten is een gezegende verkoop en hetgeen een man met zijn handen verdient.” [Ahmad, Saheeh]

     

    [97.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder de Gelovigen is de meest uitmuntende onder hen in karakter.” [Ibn Madjah, Saheeh]

     

    [98.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste onder de Gelovigen met betrekking tot Islaam, is degene voor wiens hand en tong de Moslims veilig zijn; en de beste onder de Gelovigen met betrekking tot Imaan, zijn de meest uitmuntende onder hen in karakter; en de beste onder degenen die migreren, is degene die migreert van hetgeen dat Allaah, de Allerhoogste, heeft verboden [van zijn zonden vlucht en achterlaat]; en de beste Jihaad is wanneer men omwille van Allaah, de Almachtige, de Geweldige, tegen zijn ziel strijdt.” [At-Tabaraani, Saheeh]

     

    [99.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste der mensheid is de Gelovige tussen twee rechtschapen personen.” [At-Tabaraani, Saheeh]

     

    [100.] De Profeet [‘alayhi selatu wa selam] heeft gezegd: “De beste van alle dagen op de wereld, zijn de tien dagen [van Dhul-Hijjah].” [Bazzaar, Saheeh]

    03-06-2011 om 20:30 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (19 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Islamitische dieet

    Het Islamitische dieet

     

    De voordelen van gematigdheid in eten:

    1-Zuiverheid van hart, mentale alertheid en diepe inzicht. Verzadiging veroorzaakt domheid en verblind het hart. Vandaar het gezegde “Degene wiens maag hongerig is zal in staat zijn diep na te kunnen denken en zijn intelligentie zal verbeteren.”

     

    2-Nederigheid en het verlies van hoogmoed, lust en schaamteloosheid, welke het fundament van tirannie zijn en de veronachtzaming van Allah.

     

    3-Men zal de toorn en straf van Allah niet vergeten, of de mensen die getroffen zijn door rampen. Want degene die verzadigd raakt vergeet degene die honger lijdt en vergeet honger, en degene die verstandig is ziet niemand die geteisterd is door een ramp zonder dat hij hiermee word herinnerd aan de ramp in het hiernamaals.

     

    4 – Een van de grootste voordelen is dat het een einde maakt aan alle zondige verlangens, en geeft controle over het ego dat geneigd is naar kwaad, omdat de bron van alle zonden verlangen en energie zijn, en de brandstof voor energie en verlangens voedsel is. Dhu'l-Noon zei: Nooit at ik totdat ik verzadigd werd zonder dat ik zou zondigen of dacht aan zondigen.

     

    5-Laat je niet door slaap overmannen en bent in staat wakker te blijven. Degene die veel eet zal ook veel drinken, en degene die veel drinkt zal ook veel slapen. Veel slapen is tijdverspilling en veroorzaakt het missen van Tahajjud [het nacht gebed]. Veel slapen maakt men traag worden en verhardt het hart. Tijd is het meest kostbare geschenk en het is het kapitaal van een persoon, maar slaap is [gelijk aan de] dood en teveel slapen verkort iemands leven.

     

    6-Fysieke gezondheid en het afweren van ziekten, die worden veroorzaakt door te veel eten en het mengen van voedsel in de maag. Artsen zeggen dat eetzucht de oorzaak is van ziekten en gematigdheid tot genezen leidt. [Samengevat uit Ihya ‘Uloom Ad-Deen 3/103-104]

     

    Jabir Ibn Abullah heeft overgeleverd: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Voedsel voor één persoon is voldoende voor twee, voedsel voor twee personen is voldoende voor vier personen, en het voedsel voor vier personen is voldoende voor acht personen.” [Saheeh Muslim]

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “De gelovige eet met een enkele darm, de ongelovige eet met zeven darmen.” [Saheeh Bukhari nr. 5393, 5394 en Muslim 2060, 2061]

     

    Abu Hurairah overlevert: de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] nodigde een ongelovige uit. Hij vroeg om een schaap, om deze te melken. De gast dronk al het melk dat gemolken werd. Toen brachten ze een tweede schaap en hij dronk al haar melk. Daarna dronk hij al het melk van de derde schaap tot hij uiteindelijk het melk van zeven schapen gedronken had. De volgende morgen bekeerde de gast zich tot de Islam. De Boodschapper van Allah vroeg om een schaap te melken voor hem. Hij dronk van haar melk maar toen ze voor hem een tweede schaap gemolken hadden, kon hij de melk niet helemaal opdrinken. De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei toen: “De gelovige drinkt om een enkele darm te vullen, de ongelovige drinkt om zeven darmen te vullen.” [Saheeh Muslim nr. 2063]

     

    Het werd overgeleverd dat Naafi' zei: Ibn 'Umar was gewend om niet te eten totdat er een arme man werd gebracht om samen met hem te eten. Ik bracht een man om samen met hem te eten en hij at buitengewoon veel. Ibn Umar zei: O Naafi', laat deze man niet meer bij mij binnen treden, want ik heb de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] horen zeggen: “De kaafir eet met zeven darmen.” [Verhaalt door Bukhari 5393 en Muslim 2060]

     

    Het werd overgeleverd dat Ibn ‘Umar zei: Een man boerde in aanwezigheid van de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] en hij zei: “Houd jouw boeren weg van ons, voorzeker degene die zich het meest met voedsel vult in deze wereld zal het langst hongerig zijn op de dag der Opstanding.” [Verhaalt door At-Tirmidhi 2015; geclassificeerd als saheeh door Al-Albaani in Saheeh al-Tirmidhi]

     

    Dit was ook overgeleverd door Ibn Abi-Dunya, At-Tabaraani in al-Kabeer en Al-Awsat, en door al-Bayhaqi, van Abu Juhayfah, en ze voegde er aan toe: Abu Juhayfah at nooit totdat hij helemaal vol zat, totdat hij vertrok uit deze wereld. Als hij ontbeten had zou hij niet dineren, en als hij gedineerd had zou hij niet ontbijten. Volgens een verslag overgeleverd door Ibn Abi-Dunya, Abu Juhayfah zei; “Ik heb mijn maag nooit gevuld voor dertig jaar lang.”

     

    Burahnu Deen Al-Halabi verhaalt: “Wij zijn een volk dat niet eet totdat we honger hebben. En als we eten, doen we dit niet totdat we verzadigd zijn.” [Seerah Al-Halabi, 3/295]

     

    Al Miqdad Ibn Ma’d Yakib overlevert dat hij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “De mens vult geen erger vat dan zijn maag. Enkele hapjes volstaan om terug op krachten te komen. Als de mens meer wil eten, dat hij dan een derde voorbehoudt voor zijn eten, een derde voor water en een derde voor lucht.” [Saheeh hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2380. Ibn Madjah nr. 2349. Ibn Hibban in zijn Saheeh nr. 674, 5236. Ahmad in Al-Musnad nr. 1324. Haakim in Al-Mustadrak 4/330, die haar authentiek verklaard heeft, bevestigd door Ad-Dhahabi en Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 5674]

     

    Ibn Masaweh, een Moslimdokter, zei na het lezen van deze hadeeth: “Als de mensen alleen deze woorden zouden gebruiken, zouden zij alle ziektes en kwalen vermijden en zouden de klinieken en apotheken overbodig zijn.”

     

    Een andere dokter, Al-Harith ibn Kalda zei: “Datgene wat de mensheid vermoord heeft, is de introductie van voedsel bovenop voedsel voordat het verteerd is.”

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Eet, drink, kleed je, geef aalmoezen, zonder buitensporigheden of uiterlijk vertoon.” [Saheeh Bukhari, hoofdstuk van kledij. Ibn Madjah nr. 3605. An-Nasa’i 5/79. Ahmad in Al-Mustadrak 2/192]

     

    Ibn Abbas heeft gezegd: “Eet wat je wil, kleed je zoals je wil, zolang je veilig bent voor buitensporigheden en uiterlijk vertoon.” [Overlevert door Bukhari]

     

    Umar Ibn Khattab heeft gezegd: “Wees op je hoede voor een dikke buik, het is een last in dit leven en het geeft een slechte geur na de dood.”

     

    Al-Harith ibn Kalda, bekend als de dokter van de Arabieren, zei: “Diëten is de bron van remedie, en de maag is het huis van ziekten.” [Zaad Al-Ma´aad, 4/104]

     

    Luqman de wijze heeft tegen zijn zoon gezegd: “Mijn kind! Als de maag gevuld word, valt de geest in slaap, de wijsheid vervliegt en de ledematen worden gevoelloos als het gaat over aanbidding.”

     

    Abu Sulaymaan Ad-Darani heeft gezegd: “Degene die eet tot hij verzadigd is zal zien hoe zes kwalen bij hem binnensluipen; hij verliest de zoetheid van het gedenken van Allah in het geheim; hij kan zijn wijsheid niet behouden; hij kent geen mededogen tegenover de mensen, want als de mens verzadigd is, denkt hij dat iedereen dat ook is; de daden van aanbidding lijken hem erg zwaar; zijn waanvoorstellingen vermeerderen; de meeste gelovigen draaien rond de moskeeën en de verzadigden draaiden rond de toiletten.”

     

    En er werd gezegd: “Degene die zijn maag onder controle krijgt, krijgt controle over alle goede daden.” En: “Wijsheid verblijft niet in een volle maag.”

     

    Nafi’ heeft gezegd: “Een man zette een paar dingen neer naast Ibn Umar die hem vroeg: “Wat is dit?” “Iets wat de vertering vergemakkelijkt” antwoordde hij hem. “Ik heb dit niet nodig, er gaat soms en volledige maand voorbij zonder ik mij volgegeten heb” zei Ibn Umar.

     

    Muhammed Ibn Wasi’ heeft gezegd: “Degene die minder eet, getuigd van gezond verstand en heeft gezond verstand gegeven aan een ander, hij heeft de zuiverheid en scherpzinnigheid van de ziel gekend. Wat betreft het overvloedig eten, vertraagt het de mens in veel van zijn projecten.”

     

    Abu ‘Ubayda Al-Khawass heeft gezegd: “Je verlies schuilt in je verzadiging, je redding schuilt in je honger. Als je eet tot je verzadigd bent, zal je slap worden en zo zal de vijand (Shaytaan) zich meester maken over jou en je bedelven onder zijn gewicht.”

     

    ‘Amr Ibn Qays heeft gezegd: “Wees op je hoede voor een volle buik, want het maakt het hart hard.”

     

    Al-Hassan Al-Basri heeft gezegd: “De beproevingen van jullie vader Adam [‘alayhi selaam] was het eten en het zal jullie beproeving blijven tot de Dag van de Opstanding.”

     

    Er werd gezegd: “Als je wil dat je lichaam gezond is en dat je minder slaap nodig hebt, eet dan met mate.”

     

    Bishr heeft gezegd: “Het past niet dat de mens zich vol eet met wat toegestaan is, want als hij daarvan verzadigd is, zal zijn ziel hem ertoe aansporen om van het verbondene te eten.”

     

    Ibrahim Ibn Ad-Ham heeft gezegd: “Degene die zijn buik onder controle houdt, houdt ook zijn godsdienst onder controle. Degene die zijn honger bedwingt, bedwingt ook de goede deugden. De ongehoorzaamheid aan Allah is ver van degene die met mate eet en dicht bij de verzadigde. Verzadiging doodt het hart en het is van haar dat vreugde, vermaak en het lachen afkomstig zijn.”

     

    Er werd overgeleverd dat Iblees de duivel tegen Yahya [‘alayhi selaam] gezegd heeft: “Het is mogelijk dat je gegeten hebt tot je verzadigd was en dat we het gebed zwaar gemaakt hebben voor jou.” Yahya zei: “Ik verbind me ertoe bij Allah om nooit meer te eten tot ik verzadigd ben.” Iblis zei: “Ik verbind me ertoe bij Allah om nooit meer raad te geven aan een Moslim.”

     

    Ash-Shafi’i heeft gezegd: “Verzadiging maakt het lichaam zwaar, neemt de scherpzinnigheid weg, brengt slaap met zich mee en maakt de persoon zwak voor aanbidding.”

     

    Allah heeft dit allemaal samengevat in zijn woorden: “Eet en drinkt maar overdrijft/verkwist niet. Allah heeft de verkwister zeker niet lief.” [Surah Al-Anfaal, hoofdstuk 7, aya 31]

     

    Enkele eetgewoonten

    Wasi' Ibn Harb verhaalt: Sommige metgezellen vroegen: “We eten maar stillen de honger niet.” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Wellicht eten jullie gescheiden?” De metgezellen bevestigden dit. De Profeet zei: “Eet gezamenlijk en spreek er de naam van Allah over. Allah zal het dan voor jullie zegenen.” [Overgeleverd door Abu Dawud]

     

    Ibn ‘Abbas verhaalt: De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De zegeningen worden in het midden van het bord nedergezonden, dus eet (eerst) aan de zijkanten van het bord en eet niet uit het midden van het bord.” [Overgeleverd door At-Tirmidhi en Abu Dawud]

     

    ‘Umar Bin Abu Salamah verhaalt: Ik was een kind onder de hoede van de Profeet, en mijn hand dwaalde rond in het bord, hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Noem de Naam van Allah, eet met je rechter hand, en eet van hetgeen wat voor je ligt.” [Saheeh Bukhari en Muslim]

     

    Abu Juhaifah Wahb Bin 'Abdullah verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Ik eet niet leunend (op een kussen, of liggend).” [Saheeh Bukhari]

     

    Abu Hurairah verhaalt: “De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] bekritiseerde voedsel nooit. Als hij iets lekker vond at hij het, en als hij het niet lusten dan liet hij het liggen.” [Saheeh Bukhari en Muslim, 5380 en 5409]

     

    Annas verhaalt: De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] verbood ons te drinken wijl staand. Qatadah verhaalt: “Wij vroegen hen: Hoe zit het met eten?” Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Dat is zelfs nog erger, (of hij zei) nog afschuwelijker.” Een andere overlevering: De Boodschapper van Allah berispte ons voor het drinken wijl staand. [Saheeh Muslim]

     

    Ibn ‘Abbas verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Drink niet in één teug zoals een kameel, maar in twee of drie slokjes. Zeg de Naam van Allah als je begint met drinken en dank Hem wanneer je klaar bent met drinken.” [Overgeleverd door At-Tirmidhi]

     

    Umm Salamah verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Voorzeker, hij die eet of drinkt in gouden en zilveren drinkbekers en borden vult zijn buik met het hellevuur.” [Saheeh Muslim]

     

    Hudhaifah verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Deze zijn bedoelt voor de ongelovigen in deze wereld en voor jullie in het hiernamaals.” [Saheeh Bukhari en Muslim]

     

    Anas verhaalt: Verdunt melk werd aan de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gegeven. Aan zijn rechterzijde zat een bedoeïen en aan zijn linkerzijde zat Abu Bakr. De Profeet dronk ervan en gaf de rest over aan de bedoeïen en zei: “Degene die aan rechts zit heeft de voorkeur, dan weer de andere (naast hem) aan de rechterkant.” [Saheeh Bukhari en Muslim]

     

    Abu Qatadah verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degene die (als gastheer) anderen bedient met drinkwater zou de laatste moeten zijn die zelf drinkt.” [Overgeleverd door At-Tirmidhi]

     

    Abu Hurairah verhaalt: “De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] verbood het direct drinken uit een fles.” [Saheeh Bukhari]

     

    Abu Qatadah verhaalt: “De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] verbood ademen in een drinkbeker tijdens het drinken.” [Saheeh Bukhari en Muslim]

     

    Ibn ‘Abbas verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] verbood ons het ademen in een drinkbeker of het blazen erop. [Overgeleverd door At-Tirmidhi]

     

    Abu Hurairah verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] zei: “Als iemand heeft gegeten, zou hij datgene weggooien wat hij met een tandenstokje verwijderd en datgene doorslikken wat hij met zijn tong verwijderd. Als hij dit doet, dan heeft hij juist gehandeld, zo niet, dan is dit niet erg (het is niet schadelijk en zal hem niet aangerekend worden).” [Overgeleverd door Abu Dawud en Ibn Madjah]

     

    Op gezag van Ka'b ibn Malik is er overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] met drie vingers zou eten, en zijn vingers zou likken voor hij zijn hand afveegde. [Saheeh Muslim 5297]

     

    Op gezag van ‘Abbas is er overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] melk dronk en vervolgens zijn mond spoelde. Hij zei: “Het bevat (namelijk) vet.” [Saheeh Bukhari en Muslim, 5609 en 798]

    29-05-2011 om 10:41 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (19 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gelukkige einde!

    Het gelukkige einde!

     

    Eindigen met goede daden

     

    Uthman ibn ‘Affan heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] horen zeggen: “Als iemand sterft terwijl hij zeker wist dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah, dan zal hij het Paradijs intreden.” [Saheeh Muslim, Boek 1, Hadith 39]

     

    Mu’aad ibn Jabal berichtte dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degene wiens laatste woorden ‘Laa Ilaaha Illallah’ zijn, zal de Jennah binnentreden.” [Abu Dawud 3116, Al-Hakim 1/351 en hij classificeerde hem als betrouwbaar, Ad-Dhahabi was het met hem eens, en Al-Baani classificeerde hem als hassan in Ahkaam al Janaa-iz]

     

    Abu Dhar heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Gibreel zei tegen mij: ‘Iedere volgeling van jou die sterft, zonder afgoden te hebben aanbeden in zijn leven, zal het Paradijs intreden’. De Profeet vroeg: “En als ze overspel hebben gepleegd of hebben gestolen?” Gibreel antwoordde: ‘Zelfs dan’. [Saheeh Bukhari, Boek 54, Hadith 445]

     

    Abu Huthaifa zei dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degene die ‘Laa Ilaaha illallah’ zegt, op zoek naar het Aangezicht van Allah [tevredenheid en goedkeuring] en zijn daden worden hiermee verzegeld [dit is het laatste wat hij deed in zijn leven] zal het paradijs binnentreden. En hij die een dag vast, op zoek naar het Aangezicht van Allah en zijn daden worden hiermee verzegeld, zal het paradijs binnentreden. En hij die geld aan liefdadigheid uitgeeft, op zoek naar het Aangezicht van Allah en zijn daden worden hiermee verzegeld, zal het paradijs binnentreden.” [Ahmad 5/391, geclassificeerd als betrouwbaar door Al-Baani in Ahkaam Al-Janaa-iz]

     

    Abu 'Inabah overlevert het volgende van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam]: “Wanneer Allah het goede wil voor Zijn dienaar, dan maakt Hij hem zoet.” De Profeet werd gevraagd: “En wat is zijn zoetigheid?” Of: “En hoe word hij zoet gemaakt?” De Profeet zei: “Allah opent de deur van rechtgeschapen daden voor hem voordat hij komt te overlijden, en neemt zijn ziel in deze staat.” [Verzameld door Ahmad, 17330. Geclassificeerd als Saheeh door Al-Baani in al-Silsilah al-Saheehah, 1114]

     

    Abu ‘Abd ar-Rahman ‘Abdullah ibn Mas'ud heeft van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] overlevert: “..Voorzeker één van jullie zal de daden verrichten van de mensen van de hel, totdat de afstand tussen hem en de hel nog maar een armslengte is. En dan overkomt hem datgene wat voor hem beschikt is, en handelt hij met de daden van de mensen van het paradijs, en dus zal hij het [paradijs] betreden.” [Saheeh Bukhari 8023 & Muslim 3462]

     

    Sterven als martelaar

     

    Said ibn Zayd heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei, “Degene die gedood wordt terwijl hij zijn bezittingen verdedigde is een martelaar, en degene die gedood wordt terwijl hij zijn familieleden verdedigde is een martelaar, en degene die gedood wordt terwijl hij zijn religie verdedigde is een martelaar, en degene die gedood word terwijl hij zijn eigen ziel verdedigde is een martelaar.” [Abu Dawud, Boek 40, Hadith 4754]

     

    Er is overgeleverd dat Abu Hurairah zei: Een man kwam naar de Boodschapper van Allah en vroeg, “O Boodschapper van Allah! Wat zegt u van iemand die naar mij toekomt en mijn bezittingen wilt afnemen?” De Profeet antwoordde, “Geef je bezittingen niet aan hem.” De man vroeg, “En als hij tegen me vecht?” De Profeet zei, “Dan vecht tegen hem.” De man vroeg, “En als ik wordt gedoodt?” De Profeet antwoordde, “Dan ben je als martelaar gestorven.” De man vroeg, “En wat als ik hem doodt?” De Profeet antwoordde, “Dan zal hij in het Vuur zijn.” [Saheeh Muslim, Boek 1, Hadith 259]

     

    Moekhaariq berichtte dat er een man aan de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] vroeg, “Wat moet ik doen als een man mijn geld wil afpakken?” Hij antwoordde, ”Doe hem aan Allah herinneren.” Hij vroeg, “En als hij Allah niet gedenkt?” De Profeet antwoordde, ”Zoek steun van de moslims om je heen tegen hem.” Hij vroeg, ”En als er geen moslims om mij heen zijn?” De Profeet antwoordde, ”Zoek dan hulp bij het gezag.” Hij vroeg, ”En als het gezag niet toegankelijk is en hij te dichtbij was?” De Profeet antwoordde, “Vecht dan voor je geld, je zult in het hiernamaals onder de martelaren zijn of je geld hebben beschermd.” [Verzameld door Ahmad en An-Nasaa-i, geclassificeerd als betrouwbaar door Al-Albaani in Ahkaam Al-Janaa-iz]

     

    Thabit heeft overgeleverd dat Abdullah ibn ‘Amr de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “Degene die sterft omdat hij zijn bezittingen wou verdedigen is een martelaar.” [Saheeh Muslim, Boek 1, Hadith 260]

     

    Er is van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd dat hij vroeg: “Wie beschouwen jullie als martelaren?” Ze zeiden: “Degene die omwille van Allah wordt gedood.” De boodschapper van Allah zei: “Er zijn zeven martelaren naast degene die omwille van Allah wordt gedood. Degene die sterft aan de pest [of een andere plaag] is een martelaar, degene die verdrinkt is een martelaar, degene die sterft van pleuritis is een martelaar, degene die sterft aan een maag ziekte is een martelaar, degene die wordt verbrand tot de dood is een martelaar, degene die onder een vallende muur [of gebouw e.a puin, en een auto ongeluk] sterft is een martelaar, en de vrouw die tijdens haar zwangerschap sterft is een martelaar.” [Overgeleverd Ahmad 23804, Abu Dawud 3111 en An-Nasaa-i 1846. Deze hadeeth werd als Saheeh geclassificeerd door Al-Albaani in Saheeh Abu Dawud]

     

    Selmaan berichtte dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] het volgende [aan de Sahaabah] vroeg: ”Wie van jullie beschouwen jullie als een Shaheed?” Ze antwoordden: “Iedereen die fi sabeel lilaah [al vechtend] gedood wordt is een Shaheed.” Hij zei: ”Dan zouden er maar weinig Shuhadaa zijn in mijn ummah!” Daarna zei hij: “Omwille van Allah gedood worden is een Shahaadah, het overlijden van een vrouw tijdens de bevalling is een Shahaadah, het overlijden door verbranding is een Shahaadah, omkomen door verdrinking is een Shahaadah, overlijden aan tuberculose is een Shahaadah en sterven aan een maag ziekte is een shahaadah.” [Overgeleverd door At-Tabaraani in Al Awsat. Geklasseerd als Hassan door Al Albaani]

     

    Abu Hurayrah [Radiya Allahu ‘anhu] verteld dat de boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Er zijn vijf martelaren: Degene die sterft aan de pest, degene die aan een maag ziekte sterft, degene die verdrinkt, degene die verpletterd word onder een vallende muur en de martelaar is degene die gedood word omwille van Allah.” [Bukhaari 2829 & Muslim 1914]

     

    In toevoeging staat: “… en degene die sterft van pleuritis [borstvlies ontsteking], en de vrouw die samen [met haar baby] sterft.” [verhaalt door At-Tirmidhi 1846, Abu Dawud 311 en Ibn Maajah 2803]

     

    In een andere hadeeth heeft Raashid ibn Hubaysh van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] overleverd: “..en als een vrouw op haar kraambed [na haar bevalling] sterft, haar kind zal haar met het navelstreng het paradijs binnen trekken. [Verzameld door Imaam Ahmad in zijn Musnad met een Saheeh isnaad: Al-Musnad, 3/489. Er is een bevestigend rapport verhaalt door Maalik, 1/233 en Abu Dawood, 3/482]

     

    Abu Hassan zei: “Ik zei tegen Abu Hurayrah, mijn twee kinderen zijn gestorven. Zou je mij iets kunnen overleveren van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam], waarmee mijn hart rust zal vinden?” Hij antwoordde: “Ja, kinderen [die voor de pubertijd sterven] zijn de vogels van het Paradijs. Als zij hun ouders vinden op de Dag des Oordeels zullen zij hun ouders vastpakken en niet loslaten totdat Allah ze in het Paradijs toelaat.” [Sahih Muslim, Boek 32, Hadith 6370. Zie o.a verder in Adab Al-Mufrad hoofdstuk 80, fadl man maata lahu al-walad]

     

    Sterven als Moslim

     

    ´Abdullah ibn ´Amr verhaalt van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] dat hij zei: “Een persoon van mijn Ummah zal op het dag der opstanding naar voren geroepen worden voor de gehele schepping, en negenennegentig lijsten [met zonden] zullen voor hem gespreid worden, elk van hen reikt zo ver als het oog kan zien [tot aan de horizon]. Dan zal Allah zeggen; ‘Ontken je iets hiervan?’ Hij zal zeggen: ‘Nee, mijn Heer.’ Dan zal Allah zeggen: ‘Hebben Mijn verzamelende noteerders [de Engelen] je onrecht aangedaan?’ Dan zal Allah zeggen: ‘Heb jij hiernaast nog enige goede daden?’ De man zal doodsbang zijn en zeggen: ‘Nee.’ Allah zal zeggen: ‘Voorzeker, jij hebt bij Ons een goede daad, en je zult niet onrechtvaardig behandeld worden deze Dag.’ Dan zal er een kaart naar voren gebracht worden waarop staat geschreven; Ashadu an la ilaaha illallaah wa anna Muhammadan ‘abduhu wa rasuluhu [ik getuig dat niemand het waard is aanbeden te worden behalve Allah en dat Muhammad zijn dienaar en Boodschapper is]. De man zal zeggen: ‘Oh Heer, wat is deze kaart vergeleken met deze lijsten?’ Allah zal zeggen: ‘Je zult niet onrechtvaardig behandeld worden.’ Dan zullen de rollen met lijsten geplaatst worden op de ene kant van de weegschaal en de kaart op de andere kant. De rollen zullen omhoog gaan [zullen lichter wegen] en de kaart zal omlaag gaan [zal zwaarder wegen]. [Saheeh, Ibn Maajah, Abwaab Az-Zuhd, 2444]

     

    Getuigenis van rechtgeschapen Moslims

     

    Anas [Radiya Allahu ‘anhu] overlevert: “Een begrafenisstoet liep voorbij de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] en ze prezen de overleden man. De Profeet zei: “Het is bevestigd [d.w.z het paradijs].” Toen kwam er een andere begrafenistoet voorbij en de mensen spraken slecht over de overledene. De Profeet zei: “Het is bevestigd [d.w.z de hel].” De Boodschapper van Allah werd gevraagd: “Oh Boodschapper van Allah, u zei voor de ene ‘het is bevestigd’ en voor de andere ‘het is bevestigd’? De Profeet zei: “De getuigenis van de gelovigen [is geaccepteerd], de gelovigen zijn de getuigen van Allah op aarde.” [Saheeh Bukhari, Kitaab As-Shahadaat nr. 2642]

     

    Abu Al-Aswad overlevert: “Ik ging een keer naar Madina en in deze periode was er een epidemie uitgebroken en mensen stierven snel achter elkaar. Ik zat met ‘Umar [Radiya Allahu ‘anhu] en een begrafenisstoet passeerde ons. De mensen prezen de overledene. ‘Umar zei: “Het is bevestigd.” Toen kwam er een andere begrafenisstoet voorbij lopen. De mensen prezen de overledene. ‘Umar zei: “Het is bevestigd.” Toen kwam er een derde begrafenisstoet voorbij en de mensen spraken slecht over de overledene. ‘Umar zei: “Het is bevestigd.” Ik vroeg aan ‘Umar: “Oh leider van de gelovigen, wat is er bevestigd?” Hij zei: “Ik zei wat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei. Hij, de Profeet, zei namelijk: ‘Elke Moslim over wiens goedheid vier mensen getuigen zal Allah het Paradijs binnen doen treden.’ We vroegen de Profeet, ‘En als er maar drie getuigen waren?’ Hij zei, ‘Zelfs drie.’ We vroegen, ‘En als er maar twee getuigen waren?’ Hij zei, ‘Zelfs twee.’ Maar we vroegen hem niet over slechts één getuige.” [Saheeh Bukhari, Kitaab As-Shahadaat nr. 2643]

     

    Malik ibn Hubayrah heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Als een Moslim sterft en drie rijen Moslims bidden over hem, dan is het Paradijs voor hem verzekerd.” Toen Malik zag dat de mensen bij een begrafenisgebed te weinig waren, verdeelde hij ze in drie rijen. [Abu Dawud, Boek 20, Hadith 3160. Hassan verklaard door At-Tirmidhi en An-Nawawi in Al-Madjmoo’ 5/212, bevestigd door Al-Hafidh in Al-Fath 3/187.]

     

    Er is van Abu Hurayrah overlevert dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degene over wie honderd gelovigen bidden tijdens het begrafenisgebed, zal vergeven worden.” [Ibn Madjah nr. 1488, Saheeh]

     

    Het was overlevert dat Kuraib, de bevrijdde slaaf van Abdullah ibn ‘Abbad, zei: “Een zoon van ‘Abdullah ibn ‘Abbas was gestorven, en hij zei tegen mij: “Oh Kuraib, ga en kijk eens of er mensen zijn verzameld voor het gebed over mijn zoon.” Ik zei: “Ja.” Hij zei: “Wee jou, hoeveel mensen zie jij? Veertig?” Ik zei: “Nee, eerder meer [dan veertig].” Hij zei: “Breng mijn zoon naar voren [voor het gebed], want ik getuig dat ik de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heb horen zeggen: ‘Geen [groep van] veertig gelovigen bemiddelen voor een gelovige, zonder dat Allah hun bemiddeling accepteert.” [Ibn Madjah nr. 1489, Saheeh]

     

    Een lang leven hebben

     

    Anas ibn Malik overlevert, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Als een Moslim man de veertig jaar bereikt dan beschermt Allah hem tegen verschillende plagen, waaronder waanzin, lepra en huidziekte. En wanneer hij de vijftig bereikt, dan zal Allah zijn afrekening vergemakkelijken. En wanneer hij de zestig bereikt, dan schenkt Allah hem berouw en maakt dit geliefd bij hem. En wanneer hij de zeventig bereikt, dan houdt Allah van hem en de bewoners van de hemel houden van hem. En wanneer hij de tachtig bereikt, dan accepteert Allah zijn goede daden en wist zijn zonden. Wanneer hij de negentig bereikt, dan vergeeft Hij zijn toekomstige zonden en voorbijgegane zonden, en hij wordt ‘gevangene van Allah op de wereld’ genoemd, en hem wordt bemiddeling voor zijn familieleden verleend.” [Hassan, Ibn ‘Asakir. Ahmad Shakir zei in zijn toelichting bij Al-Musnad, Mudjalat At-Thani, 5369: De keten is op zijn minst Hassan. Het wordt ondersteund door andere ketens die tot het niveau van Saheeh stijgen.]

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De beste onder de mensen is degene die lang leeft en goed doet.” [Verhaalt door Ahmad en At-Tirmidhi, 110; geclassificeerd als saheeh door al-Albaani in Saheeh At-Tirmidhi]

     

    En hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Verheugingen voor degene die lang leeft en goed doet.” [Verhaalt door At-Tabaraani en Abu Na'eem, geclassificeerd als saheeh door al-Albaani in Saheeh al-Jaami', 3928]

     

    Een man zei: “O boodschapper van Allah, wie onder de mensen is het beste?” Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degene die lang leeft en goed doet.” Hij vroeg vervolgens: “Welke van de mensen is het slechtst?” De Profeet zei: “Degene die lang leeft en kwaad doet.” [Verhaalt door Ahmad en At-Tirmidhi, 2330; geclassificeerd als saheeh door al-Albaani in Saheeh al-Tirmidhi]

     

    Ahmad (8195) verhaalt dat Abu Hurayrah [Radhiya Allah ‘anhu] zei: “Twee mannen werden Moslim met de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam]. En één van hen stierf als martelaar, en de ander een jaar later. Talhah ibn 'Ubayd-Allah zei: Ik werd het Paradijs getoond (in een droom), en daarin zag ik dat de laatste van hen voor de martelaar werd toegelaten. Ik was hierdoor verrast, dus de volgende ochtend vertelde ik de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] hierover. De boodschapper van Allah zei: "Heeft hij niet Ramadaan gevast na hem, en zes duizend rak’ahs gebeden, of zulk zo en een aantal rak’ahs, het gebed van een jaar lang? [Geclassificeerd als saheeh door al-Albaani in al-Silsilah al-Saheehah, 2591. al-'Ajlooni zei in Kashf al-Khafa': de isnaad is hassan]

     

    Er is overgeleverd door Abu Hurayrah [Radhiya Allahu ‘anhu] dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Niemand van jullie zou voor de dood moeten wensen of bidden voordat het komt, want wanneer één van jullie sterft dan komen zijn goede daden tot een einde, en een lang leven voor een gelovige zal hem in niets meer doen toenemen dan het goede.” [Overgeleverd door Muslim, 2682]

     

    En in een versie overgeleverd door Al-Bukhari, 7235: “Niemand van jullie zou voor de dood moeten wensen. Want of hij is iemand die goed doet, en zal meer goed doen. Of hij is iemand die kwaad doet, maar zal hier misschien mee stoppen (terugkeren, berouw tonen en vergeven worden).”

     

    Andere tekenen van een goede einde

     

    Overgeleverd door Buraidah van Al-Husaib, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Een gelovige sterft met een zwetend voorhoofd.” [At-Tirmidhi 982, An-Nasa-i 4/6, met een goede keten van overleveraars]

     

    ‘Abdullah ibn ‘Amr berichtte dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Iedere moslim die op vrijdag of de nacht van donderdag sterft wordt door Allah beschermt tegen de kwellingen van het graf.” [Ahmad 2/176 en At-Tirmidhi 1080; hij zei dit is een vreemde hadeeth die geen verbinding heeft in haar keten van overleveraars. Ibn Hajar en As-Suyuti zeiden dat deze hadeeth zwak is. Al-Baani classificeerde hem als betrouwbaar in Ahkaam Al-Jaana-iz]

     

    Er is overgeleverd dat ‘Abdullah ibn ‘Amr zei: “Een man stierf in Madinah, en hij was één van degenen die geboren was in Madinah. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] bad het begrafenisgebed voor hem en zei: “Was hij maar ergens anders gestorven dan zijn geboorteplaats.” Een man onder hen vroeg: “Waarom, oh boodschapper van Allah?” Hij zei: “Als een man ergens anders sterft dan zijn geboorteplaats, dan zal er een afstand voor hem gemeten worden in het Paradijs vanaf zijn geboorteplaats tot aan de plaats waar hij stierf.” [Ibn Madjah 1614, Hadeeth Hassan]

     

    De bemiddeling van de Profeet, Engelen, Gelovigen en Allah

     

    Er is van Abu Hurayrah overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Elke Profeet had een smeekbede welke beantwoord werd, en elke Profeet smeekte hierom in deze wereld. Maar ik bewaar mijn smeekbede zodat ik kan bemiddelen voor mijn natie, en het bereikt iedereen van hen die sterven zonder iets als aanbidding naast Allah te stellen.” [Saheeh, overgeleverd door o.a Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, nr. 4307.]

     

    Er is van Abu Hurayrah overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Voor elke Profeet is er een smeekbede [welke zeker beantwoord word door Allah], en ik wens inshaAllah dat mijn smeekbede bewaard word als bemiddeling voor mijn natie op De Dag der Opstanding.” [Saheeh Bukhari, Kitaab At-Tawheed, nr. 7474.]

     

    Er is van Jaabir overgeleverd, hij hoorde de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zeggen: “Mijn bemiddeling op De Dag der Opstanding zal voor degene onder mijn natie zijn die grote zonden hebben gepleegd.” [Hassan, overgeleverd door o.a Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, nr. 4310.]

     

    Er is van Abu Musa Al-Asha’ri overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Ik werd de keuze gegeven tussen bemiddeling of dat de helft van mijn natie het Paradijs zou mogen betreden. En ik koos voor bemiddeling omdat het algemener en voldoende is. Denken jullie dat het voor de vromen is? Nee, het is voor de onkuise zondaars.” [Hassan, overgeleverd door Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, nr. 4311.]

     

    ‘Awf bin Malik Al-Ashdja’i overlevert, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Weten jullie welke keuze mijn Heer mij gaf vannacht?” We zeiden: “Allah en zijn Boodschapper weten het beste.” Hij zei: “Hij heeft me de keuze gegeven tussen het toelaten van de helft mijn Ummah in het Paradijs en bemiddeling, en ik koos bemiddeling.” We zeiden: “Oh Boodschapper van Allah, smeek dat wij onder diegene zullen horen [waarvoor je mag bemiddelen].” Hij zei: “Het is voor elke Moslim.” [Saheeh, Ibn Madjah, abwaab Az-Zuhd, 4316.]

     

    Er is van Abu Sa’eed overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Wat betreft de mensen van de Hel, die haar permanente bewoners zijn, zij zullen daar niet in sterven noch leven. Maar er zijn sommige mensen die gestraft zullen worden met het vuur vanwege hun zonden of fouten, het zal hun doden, totdat zij zoals kolen zullen worden. Toestemming zal mij gegeven worden om voor hen te bemiddelen. Zij zullen groep voor groep gebracht worden, en over de oevers van de Rivieren van het Paradijs verspreid worden. Er zal gezegd worden: “Oh mensen van het Paradijs, giet water over hen heen.” En zij zullen bloeien zoals zaadjes die door een vloed worden gedragen [e.a ze zullen snel groeien].” [Saheeh, overgeleverd door o.a Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, nr. 4309.]

     

    Overgeleverd door ´Ata bin Yazid Al-Laythi, op gezag van Abu Hurayrah, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “..Wanneer Allah klaar is met zijn Oordeel onder de mensen, zal Hij uit de hel nemen wie Hij wenst middels Zijn Genade. Hij zal de Engelen opdracht geven iedereen uit het vuur te nemen die niemand anders buiten Allah aanbeden hebben, van onder wie Allah Genadig wenst te zijn welke getuigen van Laa Ilaaha illallaah. De Engelen zullen hen herkennen in het vuur door de tekenen van sujuud [sporen van prostratie op hun voorhoofden]. Want het vuur zal het gehele lichaam van een mens verteren, behalve het spoor van sujuud. Allah heeft het verboden voor het vuur om de sporen van sujuud te verbranden. Zij zullen er volledig verschroeit uit komen, en dan zal het water van Al-Hayat [het leven] over hen heen gegoten worden, en zij zullen eronder groeien zoals een zaadje dat door een vloed word gedragen..” [Genomen uit een lange hadeeth over De Dag der Opstanding. Saheeh Bukhari, Kitaab At-Tawheed, 7437.]

     

    In een andere versie, overgeleverd door Abu Sa’eed Al-Khudri, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “..Wanneer de gelovigen zien dat ze gered en veilig zijn [op De Dag des Oordeels], zullen zei zeggen; ‘Oh Allah! [red] onze broeders die met ons vastte, en goede daden met ons verrichtte.’ Allah zal zeggen; ‘Ga en neem eruit iedereen in wiens hart je het geloof vind gelijk aan het gewicht van een [gouden] Dinar.’ Allah zal het vuur verbieden hun gezichten aan te tasten. Zij [hun broeders] zullen naar hun toe gaan en sommige in het vuur vinden tot aan hun voeten, en andere tot halverwege hun benen. En zullen diegene eruit halen die zij herkennen en daarna keren terug. Allah zal [tegen hen] zeggen; ‘Ga en neem eruit iedereen in wiens hart je het geloof vind gelijk aan het gewicht van een halve Dinar.’ Zij zullen eruit halen wie ze ook maar herkennen en terug komen. Allah zal [weer tegen hen] zeggen; ‘Ga en neem eruit in wiens hart je het geloof vind gelijk aan een atoom [dharra].’ En dus zullen zij er iedereen uit halen die zij zullen herkennen.

     

    Abu Sa’eed zei: ‘Als je me niet gelooft lees dan het volgende Heilige vers uit de Quran: “Voorzeker Allah behandeld niemand in de geringste mate [dharra] onrechtvaardig, en als er iets goed gedaan wordt, vermeerdert hij het..” [Surah An-Nisa, aya 40].’

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] voegde eraan toe: “Dan zullen de Profeten, Engelen en Gelovigen bemiddelen, en Allah zal [als laatste] zeggen; ‘Nu blijft mijn bemiddeling nog over. En dan zal Hij een hand vol uit het vuur vasthouden, waaruit Hij mensen zal halen wiens lichamen verschroeit zijn, en zij zullen in een rivier aan de ingang van het Paradijs geworpen worden, genaamd ‘Water van het Leven’. Zij zullen op haar oevers groeien, zoals een zaadje gedragen door een vloed. Hebben jullie opgemerkt hoe het naast een rots groeit, of naast een boom, en hoe het deel wat naar de zon gericht is vaak groen is terwijl het deel wat naar de schaduwt kijkt wit is. Deze mensen zullen eruit komen als parels, en hebben halsbanden [van goud], en dan zullen ze het Paradijs binnen treden waarop de mensen van het Paradijs zullen zeggen; ‘Dit zijn de mensen die gered zijn door de Genadevolle. Hij heeft hun het Paradijs binnen laten treden zonder dat zij enige goede daden hebben verricht, en zonder enig goed vooruit te hebben gezonden.’ Dan zal er tegen hun worden gezegd; Voor jullie is het hetgeen jullie hebben gezien [in het Paradijs] en haar gelijke daaraan.” [Saheeh Bukhari, Kitaab At-Tawheed, 7439.]

     

    Er is overgeleverd van ‘Abdullah bin Abu Jad’a dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Meer dan [de leden van de stam] Banu Tamim [de stam van Abu Bakr As-Sadiq] zal het Paradijs binnen treden middels de bemiddeling van een man onder mijn Ummah.” Ze zeiden: “Oh Boodschapper van Allah, naast jou?” Hij zei: “Naast mij.” [Saheeh, Ibn Madjah, abwaab Az-Zuhd, 4316.]

     

    ‘Abdullah bin Qais zei: “Ik was met Abu Burdah op een nacht, en Harith bin Uqaish kwam binnen. Harith vertelde ons die nacht dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhu wa selam] zei: “Onder mijn Ummah zullen er sommige zijn die middels hun bemiddeling meer [dan de leden van de stam] Mudar het Paradijs binnen zullen laten treden..” [Hassan, Ibn Madjah, Kitaab Az-Zuhd, 4323.]

     

    Abu Darda heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] horen zeggen: “De bemiddeling van martelaren zal geaccepteerd worden voor zeventig van zijn familie leden.” [Overgeleverd door Al-Bayhaqi en Abu Dawud in Kitaab Al-Jihaad, 2522. Saheeh geclassificeerd door Al-Baani, Hassan door As-Suyuti.]

     

    Overgeleverd door Anas, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Sommige mensen zullen verschroeid worden door de Hel als straf voor zonden die zij hebben begaan, en Allah zal hen het Paradijs doen binnen treden middels Zijn Genade. Deze mensen zullen Al-Jahannamiyoon genoemd worden.” [Saheeh Bukhari, Kitaab At-Tawheed, 7450.]

     

    Overgeleverd door ‘Imran ibn Husayn, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Er zal een groep mensen uit het vuur gered worden middels mijn bemiddeling, wie Al-Jahannamiyoon genoemd zullen worden.” [Saheeh, Ibn Madjah, abwaab Az-Zuhd, 4315.]

     

    Anas ibn Malik heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] horen zeggen: “Ik zal de eerste zijn die voorspraak zal doen in het Paradijs en onder alle Profeten zal ik de meeste volgelingen hebben. Waarlijk, er zal een Profeet [op De Dag des Oordeels] komen die maar één volgeling had [op aarde].” [Saheeh Muslim, Kitaab Al-Imaan, Baab 87, nr. 506]

     

    Overgeleverd door Anas, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Op de dag der opstanding zal ik bemiddelen en zeggen; ‘Oh mijn Heer! Laat degene in het Paradijs toe in wiens hart het geloof gelijk is aan het gewicht van een mosterd zaadje.’ Zulke mensen zullen het Paradijs binnen treden. En dan zal ik zeggen; ‘Laat degene in het Paradijs toe in wiens hart het minst aan geloof leeft.’ Anas zei: “Het is alsof ik nu kijk naar de vinger van de Boodschapper van Allah [waarmee hij deze geringe hoeveel aan geloof illustreerde].” [Saheeh Bukhari, Kitaab At-Tawheed, 7509.]

     

    Abu Hurayrah overlevert, Ik vroeg: “Oh Boodschapper van Allah. Wie zal de meest gelukkige persoon zijn die zal profiteren van uw bemiddeling op de dag der opstanding?” Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Oh Abu Hurayrah, ik vermoedde dat niemand mij over deze hadeeth zou vragen eerder dan jij, aangezien ik weet hoe ijverig je bent in [het leren van] Hadith. De gelukkigste persoon die van mijn bemiddeling zal profiteren op de dag der opstandig zal degene zijn die Laa ilaahi illallaah oprecht vanuit zijn hart zegt.” [Saheeh Bukhari, Kitaab Ariqaaq, 6570.]

     

    De jongste, maar grootste en meest geëerde gemeenschap!

     

    Er is overgeleverd door ‘ Abdullah, die zei: We waren in een tent met de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam], en hij zei: “Zal het jullie tevreden stellen als jullie één vierde van [de inwoners van] het Paradijs zullen zijn?” Wij zeiden: “Ja.” Hij zei: “Zal het jullie tevreden stellen als jullie één derde van het Paradijs zullen zijn?” We zeiden: “Ja.” Hij zei: “Bij Degene in Wiens Hand mijn ziel ligt, ik hoop dat jullie de helft van de mensen van het Paradijs zullen zijn. Want niemand zal het Paradijs betreden behalve een Moslim ziel. En onder de afgoden aanbidders zijn jullie [in verhouding] net als een wit haartje op het huid van een zwarte stier, of als een wit haartje op het huid van een rode stier.” [Saheeh Bukhari, Kitaab Ariqaaq, Baab Al-7ashr, 6528]

     

    Overgeleverd door Abu Hurayrah, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De eerste persoon die geroepen zal worden op De Dag der Opstanding zal Adam zijn, en zijn nakomelingen zullen hem getoond worden. En er zal tegen hen gezegd worden: ‘Dit is jullie vader Adam.’ Adam zal aan de oproep gehoor geven. En dan zal Allah [tegen Adam] zeggen: ‘Neem uit jouw nakomelingen de lieden van de Hel.’ Adam zal zeggen: ‘Oh Heer, hoeveel zal ik eruit halen?’ Allah zal zeggen: ‘Neem er negen en negentig uit elke honderd uit.’ De metgezellen [van de Profeet] zeiden: ‘Oh Boodschapper van Allah! Als er negen en negentig uit elke honderd onder ons uit genomen zal worden, hoeveel blijf er dan over van ons?’ Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: ‘Mijn natie [d.w.z volgelingen] in vergelijking met de andere naties is als een witte haar op een zwarte stier.” [Saheeh Bukhari, Kitaab Ar-Riqaaq, 6529]

     

    Er is overgeleverd van Abu Sa’eed dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Een Profeet zal komen [op De Dag des Oordeels] vergezeld met twee mannen [volgelingen], en een Profeet zal komen vergezeld met drie, en [anderen zullen komen] met meer of minder dan dat. Er zal tegen hem gezegd worden: ‘Heb jij [de Boodschap] verkondigd aan jouw volk?’ En hij zal zeggen: ‘Ja.’ Dan zal zijn volk geroepen worden en er zal gezegd worden: ‘Heeft hij [de Boodschap] aan jullie verkondigd?’ Zij zullen zeggen: ‘Nee.’ Dan zal er [tegen hem] gezegd worden: ‘Wie zal voor jou getuigen?’ Hij zal zeggen: ‘Muhammad en zijn gemeenschap.’ Dus zal de gemeenschap van Muhammad geroepen worden en er zal gezegd worden: ‘Heeft deze man [de Boodschap] verkondigd?’ Zij zullen zeggen: ‘Ja.’ Hij zal zeggen: ‘Hoe weten jullie dat?’ Zij zullen zeggen: ‘Onze Profeet heeft ons bekend gemaakt dat de Boodschappers [de Boodschap] hebben verkondigd, en wij geloofden hem.’ Dit is wat Allah zegt [Surah Al-Baqarah, aya 143]: “En zo hebben Wij u tot een juist en gematigd volk gemaakt, opdat gij getuige zult zijn over de mensen en de Boodschapper een getuige over jullie zal zijn.” [Saheeh, Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, 4284]

     

    Overgeleverd door ibn ‘Abbas, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De naties werden voor mij vertoond, en ik zag een Profeet passeren met een natie volgelingen, en een Profeet passeren met een kleine groep mensen, en een Profeet passeren met tien, en een Profeet passeren met vijf, en een Profeet helemaal alleen passeren. En toen zag ik een grote menigte, dus vroeg ik: ‘Oh Jibreel, is dit mijn gemeenschap.’ Hij zei: ‘Nee, maar kijk eens naar de horizon.’ Ik keek en zag een hele grote menigte. Jibreel zei: ‘Dat is jouw gemeenschap, en die zeventig duizend [mensen] voor hen zijn degene die niet tot rekening zullen worden gebracht noch zullen worden gestraft..” [Saheeh Bukhari, Kitaab Ar-Riqaaq, 6541]

     

    Abu Umamah Al-Bahili zei: ‘Ik hoorde de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zeggen: “Mijn Heer heeft mij beloofd zeventig duizend van mijn gemeenschap het Paradijs binnen te laten treden zonder hun tot rekening te roepen en zonder hen te straffen. Met elk duizend [nog eens] zeventig duizend [in totaal 4.9 miljoen], en drie Handen vol [7athayaat *] van mijn Heer, de Glorieuze. [Hassan, Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, 4286]

     

    [* 7athayaat betekent twee volle handen, zoals je met twee handen water schept. Dit zal driemaal worden gedaan door Allah. Niemand kent hun enorme aantal, behalve Allah.]

     

    Er is overgeleverd van Bahz ibn Hakim, van zijn vader, dat zijn grootvader zei: ‘De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Op de Dag der Opstanding zullen wij zeventig naties completeren, waarvan wij de laatste en beste zullen zijn.” [Hassan, Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, 4287]

     

    In een andere versie: “..Waarvan jullie de beste en meest geëerde zijn bij Allah.” [Hassan, Ibn Madjah, 4288]

     

    Er is overgeleverd van ibn ‘Abbas dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Wij zijn de laatste gemeenschap, en de eerste die tot rekening gebracht zullen worden. Er zal gezegd worden: “Waar is de ongeletterde gemeenschap en haar Profeet?’ Dus wij zijn de laatste en de eerste.” [Hassan, Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, 4290]

     

    Er is overgeleverd van Sulayman ibn Buraidah, van zijn vader, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De mensen van het Paradijs zullen uit honderd en twintig rijen bestaan, tachtig [twee derde] van deze gemeenschap en veertig [één derde] van de resterende gemeenschappen.” [Hassan, Ibn Madjah, Abwaab Az-zuhd, 4289]

     

    Overgeleverd door Abu Musa, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De vergelijking van Moslims, Joden en Christenen is zoals dat van een man die werknemers voor hem in dienst nam, die voor hem zouden werken vanaf de ochtend tot de avond voor een vastgestelde afgesproken prijs. Zij werkten tot de middag en zeiden: ‘We hebben het geld welke u voor ons heeft vastgesteld niet nodig en het werk dat we hebben verricht mag teniet worden gedaan.’ Hij [de werkgever] zei tegen hen: ‘Doe dat niet, maak het resterende werk af en neem jullie volledige beloning.’ Maar zei weigerde en gingen weg. De man nam andere werknemers na hen in dienst en zei tegen hen: ‘Maak de rest van deze dag af en jullie zullen de beloning krijgen die ik voor hen [de eerste groep werknemers] had vast gesteld.’ Dus zij werkten tot de tijd van Salat Al-‘Asr [de namiddag] en zeiden: ‘Doe hetgeen wat we verricht hebben teniet, en hou de beloning die je ons hebt beloofd.’ Hij [de werkgever] zei tegen hen: ‘Maak het resterende werk af, aangezien er nog maar weinig van de dag over blijft.’ Maar zij weigerden. Dus hij nam een andere groep aan om de rest van de dag te werken tot zonsondergang, en zij ontvingen de beloning van de voorafgaande groepen. Dus dit is de vergelijking van dit licht [Goddelijke en Profetische leiding] welke de Moslims hebben geaccepteerd.” [Saheeh Bukhari, 2271]

     

    Commentaar: De Joden weigerden namelijk te geloven in de Messiah, ‘Eesa zoon van Mariam. Dus werd hun geloof teniet gedaan. En de Christenen weigerden de zegel der Profeten Muhammad te accepteren, vrede zij met hen allen. Dus werd hun geloof ook teniet gedaan. En de Moslims accepteerden het geloof in alle Profeten en openbaringen die Allah hun heeft neder gezonden.

    23-05-2011 om 07:41 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (20 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ethieken van het spreken

    Ethieken van het spreken

     

    Grove woorden

     

    Volgens Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De gelovige is nooit iemand die de mensen aanvalt, die ze beledigd, die grof is of grove woorden gebruikt.” [Saheeh Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad 312, 332. At-Thirmidhi nr. 1977. Ahmad in Al-Musnad 1/405. Al-Hakim in Al-Mustadrak 1/12. Al-Bayhaqi in de sunan 10/193, 243. Ibn Hibban in zijn Saheeh. Ibn Abi-d-Dunya in Kitaab As-Samt nr. 324. At-Thirmidhi heeft gezegd: Tamelijk goede hadeeth. Authentiek gekwalificeerd door Haakim, bevestigd door Adh-Dhahabi en Al-Baani in Saheeh Al-Adab, zie ook Saheeh Al-Djaami’ nr. 5381]

     

    Volgens Usama Ibn Zayd [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd : “Allah houdt niet van degene die grove woorden gebruikt en van degene die grof is.” [Hadeeth Hassan, overgeleverd door Ahmad in Al-Musnad 5/202. Haakim in Al-Mustadrak 1/75. Hassan verklaard door Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 1850]

     

    De armoelijder

     

    Volgens Abu Huraiyra [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Weten jullie wie de grootste armoelijder is?” Ze zeiden: “Wie van ons geen geld of voorzieningen heeft, die beschouwen we als armoelijder” Hij zei: “De armoelijder van mijn gemeenschap is degene die op de dag van de opstanding als goede het gebed, het vasten en de zakaat kan voorleggen, maar die ene heeft uitgescholden, de ander heeft zwartgemaakt, de bezittingen van de ene heeft opgegeten, het bloed van de ander heeft doen vloeien, de ene heeft geslagen, wat maakt dat het ene slachtoffer van zijn goede daden zal nemen en het andere van zijn goede daden zal nemen. Als hij geen goede daden meer heeft om de schulden tegenover zijn slachtoffers af te betalen, zal er van hun zonden genomen worden om ze op hem te gooien, waarna hij in de hel geworpen wordt.” [Saheeh Muslim nr. 2581 en At-Tirmidhi nr. 2418]

     

    De leidende tong

     

    Volgens Abu Sa'eed Al-Khudri [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Elke keer als de zoon van Adam 's morgens opstaat, waarschuwen al zijn organen zijn tong op een strenge wijze en zeggen ze hem: Vrees Allah voor ons, Want wij hangen van jou af: als jij op de weg van rechtgeschapenheid blijft, zullen wij hetzelfde doen en als jij afwijkt, zullen wij samen met jou afwijken.” [Hadeeth Hassan, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2407. Hassan gekwalificeerd door Al-Baani in Saheeh At-Taghrib nr. 2871]

     

    Anderen beledigen

     

    Abu Barza [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert: de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] hield voor ons een preek [op zo'n sterkte toon] dat hij kon gehoord worden door de jonge meisjes die in hun huizen gehouden werden. Hij zei: “O jullie die het geloof enkel met hun tong belijden zonder dat jullie harten beroert, spreek geen kwaad over de moslims en benadruk hun gebreken niet. Als je op zoek gaat naar de onvolmaaktheden van je broeder, zal Allah op zoek gaan naar de jouwe en je met schande overladen, zelfs als je jezelf zo diep mogelijk in je huis verstopt.” [Overgeleverd door Abu Dawud met een goede keten]

     

    Een bedoeïen zei tegen de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam]: “Geef mij een goede raad.” Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei hem: “Vrees Allah, als iemand je naar beneden haalt door een fout te vernoemen die hij bij jou kent, haal hem dan niet naar beneden, door een fout te vernoemen die jij bij hem kent. Zo zal hij er de gevolgen van dragen en zal jij ervoor beloond worden. En beledig helemaal niets.” De bedoeïen heeft gezegd: “Ik heb sindsdien niets meer beledigd.” [Overgeleverd door Ahmad, At-Tabarani met een goede keten van overleveraars. Zie de herziening van Al-Iraqi van de Ihya nr. 1563]

     

    Volgens Thabit ibn Ad-Dahaak [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degene die een gelovige uitmaakt voor ongelovige is alsof hij hem heeft gedood.” [Saheeh Bukhari nr. 6047]

     

    Ibn Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] overleverd dat hij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “Als iemand tegen zijn broeder zegt: “Oh ongelovige [ya kafeer], dan zal de excommunicatie een van hen treffen. Als hetgeen hij over hem gezegd heeft de waarheid is [des te beter voor hem], zoniet zal het zich tegen hem keren.” [Saheeh Bukhari nr. 6104 en Muslim nr. 60]

     

    Allaah zegt in de Quran: “O, gij die gelooft! Laat een volk het andere volk dat waarschijnlijk beter is dan zij, niet bespotten, noch vrouwen andere vrouwen, die misschien beter zijn dan zij. En belastert elkander niet, noch noemt elkaar bij scheldnamen. Kwaad is [het geven van] een slechte naam na de aanvaarding van het geloof, en zij die geen berouw tonen zijn de onrechtvaardigen.” [Surah Al-Hudjiraat, hoofdstuk 49, aya 11]

     

    Allaah zegt ook: “Allah houdt niet van het uiten van beledigende taal in het openbaar, behalve door iemand, die onrecht wordt aangedaan; en Allah is Alhorend, Alwetend.” [Surah An-Nisaa, hoofdstk 4, aya 148]

     

    Fluisteren

     

    Volgens Ibn Mas’ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Als jullie met drie zijn, dat twee van jullie dan niet stilletjes met elkaar praten zonder de derde erbij te betrekken, of jullie je onder de mensen mengen, want het zou hem verdriet kunnen doen.” [Saheeh Bukhari nr. 6290 en Muslim nr. 2184]

     

    Je ouders beledigen

     

    Volgens Ibn Abbas [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Vervloekt is degene die zijn vader en moeder beledigd.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Ahmad in Al-Musnad 1/217, haar keten is authentiek verklaard door Shaykh Ahmad Shikr]

     

    Volgens Abd Allah Ibn Amr [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Een van de grootste zonden is je vader en moeder beledigen.” De metgezellen vroegen: “Boodschapper van Allah, hoe kan iemand zijn vader en moeder beledigen?” En de Boodschapper zei: “Ja, de ene beledigd de vader van de andere. Deze beledigd zijn vader. Hij beledigd zijn moeder en deze laatste beledigd zijn moeder.” [Saheeh Bukhari nr. 5973 en Muslim nr. 90]

     

    Allah zegt: “Uw Heer heeft u bevolen, zeggende: “Aanbidt niemand anders dan Mij en betoont vriendelijkheid jegens de ouders. Indien één hunner bij u een hoge leeftijd bereikt of beiden doen dit, zeg dan nimmer tot hen “Foei” noch stoot hen af, doch spreek tot hen een welgevallig woord. En wees teder voor hen in erbarming. En zeg: “Mijn Heer, ontferm u over hen daar zij mij opvoedden toen ik jong was.” [Surah Al-Israa, hoofdstuk 17, ayaat 23 & 24]

     

    Het beledigen van de doden

     

    Volgens Aicha [Radhiya Allahu ‘anha] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Beledig de doden niet, want zij hebben al bereikt wat ze naar voren hebben gebracht.” [Saheeh Bukhari nr. 1393. An-Nasa’i nr. 4152. Abu Dawud nr. 4899]

     

    Volgens haar heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Als jullie je de doden herinneren, zeg dan enkel het goede over hen.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door An-Nasa’i 4/53. Zie Saheeh Al-Djaami’ nr. 7271]

     

    Enkele garanties

     

    Sahl Ibn Sa’eed [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert: de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Wie garandeert me dat hij beschermt wat tussen zijn lippen zit [de tong] en wat tussen zijn dijen zit, zodat ik hem het Paradijs kan garanderen.” [Saheeh Bukhari nr. 6474]

     

    Volgens Abu Umama [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Ik garandeer een huis in de buitenwijken van het paradijs voor diegene die zich heeft onthouden van elke discussie, zelfs al had hij gelijk. Ik garandeer een huis in het centrum van het paradijs voor degene die zich heeft onthouden van leugens, zelfs niet gewoon om te lachen. Ik garandeer een huis in de hoogste gedeelte van het paradijs voor degene met een edelmoedig karakter.” [Overgeleverd door Abu Dawud, authentiek gekwalificeerd door An-Nawawi. Hassan gekwalificeerd door Al-Baani in As-Sahiha nr. 273 en Sahih Al-Djaami’ nr. 5136]

     

    Wat een enkel woord kan doen

     

    Volgens Abu Hurayra [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Zeker, de mens zegt een woord dat de volmaakte tevredenheid van Allah waard is, zonder er goed over na te denken en Allah zal hem door dit woord enkele graden hoger brengen. Zeker, de mens zegt een woord dat de woede van Allah de Verhevene veroorzaakt, zonder er goed over na te denken, en hij zal met dit woord in de Hel geworpen worden.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 6478. Muslim nr. 2988. Malik in Al-Muwatta]

     

    Volgens Bilal Ibn Al-Harith Al-Muzani [Radhiya Allahu 'anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] gezegd: “Voorwaar, de mens spreekt een woord uit dat de volmaakte teverendheid van Allah de verhevene waard is, zonder zich ooit in te beelden dat dit woord zou bereiken wat het zal bereiken. Allah schrijft voor hem, dankzij dat woord, Zijn tevredenheid op tot op de dag dat hij voor Hem zal verschijnen. En voorwaar, de mens spreekt een woord uit dat de woede van Allah veroorzaakt, zonder zich ooit in te beelden dat dit woord zou bereiken wat het zal bereiken. Allah schrijft voor hem door dit woord, Zijn woede op tot op de Dag dat hij voor Hem zal verschijnen.” [Mutafaqun 'alayh, door Malik in Al-Muwatta en Bukhari nr. 6479]

     

    Abu Hurairah [Radhiya Allahu 'anhu] overlevert dat hij de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “Voorwaar, de dienaar zegt een woord zonder goed na te denken of het goed of slecht is en dit woord doet hem in vuur van de Hel verder glijden dan de afstand tussen het oosten en het westen.” [Saheeh Bukhari nr. 6477 en Muslim nr. 2988]

     

    Het vloeken

     

    Volgens Ibn Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De gelovige is nooit iemand die geneigd is om een vloek uit te spreken.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2019. Al-Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 309. Hakim in Al-Mustadrak 1/12 die haar authentiek gekwalificeerd heeft, bevestigd door Adh-dhahabi, authentiek gekwalificeerd door Al-Baani in zijn herziening van de overleveringen van het werk As-Sunna van Ibn Abi 'Asim nr. 1014]

     

    Volgens Samura Ibn Jundub [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Vervloek elkaar niet door over elkaar de vloek van Allah of zijn woede of de Hel uit te spreken.” [Hadeeth hassan, overgeleverd door Al-Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 320. Abu Dawud nr. 4906. At-Tirmidhi nr. 1976. Hakim in Al-Mustadrak nr. 1/48 die haar authentiek gekwalificeerd heeft, bevestigd door Adh-Dahabi en Al-Baani in As-Sahiha nr. 893]

     

    Imraan Ibn Husayn [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert: Terwijl de Booschapper van Allah [‘alayhi selatu wa selam] vertrok voor één van zijn reizen, kreeg een vrouw van de Ansaar die een kamelin beklom genoeg van haar gedrag en begon ze het dier te vervloeken. De Booschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Neem hetgeen deze kamelin op haar rug draagt en laat haar achter want ze is nu vervloekt.” Imraan zei: “Het leek me dat ik de kamelin nog zag ronddwalen tussen de mensen zonder dat iemand haar durfde vast te nemen.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2595]

     

    Anas [Radhiya Allahu ‘anhum] heeft gezegd: Toen een man naast de Boodschapper van Allah [‘alayhi afdhalu selatu wa selaam] op weg ging, had hij zijn kameel vervloekt. De boodschapper van Allah [‘alayhi afdhalu selatu wa selaam] zei toen: “O dienaar van Allah, vergezel ons niet op een vervloekte kameel.” [Al-'Iraqi heeft gezegd: Hadeeth overgeleverd door Ibn Abi-d-Dunya met een goede keten van overleveraars. Zie annotaties van de Ihyaa nr. 1264]

     

    Volgens Adu-d-Darda [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degenen die geneigd zijn om een vloek uit te spreken zullen op de Dag van de Opstanding geen bemiddelaars, noch getuigen zijn.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2598]

     

    Volgens Thabit Ibn Ad-Dahhak [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Een gelovige vervloeken is net als hem doden.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6047 en Muslim nr. 110]

     

    Op een dag werd een man gebracht bij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] , om hem de straf die geldt voor het gebruik van wijn toe te passen, terwijl hij voordien al verschillende keren zweepslagen gekregen had voor hetzelfde misdrijf. Een van de metgezellen zei: “Moge Allah hem vervloeken! Hoeveel keer brengen we hem nu al hierheen voor hetzelfde misdrijf?” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Help satan niet tegen hem.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari en Abu Dawud nr. 4477]

     

    In een andere versie: “Wees geen helpers van satan tegen jullie broeder.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 6781]

     

    In een andere versie: “Vervloek hem niet, want bij Allah ik ken hem slechts als iemand die houdt van Allah en Zijn Boodschapper.” [Authentieke hadeeth, Al-Bukhari nr. 1393. An-Nasa'i nr. 4152. Abu Dawud nr. 4899]

     

    Kwaadsprekerij

     

    Abu Musa Al-Ash'ari [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert dat hij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “Wie is de beste van onder de Moslims?” Hij heeft geantwoord: “De echte Moslim is diegene van wiens tong of hand de Moslims niets te vrezen hebben.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 11 en Muslim nr. 42]

     

    Volgens 'Abd Allah Ibn 'Amr Ibn Al-'As [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De echte Moslim is degene van wiens tong of hand de gelovige niets te vrezen hebben. De echte emigrant is degene die heeft achtergelaten wat Allah verboden heeft.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 10]

     

    Volgens Abu Hurayra [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Het is uitdrukkelijk verboden voor een Moslim om schade toe te brengen aan iets dat een andere Moslim aanbelangt: zijn bloed, zijn bezittingen en zijn eer.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2564]

     

    Volgens Abu Bakr [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Jullie bloed, jullie bezittingen en jullie eer zijn voor jullie zoals deze dag [de Offerdag] heilig is, in deze stad [Mekka] en deze maand [Dhu-l-Hijja]. Heb ik de boodschap goed doorgegeven?” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 1741 en Muslim nr. 1218]

     

    Imam Malik [Rahimahu Allaah] overlevert dat ‘Isa Ibn Mariam [‘alayhumu selaam] gezegd heeft: “Praat niet veel, behalve als het gaat om het gedenken van Allah, want jullie harten kunnen hard worden en een hard hart is ver verwijdert van Allah, maar jullie weten niet! Kijk niet naar de zonden van de mensen alsof jullie meesters zijn, maar kijk naar jullie eigen zonden alsof jullie eenvoudige dienaren zijn. De mens is ofwel iemand die beproefd word ofwel iemand die gezond is. Wees dus barmhartig tegenover diegene die beproeft worden en bedank Allah dat hij jullie een goede gezondheid gegeven heeft.” [Al-Muwatta nr. 2/986]

     

    Er werd overgeleverd dat een man tegen Hassan Al-Basri [Rahimahu Allaah] gezegd heeft: “Dinges heeft kwaadgesproken over jou.” Toen stuurde Hassan hem een bord vol dadels met daarbij de volgende boodschap: “Ik heb gehoord dat je mij van je goede daden cadeau hebt gedaan. Zelf had ik je ook willen belonen, maar verontschuldig mij dat ik dit niet kan doen zoals het hoort!”

     

    Op een dag vroeg de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] aan zijn metgezellen [Radhiya Allahu ‘anhum]: “Weten jullie wat kwaadsprekerij is?” Allah en zijn boodschapper zijn beter geïnformeerd dan wij, antwoordden ze. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Kwaadsprekerij, is iets zeggen over je broeder wat hij verafschuwt te horen.” De metgezellen vroegen: “Maar als hetgeen we over hem zeggen waar is?” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Als hetgeen jullie zeggen waar is, is het kwaadsprekerij, maar als het niet waar is, dan is het een afgrijselijke leugen [albuhtaan]!” [Saheeh Muslim nr. 2589. Abu Dawud nr. 4874. At-Tirmidhi nr. 1934]

     

    Allah zegt in de Quran: “O, gij die gelooft! Vermijdt in het algemeen verdenking want achterdocht is een zonde. En spionneert niet, noch belastert elkander. Lust iemand onder u het vlees van zijn dode broeder? Gij verafschuwt het zekerlijk. Vreest Allah voorzeker, Allah is Berouwaanvaardend, Genadevol.” [Surah Al-hudjiraat, hoofdstuk 49, aya 11]

     

    Grappen maken

     

    Volgens Abu Hurayra [Radhiya Allahu ‘anhu] hebben de metgezellen gezegd: “Boodschapper van Allah, je hebt altijd de gewoonte grapjes te maken met ons.” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Zeker, maar zelfs als ik grapjes maak met jullie, zeg ik nog steeds enkel de waarheid.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 1990. Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 265. Ahmad in Al-Mmusnad nr. 2/2360. Zie As-Sahiha nr. 1726]

     

    Abu-l-Hasan Al-Mawrudi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Weet dat grapjes maken een belemmering is voor de rechten en kan eindigen in breuk. Het onteert de grappenmaker en het doet de persoon waarmee gelachen wordt pijn. De grappenmaker is onteerd omdat hij zijn achtenwaardigheid en zijn charme verliest en de gemene en gekke mensen aantrekt.”

     

    Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Van degene die geregeld lacht, vermindert de achtenswaardigheid. Op degene die vaak grapjes maakt zal vlug neergekeken worden. Iemand die iets op een buitensporige manier doet zal daaraan herkend worden. Wie veel praat zal veel dwaasheden zeggen. Wie veel dwaasheden verteld zal van zijn schaamtegevoel verliezen. Wie van zijn schaamtegevoel verliest zal een tekort aan vroomheid hebben. En wie een tekort aan vroomheid heeft, zal zijn hart sterven.”

     

    Sa'eed Ibn Al-'Aas [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft tegen zijn zoon gezegd: “Mijn zoon, maak geen grapjes met een edele man, want hij zal je verafschuwen. Maak geen grapjes met een gemene man, want hij zal zich dingen permitteren tegenover jou.”

     

    Er word gezegd: “Alles heeft een kiem en de kiem van vijandigheid is grappenmakerij.”

     

    Abu-l-Hasan Al-Mawrudi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Als lachen een gewoonte wordt, leidt het de geest af van belangrijke zaken en het veroorzaakt onoplettenheden bij het proberen herinneren van de situatie. Niemand van degene die overdrijven in het lachen geniet van achtenswaardigheden of eerbaarheid.” [Adaab Ad-Dunya Wa Deen nr. 285]

     

    Abu-l-Layth As-Samarqandi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Maak niet vaak grapjes, want daarin schuilt verlies van je eerbaarheid. Ze maken je afkeurenswaardig bij de deugdzame mensen, ze laten de gemene mensen achter je lopen en je zal tot de lichtzinnige gerekend worden. Maak geen grapjes met iemand waarmee je nog niet vertrouwd bent en van wie je de deugden niet kent. Het kan daarentegen geen kwaad om grapjes te maken met je vertrouwde vrienden, zonder zonden of buitensporigheden te begaan, want het beste is altijd de gulden middenweg. Zo zal men je geen zwaar of lichtzinnig karakter toeschrijven.” [Bustan Al-'Arifin nr. 419]

     

    Sa'id Ibn Al-'As [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft tegen zijn zoon gezegd: “Wees gematigd in je grappenmakerij, want buitensporigheid doet je charme verdwijnen en geeft gemene mensen de moed om jou aan te vallen. Als je dit verwaarloost, jaag je daarmee je vertrouwelingen op de vlucht en maak je jezelf antipathiek in de ogen van je metgezellen.”

     

    Minachting en nijd

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Om slecht te zijn, volstaat het dat de mens zijn moslimbroeder minacht.” [Saheeh Muslim nr. 2563. Abu Dawud nr. 4882. At-Tirmidhi nr. 1927]

     

    Overgeleverd van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] die zou gezegd hebben: “Imaan [geloof] en nijd kunnen niet samen bestaan in het hart van een dienaar.” [Overgeleverd door Ahmad 8/436]

     

    'AbdAllah Ibn 'Amr Ibn al-'As [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] werd ondervraagd over de beste van de mensen. Hij antwoordde: “Elke mens die een gezond hart [makhmum] heeft en die waarachtig is in wat hij zegt.” De metgezellen [Radhiya Allahu ‘anhum] vroegen hem: “We begrijpen wat het betekend om waarachtig te zijn in wat je zegt, maar wat is; een gezond hart [makhmum] hebben?” Hij [‘alayhi selatu wa selaam] antwoordde: “Elk vroom, zuiver hart, waarin geen zonde, geen gevoel van opstandigheid, geen vijandigheid of nijd is.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Ibn Madjah 2/1409 hadeeth nr. 4216]

     

    Het liegen

     

    Volgens Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Wees waarachtig! Waarachtigheid leidt naar het goede en het goede leidt naar het paradijs. De mens blijft de waarheid vertellen en zichzelf verplichten waarachtig te zijn tot hij bij Allah ingeschreven word bij de waarachtige. Wees op jullie hoede voor leugens! De leugen leidt tot misdadigheid en misdadigheid leidt naar de hel. De mens blijft maar liegen en op zoek gaan naar leugens tot hij bij Allah ingeschreven word bij de leugenaars.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6094 & Muslim nr. 2607]

     

    Hassan Ibn 'Ali [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: Ik heb van de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] de volgende woorden onthouden: “Neem afstand van hetgeen twijfelachtig is voor hetgeen niet twijfelachtig is, want waarachtigheid brengt sereniteit met zich mee en leugens zijn een bron van ongerustheid.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2518. An-Nasa'i 8/327, 328. Ahmad in Al-Musnad 1/101]

     

    De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Wee degene die een betoog houdt om de mensen te doen lachen en die liegt in zijn betoog! Wee hem! Wee hem!” [Hadeeth Hassan, Abu Dawud nr. 4490. At-Tirmidhi nr. 2315. Ahmad in Al-Musnad 5/3, 5, 7. Haakim in Al-Mustadrak 1/46, die haar authentiek verklaard heeft, bevestigd door Adh-Dhahabi en Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 7136]

     

    Het is overgeleverd van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] dat hij, in soortgelijke woorden, zei: “Het is voldoende voor een persoon om een leugenaar te zijn door alles te zeggen wat hij hoort [van anderen, en door dit presenteren als de waarheid].” [Overgeleverd door Abu Dawud en Haakim]

     

    Schijnheiligheid, verraad en onthullen van geheimen

     

    Volgens Abu Sa’eed Al-Khudri [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De man die de slechte positie zal hebben bij Allah op de Dag van de Opstanding, is degene die, nadat hij zaken heeft verteld aan zijn vrouw en nadat zij hetzelfde gedaan heeft, haar geheim begint te verraden.” [Saheeh Muslim nr. 1437. Abu Dawud nr. 4870. Ahmad in Al-Musnad 3/69]

     

    Volgens Abu Hurairah [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [‘alayhi selatu wa selam] gezegd: “Drie kenmerken wijzen erop dat iemand schijnheilig [hypocriet] is: hij liegt als hij spreekt, hij houdt zich niet aan zijn beloftes, en hij schaadt het vertrouwen dat hem gegeven wordt.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 33 & Muslim nr. 59]

     

    Volgens 'Ammar Ibn Yaseer [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degene die tijdens dit aardse leven twee gezichten had, zal op de Dag van de Opstanding twee tongen van vuur hebben.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 1310. Abu Dawud nr. 4873, authentiek gekwalificeerd door Al-Baani in As-Sahiha 4873, zie Saheeh Al-Djaami' nr. 6496]

     

    Volgens Abu Hurairah [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De ergste mensen zijn die met twee gezichten. Je ziet hoe ze bij de ene een bepaald gezicht hebben en bij de andere een ander gezicht.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 3494 & Muslim nr. 2526]

     

    Hudayfa [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Geen enkele verklikker zal het paradijs binnentreden.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6056. Muslim nr. 105. Abu Dawud nr. 4871. At-Tirmidhi nr. 2026]

     

    'Ali Ibn Talib [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Je geheim is je gevangene, en als je erover praat, ben jij het die zijn gevangene wordt.”

     

    Een van de wijzen heeft tegen zijn zoon gezegd: “Mijn kind! Wees vrijgevig in het uitgeven van geld voor de rechtvaardige zaken en wees de bewaarder van geheimen van iedereen. De meest lovenswaardige vrijgevigheid is het uitgeven op het gebied van vroomheid en de [lovenswaardige] gierigheid bestaat erin geheimen te bewaren.”

     

    Zaken die ons niet aangaan

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Uit de volmaakte onderwerping van de mens komt voort dat hij zich onthoudt van alles wat hem niet aanbelangt.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2317. Abn Madjah nr. 3976. Malik in Al-Muwatta 1/347. Ahmad in Al-Musnad 1/201, Ahmad Shakir heeft haar keten authentiek verklaard, net als Al-Baani in de Saheeh van Ibn Madjah]

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Degene die zwijgt zal zeker gered worden.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2501. Ahmad in Al-Musnad 2/159, 177. Ad-Darimi 2/299. Zie As-Silsila As-Sahiha nr. 536]

     

    Aan Luqmaan de wijze werd gevraagd: “Wat is jouw wijsheid?” Hij antwoordde: “Ik vraag niets meer dan het noodzakelijke en ik steek geen energie in zaken die me niet aanbelangen.”

     

    Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Bemoei je niet met zaken die je niet aangaan; neem afstand van je vijand; wees op je hoede voor je vriend onder de mensen, behalve voor degene die te vertrouwen is, en enkel degene die Allah de Verhevene vreest, is te vertrouwen; houd een misdadiger geen gezelschap, want je riskeert zijn misdadigheid te leren; onthul je geheim niet; vraag raad aan mensen die Allah de Verhevene vrezen.”

     

    Muwarraq Al-'Ajli [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Er is een doel dat ik sinds twintig jaar probeer te bereiken zonder dat ik er tot nog toe in geslaagd ben, en toch zal ik nooit de moed verliezen om te proberen het te bereiken.” “Welk doel.” Vroegen ze hem. Hij antwoordde: “Erin slagen niet te spreken over zaken die mij niet aanbelangen.”

     

    Teveel spreken

     

    Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Wees op jullie hoede voor het overbodige in jullie taalgebruik. Voor de mens volstaat het aantal woorden dat hem laat bereiken wat hij nodig heeft.”

     

    Hij zei ook: “Degene die de grootste zonden zullen dragen op de Dag van de Opstanding zijn zij die onbezonnen verkeerde dingen hebben gezegd.” [Overgeleverd door At-Tabarani, Al-Hafez Al-'Iraqi heeft gezegd dat haar keten authentiek is, zie Al-Ihya nr. 1552]

     

    Ibrahim At-Taymi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Voor hij begint te spreken, denkt de gelovige na. Als zijn woorden voordelig zijn voor hem, spreekt hij, zonniet, onthoudt hij zich ervan. Terwijl de misdadiger woorden uitspreekt zonder na te denken.”

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Degene onder jullie waar ik het meest van houd en die dicht bij mij zullen zitten op de Dag van de Opstanding, zijn diegene onder jullie die de beste karakters hebben. Degenen onder jullie die ik het meest verafschuw en die het verst van mij zullen zitten op de Dag van de Opstanding, zijn de babbelzieken, de hoogdravers en de mooipraters.” De Suhaba [Radhiya Allahu ‘anhum] vroegen: “Boodschapper van Allah, we weten wie de babbelzieken en de hoogdravers zijn, maar wat betekend mooipraters [mutafayqihun]? Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] antwoordde: “Dat zijn de hoogmoedigen.” [Hadeeth Hassan, overgeleverd door At-Tirmidhi nr 2018, tamelijk goed gekwalificeerd door Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 2201]

     

    Nu’aym Ibn Abdillaah [de schriftgeleerde van de rechtschapen Khaleef Umar Ibn Abd Al-Azeez] overlevert dat Umar Ibn Abd Al-Azeez heeft gezegd: ”de angst voor opscheppen en het wedijveren met anderen weerhoudt me ervan om veel te zeggen van wat er gezegd zou kunnen worden.” [Abdullaah Ibn Mubaarak in Az-Zuhd wa Raqaa-iq, Vol.1, p.193, #126]

     

    Yahya Ibn Kathir heeft gezegd: “Wanneer je twee zaken in een man ziet, weet dan dat al de rest goed is: Wanneer je ziet dat hij zijn tong houdt, en dat hij zijn gebed onderhoud!” [As-Samt/564]

     

    Abdullah Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu 'anhu] zei: “niks verdient het meer om gevangen gezet te worden dan de tong.”

     

    Zweren

     

    Volgens Ibn Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Als je dan echt wil zweren, zweer dan bij Allah of zwijg anders.” [Saheeh Bukhari nr. 6108 en Muslim nr. 1646]

     

    Volgens hem heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Wie zweert bij iemand anders dan Allah, is ongelovig of heeft hem een deelgenoot toegekend.” [Saheeh hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 1535. Ahmad in Al-Musnad 2/125. Haakim in Al-Mustadrak 4/297 die haar authentiek heeft verklaard, bevestigd door Adh-Dhahabi, authentiek gekwalificeerd door Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 6204 en in As-Sahiha nr. 2042]

     

    Discussies

     

    Volgens Abu Umama [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Geen enkel volk is afgedwaald nadat ze leiding gekregen hadden, enkel nadat ze zich hadden overgegeven aan discussies.” [Hadeeth hassan, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 3253. Ibn Madjah nr. 48. Ahmad in Al-Musnad 5/252. Haakim in Al-Mustadrak die haar authentiek gekwalificeerd heeft, bevestigd door Adh-Dhahabi, hassan gekwalificeerd door Al-Baani in de Saheeh van Ibn Madjah]

     

    Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Laat de discussie links liggen, want je kan haar wijsheid niet begrijpen en je kan niet veilig zijn voor haar verleiding.”

     

    Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Verzamel geen kennis voor drie zaken en verlaat de kennis niet omwille van drie zaken. Verzamel geen kennis om het te gebruiken om te discussiëren, noch om erover op te scheppen, noch om ermee te koop te lopen. Verlaat daarentegen de kennis niet omdat je schaamte om ernaar op zoek te gaan je ervan weerhoudt, of omdat je geen enkel verlangen hebt om iets te leren, of omdat je er voldoening in vindt onwetend te zijn.”

     

    Volgens ‘Aisha [Radhiya Allahu ‘anha] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De meest verafschuwde mens bij Allah is de ruziemaker, de betwister.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 2457 & Muslim nr. 2668]

     

    Al Ghazali [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Ruzie is het begin van alle kwaad, en hetzelfde voor twistgesprekken en discussies. Het is dus beter deze deur slechts in noodgevallen te openen, en in noodgevallen is het ook beter om de tong en het hart te beschermen tegen de gevolgen van ruzie, en dat is bijna onmogelijk.” [Al-Ihya nr. 1558]

     

    Abu Yasser [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Wees op je hoede voor discussies: het is het uur van de onwetendheid voor de wijze en het is het ideale moment voor satan om zijn misstap af te wachten.”

     

    Imam Malik [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Discussie maakt het hart hard en veroorzaakt conflicten.”

     

    Bilal Ibn Sa'd [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Als je ziet hoe iemand neigingen heeft om ruzie te maken en te discussiëren, betoverd door zijn eigen mening, weet dan dat hij reeds volledig heeft verloren.”

     

    Alomvattendheid van de tong

     

    Mu'aad Ibn Djabbal [Radhiya Allahu 'anhu] heeft gezegd: Ik zei: “O, Boodschapper van Allah! Noem me eens een handeling waardoor ik in de hemel terecht zal komen en die me weg zal houden van het vuur van de hel.” Hij [Sallallahu 'alayhi wa selam] zei: “Je hebt me iets belangrijks gevraagd en toch is het zo dat het voor iedereen een eenvoudig te realiseren zaak kan zijn als Allah het je maar gemakkelijk maakt. Je moet Allah aanbidden en niemand en niets anders dan Hem. Je moet de gebeden verrichten. Je moet de zakaat betalen. Je moet in de maand Ramadan vasten en je moet de bedevaart naar het Huis [Ka'bah, te Mekkah] maken.” Toen zei hij [Sallallahu 'alayhi wa selam]: “Zal ik je de deuren naar het goede eens laten zien? Vasten is een schild. Liefdadigheid blust de zonden, zoals vuur door water wordt uitgedoofd. En dan is er iemands gebed in het holst van de nacht.”

     

    Hierna reciteerde hij [Sallallahu 'alayhi wa selam] dit: ”Zij mijden hun bed en roepen hun Heer vol vrees en hoop aan. En zij geven weg wat Wij aan hen gegeven hebben. Niemand weet welke vreugde voor hun ogen verborgen is als beloning voor wat zij hebben gedaan.” [Surah As-Sadjdah, hoofdstuk 32, aya 16]

     

    Vervolgens zei hij [Sallallahu 'alayhi wa selam]: “Zal ik je over de hoofdzaak, de steunpilaar en het hoogtepunt van dit alles vertellen?” Ik zei: “Ja, graag, oh Boodschapper van Allah.” Hij [Sallallahu 'alayhi wa selam] zei: “De hoofdzaak is de Islam, de steunpilaar is het gebed en het hoogtepunt van alles is de Jihaad.” Verder zei hij [Sallallahu 'alayhi wa selam]: “Zal ik je vertellen hoe je dit alles kunt beheersen?” Ik zei: “O ja, Boodschapper van Allah” En toen pakte hij [Sallallahu 'alayhi wa selam] zijn tong beet en zei: “Beheers dit!” Ik zei: “O, Profeet van Allah, zullen we beoordeeld worden in verband met wat we zeggen?” Hij [Sallallahu 'alayhi wa selam] zei: “Had je moeder je maar verloren Mu'aad! Waardoor zouden de mensen anders op hun gezichten in het hellevuur tuimelen als het niet de oogst was van wat ze met hun tongen hebben gezaaid?” [Overgeleverd door At-Tirmidhi, die hem goed en betrouwbaar heeft geclassificeerd, tevens opgenomen in de veertig Ahadeeth An-Nawawi]

     

    Woorden kun je niet terug nemen

     

    Ibn Jarir registreerde dat Khalid Ar-Raba'i zei: Luqman [de wijze] was een Ethiopische slaaf die een timmerman was, zijn meester zei tegen hem: “Slacht dit schaap voor ons.” Hij slachtte het schaap. Zijn meester zei: “Breng me de beste twee delen van het schaap.” Hij bracht de tong en het hart [van het schaap]. Toen na een tijdje, zei zijn meester: “Slacht dit schaap voor ons.” Hij slachtte het schaap. Zijn meester zei: “Breng me de slechtste delen van het schaap.” Hij bracht de tong en het hart van het schaap. Zijn meester zei tegen hem: “Ik vroeg jou om de twee beste delen, toen bracht je deze [de tong en het hart], toen vroeg ik jou om de twee slechtste delen, en je bracht deze [de tong en het hart]!” Luqman zei: “Er is niets beter dan deze als ze goed zijn, en er is niets slechter dan deze als ze slecht zijn.” Shu'bah overleverde van Al-Hakam van Mujahid: “Luqman was een rechtvaardige dienaar, maar hij was geen profeet.” [Tafsir Ibn Kathir, Surah Luqman, aya 12. Vertaald door 'Abdul-Aziz Ezhar]

     

    Al-Imam Abu Haatim ibn Hibbaan al-Busti heeft in zijn boek ‘Rawdat-ul-‘Uqalaa wa Nuzhat-ul-Fudalaa’ gezegd: “Het is voor elk intelligent persoon verplicht om te allen tijde te zwijgen totdat het nodig is voor hem om te spreken. Want hoe vaak heeft iemand spijt van wat hij gezegd heeft nadat hij het zei en hoe zelden heeft iemand spijt van wat hij gezegd zou kunnen terwijl hij zwoog? En de mensen die het langst ongelukkig blijven en de meeste beproevingen doormaken, zijn degenen die getroffen zijn met een losse tong en een hard hart.”

     

    Ibn Hibbaan heeft ook gezegd: “Het is voor de intelligente persoon verplicht om zijn oren twee keer zo vaak te gebruiken als zijn tong en zich te realiseren dat hij twee oren gekregen heeft en slechts één mond zodat hij meer luisterd dan spreekt. Dat is omdat hij spijt zou kunnen krijgen van wat hij gezegd heeft, wanneer hij spreekt, maar als hij zwijgt, dan zal hij niets hebben om spijt van te hebben. Het is immers gemakkelijker om terug te nemen wat je nooit gezegd hebt, maar zodra een woord uitgesproken is, bezit het zijn spreker. Maar als het nooit uitgesproken is, blijft dit het eigendom van degene die het nooit uitgesproken heeft.”

     

    Ibn Hibbaan heeft ook gezegd: “De tong van de intelligente persoon schuilt achter zijn hart zodat hij zijn hart raadpleegt wanneer hij iets wil zeggen. Als er gedacht wordt dat hij zou moeten spreken dan doet hij dat maar zo niet, dan zwijgt hij. Bij de onwetende persoon bevindt het hart zich echter op het puntje van zijn tong, dus spreekt hij zonder na te denken. En degene die zijn tong niet bewaakt, begrijpt zijn religie [Islam] niet.”

     

    Een anekdote: “Een vrouw herhaalde een roddel die ze gehoord had over een buur. Binnen een paar dagen kende de hele gemeenschap het verhaal. De betreffende persoon was diep gekwetst en beledigd. Later kwam de vrouw die verantwoordelijk was voor het verspreiden van de roddel er achter dat het volledig onwaar was. Ze had enorm veel spijt en ging naar een wijze oude man om te vragen wat ze kon doen om de schade te herstellen. “Ga naar de markt, haal een kip en slacht hem. Op weg naar huis, pluk je de veren en gooi ze één voor één langs de weg.” Zei de oude man tegen haar. Ook al was ze verrast door dit advies, deed de vrouw toch wat haar gezegd was. De volgende dag zei de wijze man; “Ga nu alle losse veren die je gisteren hebt laten vallen weer ophalen en breng ze terug naar mij.” De vrouw volgde dezelfde weg als de dag ervoor maar de wind had alle veren weg geblazen. Na uren zoeken keerde ze terug met slechts drie veren in haar hand. “Zie je” zei de oude man “het is makkelijk om ze te laten vallen, maar onmogelijk om ze terug te krijgen. Zo is het ook met roddelen. Het kost weinig moeite om een roddel te verspreiden maar als je dat eenmaal gedaan hebt kun je de fout nooit meer helemaal ongedaan maken.” [Ditzelfde geld voor andere woorden waar je spijt van zou kunnen krijgen, die niet onder een roddel hoeven te vallen]

    20-05-2011 om 07:53 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (19 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De juiste tijdsbenadering

    De juiste tijdsbenadering

     

    Allah zegt: “Bij de tijd. Voorzeker, de mens is te midden van verlies. Behalve degenen die geloven en goede werken doen, en elkander tot waarheid, en geduld aansporen.” [Surah Al-Asr]

     

    Een dichter zei: “Als de dood het einde van het leven is, dan maakt het niet uit of het leven lang of kort is.”

     

    Hassan Al-Basri zei: “Oh zoon van Adam. Je bent slechts een bundeltje dagen. Terwijl iedere dag voorbij gaat, verdwijnt daarmee een deel van jou.”

     

    Een dichter zei: “De mens geniet zolang de nachten voortduren en voorbijgaan. Zoals zij verdwijnen, zal ook hij stap voor stap vergaan.”

     

    Imam Ibn Djawzi zei: “Iedere ademhaling van de mens is een voetstap naar zijn dood.” [Laftatul Kabd]

     

    De Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft het volgende citaat ontleend aan de boeken van Ibrahim ['alayhi selaam]: “Een intelligent mens moet zijn tijd in vier perioden opdelen: [1] Een periode waarin hij praat met zijn Heer. [2] Een periode waarin hij zichzelf onderzoekt. [3] Een periode waarin hij nadenkt over de Schepping van Allah, de Verhevene. [4] Een periode waarin hij zich wijdt aan zijn behoeften van eten en drinken.” [Gerapporteerd door Ibn Hibbaan in zijn collectie sterke ahadeeth in een lange hadeeth verhaalt door Abu Dhar]

     

    Mu'aadh Ibn Jabbal verhaalt dat de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft gezegd: “De mens zal op de Dag der Opstanding niet eerder worden vrijgesproken en niets zal hem eerder worden kwijtgescholden, voordat hij is ondervraagt over vier gunsten: [1] Zijn leven, met welke bezigheden heeft hij het doorgebracht? [2] Zijn jonge jaren, voor welke bezigheden gebruikte hij deze periode? [3] Zijn bezit, hoe vergaarde hij het en wat gaf hij ervan uit en waaraan? [4] Zijn kennis, welk nut heeft het gedient?” [Overgeleverd door Al-Bazaar en At-Tabarani met een Saheeh isnaad]

     

    Ibn 'Abbas verhaalt dat de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft gezegd: “Benut vijf dingen voor vijf anderen: [1] Je leven voordat je dood gaat. [2] Je goede gezondheid voordat je ziek wordt. [3] Je vrije tijd voordat je in beslag word genomen. [4] Je jeugd voordat je oud wordt. [5] Je rijkdom voordat je arm wordt.” [Overgeleverd door Haakim en Al-Bayhaqi]

     

    Ibn 'Abbas verhaalt dat de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft gezegd: “Veel mensen verliezen op het gebied van twee gunsten; gezondheid en vrije tijd.” [Saheeh Bukhari]

     

    In deze context zei Abu 'Atahiyah in zijn gedicht: “Jeugd, te veel vrije tijd en geld zijn een ramp. Inderdaad voor de mens een ramp.”

     

    Een geleerde zei eens tegen een jongere: “Werk voordat je niet meer in staat bent om te werken. Ik wil werken maar ik kan het niet [meer].”

     

    Hafsah bint Sirin was gewend te zeggen: “Oh jullie groep van jeugdigen! Werk, want werkelijk, echt werken vindt plaats in de jeugd.”

     

    Een gezegde, dat populair is onder de Moslims luidt: “Werk voor de geneugten van de wereld alsof je eeuwig zult leven; en werk voor de geneugten van de hiernamaals alsof je morgen zult sterven.”

     

    Hassan Al-Basri zei: “Ik heb geleefd onder mensen die op hun tijd zuiniger waren dan jullie mensen zijn op jullie geld.”

     

    Een dichter zei: “Mijn bezigheden van de dag zal ik niet, vanwege luiheid, uitstellen tot morgen. Want werkelijke de dag van een luiaard is altijd morgen.”

     

    Een geleerde man zei: “Voor ieder mens zijn er slechts vier momenten.. Momenten van vrome daden, van comfort, het plegen van zonden en van droefenis. En tijdens elk van deze momenten is er een vereist deel van dienstbaarheid van jou tot Allah. Dit is een plicht van jou krachtens Zijn heerschappij.

     

    Dus op het moment van het verrichten van een vrome daad behoort de mens zijn dienstbaarheid aan Allah te tonen. Door de gunsten voor hem te waarderen en er zich tevens van bewust te zijn, dat het Allah is, Die hem heeft geleid tot zijn vrome daden en hem de kans heeft gegeven deze te verrichten.

     

    En op een moment van comfort behoort de mens zijn dienstbaarheid tot Allah te tonen door dankbaarheid. Want dat is de vreugde over datgene, dat Allah teweeg heeft gebracht; die door het hart word opgenomen.

     

    En als de mens zich bezighoudt met het verrichten van een slechte daad, behoort hij zijn dienstbaarheid tot Allah te tonen, door het hebben van berouw en het vragen van vergeving.

     

    En als de mens zich bevindt in een moment van droefenis behoort hij zijn dienstbaarheid tot Allah te tonen door deze smart te accepteren en door het hebben van geduld.”

     

    Een dichter zei: “De tijd is niet meer dan twee momenten; je peinst over het verleden en je speculeert over de toekomst.”

     

    Al-Ghazali zei: “Er zijn drie soorten uren: [1] Het uur, dat voorbij is gegaan en dat niet langer inspanning vergt van een deel van de mens. Onafhankelijk van hoe het is verbracht, in luxe of in moeilijke omstandigheden. [2] Het uur, dat in de toekomst ligt en dat nog niet is gearriveerd. De mens kan niet weten of hij lang genoeg zal leven om erin te verblijven, ook weet hij niet wat Allah [Subhanahu wa Ta'ala] ervoor heeft bepaald. [3] Het uur van dit moment, waarvoor hij zich tot het uiterste behoort in te spannen om zijn plicht tot de Heer te volbrengen, zodanig dat hij geen reden had om er spijt van te hebben als hij het volgende en het daaropvolgende uur niet zou kunnen beleven.” [Ihya 'Ulumu Deen]

     

    Imam Hassan Al-Basri zei: “Pas op voor het uitstellen van zaken en deze dan voor je uitschuiven. Je maakt jezelf volledig en vernieuwt jezelf door middel van vandaag en niet door middel van morgen..”

     

    Shawqi zei: “De hartslag van de mens zegt steeds tegen hem, het leven is slechts minuten en seconden van tijd..”

     

    Imam Ibn Qayim zei: “Het verknoeien van tijd is rampzaliger dan de dood. Want het verknoeien van tijd snijdt je af van de goede geneugten van Allah en van het goede leven in het hiernamaals. Terwijl de dood je van het leven en van zijn inwoners afsnijdt.” [Al-Fawaa'id]

     

    Een vrome dichter zei: “Laat voorziening zijn een vroom geloofsleven, want je weet niet of je, als de nacht valt, de volgende dag zult beleven. Want vele stierven zonder enige kwaal, en velen leefden lang, maar met een ziekteverhaal. Vele jongeren bleven leven, in vertrouwen, tot aan een zekere dag. Want op die dag, zonder dat ze het wisten, was er hun doodskleed dat voor hen klaar lag.”

     

    Er werd gezegd: “We zoeken de fout in onze eeuw, terwijl die ligt bij ons. Onze eeuw kent geen gebreken, behalve die van ons. We geven af op de Eigenaar van de Tijd, terwijl schuldig is niet Hij. Als de tijd tot ons zou spreken, wie zouden er dan worden bespot? Wij!”

     

    14-05-2011 om 10:13 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (16 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liefde en haar bezegeling

    Liefde en haar bezegeling

     

    Ibn Jawzi zei: “Als je niet hartstochtelijk lief hebt gehad en niet weet wat verlangen betekend sta dan op en ga hooi eten want je bent niet meer dan een ezel.” En: “Jij en een harde steen zijn hetzelfde.” [Dhaamul Hawaa]

     

    Ibn Hazm zei: “Liefde is in werkelijkheid een verbazende kwaal; het is een heerlijke kwaal, een meest wenselijke ziekte. Wie er vrij van is houdt er niet van om er immuun voor te zijn, en wie erdoor gekweld is verlangt er niet naar ervan te genezen. Onder mijn kennissen heb ik een jongen gekend die verzonken was in liefde, en zat vast in haar netten, passie had hem zwaar getroffen, ziekte had hem versleten. Desondanks vond zijn ziel er geen troost in om Allah te smeken deze ellende van hem te verwijderen; zijn tong was niet vrij om verlossing te verzoeken. Zijn enige smeekbede was verenigd en bezeten te worden met degene van wie hij hield, ondanks de enorme omvang van zijn lijden en lang voortdurende zorgen.” [Tawq Al-Hamama]

     

    Ibn Hazm zei: “Liefde heeft een aantal kenmerken, welke de intelligente persoon snel herkent, en de slimme persoon gemakkelijk herkent. De zwoele blik is hiervan is de eerste; het oog is de poort van het ziel, het kijkglas tot haar geheimen, welke haar meest intieme gedachten ontbloot, en uitdrukking geeft van haar diepst verborgen gevoelens. Je zult de minnaar naar zijn geliefde zien staren zonder te blinken; zijn ogen volgen elke beweging van de geliefde, trekt zich terug wanneer zij terugtrekt, beweegt met haar mee wanneer zij beweegt, net zoals de blik van een kameleon die meebeweegt met de verschuiving van de zon. De minnaar zal zijn gesprekken tot de geliefde richten, zelfs wanneer hij toch oprecht beweert een ander te adresseren; de genegenheid is duidelijk voor iedereen met ogen die zien. Wanneer de geliefde speekt, luistert de minnaar met intense aandacht naar elk woord; hij verwondert zich over alles wat de geliefde zegt, hoe buitengewoon en absurd de opmerkingen ook mogen zijn, hij gelooft dit vanzelfsprekend zelfs wanneer het een duidelijke leugen is, en is het ermee eens hoewel diegene duidelijk fout zit, getuigd in het voordeel van de geliefde zelfs in mogelijk onrecht, en volgt de geliefde op elk pad en in elke opinie. De minnaar spoedt zich naar de plek waar de geliefde zich op dat moment begeeft, streeft ernaar zo dicht mogelijk bij de geliefde te zitten en schuift zich dicht aan, verzaakt elke bezigheid die eisen zijn gezelschap te verlaten, maakt elke zaak die om zijn afscheid eist licht hoe zwaar deze ook mag zijn, en is zeer langzaam in bewegen wanneer hij zijn afscheid neemt. Andere kenmerken van liefde zijn de plotselinge verwarring en opwinding die de minnaar verraden wanneer hij de geliefde onverwachts ziet naderen, de onrust die hem overmeestert wanneer hij iemand ziet die op de geliefde lijkt, of wanneer de naam van de geliefde plots word uitgesproken.” [Tawq Al-Hamama]

     

    Ibn Hazm zei: “Een man in liefde zal verspillend uitgeven tot aan de grens van zijn vermogen, op een wijze die hij voorheen zou weigeren; alsof hij degene is die de gift ontvangt. Dit alles zodat hij zijn goede kanten kan vertonen, en zichzelf begeerlijk maakt. Hoe vaak heeft de gierigaard zijn portemonnee geopend, de chagrijn zijn frons ontspannen, de lafaard heldhaftig ten strijde sprong, de lomperd opeens scherpzinnig werd, de boer in een perfecte heer veranderde, de viezerik zichzelf veranderde in een elegante ijdeltuit, de slungel zich optooide, de uitgeleefde zijn verloren jeugd heroverde, de vrome en respectabele losbandig werd, en dit alles vanwege liefde.” [Tawq Al-Hamama]

     

    Ibn Hazm zei: “Er zijn vijf fasen in de groei van liefde: de eerste fase is aangenaam denken over iemand, dat wil zeggen, iemand vind diegene leuk of is gecharmeerd door het karakter van diegene. Dit is onderdeel van het aangaan van vriendschap. Dan is er bewondering, dat is het verlangen om dicht in de buurt te zijn van diegene die men bewondert. Dan is er hechte vriendschap, wanneer je de ander vreselijk mist wanneer deze afwezig is. Dan is er verliefde genegenheid, wanneer je volledig geobsedeerd bent door de beminde. In de woordenschat van liefde wordt dit 'Ishq genoemd; de slavernij van liefde. Ten slotte is er passie, wanneer men niet meer kan slapen, eten of denken. Dit kan je ziek maken tot het punt van psychose of zelfs de dood.” [Al-Akhlaaq Wa siyar]

     

    Ibn Taymiyah zei: “...Het hoogste niveau van liefde is At-Tatayyum. Haar eerste niveau is Al-‘Alaaqah (verbondenheid) vanwege de verbinding van de harten met de geliefde. Daarna komt het niveau van de As-Sabaabah (verlangen en begeren), wanneer het hart begint te snakken naar de geliefde. Hierna komt de liefde van Al-Gharaam (beminnen en passie), welke de liefde is die onlosmakelijk is verbonden met het hart. Daarna komt Al-‘Ishq (vurige en passionele liefde) en haar uiteindelijke niveau is At-Tatayyam (slavernij, gevangenschap en aanbidding). Men zegt, taymullaah (slaaf van Allah). Dus de mutayyam is de slaaf van zijn geliefde.” [Al-‘Uboodiyyah]

     

    Ibn Qayyim zei: “De dronkenschap van liefde is erger dan de dronkenschap veroorzaakt door wijn, want de dronkenschap veroorzaakt door wijn zal vergaan, maar de dronkenschap van liefde vergaat zelden, totdat men in de greep van de dood ligt.” [Rawdat Al-Muhibbeen, p. 104]

     

    Ibn Hazm zei: “Weet dat liefde een doeltreffende autoriteit en een beslissende soevereiniteit over het ziel uitoefent, haar bevelen kunnen niet worden bestreden, haar verordeningen en regels mogen niet worden overtreden, en tegen haar heerschappij is geen beroep mogelijk. Liefde draait de hechtste vlechten los, maakt de strakste strengen los, lost het meest solide op, en ontbindt het meest stevige; het dringt tot het diepste van het hart.” [Tawq Al-Hamama]

     

    Ibn Qayyim zei in Jawaab Al-Kaafi: “Wat betreft het houden van vrouwen, de persoon die liefde voor hen voelt kan niets kwalijk worden genomen. Integendeel, het is onderdeel van zijn volmaaktheid (als mens) want Allah zegt: “En onder Zijn tekenen, is dat Hij voor jullie uit jullie zelf echtgenoten schiep, zodat jullie rust in haar vinden, en Hij heeft liefde en tederheid tussen jullie (harten) geplaatst.” [Surah Ar-Room, aya 21]

     

    En hij zei: “Wanneer we spreken over de voorschriften betreffende liefde, dan moeten we twee zaken onderscheiden. De ene is vrijwillig en de andere niet. Vrijwillige liefde is datgene wat leidt tot liefde (kijken en omgang) en dit is de liefde waarvoor je moet oppassen. De onvrijwillige liefde, wanneer dit gebeurt door een (toevallige, onbedoelde) plotselinge blik, of natuurlijke verlangen die ontwikkelen, dan kun je hier niet kwalijk voor worden genomen, maar hoe je hierop reageert is wat Allah jou aanrekent.”

     

    Ibn Al-Qayyim zei: “Als liefde ontstaat vanwege een reden die niet haraam is, dan is de persoon niets te wijten.. Zoals een (onbedoelde) plotselinge blik en hij zijn blik hierna afwende, maar liefde greep zijn hart zonder zijn bedoeling..” [Rawdat Al-Muhibbeen 147]

     

    Ibn Taymiyah zei: “Als dat niet het gevolg is van onzorgvuldigheid of overtreding van zijn kant, dan is er geen zonde op hem voor wat hem overkomen is.” [Madjmoo’ Al-Fataawa, 11/10]

     

    Ibn Al-Jawzi zei: “Een persoon kan worden blootgesteld aan de oorzaken van liefde dus wordt hij verliefd, en je kunt iemand op het eerste gezicht zien zonder dat dit liefde zal creëren, maar herhaaldelijk kijken naar deze persoon en het mengen met hem of haar kan leiden tot wat ondenkbaar was. Sommige mensen kunnen kijken naar een persoon en dat schept een soort van liefde, maar dan keren zij weg en deze liefde verdwijnt, omdat continue kijken liefde kan doen groeien. Zoals een tuin beplant met zaden die, indien zij wordt verwaarloosd, zal verschrompelen en sterven, maar als het wordt bewaterd zal floreren.” [Dhamm Al-Hawa p. 237]

     

    Ibn Qayyim zei: “Hoe meer blikken elkaar opvolgen, hoe meer het hart gehecht raakt, zoals water waarmee een boom wordt geïrrigeerd.” [Rawdat Al-Muhibbeen, p. 94]

     

    Zoals de asceet dichte: “Als jij jouw blik laat ronddwalen, zal het je tot veel hartverdriet leiden. Je zult zaken zien die je verlangt maar niet kunt winnen, en u bent niet in staat dat met geduld te verdragen. Hoeveel blikken zijn fataal geweest voor het hart van degene die keek, zo fataal als een pijl zonder boog noch pees.”

     

    Ibn Al-‘Uthaymeen zei: “Als het zo gebeurt dat er liefde tussen een man en een vrouw is ontstaan, dan is trouwen de meest effectieve manier om fitnah en immoraliteit af te weren voor hen, omdat zijn hart aan haar gehecht zal blijven als hij haar niet huwt, en dit kan leiden tot fitnah.” [As-ilat Al-Baab Al-Maftooh, vraag nr. 868]

     

    Er is van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Wij denken dat er niets beter is voor degene die van elkaar houden dan het huwelijk.” [Ibn Maadjah 1847, Saheeh geclassificeerd door Al-Busayri en door Shaykh Al-Albaani in As-Silsilah As-Saheehah 624]

     

    In een andere overlevering: “Er is niets zoals het huwelijk voor twee mensen die van elkaar houden.” [Ibn Maadjah 1847, Saheeh geclassificeerd door Al-Albaani in Saheeh Sunan Ibn Maadjah]

     

    As-Sindi zei, zoals genoteerd in Haamish Sunan Ibn Maadjah: “Wat dit betekend is dat wanneer er liefde leeft tussen twee mensen, deze liefde niet zal verder groeien of langer zal voortleven door iets behalve door het huwelijk. Als er een huwelijk is samen met deze liefde, dan zal deze liefde groeien en sterker worden met de dag.”

     

    Abu Hurayrah heeft van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Drie mensen hebben bij Allaah het recht om door Hem geholpen te worden: De Mujaahid op het pad van Allaah, de schuldenaar die een lening wil afbetalen en degene die van plan is om te trouwen omdat hij kuis wil blijven.” [Sunan At-Tirmidhi 1655, Hassan]

     

    Al-Mubaarakfoori zei: “Degene die van plan is om te trouwen omdat hij kuis wil blijven.” Betekent kuisheid van ontucht. At-Teebi zei: De reden waarom hij dit zei is omdat dit moeilijke zaken zijn die zwaar op een persoon wegen en zijn nek kunnen breken, tenzij Allah hem helpt is hij niet in staat om ze te verrichten. De meest moeilijke van hen is kuis blijven, want dit betekend het onderdrukken van het verlangen welke in de mens is geschapen, want het is een dierlijke verlangen dat je naar beneden kan trekken tot het laagste niveau, maar als hij kuis blijft met de hulp van Allah, dan zal hij de status van engelen bereiken en het hoogste deel van ‘Illiyeen (het Paradijs).” [Tuhfat al-Ahwadhi, 5/242]

     

    ‘Abdullah ibn Mas’ood zei: “Waarlijk, genegenheid komt van Allah en haat van de Shaytaan, die wenst gehaat te maken wat Allah heeft toegestaan (d.w.z het huwelijk).” [Ibn Abi Shaibah, At-Tabaraani en ‘Abdur-Razzaaq: Saheeh. Zie Adaab Az-Zafaaf van Al-Albaani]

     

    An-Nawawi zei: “Wanneer een man naar een vrouw kijkt en zijn hart heeft het verlangen naar geslachtsgemeenschap, dan zal het huwelijk met haar resulteren in verder groeiende liefde. Dit is vermeld door At-Teebi. En nog correcter is de uitspraak dat het huwelijk de grootste remedie is waarmee je verlangen en passie voor gemeenschappelijke relaties kunt behandelen. Want het is een remedie welke geen enkele andere gelijke heeft.. Allah vermeld dat hij onze last wenst te verlichten toen hij over dit onderwerp sprak en informeerde ons over de zwakheid van de mens (Surah An-Nisaa, aya 28). Dit bewijst dat de mens te zwak is om deze verlangens te dragen, en dat Allah deze zaak voor hem verlicht heeft door het toestaan van reine vrouwen.. Wanneer hij het voornemen heeft om een vrouw ten huwelijk te vragen, en hij ziet haar en voelt liefde voor haar, dan is het toegestaan om een huwelijk te plannen gebaseerd op wat hij zag.” [Faydul Qadeer]

     

    Er is overgeleverd van Al-Mugheerah ibn Shu’bah dat hij een vrouw ten huwelijk wilde vragen, en de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Ga haar zien, want dan zal de kans groter worden dat er liefde tussen jullie zal ontstaan.” [At-Tirmidhi 1087, Hassan geclassificeerd door An-Nasaai 3235]

     

    Ibn Hazm zei: “Elegantie bestaat uit fijne gelaatstrekken, soepele bewegingen, sierlijke gebaren, een ziel in harmonie met het figuur welke het lot haar heeft gegeven, zelfs wanneer er geen zichtbare schoonheid is. Allure is de schoonheid van elke trek afzonderlijk beschouwd. Maar iemand wiens trekken als mooi beschouwd worden wanneer ze afzonderlijk genomen worden kan alsnog koud zijn, niet opwindend, zonder charme, verleidelijkheid of elegantie. Verleidelijkheid is het aura van de zichtbare delen, ook wel bekend als elegantie en aantrekkelijkheid. Charme is een zekere iets wat geen andere woord kent om het te verklaren. Het is de ziel die het waarneemt, en iedereen weet wat het is, wanneer ze het zien. Het is als een sluier over het gezicht, een stralend licht dat alle harten naar haar toe trekt, waardoor iedereen het erover eens is dat het mooi is, zelfs als het niet gepaard gaat met fraaie kenmerken. Iedereen die het ziet wordt erdoor verleid, gecharmeerd, verslaafd, maar wanneer je naar elke trek apart kijkt, zou u desondanks niets bijzonders vinden. Men zou kunnen zeggen dat er een bepaald geheimzinnig iets is wat je ziet wanneer je kijkt in het ziel. Dit is de piek van schoonheid. Echter, smaken verschillen. Sommigen geven de voorkeur aan verleidelijkheid, anderen geven de voorkeur aan sierlijkheid. We noemen schoonheid opwindend wanneer er een combinatie is van sommige van deze kwaliteiten.” [Al-Akhlaaq Wa Siyar]

     

    Jaabir ibn ‘AbdAllah overlevert van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] dat hij zei: “Wanneer iemand van jullie een vrouw ten huwelijk wil vragen, als hij naar haar kan kijken om datgene te zien wat hem zal aanmoedigen om met haar te trouwen, laat hem dit dan doen.” Jaabir zei: “Ik vroeg een jong meisje ten huwelijk, en was gewend me te verstoppen vanwaar ik haar kon zien, totdat ik datgene zag wat mij aanmoedigde om met haar te trouwen, dus deed ik dit.” [Saheeh Abi Dawud, nr. 1832]

     

    Imam An-Nawawi zei: “Wanneer iemand wil trouwen, is het gewenst (musta7ab) om naar haar te kijken zodat hij geen spijt zal hebben. Volgens een andere mening is het niet gewenst maar toegestaan. De eerste opinie is correct vanwege de hadeeth, en het is toegestaan om herhaaldelijk te kijken, met of zonder haar toestemming. Als het niet gemakkelijk is om naar haar te kijken, dan mag hij een vrouw naar haar sturen om haar te bekijken en aan hem te omschrijven. Een vrouw mag ook kijken naar een man als zij met hem wil trouwen, want zij zal ook in hem wensen wat hij in haar wenst. Wat toegestaan voor hem is om te zien zijn; het gezicht en de handen, haar voorkant en achterkant.” [Rawdat At-Taalibeen wa ‘Umdat Al-Mufteen, 7, 19-20]

     

    Ibn Hadjar zei: “De meerderheid van de geleerden zeiden dat het toegestaan is om naar haar te kijken als hij wenst, zonder haar toestemming.” [Fath al-Baari 9/157]

     

    Al-Albaani ondersteunde deze opinie en zei: “Dergelijk bewijs vinden we in de woorden van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] in de hadeeth “Zelfs als zij het niet weet.” Dit word ondersteunt door de daden van de Sahaabah in overeenstemming met de Sunnah, zoals Muhammad ibn Muslimah en Jaabir ibn ‘AbduAllah, beiden verborgen zich zodat ze dat van hun verloofden konden zien wat hun zou aanmoedigden om met hun te gaan trouwen..” [As-Silsilat As-Saheehah 1/156]

     

    Ibn Hazm zei: “Als de oorzaak van liefde slechts fysieke schoonheid was, zou het gevolg zijn dat er geen enkele lichaamsgebreken in welke vorm dan ook bewondering zou aantrekken, maar toch kennen wij velen die eigenlijk liever het minder begeerlijke wensen en volstrekt niet in staat zijn om hun hart ervan af te keren, ondanks dat ze bewust zijn van het meer begeerlijke. We concluderen daarom dat de oorzaak van liefde iets is wat zich in de ziel zelf bevind. Het is waar, soms ontstaat liefde als gevolg van een bepaalde oorzaak buiten de ziel, maar dan overlijdt het wanneer deze oorzaak verdwijnt; iemand die om je geeft vanwege een bepaalde omstandigheid, zal zijn rug toe keren wanneer dit motief niet meer bestaat.” [Tawq Al-Hamama]

     

    Ibn Hazm zei: “Om liefde haar vrije gang te laten gaan is het essentieel dat de twee geliefden niet verveeld moeten raken, dit is een negatief gevoel welke ruimte geeft voor het groeien van afkerigheid. Perfecte liefde zou zijn wanneer de twee geliefde vergeten werden door het lotsbestemming terwijl zij van elkaar genieten. Maar waar zou dat kunnen gebeuren behalve het Paradijs? Alleen daar kan liefde verzekerd zijn van bescherming, want dit is het tehuis van eeuwige stabiliteit en duurzaamheid. Op de wereld zijn zulke gevoelens daarentegen niet beschermd tegen ongeluk en tegenslagen, en gaan we door dit leven heen zonder ooit volledige welbehagen te proeven.” [Al-Akhlaq wa Siyar]

     

    Abu Hurayrah heeft van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Geen enkele gelovige man zou een gelovige vrouw dienen te haten. Als hij een hekel heeft aan een bepaalde eigenschap van haar, zal hij tevreden zijn met een andere.” [Saheeh Muslim 2672]

     

    Thaabit Al-Banaanee zei: “Ik was met Annas ibn Maalik en een dochter van hem was aanwezig. Hij zei: “Een vrouw kwam naar de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] en bood haarzelf aan voor een huwelijk met hem. Ze zei: “Oh Boodschapper van Allah heb je enige behoefte aan mij (d.w.z wens je met mij te trouwen)?” De dochter van Annas zei hierop: “Hoe weinig was haar schaamte, schaamteloos, hoe schaamteloos!” Annas zei tegen haar: “Zij was beter dan jij, ze had een verlangen voor de Profeet dus bood ze haarzelf voor een huwelijk aan met hem.” In een andere overlevering: “Zij is beter dan jij want zij presenteerde haarzelf voor de Profeet.” [Saheeh Bukhari, 5120 & 6123]

     

    Imaam Al-Bukhari vermelde deze hadeeth onder het hoofdstuk: “Een vrouw die haarzelf ten huwelijk aanbied voor een rechtgeschapen man.”

     

    Ibn Hadjar zei: “Ibn Al-Munayyir zei in Al-Haashiyyah: één van de subtiele punten van de kennis van Al-Bukhaari is dat hij uit dit specifieke verhaal van de vrouw die haarzelf aanbood in een huwelijk met de Profeet een algemene beginsel ontleedde, hij begreep dat het toegestaan was voor de vrouw om haarzelf aan te bieden voor een huwelijk met een rechtschapen man wiens rechtschapenheid ze bewondert, en als hij haar ook leuk vindt mag hij met haar trouwen, conform de voorwaarden van het huwelijk waaraan moet worden voldaan. Deze twee ahadeeth – De hadeeth van Sahl ibn Sa’d en de hadeeth van Annas, die beide een melding maakten van een vrouw die haarzelf aanbod voor een huwelijk met de Profeet – geven aan dat het toegestaan is voor een vrouw om haarzelf ten huwelijk aan te bieden voor een man, en hem te laten weten dat zij een voorkeur aan hem heeft, en er is niets mis met haar om dit te doen. En degene aan wie een vrouw haarzelf aanbied ten huwelijk heeft de keuze om dit te accepteren of te weigeren, maar hij hoeft zijn weigering niet regelrecht te uiten, in plaats daarvan volstaat het voor hem om slechts te zwijgen.” [Fathul Baari, vol. 9/175]

     

    Al-‘Aynee zei: “De woorden van Annas tegen zijn dochter “Zij is beter dan jij..” geven aan dat het toegestaan is voor een vrouw om haarzelf ten huwelijk aan te bieden voor een rechtschapen man, en hem van haar voorkeur te vertellen vanwege zijn rechtschapenheid en deugd, of vanwege zijn kennis en eer, of vanwege bepaalde karaktereigenschappen of religieuze toewijding, en er geen schaamte op haar rust indien zij dat doet, eerder is dat een teken van haar deugd. De dochter van Annas keek naar de buitenkant en begreep dit niet goed totdat Annas zei: “Zij is beter dan jij.” Wat betreft vrouwen die henzelf ten huwelijk aanbieden aan een man voor enig wereldse redenen, dit is iets wat in het uiterste wordt verafschuwd.” [Umdatul Qaari Sharh Saheeh Al-Bukhari, 20/113]

     

    Ibn Qayyim Al-Jawziyyah zei: “Verenigbaarheid tussen twee zielen is één van de sterkste oorzaken van liefde. Elk persoon wordt aangetrokken tot datgene wat verenigbaar is met hem. Elk ziel verlangt naar een ander ziel welke overeenkomstig is met haar, want iets dat overeenkomt met iets, zal er vanuit nature aangetrokken tot voelen. Dit is waarom sommige mensen zeggen dat liefde niet alleen veroorzaakt wordt door uiterlijke schoonheid, en het gebrek aan uiterlijke schoonheid niet hoeft te betekenen dat er geen liefde kan zijn, eerder is het overeenkomstigheid tussen zielen en overeenkomstigheid in hun karakters welke in hun zijn gecreëerd dat er toe doen. De realiteit van liefde is dat het vergelijkbaar is met een spiegel in welke de minnaar zijn eigen karaktereigenschappen en vriendelijkheid ziet in het evenbeeld van zijn geliefde, dus in werkelijkheid heeft hij zichzelf lief en zijn karaktereigenschappen en degene die vergelijkbare karaktereigenschappen bezit.

     

    Dus nobele, pure en verheven zielen hebben in het specifiek karaktereigenschappen van perfectie lief, de meest geliefde zaken voor hen zijn kennis, moed, waardigheid, vrijgevigheid, vriendelijkheid, geduld en standvastigheid, want deze karaktereigenschappen zijn overeenkomstig met de essentie van deze zielen, in tegenstelling tot lage en gemene zielen welke ver verwijderd zijn van het liefhebben van deze karaktereigenschappen. Veel mensen zijn gemotiveerd om vrijgevig en vriendelijk te zijn vanwege hun grote liefde voor deze karaktereigenschappen en de voldoening die zij vinden in het doen van deze zaken, het is daarom dat Al-Ma’moon zei: “Vergiffenis is zo geliefd voor mij gemaakt dat ik bang ben dat ik niet voor beloond zal worden.” En er wordt gezegd dat er aan Imaam Ahmad ibn Hanbal gevraagd werd of hij zijn kennis omwille van Allah op had gedaan, en hij antwoordde: “Iets omwille van Allah doen is zeer zeldzaam, het was iets wat geliefd voor mij werd gemaakt, dus deed ik het.” Iemand anders zei: “Ik geniet ervan om te geven, meer dan degene geniet van hetgeen hij van mij aanneemt en ik hem heb gegeven.”

     

    Als de liefdesrelatie is gebaseerd op overeenkomstigheid en harmonie, dan zal het versterkt en hechter worden, en niets zou het kunnen verwijderen behalve iets dat sterker is dan de oorzaak hiervan. En als het niet gebaseerd is op overeenkomstigheid en harmonie, dan is het niets meer dan liefde voor een reden, welke zal verdwijnen wanneer de reden verdwijnt. Als je naar de schepping kijkt, dan zul je zelden twee mensen vinden die van elkaar houden behalve dat er enige overeenkomstigheid tussen hun is of zij hebben iets gemeen wat betreft daden, karaktereigenschappen en doelen. Als de doelen, karaktereigenschappen, daden of manieren verschillen, dan kan er alleen afkeer en afstand bestaan tussen hun harten. Het is voldoende om de Saheeh Hadeeth van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] op te noemen: “De gelovigen zijn in hun onderlinge barmhartigheid, liefde en mededogen vergelijkbaar met één lichaam, als een deel ervan pijn voelt dan zal het gehele lichaam meelijden doormiddel van slapeloosheid en koorts.” [Rawdat al-Muhibbeen 66-74]

     

    Er is van ‘Aisha overgeleverd dat de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Zielen zijn zoals (groepen) gerekruteerde soldaten, welke zij herkennen daarmee kunnen zij opschieten, en welke zij niet herkennen daar kunnen zij niet mee opschieten.” [Saheeh Bukhari]

     

    Ibn Hadjar verzamelde in zijn commentaar op deze hadeeth, betreffende de uitspraak “Zielen zijn zoals gerekruteerde soldaten..” dat Al-Khataabi zei: “Dit kan refereren naar hun overeenkomsten wat betreft goed of kwaad, rechtschapenheid of verderfelijkheid. Goedaardige mensen zijn geneigd tot andere goedaardige mensen, en kwaadaardige mensen zijn gelijkerwijs geneigd tot andere kwaadaardige mensen. Zielen voelen verbondenheid met elkaar volgens hun aard in welke ze geschapen zijn; goed of kwaad. Als het natuur van de zielen overeenkomstig is, dan zullen ze met elkaar opschieten, in andere gevallen zullen zij niet goed met elkaar kunnen opschieten. Het zou kunnen zijn dat er gerefereerd word naar het begin van de schepping in de wereld van het ongeziene, waar de zielen, zoals overlevert, eerder geschapen werden dan het lichaam, en zij elkaar gewend waren te ontmoeten en hun pessimisme met elkaar deelden over de toekomst. En toen de zielen hun lichamen binnen traden (in de fysieke wereld) ze elkaar kunnen herkennen uit het verleden, en goede verstandhoudingen met elkaar hebben of niet, op basis van hun voorgaande ervaring.”

     

    An-Nawawi zei: “De geleerden zeiden dat de betekenis hiervan verzamelde groepen van verschillenden soorten betekend. Zij schieten met elkaar op vanwege iets dat ze gemeen met elkaar hebben welke Allah (in hen) heeft geschapen.”

     

    Ibn Al-Jawzi zei: “Wat we uit deze hadeeth leren is dat wanneer een persoon ontdekt dat hij afkeer voelt tegenover iemand die bekend staat voor zijn deugdzaamheid en rechtvaardigheid, de oorzaak zou moeten proberen uit zoeken hiervoor, zodat hij zich kan inzetten om zichzelf van iets ongewenst te verlossen. Hetzelfde geld voor het tegenovergestelde (iemand lief hebben die bekend staat om zijn kwaad).”

     

    Al-Qurtubi zei: “Alhoewel het allen zielen zijn, verschillen zij op meerdere gebieden, dus een persoon zal verbondenheid voelen met zielen van een bepaalde soort, en zal met hun op kunnen schieten vanwege een bepaalde eigenschap die zij gemeen hebben.”

     

    Allah heeft geopenbaard: “Slechte vrouwen zijn voor de slechte mannen, en de slechte mannen zijn voor de slechte vrouwen. En goede vrouwen zijn voor de goede mannen en de goede mannen zijn voor de goede vrouwen..” [Surah An-Noor, aya 26]

     

    Shaykh ‘AbuRahmaan As-Sa ‘di zei: “Dit betekend dat alle kwaadaardige mannen, vrouwen, woorden en daden geschikt zijn voor het kwade en ermee in overeenstemming zijn of het vergezellen en ermee in harmonie zijn. En alle goedaardige mannen, vrouwen, woorden en daden geschikt zijn voor het goede en ermee overeenstemming zijn of het vergezellen en ermee in harmonie zijn. Deze uitleg is van algemene zin en exclusief uitzonderingen. Één van de grootste toepassingen hiervan betreft de Profeten, vooral de Boodschappers van Ulul ‘Azm -en vooral hun leider Muhammad, SalAllahu ‘alayhi wa selam, de beste onder de goede schepsels- slechts de beste vrouwen zijn geschikt voor hen. [Tafsir Al-Sa’di, p. 563]

     

    ‘Abdur-Rahman bin Zayd bin Aslam zei: “Kwaadaardige vrouwen zijn voor kwaadaardige mannen, en kwaadaardige mannen zijn voor kwaadaardige vrouwen. En goedaardige vrouwen zijn voor goedaardige mannen, en goedaardige vrouwen zijn voor goedaardige mannen.”

     

    ‘Abu Allah ibn Mas’ud en Anas ibn Malik hebben van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Een persoon zal met degenen zijn waarvan hij houdt.” [Saheeh Bukhari 6169, Saheeh Muslim 2640 en 2639]

     

    Abu Hatim zei: “De reden waarom mensen eensgezindheid en harmonie vinden onder elkaar ligt verborgen in de herkenning van twee zielen. En eveneens ligt hun onenigheid en scheiding verborgen in hun onderlinge afkeer. Dus als twee zielen elkaar herkennen zullen ze vertrouwen en genegenheid onder elkaar vinden en als er afkeer is tussen de twee zielen zullen ze onenigheid en scheiding onderling vinden.”

     

    Mujahid verteld dat Ibn ‘Abbas een man zag zei: “Voorzeker hij heeft mij lief.” Hij werd gevraagd hoe hij dit wist. En antwoordde: “Want ik houd van hem en zielen zijn zoals gerekruteerde soldaten, zij die elkaar herkennen verenigen in harmonie en zij die elkaar niet herkennen leven in onderlinge afkeer.”

     

    Abu Hatim zei: “Het grootste teken dat duidelijk maakt hoe een persoon is in zijn dagelijkse aangelegenheden, wordt uitgedrukt door wie hij bevriend en wie hij vijandig is, omdat een persoon zich op het pad van zijn vriend bevind en soortgelijke vogels vliegen in zwermen. Ik heb nog nooit iets gezien wat elkaar meer aanduid, nog meer dan rook brand aanduidt, dan een metgezel die zinspeelt op de realiteit van zijn metgezel. De verstandige vermijdt het vergezellen van verdachte mensen en blijft uit de buurt van degene wiens religie twijfelachtig is, want een mens word herkent aan zijn gezelschap en degene die samen leeft met iemand zal uiteindelijk aan hem toegeschreven worden. Men bevriend niemand met uitzondering van degene die op hem lijkt of van soortgelijk karakter is.”

     

    Abu Hurayrah overleverde dat de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Een persoon zal het pad volgen van zijn hechte vrienden, dus kijk uit wie je als hechte vrienden neemt.” [Saheeh geclassficieerd door Al-Albaani in Saheeh At-Tirmidhi]

     

    Al-Ghazaali zei: “Zitten en mengen met iemand die geïnteresseerd is in wereldse profijten, zal jou ook wereldse profijten achterna laten jagen. Zitten en mengen met een zaahid zal jou ook weinig laten doen geven om wereldse profijten, want karaktereigenschappen worden makkelijk gekopieerd en iemand kan een karaktereigenschap kopiëren zonder dat hij dit zichzelf beseft.” [Tuhfat Al-Ahwadhi]

     

    Er is van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overlevert: “Een vrouw kan gehuwd worden vanwege vier zaken: haar rijkdom, haar afkomst, haar schoonheid of haar religieuze toewijding. Kies de vrouw die religieus toegewijd is, moge je welslagen.” [Saheeh Bukahri en Muslim]

     

    As-San’aani zei: “Deze hadeeth geeft aan dat de omgang met religieus toegewijde mensen in alle zaken de voorrang genieten, want met het vergezellen van hen kan men profiteren van hun goede houding, deugden en manieren, vooral iemands echtgenote. Zij is de eerste wiens religieuze toewijding in beschouwing genomen moet worden, want zij wordt zijn naaste metgezel, de moeder van zijn kinderen, de ene wie hij vertrouwd met zijn huis en zijn rijkdom en haarzelf.” [Subul As-Salaam 1/46]

     

    Al-Haafidh ibn Hadjar zei: “Wat dit betekend is dat een man die religieus toegewijd is en van nobele karakter is, religie tot zijn focus zou moeten maken in alle zaken, met name lange termijn zaken. Dus de Profeet beval het zoeken naar een vrouw die religieus toegewijd is, dat is het ultieme doel.” [Fath Al-Baari, 9/135]

     

    Er is overgeleverd dat ‘Abd Al-Rahman ibn Abzâ [Radiya Allahu ‘anhu] zei: “Een rechtschapen vrouw met een man, is als een grote goud gebladerde kroon op het hoofd van een koning. En een slechte vrouw is als een zware last op een oude man.” [Ibn Abi Al-Shaybah, Al-Musannaf artikel 17428.]

     

    Sa´d ibn abi Waqqas overleverde van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam]: “Er zijn drie redenen voor menselijk geluk; een rechtschapen vrouw, een ruim huis en een goed rijdier. En er zijn drie redenen voor menselijk ellende; een kwaadaardige vrouw, een krap huis en een slecht rijdier.” [Marfoo’ Hadeeth, verzameld door Ahmad. En Saheeh bij Ibn Hibbaan en Al-Haakim.]

     

    En in een andere versie: “Er zijn drie redenen voor menselijk ellende; een vrouw die je niet behaagt wanneer je naar haar kijkt, die je pijn doet met haar tong, en die jij niet vertrouwt wat betreft jouw eer en bezittingen wanneer je haar alleen achter laat. En een rijdier dat je lastig valt wanneer je het slaat, en als je het niet slaat assisteert het je niet om je reisgenoten bij te houden. En een krap huis met weinig uitrustingen.” [Al-Haakim]

     

    Het is overgeleverd dat ‘Umar ibn Khattab [Radiya Allahu ‘anhu] de mensen een keer toesprak en zei: “Geen enkele man kan iets beters hebben na Imaan, dan een vrouw met een rechtschapen karakter, teder en vruchtbaar. En geen enkele man kan iets slechter hebben na ongeloof, dan een scherp getongde vrouw met een slecht karakter.” [Al-Hafidh Abul-Qasim Al-Asbahani, Al-Targhib wa Al-Tarhib artikel 1528.]

     

    Ibn Hazm zei: “Een man die ongelukkig is vanwege de aanwezigheid van een persoon waar hij een afkeer van heeft, is net zoals een man die ongelukkig is vanwege de afwezigheid van een persoon die hij lief heeft. Er valt niet tussen beide te kiezen.” [Al-Akhlaq wa Siyar]

     

    De Profeet werd gevraagd naar de beste echtgenotes, en antwoordde: “Ze gehoorzaamt hem als hij iets vraagt, ze maakt hem gelukkig als hij (naar haar) kijkt en ze beschermt haarzelf en zijn bezittingen voor hem (wanneer hij afwezig is).” [Vermeld in An-Nasaai, Saheeh]

     

    Ibn ‘Abbaas heeft van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Zal ik jullie informeren over de beste schat die een man kan verkrijgen; een rechtschapen vrouw.” [Verzameld door Al-Haakim in al-Mustadrak 2/363, no. 3281]

     

    Ibn ‘Umar verhaalt dat slechte voortekenen werden besproken in het bijzijn van de Profeet, en de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] zei hierop: “Als slechte voortekenen zouden bestaan, dan zouden deze in een huis, een vrouw en een paard te vinden zijn.” [Saheeh Bukhari 5094, en Saheeh Muslim 2252]

     

    Al-Khattaabi zei: “Deze uitsluiting is bedoeld om het geloof in slechte voortekenen op te heffen welke heerste in het pre-islamitische tijdperk. Het is alsof hij zei: “Als iemand van jullie een hekel heeft aan een bepaald huis, een bepaalde vrouw of een bepaald rijdier, dan zou hij dit moeten verlaten.”

     

    De auteur van ‘Awn Al-Ma’bood zei, ‘Al-Haafidh ibn Hadjar zei, ‘Abdul Razzaaq verhaalde in Al-Musannaf op het gezag van Ma’mar: “Ik heb sommige mensen deze hadeeth horen interpreteren, en zeiden dat het slechte voorteken van een vrouw onvruchtbaarheid is, het slechte voorteken van een paard dat hij niet word gebruikt voor Jihaad en het slechte voorteken van een huis dat de buren slecht zijn.”

     

    Andere zeiden dat een huis als slechte voorteken beschouwd kan worden wanneer het te klein en krap is, of er zijn slechte buren welke problemen veroorzaken. Een vrouw kan als slechte voorteken beschouwd worden als zij onvruchtbaar is of zij heeft een scherpe tong of gedraagt zich op een verdachte manier. Een paard kan als slechte voorteken beschouwd worden als het niet word gebruikt in Jihaad, of als het moeilijk handelbaar of te duur is. En een bediende kan als slechte voorteken beschouwd worden als hij een slecht karakter heeft en niet betrouwbaar en deugdzaam is. [Sharh An-Nawawi ‘ala Muslim]

     

    Abu Sa’eed heeft van de Profeet [SalAllahu 'alayhi wa selam] overgeleverd: “Wees gewaarschuwd voor het groene mest.” Groen mest is vruchtbaar en ziet er mooi en fris uit, maar is in werkelijkheid vies en het stink. De metgezellen vroegen: “Wat is het groene mest?” Hij zei: “Een mooie vrouw met een slechte opvoeding.” [Ad-Daraqunti in Al-Afraad; Hadeeth Marfoo'. En door Al-‘Ajaloonee mentioned in Kashf-ul-Khafaa 1/319, no. 855]

     

    Er is overgeleverd: “Er zijn drie mensen van wie de smeekbede, wanneer zij Allah smeken, niet beantwoord wordt; een man die een vrouw heeft met een slecht karakter maar hij scheidt niet van haar, een man die geld van iemand tegoed heeft maar hij heeft daar geen getuigen van en een man die geld geeft aan een zwakzinnig persoon.” [Verzameld door Al-Haakim, Abu Nu'aym, en anderen. Geauthentiseerd door Al-Albani in Sahih ul Jaami’ no. 3075 & As-Sahihah no. 1805]

     

    Abu Hurayrah overlevert van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam]: “Er zijn drie serieuze zaken, of ze nu serieus worden uitgesproken of als grap, ze blijven serieus; Het huwelijk, scheiding en het terugnemen van je gescheiden vrouw.” [In andere versies wordt het bevrijden van een slaaf eraan toegevoegd. Verzameld in het hoofdstuk over scheiding door Abu Dawud, At-Tirmidhi en Ibn Madjah. Hadeeth Hassan Gharib, en is goedgekeurd door Al-Albaani]

     

    Er is van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Kies (een goede moeder) voor jullie nakomelingen, want voorzeker voorplanten is een strategie.” En in een andere versie van ‘Aicha: “Kies (een goede moeder) voor jullie nakomelingen, huw de geschikte (vrouwen) en huw (jullie kinderen) aan hen. [Ibn Madjah 1986]

     

    En Ibn ‘Umar leverde het over met de bewoordingen: “En kijk naar het nest waarin jij jouw kind plaatst, want voorzeker voortplanten is een strategie.” [Verzameld door Al-Qadaa’ee in Musnad-ush-Shihaab 1/370, no. 638. Zie ook Kashf-ul-Khafaa 1/358, no. 960]

     

    Een man bracht zijn zoon naar Umar ibn Khattaab [Radiya Allahu ‘anhu] en zei: “Mijn zoon is mij ongehoorzaam.” En begon over hem te klagen. Toen ‘Umar ibn Khattaab dit hoorde zei hij: “Jongeman, weet jij niet wat de rechten van je vader zijn?” En begon ze op te sommen. De jongen zei: “Oh Amirul Mu’mineen, hebben kinderen ook rechten ten opzichte van hun vader?” ‘Umar antwoordde: “Jazeker. Kinderen hebben ook rechten ten opzichte van hun vader.” De jongen vroeg naar deze rechten. ‘Umar antwoordde: “Dat hij ten eerste een goede moeder voor zijn kind uitzoekt. Hij dient een deugdzame vrome vrouw te huwen, en geen vrouw met een dubieus karakter. Ten tweede moet hij hem een goede naam geven. Ten derde dient hij hem religieuze kennis en de Quran te onderwijzen.”

     

    De jongen zei: “Oh Amirul Mu’mineen, mijn vader heeft aan geen enkel van deze plichten voldaan, en is mij tekortgeschoten in deze rechten. Mijn moeder is ten eerste een slavin die hij voor vierhonderd dirhams heeft gekocht. Zij was een vuuraanbidster en is onwetend wat betreft religieuze kennis, Islamitische moralen en manieren. Ik ben in haar schoot opgegroeid, en ze heeft mij geen religieuze kennis meegegeven, dus wat kan ik hieraan doen? Ten tweede heb ik ook geen mooie naam gekregen, ik ben Ju’al (biet) genoemd. Ten derde heb ik geen enkele religieuze kennis meegekregen, en ken geen woord uit de Quran.” ‘Umar ibn Khattaab zei hierop tegen zijn vader: “Jij bent tekort geschoten in jouw plichten en nu kom jij klagen over je zoon? Jij bent degene die ongehoorzaam is.” [Verzameld door Abul Laith Samarqandi in Tanbihul Ghafileen]

     

    Abul-Aswad Ad-Du’alee zei eens tegen zijn kinderen: “Ik was goed voor jullie toen jullie kinderen waren, toen jullie opgroeiden, en zelfs voordat jullie geboren werden.” Ze vroegen: “En hoe ben je goed voor ons geweest voordat we geboren werden?” Hij zei: “Ik koos een goede moeder voor jullie uit die jullie niet slecht zou behandelen.”

     

    Ahmad bin Harb zei: “Als zes eigenschappen zich in een vrouw bevinden, dan is haar goedheid volmaakt; Het waken over de vijf (gebeden), het gehoorzamen van haar man, de tevredenheid van haar Heer zoekt, het waken over haar tong zodat zij niet roddelt en lastert, haar rug toekeert aan wereldse genietingen en geduldig is bij een tragedie.” [Min Akhlaaq As-Salaf]

     

    ‘Ali ibn Abi Talib [Radiya Allahu 'anhu] zei: “Wat een persoon tevreden stelt zijn vijf zaken: Dat zijn vrouw behaaglijk is, zijn kinderen loyaal zijn, zijn broeders vroom zijn, zijn buren deugdzaam zijn en zijn provisies bij Allah.” [Min Akhlaaq As-Salaf]

     

    Abu Haatim al-Muzani heeft van Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overlevert: “Als iemand tot jullie komt met wiens religieuze toewijding en karakter jullie tevreden zijn, huw jullie dochters dan aan hem, als jullie dit niet doen dan zullen er veel rampspoeden en onheil in het land onstaan.” Ze zeiden: “Oh Boodschapper van Allah, en als er een bepaald bezwaar tegen hem is?” Hij antwoordde: “Als er iemand tot jullie komt met wiens religieuze toewijding en karakter jullie tevreden zijn, huw jullie dochter dan aan hem.” En herhaalde dit drie keer. [Overgeleverd door At-Tirmidhi 1085, Hassan geclassificeerd door Al-Baani in Saheeh Sunan At-Tirmidhi, 866]

     

    Abu Hurayrah heeft van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd dat hij zei: “Een maagd kan niet gehuwd worden zonder haar instemming, en een gescheiden vrouw kan niet gehuwd worden zonder haar instemming.” [Saheeh Bukhari 5136 en Muslim 1419]

     

    Ibn Taymiyah zei: “De ouders hebben het recht niet om hun kind tot een huwelijk met iemand te dwingen die hij niet wenst. Als hij weigert is hij niet ongehoorzaam; het is alsof hij word gedwongen iets te eten wat hij niet wil.” [Al-Ikhtiyaraat, p. 344]

     

    Shaykh Muhammad ibn Ibraheem zei: “Wanneer een vrouw de pubertijd bereikt, en er komt iemand met wiens religieuze toewijding en karakter zij tevreden is en geschikt is voor haar, en de wali (zorgdrager, voogd, ouder) heeft geen bewijs dat hij niet geschikt is voor haar, dan moet de wali gehoor geven aan dit verzoek en haar met hem laten huwen. Als hij weigert dit te doen, dan zou hij op zijn verantwoordelijkheden gewezen moeten worden. Als hij hierna nog steeds weigert, dan verliest hij het recht van voogdij en gaat dit naar de volgende dichtstbijzijnde verwant aan de vaders kant.” [Uit zijn Fataawa, 10/97]

     

    Er is van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overleverd: “Er is geen huwelijk behalve middels een voogd.” [At-Tirmidhi 1011, Saheeh] En er is ook overgeleverd: “Een vrouw die huwt zonder de toestemming van haar voogd, haar huwelijk is ongeldig, haar huwelijk is ongeldig, haar huwelijk is ongeldig.” [Saheeh Al-Jamee’ 2709]

     

    Shaykh Ibn ‘Uthaymeen zei: “Zouden we het niveau maar bereiken waarbij een vrouw, indien haar vader weigert haar te laten huwen met iemand die geschikt is wat betreft religieuze overtuiging/toewijding en karakter, naar de qaadi (Islamitische rechter) zou durven te gaan zodat hij tegen haar vader kan zeggen: Regel haar huwelijk of ik zal het zelf regelen, of een andere voogd dan jij zal het regelen. Want dit is het recht van het meisje indien haar vader weigert haar huwelijk te regelen. Dit is haar recht volgens de Shariah. Zouden we dit niveau maar bereiken, maar de meeste meisjes worden hiertoe weerhouden door verlegenheid.” [Uit Al-Liqaa Ash-Shahri]

     

    Shaykh Ibn ‘Uthaymeen zei ook: “Als de wali weigert de vrouw te laten trouwen met een man wiens religieuze toewijding en karakter goed zijn, dan gaat de voogdij naar de volgende dichtstbijzijnde mannelijke familielid aan de vaders kant, en de dichtste na hem enzovoorts. Als zij weigeren haar huwelijk te regelen, zoals meestal gebeurt, dan gaat de voogdij over naar de qaadi, en de qaadi dient het huwelijk van de vrouw dan te regelen. Als de zaak naar hem wordt verwezen en hij weet dat de voogden weigeren haar huwelijk te regelen, dan dient hij dat te doen, want hij is de wali in gevallen waarbij er geen specifieke wali is. De fuqaha (Islamitische rechtsgeleerden) vermelden dat wanneer de wali herhaaldelijk huwelijk aanzoeken van geschikte mannen weigert, hij een faasiq is (grote zondaar) en niet langer wordt beschouwd als iemand van goede karakter of het zijn van een wali, eerder volgens het best bekende standpunt van de madhab van Imam Ahmad, verliest hij ook het recht om het gebed te leiden en is het niet geldig om het gezamenlijk gebed achter hem te bidden. Dit is een ernstige zaak.

     

    Sommige mensen, zoals wij hierboven hebben vermeld, weigeren huwelijksaanzoeken van geschikte mannen, maar het meisje kan zich te verlegen voelen om naar de qaadi te gaan om haar huwelijk te regelen. Dit is iets wat gebeurt. Maar zij zou de voor- en nadelen moeten overwegen, en beslissen welke de meeste schadelijke gevolgen heeft; zonder echtgenoot blijven en haar wali over haar leven laten regeren volgens zijn stemmingen, buien en verlangen, totdat ze oud word en niet langer meer wenst trouwen en hij haar uithuwelijk. Of naar de qaadi gaan en vragen om haar huwelijk te regelen want dat is haar recht volgens de Shariah. Ongetwijfeld geniet het tweede alternatief de voorkeur, welke is; dat ze naar de qaadi zou moeten gaan en vragen haar huwelijk te regelen, want zij heeft hiertoe het recht, en omdat het gaan naar de qaadi en het regelen van haar huwelijk door hem ook de belangen van anderen dient.. Dit dient drie doelen: De belangen van de vrouw zelf, zodat ze niet zonder echtgenoot blijft. De belangen van anderen, omdat dit de deur voor vrouwen zal openen die op iemand wachten die het voorbeeld zal geven welke ze kunnen volgen. En het voorkomen van dergelijk onderdrukkende voogden die beslissingen nemen voor hun dochters of andere vrouwen onder hun voogdij volgens hun eigen stemmingen of wat zij zelfs wensen.. Het dient ook een specifiek belang, namelijk het regelen van huwelijken voor zij die geschikt zijn wat betreft religieuze toewijding en karakter, en dus worden ze beschermd tegen dwaling en het vallen in haraam (ontucht en verboden relaties).” [Genomen uit Fataawa Islamiyyah, 3/148]

    07-05-2011 om 15:56 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (22 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 1 - Tussen de ahzaab van toen en nu

    Deel 1 - Tussen de ahzaab van toen en nu

     

    De nasleep van Uhud

     

    Laten we ons even focussen op een periode in de tijd van de Profeet [SallAllahu ´alayhi wa selam] die in zekere zin vergelijkbaar is met die van ons. Een periode waarin de Moslims met veel obstakels, tegenslagen en teleurstellingen te kampen hadden. Een periode van verraad, en waarin de vijanden zich verzamelde en samen spanden tegen de Moslims. Zoals de naties zich nu verzamelen en tegen ons samenspannen, verzamelde en spanden de stammen zich destijds tegen de Moslims. Het was een periode van zwakte en onzekerheden, ondanks het enigszins groter geworden aantal Moslims. En wanneer we de Seerah bestuderen is het noodzakelijk om er praktische lessen uit te halen die wij zelf ook kunnen en dienen te gebruiken. Dit is wat we hier ook zullen proberen.

     

    Ali ibn Hussayn, Rahimahu Allah, zei: “Wij waren gewend de veldslagen van de Profeet te onderwijzen evenveel als we de hoofdstukken van de Quran onderwezen.” En Imam Az-Zuhri, Rahimahu Allah, zei: “In het bestuderen van de veldslagen (van de Profeet) ligt kennis van deze wereld zowel als van het hiernamaals.” We zullen hier namelijk de veldslag van Al-Ahzaab eens nader gaan bekijken, en enkele gebeurtenissen hier rond omheen. Dit was zo een cruciale veldslag dat er een hoofdstuk in de Quran over is te vinden, Surah Al-Ahzaab. Het begon allemaal na de tweede veldslag; de slag van Uhud. Deze tweede slag hadden de Moslims verloren, na hun overwinning in de eerste slag bij Badr.

     

    Hierover werd geopenbaard: “En (gedenk) toen een ramp jullie trof (bij Uhud), hoewel jullie (uw vijand) met een dubbele ramp getroffen hebben (bij Badr) – zeggen jullie: “Vanwaar komt dit?” Zeg: “Het Komt van jullie zelf (zij verlieten hun posities).” Voorwaar, Allah is Machtig over alle Zaken. En wat jullie trof op de dag dat de twee legers elkaar ontmoetten (Uhud), was met de toestemming van Allah, zodat Hij de gelovigen toetst. En zodat Hij degene die huichelen herkend deed worden, en er werd tegen hun gezegd: “Kom en vecht op het Pad van Allah, of verdedig (jullie zelf ten minste).” Zei zeiden: “Zouden wij geweten hebben dat er een gevecht zou plaats vinden (bij Uhud), dan zouden wij jullie zeker gevolgd hebben.” Zij waren die dag dichter bij ongeloof dan bij geloof. Zij zeiden met hun lippen wat niet in hun hart aanwezig was. En Allah weet goed wat zij verbergen. (En zij zijn) degenen die tegen hun broeders zeiden, terwijl zij zelf waren achterbleven: “Hadden zij maar naar ons geluisterd (en waren zij ook maar thuis gebleven), dan waren zij niet gedood.” Zeg: “Weerhoudt de dood dan van jullie af, indien jullie waarachtig zijn.” [Surah Ali-Imraan, aya 165 t/m 168]

     

    Laten we als eerst eens even kijken naar hoe de Moslims dit verlies van Uhud verwerkten, wat zij deden nadat ze gedwongen werden terug te trekken naar Medina. Was het jammeren? Elkaar de schuld geven voor de fouten die tot dit verlies leidde? De hoop opgeven en terneergeslagen rondlopen? Elkaar demotiveren? Of uitrusten? Integendeel, de volgende dag al maakte zij zich klaar voor een nieuwe veldslag met Quraiysh! De slag bij Hamraa Al-Asad. De Moslims vestigden hier enkele dagen hun kamp, maar de uitgeputte Quraiysh daagden niet op. Het waren de Moslims die de dag daarvoor de slag van Uhud hadden verloren, maar de ongelovigen waren degene die de volgende dag van zich af liet weten! En dit uitstel gaf de Moslims een strategisch voordeel, ze wonnen hiermee tijd om voor te bereiden op de volgende grote veldslag tegen Quraiysh; de tweede Badr die vier jaar na de eerste slag bij Badr zou plaats vinden, zoals afgesproken. Kijk dus wat de vruchten zijn wanneer je na het vallen gelijk weer opstaat, en je zwakte niet laat zien tegenover de vijand noch deze de overhand laat nemen. Want zij begrepen dat jammeren en weeklagen hun situatie niet zou verbeteren. We zouden hier een voorbeeld aan moeten nemen. Het is nu al 45 jaar geleden sinds de zesdaagse oorlog tegen de illegale staat Israël, maar wij hebben dit verlies nog steeds niet weten te verwerken. De Moslims destijds confronteerde hun vijanden de volgende dag nog, terwijl hun wonden zelfs nog niet waren geheeld!

     

    Over de slag bij Hamraa Al-Asad werd geopenbaard: “Degenen die (aan de oproep van) Allah en de Boodschapper gehoor gaven nadat zij gewond waren (geraakt bij Uhud); voor degenen onder hen die goed doen en godsvrees hebben is er een geweldige beloning. En (dit zijn) degene tegen wie de mensen zeiden: “Voorwaar, de mensen hebben zich tegen jullie verzameld, vreest hen dus.” Hun geloof werd erdoor versterkt en zij zeiden: “Allah is ons genoeg en Hij is de beste Beschermer.” En zij keerden terug (van de veldslag) met de genietingen van Allah en (Zijn) Gunst; geen kwaad heeft hen aangeraakt, want zij volgden het welbehagen van Allah en Allah is Bezitter van de Geweldige Gunst. Voorwaar, het was slechts Satan die (jullie) bang maakt met zijn volgelingen. Weest daarom niet bang voor hen, maar weest bang voor Mij, indien jullie gelovigen zijn.” [Surah Ali-Imraan, aya 172 t/m 175]

     

    Het Joodse verraad

    Maar nadat de andere vijandige stammen over het verlies van de Moslims bij Uhud te horen kregen, gaf hen dit enig moed en zagen zij een moment van zwakte welke ze konden misbruiken. Hierdoor moesten de Moslim verschillende aanvallen zien te verduren, en hebben ze een aantal kleinere veldslagen moeten leveren tegen meerdere vijandige stammen. Hierbij werden honderdvijftig nobele metgezellen gedood in enkele maanden. Dit zijn in totaal meer slachtoffers dan in de slag van Badr en Uhud bij elkaar, waarin totaal minder dan negentig Moslims werden gedood. Dus dit was een relatief groot getal. En in slechts één maand werden er tachtig metgezellen vermoord, in de tragedie bij Ar­-Rajee’ waar tien Suhaba werden gedood, en de bron Ma’una waar zeventig Suhaba werden gedood.

     

    Hierbij kwam ook nog het verraad van de Joodse stam Banu Nadhir kijken die een aanslag op de Profeet wilde beramen. Waarop de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] hen een ultimatum van tien dagen gaf om uit Medina te vertrekken, vanwege het vredesverdrag dat ze hiermee verbroken hadden. Dit was al de tweede Joodse stam dat het vredesverdrag verbrak. De eerste Joodse stam was Banu Qanynuqa’ welke het verdrag al voor de slag van Uhud verbrak, en werd ook uit Medina verbannen na een militaire confrontatie van vijftien dagen. En we zien hoe de geschiedenis zich herhaalt, en de Joden vandaag ook elk verdrag aan hun laars lappen. Israël heeft een waslijst aan VN resoluties geschonden. Men moet inzien dat er geen enkel verdrag met de Joden mogelijk is. Het is niet voor niets dat de Profeet, na vele conflicten later met de Joden, heeft gezegd dat de Joden uit het Arabische schiereiland gedreven moeten worden. Maar helaas heeft de Ummah hier vandaag geen gehoor aan gegeven. Terwijl de ervaringen van onze voorgangers (met de Joden) een bron van lessen voor ons zou moeten zijn. Zij hebben bewezen geen enkel verdrag na te zullen leven met de Moslims.

     

    De hypocrieten bemiddelden de eerste keer ook al voor Banu Qaynuqa’ toen ze werden verdreven, maar dit keer probeerde ze echter roet in het eten te gooien door Banu Nadhir de steun van de vijandige Arabische stam Ghatafaan en Joodse stam Banu Quraydha te beloven als ze in Medina bleven. Dus weigerde de Joden van Banu Nadhir te vertrekken. Ondanks het grote risico op een hevig conflict dat de Moslims hiermee riskeerde, besloten ze hen toch te verdrijven. Dit ging met minimaal geweld en zonder doden gepaard, zoals de eerdere uitdrijving van Banu Qaynuqa’. Dit was vanwege de militaire wijsheid van de Moslims aan de ene kant, en de lafheid van de Joden aan de andere kant. En op de steun die ze werd voorgelogen hoefden ze ook niet te rekenen.

     

    Hierover werd geopenbaard: “Zie jij degene die huichelen niet? Zij zeggen tegen hun broeders die ongelovig zijn, van onder de lieden van het Boek (de Joden, Banu Nadhir): “Als jullie verdreven worden (uit Medina), dan zullen wij met jullie vertrekken. En wij zullen nooit iemand (tegen jullie) volgen. En als jullie bestreden worden, zullen wij jullie zeker helpen.” Maar Allah getuigd dat zij zeker leugenaars zijn. Als zij worden verdreven, dan zullen zij niet met hen wegtrekken; en als zij worden bestreden, dan zullen zij hen niet helpen. En als zij hen helpen (door te strijden), dan zouden zij op de vlucht slaan, en zullen zij (alsnog) niet geholpen worden. Zij hebben in hun hart zeker meer angst voor jullie (Moslims) dan voor Allah. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. Zij (de Joden) bestrijden jullie (zelfs) niet gezamenlijk, behalve in versterkte steden of achter muren. Hun vijandschap onderling is hevig, jullie denken dat zij een eenheid vormen, maar hun harten zijn verdeeld. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. Zoals het geval was met degenen die hen kort daarvoor voorafgingen (Banu Qaynuqa’). Zij hebben het kwaad van hun wandaden geproefd (ze werden verdreven). En voor hen is er een pijnlijke bestraffing. (De huichelaars zijn) zoals de duivel, toen hij tot de mens zei: “Wees ongelovig.” Maar wanneer hij ongelovig wordt, dan zegt hij: “Voorwaar, ik ben niet verantwoordelijk voor jullie. Voorwaar, ik vrees de Heer der werelden.” Daarom zal het einde van beiden (de huichelaars en Joden) wezen, dat zij samen eeuwig in het Vuur zullen verblijven; dit is de vergelding voor de onrechtvaardigen.” [Surah Al-Hashr, aya 11 t/m 17]

     

    Het was dus pas nadat de Moslims hun macht vertoonde en hen zes dagen lang omsingelde, dat de Joden van Banu Nadhir Medina besloten te verlaten, zoals dit ook het geval was met hun voorgangers Banu Qaynuqa’. En dit laat het belang van kracht tonen tegenover vijanden zien. Maar ondanks hun verraad en vijandschap, mochten ze al hun bezittingen meenemen, op hun wapens na, zoals hun voorgangers Banu Qaynuqa’. De Moslims bleven rechtvaardig, zelfs tegenover hun vijanden, en zelfs in deze moeilijke zware periode waarbij velen anderen hun beheersing zouden verliezen. Wederom een mooie les voor ons. Desondanks ging hun uittocht niet zonder het geduld van de Moslims voor de zoveelste keer op de proef te stellen. De Joden provoceerde hen door met hun duurste kleding in een parade van festieve muziek en gezang Medina te verlaten. In een groot spektakel dat de aandacht van iedereen opeiste.

     

    Een belangrijk punt om overigens stil bij te staan bij de eerdere uitdrijving van Banu Qaynuqa’ is de oorzaak hiervoor. Namelijk een Moslim vrouw die door hen werd onteerd, door haar kleding omhoog te trekken. Dit was de doorslag gevende reden voor de Moslims om de Joden militair te confronteren. Ondanks het feit dat de leden van deze Joodse stam hevig bewapend waren, gezien de ambacht van wapens hun beroep was. Zoals Israël vandaag overigens ook één van de grootste wapen fabrikanten en exporteurs is in de wereld. Hieruit kunnen we een belangrijke les trekken. Want hoeveel zusters worden er vandaag wel niet onteerd door de vijanden, en wat is onze passieve houding hiertegenover? En vergelijk onze reactie met de reactie van de Moslims destijds, die een heel leger prepareerde en op lieten rukken voor de eer van slechts één Moslim vrouw! Ondanks hun materiele zwakte, en ondanks de materiele kracht van de vijand. Zij begrepen wat de waarde en prijs was van een Moslim, en vooral die van een vrouw. Helaas tolereren wij dit soort onrecht tegenover onze moeders en dochter wel, en deze tolerantie is de grote oorzaak achter onze huidige ondergang.

     

    Maar naast al deze conflicten hadden de Moslims nog een afspraak staan voor een veldslag die aan was gebroken. De tweede Badr, ook wel de kleine Badr. Maar Abu Sufyan liet het nogmaals afweten, zoals bij Hamraa Al-Asad. De Moslims vestigden hun kamp acht dagen lang bij Badr zoals afgesproken, maar Abu Sufyan en zijn leger lieten het halverwege afweten, en trokken terug. Onder het excuus dat er een droogte heerste en dit in hun nadeel zou wegen. Dit leger zou het papleger werden genoemd door de Mekkanen, omdat zij slechts uit waren gerukt om pap te gaan eten, en weer terug kwamen.

     

    De bondgenoten

    Na de slag van Uhud en al deze confrontaties, besloten verschillende Arabische en Joodse stammen samen te spannen met Quraiysh in één grote veldslag, bekend als Ghazwat Al-Ahzaab, ook wel bekend als Ghazwat Al-Khandak. De Joden die onder anderen verdreven werden naar Khaiybar, met Banu Nadhir aan kop, namen het initiatief om een bondgenootschap met meerdere Arabische stammen te sluiten, en één laatste vernietigende aanval tegen de Moslims van Medina te lanceren. De twee grootste Arabische stammen waren Quraiysh en Ghatafaan. Zoals de naties tegenwoordig ook tegen de Ummah worden verzameld onder het initiatief van de Joodse lobby’s, gebeurde dit destijds ook onder het initiatief van de Joden. De Arabische stammen zouden Medina van voren aanvallen, terwijl Banu Qaraydha; de laatste Joodse stam in Medina, de Moslims in een verrassingsaanval vanuit achteren zouden aanvallen. Dit was al het derde verraad van de Joden. Een lafhartige aanval waarbij ze de vrouwen en kinderen van de Moslims in Medina, die onbeschermd achter zouden blijven, wilden aanvallen. Zoals de Joden tegenwoordig ook lafhartig onschuldige vrouwen en kinderen in Palestina bombarderen. De Joden zijn uitermate laf, zoals we eerder lazen in Surah Al-Hashr “Zij (de Joden) bestrijden jullie (zelfs) niet gezamenlijk, behalve in versterkte steden of achter muren.” Dit doet ons denken aan de Palestijnse muur, een muur van 620 kilometers lang! Zij durven de Moslims alleen aan te vallen vanuit een veilige positie, van hoog boven in een gevechtsvliegtuig of vanuit een dik gepantserde tank. De vraag is; hoe kan het dat zo een ontzettend laf volk ons te sterk is? Wat zegt dit over ons?

     

    De Arabieren beschouwden de Joden destijds als wijze geleerde mannen, vanwege het feit dat ze onderricht waren in de Goddelijke geschriften. Dus toen de Joden naar de ongelovige Arabieren van Mekka gingen om een bondgenootschap te sluiten met hen, en tegen de Moslims wilde samenspannen, vroegen de Arabieren aan hen; “Jullie zijn de eerste lieden van het geschrift, en zijn bekend met de aard van onze conflict met Muhammad. Is onze religie beter of die van hem?” De Joden antwoordden dat hun religie beter was, en dat zij beter geleid waren dan de Moslims. Terwijl de Joden meer in gemeen hebben met de Moslims dan met deze polytheisten. De Moslims geloven in de Profeten van de Torah en zijn monotheïsten, zoals de Joden. Terwijl de ongelovige van Quraiysh afgodsbeelden, zoals Hubal, Laat en Al-‘Uzza aanbaden. De Joden prezen hun afgoden dus boven Allah.

     

    Allah openbaarde hierover: “Heb jij degenen (de Joden) niet gezien die een gedeelte van het Boek gegeven was (de Torah)? Zij geloven in djibt (afgodsbeelden) en de taghut (alles wat naast Allah aanbeden word) en zij zeggen tegen (en over) de ongelovigen: “Dezen zijn beter geleid op het pad dan de gelovigen.” Zij zijn degenen die Allah heeft vervloekt. En wie door Allah vervloekt is: voor hem vindt je nooit een helper.” [Surah An-Nisaa, aya 51, 52]

     

    En Allah openbaarde: “U zult zeker vinden dat de mensen die het meest hardnekkig zijn in hun vijandschap tegenover de gelovigen, de Joden zijn en degene die afgoden aanbidden. En u zult zeker vinden dat degene die het dichts bij vriendschappelijkheid tot de gelovigen, diegenen zijn die zeggen: “Voorwaar wij zijn Christenen.” Dat is omdat er onder hen priesters en monniken zijn en omdat zij niet hoogmoedig zijn.” [Surah Al-Maaidah, aya 82]

     

    Hun toenadering tot de Mushrikeen van Mekka is enigszins vergelijkbaar met de toenadering van de Christenen tot de Joden vandaag de dag. En dit is een recentelijke bondgenootschap, welke gesloten is onder initiatief van de Joden, die voorheen altijd door de Christenen werden vervolgd. De Christenen hebben meer gemeen met de Moslims dan met de Joden. En toch is hun vriendschap met de Joden hechter dan met de Moslims. Sterker nog, ze zijn de Moslims vijandig. De Joden geloven niet in Jezus als Profeet, ze beschuldigen hem van bedrog, en zijn moeder voor ontucht. De Christenen zijn er zelfs van overtuigd dat de Joden Jezus hebben gekruisigd. De Moslims daarentegen geloven in Jezus als Profeet, en spreken slechts goed over hem en zijn moeder, vrede zij met hen. Dit is een belangrijk punt om bij stil te staan. We zien dat de verschillende naties al hun onenigheden onderling opzij leggen wanneer het aankomt op een bondgenootschap tegen de Moslims. Zelfs de eens zo gehate communistische landen worden dan een bondgenoot waarmee samen wordt gewerkt, onder het mom van terrorisme bestrijding. Zelfs de eens zo gehate onderdrukkende dictaturen worden dan een bondgenoot waarmee samengewerkt wordt. En nu zijn het allemaal geprezen bondgenoten.

     

    De Joden benaderden verschillende Arabische stammen, en spoorden hun broeders in Medina aan om de Moslims van achteren aan te vallen, en zo werd er een sterk leger van ruim tienduizend soldaten uitgerust tegen de drieduizend moslims in medina (inclusief vrouwen en kinderen), een ongekend aantal vijanden destijds. Bij de slag van badr waren de vijanden slechts duizend in getal, en bij de slag van Uhud waren dit er drieduizend, en nu meer dan tienduizend! Bij alle drie de veldslagen waren de Moslims overigens in de minderheid, en dit is vrijwel altijd het geval geweest in de geschiedenis. Dit keer waren het ongeveer duizend Mujahideen tegenover tienduizend vijanden!

     

    Het graven van de gracht

    Maar de moslims bleven niet stil zitten zoals wij dat doen. Zij bereidde zich hierop voor, bedachten gezamenlijk in overleg een strategie en maakte hier plannen voor, die ze later ten uitvoer brachten door de bekende succesvolle gracht rondom medina te graven. Salman Al-Farisi, Radiya Allahu ‘anhu, kwam met het idee. En zei dat ze dit gewend waren te doen in Perzië. De Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] accepteerde dit idee, en dit laat zien dat we tolerant moeten zijn tegenover nieuwe ideeën en technologieën. Het was een grote onderneming waar iedereen een handje in bij droeg, zelfs de Profeet hielp hieraan mee. Hij was de leider, maar hij was niet vies van zwaar werk, hij was niet bang om zijn handen vuil te maken. Er is overlevert dat zijn buik zo vuil zou worden van het zand dat je niet kon uitmaken wat zijn huidskleur was. Vergelijk dit met ons wanneer wij een positie bekleden als leiders, we delen de orders uit en gaan zelf vervolgens languit achterover zitten, zo beelden wij ons het leiderschap in. Maar wanneer een zaak de Moslim gemeenschap destijds aanging zouden zij allen hun handen uit de mouwen steken en hier een steentje in bijdragen. En de mentaliteit van tegenwoordig “ach iemand anders zal het wel doen” bestond niet bij hun. Hier zien wij dus een prachtig voorbeeld in leiderschap, overleg, samenwerking, planning en vooral productiviteit. Wij hebben een te grote liefde voor luiheid en ontspanning, en dit is één van de oorzaken welke ons tot deze huidige ondergang naar beneden heeft geslagen. Kijk eens om je heen, de Ummah van productiviteit en inspanning is nu één van de meest luie gemeenschappen! En minst producerende naties! En het grote getal aan overwicht in onze gemeenschap getuigt sterk over onze luiheid. Gelukkig zijn er nog wel sportieve Moslims die van bewegen houden, maar laten we ze een vraag stellen; wat heb jij aan die spieren die je loopt te kweken als jij deze niet gebruikt voor de gemeenschap, en als jij deze niet inzet omwille van Allah? Wat zijn deze spieren dan waard? Hetzelfde geld overigens ook voor het intellect, wat is dit intellect wat jij aan voeden bent waard als jij dit niet inzet voor de gemeenschap en voor Allah?

     

    Naast leiderschap, planning, overleg, samenwerking en productiviteit zien wij hier ook een prachtig voorbeeld in organisatie, efficiëntiebeheer, orde en structuur, en dit valt in principe ook onder leiderschap. De Moslims die deze gracht zouden graven werden in pelotons van 10 man verdeeld, en elke groep kreeg de opdracht om ruim 37 meter te graven. Waarbij een deel van de groep zou graven en een ander deel van de groep het zand uit de gracht zou dragen. Het was duidelijk wat het hoofddoel was, maar om dit te bereiken moet er ook een duidelijke collectieve en individuele cohesieve rolverdeling zijn, welke naast orde en structuur ook efficiëntie biedt. Dit toont het immense belang van (goede centrale) coördinerende leiderschap in onze Ummah aan. Want zonder leiderschap werkt en loopt de massa maar langs en door elkaar heen. En het gebrek aan leiderschap, naast het gebrek aan overleg, samenwerking en productiviteit, is één van de grote oorzaken voor de chaos en wanorde die in onze gemeenschap heerst. Er zijn tegenwoordig zoveel groepjes, die als paddenstoelen uit de grond schieten, en elkaar alleen maar lijken tegen te werken in plaats van de krachten te bundelen en samen te werken aan een gezamenlijk doel, onder één centrale leiderschap.

     

    En we zien in deze samenwerking en productiviteit ook een prachtig voorbeeld in geduld en vastberadenheid. Want toen zij deze lange wijde diepe gracht aan het graven waren hadden zij drie dagen lang niet gegeten! Kun jij het je voorstellen om zo een grote onderneming op een lege maag te verrichten? Een gracht te graven van enkele kilometers lang, enkele meters breedte, en enkele meters diep met simpele sikkels, spaden en soortgelijk gereedschap? Zij klaarden deze klus binnen enkele dagen met hun blote handen, in deze schaarse omstandigheden, terwijl je dit vandaag machinaal misschien niet zo snel voor elkaar zou krijgen vanwege de hardheid van dat grond. Zij werden niet weerhouden door de obstakels, de tegenslagen, en zelfs niet door de verliezen, die wij tegenwoordig als excuus gebruikten. Nee, zij bleven productief. De hongersnood was in deze tijd zo erg dat zij gedwongen waren rottende broodkruimels te eten, en als ze geluk hadden een gerecht dat werd omschreven als een onsmakelijke pap welke gekookt werd in stinkend dierenvet, wat in de keel bleef plakken. De Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] bond zelfs stenen om zijn buik om de honger te stillen. En tel hierbij op dat Medina in deze periode ook nog eens getroffen werd door een extreme kou, en de winterse kou hier is niets vergelijken met de extreme winterse kou van de sahara. Maar nogmaals, dit deed hen niet stil doen zitten. Zij waren niet bang om hun allerlaatste koolhydraten te verbruiken, wij daarentegen verbruiken megabytes en zijn zuinig op onze calorieën. De Moslim Ummah is een gemeenschap van productiviteit! Dus laten wij hiernaar leven. De hypocrieten daarentegen voerden geen snars uit en verlieten het werk zonder het fatsoen hier toestemming voor te vragen of op zijn minst dit aan te geven.

     

    Hierover openbaarde Allah: “Voorwaar, de gelovigen zijn slechts degenen die in Allah en Zijn Boodschapper geloven. En wanneer zij met hem zijn in een gemeenschappelijke zaak (dan) gaan zij niet weg voordat zij hem (de Profeet) om toestemming hebben gevraagd. Voorwaar, degenen die jou (Muhammad) om toestemming vragen; zij zijn degenen die in Allah en Zijn Boodschapper geloven. En als zij jou om toestemming vragen voor een bepaalde zaak die hen aangaat; geef dan toestemming aan wie jij wenst onder hen en vraag Allah om hun vergeving. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.” [Surah An-Noor, aya 62]

     

    Zie verder - vervolg deel 2 - Tussen de ahzaab van toen en nu

    21-04-2011 om 08:46 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vervolg deel 2 - Tussen de ahzaab van toen en nu

    Vervolg deel 2

     

    Tussen de ahzaab van toen en nu

     

    Tijdens het graven van deze gracht maakte de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] een aantal voorspellingen aangaande overwinningen die de Moslims zouden bereiken, welke ook allen uit zijn gekomen. Er stond een enorme rots in de weg die de Moslims maar niet kapot kregen. Ze riepen de Profeet erbij om hem hierover te informeren. De Profeet pakte een spade, en terwijl hij deze enorme rots aan het treffen was met deze simpele spade, waarmee het onmogelijk was om zo een rots kapot te krijgen, zei hij: “Bismillah, Allahu Akbar de sleutels van Ash-Shaam (Groot-Syrië, de Levant) zijn van mij.” Bij de tweede slag zei hij: “Allahu Akbar, Perzië is van mij, ik zweer bij Allah ik kan het witte paleis van Madian nu al zien.” Bij de derde slag, verkruimelde deze rots in kleine steentje, en zei: “Allahu Akbar, ik ben de sleutels van Yemen geschonken, ik zweer bij Allah ik kan de poorten van San’aa vanaf hier zien.” De metgezellen waren overtuigd van deze profetieën, ondersteunt met de Goddelijke wonderen die ze aanschouwden. Maar, het grote verschil tussen hun overtuiging en die van ons is dat dit hen aanzette tot handelen! Deze profetieën motiveerden hen om hunzelf nog harder in te spannen om dit doel te bereiken. Zij wisten dat inspanningen en opofferingen de wegen zijn tot deze overwinningen. En zagen dit niet als excuus om te relaxen en het af te wachten, want ach die beloofde overwinning komt toch wel. Zoals wij dat vandaag doen.

     

    En zo zien we dat de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] met meer wonderen werd bijgestaan in deze moeilijke tijden, om het geloof van de Moslims te versterken en om hun hoop en motivatie hoog te houden. Tijdens het graven van deze gracht, te midden van deze productiviteit, nobele samenwerking, zware inspanning en opofferingen probeerde de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] de Moslims ook op te vrolijken en te troosten met lof- en strijdliederen. Hierin is een prachtig voorbeeld voor ons. Wij daarentegen amuseren ons met zulke liederen, terwijl die samenwerking, productiviteit, inspanning en opoffering die hiermee gepaard hoort te gaan ontbreekt! Laten we ze dus in hun juiste context plaatsen. Een mooie qaseeda die de Profeet toen opdroeg:

     

     

     

    والله لولا الله ما اهتدينا ولا صمنا ولا صلينا فأنزلن سكينة علينا

    وثبت الأقدام إن لاقينا والمشركون قد بغوا علينا

    إذا أرادوا فتنة أبينا

     

     

    “Bij Allah, indien het niet voor Allah was zouden we niet geleidt zijn. Noch zouden wij vasten of bidden. Dus doe rust en vrede over ons neerdalen. En maak ons standvastig wanneer we tegenover onze vijanden staan. Want de ongelovigen zijn in overtreding tegen ons. En als zij ons onheil wensen dan weigeren wij.”

     

    De ontmaskering

    Deze periode wordt ook gekenmerkt als een periode van verheldering. In dit stadium werden de gelovigen en huichelaars duidelijk van elkaar gescheiden; het was nu duidelijk waar de hypocriet en de gelovige stond, en wat hun posities waren. Terwijl de gelovige op dit moment standvastig bleef, werd de valsheid van de hypocrieten en hun groeiende aantal duidelijk. In Surah Al-Ahzaab zal je de verzen vinden die dit onderscheidt tussen de gelovigen en hypocrieten benadrukt. Dit hoofdstuk in de Quran behandelt dit belangrijke moment. Het groeiende aantal huichelaars bedachten allerlei excuusjes om niet deel te nemen aan de oorlog, zoals ze dit eerder deden bij de slag van Uhud. En ze probeerde andere Moslims ook te demotiveren en te laten twijfelen aan de belofte van Allah en Zijn Boodschapper [SalAllahu ‘alayhi wa selam]. En dit zal altijd hun kenmerk blijven.

     

    En Allah maakte ook aan hen (en ons) duidelijk: “Allah zal de gelovigen niet in de toestand laten waarin zij nu verkeren totdat Hij de slechte van de goede scheidt.” [Surah Ali-Imraan, aya 179]

     

    Dit soort beproevingen die zich in de Ummah blijven herhalen onderscheiden de oprechte gelovigen dus van de huichelaar. Zo stapelde de beproevingen zich destijds ook op tot het stadium welke gekenmerkt wordt Mar7alat Az-Zilzaal, het stadium van hevig geschokt worden middels zware beproevingen. Het stadium welke de gelovigen en Boodschappers moeten doorstaan. Besef je dit wanneer we naar onze huidige situatie kijken, en de beproevingen waarmee de Ummah nu te kampen heeft, weet dat deze beproevingen noodzakelijk zijn zoals ze destijds ook noodzakelijk waren.

     

    Zoals geopenbaard in de Quran: “Denken jullie dat jullie het Paradijs zullen binnengaan, terwijl de toestand van degene die voor jullie zijn geweest nog niet over jullie heen is gekomen? Rampen en tegenspoed troffen hen en zij werden zo hevig geschokt dat de Boodschapper en de gelovigen met hem zeiden: “Wanneer komt de hulp van Allah?” Weet; voorwaar, de hulp van Allah is nabij.” [Surah Al-Baqarah, aya 214]

     

    De sfeer werd grimmig en de Moslims in Medina werden steeds zwaarder beproefd en hadden steeds meer te verduren. Naast de erbarmen strenge omstandigheden werden de vijanden steeds sterker, de moslims werden van voren aangevallen en omsingeld door de Mushrikeen, daarnaast van binnenuit tegengewerkt door de hypocrieten, en ook nog eens van achter aangevallen door de Joden; die het verdrag tussen hen en de Moslims verbraken en de inwoners van Medina hiermee verraden. Vergelijkbaar met hoe de Moslims tegenwoordig vanuit alle hoeken op de wereld worden aangevallen, de fysieke aanval van Europa en Rusland vanuit het noorden, Amerika vanuit het Westen, en de resterende knechten die achter hun aanhuppelen in de VN. Naast het gezwel van hypocrisie dat ons van binnenuit wegvreet, en de ideologische oorlog die tegen ons gelanceerd word in het politieke arena, in de media en zelfs het educatieve systeem. We worden werkelijk van alle kanten aangevallen. De geschiedenis herhaalt zich.

     

    Allah openbaarde over de Ahzaab die zich tegen de Moslims in Medina samen spanden: “Toen zij tot jullie kwamen, van boven jullie en van onder jullie en toen de ogen zich (uit angst voor de vijand) afwendden en de harten in de kelen schoten, en jullie (het slechte) over Allah veronderstelden. Toen werden de gelovigen beproefd en hevig geschokt.” [Surah Al-Ahzaab, aya 10 & 11]

     

    Over de standvastige gelovigen lezen we: “En (gedenk) toen de gelovigen de bondgenoten (ahzaab) zagen, zeiden zij: “Dit is wat Allah en Zijn Boodschapper ons hebben beloofd, en Allah en Zijn Boodschapper hebben gelijk.” En het doet hun slechts toenemen in geloof en onderwerping.” [Surah Al-Ahzaab, aya 22]

     

    Terwijl we echter over de huichelaars lezen: “En (gedenk) toen de huichelaars en degene in wier harten een ziekte is zeiden: “Allah en Zijn Boodschapper hebben ons slechts een misleidende belofte gedaan.” [Surah Al-Ahzaab, aya 12]

     

    De hypocrieten die ook zouden worden aangevallen in Medina bij de slag van Al-Ahzaab, weigerde mee te participeren in de strijd. Het minst wat je van een mens kunt verwachten is dat hij zichzelf en zijn gezinsleden zou verdedigen in zo een situatie, waarbij er geen uitweg lijkt te zijn en je als een kat in het nauw word gedreven. Er was geen enkel Goddelijk gebod waarbij de maskers van de huichelaars zo hard viel als bij de Jihaad. Dit is het kenmerk van de huichelaars waar veel nadruk op word gelegd in de Quran. Bij alle andere geboden konden ze nog enigszins de schijn hoog houden, maar wanneer hun eigen leven op het spel gezet moest worden in een strijd, kwam hun ware aard duidelijk naar boven. Met allerlei smoesjes proberen zij er dan onderuit te wurmen. Toen de Moslims erachter waren gekomen dat de Joden van achteren zouden aanvallen, en dit nieuws de inwoners van Medina bereikten, gebruikten de huichelaars dit als excuus om thuis te blijven, om hun bezittingen te beschermen tegen de Joden die uit het zuiden zouden aanvallen. Terwijl de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] al plannen had gemaakt voor de bescherming van de Moslims en hun bezittingen in het centrum van Medina.

     

    Zo is er geopenbaard: “..En een groep onder hun vroeg de Profeet om vrijstelling, zeggende: “Voorwaar, onze huizen staan onbeschermd bloot.” Terwijl deze niet onbeschermd waren, zij wensen slechts te vluchten. En als (Medina) langs alle kanten binnengevallen zou worden, en zij (door de vijand) gevraagd zouden worden onrust te veroorzaken, dan zouden zij zeker ingestemd hebben, en zij zouden slechts even hebben geaarzeld. En voorzeker, zij hadden Allah daarvoor een belofte gedaan; dat zij de rug niet zouden toekeren. En het verbond met Allah zal ondervraagd worden. Zeg: “Vluchten zal jullie niet baten. Als jullie zouden vluchten voor de dood of het doden (in strijd), dan zouden jullie slechts voor een korte tijd (van jullie leven kunnen) genieten.” Zeg: “(Bovendien) wie is het die jullie tegen Allah kan beschermen als Hij de vernietiging voor jullie wenst?” En zij (de huichelaars) zullen voor henzelf buiten Allah geen beschermer noch helper vinden. Waarlijk, Allah kent degene onder jullie die de mensen belemmeren, en die tot hun broeders zeggen: “Kom naar ons toe.” En zij nemen geen deel aan de strijd, behalve even.” [Surah Al-Ahzaab, 13 t/m 18]

     

    En dit is hun verraderlijke standpunt altijd geweest, dit zal ook zo blijven, en hieraan kunnen zij te allen tijde herkend worden. Zo lezen we bijvoorbeeld weer in de Quran over hun verraderlijke standpunt, in de slag bij Tabuk welke drie jaar na de slag van Al-Ahzaab plaatsvond, het volgende: “Voorwaar, degenen die niet in de Allah en de Laatste Dag geloven vragen jou (Muhammad) om vrijstelling (van oorlog) en diens harten twijfelen waardoor zij in hun twijfel heen en weer geslingerd worden. En als zij (met jou ten strijde) wensten te vertrekken, dan zouden zij daartoe zeker voorbereidingen hebben getroffen. Maar Allah was afkerig van hun vertrek, dus hield Hij hen achter. En er werd gezegd: “Blijf thuis met de thuisblijvers.” Als zij met jullie (ten strijde) zouden trekken, dan zouden zij jullie niets meer dan wanorde hebben toegevoegd. En zij zouden zeker heen en weer tussen jullie in rennen om onrust tussen jullie te zaaien, en onder jullie zijn er die naar hen luisteren. En Allah kent de onrechtplegers. Voorzeker, voorheen (zoals bij Uhud en in Al-Ahzaab) probeerden zij ook al onrust te zaaien en zij smeden complotten tegen u, totdat de Waarheid kwam (de overwinning) en het bevel van Allah zegevierde, terwijl zij er afkeer van hadden.” [Surah At-Tawbah, aya 45 t/m 48]

     

    We zien vandaag dat het ene Islamitische land na het andere word bezet en geplunderd, en toch blijven we helaas dezelfde smoesjes van deze huichelaars in onze gemeenschap na horen galmen. Maar er is een ander punt welke nog veel kwalijker is wanneer we naar onze situatie kijken. De hypocrieten destijds konden de schijn van alle andere geboden namelijk nog hoog houden. Dit hield in dat zij dagelijks te vinden waren in de Moskee, en zelfs het Fadjr gebed met de Moslims meebaden. Terwijl een groot deel van de Moslims vandaag helemaal niet bidt! Laat staan op de vastgestelde tijdstippen en in de Moskee. Dus hoe kan het zijn dat de hypocrieten van destijds dit wel verrichte en wij Moslims niet? Dit is een zeer kwalijke zaak waarvoor we ons diep en diep zouden moeten schamen.

     

    Hassan Al-Basri, Rahimahu Allah, maakte de volgende uitspraak over hypocrisie: “Niemand behalve de gelovige is er bang voor, terwijl slechts de hypocriet zich er veilig voor voelt.” En Hij zei: “Er is geen enkele gelovige uit het verleden of heden behalve dat hij bang is voor hypocrisie. En er is geen enkele hypocriet uit het verleden of heden behalve dat hij zich veilig voelt voor hypocrisie.” Als wij de kenmerken van hypocrieten dus nagaan dan zouden we het niet moeten houden bij het gevoel van afkeer en haat, maar we zouden ook angst moeten voelen, want wie weet behoor jij wel tot deze groep en heb je het zelf niet door. Het streven naar oprechtheid en zuiverheid van hart is een strijd, waan jezelf dus niet als zijnde een oprechte gelovige, maar wees bang voor het tegenovergestelde. Wanneer Allah spreekt over de kenmerken van hypocrisie dan waarschuwt Hij ons hiermee, zodat wij onze oprechtheid ondervragen en proberen te streven naar oprechtheid en zuiverheid van hart.

     

    De bijdrage van één man

    Laten we kijken naar een belangrijke les die de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] ons heeft geleerd. Toen Sa’d ibn Mu’adh, Khawwat ibn Jubair en andere metgezellen het verraad herbevestigde van Banu Quraydha, bedroefde dit de Profeet zo erg dat hij zijn hoofd bedekte. Want mede hun forten zouden de vrouwen en kinderen verdedigen voor aanvallen vanuit het zuiden in Medina. En nu bleek dus dat zij zelf de vrouwen en kinderen in een verassingsaanval wilden belegeren. De situatie was nog erger dan de Moslims dachten en de Profeet werd gedwongen zijn plannen aan te passen, hij stuurde legereenheden en ruiters naar het centrum van medina, ter versteviging voor deze zuidelijke dreiging. En dus werd hun getal tegenover de tienduizend die vanuit het noorden zou aanvallen nog kleiner dan deze al was, en groeide het aantal vijanden met dit verraad nu ook nog eens met een aantal honderd man. Maar ondanks dit verzocht de Profeet de verkenningstroepen dit slechte nieuws niet te verspreiden, zodat hier geen wanhoop in de harten van de moslims mee werd gezaaid en veroorzaakt. En dit is een belangrijke les voor ons. We moeten leren elkaar niet te demotiveren met allerlei negatief nieuws, en elkaar juist moed en hoop in spreken. Hoe vaak zien wij dit terug in onze gemeenschap? We bereiken er niets mee als we anderen in wanhoop en zelfbeklag laten wegzinken door hen alsmaar te ontmoedigen. Dit zal niet leiden tot opleving, hervorming en beweging.

     

    Met dat gezegd te hebben is het wel belangrijk om op de hoogte te blijven van actuele gevaren, zoals de politieke en ideologische oorlog die tegen de Ummah worden beraamd en gelanceerd. Als wij kijken naar de veldslag van Al-Ahzaab dan zien we dat inlichtingen van levensbelang zijn. Indien de verkenningstroepen niet met het nieuws waren gekomen dat een bondgenootschap van plan was de Moslims in Medina te aanvallen, dan hadden zij hier geen maatregelen tegen kunnen treffen, en waren zij een makkelijke prooi geweest. En indien de verkenningstroepen niet met het nieuws waren gekomen van de verrassingsaanval die de Joden van Banu Quraydha hadden gepland, dan hadden zij hier ook geen maatregelen op hebben kunnen voorbereiden. En we zien dat de Moslims zich niet lieten ontmoedigen, en bij het nieuws van het bondgenootschap tegen Medina direct met een onderscheppende reactie kwamen. En we zien ook dat er direct een reactie werd voorbereid op het verraad van de Joden in zuiden. Het is belangrijk dat we hier stil bij staan, want deze Ummah word vandaag zowel fysiek als ideologisch belaagd, maar een tegenreactie die deze aanvallen onderscheppen laat op zich wachten. Als wij niet proactief zijn, laten we dan op zijn minst reactief zijn.

     

    Toen dit nieuws over het Joodse verraad alsnog uitlekte, en de kansen tegen de Moslims alsmaar groter leken te worden, kwam de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] met een voorstel. Ghatafaan was een stam dat zich slechts bij deze bondgenootschap had gevoegd vanwege financiële belangen. Zij hadden niets persoonlijks tegen de Moslims. De Joden hadden hen omgekocht, door hen een deel van hun oogst te beloven. Ze werden hiermee ingehuurd. Vergelijkbaar met de corrupte bandieten en schooiers die de vijanden vandaag omkopen met smeergeld, bandieten en schooiers die alles doen voor geld, zelfs het verraden van hun eigen volk. Uit zorg voor zijn Ummah stelde de Profeet dus voor om deze stam ook een deel van hun oogst aan te bieden, in de hoop dat zij hiermee af zullen zien van het bondgenootschap. Dit zou betekenen dat het bondgenootschap vierduizend man kleiner zou worden. Dit zou het bondgenootschap enigszins neutraliseren. En hieruit kunnen we leren dat het niet verplicht is om de samenspannende vijand als één geheel te confronteren, men kan zich ook slechts op een deel ervan concentreren. En dit behoort tot militaire wijsheid en leiderschapsinzicht. Maar toen de Profeet dit voorstel overlegde met de Moslims, vroegen zij hem: “Is dit slechts een plan of is het een Goddelijk bevel?” De Profeet antwoordde: “Het is mijn plan om jullie te beschermen tegen de geallieerde troepen.” Toen zij begrepen dat dit slechts een plan was van de Profeet uit zorgzaam, gaven zij aan liever tegen hen te willen strijden dan hun oogst aan hen te geven, welke Ghatafaan niet verdiende. Zie wat de heldhaftigheid van deze Ummah was! Zelfs op dit extreme moment van zwakte, en ondanks al deze zware tegenslagen en beproevingen wilde ze geen concessies en compromissen sluiten. En dit is een hele belangrijke les voor ons. Zij waren in een enorme minderheid en alle kansen leken tegen hen te zijn, maar zij kozen niet voor de makkelijke weg, en hielden voet bij stuk. Vergelijk dit eens met de vele concessies en compromissen die wij tegenwoordig sluiten? En wat hebben deze toegevingen ons opgeleverd? We moeten leren niet alsmaar voor die makkelijke weg te kiezen.

     

    Het was op dit moment dat Allah het hart van Nu’aim ibn Mas’ud verzachte, en hij bekeerde zich tot de Islam. Nu’aim ibn Mas’ud was één van de stamleiders van Ghatafaan. Hij verliet de sterkere groep, die op dat moment leek te winnen, en sloot zich aan bij de zwakkere groep, die op dat moment in het nauw werd gedreven en leek te verliezen! Toen hij bij de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] aankwam, stelde hij zichzelf gelijk ten dienste van de Islam. Hij bleef niet stil zitten! Hij bedacht een plan om het bondgenootschap uiteen te breken. Door wantrouwen onder hen te zaaien. Nu’aim ibn Mas’ud hield zijn bekering tot de Islam geheim, en gebruikte zijn vroegere goede banden met de Joden en Quraiysh, en het vertrouwen dat hij bij hen genoot. Hij ging naar de Joden van Medina en zei tegen hen, dat hij hen wilde adviseren. De Joden vertrouwden hem en ze waren bereid naar dit advies te luisteren. Hij zei tegen hen dat indien de Arabische stammen zouden falen in hun aanval tegen de Moslims, de Joden als eerst ten prooi zullen vallen in de wraakactie van de Moslims, aangezien zij het meest dichtbij de Moslims wonen. En zij alleen zonder de Arabische stammen niets konden beginnen tegen de Moslims in Medina. De Joden zagen dit ook in en gaven hem gelijk. Als de Arabische stammen zouden falen of afzien, dan stonden de Joden er alleen voor. Nu’aim adviseerde hen toen om op zijn minst een aantal gijzelaars als onderpand te vragen van de Arabische stammen, mocht hun aanval falen. En hun onvoorwaardelijke steun tegen Moslims hiermee gegarandeerd werd. En hiermee gegarandeerd werd dat zij tot het bittere einde aan hun zijde mee bleven vechten. Dit vonden de Joden een goed plan.

     

    Toen ging Nu’aim ibn Mas’ud naar de Arabische stammen en zei tegen hen dat hij met belangrijk en discreet nieuws kwam. De Arabische stammen van Quraiysh en Ghatafaan die hem in aanzien hadden en vertrouwden leenden hem hun aandacht. Hij zei tegen hen, dat er nieuws tot hem gekomen was over de Joden. Namelijk dat zij van hun bondgenootschap en verraad af wilde zien, en spijt hebben gekregen van het verbreken van het verdrag. En zei tegen hen dat zij hun goede wil zouden laten blijken aan de Moslims door gijzelaars aan hen te overhandigen. En adviseerde de Arabische stammen om hier op hun hoede voor te wezen. Zo plantte hij het zaad van argwaan en wantrouwen onder de vijanden. Hij wist goed dat verdeeldheid één van de grootste verzwakkingen is dat een leger kon treffen. Zoals onze vijanden heel goed weten dat onderlinge verdeeldheid ons alleen zal verzwakken. En wij zien ook dat deze verdeeldheid onder ons wordt verspreid. Als verdeeldheid de oorzaak is van verzwakking, dan is eenheid een bron van kracht. Laten we dus streven naar deze eenheid.

     

    Zoals Allah heeft geopenbaard: “En gehoorzaamt Allah en Zijn Boodschapper en twist niet onderling (wees niet verdeeld), waardoor jullie ontmoedigd raken en jullie kracht verdwijnt. En weest geduldig: voorwaar, Allah is met de geduldigen.” [Surah Al-Anfaal, aya 46]

     

    Dus toen het eindelijk zover kwam en de Arabische stammen Medina wilde aanvallen kwamen ze voor een onaangename verassing te staan, een ingenieus plan die het hen onmogelijk maakte om Medina binnen te dringen. Dit frustreerde hen enorm, zij konden maar geen weg vinden om Medina binnen te dringen. Ze stonden oog in oog tegenover de Moslims, maar een fysieke strijd was onmogelijk. Het conflict beperkte zich voornamelijk tot een pijlen regen die heen en weer werd afgevuurd. De Arabische stammen leden hevige verliezen, zo raakten veel van hun rijdieren gewond en stierven. Ze hielden koppig kamp bij deze gracht, met het gebrekkige rantsoen en provisie die ze op dat moment hadden. Want zij rekenden op een snelle beslissende aanval, en hadden zich niet voorbereid op een langdurig kamp. Dit was dus een enorm nadeel voor hen. Toen de wanhoop en frustratie zijn piek bereikte en hun rantsoen en provisie opraakte en de verliezen alsmaar groter werden, gingen zij naar de Joden in Medina en zeiden tegen hen dat het cruciaal was dat zij de Moslims de volgende dag in een verassing van achteren aan moesten vallen. In de hoop om in een laatste poging de Moslims nog enige schade aan proberen te richten. Maar de Joden weigerden dit want de volgende dag was zaterdag, de Sabbath voor hen. Een dag waarop werken en strijden verboden is voor hun. De reeds gegroeide argwaan en wantrouwen werd nu nog groter voor de Arabieren.

     

    Ze gaven de Joden een ultimatum, en dreigden hen zelfs. De Joden bleven bij hun standpunt, en op dit wankelende moment, nu ze in het nauw werden gedreven, eisten ze de gijzelaars als onderpand van de Arabieren. Hiermee werden de vermoedens al helemaal bevestigd voor de Arabieren, en dit was tevens ook het definitieve einde van hun bondgenootschap met de Joden. Quraiysh werd gedwongen krachten te bundelen met Ghatafaan, in een laatste poging deze belegering definitief af ronden, maar Ghatafaan dat in was gehuurd door de Joden begon nu ook af te zien van een oorlog. Zij deden het voor geld, en aangezien de Joden die hen de oogst hadden beloofd nu uit het plaatje waren en de aanval niet zo eenvoudig was als ze hadden verwacht, leek het geen zin meer voor hen te hebben om hiermee verder te gaan. Ze waren uitgeput, en de honger en extreme kou eisten een te hoge tol.

     

    Zie wat Nu’aim ibn Mas’ud heeft kunnen doen voor de Ummah, in enkele dagen nadat hij Moslim werd. Hij heeft de Ummah weten te beschermen tegen tienduizend man! Hoeveel jaren zijn wij al Moslim, en hoeveel hebben wij weten te betekenen voor de Ummah? Hij heeft een bondgenootschap van tienduizend man uit elkaar weten te scheuren en te verzwakken. Hij had hier geen grote mankracht noch krachtige wapens voor nodig, zonder geweld noch slachtoffers. Nee, hij gebruikt slechts zijn verstand en kunde. Dit bewijst wat voor een grote bijdrage jij alleen als Moslim kunt leveren, hoe klein en zwak je ook mag zijn. Kijk je dus niet uit op materiaal en mankracht. Wij zien hier hoe één enkele man het voor elkaar kreeg om een bondgenootschap van tienduizend man uit elkaar te drijven, maar dit is helaas wat de vijanden nu met ons doen. Wij zijn een gemeenschap van twee miljard, maar eenheid is nergens te bespeuren. Onze vijanden hebben ons succesvol weten te verdelen, en wij lijken niet naar eenheid toe te werken.

     

    En er is nog een situatie waarvan we wat kunnen leren. Tijdens de slag van Al-Ahzaab verschuilden enkele vrouwen en kinderen zich in het fort van Hassan ibn Thabbit. De Joden wilden dit fort binnen dringen en de vrouwen verkrachten en de kinderen als slaven nemen. Dus omringde de Joden het fort. Maar vanwege hun lafheid durfden ze niet gelijk naar binnen te dringen, want ze waren bang dat er binnen wellicht Mujahideen op hen stonden te wachten. Ze wilde eerst iemand naar binnen laten gaan om de boel te verkennen. En als de kust veilig was, zouden zij naar binnen dringen. Dus een Jood drong het fort binnen, terwijl de Moslims op dit moment nog bij de gracht waren. Hij ging stiekem naar binnen en verkende al sluipend de boel om zich heen. Safiyah bint ‘Abdul Mutalib, de tante van de Profeet en de zus van Hamza, stond toevallig op het balkon en zag hem terwijl hij op de binnenplaats aan het rondsluipen was, en dat de rest van de laffe Joden buiten het fort op hem aan het wachten waren. Ze begreep dat als zij dit uitschreeuwde er paniek ontstond onder de vrouwen en kinderen. Maar als zij stil bleef en deze Jood erachter kwam dat de kust veilig was, dan zouden de Joden de vrouwen en kinderen in een aanval verrassen en ze kwaad aandoen. Ze kwam met een idee. Ze pakte een balk en verraste deze Jood met een vernietigende klap langs de oren. Toen hij bewusteloos op de grond viel, pakte ze een mes en sneed zijn hoofd eraf. Ze pakte het hoofd en gooide het over het fort heen, als waarschuwing voor de Joden buiten die nu elk moment binnen zouden kunnen dringen. En toen zij dit hoofd naar hun toe zagen vliegen dachten zij dat een leger van Mujahideen binnen op hen aan het wachten was, dus namen gauw de staart tussen de benen! Want dit kon alleen het werk zijn van een Mujahid dachten ze. Ze heeft in haar eentje een heel leger laten vluchten met haar heldhaftige daad.

     

    Kijk naar de wijsheid en onbevreesde moed van deze vrouw. Terwijl de zusters tegenwoordig niet eens de moed hebben om henzelf te bedekken. Sterker nog, zij was zelfs moediger en heldhaftiger dan de meeste mannen tegenwoordig zijn. Namen slechts onze mannen maar een voorbeeld aan haar, laat staan onze vrouwen. En dit was niet zomaar een vrouw. Zij was op dit moment een oude vrouw van drieënzestig jaar! De leeftijd van onze oma’s. Dus niet slechts een vrouw is heldhaftiger dan de meeste mannen tegenwoordig, een bejaarde vrouw nog wel die onze oma had kunnen zijn! Maar het zijn niet de spieren en botten die kracht geven aan een persoon, het is de kracht van Imaan. Wanneer iemand op Allah vertrouwt en op Hem rekent, dan schenkt Hij hem kracht die zelfs een jeugdige sterke man niet heeft. Dus nogmaals, laten we niet uitkijken op materiaal en mankracht.

     

    De Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] smeekte Allah het volgende: “Oh Allah de Openbaarder van Het Boek, degene die snel is in het verrekenen, vernietig de bondgenoten. Oh Allah vernietig hen en schud hen uitelkaar (Allahuma munzil al-kitaab, saree’ al-hisaab, ahzim al-ahzaab. Allahuma ahzimhum wa zalzilhum).”

     

    En aangezien we ons in een soortgelijke situatie bevinden vandaag de dag, en omringd en aangevallen worden door een bondgenootschap dat zich tegen ons heeft gekeerd. Is het passend om deze dua te maken. En dit is het minste wat we kunnen doen voor deze gemeenschap. In de hoop dat Allah deze beantwoord, zoals Hij deze toen der tijd heeft beantwoord. De nacht van vrijdag op zaterdag toen Quraiysh de volgende dag in een laatste wanhoopspoging van plan was aan te vallen, stuurde Allah een koude verwoestende wind dat hun kamp geheel verwoestte. Hun tenten vlogen in de lucht en al hun provisie waaide in een vlaag weg. Hierop zat er niets anders in dan vernederd terug te trekken.

     

    Allah openbaarde hierover: “Oh jullie die geloven, gedenk de genade van Allah aan jullie, toen een leger tot jullie was gekomen. Wij zonden toen een (verwoestende) wind tegen hen en een leger (van Engelen) dat jullie niet zagen. En Allah is Alziende over wat jullie doen.” [Surah Al-Ahzaab, aya 9]

     

    Het evenwicht van macht en kracht verandert, en de overwinning van een volk kan onverwachts komen. Alle kansen wezen erop dat de Moslims zouden verliezen. Maar Allah wilde hiermee duidelijk maken dat Hij met de gelovigen is. We moeten wel inzien dat Allah al deze naties tegenwoordig tegen de Moslims laat keren, zodat wij er uiteindelijk als winnaars uitkomen, nadat de verhoudingen en zwakke toestand het tegendeel bewezen. Zoals dit het geval was bij de slag van Al-Ahzaab. Nadat de vijanden zo sterk en groot in getal zijn, en de gelovigen er ontzettend zwak uitziet, en het onmogelijk lijkt dat zij ooit van hen zouden kunnen winnen, komen de gelovigen er uiteindelijk toch als winnaars uit. En word het voor iedereen duidelijk dat zij onder de hoede van Allah leven. Want niets of niemand zou het hebben kunnen toestaan voor hun om uit zo een situatie te komen, behalve de Hulp van Allah.

    21-04-2011 om 08:44 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het beschermen van onze bronnen

    Het beschermen van onze bronnen

     

    Het woord ‘bronnen’ is een woord dat om wat uitleg vraagt. Wij hebben als doel een opleving te bewerkstelligen. De geleerden zeggen dat er twee vormen van opleving zijn:

     

    1. Accumulatieve opleving: Elke generatie bereikt een deel van de opleving en geeft deze door aan de volgende generatie, die vervolgens het werk verder voltooit. Deze opleving kan 150 jaar duren en is het resultaat van de accumulatie van het werk.

     

    2. Ingrijpende opleving: alle krachten, al het verstand en bronnen worden gebundeld en heel snel en in zeer korte tijd gemobiliseerd. Deze oplevering vindt in een rap tempo plaats.

     

    Wij willen een ingrijpende opleving bereiken. Dit is het soort opleving dat de Profeet Muhammed [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft bereikt. De Profeet Muhammed [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft samen met zijn metgezellen een dergelijke opleving in slechts dertig jaar bereikt. Dit is waar we naar uitkijken en hopen te bereiken, door alle bronnen te bundelen en te verzamelen. Eigenlijk is er nooit een opleving bereikt zonder dat alle bronnen werden verzameld en gebundeld. Allen volgden hetzelfde patroon. Er zijn twee soorten bronnen:

     

    1. Menselijke bronnen: verwijst naar het menselijke vermogen.

     

    2. Natuurlijke bronnen: verwijst naar water, lucht, mineralen, olie, landbouwgronden, dieren, planten etc.

     

    We zullen het één en ander uiteenzetten om dit onderwerp begrijpelijk te maken.

     

    Alle bronnen zouden erkend en verzameld moeten worden, zodat de opleving kan plaats vinden. ´Umar ibn Khattab [Radhiya Allahu ‘anh] wist maar al te goed hoe belangrijk de bronnen waren om een opleving te bewerkstelligen. Hij begreep ook dat de menselijke bronnen belangrijker waren dan de natuurlijke bronnen. Op een dag zat hij met de metgezellen en zei: “Kan ieder van jullie een wens doen?” Één van hen zei: “Ik wens dat dit huis vol is met geld [bronnen] om het te gebruiken voor het verstevigen van de positie van de Islam.” ‘ Umar antwoordde met: “Dat is niet de wijste wens.” Iemand anders zei: “Ik wou dat dit huis vol was met paarden die we konden gebruiken om de overwinning voor de Islam te behalen.” ‘Umar antwoordde: “Niet de wijste wens.” Ze zeiden: “Amirul mu'mineen, vertel ons wat wel wijs is om te wensen?” Hij antwoordde: “Ik zou wensen dat dit huis vol was met mannen zoals Abu Ubaidah ibn Al-Jarrah, Usama ibn Zaiyd, Khaleed ibn Waleed en Bilal [Radhiya Allahu ‘anhum]. Zij zouden in staat zijn om het geld en de paarden bij elkaar te krijgen om de overwinning voor de Islam te behalen.” Dit geeft duidelijk aan hoe helder de zaken zowel in de gedachten van ‘Umar als de metgezellen waren.

     

    Er zijn vele theorieën verschenen die de rijkdom van een land berekenen; sommigen zeggen dat het gemiddelde bruto nationaal product de maatstaf is, andere stellen dat dit het gemiddeld individueel inkomen is. De meest recente theorie zegt, dat je de rijkdom van een land kunt meten aan de hand van de beschikbare bronnen en in welke mate deze worden geëxploiteerd. Het gevolg is, dat onze status-quo welke opleving dan ook in de weg staat. Onze bronnen worden namelijk of niet geëxploiteerd of op een verkeerde wijze geëxploiteerd.

     

    De Arabische wereld beschikt over 60% van de bronnen in de wereld, we zijn echter de armste bevolking. Hoe komt dit? Dat is omdat wij niet van onze bronnen profiteren. Een voorbeeld zijn de gigantische vruchtbare landbouwgronden in Sudan, die niet worden benut. Een ander voorbeeld is de gigantische braindrain [migratie van het intellect], die momenteel gaande is om ergens anders het succes te bereiken. Bovendien hebben we de beste bronnen, maar ook die laten we onbenut. We hebben: de jeugd!

     

    En de bronnen die we wel hebben misbruiken we, zoals water en elektriciteit. Er wordt dagelijks geld uitgegeven aan sms-jes om Miss Universe, de beste speler, of het beste lied te kiezen. Geld wordt aan luxe uitgegeven, cosmetica, en mode die elke dag verandert. Het wordt uitgegeven aan kleding en auto’s die regelmatig vervangen worden. Er worden fortuinen gespendeerd. We moeten ontwaken. Onze bronnen worden of door ons vernietigd of door onze vijanden gestolen. We moeten onze bronnen beschermen, we moeten leren hoe we onze bronnen kunnen behouden.

     

    Toen Allah alles schiep, creëerde hij ook de bronnen en noemde deze zegeningen. Het gaat om; water, lucht, mineralen, olie, dieren, planten etc. Al deze bronnen worden gereguleerd met accuratesse en precisie volgende het Goddelijke balans.

     

    Mensen ademen zuurstof in en produceren kooldioxide, terwijl planten kooldioxide opnemen en zuurstof uitstoten. Dit zorgt ervoor, dat de wereld niet vervuild raakt. De zon komt op, zeewater verdampt, wolken worden gevormd, er valt regen en uiteindelijk nemen planten dat water op om te groeien. Dieren eten deze planten, en van hun uitwerpselen wordt weer mest geproduceerd. Dat wordt weer gebruikt om planten te laten groeien. Daarom betekend het uitsterven van welk levend organisme dan ook, het uitsterven van een reeks aan organismen dat daarvan afhankelijk is. Als vogels die de nectar van een bepaalde bloem eten uitsterven, zullen de bloemen ook uitsterven. SubhanuAllah, Die een dergelijke uitgebalanceerd universum heeft geschapen. Deze balans blijft gehandhaafd, zolang de mens rechtvaardig en vredelievend is. Zodra ze onrechtvaardig is, in tirannie en hebzucht vervalt, zal het hele universum uit zijn balans raken en zal de wereld verwoest worden.

     

    Ze kopen onze bronnen op tegen hele lage prijzen of stelen ze gewoon. Ze kochten onze grondstoffen tegen hele lage prijzen in, bewerkten deze en verkochten ze terug aan ons tegen aanzienlijke prijzen. Aangezien inhaligheid altijd groter wordt, begonnen ze ons van onze bronnen te ontdoen. Oorlogen, kolonisatie en bezettingen, allen een middel om dat doel te bereiken.

     

    Het wordt nog erger, terwijl wij aan het wegsuffen waren, beroofden zij onze arme landen ook van onze brainpower. We zorgen voor onze kinderen en spenderen veel geld, zodat ze een goede opleiding krijgen. En wanneer ze afstuderen en iets kunnen terugdoen worden ze uit hun landen weggehaald en kunnen anderen volledig van hen profiteren. We verliezen miljarden om deze hoogopgeleiden te scholen, en aan de andere kant besparen zij miljarden omdat zij deze mensen niet hebben hoeven op te leiden. Dit is allemaal gaande en onze grootste droom is om de meest recente beltoon op ons mobieltje te hebben.

     

    De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘ alayhi wa selam] liep voorbij terwijl Sa’ d ibn Abbi Waqqas [Radhiya Allahu ‘anhu] de wassing aan het verrichten was en zei: “Waarom deze verkwisting Sa’d?” Sa’ d zei: “Is het gebruik van water verkwisting, oh Profeet van Allah?” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Ja Sa’d, verspil geen water, zelfs niet wanneer je aan de oever van een stromende rivier staat.” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] sprak niet alleen tegen Sa’d maar tegen ons allen.

     

    ‘Umar ibn Khattab [Radhiya Allahu ‘anhu] zag op een keer dat een man op de markt een stuk vlees kocht. Na een tijdje kocht hij een ander product en nog een ander. Elke keer als hij ergens naar verlangde, dan kocht hij het. ‘Umar hield hem tegen en vroeg hem: “Koop je alles waar je zin in hebt?” De man antwoordde: “Ja.” ‘Umar pakte zijn staf en raakte hem eenmaal, zeggende: “Dit is niet wat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] ons geleerd heeft.”

     

    We weten niet hoe we onze bronnen moeten gebruiken en we misbruiken ze. We gebruiken onze bronnen niet: bijvoorbeeld ons verstand dat lui is, bijvoorbeeld de tijd die we verspillen, is dat niet onze grootste bron? Onze tijd heeft zijn waarde verloren. Hoe brengt onze jeugd haar zomervakantie door? Tijd word verspild, water word verspild, kleding word verspild, etc. We moeten onze slechte management en verspilde bronnen erkennen, en deze behouden en beschermen. Ik wil een opleving en dat we ons bewust worden van onze bronnen. We moeten onze gedrag veranderen.

    20-04-2011 om 03:17 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Da'wah doen met weinig kennis

    Da'wah doen met weinig kennis

     

    De da'wah van Dimam ibn Tha'labah

     

    Nadat de Profeet [SalAllahu ’alayhi wa selam] de Boodschap had verspreid in Medina, stuurde hij de metgezellen [Ridwan Allahu ’alayhim] naar andere omringende landen om de Islam te verkondigen. De ene naar Egypte, de andere naar Ash-Shaam, naar Yemen, Iraq enzovoorts. En hij stuurde een aantal metgezellen naar de Nu’maan vallei, welke tussen Mekka en At-Taaif ligt. Hier woonden bedoeïenen die afgoden aanbaden, zoals Al-Laat en Al-’Uzza. Ze kwamen daar simpele bedoeïenen tegen die zich slechts bezig hielden met schapen, kamelen en het woestijn leven. Uit meer dan dit bestond hun leven niet. Toen ze hen wilde uitnodigen tot de Islam weigerde zij dit koppig, ze wilden het geloof van hun voorouders niet verlaten en dit verruilen voor een nieuwe onbekende religie. Iedereen weigerde deze Boodschap te accepteren, behalve één man. Toen hij deze Boodschap hoorden besteeg hij zijn Kameel en vertrok richting Medina. En reisde meer dan vijfhonderd kilometer vanaf At-Taaif naar Medina. Dit was de eerste keer dat hij in Medina aankwam, en vroeg om zich heen naar de man die zich een Profeet noemde. Ze zeiden tegen hem dat deze man, de Profeet Muhammad in de Moskee was.

     

    Hij ging naar de Moskee, bond zijn kameel vast, en schreeuwde met een luide stem maar onduidelijke taal uit: “Wie van jullie is degene die beweert een Profeet te zijn?”. De metgezellen riepen: “Hier is hij!”. En wezen naar waar hij zat. Dus deze man liep richting de Profeet toe, en vroeg aan hen: “Wie van jullie is Muhammad?”. De Profeet antwoordde en maakte zich bekend. De man vroeg hem “Dus jij bent degene die beweert een Profeet te zijn?” De Profeet antwoordde bevestigend. De man zei: “Dan zal ik je een aantal vragen stellen, en ik zal bot zijn in mijn vragen dus word niet boos.” Het was een ruwe bedoeïenen man, die niet al teveel omgangsvaardigheden mee had gekregen. En dit wist hij van zichzelf. Hij sprak de Profeet aan, zoals hij zijn eigen volk ook aansprak. En vroeg hier geduld mee te hebben. De Profeet gaf hem de kans om te vragen wat hij wenste. De man vroeg: “Wie heeft de hemel verheven?” De Profeet antwoordde met “Allah”. De man vroeg: “Wie heeft de aarde uitgestrekt?” De Profeet antwoordde hetzelfde. De man vroeg verder: “Wie heeft de bergen erop gevestigd?” De Profeet antwoordde weer met hetzelfde.

     

    Toen zei de man tegen hem: “Ik vraag jou in de Naam van Degene die de hemel heeft verheven, de aarde heeft uitgestrekt, en de bergen erop heeft gevestigd. Heeft Allah jouw werkelijk als Boodschapper naar ons toegestuurd?” De Profeet antwoordde: “Bij Allah, jazeker.” De man vroeg verder “Bij degene in wiens Naam jij gestuurd bent, ik vraag jou, heeft Allah jou gestuurd om de mensen te gebieden de idolen te verwerpen die onze voorvaderen aanbaden, en slechts Allah alleen te aanbidden?” De Profeet antwoordde: “Bij Allah, inderdaad.” De man vroeg verder: “Ik vraag jou bij Degene die jou Heeft gezonden, Heeft Allah jou gestuurd om ons de vijf gebeden in de dag en nacht te gebieden? En om de Ramadaan te vasten, en aalmoezen uit te geven, en de bedevaart te verrichten als we hiertoe in staat zijn? Heeft Allah jou dit geboden?” Dus zo vroeg hij naar alle pilaren van de Islaam. En de Profeet zou dit telkens bevestigen. Toen de man uitgevraagd was zei hij: “Ik ben Dimam ibn Tha’labah, de broer van Banu Sa’d ibn Bakr. Ik getuig dat niets of niemand het waard is om aanbeden te worden behalve Allah, en dat jij de Boodschapper van Allah bent. En bij Degene die jou Heeft gestuurd met de waarheid. Ik zal mijn volk hierover berichten. En ik zal niets toevoegen aan datgene wat jij mij hebt verteld, noch zal ik hier wat van verminderen.” Toen de man wegliep naar zijn kameel, wees de Profeet naar hem en zei tegen de metgezellen: “Indien hij de waarheid sprak, zal hij zeker welslagen en het Paradijs binnen treden.”

     

    Deze man had de Profeet enkele minuten ontmoet, maar uit slechts dit kleine moment heeft hij een groot profijt kunnen halen. En deze enkele woorden van de Profeet hebben een groot effect op zijn hart gehad. Hij besteeg zijn kameel en keerde terug naar zijn volk. Toen hij daar aankwam, na een reis van twintig dagen lang heen en twintig dagen lang terug, was zijn vrouw erg blij hem weer te zien. Ze wilde naar hem toe gaan om hem te begroeten. Maar hij gebood haar te blijven staan, en vervloekte de idolen die ze aanbaden. Zijn vrouw was gechoqueerd en waarschuwde hem tegen de bestraffingen van deze idolen, zoals lepra en krankzinnigheid. Destijds geloofden ze dat degene die de idolen vervloekte door dit soort ziekten en kwalen getroffen zou worden. Maar Dimam zei tegen haar, deze idolen kunnen niemand baten noch schaden. En begon haar te overtuigen van de Islam, totdat ze bekeerde en de Islam omarmde. Toen ging Dimam naar zijn vader. Zijn vader wilde hem verwelkomen en begroeten, maar zodra Dimam hem zag begon hij weer de idolen die ze aanbaden te vervloeken. Zijn vader was net zo gechoqueerd als zijn vrouw dit was, en waarschuwde hem net zoals zijn vrouw hem had gewaarschuwd. Dimam zei echter weer tegen hem, zij baten noch schaden de mens. En begon hem te overtuigen van de Islam, totdat zijn vader ook bekeerde en de Islam omarmde.

     

    En zo ging Dimam de huizen van zijn volk af. En riep hen op tot het aanbidden van Allah en het verwerpen van hun idolen. Hij wees hen op de waarheid, en waarschuwde hen voor de valsheid. Voordat de zon onderging die dag, was zijn hele stam bekeerd tot de Islam vanwege zijn actieve en gezegende uitnodiging! Kun jij het je voorstellen? Die dag nog, voordat de zon onder was gegaan bleef er geen enkele ongelovige meer over in zijn stam? Laten we ons de volgende vraag stellen, wat waren de educatieve kwalificaties van Dimam voor zijn Da’wah? Had hij afgestudeerd op de universiteit van Medina? Had hij jarenlang onder geleerden gestudeerd? Heeft hij een getuigenschrift behaald in Islamitisch rechten? Nee, hij had al deze zaken niet behaald, en was geen prominente geleerde, prediker of zelfs student. Hij was geen belangrijk figuur, noch had iemand hem ooit geleerd hoe hij de mensen moest uitnodigen tot de Islam. Sterker nog, hij heeft geen boek gelezen, en geen enkele lezing beluisterd noch khutba bijgewoond. Maar weerhield dit alles hem van het verspreiden van de Islam? Nee, hij was ijverig de mensen te overtuigen van de waarheid waar hij van getuigde. Slechts het weinige aantal woorden die hij van de Profeet te horen heeft gekregen waren voldoende motivatie en inspiratie voor hem. En hij heeft met zijn gebrekkige kennis datgene bereikt wat de andere metgezellen voor hem niet hebben kunnen bereiken; het uitnodigen van zijn volk tot de Islam, totdat zij hiertoe bekeerde en deze omarmde.

     

    Abdullah ibn Amr heeft van de Profeet [salAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Geef mijn boodschap door aan de mensen, al is het maar één zin.” [Saheeh Bukhari]

     

    En hoeveel lezingen, boeken en artikelen hebben wij daarentegen beluisterd en gelezen nu al deze jaren, maar hoeveel mensen hebben wij weten uit te nodigen en te overtuigen van de Islam? Of hoe vaak zien wij onze mede Moslims allerlei verwerpelijkheden verrichten, maar spreken hun hier niet op aan? En gebieden datgene wat goed is en verwerpen datgene wat slecht is? Wat doen wij om deze mensen tot de Islam te roepen, en deze verwerpelijkheden achter hen te laten? Of hebben wij hier opleidingen en tazkiyaat van geleerden voor nodig? Nee, dus adviseer je mede Moslim in het verwerpen van zonden, en roep hem op tot het verrichten van goede daden, en motiveer elkaar hiertoe! Het is een individuele verplichting om het slechte te verbieden en het goede te gebieden, of je nu bundels aan kennis bezit of niet. En nodig de mensen uit tot de Islam met datgene aan kennis wat je bezit! Zoals Dimam ibn Tha’labah dit deed. En laat je niet ontmoedigen door het gebrekkige kennis dat jij hebt als simpele dienaar, zoals Dimam ibn Tha’labah zich niet liet ontmoedigen. En neem hetzelfde standpunt als Dimam, door niets toe te voegen of te verminderen aan en van datgene wat jij weet van de waarheid, in de hoop dat jij net zoals hem zult welslagen! En begin eerst met de overtuiging en uitnodiging van jezelf, je eigen gezinsleden, familieleden en eigen volk zoals Dimam dit deed!

    19-04-2011 om 05:49 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Moslim in een spiegelbeeld

    De Moslim in een spiegelbeeld,

     

    Al-Mu'minu Miraatu Al-Mu'min

    Er is overgeleverd van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] dat hij zei; “De gelovige is een spiegel voor andere gelovigen.” [Verzameld in o.a de Sunan van Abu Dawud, Hassan verklaard door Al-Baani. Meerdere overleveringen zijn verzameld in At-Tirmidhi, Al-Bazaar en At-Tabarani]

     

    De gelovige is het spiegelbeeld van zijn broeder/zuster, de moslim ziet zichzelf in een andere moslim. Deze hadeeth in het Arabisch [al-mu’minu miraatul mu’min] bevat slechts drie woorden, maar uit deze drie woorden kunnen wij talloze leerzame punten opsommen. En dit hebben de geleerden ook gedaan:

     

    1.) Wat is het eerste dat we op kunnen merken wanneer je in de spiegel kijkt? Dit is het feit dat het ons helpt in het perfectioneren van onszelf. Het laat ons zien dat er een knoopje los zit, een stofje op onze haren ligt, en noem de voorbeelden maar op. Dit is hoe het ook bij moslims onderling hoort te zijn, wij wijzen elkaar op onze fouten, van de kleinere tot de grotere.

     

    2.) Het tweede wat we opmerken is dat de spiegel altijd eerlijk is tegenover ons, wanneer iets klein is dan zul je dit ook zien als klein, wanneer iets groter is dan zul je dit ook zien als groter. Het zal onze fouten niet vergroten of verkleinen, maar het zal deze laten zien zoals deze aanwezig zijn. Zo zou de moslim ook moeten zijn in het wijzen op de fouten van de ander, hij maakt geen berg van een mierennest, en geen mierennest van een berg.

     

    De spiegel is ook zo eerlijk dat het nooit iets zal laten zien wat er niet is. Je zult geen vlekje op jouw shirt zien in de spiegel, als het vlekje ook niet daadwerkelijk op je shirt aanwezig is. De spiegel liegt nooit wat dat betreft, en het zal je alleen laten zien wat ook daadwerkelijk aanwezig is, in jouw spiegelbeeld. Zo zou de moslim ook moeten zijn tegenover moslims. Hetgeen waarover je adviseert moet niet gebaseerd zijn op een vermoeden of veronderstelling, maar het moet ook daadwerkelijk aanwezig zijn.

     

    De spiegel is ook eerlijk en oprecht in de zin dat het niet zal discrimineren, bang zijn of aan vriendjespolitiek zal doen. Hoe hoog je ook in aanzien bent bij de mensen, en wat je status ook moge zijn, het wijst iedereen op datgene wat aan gebreken aanwezig is. Zo dient de moslim ook consequent te zijn en is zodoende een spiegel voor iedereen, ongeacht zijn status en positie, en hoort hierin niet te discrimineren door iemand voor te trekken of iemand te vrezen en te vermijden.

     

    3.) Een ander punt wat we op kunnen merken is dat wanneer je je van de spiegel scheid, en vertrekt, je spiegelbeeld ook niet meer achter blijft en andere die langs komen lopen het ook kunnen zien. Wat vertelt dit ons? Wanneer je een spiegel raadpleegt gebeurt dit in discretie, en wanneer je weg gaat is het alsof je er nooit bent geweest. En de spiegel zal weer door iemand anders geraadpleegd worden in discretie. Het is niet zo dat de spiegel nadat je vertrokken bent, anderen op de hoogte zal gaan stellen over welke punten deze spiegel bij jou heeft opgemerkt. Zo zou een moslim tegenover andere moslims moeten zijn; discreet, loyaal en betrouwbaar.

     

    4.) Wat we nog meer op kunnen merken is dat de spiegel uiterst vriendelijk is; het wijst ons op onze gebreken zonder ook maar een woord te uiten. We zien datgene wat we reflecteren terug in het spiegelbeeld en corrigeren dit, zonder dat de spiegel ons ook maar op enige wijze heeft gedenigreerd of vernederd. Nee, het vertelt ons slechts op een hele subtiele tactvolle wijze hoe we eruit zien. En zo zouden wij ook tegenover elkaar moeten zijn. Adviseer anderen op een uiterst tactvolle subtiele wijze zonder ronduit expliciet en confronterend te zijn.

     

    5.) Nog iets wat we op merken is dat hoe dichter wij bij de spiegel komen, hoe meer de gedetailleerde zaken ons op zullen vallen, en hoe verder je van de spiegel staan, hoe minder details we waarnemen. Op grote afstanden zul je alleen dat zien wat iedereen in je omgeving zal opmerken, maar hoe dichter je bij de spiegel komt en intiemer, hoe meer je over jezelf zult ontdekken. En hoe meer je tenslotte ook aan jezelf kunt corrigeren. Zo is hoort het ook onder moslims te zijn, hoe intiemer het contact, hoe meer we wat aan elkaar hebben.

     

    6.) De spiegel vertelt ons verder ook niet alleen datgene wat gecorrigeerd dient te worden, maar het verteld ons ook hoe goed we eruit zien, en complimenteert ons op dat wat er goed uit ziet. Het zal je niet alleen laten zien dat je haar er droog uit ziet, maar ook dat mooie overhemd wat je aan hebt bijvoorbeeld. Zo zouden wij moslims elkaar onderling moeten complimenteren en adviseren.

     

    7.) De spiegel doet haar taak zonder erover op te scheppen of er een vergoeding of complimenten voor terug te vragen van degene die gebruik van haar diensten maakt. Zo zou de moslim zijn taak als spiegelbeeld voor anderen ook moeten vervullen zonder er wat voor terug te verwachten, behalve van Allâh.

     

    8.) Een spiegel zal je op je gebreken wijzen zonder dat je ook maar enige wrok tegenover deze spiegel zult voelen, omdat het slechts de waarheid en realiteit reflecteert, zonder enige bijbedoelingen. De spiegel zal zich ook niet beter voelen en hoger in status doordat zij anderen op hun defecten wijst, noch voelt de spiegel ook enig wrok tegenover degene die voor haar staat. Zo zouden wij als moslims ook tegenover elkaar dienen te staan.

     

    9.) Aan de spiegel is een dagelijkse behoefte, en hoe meer je door deze spiegel word gecorrigeerd, hoe belangrijk de spiegel is in je leven. Des te vaker zul je deze spiegel dus ook raadplegen. Zie elkaar als moslims dus ook als zodanig, wij dienen dagelijks behoefte te hebben aan elkaar. En hoe meer de ander ons terecht wijst en corrigeert, hoe belangrijker die persoon hoort te zijn in je leven.

     

    10.) De spiegel zal je alleen wijzen op datgene wat aan de buitenkant duidelijk zichtbaar is, het zal je nooit wijzen op datgene wat verborgen is. Zo zouden de moslims elkaar ook slechts op datgene wat duidelijk zichtbaar is moeten wijzen, en niet datgene wat verborgen is. Zoals bijvoorbeeld de zaken die in afwezigheid van mensen gebeuren en alleen tussen diegene en Allâh plaats vinden, en zo ook de innerlijke intenties van een mens.

     

    11.) Alleen als een spiegel schoon is kan het als een helder en duidelijk spiegelbeeld dienen, wanneer het vuil is dient het eerst schoon gemaakt te worden wil je er goed gebruik van kunnen maken. Zo zouden wij ons best moeten doen onze zielen en intenties te reinigen alvorens we als een helder en duidelijk spiegelbeeld kunnen dienen voor anderen.

     

    Er zijn meer wijsheden die we hieruit kunnen halen, maar inshâ'Allâh zal dit ons alvast iets geven om over na te denken, en zullen we hier naar streven. En zullen we ook dieper nadenken over de woorden van Allâh en de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam].

    18-04-2011 om 04:22 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Consumentisme:

    Consumentisme:

    een obstakel in de weg tot hervorming

     

    De wijze waarop wij leven nu als jeugdige generatie, zal een invloed uitoefenen op de Ummah, niet alleen vandaag maar nog belangrijker is dat onze levenswijze een invloed zal hebben op de toekomst, en wij degenen zijn die deze toekomst van de Ummah zullen vormen en beeld geven. Of we dit nu willen of niet, bewust of onbewust, positief of negatief. De invloed en het werk van de vorige generatie is al alweer ten einde gekomen. Ze zijn hier als gastarbeiders gekomen, hebben gedaan wat zij voor ogen hadden, hebben hun gezinnen opgevoed, hebben moskeeën gebouwd om het gezamenlijke gebed in te verrichten en als hoekstenen in de Islamitische gemeenschap, hebben familie leden in de landen van herkomst financieel bij gestaan, en noem maar op. Ongeacht of zij nu fouten hebben gemaakt, ongeacht of zij ons nu Islamitisch juist hebben opgevoed of niet, dit alles is voor ons nu irrelevant. Het is nu onze beurt om het werk van de vorige generatie voort te zetten, dit is een taak die nu op onze schouders rust, een verantwoordelijkheid waarvan wij niet kunnen vluchten.

     

    Statistisch gezien bestaat deze Ummah vandaag de dag voor meer dan de helft uit jeugdigen. Het is wij als jeugd die een verantwoordelijkheid dragen, de verantwoordelijkheid om deze Ummah vandaag en de komende decennia vorm te geven. Wees je bewust van deze collectieve rol en verantwoordelijkheid. Denk niet dat het de vorige generatie of de volgende generatie zal zijn die deze last voor je zal dragen. Nee.

     

    In deze verantwoordelijkheid botsen we tegen een aantal obstakels en worden we door een aantal kettingen vastgeketend, vaak zien wij dit kwaad niet eens voor wat het is. Een obstakel waar ik in het specifiek op wil wijzen is consumentisme, je kunt het ontkennen of bevestigen, maar we leven vandaag in een consumenten maatschappij. Koop jij, spendeer jij, dan voel jij je gelukkig, en heb je het gevoel dat je een onderdeel van de maatschappij maakt en ergens bij hoort. Heb jij daarentegen het geld niet om onderdeel te zijn van deze maatschappij, waarbij iedereen koopt en zo een gemeenschap van consumenten vormt, dan zul jij je buitengesloten en op den duur depressief voelen. Studies hebben dit uitgewezenen, dit zuig ik niet uit mijn duim. De mens leeft er vandaag de dag voor om te kopen, te consumeren, in de hoop gelukkiger te worden, en men moet blijven kopen en consumeren om gelukkig te blijven. En moet de nieuwste trends bij proberen te benen. Immers, anders hoor je er niet meer bij.

     

    Doe de televisie aan, sla de krant open, surf op het internet, of loop slechts op straat. Overal zul je zien dat jij benaderd word als consument, en dat er van alles aan je verkocht probeert te worden. We leven in een commerciële maatschappij, en jij bent een segment binnen een markt, binnen een doelgroep, een percentage en een getal binnen een omzet. Je kunt er niet omheen, bewust of onbewust word je door de marketing wereld geconfronteerd. Een marketing wereld die steeds agressiever word tegenover de consument. Maar ook erg subtiel en vernuft kan zijn, zonder dat je het door hebt, word je van alles aangesmeerd. Producten die een lifestyle, een trend, een karakter, een cultuur, representeren.

     

    Wij beseffen niet dat het onze eigen broeders en zusters zijn, niet ouder dan zestien jaar, die in landen als Maleisië en Bangladesh als slaven werken, en die producten produceren die wij hier voor bedragen kopen welke zij niet eens in een jaar lang werken verdienen. Hun potentie, hun leven, hun ambities, gaan verloren, ze worden uitgebuit door een kapitalistische wereld, die onze landen leegzuigt, een kapitalistische entiteit die steeds groter en sterker word, en ons vijandig is. Een kapitalistische entiteit die wij als consumenten zelf voeden.

     

    En wij beseffen ons niet dat het onze eigen broeders en zusters om ons heen zijn die opgeslokt worden in deze commerciële wereld, opgeslokt zijn in deze dunya, consumeren is hun enige doel voor ogen. Ze moeten die nieuwe schoenen hebben om erbij te horen, die nieuwe spelcomputer, die nieuwe jas, die nieuwe telefoon, en ga zo door. Ze leven in een realiteit van verlangen naar producten, en consumeren. Een realiteit waar geen plaats is voor het besef van de akhira, een realiteit waar geen plaats voor is ‘ibadah, een realiteit waar geen plaats is voor dhikr, en toenadering zoeken tot hun Schepper, een realiteit waar de dood vergeten is. Omdat al deze producten hen hiervan afleiden en weghouden.

     

    Wie zal deze Ummah doen herleven, wie zal de wonden van deze Ummah helen, wie zal deze Ummah weer doen ontwaken, als het hart van deze Ummah, de jeugd, verdwaalt is in consumentisme? Als hun enige doel voor ogen consumeren is? Consumeren om gelukkig te worden, consumeren om er bij te horen. Onze ouders kwamen naar het westen om de levensomstandigheden te verbeteren, zodat we zonder honger, en zonder gescheurde kleren en blote voeten zouden hoeven leven, en niet op jonge leeftijd zwaar uitputtend werk zouden hoeven verrichten. Maar zodat we geschoold zouden raken, zodat we eerlijk onze brood konden verdienen, gezonde gezinnen konden oprichten en deze onderhouden. Maar hadden zij hetgeen waar we nu in zijn gezonken voor ons gewild? Was dit hun doel? Verdwaalt en opgeslokt raken in het constant willen consumeren, als parasieten die de wereld uitputten? Hoe zal het dan zijn met onze kinderen? Als wij het product zijn van zulke ouders, hoe zullen onze kinderen dan zijn? Zonder twijfel zullen zij nog verder verdwalen en zinken in het consumentisme waar wij nu al in vast zitten.

     

    Dit is een obstakel, een ketting die ons in de weg staat en vastbind, waardoor wij de verantwoordelijkheid en de last die wij dienen te dragen in deze Ummah, veronachtzamen. Wie gaat deze verantwoordelijkheid voor de Ummah dragen als wij dit niet doen? Niemand. We zouden zo nog vele obstakels op kunnen noemen, en een ieder van ons dient bij zichzelf na te gaan wat hem vast ketent, en wat voor hem een obstakel is welke hij dient te overbruggen.

    17-04-2011 om 07:03 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele Islamitische zeden

    Enkele Islamitische zeden

     

    Barmhartigheid en genade

     

    Iets waar vandaag de dag vaak gebrek aan heerst is het genade hebben jegens elkaar, kortom Ar-Rahma, welke één van de Namen en Eigenschappen is van Allah [Subhanhu wa ta’ala]. En onder genade word verstaan zachtmoedigheid, barmhartigheid, vergevensgezindheid, vrijgevigheid en meer. En wie is hier een beter menselijk voorbeeld van dan de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam], die als een genade is gestuurd tot de mensheid.

     

    Abu Hurairah heeft overgeleverd dat mensen de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] vroegen een vloek af te roepen op een groep ongelovigen, maar de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Ik ben niet gestuurd om vloeken af te roepen, maar ik ben gestuurd als Genade.” [Sahih Muslim]

     

    Ik zal proberen enkele voorbeelden van genade te noemen om een beeld te geven van deze zede zodat wij deze inshaAllah kunnen toepassen. Moge Allah onze harten hiertoe verzachten.

     

    Er was een kind in Medina, Al-Umair genaamd. Hij had een kleine vogel waar hij mee speelde. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] noemde de vogel An-Nughair. Dus elke keer als de Profeet langs het kind liep, vroeg hij aan hem: “Umair, hoe gaat het met Nughair”? Op een keer trof de Profeet Umair huilend aan omdat zijn vogel was gestorven. De Profeet speelde een uur lang kinderspelletjes zoals verstoppertje met hem, alleen om hem blij te maken. De metgezellen [Radhiya Allahu ‘anhum] zagen de Profeet dit doen en waren benieuwd naar wat er gebeurde. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] antwoordde: “Nughair is gestorven dus wilde ik met Umair spelen.”

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] was een uitstekend voorbeeld van zachtaardigheid tegenover mensen, en dus ook tegenover kinderen. Hij zou zijn gebed kort maken als hij een kind hoorde huilen. Zijn kleinkinderen Hassan en Husaiyn [Radhiya Allahu ‘anhum] zaten vaak op zijn rug ruitertje te spelen, en wanneer ze dit deden tijdens het gebed van de Profeet in zijn sujuud, dan verlengde hij de sujuud net zo lang totdat zij klaar waren met het spelen op zijn rug.

     

    Hij verbood zelfs het onschuldig lijkende lokken van je kind met een leugentje. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zat een keer bij het huis van één van de metgezellen. De zoon van de Suhabi werd door zijn moeder geroepen, ze zei: “Kom, laat me je iets uit mijn hand geven.” De Profeet vroeg haar: “Wat zit er in jouw hand, wat ga je hem geven?” Zij antwoordde: “Ik heb een dadel in mijn hand en die wil ik hem geven.” De Profeet zei: “Als je niets in je hand had, dan zou het als een leugen worden opgeschreven.” Ook een kind heeft zijn rechten en mag niet op zo een wijze bedrogen worden.

     

    We weten verder hoe belangrijk het is om een wees met zachtaardigheid en genade te behandelen. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft zelfs volgens Sahl ibn Sa'ad gezegd: “Ik en degene die voor een wees zorgt en hem voorziet, zullen zoals dit in het Paradijs zijn.“ En hij zette zijn middelvinger en wijsvinger dicht bij elkaar. [Sahih Bukhari] Willen wij allen niet dicht bij de Profeet zijn in het hiernamaals? Een wees met zachtheid behandelen is hiertoe een weg, het slechts aaien over het hoofd van een wees verzacht het hart zoals de Profeet ons heeft verteld.

     

    In de volgende ahdeeth zullen we opmerken hoe belangrijk het tonen van Rahma tegenover anderen wel niet is. Het is een voorwaarde dat je genade aan andere toont om zelf aanspraak te kunnen maken op de Alomvattende Genade van Allah.

     

    Al-Aqra Ibn Habis zag een keer dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] Hassan [Radhiya Allahu ‘anhu] kuste. Hij zei: “Ik heb tien kinderen, maar ik heb nog nooit één van hen gekust.” De Boodschapper van Allah zei: “Degene die geen genade [in dit geval aan zijn kinderen] toont, word zelf geen genade getoond.”

     

    Aicha [Radhiya Allahu ‘anha] heeft overgeleverd dat een heiden naar de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] kwam en zei: “Kussen jullie de kinderen?” Hij antwoordde: “Wij doen dat niet!” De Profeet zei tegen hem: “Ik kan geen liefde in je hart werpen, nadat Allah het heeft weggenomen!” [Sahih Bukhari]

     

    Abdullah ibn Amr heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degenen die geen genade tonen aan onze jongeren en die geen respect tonen aan onze ouderen, behoren niet tot ons.” [Abu Dawud]

     

    Jabir ibn Abdullah heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Allah is niet Genadig tegen degenen die geen genade tonen aan de mensen.” [Sahih Bukhari]

     

    Abdullah ibn Amr heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] horen zeggen: “De Barmhartige is Genadig tegen degenen die genadig zijn. Als je genade toont aan degenen die op aarde zijn, zal Degene die in de hemelen is, jou Genade tonen.” [Abu Dawud]

     

    Abu Hurairah heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] horen zeggen: “Genade wordt alleen weggenomen uit de harten van de ellendelingen.” [Abu Dawud]

     

    Vaak word het Westen geschetst als een diervriendelijk volk welke de dieren hun rechten geeft, maar wat men vaak niet weet is dat de Islam hen hier ver in voor was, en wij allen een voorbeeld kunnen nemen aan wat de Islam ons leert betreffende de behandeling van dieren.

     

    Er is overgeleverd dat een man naar de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] kwam en hij had een mantel bij zich, waar hij iets in gevangen had. De man zei tegen de Profeet: “O Boodschapper van Allah, ik hoorde in de bomen het geluid van pasgeboren vogeltjes. Ik pakte ze en gooide ze in mijn mantel. Toen kwam hun moeder en draaide rondjes boven mijn hoofd. Ik liet haar die kuikentjes zien en zij dook ook in de mantel, dus nu heb ik ze allemaal gevangen genomen.” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Laat ze gaan.” Dus de man liet ze gaan, maar de moeder bleef nog steeds bij haar kuikentjes. Toen vroeg de Profeet aan zijn metgezellen: “Zijn jullie verrast over de liefde van deze moeder voor haar kuikentjes?” Ze antwoordden: “Ja, O Boodschapper van Allah.” Toen zei de Profeet: “Ik zweer bij Degene die mij met de waarheid stuurde, Allah houdt meer van Zijn dienaren dan een moeder van haar kinderen. Breng ze terug en leg ze neer waar je ze vandaan had gepakt.” [Abu Dawud]

     

    Abd Ar-Rahmaan ibn Abdullah ibn Masud zei: “Wij waren op een reis met de Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] en hij liet ons [alleen] voor een moment. Tijdens zijn afwezigheid zagen we een vogel genaamd Hoemmara met haar twee kuikens en dus namen we haar kuikens. De moeder was boven ons hoofd aan het cirkelen, en sloeg haar vleugels [tegen elkaar] uit verdriet, toen de Profeet kwam vroeg hij: “Wie heeft deze vogel verdrietig gemaakt door haar kuikens te pakken? Breng ze onmiddellijk terug naar haar!” [Saheeh Muslim & Abu Dawud]

     

    De Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] had gezegd: “Laat de vogels [kuikens] in hun nesten.’’ [Abu Dawud]

     

    Er is overgeleverd door Abu Hurairah dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Een mier had een van de Profeten van vroeger gebeten en in zijn woede beval hij dat de hele mierennest in brand gestoken moest worden. Toen openbaarde Allah aan hem: “Omdat een mier jou heeft gestoken, heb jij een hele gemeenschap vernietigd die Mij verheerlijkte.” [Sahih Muslim]

     

    Naar een overlevering van Abu Huraira heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Een man werd erg dorstig toen hij op een weg liep. Hij vond een put, klom erin, dronk en kwam eruit. Hij zag een hijgende hond aankomen, die aarde vrat van de dorst en zei: ‘Deze hond heeft net zoveel dorst als ik heb gehad.’ Hij ging de put weer in en vulde zijn schoen met water en gaf de hond te drinken tot dit zijn dorst leste. Allah prees zijn daad en heeft hem vervolgens Zijn vergeving getoond.” De Suhaba vroegen de Profeet: worden wij dan beloond voor het behandelen van dieren? Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Je wordt voor elk levend schepsel beloond.” [Saheeh Bukhari en Muslim]

     

    Abdullah Ibn Umar heeft overgeleverd: “De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Een vrouw werd bestraft omdat zij een kat had opgesloten totdat deze dood ging. De vrouw kwam in de hel terecht omdat zij de kat niet te eten en te drinken had gegeven tijdens de opsluiting en omdat zij de kat ook niet liet weggaan om zelf voor eten te zorgen.” [Saheeh Bukhari en Muslim]

     

    Wederom word het Westen geschetst als een beschaving die erg natuur bewust is en erop uit is deze te beschermen, maar laten we eens naar de houding van de Islam tegenover de natuur kijken welke al ver voor de vestiging van de Westerse democratie en haar houding tegenover de natuur is geopenbaard, 1400 jaar geleden.

     

    Abu Rafi ibn Amr Al-Ghifari zei: “Toen ik nog een kind was, gooide ik vaak stenen tegen de palm bomen van de Ansaar. Dus ik werd gepakt en ze brachten me naar de Profeet. Toen zei hij: “O kind, waarom gooi je stenen tegen de palm bomen?” Ik antwoordde: “Ik eet ze [de dadels].” De Profeet zei: “Gooi geen stenen tegen palm bomen, maar eet wat op de grond valt.” Toen aaide hij met zijn hand op mijn hoofd en zei: “O Allah, vul zijn buik.” [Abu Dawud]

     

    Zelfs in tijden van oorlog is het niet alleen verboden onschuldigen te schaden maar ook zonder reden bomen te vernietigen. Abu Bakr [Radhiya Allahu 'anhu] legde de volgende tien regels van oorlogsvoering op: “Dood geen vrouwen. Dood geen kinderen. Dood geen bejaarden. Dood geen zieken. Hak geen bomen om of verbrand ze niet, vooral als het fruit dragende bomen zijn [ook de oogst mag niet vernield worden]. Verniel geen onbewoonde plaatsen. Dood geen dieren behalve voor voedsel. Verbrand geen bijen en drijf hen niet uiteen. Steel niets van de zaken die in beslag genomen werden gedurende de strijd. En handel niet laf.” [Al-Muwatta van Imaam Maalik]

     

    In een andere overlevering in Saheeh Muslim word er o.a het verbod op het verminken van lijken aan toegevoegd, de Moslim is zelfs genadig tegenover een lijk! Laat staan een levend schepsel.

     

    Imaam Abu Hanifah hield ervan om het nachtgebed te bidden, maar zijn buurman was een dwalende jongeman die gewend was om elke avond dronken thuis te komen, zingend, hetgeen de Imaam in zijn gebed stoorde. De Imaam wist dat als hij hem zou adviseren terwijl hij in deze staat was, hij niet zou luisteren. De jongeman was gewend te zingen: “Ze hebben me in de steek gelaten, ze hebben me in de steek gelaten.” Op een nacht hoorde de Imaam zijn stem niet en dus vroeg hij naar hem. Hij werd opgepakt omdat hij dronken was. De Imaam besloot hem op te zoeken en ging naar de autoriteiten en vroeg hen: “Zouden jullie hem omwille van mij willen laten gaan?” Ze antwoordden dat hij altijd dronken was, maar de Imaam hield vol totdat ze hem lieten gaan. De Imaam liet hem achter zich op de ezel zitten en hij bleef de hele weg stil. Toen ze thuis kwamen vroeg hij hem: “Hebben we je in de steek gelaten, vriend?” Hij antwoordde: “Nee, ik zweer bij Allah dat ik nooit meer zal drinken.” Zie je het effect van genade, zachtaardigheid en vriendelijkheid is?

     

    Op een dag werd een man gebracht bij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam], om hem de straf die geldt voor het gebruik van wijn toe te passen, terwijl hij voordien al verschillende keren zweepslagen gekregen had voor hetzelfde misdrijf. Een van de metgezellen zei: “Moge Allah hem vervloeken! Hoeveel keer brengen we hem nu al hierheen voor hetzelfde misdrijf?” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Help satan niet tegen hem.” [Saheeh Bukhari en Abu Dawud]

     

    In een andere versie: “Wees geen helpers van satan tegen jullie broeder.” [Saheeh Bukhari]In een andere versie: “Vervloek hem niet, want bij Allah ik ken hem slechts als iemand die houdt van Allah en Zijn Boodschapper.” [Saheeh Bukhari]

     

    Vaak zien we dat we zondige Moslims verachten en belasteren. Dit terwijl er van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] overgeleverd is door Thirmidhi dat je jouw vijand niet excessief dient te haten, maar op een gepaste, gebalanceerde, begrensde en gematigde wijze. Omdat deze persoon op een dag wellicht je vriend zou kunnen worden. Als dit onze houding is tegenover onze vijanden, die ons bestrijden, bevechten en haten, wat zou onze houding dan moeten zijn tegenover onze zondige broeders en zusters? Als wij onze eigen broeders slechts met dezelfde rechtvaardigheid en genade zouden behandelen als de Profeet en de metgezellen hun vijanden behandelden, dan zou deze gemeenschap al een stuk vooruit komen.

     

    Lees de volgende hadeeth en wees gewaarschuwd, en pas op met het beoordelen van je zondige broeders en zusters! Er is van de Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] overgeleverd: “Er waren twee mannen onder het volk Banu Israel, die streefde voor het zelfde doel. Eén van hen beging zonden en de andere streefde ernaar om zijn best te doen in deze wereld. De man die volledig opging in aanbidding zag hem [de andere man] continu zondigen. Hij zei dan; “Zondig nou niet [blijf daar van weg].” Op een dag zag hij hem weer zondigen en zei tegen hem; “Zondig nou niet.” Hij zei dan terug; “Laat me alleen met mijn Heer. Ben jij gezonden als een bewaker over mij?” Hij zei dan; “Ik zweer bij Allah, Allah zal jou niet vergeven, en Hij zal jou het paradijs niet binnen laten gaan.” Een tijdje later toen de zielen terug werden genomen door Allah, ontmoette ze elkaar in bijzijn van hun Heer van de werelden. Allah zei tegen de man die zijn best had gedaan met aanbidding: “Had jij kennis over mij of had jij de macht over iets dat in Mijn hand is?” Hij zei tegen de man die zondigde: “Ga en treed het paradijs binnen vanwege Mijn genade.” Hij zei tegen de andere: “Neem hem mee naar het hellevuur.”Abu Hurayrah [Radhiya Allahu 'anhu] zei: “Bij degene in Wiens Hand mijn ziel is, hij zei een woord waardoor deze wereld [dunya] en het hiernamaals [akhira] van hem werden vernietigd.” [Overgeleverd door Abu Dawud]

     

    Er is overgeleverd door Abu Hurairah dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Toen Allah Zijn schepping volmaakt had, schreef Hij in een boek dat bij Hem is op de Troon; Mijn Genade overtreft mijn Woede.” [Saheeh Bukhari]

     

    Er is overgeleverd door Abu Hurairah dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Als de ongelovige wist hoeveel Genade in God's Handen is, dan zou zelfs hij de hoop niet verliezen op het intreden van het Paradijs. En als een gelovige wist, hoe streng Allah is in het Straffen, dan zou hij zich niet veilig voelen voor het Vuur.” [Sahih Bukhari]

     

    Salman heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Waarlijk, op dezelfde Dag waarop Allah de hemelen en de aarde schiep, heeft Hij 100 delen van Zijn Genade geschapen. Elke deel van Zijn Genade kan de leegte tussen de hemel en de aarde vullen. En een deel van zijn Genade zond Hij naar de aarde en daarom behandelt een moeder haar kind met liefde en barmhartigheid. Zelfs de dieren en vogels behandelen elkaar daarmee met medelijden en barmhartigheid. En op de Dag des Oordeels zal Allah gebruik maken van al Zijn Genade [i.e. tijdens het oordelen].” [Sahih Muslim]

     

    Ga na dat miljarden mensen [gelovig en ongelovig], djin en dieren nu al duizenden jaren gebruik maken van deze ene procent aan genade die op de wereld is nedergezonden, hoe groot is de genade dan wel niet van Allah op slechts die ene dag, De Dag Der Opstanding?

     

    Jandub heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Iemand zei, 'Allah zal die en die persoon nooit vergeven!' Toen zei Allah, 'Wie is hij die bepaalt wie ik wel en niet vergeef? Ik heb die en die Genade getoond en zijn zonden al vergeven.” [Sahih Muslim]

     

    Abu Musa heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Deze natie van mij zal grote Genade worden getoond. In het Hiernamaals zullen zij niet worden gestraft, maar tijdens het wereldse leven zullen zij wel worden gestraft, met beproevingen, aardbevingen en moord.” [Abu Dawud]

     

    Onbaatzuchtigheid en generositeit

    De volgende zede in de Islam die we onder de loep zullen nemen is Al-Ithaar, hetgeen overeenkomt met altruïsme, wat inhoud dat je het geluk en welzijn van anderen op de eerste plaats zet en belangrijker vind, en onbaatzuchtigheid, wat inhoud dat je niet op eigen belang gericht bent en eigen voordeel uit bent. Dit betekend dat je genietingen afstaat aan anderen, en zij ervan mogen genieten en jij ze kwijt raakt. Om niet al te lang in te gaan op de inhoud ervan, zal ik er enkele voorbeelden van geven in de hoop dat wij ook naar deze zede zullen streven. En deze zeden weer zullen doen herleven inshaAllah.

     

    Op een dag kwam er een man naar de Profeet [‘alayhi selatu wa selaam]. Hij kwam in de periode nadat de Moslims Mekka en Khaiybar hadden overwonnen, 23 jaar nadat de Boodschap tot Muhammed was gekomen. Bij deze overwinning waren heel veel rijkdommen verworven. De Profeet en zijn metgezellen leefden voor die tijd in grote armoede. De Profeet had toen zo’n honger, dat hij twee stenen om zijn buik bond, om het hongergevoel een beetje te verminderen. De Profeet kreeg na al deze overwinningen een deel van de rijkdommen en dat deel was genoeg om de ruimte tussen twee bergen te vullen. Stel je nu eens voor dat jij in grote armoede leefde en opeens net zoveel rijkdommen als de Profeet zou krijgen. Wat zou je er dan mee doen? De Profeet streefde niet voor deze wereld, maar voor het hiernamaals. De man kwam en zag al die rijkdommen. De Profeet zei toen tegen hem: “Vind je het mooi?” De man antwoordde natuurlijk met ja. De Profeet zei daarna: “Je mag het hebben.” De man geloofde hem niet en zei: “Muhammed, meen je dat nu echt?” Toen zei hij: “Ja echt waar, neem het maar mee als je wilt.” Kun je het voorstellen tot hoever Al-Ithaar kan gaan? De man haastte zich toen naar de rijkdommen. Hij nam de rijkdommen mee en ging toen terug naar zijn volk. Daar aangekomen vertelde hij zijn volk wat hem was overkomen en zei: “Word allen Moslim, want ik was net bij de beste man op aarde. Muhammed geeft geschenken weg alsof hij armoede niet vreest.”

     

    De Profeet [‘alayhi selatu wa selaam] gaf alles aan eenieder die hem ernaar vroeg. Hij zei ook dat als hij een berg aan goud had het hem zou plezieren deze binnen drie dagen te verspreiden. Een bekend voorbeeld van zijn vrijgevigheid vermeld in Saheeh Bukhari, is toen de Profeet na het beëindigen van het ‘Asr gebed haastig wegging en de Moslims achter hem in het gebed zich hierover verbaasden. Eenmaal terug verklaarde de Profeet zich en zei: “Ik herinnerde me een stukje goud dat thuis lag en ik wil niet dat het me afleidt van de aanbidding, dus heb ik het laten verspreiden [onder de mensen].” De Profeet haastte zich om weg te geven omwille van Allah, opdat het niet zou afleiden van de ‘Ibadah en het hiernamaals. Hij was het perfecte voorbeeld van onbaatzuchtigheid en altruïsme.

     

    Maar de mens kan niet alleen Al-Ithaar uitoefenen door middel van het weggeven van eigendommen, maar ook door het opofferen van je eigen lichaam en ziel voor een ander. Abu Dujanah [Radhiya Allahu ‘anhu] was hier een mooi voorbeeld van. Tijdens de slag van Badr kwamen de pijlen van alle kanten op de Profeet [‘alayhi selatu wa selaam] af. Abu Dujanah zag dit en omhelsde de Profeet om hem zo tegen de pijlen te beschermen. Abu Dujanah heeft het belang van de Profeet boven dat van zichzelf gesteld. Abu Bakr [Radhiya Allahu ‘anhu] vertelde dat de rug van Abu Dujanah op die dag te vergelijken was met de rug van een egel, door de vele pijlen die daarin zaten. Abu Dujanah was zwaar gewond maar toch bleef hij in zijn onbaatzuchtigheid volharden. Waar blijven wij met onze onbaatzuchtigheid voor de Profeet door o.a zijn Sunnah te volgen?

     

    Zo zijn er vele voorbeelden van Suhaba die hun leven opofferden voor de Profeet [‘alayhi selatu wa selaam] op het slagveld. We horen over individuen die Ithaar toepasten, maar we moeten het voorbeeld niet vergeten van de Ansaar, die als een gehele collectieve gemeenschap van een stad [Madina] uitmuntend Ithaar toepasten. Hoe zij de Muhadjireen, de metgezellen die vanuit Mekka naar Medina emigreerden, opvingen en hoe zij hun huizen en eigendommen met hen deelden was ongelofelijk. De Suhaba vertelden dat voor elke Muhadjir die naar Medina kwam, geloot moest worden, omdat iedereen hem te gast wilde nemen! Vergelijk dit eens met ons. Vandaag de dag komt het voor dat een moeder oud is geworden en verzorging nodig heeft, maar er niemand is die haar als gast wil opnemen. En dit zijn onze eigen moeders en schoonmoeders. De Ansaar daarentegen, ondanks hun armoede [en het feit dat zij vele faciliteiten en gunsten, zoals ruime woningen, niet hadden zoals wij die hebben] namen zij de Muhadjireen op. Die niet hun moeders waren noch enige andere verwanten.

     

    Bij elke emigratie in de geschiedenis is er veel bloed vergoten bij het proces, of werden deze minderheden van immigranten op zijn minst wel gekleineerd en buiten gesloten. De beste emigratie was liefdevol en zeer rijk aan onbaatzuchtigheid; de emigratie van de Muhadjireen naar Medina. De Ansari werkte het hele jaar door om uiteindelijk, als hij ging oogsten, de dadels met de Muhadjireen te delen. Hij deelde het voordat hij ermee thuis kwam, dus hij ging er niet de beste voor zichzelf tussenuit halen om de restjes aan de Muhadjir over te laten. In plaats daarvan ging hij naar de Muhadjir toe en zei: “Kies maar uit wat je wilt en ik je geef je daar een uur de tijd voor.” Hij deed dit zodat degene die mocht kiezen niet verlegen zou worden. Toen hij daarna terug kwam zag hij dat de Muhadjir de slechte dadels had uitgekozen. Daarover bleven ze dan ruziën, want een ieder van hen wilde het beste voor de ander. Dit terwijl wij nu de dag, op zijn best, datgene weggeven wat wij kunnen missen en niet meer nodig hebben.

     

    Zij deden dit zonder er wat voor terug te verwachten, behalve de tevredenheid van Allah en het paradijs. Op een gegeven moment kwam er veel geld uit Bahrein. De Profeet [‘alayhi selatu wa selaam] zei toen dat al het geld naar de Ansaar zou gaan, als dank voor wat ze gegeven en gedaan hadden. De Ansaar zeiden toen: “Boodschapper van Allah, wij nemen niets van dit geld aan totdat het tussen ons en de Muhadjireen wordt verdeeld.” En zo kunnen we doorgaan over de prachtige Ithaar van de Ansaar. Wij kunnen als Ummah weer zo een samenleving worden, en dit begint bij onze vrijgevigheid, onbaatzuchtigheid en altruïsme.

     

    Akramah Ibn Abu Djahl, was één van de vijanden van de Profeet [‘alayhi selatu wa selaam], en vocht 22 jaar lang tegen de Profeet. Na deze periode van vijandschap werd hij uiteindelijk toch Moslim. En stierf zelfs als martelaar vechtend voor de waarheid. Allah leidt werkelijk wie Hij wenst te leiden. Tijdens de slag van Jarmuk werden alle gewonden naar een bepaalde plaats gebracht totdat de strijd afgelopen was. Akramah was een van de gewonden en werd dus ook samen met alle andere gewonden naar die plek gebracht. De neef van Akramah was één van de personen die de gewonden te drinken gaf. Zijn neef vertelde dat hij op zoek naar Akramah ging. Hij zei dat hij Akramah op de grond zag liggen, kreunend van de pijn. Naast hem lagen nog tien andere Moslims. Zijn neef haastte zich toen naar hem om hem te drinken te geven, want hij was er slecht aan toe. Op het moment dat Akramah wilde gaan drinken, hoorde hij iemand zeggen dat hij dorst had. Akramah zei toen: “Nee, ik drink niet totdat mijn broeder heeft gedronken.” Zijn neef ging daarna naar de ander om hem te laten drinken. Maar die hoorde zijn buurman kreunen van de pijn en zei toen ook dat hij niet zou drinken totdat zijn broeder had gedronken. Zo ging het alsmaar verder, totdat hij bij de laatste aankwam en die zei op zijn beurt weer dat hij niet dronk voordat Akramah dronk. Zijn neef ging terug naar Akramah en zag dat hij al overleden was. Akramah paste Ithaar zelfs tijdens zijn laatste levensadem toe . Dit terwijl wij gierig zijn in het weggeven van een beetje geld..

     

    De Ithaar van AbduAllah Ibn Ummar was wonderbaarlijk. Hij vond de volgende aya uit de Quran mooi: “Jullie zullen de vroomheid niet bereiken totdat jullie van wat jullie liefhebben bijdragen geven. En wat jullie ook van iets bijdragen: voorwaar, Allah is daarover Alwetend.” [Surah Al-Imraan, aya 92] Hij gaf dingen die hij daarom zelf lief had graag weg. Op een dag kwam hij erachter dat hij erg veel van zijn kameel hield. Hij stapte van zijn kameel af en ging er midden op de weg naast staan. Er kwam toen een oude man langs en AbuAllah zei tegen hem: “Ga er maar op reiden meneer, want hij is nu van u.”

     

    AbduAllah kreeg eens een vis cadeau en hij was hier erg gek op. Zijn vrouw had de vis voor hem gebakken en bracht het naar hem toe. AbuAllah was er erg blij mee. Maar opeens klopte er een arme man op de deur, die om eten vroeg. Hij zei toen tegen zijn vrouw: “Geef hem deze vis maar.” Zijn vrouw antwoordde: “Maar we hebben thuis ook brood, graan en vlees.” AbduAllah zei: “Wat moet ik dan met het vers waarin staat dat je zaken die je lief hebt weg moet geven? Geef de man de vis.” Nadat zijn vrouw de vis aan de man had gegeven, vroeg ze of hij de vis voor één dirham aan haar wilde verkopen. De arme man ging hiermee akkoord. De vrouw van AbuAllah gaf de vis weer aan haar man. Hij was er blij mee en wilde het net gaan eten, toen de arme man weer op de deur klopte. Hij vroeg hen voor de tweede keer om hem iets mee te geven. AbduAllah zei toen: “Geef hem de vis.” Zijn vrouw zei tegen hem dat ze dat al een keer had gedaan. Hij antwoordde haar: “Allah [Suhanahu wa Ta’ala] heeft het niet één keer gezegd, maar meerdere malen.” Zijn vrouw ging hierna nog een keer met de vis naar de man en vroeg weer of ze het mocht kopen. Hij ging hier voor de tweede keer mee akkoord. Voordat hij wegging zei de vrouw van AbduAllah: “Ik smeek je om niet voor de derde keer terug te komen.” Ze nam de vis uiteindelijk mee terug en gaf deze aan AbduAllah. Niet alleen de standvastige Ithaar van AbduAllah is hier opmerkelijk, maar ook de liefdevolle en zorgzame vrouw van AbduAllah die de vis steeds terug kocht omdat ze graag zag dat haar man de vis opat omdat hij hier zo van hield. Voorbeelden voor ons allen.

     

    Zo zijn er veel voorbeelden van het onbaatzuchtige en altruïstische karakter van de Selefu Salih, waaraan wij allen een voorbeeld van zouden moeten nemen. Het karakter welke Moslims hoort te sieren. Laten we bijvoorbeeld kijken naar Aicha [Radhiya Allahu ‘anha] en haar Ithaar. Toen Umar Ibn Khattab [Radhiya Allahu ‘anhu] op zijn sterfbed lag, na de aanslag van Abu Lu’Lu [de vervloekte magiër]. En tegen zijn zoon AbduAllah zei: “AbduAllah, ga naar Aicha, Umm Al-Mumineen, en zeg tegen haar dat Omar Ibn Khattab haar toestemming wil om naast zijn twee vrienden [de Profeet en Abu bakr] in het huis van Aicha begraven te worden.” Toen Aicha dit bericht kreeg, zei ze: “Eigenlijk had ik deze plek voor mezelf vrijgehouden, maar ik zal het afstaan aan Umar.” Aicha zou eigenlijk naast haar man, de Profeet [‘alayhi selatu wa selaam], en haar vader, Abu Bakr [Radhiya Allahu ‘anhu], begraven worden, maar uit onbaatzuchtigheid heeft ze deze eervolle begrafenis afgestaan aan Umar Ibn Khattab. En ze werd zelf op een begraafplaats in Medina begraven.

     

    Een laatste voorbeeld: Tijdens de slag van Mut’a overleed Djafar Ibn Abu Talib [Radhiya Allahu ‘anhu]. Hij liet zijn vrouw en drie kleine kinderen achter, zij waren zwak en arm. De Profeet [‘alayhi selatu wa selaam] stond toen op en zei: “Wie neemt de verantwoordelijkheid van de kinderen van Djafar op zich?” De overleveraar van de hadeeth zei dat drie van de metgezellen ruzie maakten over de kinderen, eenieder wilde de kinderen verzorgen. Alle drie waren arm en ondanks dat wilden ze drie weeskinderen opvoeden. Tegenwoordig gebeurt het wel eens dat een broer overlijdt en dat zijn kinderen door niemand van de familieleden opgenomen en verzorgd worden. Hoe fantastisch zou het zijn als we terug konden gaan die samenleving van de Selef? Waarin deze kinderen opgevangen zouden worden door de Ummah. Niet alleen de gemeenschap zal zich door onbaatzuchtigheid genezen, maar ook de baraka van Allah zal vermeerderen.

     

    Trouwhartigheid en loyaliteit

    Een Moslim houd zich aan zijn woord, hetzij tegenover de Moslims of tegenover de ongelovigen. De Profeet Muhammed [SallAllahu 'alayhi wa selam] zei: “Moslims houden zich aan hun gegeven woord.” Ook zei hij [SallAllahu 'alayhi wa selam]: “Degene die zich niet aan beloften houdt, heeft geen religie.” En Allah zegt tevens in de Quran: “..en komt de belofte na. Voorwaar, over de belofte worden jullie ondervraagt.” [Surah Al-Israa, aya 34] En zo zijn er vele Ahadeeth en Ayaat die ons op het belang hiervan wijzen. De beloften en het gegeven woord niet nakomen is een teken van nifaaq [hypocrisie], zoals de Profeet ons duidelijk heeft gemaakt. Het is als Moslim niet alleen belangrijk dat we onze beloften na dienen te komen, maar het is tevens ook belangrijk dat we trouwhartig de beloften van anderen Moslims dienen te vervullen in hun plaats als zij hiertoe niet in staat zijn, zoals wanneer diegene komt te overlijden. Omdat een belofte vergelijkbaar is met een [onbetaalde] schuld, en dus door de nabestaanden [in eerste instantie] vervuld dient te worden, en in het geval van een geldschuld ook afgelost dient te worden. Zelfs de martelaar word niet van zijn schulden gevrijwaard, ondanks dat al zijn zonden worden vergeven. De Profeet heeft gezegd: “Allah vergeeft iedere zonde van de martelaar met uitzondering van hun schulden aan andere mensen.” Om deze reden ging de aanvoerder van het leger, wanneer een Islamitische leger klaar stond voor de strijd, voor het leger staan en riep: “Als iemand van jullie een schuld heeft dan moet hij teruggaan.” En dient dus eerst zijn schuld af te lossen.

     

    Het is dus belangrijk om de schulden en beloften van overledene als nabestaanden af te lossen en te vervullen. Zo ging er een man naar de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] en vroeg hem: “Geliefde Profeet, mijn zuster heeft gezworen om op bedevaart te gaan, maar ze is gestorven voordat zij haar belofte kon vervullen, wat moet ik nu doen?” De Profeet zei: “Als je zuster schulden zou hebben, zou je die dan aflossen?” De man antwoordde: “Ja.” Hierop zei de Profeet: “Los haar schuld aan Allah dan af, want de schuld aan Allah verdient het meest om te worden afgelost.” De eerste beloften en schulden die in het bijzonder dus afgelost dienen te worden zijn die aan Allah, door zijn Quran en Boodschap te volgen, wat je ook beloofd te doen door Moslim te worden. En dit is tevens ook een vorm van trouwhartigheid. De tweede die jouw trouwhartigheid verdient is aan de Profeet, dit door zijn Sunnah te volgen. Op de derde plaats komt onze trouwhartigheid naar de rest van de mensen, met name zij die ons het meest geliefde zijn, zoals onze ouders en huwelijkspartners. Er kwam eens een man naar de Profeet toe en vroeg hem: “Geliefde Profeet, mijn ouders zijn allebei overleden. Zijn er nog verplichtingen tegenover hen die ik moet vervullen?” De Profeet antwoordde: “Ja, bid voor hen en vraag Allah om vergiffenis voor hen, vervul de beloften die ze hebben gemaakt, blijf in contact met hun familieleden en respecteer hun vrienden.” De trouwhartigheid aan je vrouw is tevens ook uiterst belangrijk. De Profeet zei: “Datgene wat het meest verdient om te worden nagekomen, is dat wat je belooft tijdens je huwelijkscontract.” [Saheeh Bukhari] De Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] zei ook: “Als een man een vrouw trouwt, met als voorwaarde een bepaalde bruidsschat te betalen, en de man heeft niet de intentie aan haar rechten te voldoen, dan ontmoet hij Allah als een schuldige man.” [Overgeleverd door Tabaraani]

     

    Ik wilde met de trouwhartigheid van de Suhabi Anas Ibn Al-Nadr [Radhiya Allahu 'anhu] ten opzichte van Allah beginnen. Omwille van zijn trouwhartigheid heeft Allah de aya geopenbaard: “Er zijn mensen onder de gelovigen die trouw gebleven zijn aan het verbond dat zij met Allah hebben gesloten. Er zijn enigen onder hen die hun eed hebben gehouden, en anderen die nog wachten en geenszins veranderd zijn.” [Surah Al-Ahzaab, aya 23] Dit zou ons genoeg moeten zeggen over hem.

     

    Deze metgezel, Annas Ibn Al-Nadr [Radhiya Allahu 'anhu] kon omdat hij op reis was, niet meedoen met de strijd in Badr. Na de veldslag zei hij: “Als Allah mij toestaat om deel te nemen aan een andere strijd tegen de ongelovigen, dan zal Hij zien wat ik zal doen.” [Hij bedoelde hiermee dat hij zijn uiterste best zal doen om de Islaam te verdedigen en de ongelovigen te bevechten.] Op de dag van Uhud, toen de Moslims verzwakten en zich in de richting van Medina terugtrokken, ging Annas Ibn Al-Nadr juist de richting van de ongelovigen op. Onderweg ontmoette hij Sa'd Ibn Mu'adh [Radhiya Allahu 'anhu], die hem vroeg: “Waar ga jij heen, Annas?” Annas antwoordde: “Naar het paradijs, ik kan haar geur bij de berg Uhud ruiken.” Na afloop van de strijd werd hij bij de berg Uhud dood aangetroffen. Hij was meer dan tachtig keer gestoken. Geen van de metgezellen kon hem identificeren want zijn lichaam was zwaar verminkt. Zijn zus was de enige die hem kon identificeren, ze herkende hem aan zijn hand waaraan hij een vinger miste. Hij had voor de slag zijn vinger moeten laten amputeren.

     

    Tegenwoordig leggen velen beloften aan Allah af die zij niet nakomen. Een voorbeeld hiervan zijn mensen die zeggen: “Als ik getrouwd ben dan zal ik mijn blik neerslaan.” Of: “Wanneer de zomer komt dan zal ik beginnen met het bidden van het ochtend gebed.” Vrouwen zeggen ook wel eens: “Als ik getrouwd ben dan zal ik mijn hijaab gaan dragen.” En zo zijn er vele beloften die men zou kunnen bedenken die men tegenover Allah maakt, zonder deze na te komen. Wij allen zouden dus een voorbeeld aan Anas Ibn Al-Nadr moeten nemen die zijn belofte aan Allah tot aan de dood toe heeft vervuld, daar waar wij helaas onachtzaam zijn.

     

    Ik zal proberen nog een aantal incidenten te vermelden als voorbeelden van trouwhartigheid ten opzichte van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam]. In dit geval de trouwhartigheid van de Suhaba. De Suhaba hadden zulk een uitmuntende trouwhartigheid tegenover de Profeet, dat zij zelfs hun leven opofferden. Maar de volgende twee incidenten die ik heb geselecteerd uit de Seerah tonen ons de trouwhartigheid van de Suhabah aan ten opzichte van de Profeet op het gebied van het vervullen van de beloften en schulden na zijn overlijden. Wij hebben nu net zo de kans om onze trouwhartigheid ten opzichte van onze Profeet te vervullen, door namelijk zijn Sunnah te volgen en na te leven.

     

    Tijdens de Hidjra, werd de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] door Abu Bakr [Radhiya Allahu 'anhu] vergezeld. Tijdens deze tocht werden ze gevolgd door Suraqah, die van plan was om de Profeet te vermoorden. Toen Suraqah in de buurt van de Profeet kwam en hij hem bijna te pakken had, zei de Profeet: “O Allah, bescherm me tegen hem door de middelen die U wilt en op de manier die U wilt. U bent de Almachtige.” Op dat moment viel Suraqah van zijn paard. Dit was heel ongewoon voor Suraqah, want Suraqah was een uitmuntende ruiter en viel zelden van zijn paard. Suraqah ondernam nog een poging om de Profeet te pakken te krijgen en toen hij weer in de buurt van de Profeet kwam, zei de Profeet weer dezelfde duaa: “O Allah bescherm me tegen hem door de middelen die U wilt en op de manier die U wilt.” Op dat moment viel Suraqah weer van zijn paard. Hij deed vervolgens voor de derde keer een poging en toen de Profeet zijn duaa herhaalde, viel Suraqah weer van zijn paard af. Toen wist Suraqah dat de Profeet door een grote macht werd beschermd. Dus stond Surqah op en zei: “Muhammed, ik vraag om uw bescherming.” [Zie je nu wie om wiens bescherming vraag!] Suraqah wilde de Profeet voor een beloning van honderd kamelen vermoorden, die hij van zijn stam Quraish zou krijgen. Hij was erachter gekomen dat het voor hem onmogelijk was om de beschermde Profeet te vermoorden. Daarom vroeg hij de Profeet: “Geef mij wat geld!” Hoe antwoordde de Profeet hierop? De Profeet zei: “Ik beloof jou de ketting van Khurus [Kisra, die was destijds de keizer van Perzie] te geven.”

     

    Vele jaren na de dood van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] en van de eerste Khalif Abu Bakr [Radhiya Allahu 'anhu], werd Umar [Radhiya Allahu 'anhu] de tweede Khalif. Tijdens de heerschapij van Umar werd het Perzische leger verslagen en werden de juwelen van de Khurus overgedragen aan de moskee van de Profeet in Medina. Suraqah was toen al bekeerd tot de Islam. De trouwe Umar stond op de preekstoel van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] terwijl hij huilend zei: “Waar is Suraqah Ibn Malik? Kom hier Suraqah.” Vervolgens pakte Umar de kettingen van Khurus en gaf ze aan Suraqah, terwijl hij zei: “Dit is wat aan je is beloofd.”

     

    De Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] liep eens met Djabir Ibn AbduAllah [Radhiya Allahu 'anhu], wat een arme metgezel was. De Profeet zei tegen Djabir: “Djabir, als we de buit van Al-Bahrein in handen krijgen dan zal ik je daar een groot deel van geven, zo groot als dit en dit en dit [hiermee bedoelde hij drie handen vol].” Toen de Profeet overleed, werd Abu Bakr [Radhiya Allahu 'anhu] Khalif. Abu Bakr zei tegen de Moslims: “Als de Profeet iemand iets schuldig is, dan moet hij naar mij toekomen.” Djabir ging naar Abu Bakr en zei: “De Profeet beloofde me, dat als we de buit van Al-Bahrein zouden krijgen, ik er een grote hoeveelheid van zou krijgen, zo groot als dit en dit en dit.” Abu Bakr gaf hem toen een handvol geld. Djabir telde het geld en kwam uit op vijfhonderd dirham. Djabir stond op het punt om weg te gaan, toen Abu Bakr tegen hem zei: “Neem nog tweemaal zoveel als je de eerste keer hebt genomen.” Djabir vroeg waarom en Abu Bakr legde uit: “Omdat de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] jou een grote hoeveelheid van de buit beloofde, zo groot als dit en dit en dit. Dit bekent drie handen vol. ”

     

    De volgende gebeurtenis deed zich voor tijdens het Khalifaat van Umar [Radhiya Allahu 'anhu]. Een van de metgezellen had een vrouw met een erg luidruchtige stem. De vrouw schreeuwde zo vaak tegen haar man dat hij er op een gegeven moment genoeg van kreeg en besloot om er bij Umar over te gaan klagen. Hij ging naar het huis van Umar en toen hij op het punt stond om op de deur van Umar te kloppen, hoorde hij de stem van de vrouw van Umar. Ze verhief haar stem tegen Umar. De man zei tegen zichzelf: “Zelfs de vrouw van Umar schreeuwt tegen hem!” Dus besloot hij om terug naar huis te gaan. Op dat moment deed Umar de deur open en zag hij de man. Umar vroeg hem waarvoor hij was gekomen. De man vertelde hem het verhaal en eindigde door te zeggen: “Ik zei tegen mezelf, als de Khalif de luide stem van zijn vrouw accepteerd dan moet ik er niet over gaan klagen!” Umar Antwoordde: “Mijn vrouw heeft mijn kinderen gebaard, ze wast mijn kleding en onderhoudt mijn huis terwijl ze dit niet verplicht is te doen. Zij doet dit allemaal met geduld. Kan ik na dit alles dan niet accepteren dat ze haar stem verheft?”

     

    We weten dat voornamelijk grote delen van de Aziatische wereld bekeerd zijn tot de Islam na het aanschouwen van de trouwhartigheid en eerlijkheid van de eerste generatie Moslims in hun goederen handel met hen. Zo hebben er zich gelijksoortige incidenten van trouwhartigheid voorgedaan in de geschiedenis die grote groepen mensen hebben doen bekeren tot de Islam. Een voorbeeld hieruit was toen het Islamitische leger Homs [Syrie] had veroverd. De bewoners van Homs bleven Christelijk, zij bekeerden zich niet tot de Islaam en zij betaalden belasting aan de Moslims. De Romeinen besloten toen een groot leger te vormen om de Moslims in Homs aan te vallen. Toen Moslims hierover hoorden, besloten ze om Homs te verlaten en een groot Islamitische leger te vormen met soldaten uit verschillende Islamitische gebieden, en dan de Romeinen aan te vallen en hen te verslaan. Toen de Moslims gereed waren om Homs te verlaten, gaven zij het belastinggeld terug aan de inwoners van Homs. Toen de inwoners deze eerlijkheid aanschouwden en de trouw van de Moslims zagen, bekeerden zij zich tot de Islaam! Met als resultaat dat het Islamitische leger in Homs bleef en de inwoners van Homs het leger hielpen met het beschermen van de stad.

     

    Een bekende zin die een Moslim eens uitsprak toen hij bekeerde tot de Islam, en later in aanraking kwam met het foute gedrag van de Moslims luidt: “Elhamdulilah die mij naar de Islaam heeft geleid voordat ik Moslims ontmoette.” Onze manieren zijn erg belangrijk in het uitnodigen van de mensen tot de Islam, en onze eerlijkheid en trouwhartigheid hierin is erg belangrijk. Veel Moslims houden zich niet aan hun beloften waardoor wij velen van ons en deze religie doen afkeren. Vooral in deze tijd zijn zeden [akhlaaq] erg belangrijk voor mensen, en zien deze dan ook graag terug in een religie, willen ze hier enigszins interesse voor krijgen. Het is onze taak als Moslims deze Islamitische zeden aan hen te presenteren. Hierin hebben wij over de jaren heen erg tekort geschoten, en dienen wij dus hard aan te werken.

     

    Onder de vele overleveringen over zeden noem ik er een paar op. De Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] zei: “Je zult nooit in staat zijn de mensen met je huizen te bevangen, noch met je geld, dus bevang hen met een glimlachende gezicht en goede zeden.” [Al-'Iraqi, Takhridj Al-Ihya 62/3] Zeden zijn erg belangrijk in de Islam, de Profeet heeft ons dit duidelijk gemaakt, en zei: “Ik verzeker een verblijfplaats op het hoogste punt van de hemel voor degene met goede zeden.” [Ibn Dawud] Ook zei hij: “Niets is zwaarder op de weegschaal van een dienaar op de dag des oordeels, dan goede zeden.” [At-Tirmidhi] Ook zei hij: “De beste onder jullie zijn degene die de beste zeden en karakter hebben.” [Ahmed] En hij zei: “Degene met de beste zeden zijn degene met het volmaaktste geloof.” [Ahmed en Bukhari] Hij zei ook: “Degene die het dichtst bij mij in de hemel zijn, zijn degenen met de beste zeden.” [Ahmed] Hij zei tevens: “Hetgeen mensen naar de hemel leidt is vrees voor Allah en goede zeden.” [At-Thirmidhi] Ook zei hij: “De gelovige bereikt met zijn goede zeden het niveau van een Moslim die dag en nacht bidt en vast.” [Ibn Dawud] De Profeet was het ultieme voorbeeld van een Mu'min met achlaaq, hij zei: “Ik ben slechts gestuurd om de edelste zeden te voltooien.” [Ibn Rajab, Lata' ef Al-Maaref 305] En de Allah getuigd hier meerdere malen van in de Quran.

     

    Nu volgen er enkele voorbeelden van de trouwhartigheid van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam], en zo zijn er talloze incidenten die van zijn uiterst sterke trouwhartigheid getuigen. Laat dit dus slechts een kleine glimp zijn als voorbeeld van zijn trouwhartigheid, die geen mens heeft weten te evenaren. Al voor zijn Profeetschap had hij de bijnaam As-Sadeequ Al-Ameen gekregen van de Mekanen, wat de eerlijke, de vertouwenswaardige betekend. En hij stond hier bekend om.

     

    We weten van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] dat hij gedurende de nacht zo lang bleef bidden dat zijn voetzolen open barsten. En hij last kreeg van zijn benen. Waarop zijn vrouw Aicha [Radhiya Allahu 'anha] uit bezorgdheid aan hem vroeg waarom hij zoveel bad aangezien Allah hem reeds beloofd had al zijn zonden te vergeven, uit het verleden en alle toekomstige zonden. Waarop de trouwhartige Profeet antwoordde: “Moet ik dan geen dankbare dienaar zijn?” Vergelijk dit eens met onze zwakke trouwhartigheid tegenover Allah voor al Zijn gunsten die wij nu de dag kennen, die zij niet hadden.

     

    Het volgende incident toont ons aan hoe trouw de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] was in zijn afspraken. De metgezel AbdulAllah Ibn Abdul Khansaa [Radhiya Allahu 'anhu] heeft gezegd: “Ik legde voor de Hidjrah [migratie naar Medina] de eed van trouw af aan de Profeet, maar ik had de eed niet in zijn geheel kunnen afleggen, dus ik beloofde dat ik de volgende dag zou komen om de eed af te maken. Ik vergat dit compleet. Ik herinnerde me dit pas na drie dagen, dus ging ik naar de plaats waar we hadden afgesproken en ontmoette de Profeet die daar nog op mij wachtte! Toen hij mij zag, zei hij: “Jongeman, je hebt het moeilijk voor mij gemaakt. Ik wacht hier al drie dagen op jou.”

     

    Tevens is het belangrijk om trouw te blijven aan degene die jou gunsten heeft getoond, ook wanneer dit een vijandige kafeer is. De volgende situatie laat ons zien hoe trouw de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] was tegenover de kufaar, na tientallen jaren, zelfs op het slagveld wanneer ze beiden tegenover elkaar kwamen te staan als vijanden. Toen de Profeet namelijk nog in Mekka woonde, waar hij aan kwaad en vernederingen blootgesteld werd, was er een ongelovige man, Abdul Bukhturi Ibn Hisham genaamd. Hij was een van de leiders van Quraiysh. Deze man stond in zeer ernstige tijden aan de zijde van de Moslims en verdedigde de Moslims, ondanks het feit dat hij een ongelovige was en ook bleef. Vele jaren na dit voorval migreerde de Profeet naar Medina. Na ongeveer een periode van tien jaar, brak de dag van de slag van Badr met de ongelovige Quraiysh aan. Terwijl de Profeet Muhammed bezig was met het gereedmaken van het leger, ging hij voor het leger staan en zei luid: “Als een van jullie Abdul Bukhturi Ibn Hisham tegenkomt, dood hem dan niet want hij heeft ons tijdens die en die gebeurtenis in mekka verdedigd.” Tijdens de veldslag van Badr, zag een van de metgezellen Abdul Bukhturi Ibn Hisham. Deze metgezel vertelde: “Ik zag een andere ongelovige achter Abdul Bukhturi Ibn Hisham staan, dus liet ik Abdul Bukhturi met rust en ging met de man achter hem vechten. Dit verbaasde Abdul Bukhturi en hij vroeg aan de metgezel: “Waarom laat je mij met rust?” De metgezel antwoordde: “De Profeet beval ons om jou niet te vermoorden.” Abdul Bukhturi vroeg: “Waarom?” De metgezel antwoordde: “Omdat jij ons in Mekka hebt verdedigd.” Abdul Bukhturi zei vervolgens: “En wat gebeurt er als ik je vraag om deze man ook te sparen?” De metgezel antwoordde: “Nee, dat zal ik niet doen, de Profeet heeft ons alleen bevolen om jou te sparen. ” Toen zei Abdul Bukhturi: “Dan zal ik met jou vechten!” De metgezel antwoordde: “Dan zal ik jou ontwijken.” Abdul Bukhturi ging toen achter de metgezel aan om hem te vermoorden, terwijl de metgezel voor Abdul Bukhturi vluchtte! Zie je hoe trouw de metgezellen waren? Abdul Bukhturi bleef hem achtervolgen en dacht dat de metgezel een lafaard was. Toen Abdul Bukhturi in de buurt van de metgezel kwam en op het punt stond om hem te vermoorden, had de metgezel geen andere keus meer dan zichzelf te verdedigen. Abdul Bukhturi werd door de metgezel gedood. Na deze gebeurtenis ging de metgezel trillend naar de Profeet toe en zei tegen hem: “Geliefde Profeet, ik zweer dat ik niet plan was om Abdul Bukhturi te doden, maar hij stond op het punt mij te vermoorden dus ik had geen andere keus dan mezelf verdedigen.” De Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] antwoordde: “Het is in orde, moge Allah je vergeven.”

     

    De Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] was zo uitmuntend in zijn trouwhartigheid, dan hij niet alleen trouw was aan zijn levende vrouwen maar zelfs zijn overleden vrouw Khadija [Radhiya Allahu 'anha] trouwhartig bleef. Zelfs veertien jaar na haar overlijden. Ik heb het over de gebeurtenis op de dag van de verovering van Mekka. Op die dag had de Profeet het erg druk met mensen die hem wilden spreken. Sommige wilden de Islamitische rituelen weten, anderen vroegen de Profeet of hij Allah om vergiffenis voor hen wilde vragen en mensen van verschillende plaatsen waren gekomen om de Profeet te ontmoeten.. Gedurende deze drukke dag merkte de Profeet een oude vrouw op die hem naderde. De Profeet Muhammed liet alle mensen achter en ging naar deze dame toe, hij trok zijn mantel uit en legde het op de grond zodat de vrouw erop kon zitten. De Profeet ging naast haar zitten en bleef een heel uur met haar praten. Zijn vrouw Aicha [Radhiya Allahu 'anha] stond vanaf een afstand naar hen te kijken en toen het gesprek was afgelopen vroeg Aicha [Radhiya Allahu 'anha]: “Geliefde Profeet, wie was die vrouw?” De Profeet antwoordde: “Zij was een vriendin van Khadija. Ze bezocht ons vaak toen Khadija nog leefde.” Aicha vroeg toen: “Waar hebben jullie een heel uur lang over gesproken?” De Profeet antwoordde: “We waren herinneringen aan het ophalen over de mooie dagen met Khadija.” Dit maakte onze moeder Aicha jaloers en dus zei ze: “Denk je nog steeds aan die oude vrouw, zelfs na haar dood? En dit terwijl Allah je iemand heeft gegeven die beter is dan zij [daar bedoelde ze haarzelf mee].” Een man zou in die situatie bevestigen wat zijn vrouw zegt, om zo problemen te vermijden. Maar luister naar het antwoord van onze trouwe Profeet: “Ik zweer bij Allah dat ik geen betere vrouw dan haar heb gekregen. Zij troostte me toen de mensen hard tegen me waren en zij geloofde in mij toen er niemand in mij geloofde.”

    16-04-2011 om 05:19 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tips in de Islamitische opvoeding Deel 1

    Tips in de Islamitische opvoeding Deel 1

     

    Begin bij een gezonde thuissituatie

     

    Om het kind gezond op te voeden, is het belangrijk dat er ten eerste een gezonde huiselijke sfeer heerst waarin het kind opgroeit, hier hoort de opvoeding mee te beginnen, dit is de basis van opvoeding. Als het kind zijn ouders steeds ziet kibbelen en ruziën, dan zal dit een schadelijk effect op het kind hebben. Vooral als dit ten koste gaat van de aandacht die het kind vraagt, het kind wenst deze depressieve sfeer te ontsnappen, en kan hierdoor toevlucht zoeken in negatieve uitlating; hetzij vrienden die een slechte invloed hebben, wangedrag waarmee (negatieve) aandacht word opgeëist, of in de ergste gevallen (op een latere leeftijd) zelfs toevlucht en troost zoekt in drugs. Een groot deel van de opvoeding, zo niet het grootste deel, bestaat niet uit de les voorlezen over goed gedrag, maar zelf het voorbeeld geven van goed gedrag. Hieronder valt ook het gedrag ten opzichte van uw partner (de vader of moeder van het kind), en hier gaan vele de mist in. We zien dat papa mama voor de ogen van het kind uitscheldt en naschreeuwt, of op zijn minst tegen haar loopt te kibbelen. Of we zien hoe mama zich negatief uitlaat over papa in het bijzijn van het kind. En dit soort zaken meer. Weet dat u als ouder een enorm voorbeeld voor uw kinderen bent, ook in de omgang met uw partner. In het ergste geval word het kind zelfs (door één van de- of beide partners) gestookt en opgezet tegen zijn of haar eigen ouders. Wanneer het huwelijk uitloopt in een scheiding door al deze onderlinge onenigheden tussen de partners, dan is het einde al helemaal zoek. Stelt u zich voor wat dit met een kind doet, en wat voor schade het kan veroorzaken? Het is daarom dat de opvoeding begint bij een gezond huwelijksrelatie en thuissituatie.

     

    Wij zien dat veel van onze kinderen bijvoorbeeld heel vaak buiten te vinden zijn, en we horen helaas geregeld dat er over de overlast die zij zouden veroorzaken wordt geklaagd in de wijk. Maar indien een kind het thuis naar zijn zin heeft, en er thuis een prettige gezellige leuke sfeer heerst, dan zal een kind vaker thuis willen zijn in plaats van de straat opzoeken. Creëer die prettige sfeer dus voor uw kinderen. Hierbij is het ook belangrijk om op te merken dat kinderen vaak veel vrije tijd hebben, en een kind kan dit zelf niet indelen, als het aan een kind ligt vult hij of zij dit geheel met spelen en ontspanning in. En helaas is dit ook wat er met veel van onze kinderen gebeurt, zij hebben de vrijheid om deze vrijetijd naar wens in te vullen. Maar het is de taak van de ouders dit te reguleren, of het nu vakantieperiode is of niet. We moeten niet vergeten dat we geschapen zijn met een belangrijk doel en verantwoordelijkheid op deze wereld, en het niet passend is om onze kinderen dus ten prooi over te laten aan hun vrijetijd, welke een val tot allerlei fout gedrag en zonden is. Nee, we dienen onze kinderen te leren zuinig om te gaan met hun kostbare tijd, als het iets is waar je als Moslim gierig mee mag zijn dan is het wel vrije tijd. Laat dit dus een karaktereigenschap zijn welke onze kinderen siert, en hun kostbare tijd niet de hele dag buiten verspillen. We horen en zien soms helaas dat onze kinderen s ’avonds laat nog buiten te vinden te zijn! Dit is buitengewoon schandalig, dat van alle gemeenschappen de Moslims zulke idiote fouten maken. Regulier het gebruik van de televisie, een spelcomputer en het internet ook, en laat dit niet over aan het kind. Spreek tijdstippen af, houd het internet gedrag van het kind in de gaten, en beperk het inhoudelijk bekijken van de televisie. We kunnen onze kinderen niet over laten aan al het verderf waarmee zij vol worden gespoten en geconfronteerd.

     

    Zorg dat de slaapkamer van het kind prettig en knus is, maar vooral ook pedagogisch verantwoord is. U kunt er wel een televisie neer zetten, een spelcomputer, internet en dat soort dingen meer, om het gezellig te maken. Maar in hoeverre draagt dit bij aan de gezonde ontwikkeling van het kind? Helaas zien wij dat vele ongelovige dit beter begrijpen dan vele Moslims, en houden vele kinderen er bij hen een boekenkast op na en allerlei andere hobby’s waarin zij hun tijd kunnen steken, waar hun ouders ook niet te gierig voor zijn om in te investeren. Men hoort gierigheid tegenover zijn kinderen te schuwen. Er is van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Het is zondig genoeg dat je datgene aan levensonderhoud onthoudt voor degene die onder je hoede vallen.” [Saheeh Muslim]

     

    Hoe verwachten wij dat onze kinderen zich gaan ontwikkelen als er geen enkele boek in hun kamer te vinden is, laat staan een boekenkast? Investeer hier dus in, en nog belangrijker, wees hierin een voorbeeld! Als het kind papa en mama altijd met een opengeslagen Quran ziet, dan zullen zij ook gemakkelijker een boek openslaan. Het is algemeen bekend dat kinderen het gedrag van anderen kopiëren, en vooral dat van ouderen, en al helemaal dat van hun eigen ouders. Zorg dus naast een prettige gezellige leefomgeving en sfeer ook voor religieuze en educatieve kennis, dhikrullah en Quran in huis. Zodat uw kind hier te midden in opgroeit.

     

    Waar we vele ouders ook de mist in zien gaan is dat er geen eensgezindheid bestaat tussen beide partners, ouders dienen de handen ineen te slaan en een eenheid te vormen. Soms vraagt het kind bijvoorbeeld iets aan de vader, en hij verbiedt dit. Daarna gaat het kind het ook nog eens proberen bij de moeder, en zij staat dit vervolgens wel toe. Of andersom voor hetzelfde geld. Nee, beide ouders dienen gezamenlijk sterk te staan en één resoluut besluit te nemen. Een kind beseft het zich goed wanneer er onenigheid en verdeeldheid tussen de beide ouders heerst, en maakt hier voordelig gebruik van. De moeder dient het besluit van de vader te respecteren, en andersom. En om dit soort gemengde en tegenstrijdige boodschappen en besluiten te vermijden, is het verstandig dat beide partners eerst van te voren overleggen voordat ze tot een besluit komen. Dit hoeft niet elke keer te gebeuren wanneer het kind vraagt om buiten te mogen spelen, maar als het kind bijvoorbeeld vraagt om dit weekend bij een vriendje of vriendinnetje te mogen logeren is het wel verstandig om dit eerst te overleggen met de partner. Zo zijn er meer denkbare situaties. En als er niet van te voren overlegd wordt, kunt u aan het kind vragen of dat het ook mag van papa of mama, en of zij het al aan papa of mama hebben gevraagd, voordat uzelf toestemming geeft voor iets. En wanneer u een besluit neemt, laat je dan vooral niet overhalen door het kind, wanneer het toch door blijft zeuren. Want hiermee opent u de deuren voor ongehoorzaamheid, en zal het kind uw ouderlijke gezag en autoriteit elke keer ondermijnden. Het kind zal er dan elke keer onderuit proberen te wurmen. Het is dus niet alleen belangrijk dat u het kind geduld leert, maar het is ontzettend belangrijk dat uzelf als ouder ook geduldig blijft, want kinderen zullen u en uw ouderlijke gezag zeker meer dan vaker op de proef stellen.

     

    Geef hen de tijd en oprechte aandacht

    Het is belangrijk dat u het kind serieus neemt en het aandachtig uw luisterend oor geeft, want ondanks dat het nog maar een kind is, het blijft een mens met gevoelens en emoties. Zoals u als volwassene iets dwars kan zitten, kan een kind dit ook. Zoals u als volwassene verdrietig en terneergeslagen bent over iets, kan een kind dit ook. Zoals u met gedachten zit die u graag met andere wil delen die er oprecht naar luistert, kan een kind dit ook. En soms leer je zelfs iets van een kind, wat je van een volwassen persoon niet kunt, omdat een volwassene de wereld slechts in een begrensd kader ziet en een kind er met een ruimdenkende vrije fantasierijke blik naar kijkt. Dus de communicatie tussen u en het kind dient niet slechts te bestaan uit een monoloog van uw kant, sta ook oprecht open om het kind aan te horen. Wanneer het kind het gevoel heeft dat u er echt voor hem of haar bent en klaar staat, dan zal dit de band en het vertrouwen tussen beide ten goede komen en doen groeien, en zal het kind uw ouderlijk gezag ook accepteren en niet in twijfel trekken. Want het is overtuigd dat u werkelijk het beste wenst voor hem of haar. Vaak zien we helaas dat de informatie slechts van één kant komt; vader of moeder geven de opdrachten en instructies en daarmee is het einde verhaal, en het kind weet niks en heeft verder niets zinnigs te vertellen, wordt er gedacht.

     

    Zelfs wanneer het kind vragen stelt krijgt het vaak geen aandacht. Vele ervaren dit maar als irritante domme vragen en hebben er geen tijd of geduld voor. Maar nogmaals, geduldig blijven is essentieel in de opvoeding. Kinderen zijn ook een beproeving en vragen om geduld. Zoals Allah heeft geopenbaard aan ons: “En weet, dat uw bezittingen en uw kinderen slechts een beproeving zijn en dat voorzeker bij Allah een grote beloning is.” [Surah Al-Anfaal, aya 28]

     

    En hierbij wil ik de ouders een kleine troost bieden. Veel ouders worden helemaal gek van hun hyperactief drukke kind, en klagen hierover. Vaak word dit zelfs gezien als een kwaal waar het kind behandeld voor moet worden. Maar een kind dat veel beweegt en speelt, en weinig stil zit, zal hoogstwaarschijnlijk snel ontwikkelen en ontplooien, en opgroeien tot een intelligent persoon. Heb hier dus geduld mee, want zoals er van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] is overgeleverd: “De hyperactiviteit van een kind in zijn jeugd zal bijdrage aan een grotere mate van intelligentie in zijn volwassenheid.” [At-Tirmidhi, Saheeh geclassificeerd door As-Suyuti]

     

    En niet alleen is het belangrijk om het kind de tijd te geven voor zijn of haar zegje, schenk uw kind ook de tijd en speel met hem of haar. Raak hier niet door verveeld. Schaam jezelf hier ook niet voor, de Profeet zou in het openbaar met kinderen spelen, en zijn tong bijvoorbeeld spelend uitsteken naar zijn kleinzoon. ‘Umar ibn Khattab zou gezegd hebben: “Een man zou zoals een kind moeten zijn met zijn vrouw en kinderen, vrolijk en speels, maar wanneer hij met volwassen mannen zit, dan zou hij zich zoals hen moeten gedragen.” Spelen is vaak ook een manier van communiceren, het communicatie kanaal van een kind. En u kunt het kind zo ook spelenderwijs bijleren en opvoeden. Spelen biedt namelijk een kader waarbij u het kind binnen zijn of haar bevattingsvermogen kunt onderwijzen. En wat is nu beter, dat het kind met zijn of haar eigen leeftijdsgenoten speelt waar het kind in geringe mate wat van leert en het vooral om spelen draait, of dat het kind met een volwassen persoon speelt en hier veel van leert, en zijn of haar kennis en wijsheid hier sterk door toeneemt. U als ouder bent het beste speelmaatje van uw eigen kind, bevriend uw kind en wees niet slechts een autoritair figuur in het leven van het kind. Bovendien kunt u hier zelf ook enorm van genieten. De hechte band tussen de ouders en het kind is zo belangrijk dat de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa Selam] het verbood om tussen een vader en zijn zoon in te zitten tijdens een bijeenkomst. Hij zei: “Het is niet toegestaan voor iemand om tussen een kind en zijn vader in te zitten.” [Saheeh At-Tirmidhi, en Ibn maadjah]

     

    De vrijetijd welke u met uw kinderen spendeert, zal Allah u niet aanrekenen, en is zeker niet verspild. De Profeet was hier een perfect voorbeeld in. Hij gaf kinderen de tijd en speelde soms wel uren met hen. Zijn wij beter dan de Profeet? Is onze vrijetijd meer waard dan zijn vrijetijd? Anas ibn Malik overleverde: “De Boodschapper van Allah was gewend om zich met ons (kinderen) te mengen.” [Saheeh Bukhari, en At-Tirmidhi]

     

    Er is een bekende uitspraak van een vrome voorganger: “Speel met jullie kinderen voor zeven jaar, en onderwijs hen zeven jaar, en bevriend hen zeven jaar.” De opvoeding tot eenentwintig jaar is hiermee samengevat in één enkele zin. Bouw een spelende relatie op in de kinderjaren, en wanneer de pubertijd nadert intensiveer het onderwijs, en wanneer de adolescentie nadert wees dan een goede vriend voor hen en begin hen als een volwassene te behandelen en zien.

     

    Groet uw kinderen met de Selaam bij binnenkomst, geef ze een knuffel en toon ze genegenheid. Laat ze weten dat ze gemist en geliefd geworden. Thaabit heeft overgeleverd: “De Boodschapper van Allah was gewend om de Ansār te bezoeken, hun kinderen te groeten en over hun hoofden te aaien en smeekbeden voor hen te verrichten.” [As-Silsilah As-Saheeha, 1278]

     

    En roep uw kinderen bijvoorbeeld aan met leuke koosnaampje die het zelfvertrouwen doen opkrikken, zoals de Profeet dit ook bij kinderen deed. Deel geheimpjes met hen, en geef hen hiermee het gevoel van wederzijds vertrouwen en verantwoordelijkheid. Zo deelde de Profeet ook geheimpjes met kinderen zoals ‘Abdullah ibn Dja‘far en Anas ibn Maalik. En gaf hen de opdracht om dit niet door te vertellen. Dit versterkt de band tussen de ouders en het kind enorm, en bouwt zelfvertrouwen en ontwikkeld verantwoordelijkheidsbesef. Het kind krijgt het gevoel dat het ook serieus word genomen. Vraag bijvoorbeeld eerst ook toestemming van uw kind wanneer u iets wenst te pakken dat van hem of haar is, slechts zodat u het kind hiermee een gevoel van eigenwaarde en verantwoordelijkheid geeft, want het kind ervaart hiermee het besef van beheer over eigendommen. En krijgt het besef dat het ook rechten heeft. Zelfs de Profeet, de beste der schepsels, vroeg toestemming aan kinderen. En overleg ook met het kind en vraag naar zijn of haar mening, zodat u het kind hiermee een gevoel van verantwoordelijkheid, vertrouwdheid en volwassenheid geeft.

     

    Probeer tot het verstandelijk niveau het kind te dalen wanneer u met een kind spreekt of speelt, en houdt rekening met de leeftijd en de beperkte verstandelijke capaciteit van een kind. Overbelaad een kind ook niet met informatie, maar blijf bij de fundamentele basis. Geef het kind gradueel en mondjesmaat de juiste hoeveelheid en noodzakelijke informatie die zijn of haar verstand kan bevatten en verwerken. Zodat deze zich makkelijk in het karakter van een kind kunnen verwezenlijken, en hierdoor informatie en de (directe) uitvoer met elkaar verenigd worden. Laat de eerste woorden die uw kind uitspreken Laa ilaha illa Laah zijn, zoals dit de laatste woorden van een persoon in het sterfbed horen te zijn. Begin bij het zeggen van Bismillah voor het eten en allerlei andere handelingen. Het zeggen van Alhamdullilah na het eten en niezen. Het groeten met As-Salamu ‘alaykum. Toevlucht bij Allah zoeken tegen de shaytaan ar-radjeem. De Salawaat uit te spreken bij het horen van de Profeet. De Adhaan en Iqamah, Al-Fatiha en de kleine verzen uit de Quran. Het Arabische alfabet. En stapsgewijs verder werkt naar de pilaren van Islam, en de takken van Imaan, al-wudhu en later het gebed, enzovoorts. Lees het kind ook onderscheid te kunnen maken tussen zaken die haram en halal zijn, en geliefde of gehaat. Maar maak er geen zwart/wit Islam van door slechts zaken te verbieden of toe te staan, maak daarentegen duidelijk dat sommige dingen ook meer geliefd of niet minder goed zijn, en probeer ze vooral zoveel mogelijk uit te leggen waarom, dit is erg belangrijk. Zonder te vroeg en teveel op de meningsverschillen, de details en uitzonderingen in te gaan natuurlijk, maar houdt het bij de essentiële basis, en begin bij de prioriteiten. Creëer desnoods een curriculum waar u zich als ouder aan kunt houden.

     

    Er is overgeleverd dat ‘Utbah ibn Abi Soufyaan tegen de zedenleraar van zijn kind zei: “O ‘AbduSamad, het eerste waarmee je dient te beginnen is je eigen goede gedrag. Want hun ogen zijn gericht op uw doen en laten. Het goede bij hen is wat u als goed ervaart. Het slechte bij hen is wat u als slechts ervaart. Leer hen het boek van Allah. Wees gematigd hierin: niet teveel waardoor zij er vermoeid van raken, en niet te weinig waardoor zij het nalaten. Leer ze de beste poëzie, en van de overleveringen de meest belangrijke. Laat hen niet overstappen van de ene tak kennis naar de andere, zonder dat zij dit eerst goed onder de knie hebben gekregen. Teveel bewoordingen voor het gehoor zijn een struikelblok voor het begrip..” [Nasihat Al-Mulk, Imaam Al-Mawardi]

     

    Balanceer tussen belonen en berispen

    Wanneer het kind een goede kwaliteit of talent bezit, of een goede daad verricht, dan dient de ouder het kind te prijzen en het een geschenk te geven, het kind blij te maken en deze goede kwaliteit te prijzen in het bijzijn van andere mensen. Om het kind trots te maken, en het kind te motiveren en stimuleren deze kwaliteit verder te voeden en benutten. En als het kind een keer het tegenovergestelde vertoond, dan is het verstandig dit te negeren en het kind niet ten schande te zetten of deze fout te benadrukken, maar deze tekortkoming juist probeert te bedekken. Vooral als het kind deze fout zelf ook probeert te verbergen. Want de fout bekend maken en benadrukken, kan het kind doen wennen aan het gegeven dat dit nu bekend is bij het publiek, en zal het geleidelijk accepteren tot op het punt dat het kind er niet meer wakker van ligt dat deze fout bekend is bij het publiek. Waardoor de drempel tot het begaan van deze fout ook kleiner wordt, en terughoudendheid tot het begaan van deze fout geleidelijk verdwijnt. En geef het kind ook eerder het voordeel van de twijfel als het een fout maakt, en excuusjes geeft voor zijn of haar foute daad. Echter als het kind dit vaker herhaalt dan dient het kind in vertrouwen onder vier ogen op de fout gewezen te worden, en het kind te waarschuwen voor de kwade gevolgen ervan, zonder deze fout bekend te maken bij anderen. En straal gezag uit wanneer u het kind aanspreek op een fout die doelbewust tegen beter weten in is gemaakt. Maak hierbij wel onderscheidt tussen de fout en het kind, en vermijd uitspraken zoals “Jij bent een slecht kind” want hiermee koppelt u de fout aan het kind. In plaats daarvan kunt u zeggen: “Jij bent nu heel slecht bezig.”

     

    Maar straf een kind nooit voordat u duidelijk heeft gemaakt dat de gemaakte fout niet toegestaan is; straf het kind dus niet bij de eerste keer dat het een bepaalde fout maakt. Wanneer u het kind bij de eerste keer al straft, dan zal dit een oorzaak kunnen vormen in de stagnatie van de ontwikkeling van het kind. Omdat het kind terughoudend zal worden in het ondernemen van zaken, uit angst dat het hiervoor gestraft zal worden. Vooral wanneer het kind nog jonger is dan tien jaar, en het kind nog geen duidelijke onderscheidt tussen goed en kwaad kan maken. De grenzen zouden eerst gesteld moeten worden, voordat hier een straf op kan volgen. Dit is een basis principe in de Islam. En dit is ook hoe Allah zijn dienaren opvoed.

     

    Er is van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Gebied uw kinderen om het gebed te verrichten als zij de zevenjarige leeftijd bereiken. En geef ze billenkoek op hun tienjarige leeftijd.” [Abu Dawud, Hassan] Uit deze hadeeth leren wij dat een kind eerst opgevoed moet worden met een handeling, en nadat de nodige tijd is genomen en er de energie in is gestoken om duidelijke grenzen te stellen, het toegestaan is om het kind desnoods te straffen met een corrigerende tik, of elk ander effectief en toegestane methode. De ene methode van straffen zal beter werken bij een bepaald kind dan de andere. We zien dat de leeftijd voor een corrigerende tik op de tienjarige leeftijd is vastgesteld. En het afgeraden is om dit voor deze leeftijd te doen, omdat het kind niet zo goed verschil kan maken tussen goed en kwaad. Er moet eerst alle moeite en geduld voor worden genomen om het kind ergens mee op te voeden en te onderwijzen, en duidelijke grenzen te stellen. Hierna kan het kind er pas op gecorrigeerd worden als het de fout herhaaldelijk blijft begaan.

     

    Men zou op moeten passen het kind niet bij elke fout te moeten berispen, en een overdaad aan afkeur te tonen waardoor het kind hier op een gegeven moment aan zal wennen, en de waarde van berispingen en afkeur bij het kind verloren gaan. Deze waarschuwingen zullen hem in dat geval na verloop van tijd niets meer doen. Het is noodzakelijk dat u ontzag blijft behouden tegenover het kind wanneer u als ouder afkeur laat blijken en het kind waarschuwt. Daarom dient men zuinig en gematigd te zijn in het berispen en waarschuwen, en dit slechts in bepaalde gevallen te doen. De ouders dienen doorgaans vriendelijk en liefdevol te blijven, dit zou de basis van de relatie moeten vormen tussen ouders en kind; slechts binnen dit kader en op deze grond kunnen berispingen en waarschuwen hun beoogde effect behalen. Maar het matigen van waarschuwingen en berispen dient een weloverwogen gebalanceerde opvoedingsmethode te zijn, men moet vooral niet uit gemakzucht laks worden in waarschuwen en berispen, hiermee geeft u het kind groen licht tot buitensporig gedrag. En het is overigens belangrijk dat tegenover berispingen en waarschuwen ook beloningen en complimenten staan, deze balans is essentieel. Anders zal het kind het gevoel krijgen dat het niets goeds kan, dit zal het zelfvertrouwen en eigenwaarde van een kind enorm beschadigen.  

     

    Stimuleer fysieke en intellectuele gezondheid

    Het is belangrijk dat het kind zich fysiek en mentaal sterk dient te ontwikkelen. Dus beweging, een goed en gezond eet- en slaappatroon dienen o.a gestimuleerd te worden, en zijn noodzakelijk voor zowel de fysieke als geestelijke gezondheid van het kind. Leer het kind bijvoorbeeld om niet op zijn of haar buik te slapen, zoals de Profeet ons heeft geleerd. En een kind zou het niet later mogen dan het ‘Ishaa gebed, na dit laatste gebed zou het kind in bed moeten liggen. Maak hierbij ook gebruik van de toegestane vergemakkelijking en vrijstelling door het kind de twee avondgebeden Al-Maghreb en ‘Ishaa bij elkaar te laten voegen, zodat het kind vroeg naar bed gaat, vroeg opstaat, en geen slaap tekort komt. Leer het kind vooral vroeg opstaan, of het kind nu naar school moet of niet, dit speelt een belangrijke rol in een gezond bioritme. En de vroege ochtend is een gezegd moment, de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] zou gezegd hebben: “De vroege ochtend is gezegend voor mijn Ummah.” [Abu Dawud]

     

    Het kind dient ook niet teveel verwent en vertroeteld te worden, op de wenken gediend worden en overladen te worden met luxe. Dit is de oorzaak van vele kwalen die we vandaag zien, zoals obesitas, luiheid, verveling, en dit soort zaken meer die typerend zijn voor deze generatie. Vaak word het kind uit liefde verwend en vertroeteld, maar indien u het kind werkelijk lief hebt denkt u ook aan de toekomst en de ontwikkeling van het kind. Ook is het ongepast voor een Moslim om een kind bijvoorbeeld constant verwennen met de nieuwste speeltjes, of de duurste en mooiste kleding. Dit zal niet bijdrage aan de ontwikkeling van bescheidenheid en gematigdheid, bovendien zal het besef van gunsten en hun waarde bij een kind verloren gaan als het in overmaat wordt verwend en vertroeteld met allerlei geschenken. We zien hoe dit gebeurt bij ongelovigen, en wij zijn hun hier helaas in gaan volgen. Het kind word ook zacht en zwak door overdadige verwennerij en vertroeteling, en zal een gebrek aan geduld, discipline, vastberadenheid, opofferingen, moed en heldhaftigheid vertonen. Kortom ze zullen de moeilijkheden en obstakels van het leven niet kunnen trotseren. En niet alleen is het belangrijk om uw kinderen niet overmatig te verwennen en te vertroetelen, ook is het geadviseerd om uw kinderen niet om te laten gaan met andere kinderen die overdreven verwend worden, en luxe en weelde gewend zijn.Want zij zullen hen hiermee besmetten.

     

    Gebruik geschenken en traktaties eerder als beloningen om het goede gedrag van een kind te stimuleren. Een kind bijvoorbeeld slechts constant te eten geven wat lekker, en niet zozeer wat gezond en voedzaam is, zal op langere termijn alleen schade opleveren. Nee, leer het kind gezond en matig te eten. Op te merken is overigens dat in de ergste gevallen het kind helaas niet eens word verwend uit liefde, maar uit pure gemakzucht en tijdgebrek. Ouders hebben geen tijd om een kwalitatief gezonde maaltijd voor te bereiden dus gooien ze maar een zak friet of wat frikadellen in de frituurpan, daar hoor je het kind toch niet over klagen. Maar wie is uw energie en tijd meer waard dan uw eigen kind? Waarin kunt u uw energie en tijd beter investeren dan uw eigen kind? Leer het kind dus niet alleen gezond en gematigd eten, maar maak hier zelf ook de nodige opofferingen voor. En nog belangrijker is dat u het kind met halal voedsel opvoed. Zorg ervoor dat uw inkomen halal is, en vergiftig uw kind niet eigenhandig met haram onderhoud! Beperk dit niet slechts tot het vermijden van varkensvlees, want er komt veel meer bij kijken. Leer het kind ook dat wij van voedsel zijn voorzien door Allah zodat we hiermee de energie opbouwen om te studeren, te spelen en sporten, te aanbidden, te werken; kortom leer het kind de gunsten van Allah te zien en waarderen. En creëer een verbondenheid tussen het kind en de gunsten van Allah, zodat het besef van de Schepper die ons onderhoudt groeit bij een kind. Want we leven helaas in tijd waarin de wortel tot gunsten is afgesneden; melk komt niet meer van een koe maar uit een pak, al onze voedsel komt rechtstreeks uit de fabriek in zakken en dozen, waardoor de verbondenheid met de Razaaq voor mensen vervaagt, vooral voor kinderen natuurlijk.

     

    Ook is het belangrijk om het kind als baby te zogen met borstvoeding, tot aan zijn of haar tweede jaar, zoals Allah ons heeft geopenbaard in de Quran. Onderzoeken hebben uitgewezen dat borstvoeding erg veel voordelen heeft voor zowel het kind als de moeder. Zo schijnt het dat je zelden zwanger raakt in de zoogperiode van die twee jaar. Dus de kans word klein dat u er negen maanden later weer een kind bij hebt. Het schijnt zelfs dat het kind met borstvoeding zogen de kans op borstkanker verminderd, en allerlei medische voordelen voor zowel het kind als de moeder heeft. Kortom het is vele malen beter voor het kind dan babymelkpoeder. Wat we nu zien is dat vele ouders hun kinderen helaas babymelkpoeder geven in plaats van borstvoeding. Een vrouw zou zelfs tijdens de zwangerschap al rekening moeten houden met wat ze eet, en beseffen dat ze hier ook het kind mee voedt. We zien bijvoorbeeld hoe vele ongelovige onzorgvuldig omgaan met hun kind voordat het überhaupt geboren word, en roken sigaretten of drinken zelfs alcohol tijdens de zwangerschap. Laten we niet zulke idiote fouten maken, en vanaf het prille begin (in de baarmoeder) voedzaam gezond voedsel met het kind delen.

     

    Beweging is verder een aspect in de opvoeding welke eigenlijk voor zich spreekt, wij horen een proactieve Ummah te zijn zoals onze voorgangers dit waren, en dit begint allemaal bij het opvoeden van onze kinderen met beweging en productiviteit, zodat dit zich tot een karaktereigenschap ontwikkelt welke een kind zich eigen maakt. Hierbij kan gezocht worden naar sportieve interesses van het kind, om deze verder te stimuleren. En wees niet gierig in het investeren hierin, want sportverenigingen, sportkleding en dergelijke kosten soms inderdaad behoorlijk wat. Maar u investeert hiermee in het welzijn en de ontwikkeling van uw kind, als dit uw hard verdiende centen niet waard is, wat dan wel? Zoals overlevert; de sterke dienaar is geliefder bij Allah dan de zwakke dienaar. Omdat een sterke dienaar o.a veel meer kan betekenen voor de gemeenschap. Dus probeer als ouder zelf ook mee te bewegen met het kind, en te werken aan een goede gezondheid. Stimuleer competitie onder elkaar, door bijvoorbeeld kleine wedstrijdjes te houden tussen de kinderen, hetzij op sportief of intellectueel gebied. En de winnaar een klein presentje te schenken. Zo zette de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] kinderen naast elkaar, en zei tegen hen: “Degene die het eerst bij mij is krijgt iets.”

     

    Abu Umaamah ibn Sahl heeft overgeleverd, dat ‘Umar een brief schreef naar Abu ‘Ubaydah met de woorden: “Leer jullie kinderen zwemmen, en jullie strijders boogschieten.” [Musnad Ahmad] Zo moedigde de Profeet de sporten boogschieten, hardlopen, zwemmen en paardrijden aan. Hij leerde de Moslims hun vrije tijd hiermee te vullen, en er is van de Profeet overgeleverd: “Alles waar het gedenken van Allah aan ontbreekt is nutteloos en achteloos, behalve boogschieten, het bereiden en africhten van paarden, het flirten en vermaken van uw echtgenote, en het leren zwemmen.” [Silsilah As-Saheeha, 315] Zo zijn er meerdere overleveringen die ons wijzen op het belang van bewegen en sporten, en het feit dat dit een gezonde toegestane besteding is van uw vrijetijd. Het is overigens wel interessant om te merken dat zij te midden van een woestijngebied leefden en er geen wateren waren waarin gezwommen kon worden, en toch werd er toe gestimuleerd te zwemmen (in zwembaden). Dit onderdrukt het enorme belang van bewegen en sporten des te meer.

     

    Zorg er dus voor dat het kind niet thuis vastgekluisterd zit achter de spelcomputer, televisie, of internet, maar zorg ervoor dat het kind zijn ontspanning na schooltijd zoekt in het buiten spelen en bewegen. En spreek tijden af, maak duidelijke afspraken, er is een tijd voor spelen en ontspanning, en er is een tijd voor studeren, aanbidding en tijd doorbrengen met het gezin. Deze balans is erg belangrijk. Gebruik ontspanning ook als beloning, om hiermee de andere noodzakelijke dagbestedingen (taken en verplichtingen) te stimuleren. En naast fysieke sport en ontspanning is het ook raadzaam om denkspelletjes met het kind te spelen zoals schaken, dammen, boter kaas en eieren, en vier op een rij; welke het analyserende en oriënterend vermogen van het kind versterken. Of denk aan puzzels, zoals woordpuzzels om de woordenschat te vergroten. Stimuleer het organisatorisch vermogen ook van het kind, laat het kind u bijvoorbeeld helpen met het ordenen van de klerenkast, door de sokken bij de sokken, de broeken bij de broeken, en de truien bij de truien te leggen. Bedenk zulke kleine leerprocessen die u kunt gebruiken bij de opvoeding van het kind.

     

    Stimuleer mentale en psychologische gezondheid

    Naast het kind fysiek en intellectueel gezond opvoeden is het ook van groot belang om het kind psychologisch gezond op te voeden, en het kind naast fysiek en intellectueel ook mentaal en psychologisch sterk in zijn of haar schoenen staat. Anders zal het kind ten prooi vallen voor minderwaardigheidscomplexen, schichtigheid, angst, jaloezie, woede, enzovoorts. Vooral gezien we als Moslims in een vijandig milieu leven waarbij we psychologisch worden aangevallen, en ons allerlei minderwaardigheidscomplexen en schuldgevoelens worden aangesmeerd. We dienen onze kinderen hiertegen te beschermen, en hen trots te maken op wie ze zijn; trots op hun religie, trots op hun relatie met Allah, trots op hun achtergrond, trots op hun geschiedenis, enzovoorts. Laat u kinderen weten dat zij iets hebben wat vele andere niet hebben, en dat zij dit enorm dienen te koesteren: Al-Imaan, en de leiding van Allah. Iets waarop andere jaloers zijn, en van hen af willen pakken. Maar vaak smeren we deze minderwaardigheidscomplexen onze kinderen helaas zelf aan, en beschimpen hun bij de geringste fout. Vertel een kind vaak genoeg dat het slecht is, en het zal hierin gaan geloven, en hier zelfs naar handelen. Dit is waar het vaak mis gaat bij velen. In de ergste gevallen word het kind beschimpt vanwege gebreken waaraan het niet zoveel tot niets kan doen, het kind is bijvoorbeeld traag en sloom, en word hier telkens hard mee geconfronteerd.

     

    Schichtigheid vinden wij van nature bij veel kinderen, en de beste manier om dit te behandelen is het kind te laten wennen aan mensen. Neem het kind mee naar de Moskee, vooral op vrijdag, en bijeenkomsten van dhikr. Ga op bezoek naar familieleden met het kind, vooral naar speciale feestelijke gelegenheden zoals trouwfeesten, en maak het kind bekend met mensen om hem of haar heen. Het is ook belangrijk het kind te leren voor zijn of haar rechten op te komen, en deze niet alsmaar te laten varen wanneer deze geschonden worden. Leer het kind te vechten voor zijn rechten, want niemand zal deze je zomaar toereiken indien jij deze als persoon zelf niet toe-eigent. Vooral in deze maatschappij. Leer het kind niet te schamen voor de waarheid, en niet terughoudend te zijn, maar zich erover uit dient te spreken. Zonder hierbij uiteraard respectloos te zijn tegenover anderen, vooral ouderen. Dit hoort binnen het kader van respect geplaatst te worden en met wijsheid gepaard te gaan. Helaas zien wij twee extremen: het kind is te schichtig om voor de waarheid en zijn of haar rechten op te komen, of doet dit op een brutale onbeschofte manier. Dus hierin moet een balans bestaan.

     

    Wanneer u het kind schichtigheid wenst af te leren, is het ook belangrijk om het kind hierbij niet onder druk te zetten, want dat zal alleen maar averechts werken. Heb geduld en geef het kind de ruimte en tijd om dit te ontwikkelen, als het kind hier traagheid in vertoond. Want zoals gezegd, vele kinderen hebben dit van nature, en dus kan het niet zomaar van de ene op de andere dag verdwijnen. Probeer deze schichtigheid naar een gezonde schaamte te kanaliseren. Veel ouders verwarren schichtigheid met schaamte, het laatstgenoemde is prijzenswaardig, het eerste niet. Dus probeer dit om te laten schakelen tot schaamte. Schaamte hoort een kind, en een volwassene, te sieren bij het plegen van zonde en het vertonen van fout gedrag, en niet bij het opstaan voor de waarheid en zijn of haar rechten. Schichtigheid ligt ook in het verleng van een minderwaardigheidscomplex, dus kijk niet verbaasd op als het kind schichtigheid vertoond nadat u het kind als ouder de grond in boort en loopt te beschimpen.

     

    En één van de oorzaken voor een minderwaardigheidscomplex en jaloezie is de ongelijke behandeling tussen kinderen. Trek het ene kind niet voor het andere, toon niet meer genegenheid voor het ene kind dan het andere, en schenk het ene kind niet meer (giften, energie, tijd en aandacht) dan het andere. Hier heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] ons voor gewaarschuwd. Het kan voorkomen dat een kind uw hart meer heeft veroverd dan een ander kind, omdat het bijvoorbeeld uw eerste kind is geweest. Maar bedenkt u zich eens wat voor schade dit het benadeelde kind aanricht, als een ander kind meer aandacht en liefde krijgt? Dit kan onbewust gebeuren, en men dient hiervoor op de hoede te zijn. Als zij deze aandacht niet bij hun ouders vinden dan zullen zij dit ergens anders zoeken. Als zij deze rechtvaardigheid niet bij hun ouders vinden dan zullen zij dit ergens anders zoeken. En anderen hebben helaas niet altijd het beste voor met uw kinderen, en vormen vaker een slechte invloed dan een goede. Een andere fout die de ouders kunnen maken is andere kinderen boven hun prijzen, hetzij kinderen binnen hetzelfde gezin of uit de buiten omgeving. Uitspraken zoals “Kijk naar jouw broertje hoe slim hij is en hoe goed hij het doet op school, waarom kun jij niet zoals je broertje jouw best doen!?” zijn een grote oorzaak voor zowel jaloezie als een gebrek aan zelfvertrouwen. Pas hiermee op, veel ouders maken deze fout.

     

    En wanneer uw kinderen een keer ruzie hebben pas er dan mee op dat u niet partijdig bent, wees onpartijdig en neutraal en oordeel in eerlijkheid en rechtvaardigheid tussen, dit is van uiterste noodzaak. Discrimineer ook niet tussen uw kinderen door de jongen of het meisje voor te trekken. De Profeet zou zelfs opstaan voor zijn eigen dochter Fatima, en haar op zijn plek laten zitten. Kijk wat voor een enorme liefde en respect hij toonde tegenover zijn dochter. En men moet erbij stil staan dat wanneer een dochter niet de nodige emotionele aandacht zal krijgen van haar ouders, voornamelijk haar vader, het vaak voorkomt dat zij dit later zal gaan zoeken bij de aandacht van jongens. Een man zat een keer bij de de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] en er kwam een zoontje van hem binnen lopen. De man kuste en omhelsde zijn zoon en liet hem op zijn schoot zitten. Daarna kwam er een dochtertje van hem naar binnen en hij liet haar voor hem zitten, en niet op zijn schoot. De Profeet merkte dit op en zei tegen hem: “Zou je hen niet gelijkwaardig behandelen?!” [Al-Haytami, in Madjma' Az-Zawaaid 8/156]

    Zie verder deel 2

    15-04-2011 om 06:40 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tips in de Islamitische opvoeding deel 2

    Vervolg ; Tips in de Islamitische opvoeding deel 2

    Een gevaar waar overigens gewaarschuwd voor moeten worden, is dat er op gepast moet worden met het jaloers maken van het kind wanneer er een pasgeboren baby bij komt. Hier zou maanden voor de geboorte al rekening mee gehouden moeten worden; wanneer de baby kamer ingericht word en dergelijke. Sluit het oudere kind dus niet uit, schenk uw volledige aandacht niet slechts aan de nieuwgeboren baby. Betrek het oudere kind ook bij de nieuwgeboren baby, en laat hem of haar meehelpen in het douchen van de baby, het aan en uit kleden en het voeden. En dit zal het gevoel van verantwoordelijkheid van het kind ook vergroten. Creëer een band tussen de twee en laat het kind ook (onder begeleiding) met de nieuwgeboren baby spelen. Doe er alles aan om jaloezie te voorkomen bij het kind. 

     

    Angst is een andere kwaal die veel kinderen teistert. Op een dag liep de Khalifa ‘Umar ibn Khattab over straat en de kinderen rende uit angst allemaal weg, behalve ‘Abdullah ibn Zubaiyr. ‘Umar vroeg waarom hij niet wegrende zoals de andere kinderen, hij antwoordde: “Ik heb niets verkeerds gedaan waardoor ik zou moeten weg vluchten..” Dit is het voorbeeld van de Moslim kinderen die ons voor zijn gegaan, het is begrijpelijk dat ‘Abdullah ibn Zubaiyr later opgroeide tot één van de helden van deze Ummah. Leer onze kinderen dat wanneer er geen reden is voor angst, je ook niet bang hoeft te zijn. Angst moet rationeel en functioneel zijn, het moet kinderen weerhouden van fout gedrag en zonden, het moet geen teisterende psychologische kwaal zijn waaraan een kind leidt.

     

    Vaak zien we ouders het kind bang maken voor bepaalde gevaren buiten, hetzij fictief of reëel, zodat het kind lekker knus thuis blijft zitten en niet naar buiten of ver van huis durft te gaan, wat de ouders kopzorgen bespaard. Maar dit is uiteraard verre van pedagogisch noch Islamitisch verantwoord. Het angst welke een kind aan geleerd hoort te worden, is angst voor de kwade gevolgen van fout gedrag, en de bestraffing die daarop volgt. Één van de redenen waarom kinderen vaak kampen met irrationele angsten, is omdat zij in isolatie opgroeien, en hun fantasie en verbeeldingen op hol slaan. Zelfs een volwassen persoon kan allerlei psychologische kwalen ondervinden vanwege isolatie, dus hoe zou dit zitten met een kind? Leer het kind te mengen onder de mensen, en sluit het niet eenzaam in huis op. Dit voelt misschien veilig voor de ouders, maar dit is uitermate ongezond voor het kind. Het kind dient een productieve deelnemer en burger binnen de gemeenschap te zijn, dus stimuleer het kind in het maken van vriendjes en vriendinnetjes, en het buiten spelen. Wees niet overdadig beschermend en vertrouw op Allah en Zijn bescherming.

     

     

    Het is ten alle tijde belangrijk om op zoek te gaan naar de achterliggende reden van de psychologische kwaal waarmee het kind te kampen heeft, hetzij het gevoel van minderwaardigheid, schichtigheid, jaloezie, angst of woede. Zoek naar de oorzaken en probeer deze te behandelen. Maar het beste is deze uiteraard in de eerste plaatst te voorkomen. En het kind psychologisch gezond op te voeden. Elk kind is verschillend, en bij elk kind zult u andere knoppen in moeten drukken om de gewenste reactie te krijgen, en hierin kunnen we slechts algemene princiepen, kernbegrippen en richtlijnen geven die hierbij kunnen helpen. Maar men moet zelf naar effectieve methoden zoeken die hierbij gebruikt en ingezet kunnen worden. Het is ook niet teveel gevraagd om als ouder wat tijd te investeren in het bestuderen van pedagogische boeken die u meehelpen in de opvoeding, maak deze simpele kleine opoffering voor het welzijn van uw kind. Dit is het toch wel de minste inzet en opoffering welke we van de ouders kunnen verwachten in de opvoeding?

     

    Geef princiepen en moralen mee

    Een kind moet van huis uit ook moralen mee krijgen, keur het kind bijvoorbeeld af om op te scheppen over bezittingen, en leer het kind met andere om te gaan in bescheidenheid, respect, eer, nobelheid, en beschaafde gesprekken te voeren. Leer het kind arrogantie en hoogmoed te schuwen. Leer het kind de hand uit te steken naar anderen, en hen te helpen met hun problemen. Leer het kind om op te staan tegen onrecht, en iemand die gepest word bij te staan en te helpen. Keur het kind af om iets van andere af te pakken of te bedelen, en leer het kind dat eer in het geven ligt en vernedering in het aannemen. Leer het kind dat de eigenschap van bedelen, aannemen en vragen aan honden toe behoren, die wacht op een stuk bot dat hem toegegooid word. Leer het kind nationalisme en racisme te schuwen, zonder zijn of haar eigen cultuur te hoeven verloochenen. Leer het kind gretigheid, gierigheid, en liefde voor weelde te schuwen, zoals u het leert slangen en schorpioenen te schuwen. Want gretigheid, gierigheid, en liefde voor weelde zijn schadelijker voor een kind dan het gif van een slang of schorpioen.

     

    Het kind dient goed te beseffen dat deze wereld slechts een tijdelijke verblijfplaats is, en het Paradijs onze uiteindelijke verblijfplaats zal zijn, en we hiernaar dienen te streven en hiervoor dienen te werken op deze wereld. Het is belangrijk dat het kind discipline leert, want zonder discipline zal het niet kunnen werken voor dit Paradijs. Het dagelijks op tijd verrichten van de gebeden is namelijk een zaak die om discipline vraagt. Het vasten vraagt om discipline. Dhikrullah vraagt om discipline, enzovoorts. Dhikrullah is overigens de makkelijkste aanbidding die een kind vanaf het moment dat het kan praten al meegegeven kan worden. Schema en structuur in het leven van een kind dragen enorm bij aan discipline, zoals vaste tijdstippen voor opstaan en slapen gaan, ontbijten, lunchen en avondeten, enzovoorts. Het is hierbij onder andere belangrijk om het kind te leren zijn of haar eigen rotzooi op te ruimen, en mee te helpen in het huishouden. Leer het kind het bed op te maken na het opstaan, en zijn of haar kleren in de wasmand te verzamelen, meehelpen met het dekken en afruimen van de tafel, enzovoorts. Wat wij helaas vaak in vele Islamitische gezinnen zien is dat al het rotzooi achter het kind opgeruimd word door mama. Nee, een kind dient verantwoordelijkheid en discipline te leren door dit zelf te doen.  

     

    Leer het kind reinheid, hygiëne, schoonheid, en zuinig om te gaan met water en laat dit een onderdeel worden van het karakter. Reinheid is een onderdeel van het geloof zoals de Profeet ons duidelijk heeft gemaakt. En leer het kind de tanden goed te verzorgen, zoals de Profeet ons dit onderwees. Leer het kind de juiste omgang tijdens een bijeenkomst, en de juiste tafelmanieren. Leer het kind beleefdheid, welbespraaktheid en welgemanierdheid; niet uit de neus te peuteren, wijdmonds te gapen, buiten te spugen, op de handpalmen te leunen, iemand de rug toekeren in een gesprek, slechte en scheld woorden te gebruiken, te zweren, luidkeels te schreeuwen, leer het kind aandachtig te luisteren in plaats van overmatig te spreken, zodat het wijzer wordt van anderen. Leer het kind toestemming te vragen voor zaken, en op de deur te kloppen voordat het de slaapkamer van zijn ouders binnen wil treden bijvoorbeeld. En belangrijk is het kind leren niet om te gaan met mensen die slechte eigenschappen bezitten, zodat het kind niet door hun beïnvloed wordt. Het kind beschermen tegen slechte invloeden is de kern van opvoeding.

     

    De Khalifah ‘AbulMaalik ibn Marwaan zei tegen de opvoeder van zijn kind: “Onderwijs hem het zeggen van de waarheid zoals je hem de Quran onderwijst. Verbied hem de omgang met laaghartige mensen, dat zijn de mensen zonder vroomheid en met slechte manieren. Vermijd de bedienden voor hem, want het bederft hem (hij zal zelf niks ondernemen en afhankelijk van ze worden). Laat hem vlees eten, daar wordt hij sterk van. Leer hem Arabische poëzie, dit zal hem verheffen in elegantie. Draag hem op de siwaak (tandenborstel) te gebruiken, en water in gemanierde slokjes te drinken. Wanneer je hem wil bijleren en corrigeren op fouten, doe dit dan discreet en niet in de aanwezigheid van anderen. Niemand van de roddelaars mag hiervan weten, waardoor hij verlaagd word bij andere mensen.” [At-Tarbiyah Al-Islamiyah, Al-Ibrashi]

     

    En leer het kind geduldig te zijn, wanneer het bijvoorbeeld een keer straf krijgt van de leraar hoort het kind dit te accepteren. dit geduldig te doorstaan en hier niet schreeuwend en huilend tegen in te gaan. Leer het kind dat geduld het karakter is van helden en nobele, en geschreeuw en gehuil het karakter is van lafaards. Het kind dient geleerd te worden ouders en docenten te gehoorzamen, en ouderen te respecteren of dit nu een bekende is of niet. Als een oudere spreekt er niet doorheen hoort te praten, op te staan voor een oudere en indien nodig plaats vrij maakt, en vriendelijk, behulpzaam en eerbiedig te zijn tegenover hen. En het tonen van respect en eerbied tegenover ouderen, is verbonden met het tonen van genade en zachtheid tegenover kinderen, dit zijn twee kanten van dezelfde munt. Dit is een tweerichtingsverkeer. Zonder het ene, zal het andere ook ontbreken. Abdullah ibn Amr heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degenen die geen genade tonen aan onze jongeren en die geen respect tonen aan onze ouderen, behoren niet tot ons.” [Abu Dawud]

     

    De ouders moeten het beste met hun kinderen voor hebben, en de kinderen moeten het beste met hun ouders voorhebben. Er is van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “De ouder dient niet de reden te vormen voor de bestraffing van het kind (door een slechte opvoeding), en het kind dient niet de reden te vormen voor de bestraffing van zijn ouders (die mede-verantwoordelijk is).” [Saheeh Ibn Maadjah]

     

    Stimuleer het kind om vragen te antwoorden tijdens de les op school, en niet slechts passief af te wachten totdat iemand anders het antwoord geeft. Zo zou ‘Umar ibn Khattab ook een vraag stellen over de Islam, en de kinderen aanmoedigen om te antwoorden. En zoals de educatie van een kind op het seculiere onderwijs wordt gestimuleerd en hier grote belang aan word gehecht, dienen de ouders dit net zo te doen als het gaat om religieuze kennis, welke het kind op hoort te doen. Ouders zouden een groot belang moeten hechten aan het leren van de Arabische taal, het memoriseren en begrijpen van de Quran, en een algemeen goed begrip van de Islam. Dit moet eigenlijk nog intensiever gestimuleerd worden dan het seculiere onderwijs, maar als de Moslim ouders dit slechts maar voor de helft zouden stimuleren dan waren we al een heel eind op weg. Het probleem is nu dat onderwijs op de seculiere school alle voorrang geniet, en religieus onderwijs het geringste aandacht niet krijgt. Helaas hebben de Moslim ouders zich veelal nog steeds niet voldoende ingezet en georganiseerd voor een goede kwalitatieve voorziening van religieus onderwijs voor onze kinderen. En zijn we onze kinderen hierin hard tekort geschoten. Ik vraag mij af waar wij nog op wachten, het is nu al ruim vijftig jaar sinds we hier als gastarbeiders in Nederland zijn komen leven, het is niet alsof we een tekort hebben gehad aan tijd. Dit moeten we dus hoognodig veranderen.

     

    Het is ook belangrijk om een goede school voor het kind uit te zoeken, en het kind niet op de eerste beste school die dicht bij huis ligt in te schrijven. Men zou op zoek moeten gaan naar hoogwaardig educatieve kwaliteit voor het kind, en tegenwoordig lijkt dit erg zeldzaam en moeilijk te vinden, dus dit vraagt enige inspanning en opofferingen van de ouders. Vertrouw uw kind niet toe aan een school die het kind eerder zullen bederven dan opvoeden en onderwijzen. Al-Mawardi heeft gezegd: “Het is verplicht om alle inspanning te verrichten bij het zoeken naar een juiste leraar en opvoeder. Nog meer dan het zoeken naar een goede (zoog)moeder voor het kind.” [Nasihat Al-Mulk]

     

    En geef ze de juiste Islamitisch verantwoorde seksuele voorlichting mee, wanneer de pubertijd van een kind nadert. En laat dit niet slechts over aan het seculiere onderwijs die het kind wijs maken dat seks met Jan en alleman acceptabel is, zolang het maar "veilig" gebeurt. Nee, leer uw kinderen kuisheid, het neerslaan van de blikken, en onderwijs hen over het belang van een huwelijk. Maar een kind dat volwassen begint te worden dient ook te weten wat het moet doen na haar eerste menstruatiebloed, en na haar of zijn eerste natte droom bijvoorbeeld. Hierbij is het raadzaam dat de moeder haar dochter hierin onderwijst, en de vader zijn zoon. Er is geen schaamte als het op de waarheid aankomt. Zo vroeg Um Salamah: “Oh boodschapper van Allah, Allah schaamt zich niet voor de waarheid, is de vrouw verplicht om de grote wassing te verrichten wanneer zij een natte droom heeft gehad?” De Profeet antwoordde: “Ja, als ze vocht heeft gezien.” [Saheeh Bukhari en Muslim]

     

    Stimuleer verheven ambities

    Leer het kind hoge verheven ambities te hebben, en laksheid en passiviteit te schuwen. Leer het kind proactief in plaats van reactief te zijn. En wanneer we het over ambities hebben moeten we niet alleen aan wereldse doelen denken, vaak zien we dat ouders niet verder gaan dan het wijzen op een goede carrière. Nee, leer het kind een verbondenheid met de gemeenschap te ontwikkelen, en er zorg voor te willen dragen, en hier een actieve rol in te hebben. Onderwijs ze in de kwaliteiten die hierbij van nut zijn, en de jongens hebben andere kwaliteiten die ze in kunnen zetten dan de meisjes. Maar het is vooral belangrijk dat ze ook in een atmosfeer opgroeien waarbij ze dit proeven. Als ze papa altijd een handje uit zien steken in de moskee dan zullen hier een goed voorbeeld in hebben, als ze mama altijd een handje uit zien steken naar de buurvrouw idem dito, enzovoorts. Het is belangrijk dat deze atmosfeer aanwezig is in het huishouden waarin een kind opgroeit. Leer het kind dat er minder begunstigde leven op de wereld, behoeftige mensen die hulp van anderen nodig hebben, en dat het kind hier een rol in kan spelen. U hoeft het kind niet te confronteren met al het leed van de Ummah, maar begin klein en dicht bij huis, zodat dit zal groeien tot een karaktereigenschap waar de gemeenschap groot voordeel uit kan halen. Wij wensen allemaal dat de gemeenschap geneest en beter word, maar welke ouders voeden hun kinderen op de doctoren die deze gemeenschap zullen helen? En neem zelf als ouder vooral ook een actieve rol in de gemeenschap, hetzij op school, de sportvereniging, de moskee, de wijk, noem maar op. Een kind moet in dit milieu van betrokkenheid opgroeien als u wenst dat uw kind later ook een actieve positieve rol in de gemeenschap zal innemen.

     

    Hedendaagse helden zoals Salahdin Al-Ayubi, Tarik ibn Ziyad, Sultan Muhammad Al-Fatih, Sayfudin Qotuz, Umar Al-Mokhtar, Abdelkarim Al-Khattabi, Shaykh Ahmad Yasin, en hun soortgelijke. Deze mensen zijn ooit allemaal als kind opgegroeid in de schoot van hun moeder. Indien hun moeders hen slechts zou bezigen met eten, drinken en spelen, dan zouden ze niet op zijn gegroeid tot de figuren die zulke enorme verantwoordelijkheden droegen. Een moeder heeft een zeer belangrijke rol in het opvoeden van mannen en vrouwen waaraan deze gemeenschap wat heeft. Wensen wij deze gemeenschap werkelijk te beteren, en wensen wij deze verheven rollen voor onze kinderen? Dat is de vraag. De praktijk wijst helaas uit dat wij vaak slechts om veiligheid, comfort, rijkdom en genot geven. Dus helaas moeten we eerst beginnen bij de hervorming van de ouders, voordat we kunnen overgaan tot de opvoeding van hun kinderen. Maar u bent die ene persoon die hier een verandering in kan brengen als trotse papa of mama.

     

    En leer hen dat zij als klein kind op een jonge leeftijd ook een verheven status kunnen verkrijgen, en hier naartoe dienen te werken. We zien in de Islamitische geschiedenis vele jeugdigen die op jonge leeftijd een grote rol hebben gehad, zoals ‘Abdullah ibn ‘Abbas, Zayd ibn Haaritha, ‘Abdullah ibn ‘Umar, Anas ibn Malik, ‘Abdullah ibn Zubaiyr, Usama ibn Zayd, ‘Ali ibn Abi Taleb en zijn kinderen Hassan en Al-Hussein, enzovoorts. Sterker nog, het is in eerste plaats de jeugd geweest die de Profeet bijstond en ondersteunde, terwijl de ouderen hem de rug toekeerde en zijn Boodschap verwierpen. De jeugd is de motor van deze Ummah. In de Islam wordt ons geleerd mensen niet te meten naar hun leeftijd, ras of achtergrond. Leeftijd is slechts een getal, wij horen mensen te meten volgens hun deugd. Het kan zijn dat een jonger persoon meer deugd heeft dan een ouder persoon. Zo heeft Abu Hurayrah van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] overlevert: “Wanneer jullie op reis zijn, dan dient degene die het meest weet van de Quran de voorganger te zijn (Imaam in het gebed), zelfs al is het de jongste van jullie. En als hij als voorganger optreedt, dan is hij ook de leider van de reis.” [Verzameld door Al-Bazzaar met een acceptabele keten]

     

    Stimuleer interesses, aanleg en productiviteit

    Niet alleen is het noodzakelijk dat de ouders activiteiten, hobby’s en beweging en verheven ambities stimuleren. Maar wanneer de ouders merken dat het kind een grote belangstelling toont voor een bepaalde kunde, of een aanleg, kwaliteit en talent heeft, dan dienen de ouders hem hier sturing en ondersteuning in te bieden. Geef het kind richtlijnen voor hetgeen u in hem of haar ziet, en vergemakkelijk de weg hiertoe. Het is niet verstandig om het kind een bepaalde richting op te dwingen, om het kind een kunde te laten volgen waar het helemaal geen interesse in toont, geen belangstelling of aanleg in heeft, noch op voorbereid is of enige voorkennis van heeft. Dit zal het kind frustreren en hiermee verbied u het kind de kunde te volgen waar het wel aanleg voor heeft en wel erg enthousiast over is.

     

    Ibn Qayyim heeft gezegd: “Waar de opvoeder rekening mee dient te houden en zich op moet focussen tijdens het opvoeden van een kind, is dat hij dient te kijken waar het kind aanleg voor heeft. De opvoeder weet dan als eerst waar het een ingeboren aanleg voor heeft. Hij dient het kind dan niet te dwingen een andere kundigheid te leren. Dit betreft natuurlijk kundigheden die toelaatbaar zijn in de Islamitische wetgeving. Want als het kind gedwongen wordt om een kunde te volgen waar hij geen ingeboren aanleg voor heeft, dan zal hij hier nooit of op zijn minst moeizaam voor slagen. En daarmee gaat hetgeen waar hij aanleg voor heeft aan zijn neus voorbij.”

     

    En houdt er rekening mee dat het karakter en de interesses van uw kind enorm kunnen verschillen met die van u als ouder van het kind, laat dit geen oorzaak zijn tot een kloof tussen u en het kind. Slechts het feit dat het uw kind is betekend niet dat het een kloon of fotokopie van u als ouder is of moet zijn. Dus neem in rekening dat het kind een andere aanleg en interesse voor een vakgebied of wetenschap kan hebben dan u, en dwing het niet uw eigen interesses op, en streven en dromen na te volgen. We hebben niets aan mensen die later een beroep vervullen waar ze geen affiniteit mee hebben, of zelfs haten. Zou u bijvoorbeeld naar een tandarts willen gaan die niets geeft om zijn beroep, of dit beroep misschien zelfs haat? Niemand zou behandeld willen worden door zo een tandarts.

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] spoorde aan tot arbeid en economische onafhankelijkheid; hij weerhield de Moslims van afhankelijk, werkloosheid en luidheid. En bedelen word verafschuwd. De Profeet was gedreven in het bouwen van maatschappelijke en economische knowhow bij jong en oud, waarmee zij onafhankelijk een actieve rol in de maatschappij kunnen vervullen, en goed kunnen omgaan met verschillende mensen en maatschappelijke kwesties. De Profeet was hier zelf een voorbeeld in, en schaamde zich er niet voor om werk te verrichten, hoe min dit ook mag lijken in de ogen van anderen. Hij was een schaapsherder geweest en een handelsman, sterker nog alle Profeten waren schapenherders geweest. De Profeet Dawud was ook een ijzersmid, onze vader Adam was een boer, de Profeet Idris was een kleermaker, de Profeet Nuh was een timmerman, enzovoorts. Als Profeten, de besten der schepsels, die de immens grote verantwoordelijkheid van de Goddelijke boodschap op zich droegen, en desondanks deze beroepen vervulden, hoe zit het dan met ons?

     

    De Profeet heeft ons duidelijk gemaakt dat wanneer een persoon helemaal geen vakkunde bezit of de middelen ontbreken, het voor zo een persoon desondanks beter is om op zijn allerminst hout te sprokkelen en deze te verkopen als brandhout. Hoe min dit ook mag lijken, dit is beter en eervoller dan zichzelf afhankelijk stellen aan anderen. Zoals de Profeet ons duidelijk heeft gemaakt, is het meest gezegende inkomen en onderhoud hetgeen waar uw eigen inspanning in heeft gezeten. Een Moslim heeft dus geen excuus, span je in, gebruik en benut de middelen en kennis die je hebt, hoe gering deze ook mag zijn, al moet je hout sprokkelen bij wijze van spreken. Zoals de vrouw van onze Profeet Ayub hout ging sprokkelen om als brandhout te verkopen. In plaats van dat zij ging bedelen, toen de Profeet Ayub getroffen werd door een verlammende ziekte en armoede, en al hun kinderen stierven. Dit is het karakter van de gelovige, hij is afhankelijk en rekent op zichzelf.

     

    Dit is de inzet die van ons word gevraagd wat betreft het streven naar werelds onderhoud, hoe zou het dan zitten met het streven naar het onderhoud van hiernamaals? Zoals Allah heeft geopenbaard: “Gaat voort en rukt op ligt of zwaar”. [Surah At-Tawbah, aya 41] Met andere woorden: hoe licht of zwaar de obstakels ook mogen zijn, benut alles en zet alles in, hoe klein en gering de middelen of de bijdragen ook mogen zijn. Allah zal het van Zijn kant zegenen. Dit is wat wij onze kinderen moeten leren; onafhankelijkheid, inspanning en bronnen benutten, hoe zwaar een zaak ook mag zijn, en hoe gering de middelen aan de andere kant ook mogen zijn. Wij zijn een gemeenschap dat niet stil blijft zitten. Men moet roeien met de riemen die hij heeft, en Alhamdulilah wij hebben er genoeg, we gebruiken ze alleen niet. Het is zonde om je potenties, kwaliteiten en middelen onbenut te laten.

     

    Ibn Qayyim heeft gezegd: “De Moslim dient luiheid, gemakzucht en werkloosheid te vermijden. Hij dient juist de tegenovergestelde houding aan te nemen. De Moslim dient juist rust te vinden in het hard werken. Luiheid en gemakzucht hebben een zeer slecht einde. In het hard werken zit een goed einde. Dit einde kan zowel in deze wereld als het hiernamaals zijn. Of eerder in beide werelden. De gelukkigste mensen zijn inderdaad de mensen die werken, en de ongelukkigste mensen zijn inderdaad de nietsnutten. Dus het werkelijke geluk in deze wereld en in het Hiernamaals wordt alleen bereikt door de brug van moeilijkheden te trotseren.” [Tuhfat Al-Mawdood, 195]

     

    Wij leven in een land waarin wij kunnen profiteren van de mogelijkheden om kundigheden aan te leren, laten we dus gebruik maken van deze kansen die gemakkelijk voor het oprapen liggen. Onze ouders hebben opofferingen gemaakt zodat wij deze kansen hebben en kunnen grijpen. Laat hun opofferingen niet verloren gaan en laat uw kinderen plukken van deze vruchten, welke de eerste generatie vaak zelfs met hun gezondheid hebben moeten afkopen. Het is triest om te zien hoe onze jeugd de opofferingen van hun ouders verloren laten gaan. En het is niet gek dat veel eerste generatie ouders bedroeft en depressief zijn geraakt nu zij zien hoe hun opofferingen zo de prullenbak in worden gegooid door de jeugd.

     

    Dr. ‘Abdullah Al-Qaadiri heeft gezegd: “Als we de situatie van de moslimjeugd van tegenwoordig bekijken en bestuderen en hetgeen hen heeft getroffen aan werkloosheid en gemakzucht, dan is dit veroorzaakt door vrije tijd; welke een gunst is van Allah. Ze zijn de gunsten van Allah niet dankbaar, welke een positieve bijdrage kunnen leveren voor hun eigen belang alsmede voor de maatschappij waarin zij leven. Maar in plaats hiervan hebben zij hun vrije tijd gevuld met vertier en nutteloos vermaak, wat soms ook het verbodene betreft. Dit resulteert in het feit dat vele van hen als schadelijke beesten zijn voor zowel de veiligheid, bezittingen, eer en levens van mensen. Degene die dit bestudeert zal erachter komen dat de teksten van de Quran en Sunnah en prominente geleerden gewaarschuwd hebben voor overvloedige vrije tijd, werkloosheid en luiheid.” [Athar At-Tarbiyah Al-Islaamiyah]

     

    Het leren van een vakkunde waar de gemeenschap wat aan heeft is een Fard Kifayah, net zoals da’wah bijvoorbeeld, of het memoriseren van de gehele Quran, of het fulltime studeren van religieuze wetenschappen (om als Imam en geleerde te kunnen fungeren) enzovoorts. Fard Kifayah houdt een bindende gemeenschappelijke verplichting in: indien enkele het verrichten in de gemeenschap, dan vervalt deze bindende verplichting voor de rest van de gemeenschap. Want een gemeenschap kan niet zonder doctoren, zonder politieke leiders, zonder docenten, enzovoorts. Op elk werkveld en in elke wetenschap heeft de gemeenschap wel iemand nodig, niemand is onmisbaar, van vuilnisman tot aan hartchirurg.

     

    Imam Al-Ghazali heeft gezegd: “Wetenschappen waarvan de kennis wordt geacht als Fard Kifayah, omvat alle gebieden die onmisbaar zijn voor het welzijn van de mens, zoals het volgende: geneeskunde, welke noodzakelijk is voor het leven van het lichaam. Wiskunde, voor dagelijkse transacties en de verdeling van nalatenschappen en erfenissen. En andere soortgelijke wetenschappen. Indien deze wetenschappen afwezig zouden zijn, dan zou een gemeenschap hard achteruitgaan. Maar indien enkelen in een gemeenschap het beoefenen ervan leren, dan zou het volstaan, en de verplichting om deze kennis op te doen zou niet meer bindend zijn voor de gehele gemeenschap. Niemand moet verbaasd opkijken als we stellen dat geneeskunde en rekenkunde behoren tot de wetenschappen welke een Fard Kifayah zijn, net zoals andere basisindustrieën, zoals landbouw, kledingstoffen weven, politiek, en zelfs aderlaten (een alternatieve geneeskunde) en kleermakerij.” [Ihya ‘Ulum Ad-Deen, vol. 1]

     

    Het is jammer dat wij als gemeenschap die hiermee opgevoed zijn, er toch in hebben gepresteerd om ons zo ontzettend afhankelijk op te stellen in de wereld. Onze Ummah en onze landen zijn economisch helaas ontzettend afhankelijk geworden (van het westen). Moslims studeren in hun thuislanden, kunnen vervolgens geen baan vinden, en worden gedwongen te emigreren (naar het westen) in de hoop dat ze daar een functie kunnen vervullen die vaak erg beneden hun educatieve niveau ligt. Het is dus niet gek dat de Moslims massaal in opstand zijn gekomen tegen de huidige regimes. Onze landen zijn zo afhankelijk geworden van het westen dat ze de meest simpele producten importen, omdat de vakkunde, bereidwilligheid, investering en inzet ontbreekt om deze zelf te produceren. Zelfs kaas word massaal geïmporteerd vanuit het westen in onze Islamitische thuislanden, ik noem dit bedroevende voorbeeld aangezien het nota bene de Moslims zijn die kaas (laban) hebben uitgevonden!

     

    De Ummah is gekenmerkt met een geschiedenis van productiviteit, de eerste vrome generaties hebben de wereld in minder dan dertig jaar vanaf Spanje tot aan China bevrijd van onrechtvaardige tirannieke grootmachten, en wij huilen vandaag meer dan zestig jaar lang om slechts één land: Palestina. Twee miljard mensen zijn niet in staat om één land te redden en bevrijden van tirannie, dit is toch schandalig? Wanneer denken wij verandering in onze gemeenschap te brengen, als wij niet bij de huidige jeugdige generatie beginnen? En hen niet opvoeden op het pad van succes, het pad van ontwikkeling en het pad van zegeviering. Leer uw kinderen dus verheven ambities gepaard met kundigheden die positief ingezet kunnen worden in de gemeenschap, waarmee deze Ummah kan ontwaken uit haar zwakheid, luiheid, hypnose en vernedering. En leer ze de geschiedenis van onze Islamitische wetenschappers en laat deze pioniers een voorbeeld zijn voor onze jeugd. Laten we de glorie van ooit weer leven in blazen, en dit begint bij onze jeugd en onze kinderen.

     

    Geef ze rolmodellen en voorbeelden

    Wij hebben in onze Ummah prachtige voorbeelden en rolmodellen waarnaar onze kinderen kunnen leven. Terwijl de ongelovige sprookjesverhalen aan hun kinderen voorlezen voor het slapen gaan, kunt u ze de beste verhalen vertellen die er bestaan, welke Allah heeft geopenbaard in de Quran en welke terug te vinden zijn in de Sunnan en Seerah. Deze verhalen zijn vaak te vertellen op een universeel bevattingsvermogen, kinderen kunnen deze ook begrijpen en ontleden. Maar dit vraagt wel uw bereidheid om dit zelf ook te bestuderen, want dat is vaak het probleem; wij willen de kinderen Islamitische opvoeden als ouders maar hebben zelf te weinig kennis over de Islam. Wij kennen de voorbeelden en rolmodellen zelf niet, en kunnen deze verhalen slechts in grote lijnen vertellen vol met gaten. Investeer en onderwijs uzelf hier dus in als ouder, en vertel deze aan uw kinderen zodat zij een verbondenheid met deze voorgangers en de woorden van Allah creëren. Leer ze de verhalen van de Profeten, de biografie van de Profeet Muhammad, zijn vrouwen, zijn kinderen en zijn kleinkinderen, de verhalen over vergane volkeren, de metgezellen, vrome voorgangers, geleerden en leiders, enzovoorts. En wek liefde en eerbied in hun harten op voor hen, voed liefde in hun hart voor de Profeet en zijn gezinsleden, de metgezellen en hun volgeling. Een kind zal deze verhalen plezierig zowel als leerzaam vinden. Zoals Allah heeft geopenbaard: “Er is voorzeker lering in hun geschiedenis voor mensen van begrip. Het is geen verzonnen verhaal..” [Surah Yusuf, aya 111]

     

    We moeten ze niet overlaten aan de fictieve rolmodellen en voorbeelden die ze gepresenteerd krijgen in tekenfilms. De concurrentie om onze kinderen is enorm, als ouders dienen wij te strijden tegen deze invloeden, en onze kinderen te voorzien van Islamitische alternatieven. Wees hierbij creatief en bedenk islamitisch verantwoorde spelletjes of maak samen bijvoorbeeld een kleurplaat, neem de tijd en steek er de energie in. Aan een papa die thuis op de bank als een zak cement voor de televisie neerploft, en niet meer te bewegen is na een dagje werken, hebben we niks aan. En aan een mama die de hele dag aan de telefoon zit te kletsen, of met de buurvrouw staat te roddelen hebben we ook niks aan. Investeer die tijd in uw kinderen, waarom heeft u er anders voor gekozen te trouwen en kinderen te krijgen? Neem die verantwoordelijkheid op, anders zal het kind naar andere negatieve invloeden getrokken worden.

     

    En geef als ouder zelf ook het goede voorbeeld, en wees een rolmodel voor uw kind. Leer het kind de rechten van anderen te respecteren. Leer het kind vrijgevig te zijn tegenover anderen die het minder hebben. Leer het kind eerlijkheid, oprechtheid en vrijgevigheid. Maar als de ouders herhaaldelijk tegen het kind liegen, hoe kunnen de ouders verwachten dat het kind eerlijkheid zal aanleren? Als het kind de ouders ziet ruziën, hoe kunnen de ouders dan verwachten dat het kind anderen zal leren respecteren? Als de ouders het kind opdragen zijn of haar ouders te respecteren, terwijl de ouders elkaar als partners niet respecteren in de aanwezigheid van het kind, hoe kunnen zij dit dan wel van het kind verwachten? Als het kind u hoort roddelen over anderen, hoe kun u verwachten dat het kind de eer van anderen wel zal respecteren, terwijl papa of mama dit zelf niet doet? Als de slechte woorden, beledigingen en het schelden waar u het kind voor waarschuwt, gehoord worden uit uw eigen mond, hoe kunt u dan verwachten dat het kind zijn of haar tong hiervan weerhoudt? Als u het kind onrechtvaardig behandeld, hoe kunt u dan verwachten dat het kind zich wel rechtvaardig zal gaan gedragen? En ga zo door. Spreek het kind met beleefdheid, respect en wijsheid aan, en het kind zal hetzelfde doen tegenover u. Als het kind iets door de ouders op wordt gelegd waar de ouders zich zelf niet aan houden, dan zal het kind zijn of haar ouders slechts hypocriet vinden, en dit komt de band tussen de ouders en het kind zeker niet ten goede. Nog erger dan dit is dat ouders wangedrag soms zelfs toejuichen, ongelooflijk maar waar. Zoals een man eens tegen een rechter zei, die van plan was zijn hand eraf te laten hakken nadat hij had gestolen: “Voordat u mijn hand eraf hakt, hak de tong van mijn moeder er eerst af. De eerste keer dat ik wat had gestolen, was een eitje. Toen mijn moeder hierachter kwam, corrigeerde ze mij er niet op, ze was zelfs verheugd en zei; mijn jongen is nu eindelijk een man geworden. Zonder deze woorden zou ik nooit een dief zijn geworden.”

     

    Wees ook niet terughoudend in het bieden van uw excuus aan het kind wanneer u het gevoel hebt toch net iets te streng te zijn geweest, of fout bent geweest. Vaak zien we dat dit ontbreekt bij veel ouders, de ouders proberen het misschien wel goed te maken met het kind in dat geval, maar een daadwerkelijk excuus ontbreekt. Uw excuus aanbieden aan het kind is erg voordelig; u leert het kind hiermee rechtvaardigheid, u leert het kind hiermee dat een mens zijn fouten moet toegeven en corrigeren, u leert het kind anderen te vergeven, dat fouten menselijk zijn, en u leert het kind optimistisch te zijn omdat het leert dat het niet altijd doelbewust onrecht is wat de ander je aandoet. Het kind zal in het vervolg zelf ook excuses zoeken voor degene die fouten maakt, zonder en alvorens degene hiervoor zijn excuses aanbiedt. En uiteraard verstrekt u hiermee de band en het vertrouwen tussen u en het kind. De voordelen zijn groot. Het grootste voordeel is dat het kind hierdoor ook zijn eigen fouten zal inzien, deze zal toegeven en zichzelf hiervoor verontschuldigd, en zich ook zal proberen te corrigeren in zulke gevallen. Leer het kind in dat geval ook dat berouw tonen voor de fout bij Allah, nog belangrijker is dan zijn of haar excuses aan u als ouder. Leer het kind zich niet alleen in uw aanwezigheid goed te gedragen, maar ook in uw afwezigheid wanneer Allah wel aanwezig is. Het is belangrijk het kind mee te geven dat hij of zij zich tegenover Allah zal moeten verantwoorden voor fouten, en u als ouder het kind slechts de goede weg op probeert te helpen.

     

    Wat u vooral niet wenst is dat uw kind zich onrechtvaardig behandeld voelt door zijn of haar eigen ouders, doe uw kind maar één keer doelbewust onrecht aan en dit zal de relatie tussen u en het kind verpesten zoals een druppel azijn en pak melk doet verpesten. Dus niet alleen is het zaak dat onrecht tegenover het kind geschuwd moet worden, maar nog belangrijker wellicht is dat de ouders fouten erkennen en toegeven, en uw excuses aanbiedt aan het kind wanneer u fout zit, en niet alleen de schuldgevoelens wenst te sussen door het goed proberen te maken met een traktatie of zoiets, en denken dat het dan wel goed zit, nee. Hoe kunt u het kind op willen voeden tot een rechtvaardig persoon, als het grote voorbeeld van het kind onrechtvaardig is? Hoe kunt u het kind op zijn of haar fouten corrigeren, terwijl u uw eigen fouten niet erkent en toegeeft, en het kind hier in u als ouder geen voorbeeld heeft?

     

    Versterk de Islamitische identiteit

    We zien dat de jeugd massaal meegaat in een verderfelijke mode, laat uw kind zich hier niet aan conformeren. Leer het kind niet toe te geven aan de groepsdruk en als een schaap mee te gaan in elke trend. Laat uw kind hierboven uitgroeien, en zorg ervoor dat het een sterk karakter ontwikkeld, en zijn of haar eigen weg durft te volgen. Een individueel met een eigen identiteit, in plaats van een doelgroep, een segment, een percentage in de commerciële wereld, en de horde gehoorzame consumenten maar achterna loopt. Geef het kind Islamitisch verantwoorde alternatieven, en laat het niet slechts aan zijn of haar eigen lot over. Helaas zien wij dat ouders zelf ook teveel toe geven aan vele buitensporige trends, dus deze ouders hebben deze opvoeding eigenlijk als eerst nodig. We willen allemaal dat onze kinderen er leuk uitzien, maar dit moet niet betekenen dat we elke verderfelijke kapsel die in de mode is kopiëren, en elke verwijfde en perverse kledingdracht die in de mode is ook maar kopiëren. Kleding mag leuk zijn, zolang dit Islamitisch verantwoord is en niet pervers en buitensporig is. We leven helaas in een schaamteloze maatschappij waarin bijvoorbeeld stringetjes en pushup-bikini’s voor kinderen gewoon te koop zijn, en nog kwalijker is dat ouders deze ook voor hun kinderen kopen. Scheur uzelf als verstandige Moslim ouder los van deze ziekelijke verdorvenheid, en voed uw kinderen met kuisheid, fatsoenlijkheid, bescheidenheid en vroomheid op. Helaas zien wij vele kinderen kleren dragen die een Moslim absoluut niet siert, en vaak zijn het zelfs de ouders die dit leuke kleding vinden voor hun kinderen, en het eigenhandig voor hun uitkiezen. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft de verwijfde man en de mannelijke vrouw vervloekt. En toch zien wij ouders bijvoorbeeld gouden armbandjes en oorbellen voor hun zonen kopen! Voed de jongen als een man op, en voed het meisje als een vrouw op, en laat deze grenzen niet vervagen.We zien helaas dat deze grenzen nu teveel vervagen. Als ouder is het ook belangrijk om vast te houden aan de man-vrouw rolverdeling, want de ouders vormen hier een voorbeeld in.

     

    Vaak zien we ook dat de Islamitische ouders hun dochter bijvoorbeeld haar hele jeugd rond laten lopen in rokjes en allerlei andere Islamitisch onverantwoorde kleding, maar wanneer ze de pubertijd bereikt word er van haar verwacht dat ze de hijaab gaat dragen. Dit is absurd. Ze werd hier niet mee opgevoed, en dan word er van haar verwacht dat ze van de één op de andere dag een hijaab gaat dragen? Nee, het kind moet hier van jongs af aan mee wennen; jong geleerd, oud gedaan. Dit is de gezonde natuurlijk wijze waarop het kind gestimuleerd kan worden tot het dragen van de hijaab.

     

    Het is niet zo dat een kind het gedrag van andere helemaal niet mag kopiëren. Nee, stimuleer het kopiëren van goed gedrag, en leer het kind slecht gedrag van anderen af te keuren en te schuwen. En leer het kind hier onderscheidt in te maken. Vaak zien we dat kinderen het gedrag van hun vriendjes of vriendinnetjes kopiëren, zonder onderscheid te maken tussen het goede of het slechte gedrag. En als u merkt dat een bepaald vriendje of vriendinnetje een slechte invloed op het kind heeft, stimuleer het kind dan om zelf een positieve invloed uit proberen te oefenen, en laat het niet slechts een passief receptief kind zijn. Of desnoods naar een andere vriendje of vriendinnetje te zoeken. Maar dit kan preventief op worden gelost door het kind van te voren te leren de juiste vriendjes en vriendinnetjes te maken, en uit te leren kiezen. Leer het kind naar welke kwaliteiten het dient te zoeken in een vriendje of vriendinnetje, en op basis van deze kwaliteiten vriendschappen sluit. Als u het kind maar laat meewaaien met de groep, dan zal het later hoogstwaarschijnlijk ook een gemakkelijke prooi worden voor allerlei zonden zoals het gebruiken van drugs; roken en het drinken van alcohol. Want dit ziet het kind gebeuren in zijn omgeving en vriendenkring, en gaat hier dus maar in mee. Hierin is het ook belangrijk op te merken dat een kind gewaarschuwd moet worden voor deze gevaren, en hier voorlichting over dient te krijgen.

     

    We zien ook dat veel Moslim kinderen uitkijken naar westerse feestdagen zoals kerst, Sinterklaas of hun eigen verjaardag. En veel Islamitische gezinnen doen hier ook aan mee. Het is begrijpelijk dat een kind hiernaar uitkijkt, het is gezellig en de geschenken zijn ook welkom natuurlijk. Maar wij als Moslims kunnen ze hier alternatieven voor geven, en onze eigen Islamitische feestdagen net zo leuk of nog leuker maken. Dit versterkt de verbondenheid met de Islam en vergroot en versterkt de Islamitische identiteit. Maak dus een speciale dag van onze Islamitische feestdagen, en laten we concurreren met de feestdagen van de Christenen. Want we zien nu helaas dat Moslim kinderen meer uitkijken naar deze feestdagen dan hun eigen Islamitische feestdagen. En organiseer uitjes met uw kinderen om de band met hen te versterken, en laat ze niet slechts afhankelijk blijven van de uitjes die op school georganiseerd worden. Zo heeft uw kind bijvoorbeeld ook wat leuks te vertellen op school en voelt het zich niet buiten gesloten. Ze moeten zich niet tekort gedaan voelen wanneer ze kijken naar hun andere vriendjes en vriendinnetjes, en over de leuke dingen horen die zij wel met hun ouders hebben gedaan.

    15-04-2011 om 06:40 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele onderwijs methoden

    Enkele onderwijs methoden

     

    Verveel de luisteraar niet

     

    Aicha [Radhiya Allahu ‘anha] zei dat de luisteraar de woorden van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] op zijn vingers kon tellen. Zijn woorden zijn zo alomvattend, direct en kort dat we vaak ahadeeth hebben onthouden zonder dat we de intentie hebben gehad ze te onthouden. Maar vanwege hun compacte formulering onthouden we deze vaak automatisch, zonder het door te hebben. Dit is ook een eigenschap van de Profeet, hij [SalllAllahu ‘alayhi wa selam] zei ook dat hij met de meest alomvattende woorden is gestuurd. Hij zei letterlijk twee, drie woorden, en uit slechts die woorden kunnen we vele principes en leerstelsels ontleden. Hou het dus kort, direct en krachtig.

     

    We zien ook terug dat de Profeet slechts op bepaalde momenten een preek gaf, dit waren specifieke momenten, en dit was niet aan de orde van de dag. Ibn Mas’ud [Radhiya Allahu ‘anhu] gaf lessen elke dinsdag, en de leergierige mensen van destijds vroegen hem om dagelijks lessen te geven. Hij antwoordde hierop, dat hij dit wel zou kunnen doen, maar dat dit niet de manier was waarop de Profeet de mensen onderwees, en als hij dit deed bang was hen op een gegeven moment te vervelen. In Sahih Bukhari zien we ook dat er een hoofdstuk is toegewijd aan de matigheid in het houden van preken. Een tip is ook op te letten op de luisteraar, is zijn aandacht nog volledig aanwezig of zie je aan diegene dat hij zijn aandacht aan het verliezen is. Dat betekend dat je hier interactief op moet inspelen om de aandacht weer terug te winnen. Zonder de schuld bij de luisteraar te leggen, maar bij jezelf. Vaak word de schuld aan de luisteraar gegeven voor zijn tekort aan aandacht, maar dit hoeft zeker niet het geval te zijn. De spreker zelf moet ook de aandacht zien te winnen en te houden.

     

    Spreek op het intellectuele niveau van de luisteraar

     

    Toets de persoon waartegen je spreekt eerst op hetgeen hij al reeds weet, zodat je niet over een zaak begint te spreken die nog te ver ligt voor de persoon, en wellicht alleen maar zal verwarren, en in de ergste gevallen zijn Imaan zelfs zal kunnen verzwakken. Je bereikt hiermee dan het tegenovergestelde van je doel, in plaats van de persoon naar de Islam toe te trekken, duw je die persoon alleen maar verder weg. Omdat je over een zaak begint te spreken die voor de persoon nog niet goed te begrijpen is, omdat zijn fundamentele basis kennis hiervoor nog te gebrekkig is. Hiermee veroorzaak je een fitna voor die persoon. Probeer hier dus rekening mee te houden.

     

    En we zien wederom dat Imam Bukhari [Rahimahu Allah] hier een hoofdstuk aan heeft toegewijd, en onder dit hoofdstuk vinden we een hadeeth terug van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam], waarin hij tegen Mu’aad [Radhiya Allahu ‘anhu] zei dat degene die oprecht vanuit zijn hart Laa ilaha illa Allah Muhammadun Rasullulah zegt, het Paradijs zal betreden. Dus de metgezel vroeg of hij het door zou moeten vertellen aan de mensen. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei tegen hem, dat hij dit niet moest doen, want men zou het verkeerd kunnen begrijpen en laks worden in hun Deen. Ze zouden denken dat slechts het zeggen van deze woorden, oprecht vanuit het hart, voldoende zou zijn. Dus we moeten oppassen met het onderwijzen van iets, wat een persoon verkeerd zou kunnen begrijpen, omdat zijn kennis nog niet gegrondvest is. Later heeft Mu’aad deze hadeeth namelijk wel verhaalt, toen de kennis van het volk was toegenomen, en men het juiste basis begrip had, waarbij deze hadeeth in zijn juiste context geplaatst kon worden. We zien zelfs dat vele deze hadeeth vandaag de dag, nu de Moslims in basis kennis achteruit zijn gegaan, inderdaad verkeerd begrijpen.

     

    Ibn Radjab [Rahimahu Allah] heeft in een uitspraak over rokhsa gezegd, dat de lakse persoon de uitzondering op de regel niet onderwezen dient te worden, want de lakse persoon zal dit als de regel zelf nemen. Zoals het slechts eenmalig wassen van de lichaamsdelen met wudu wanneer er een beperkte hoeveelheid water is, waarmee zuinig omgegaan dient te worden. Wanneer je een lakse persoon onderwijs dat de ledematen slechts eenmalig wassen in principe voldoende is, dan zal hij dit als de regel nemen, met als excuus dat hij zuinig omgaat met water. Terwijl het [tot] drie keer wassen van de ledematen beter is, en dit de regel hoort te zijn. Men moet dit vooral in beschouwing nemen wanneer hij iets onderwijst aan kinderen, want zij zijn vaak geneigd het meest makkelijke te doen, zodra ze hier groen licht voor krijgen, al hebben ze geen geldige reden om gebruik te kunnen maken van deze uitzondering op de regel. Leg dus nadruk op de regel, in plaats van de uitzondering op de regel te onderwijzen in een te vroeg stadium. Dit heeft in het verleng weer te maken met het stellen van prioriteiten.

     

    Er zijn vele situaties op te noemen waarbij de Profeet rekening hield met de situatie en het intellectuele niveau van de persoon waartegen hij sprak. Zo zien we dat twee verschillende personen aan de Profeet vroegen of het kussen van hun vrouw was toegestaan tijdens de Ramadan. Bij de ene stond de Profeet dit toe, en bij de ander niet. Toen de Profeet werd gevraagd waarom hij twee verschillende antwoorden gaf, zei hij dat de ene persoon een oude man was die zijn lusten redelijk onder bedwang kon houden, en het dus slechts bij een kus kon laten. Terwijl de andere een jonge persoon was die net was getrouwd, en het dus moeilijker voor hem zou kunnen zijn dan het slechts te houden bij een kus. In een andere instantie zien wij dat de Profeet een persoon die in de Jihad mee wilde participeren het advies gaf bij zijn ouders te blijven, en dat dit voor hem een vorm van Jihad is. Dit terwijl we allemaal weten wat de plicht van de Jihad is, en hoe sterk hiertoe word aangemoedigd in de Quran en Sunnah, maar in het specifieke geval van die ene persoon was het beter om zich te focussen op zijn ouders. De Profeet keek dus naar de situatie van een persoon. Zoals de persoon die de Profeet om advies vroeg, hij kreeg als antwoord dat hij niet boos diende te worden, en kreeg dit advies herhaaldelijk. Maar zien wij dat de Profeet dit advies aan iedereen gaf die om advies vroeg? Nee, er werd gekeken naar de situatie van een persoon. Wanneer je iemand aanspreekt probeer dus te kijken naar zijn of haar situatie, en begin niet over een zaak te spreken die veel te ver voor de persoon ligt, terwijl diegene wellicht nog niet eens bid bijvoorbeeld..

     

    Gebruik maken van vragen en interactie

     

    Een goede leraar weet dat het tot nadenken zetten van zijn studenten effectiever zal zijn in het onderwijzen van hen, dan het slechts routinematig antwoorden van vragen, die weer snel vergeten zullen worden. Je dient de student tot nadenken te zetten, door een vraag te presenteren, waarbij de student zelf tot een conclusie probeert te komen. Op deze manier zal hij dit veel beter onthouden, dan wanneer hij het antwoord slechts gepresenteerd krijgt. We zien dat dit ook een van de methoden is geweest van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam]. Er zijn vele situaties die we hierbij als voorbeeld kunnen nemen.

     

    Zoals de vraag die de Profeet stelde aan de Suhaba, de hadeeth die we allemaal wel kennen. Waarin de Profeet vroeg, hoe de situatie van een persoon zal zijn die een rivier langs zijn huis heeft stromen waarin hij zichzelf vijf keer per dag wast. De Suhaba antwoorden dat deze persoon rein zal zijn, en er geen vuil bij hem te bespeuren zou zijn. De Profeet antwoordde, dat dit de soortgelijke situatie is van een persoon die vijf maal per dag het gebed verricht. Hij zal spiritueel rein zijn, gereinigd van zonden. Wanneer iemand deze manier, door middel van vergelijkingen, interactie en vragen stellen, tot denken worden gezet, zal de persoon veel sterker worden in begrip. Interactie is een belangrijk aspect wat vaak over het hoofd word gezien. Als we kijken naar de wijze waarop de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] de mensen onderwees, dan deed hij dit vaak in interactie met de ander.

     

    Om een voorbeeld te geven van een situatie waarbij interactie zich effectiever zal bewijzen te zijn dan het slechts opdragen van iets. Kunnen we kijken naar de volgende situatie. Wanneer twee kinderen ruzie hebben over een bepaald speelgoed, omdat het ene kind hier de hele tijd mee speelt, zonder te willen delen met de ander. En je zegt als ouder tegen het kind, geef het aan je broertje! Wat zien we? Het kind word boos, en de ruzie zal zich misschien alleen maar escaleren. Maar als je het kind, op een interactieve wijze, tot nadenken probeert te zetten, en de vraag stelt; vind je het eerlijk dat jij de hele dag met dat speelgoed speelt, en jouw broertje er nog helemaal niet meer heeft gepeeld? Zou jij dit leuk vinden als jouw broertje er de hele dag mee speelde zonder het te delen? Etc. Je zet het kind tot nadenken, en komt zelf tot de conclusie dat hij het speelgoed dient te delen. Maar laat het geen retorische vraag zijn, waarbij je niet eens geïnteresseerd bent in de vraag, noch het kind de kans geeft om te antwoorden. Een goed steuntje kan zijn, een meerkeuze vraag te stellen. Doe je dat, vanwege dit, of vanwege dat, of vanwege zus.. En dan kan er een antwoord uitgekozen worden, in plaats van dat het een vraag blijft waar eigenlijk niet op hoeft geantwoord te worden, en dus ook niet over word nagedacht.

     

    Het gebruiken van vergelijkingen

     

    We hebben het eerder al gehad over het onderwijzen middels interactie en het maken van vergelijkingen. Het maken van een vergelijking maakt het makkelijker om dingen te plaatsen en te begrijpen. En zoals we eerder zeiden maakte de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] hier vaak gebruik van. Zo zien we bijvoorbeeld in een hadeeth terug dat een vrouw aan de Profeet vroeg, dat haar moeder een belofte had gemaakt om de Hadj te verrichten, maar gestorven is voordat zij die belofte kun vervullen. En of het voor haar verplicht was deze belofte voor haar te vervullen als dochter. De Profeet had slechts met, ja of nee kunnen beantwoorden, zoals zo vaak word gedaan. Maar de Profeet wilde haar ergens in onderwijzen, en maakte gebruik van interactie, zette haar tot denken door haar een vraag te stellen, en maakte een vergelijking om haar een beter begrip te geven over de zaak. En dus vroeg hij haar, of zij een schuld zou terug betalen die haar moeder aan iemand verschuldigd is na haar overlijden? Ze antwoordde met, ja uiteraard. Toen zei de Profeet, wel een schuld aan Allah verdient het nog meer om betaald te worden. Hij gaf haar hiermee antwoord op de vraag, en onderwees haar tegelijkertijd in een principe, die ze niet diende te vergeten. In plaats van slecht met, ja of nee antwoorden.

     

    We zouden vele vergelijkingen kunnen opnoemen die de Profeet heeft gemaakt, zodat we zaken beter zouden begrijpen en plaatsen, en zodat hier allerlei princiepen en wijsheden uit ontleed kunnen worden. Een ander voorbeeld is de situatie waarbij de Profeet duidelijk had gemaakt dat zelfs gemeenschap met je huwelijkspartner gerekend word als een goede daad waarvoor je beloond word, als een sadaqa. De mensen vroegen aan hem, hoe kan dit nu een sadaqa zijn terwijl een mens hier zijn natuurlijke behoefte slechts mee bevredigd? De Profeet antwoordde dat, zoals wanneer je bestraft zou worden wanneer je buitenechtelijke gemeenschap zou hebben, je ook beloond word wanneer je gemeenschap met je wettige huwelijks partners zou hebben. Een vergelijking waardoor men dit gegeven kan plaatsen en begrijpen.

     

    Iets waar iemand rekening mee moet houden wanneer je iets duidelijker probeert te maken middels een vergelijking, is dat deze vergelijking wel dient aan te sluiten op de ervaringen en bevatting van mensen. Zo zien we dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] vaak de vergelijking maakte met de berg Uhud, de mensen tegen wie hij sprak wisten waar deze berg stond, en zagen deze berg met hun eigen ogen, het viel dus binnen hun eigen ervaring en bevatting. Als wij een soortgelijke vergelijking zouden maken, dan zouden we bijvoorbeeld een bekend groot gebouw gebruiken uit de stad waarin men woont. Een ander voorbeeld is dat de Profeet een vergelijking maakte met rode kamelen, men begreep dat dit dure zeldzame gewilde kamelen waren, en de vergelijking viel dus op zijn plaats, omdat hun ervaring en bevatting dit toeliet. Maar vele kunnen zich vandaag niets voorstellen bij rode kamelen, als we daarentegen over een dure type automerk zouden spreken, dan word deze vergelijking ons een stuk duidelijker, omdat we ons hier iets bij kunnen voorstellen. Bij een vergelijking dienen we ons iets voor te kunnen te stellen. Maak dus geen vergelijking waarbij men zich niets kan voorstellen.

     

    Een mooie voorbeeld waarin we zien hoe er gebruik wordt gemaakt van vergelijkingen die goed aansluiten op de ervaringen en bevatting van mensen is de volgende hadeeth. Er is overgeleverd in Saheeh Bukhari en Muslim, op het gezag van Abu Hurayrah [Radhiya Allahu 'anhu], dat er een man naar de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] ging en zei: "Oh Boodschapper van Allah! Mijn vrouw heeft een zwart kind ter wereld gebracht!" De man en de vrouw waren licht getint van huidskleur. Er ontstond dus twijfel in het hart van deze man, dat dit niet zijn wettige kind was, en dat zijn vrouw overspel had gepleegd. Omdat deze man dit niet verwachtte van zijn vrouw, is hij naar de Profeet gegaan voor raad. Toen de man dit aan de Profeet vroeg, antwoordde hij: "Ben jij in het bezit van kamelen?" De man antwoordde bevestigend. De Profeet vroeg: "En wat is haar kleur?" Hij antwoordde: "Rood." De Profeet vroeg hem weer: "Zitten er ook zwarte kamelen tussen [de nakomelingen van de rode kamelen]." Hij antwoordde: "Ja, er zitten soms ook donkere kamelen tussen." De Profeet vroeg: "Waar zou dit vandaan moeten komen?" De man antwoordde: "Wellicht kan het de kleur van het voorgeslacht zijn." De Profeet antwoordde: "Misschien is dit ook een kleur van het voorgeslacht."

     

    Visuele ondersteuning

     

    Een tekening is in principe een visuele vergelijking maken, om de voorstelling nog makkelijker te maken. Zo tekende de Profeet meerdere malen iets ter verduidelijking. In een bepaalde instantie tekende hij een rechte lijn, met daarnaast twee schuine strepen. En gaf aan dat de rechte lijn de weg tot Allah is, en de twee lijnen aan de zijkant de wegen van afdwaling zijn waartoe de Shaytan oproept. Aangevend dat dit de Religie van de middenweg is, niet leunend naar laksheid, en niet leunend naar overdrijving. En dat de men de ogen op het doel dient te houden, en niet in allerlei zijstraatjes verdwaalt dient te raken, die hen alleen af zullen doen leiden. In een andere instantie tekende hij een vierkant, met daarin een lijn die hij tot buiten de vierkant door trok. En gaf aan dat de vierkant het leven van de mens was, en de lijn die tot buiten de vierkant ging, de aspiraties en wensen van de mens voorstelde. Hij wenst in het leven meer te bereiken dan zijn leven toe laat, en wil meer dan hij kan krijgen, en houd geen rekening met zijn leven dat op elk moment kan eindigen.

     

    Non-verbale communicatie is wederom een visuele ondersteuning die de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] regelmatig gebruikte. Zo zei hij in één instantie dat degene die een wees op zich neemt, en hem verzorgd, met de Profeet zal zijn in het Paradijs, en zei hierbij wij zullen zo zijn, en gebaarde door zijn wijsvinger naast zijn middelvinger te leggen. En je zult zien dat een ieder die deze hadeeth verhaalt zijn vingers exact op deze wijze gebaart. In een andere hadeeth zegt de Profeet, beteugel deze, en hield daarbij zijn tong vast. Dit heeft een veel grotere impact dan wanneer je slechts zegt, beteugel je tong. Je legt met dit gebaar een grote nadruk op het belang van het beheersen van je tong. Zo zijn er vele voorbeelden van deze non-verbale communicatie op te noemen. We zien dat er tegenwoordig ook een grote nadruk word gelegd op non-verbale communicatie. Hetzij in de zakenwereld, psychiatrie, pedagogie en dergelijken. Zo dienen wij dit ook te gebruiken in onze da’wah.

     

    Gebruik maken van leer-momenten

     

    Er kunnen zich in het dagelijks leven gelegenheden bieden, die zoals ze dat noemen een leer-moment kan zijn. Herken deze momenten, maak er gebruik van en speel erop in. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] deed dit ook. Een mooi voorbeeld hiervan, was een dag waarop de Profeet met een aantal metgezellen langs het kadaver van een misvormde schaap liepen, waar niemand naar omkeek. De Profeet maakte gebruik van deze gelegenheid, welke zich aanbod als leer-moment. En vroeg de metgezellen, zou iemand van jullie deze schaap voor een dirham kopen? Ze antwoordde, als deze schaap in leven was zouden we hem niet eens willen kopen vanwege zijn misvorming, laat staan nu hij dood is? Zelfs al was hij gratis wilde ze het dode dier niet hebben, zo weinig waarde had het. Toen zei de Profeet, wel deze wereld is van nog minder waarde voor Allah dan dit dode dier voor jullie. En probeerde de kleine waarde van deze wereld aan hen duidelijk te maken toen het moment zich hiervoor aanbood. Zodat zij zich meer zouden richten tot datgene wat van werkelijke waarde is, het Hiernamaals.

     

    Een andere instantie was waarbij een moeder haar kind had verloren, en deze terug had gevonden. En haar kind onmiddellijk begon te omhelzen en te voeden, een emotioneel moment waarbij je de liefde van de moeder die ze voor kind had goed kon zien. De metgezellen die dit zagen werden door de Profeet gevraagd, of zij zich voor zouden kunnen stellen dat deze moeder haar kind in een woekerend vuur zou kunnen gooien. De metgezellen zeiden dat ze dit natuurlijk nooit zou kunnen doen, en alles zou doen om het hiervoor te beschermen. Toen zei de Profeet dat Allah voorzeker meer Barmhartig en Genadevol is voor zijn dienaren dan deze moeder voor haar kind. En maakte gebruikte van dit leer-moment. Zo zijn er meer voorbeelden te noemen, zoals het moment waarop de volle maan te zien was en de Profeet zei dat Allah even duidelijk te zien was op het dag des oordeels als de volle maan. Zoals we zien lenen deze leermomenten zich ook goed als visuele ondersteuningen, om een zaak nog beter door te laten dringen.

     

    De boodschap herhalen

     

    Als de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] ergens nadruk op wilde leggen dan zou hij dit soms meerdere malen herhalen. Een voorbeeld hiervan is in een instantie waarbij de enkels van sommige destijds niet goed gewassen werden tijdens de wudu met fadjr, vanwege het koude water in de nacht. De Profeet verhefde zijn stem, en waarschuwde hier drie keer achter elkaar voor. En dit daadwerkelijk drie keer achter elkaar zeggen, heeft een hele andere impact dan wanneer er slechts gezegd word, de Profeet zei dit tot drie maal. De impact is veel groter wanneer je deze boodschap ook daadwerkelijk herhaalt op die manier waarop de Profeet dit ook deed. Alsof de luisteraar dit de Profeet zelf hoort zeggen.

     

    Het nemen van een pauze

     

    Bij een bepaald belangrijk punt wat diep moet inzinken en waarbij de mensen even stil bij moeten staan, kun je een kleine pauze nemen, waardoor de aandacht van de mensen nog meer word getrokken tot het onderwerp. Dit moet wel goed getimed worden. Wanneer dit goed gedaan word, kan een stilte meer zeggen dan woorden. Dit is wat wij de Profeet verscheidene malen ook zien doen als we de Seerah bestuderen.

     

    De aandacht trekken middels fysieke contact

     

    In de Seerah van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zien wij ook terug dat hij soms iemand bij de hand beet pakte, of zijn hand op de schouder of knie legde van degene waartegen hij sprak. Hiermee vestig je een persoonlijker aandacht tussen jou en degene tegen wie je spreekt. En het kan degene die zich onbekend, geïrriteerd, arwanend of ongemakkelijk bij je voelt ook meer op z’n gemak doen voelen in sommige gevallen. De persoon zal opener worden, doordat je een veilige informele stemming creeert. Je verlaagt de drempel en barrière tussen jezelf en de persoon tegenover jou. Maar dit is vooral een belangrijke tip wanneer je een gesprek aangaat met iemand die zich al reeds veilig en zijn gemak bij je voelt, en waarmee je een sterke band hebt, zoals iemand van je familie leden, of een goede vriend[in]. Het zal de band inshaAllah verder versterken.

     

    Breng de luisteraar nooit in schaamte

     

    Wanneer je iemand iets onderwijst, duidelijk probeert te maken, breng degene tegenover je dan niet tot schaamte, door diegene te confronteren met zijn gebrek aan kennis over een bepaald onderwerp. Want dit zal de persoon alleen van je af doen wenden, en wellicht zal diegene nooit meer iets vragen aan iemand anders. Vooral als je diegene tot schaamte brengt wanneer er meerdere personen aanwezig zijn. Probeer dus altijd tactvol, wijs, en zachtaardig te zijn in je woorden.

     

    De stem verheffen

     

    Dit is iets wat je kunt gebruiken in een beperkt aantal situaties, en dient een uitzondering te zijn. Wanneer je dit vaker doet, dan zal het zijn impact verliezen en zal het zelfs averechts werken. Bewaar dit dus voor die gevallen waarbij het nodig is om je afkeer te laten blijken over iets wat gewoon niet door de beugel kan. We zien in de Seerah terug dat er enkele situaties waren waarbij de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zijn afkeer liet blijken op deze manier. Maar laat dit zeker geen gewoonte worden, en maak hier niet onnodig gebruik van, want nogmaals dit zal dan alleen in het nadeel werken.

     

    En laat woede vooral nooit je tweede dalil zijn, vaak zul je zien dat iemand slechts één bepaalde dalil heeft voor een zaak, en wanneer hij door word gevraagd en iemand aandringt op meerdere bewijzen, die niet gepresenteerd kunnen worden. Dan zal de persoon overschakelen naar woede, en de persoon niet meer met bewijzen uit de Quran en Sunnah proberen over te halen, maar middels boze uitlatingen. Laat woede dus geen tweede dalil zijn. Maar leer de verschillende bewijzen en meningsverschillen betreffen een onderwerp. Voordat je iemand ergens in wil onderwijzen, onderwijs jezelf. Dit spreekt voor zich.

     

    Het gebruiken van verhalen

     

    We zien dat er in de Quran en Sunnah veel verhalen te vinden zijn over de volkeren en bepaalde situaties van vroeger, waaruit vele wijsheden uit kunnen halen. Deze verhalen trekken en vestigen de aandacht, want iedereen wil weten hoe het verhaal eindigt. Het maakt het makkelijker de wijsheden te onthouden, die uit deze verhalen ontleed kunnen worden. Probeer deze verhalen uit de Quran en Sunnah dus te gebruiken, vooral bij kleine kinderen, die hier vaak nog onbekend mee zijn. Ook profijtelijke verhalen buiten de Quran en Sunnah die wijsheden bevatten kunnen gebruikt worden.

     

    Werk volgens een curriculum, en hou het divers

     

    Wanneer je iemand iets onderwijst doe dit dan schematisch en opbouwend. Er dient een rode draad aanwezig te zijn, spring niet van de hak op de tak, waardoor men op een gegeven moment de bomen door het bos niet meer zien. Maar werk vanuit de basis, vanuit de fundamenten naar boven. Zoals we zien begon de openbaring van de Islam eerst ook met het vestigen van het monotheïsme en het opbouwen van taqwa. Begin dus bij de prioriteiten. En er is geen grotere prioriteit dan het beginnen bij de Quran. Probeer het ook te houden bij hetgeen praktisch toepasbaar is in het leven, en relevant is voor ons. Theorie moet aansluiten op praktijk, en niet slechts bij theorie blijven.

     

    En blijf niet haken op constant hetzelfde onderwerp, maar zie in dat de Islam een brede religie is met vele aspecten, die elk aandacht verdienen. Dus varieer de onderwerpen waarover je spreekt. Kennis is zoet, en van een zoetigheid neem je hapjes. Je eet je buikje er niet mee rond. Geef dus gedoseerd en divers kennis over, maak de ander snakken naar meer. Dit is een balans die we moeten leren toe te passen. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft de openbaring van de Quran ook niet in één dag gekregen.

     

    Begin dicht bij huis en breng de mensen bij elkaar

     

    Wanneer er mensen in je buurt, eigen gezin, bekenden om je heen, en jij zelf! Gebrekkig zijn in kennis, en onderwijs nodig hebben in bepaalde onderwerpen. Begin hier dan bij, en ga het niet ver van huis zoeken, terwijl je dicht bij huis kunt beginnen. En jij zelf is de eerste persoon die onderwijs nodig heeft. Begin hier dus bij, voordat jij andere mensen ergens in wil onderwijzen uiteraard. En probeer de mensen tot de plaatsen van kennis en dhikr toe te trekken, en probeer deze ruimten te vullen zodat een grote groep bereikt kan worden. Probeer de plaats van kennis ook te centraliseren, we zien dat er vandaag de dag vele moskeeën zijn, met hier een daar groepjes mensen. Maar het is veel efficiënter om deze groep bij elkaar te krijgen en te onderwijzen, en zo een djama'ah te krijgen. InshaAllah zal er ook meer baraka zijn in zo een bijeenkomst.

    14-04-2011 om 04:50 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Karakter ontwikkeling en ontplooiing begint bij omgangsvaardigheden

    Karakter ontwikkeling en ontplooiing begint bij omgangsvaardigheden

     

    Waarom is het zo dat sommige hun discussies in een ruzie laten beëindigen, terwijl anderen over hetzelfde onderwerp discussiëren en hun discussie op een vriendelijke wijze beëindigen? Waarom is het zo dat wanneer een vriend van je aan het woord is, iedereen aandachtig naar diegene luistert. En wanneer jij aan het woord bent, die wellicht intelligenter is dan hij, niet word aangehoord?

     

    Waarom is het zo dat wanneer de ene Imaam een preek geeft er onder de aanwezigen zijn die gapen of slapen, een ander aan het spelen is met zijn gebedskleed, een anderen herhaaldelijk van positie blijft veranderden? Terwijl een ander Imaam precies dezelfde preek kan geven met exact dezelfde woorden als de eerstgenoemde, maar waarbij de aanwezigen zeer aandachtig luisteren, zelfs in die mate dat zij niet eens met hun ogen knipperen?

     

    Waarom is het zo dat wanneer de ene leraar door de gang loopt, alle studenten zich om hem heen scharen? De één schudt zijn hand, en de ander vraagt zijn advies, een ander klaagt weer over een bepaald probleem dat hij heeft? Als hij op zijn kantoor zou zitten en de studenten toestemming zou geven om binnen te komen, dan zou zijn kantoor gevuld zijn met studenten, aangezien iedereen met hem wil zitten. Terwijl een andere leraar helemaal alleen door de gang loopt. Geen enkele student benadert hem om zijn hand te schudden, of om over een probleem te klagen. Als hij zijn kantoor open zou laten van zonsopgang tot zonsondergang, dan zou niemand er naartoe komen, aangezien niemand in zijn gezelschap zou willen zijn.

     

    Een persoon treedt een openbare gelegenheid binnen en iedereen lacht naar hem en is blij hem te ontmoeten. Iedereen wil naast hem zitten. Een andere persoon die daarentegen binnenkomt, krijgt koude handen geschud, die slechts uit gewoonte of beleefdheid worden gegeven. Hij zoekt vervolgens een plaats waar hij kan zitten, maar hij vindt geen enkele persoon die plaats voor hem maakt of hem roept om naast hem te komen zitten.

     

    Waarom is het zo dat de ene vader zijn huis binnentreedt en zijn kinderen met plezier naar hem lachen en hem warm verwelkomen, terwijl een andere vader zijn huis binnentreedt maar niemand van zijn kinderen die naar hem omkijken? Sterker nog, de kinderen vluchten van hem, en willen niet met hem samen zitten in dezelfde ruimte. Waarom is het zo dat ene vader zeer geliefd is bij zijn kinderen, ervan houden hem te groeten en te vergezellen waar hij ook naartoe gaat. Terwijl de andere vader zijn kinderen smeekt om hem te vergezellen, maar zij elke keer verschillende excuses verzinnen om dit te vermijden. Zijn zij beide niet vaders? Waar komt dit verschil vandaan?

     

    Hoe kan dit? Dit heeft allemaal te maken met omgangsvaardigheden. Ik zou eenieder uitdagen om een succesvol persoon te vinden, of dit nu op de werkvloer is, het gezinsleven, zoals een succesvolle vader met zijn kinderen, of een succesvolle vrouw met haar echtgenoot, of succesvol in het maatschappelijk leven, als buren of collega’s. Het maakt niet uit. Ik daag eenieder uit om een persoon te vinden die zijn succes niet heeft behaald middels bepaalde omgangsvaardigheden.

     

    Je zult de meest bekwame persoon worden in het gebruik van verschillende omgangsvaardigheden, wanneer je elke persoon op zo een wijze behandelt dat eenieder van hen denkt dat hij de meest geliefde persoon bij jou is. En hen uniek doet voelen. Behandel jouw moeder bijvoorbeeld zo vriendelijk dat ze begint te denken dat jij nog nooit iemand op zo een goede manier behandelt hebt.

     

    Hetzelfde kunnen we zeggen over de manier waarop jij met je vader, echtgenote, kinderen, familie leden, buren en vrienden dient om te gaan. In feite kun je dit zelfs toepassen op een persoon die je slechts één keer ontmoet. Je zal ervoor kunnen zorgen dat al deze mensen het er met elkaar over eens zullen zijn dat jij de meest geliefde persoon bij hen bent, indien jij er slechts voor zorgt dat zij denken dat zij het meest geliefd bij jou zijn.

     

    We dienen onze persoonlijkheid te veranderen, en een gefronste gezicht vervangen met een lachend gezicht, woede te vervangen met verdraagzaamheid, en gierigheid met vrijgevigheid. En niets hiervan is moeilijk, maar het vereist wel vastberadenheid en volharding!

     

    Eenieder die de biografie van de Profeet, SallAllahu ‘alayhi wa selam, leest zal zich realiseren dat hij met behulp van deze vaardigheden met mensen omging en zodoende hun harten veroverde. De Profeet zou deze vaardigheden niet slechts in aanwezigheid van mensen toepassen en zodra hij alleen met zijn familie was, zijn verdraagzaamheid vervangen met woede of zijn zachtaardigheid vervangen met hardheid. Hij was nooit opgewekt tegenover sommigen en knorrig tegenover zijn eigen familie leden. Hij was geen persoon die wel vrijgevig was tegenover iedereen maar niet tegenover zijn eigen kinderen en vrouwen. Hij handelde echter altijd op natuurlijke wijze. Hij aanbad Allah door zijn goede manieren, zoals hij Allah aanbad met het gebed. Hij beschouwde zijn glimlach, zijn vriendelijkheid, zijn vergevensgezindheid en zijn zachtaardigheid als aanbidding en goede daden tegenover Allah. Degene die goede manieren als aanbidding en goede daden tegenover Allah beschouwd, zal altijd welgemanierd zijn, zowel in oorlog als in vrede, wanneer hij hongerig is of verzadigd, wanneer hij gezond is of ziek, gelukkig of verdrietig.

     

    Hoeveel vrouwen horen over de edele manieren van hun echtgenoten, zoals hun geduld, opgewektheid, vrijgevigheid en vriendelijkheid, maar hebben deze manieren nooit in huis mogen zien? Zulke echtgenoten zie je thuis vaak slechtgemanierd, ongeduldig en knorrig en constant aan het vloeken, en buiten met anderen zijn ze hele andere mensen. Hetzelfde kan gezegd worden over ouders. Hoe vaak horen we van de goede manieren die sommige vertonen, zoals vrijgevigheid, goed gedrag tegenover anderen en dergelijke. Maar tegenover de meest nabije personen, die het grootste recht tegenover hen genieten, zoals hun kinderen, zijn ze heel afstandelijk en koud.

     

    De Profeet, SallAllahu ‘alayhi wa selam, heeft gezegd dat de beste onder jullie degene is die het best is tegenover zijn familie. Jazeker, de beste van jullie is degene die het best is tegenover zijn familie; tegenover zijn ouders, zijn vrouw en kinderen.

     

    Veel mensen reserveren hun goede manieren vaak ook slechts voor mensen die zij in aanzien houden. En diegenen genieten privileges boven anderen die ze minder in aanzien hebben. Zo worden de fouten van een rijke als klein beschouwd, en worden over het hoofd gezien. Wat de arme betreft, zijn fouten worden als groot en kwalijk beschouwd. Neem dus een voorbeeld van de Profeet, zijn goedheid omvatte zowel de rijken als de armen, de sterke als de zwakken, en ga zo door, hij discrimineerde hier niet in. Het was niet verbazingwekkend dat de harten van de armen gehecht waren aan de Profeet. Hij verkreeg hun respect en liefde door zo een houding.

     

    Veel arme mensen zouden de rijken niet kunnen beschuldigen van gierigheid in termen van rijkdom en voeding, maar zij zouden ze zeker wel kunnen beschuldigen van gierigheid in termen van zachtaardigheid en goede behandeling. Hoe vaak glimlacht men naar een arme en geven hem het gevoel dat hij waardig en respectabel is? Helaas word er te vaak neer gekeken op minder benadeelde, hetzij fysiek, financieel, of in intellect. Maar misschien dat slechts een glimlach naar een arme zwakke man je in rang zal verheffen bij Allah, en zou hij de reden zijn dat Allah Zijn genade vanuit de hemel over je doet neerdalen.

     

    Mensen worden beïnvloed door de manier waarop wij met ze omgaan, al hebben we dit zelf niet altijd door. Het positief beïnvloeden van mensen en hun harten veroveren is makkelijker dan men denkt. Dit kun je met simpele vaardigheden bereiken, op de voorwaarde dat we oprecht zijn in het oefenen van deze vaardigheden. Deze vaardigheden zullen onze leven plezieriger maken, naast de beloning ervoor in het hiernamaals. Geniet dus van deze vaardigheden en pas ze toe op de ouderen, jongeren, rijken, armen, verwanten en mensen die dicht bij je of verder van je weg staan. Gebruik deze vaardigheden om hun liefde te verkrijgen en hen te verbeteren, of jezelf anders te beschermen tegen hun potentiële kwaad.

     

    Houdt ontplooiing en ontwikkeling voor ogen

     

    Sommige mensen beheersen bepaalde vaardigheden van nature, terwijl anderen ze moeten leren om succesvol te worden. Sommige van ons kunnen bekwaamheden hebben waar degene niet eens van bewust is, of niemand heeft degene geholpen deze te ontdekken. Men zou deze vaardigheden zelf kunnen ontdekken, maar een broeder, zuster, familie lid, of via een leraar, via een collega, en noem maar op kunnen hier ook bij helpen. Het kan zelfs zo zijn dat deze vaardigheden in deze persoon verborgen blijven en hij zoals al die andere doorsnee mensen door blijft leven, zonder zijn potenties ooit benut te hebben. Op deze manier verliezen wij misschien een belangrijk persoon in onze Ummah! Een leider, een geleerde, een preker, een succesvolle echtgenoot of ouder, en ga zo door. Figuren die wij hard nodig hebben in onze gemeenschap. Probeer je potenties dus te ontdekken en vervaardig deze! En help je mede Moslim in het ontdekken van zijn potenties! En moedig elkaar hierin aan! Hoe vaak zijn wij boos geweest vanwege het slechte gedrag van onze kinderen en vrienden? Maar hebben we oprecht en geduldig geprobeerd hen te helpen hunzelf te verbeteren? Probeer de lamp te herstellen in plaats van de duisternis te vervloeken.

     

    Het kan zijn dat je met iemand van twintig jaar zit en je ziet dat hij bijzondere manieren, logica en gedachten heeft. Vervolgens zit je weer met hem wanneer hij dertig is, en je ontdekt dat hij nog steeds precies hetzelfde is als tien jaar geleden en totaal niet verder is ontwikkeld. Hij heeft die jaren verspild en al zijn potenties niet gebruikt, benut en vervaardigd. Wanneer je echter met anderen zit, merk je dat zij wel voordeel halen uit hun leven. Je ontdekt dat zij zichzelf dagelijks verbeteren. Sterker nog, geen uur gaat voorbij of ze gaan vooruit op religieus of op ander vlak.

     

    Er zijn er die ervan houden om naar televisiezenders en programma’s te kijken die ervoor zorgen dat hun algemene kennis en intelligentie groeit. Zij halen profijt uit anderen door naar hen te luisteren en van hun ervaringen te leren. Zij leren eigenschappen en vaardigheden, vergroten hun begrip en vakkundigheid. Dan zijn er weer anderen die geen enkele serie kunnen missen over een mislukt liefdesverhaal, een emotionele drama, of horror, en andere films over waardeloze fantasieën die niets met de realiteit te maken hebben.

     

    Merk het verschil op tussen deze twee, na vijf of tien jaar. Welke van de twee zou zichzelf het meest verbeterd hebben in de mogelijkheid om informatie te doorgronden, algemene kennis te verwerven, de kracht heeft om andere te overtuigen, de harten kan winnen, en wie zal er succesvol in staat zijn om met verschillende situatie om te gaan? Er is geen twijfel dat dit de eerste persoon zal zijn! Je zult zien dat de manieren van de eerste persoon totaal anders zijn dan de tweede persoon.

     

    Wanneer hij argumenteert, dan doet hij dit op basis van wetenschappelijke referenties, feiten en voorbeelden. Terwijl de tweede persoon alleen woorden van acteurs en zangers kan citeren.

     

    Laten we dit vanuit een ander perspectief bekijken; die van het lezen van kranten en tijdschriften. Hoeveel mensen halen voordeel uit het lezen van belangrijk nieuws, kennis en informatie dat hen helpt om hun persoonlijkheden verder te ontwikkelen, hun vaardigheden verbetert en hun algemene kennis vermeerdert? En hoeveel zijn er ook die niets anders kunnen lezen behalve sport en shownieuws? Dit gaat zelfs zo ver dat veel kranten met elkaar concurreren in het vermeerderen van sport en amusement pagina's ten koste van andere voordelen. Hetzelfde kan gezegd worden over bijeenkomsten en zaken waarin we onze tijd verspillen.

     

    Geef niet toe aan conditioneringen

     

    Sommige mensen geloven dat ze de karaktereigenschappen waarmee ze zijn opgevoed, waardoor zij herkend worden en die een bepaalde indruk bij anderen achtergelaten, nooit kunnen veranderen. Zij geven zich over aan deze gedachte, zoals een persoon zich over zou geven aan het feit dat hij zijn lengte of huidskleur niet kan veranderen. Maar onze situatie is niet als dat van een gemorst glas melk, wat je niet meer terug kunt scheppen in het glas! Als iemand van een leven in ongeloof kan veranderen tot een vrome gelovige, dan kan men zijn karakter ook veranderen.

     

    Middels verschillende gedrag experimenten met dieren is wetenschappelijk bewezen dat machteloosheid aangeleerd gedrag is. De meerderheid van de Ummah vandaag de dag bevind zich in een toestand van aangeleerde machteloosheid. De winnaars zijn winnaar en de verliezers zijn verliezers al voordat zij hun strijd beginnen. Hoe hebben de Moslims geleerd machteloos te zijn, dat hun krachten en inzet niet van nut zullen zijn en dat het daarom niet nodig is om het te proberen? Een ware wederopleving van de Ummah is niet mogelijk totdat we in onszelf beginnen te geloven en inzien dat onze daden van belang zijn in zowel deze wereld als hiernamaals.

     

    Onze kracht of zwakte zit zoals Allah ons duidelijk heeft gemaakt, in onszelf, in onze vooruitzichten, onze verstand, onze ziel, ons begrip, doorzettingsvermogen, geloofsovertuiging en inzet. We kennen de aya allemaal, waarin Allah ons duidelijk maakt dat Hij onze toestand niet veranderd, totdat wij onze eigen innerlijke dispositie veranderen. Het is niet eens nodig deze te citeren. Als wij dit weten, waarom leven wij hier dan niet naar?

     

    Laat omstandigheden en andere mensen niet over je leven beslissen, ontwaak uit de sluimer van laksheid, luiheid, achteloosheid en afleiding. En wees niet van degene die alles alsmaar uitstellen, alsmaar op andere afschuiven, alsmaar op andere rekenen, situaties alsmaar accepteren en voor gegeven nemen. Allah geeft van de wereldse zaken aan degene van wie Hij houdt en van wie Hij niet houdt. Maar Allah geeft religie alleen aan degene van wie Hij houdt. Dus als jij een Moslim bent, en gelooft in de waarheid neder gezonden door Allah, dan betekend dit dat Allah van je houdt! Maar hoe beantwoord jij deze liefde? Hoe heb jij jezelf ontwikkeld en ontplooid, ten dienste van Allah, ten dienste van de Islam, ten dienste van de Ummah? Wat heb jij terug gedaan voor deze gunst van Allah; de Islam?

     

    Sta op, en behoor niet de levende doden, ontsnap uit die mentale gevangenis. Bevrijd jezelf en bepaal zelf hoe jij je leven wil leiden, in plaats van de mensen om je heen. Maak je geen zorgen over wat anderen wel of niet over je zullen denken, zij maken zich waarschijnlijk toch meer zorgen over wat jij over hun zult denken. Probeer jezelf en je omgeving positief te veranderen, en dit begint bij het positief veranderen van je karakter en je omgang met mensen, jezelf intellectueel verder te ontwikkelen en te ontplooien, en van toegevoegde waarde te zijn voor jouw gemeenschap, gezin, en jezelf.

     

    Durf te ondernemen om de Tevredenheid van Allah te verkrijgen. Streef naar verbetering in je leven en naar een verdere toenadering tot Allah. Vraag jezelf af of je nu beter af bent dan een jaar, maand of week geleden? Nee, zo niet, weet dan dat veranderingen niet vanzelf komen, en je situatie niet vanzelf beter word! Daden leiden misschien niet per definitie tot succes en geluk, maar er bestaat geen enkel succes of geluk zonder daden, dus handelingen zijn hoe dan ook noodzakelijk en een vereiste om je situatie te veranderen en te verbeteren. Veel mensen klagen op oude leeftijd over wat ze niet hebben gedaan of kunnen doen, jij bent in die positie om het wel te kunnen doen. Je hebt jouw jeugd, je verstand, je gezondheid, en misschien zelfs de financiële middelen, en boven dit alles de ultieme leiding van Allah in je handen! Het kompas tot succes en geluk! Dus wat wil je nog meer? Waar wacht je nog? Wat houd je nog tegen?

     

    Stel prioriteiten en doelen

     

    En laat je vooral niet demotiveren bij enkele terugslagen of fouten, alleen slapende maken geen fouten! Wees ook efficiënt, en focus je op datgene wat jij makkelijk aankunt, en waar jij de potentie en middelen voor hebt. Wat voor zin heeft het om van alles te verrichten wat je niet afmaakt, en maar half of gebrekkig verricht? Kwaliteit gaat voor kwantiteit. Als je iets doet, laat het dus ook kwalitatief goed zijn. Alleen op deze wijze zul jij jezelf inshaAllah succesvol hervormen, ontwikkelen en ontplooien.

     

    Stel prioriteiten en concentreer je op belangrijke zaken, weet dat je gemakkelijk opgeslokt kan worden in een stortvloed aan trivialiteiten. Het is triest dat als we om ons heen kijken we dan zien hoeveel Moslims zich bezig houden met trivialiteiten, ondanks hun goede bedoelingen. En doe vooral niet alles tegelijkertijd. Als je wilt dat je computer vast loopt, open dan twintig toepassingen tegelijk. Als je goede prioriteiten stelt, is het niet nodig om te multi tasken. Wees op je hoede voor binnen sluipende taken, en op een gegeven moment meer doet om je productief te voelen dan dat je daadwerkelijk wat tot stand brengt. Stel jezelf dus de vraag, ben ik productief of slechts actief bezig? Onderzoek je tijdsbesteding en durf ook investeringen te maken, koop boeken, en investeer in je ontwikkeling! Waarom kun jij dat geld wel makkelijk spenderen aan overbodige kleding en spullen die je alleen afleiden, maar ben je te gierig wanneer het aankomt op het investeren in jouw ontwikkeling!! Hiermee doe jij jezelf alleen tekort.

     

    Gebruik korte termijnplanningen en strakke, korte deadlines om jezelf tot gerichte, directe actie te dwingen, om uitstellen te voorkomen en triviale zaken te negeren. Ja, dit vergt enorme zelfdiscipline, maar je zult merken dat je hier gaande weg sterker in word, met wat vallen en opstaan. Zolang je het doel voor ogen maar blijft houden, en je doorzettingsvermogen niet laat weg sijpelen. Zoals je de motivatie op kunt brengen om vele uren per dag te werken, voor datgene wat je in de winkel hebt zien hangen. En jij jezelf wel tot motivatie kunt dwingen om dagen lang te studeren, zodat je kunt slagen voor die examen. Probeer jezelf op diezelfde wijze te dwingen tot het opbrengen van de motivatie om jezelf tot die succesvolle gelukkige intelligente persoon te ontwikkelen en te ontplooien, waartegen jij altijd opkeek, en welke jij altijd wenste te zijn. Vorm jezelf om tot die persoon van aanzien, die succesvolle persoon die deze gemeenschap nodig heeft! Die persoon die ten dienste leeft voor de Ummah! Die zijn kwaliteiten positief in zal zetten in deze gemeenschap, in zijn gezin, op de werkvloer en de maatschappij. Wees die succesvolle vader voor je kinderen, die succesvolle echtgenoot, die succesvolle zoon, die succesvolle figuur waar de Ummah wat aan heeft. Onderneem om de Tevredenheid van Allah te verkrijgen.

     

    “Het is duidelijk wat de prijs van informatie is; ze gaat ten koste van de aandacht van de ontvangers. Daarom creëert een overvloed aan informatie aandachtsarmoede en de noodzaak om je aandacht efficiënt te verdelen zodat deze niet wordt opgeslokt door een overvloed aan informatiebronnen.”

     

    In een tijd als deze is het goed om het vermogen te gaan ontwikkelen om selectief onwetend te worden. En dingen te leren negeren. Onwetendheid over onbelangrijke zaken is noodzakelijk. Dit vraagt om een informatie dieet. Zoals de mens onnodig veel calorieën zonder voedingswaarde tot zich kan nemen, kan men ook teveel onnodige informatie uit de verkeerde bronnen tot zich nemen. De meeste informatie is tijdverslindend, negatief en irrelevant voor je doelstellingen. Wat doe je dan met die extra tijd? Versterk de band tussen jou en je ouders, je wederhelft en je kinderen, breng tijd met ze door. Sta stil bij het leven, en bij jouw positie hierin, denk na over het verleden en de weg die je hebt afgelegd, en waarnaar je toe gaat. Lees de Quran, dat Islamitische boek wat onder het stof ligt, gebruik je verstand en overpeins. Behoor niet tot de grazende hersenloze kudde consumenten, zonder besef noch doel.

     

    Dus ontwikkel de gewoonte om jezelf soms af te vragen of je deze informatie werkelijk kunt gebruiken. Brengt dit je dichter tot je doelen of niet? Denk aan je tijd. Iets waarmee je begint hoeft niet automatisch afgemaakt te worden als er geen nut in zit! Als je een waardeloos artikel aan het lezen bent, leg het dan weg. Meer is niet altijd beter. Maar het belangrijke doen en het triviale negeren is moeilijk omdat de wereld zich lijkt samen te spannen om je allerlei flauwekul op te dringen. Wees de schaker en niet het schaakstuk in dit spel, en laat je niets opdringen, wees geen pion, het is jouw leven! Scheur je los van de conditioneringen die je vasthouden in de dagelijkse sleur. Hoeveel uren per week spendeer jij bijvoorbeeld wel niet op het internet, zonder dat je een stap vooruit komt in je ontwikkeling? Je stampt je verstand vol met allerlei informatie die je niet nodig hebt, informatie dat ruimte in beslag neemt, ruimte waar bruikbare belangrijke informatie in opgeslagen had kunnen worden! Zou jij je mail box vol laten lopen met spam berichten, waarom laat jij je verstand dan vol lopen met allerlei informatie, uit de kranten, televisie, internet, tijdschriften en folders, die jij niet nodig hebt!

    13-04-2011 om 06:19 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Ummah en haar zelfbeeld

    De Ummah en haar zelfbeeld

     

    Hoe kijken wij tegen onszelf aan? Wanneer jij in de spiegel kijkt, wat zie jij dan? Voel jij je dan beschaamt, onderdanig en klein? Of trots, waardig en tevreden over jezelf, en ben je ervan overtuigd dat je een positieve bijdrage kunt leveren aan de mensheid? De wijze waarop jij jezelf ziet, bepaald in grote mate hoe anderen jou zien. Jouw zelfbeeld is het beeld waarnaar je ook zult leven. De meest makkelijke wijze om iemand te manipuleren en te beïnvloeden, is hem een bepaald zelfbeeld verkopen, waar diegene ook vanzelf naar zal gaan leven, ook wel selffulfilling prophecy genoemd. Vertel iemand lang genoeg dat hij waardeloos is en niks voorstelt, en hij zal er op een gegeven moment in geloven en ernaar leven. Helaas word deze fout ook vaak gemaakt in onze opvoeden, we smeren onze kinderen een verstoord en verkeerd zelfbeeld aan, omdat we ze er slechts alsmaar op wijzen dat ze dit of dat fout doen. Waardoor een kind er op een gegeven moment ook van overtuigd raakt dat het niks goeds kan doen. Maar dat terzijde voor nu. Ik wil op een andere factor wijzen die ons zelfbeeld als gemeenschap negatief beïnvloed.

     

    Voor een tiran om te kunnen regeren, dient hij het volk onder de duim te kunnen houden, en dit zal hij doen door de trots, eer en waardigheid van het volk te vernietigen. Het volk dient met een gebogen hoofd te lopen, en niet tegen durven te stribbelen. Om het volk als slaven te kunnen gebruiken, dien je hen eerst onderdanig te krijgen, en hiervoor dien je de eigenwaarde en het zelfrespect van dit volk te ontnemen. Je kunt een persoon niet fysiek als slaaf nemen, als hij mentaal een slaaf weigert te zijn.

     

    Verandering, uit zo een situatie, was nooit het resultaat geweest van de vraag en de noodzaak. Het was nooit het resultaat geweest van het beklag van de meerderheid. Nee, dit was het resultaat van een klein aantal wat haar zelfrespect, waardigheid, trots en eer niet had verloren, of deze terug had gewonnen! Als jij jezelf niet ziet als iemand die de verantwoordelijkheid zal en kan dragen, als jij jezelf niet ziet als iemand die wat bij te dragen heeft, dan zul jij deze verantwoordelijk ook niet dragen, en zul je ook niets bijdragen. Het begint dus bij dit zelfbeeld, jouw zelfbeeld is de sleutel tot veranderingen om je heen, het vormen en beïnvloeden van de gemeenschap en maatschappij.

     

    We kennen allemaal het verhaal van Rosa Parks. De wet was in de jaren vijftig zo dat de Afro-Amerikanen achter in de bus moesten zitten. Iedereen accepteerde dit. Ondanks het feit dat beide blanke en donkere Amerikanen dezelfde prijs betaalde, moesten de donkeren achterin zitten. En men accepteerde dit. Rosa Parks een tweeënveertig jarige vrouw, die haar zelfrespect en eigenwaarde daarentegen niet had verloren, weigerde dit en ging op de eerste rij zitten. Dit was één vrouw, geen georganiseerde groep mensen, laat staan een gehele gemeenschap. Nee, dit was één vrouw, één persoon. Zij heeft het uiteindelijk voor elkaar gekregen dat de hele scheiding tussen blank en zwart ineenstortte.

     

    Wij worden door allerlei impulsen om ons heen bestookt en aangezet tot bepaalde gedachten, maar het is aan ons om hieraan onder te gaan of hiervan los te breken. Er worden allerlei standaarden geplaatst waarnaar je moet leven, en kaders waarin je hoort te leven. Zie jij er niet zus of zo uit, kleed jij niet zus of zo, denk jij niet zus en zo, heb jij niet die en deze mening, als jij je leven niet zus en zo invult, dan hoor je er niet bij, dan ben je minderwaardig en loop je achter. Is dit niet de realiteit waarin we leven? Zijn dit niet zelfbeelden die ons verkocht worden? Is dit geen mentale slavernij dat ons word opgelegd? Wie legt deze standaarden, wie plaatst deze kaders? En nog belangrijker is de vraag, waarom geven we ons hieraan over, en worden we onzeker als we niet naar deze standaarden en binnen deze kaders leven? De Islam daarentegen leert ons trots, eer, zelfrespect en eigenwaarde te hebben, en hierboven te staan.

     

    Wat is de bron van jouw zelfbeeld? In de Seerah lezen we een incident. Waarbij Hakim ibn Hizam een mantel aan de Profeet, SallAllahu ‘alayhi wa selam, cadeau had gegeven. Deze mantel behoorde tot de eens machtige koning Ziyazan van Yemen. De volgende dag zag Hakim ibn Hizam de metgezel Usama ibn Zayd, Radhiya Allahu ‘anhum, lopen in deze mantel. Usama ibn Zayd was een donkere man, en zijn vader was een slaaf geweest. Toen Hakim ibn Hizam, destijds nog ongelovig, hem in deze mantel zag, zei hij tegen hem, Usama ben jij degene die de mantel van de machtige Ziyazan draagt?! Wel nu, wat zei Usama ibn Zayd? Verontschuldigde hij zich, en zei tegen hem dat hij dit cadeau heeft gehad van de Profeet? Nee, hij zei tegen hem, bij Allah ik ben beter dan Ziyazan, en mijn vader is beter dan zijn vader, en mijn moeder is beter dan zijn moeder! Want ik en mijn ouders getuigen dat er geen god is naast Allah, en jouw koning niet! Zie wat zijn bron van trots en waardigheid was; zijn religie, de Islam. Het was niet zijn uiterlijk, het was niet zijn rijkdom, het was niet zijn achtergrond, zijn vader was nota bene een slaaf geweest. Hij voldeed niet aan de mens geplaatste standaarden. Nee, hij stond hierboven! En niet eronder.

     

    Laat de Islam jouw zelfbeeld bepalen, en niet een commerciële wereld die de mensen slechts als koeienuiers wil leeg melken. En niet door een seculiere wereld en haar media tentakels die de mensen slechts onder de duim wil te houden. En niet door de grazende massa die slechts met de blinde kudde meegaan. Nee, sta hierboven, verhef jezelf boven hen want je bent meer waard. Haal jouw eigenwaarde uit de relatie die je hebt met Allah en jouw toenadering tot Hem. Haal jouw eigenwaarde uit de bijdrage die je levert aan de Ummah. Haal eigenwaarde uit jouw positieve rol en invloed als zoon, dochter, echtgenoot, echtgenote, vader, moeder, broeder, zuster en buur. Haal jouw eigenwaarde en trots uit de geschiedenis van de Moslim Ummah en haar opofferingen en successen, laat dit niet vergeten en verloren gaan en bouw hierop verder. Laat dit jouw eigenwaarde bepalen, en niet je uiterlijk, rijkdom, afkomst, geslacht e.a inhoudsloze bronnen van trots en waarde. Laat jouw rol als Moslim de bron voor je eigenwaarde zijn.

     

    En val niet in de sleur van zelfmedelijden. Wat we soms zien is dat het slachtoffer van onrecht zichzelf de schuld geeft voor het onrecht dat hem of haar word aangedaan. Diegene legt de schuld bij zichzelf en gaat allerlei excuses verzinnen voor de dader, en denkt bij zichzelf; had ik maar zus of zo gedaan en zei ik dit of dat maar, dan was mij dit niet overkomen. Bij huiselijke geweld zien we dit vaak. En helaas zien we dit ook terug in de Ummah, wij verzinnen excuses voor de daders die ons als gemeenschap onrecht aandoen. Leggen de schuld bij onszelf in plaats van de daders, en vallen zo weer verder in de spiraal van onderdanigheid. Nee, maar het is wel onze fout dat wij dit onrecht nog langer toestaan! Dat wij dit ongestraft door laten gaan en dit pikken! En hier niet boven uit groeien!

     

    In de Islam word het ons streng afgeraden om te bedelen. We worden afgeraden om teveel op anderen te rekenen en terug te vallen. En we worden aangespoord tot zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Zoals Allah Al-Ghani (Zichzelf genoegzaam) is, dient deze Goddelijke eigenschap een voorbeeld voor ons te zijn om naar te leven. Laat zelfstandigheid en onafhankelijkheid onze karakters sieren. De metgezellen zouden op een kameel zitten, en hun zweep zou op de grond vallen. Er zouden mensen om hun heen staan die hen deze zweep aan konden geven. Maar het behoorde niet tot hun karakters om van andere mensen afhankelijk te zijn, en stapten af van hun kameel om deze zweep zelf op te pakken. Als jij je eigenwaarde en zelfrespect wil opkrikken, leer dan zelfstandig en onafhankelijk te zijn, al is het maar een glas water voor jezelf pakken in plaats van je echtgenote of broertje en zusje hier naar te vragen. En wees een helpende hand in het huishouden. Volg het voorbeeld van de Profeet, SallAllahu ‘alayhi wa selam, hierin. In plaats van de rotzooi achter je op te laten ruimen door je echtgenote of moeder. Vaak zien we dat de moeder al het huishouden in het gezin doet, zelfs de bedden moeten door onze moeders opgemaakt worden. Het is dan ook niet gek dat onze moeders vaak op jonge leeftijd al uitgeput en ziek zijn, ze dragen teveel op hun schouders. Nee we moeten onze kinderen zelfstandigheid leren, vanaf jongs af aan. En hen leren mee te helpen in het huishouden. En daarmee doel ik vooral op de jongens in het gezin. Dit even tussendoor.

     

    Een nobel en eerbiedig persoon rekent niet op andere mensen en stelt zich niet afhankelijk van hen, maar rekent op zichzelf, werkt naar zelfstandigheid en onafhankelijkheid toe. Als een ander zijn invloed op jou wil uitoefenen, en jouw waardigheid en zelfrespect wil ontnemen, dan zorgt hij ervoor dat jij van hem afhankelijk word! Is dit niet wat wij zien in de wereld? Derde wereld landen die afhankelijk zijn van hulp en bijstand? Zelfs onze Islamitische thuislanden. Ze zijn economisch ontzettend afhankelijk. Tot op het punt dat Moslims hun thuislanden verlaten zodat zij in het westen kunnen wonen en werken.. Wat denk je dat dit met ons zelfbeeld doet? Wanneer jij je hand opsteekt en je afhankelijk stelt aan een ander? Zoals wij hier helaas in het westen doen als Moslim migranten? Ik probeer geen zout op de wonden te strooien, maar ik probeer aan te geven dat wij in een situatie verkeren dat ons zelfbeeld fragiel en kwetsbaar maakt, en dit tegen ons misbruikt word! Ons zelfbeeld vernietigen is vanwege onze economische afhankelijkheid makkelijker geworden. Er is een situatie gecreëerd, een val, een list, waar wij als prooien slachtoffer van zijn geworden helaas. En wij moeten hier mentaal en emotioneel uit zien te groeien.

     

    De Moslims in de tijd van de Profeet, SallAllahu ‘alayhi wa selam, hadden niet veel, het waren arme mensen, maar zij behielden hun waardigheid en zelfrespect. Wat is nu beter? Leven met minder, maar met eigenwaarde en zelfrespect? Of leven met meer, maar zonder eigenwaarde en zelfrespect? Zoals het gezegde luidt, sterven in trots en eer, is beter dan leven in schande en vernedering. Dit is het karakter wat wij dienen te vormen. De Profeet leerde ons een karakter te vormen waarop we trots zouden zijn, een karakter met eigenwaarde. Dit is helaas iets wat we bij veel mensen verloren hebben zien gaan. Wij moeten karakters zien te bouwen waar wij weer trots op kunnen zijn.

     

    Hierbij moeten we leren dat meer niet altijd gelijk aan beter staat. Minder kan beter zijn dan meer. Wat zien wij vandaag? We hebben meer voedsel, maar met minder voedingswaarde. We hebben meer medicatie, maar minder welzijn op de wereld. We hebben meer huishoudelijke apparaten, maar minder tijd! We hebben meer spullen in onze leven, maar ze hebben geen emotionele waarde. We hebben een groter inkomen, maar komen altijd tekort. Kortom de Barakah ontbreekt, de innerlijke waarde. En dit is waar wij naar moeten streven, dan is minder beter dan meer. Geef je dus niet over aan materialisme en wat de wereld te bieden heeft, ten koste van je eigenwaarde. Want wat krijg je er nu werkelijk voor terug?

     

    Hoe kan het dat hetgeen waarin wij geloven geen impact heeft op onze levenswijze en karakters? Er word gezegd, als je niets gevonden hebt in je leven wat waard is om voor te sterven, dan is het niet waard om te leven. En wij hebben datgene waarvoor wij zouden willen sterven, althans dat is wat wij beweren. Als wij voor de Islam zouden willen sterven, waarom zijn we dan niet bereid om slechts wat economische opofferingen te maken? Waarin zit denk je meer eigenwaarde, wanneer je iets krijgt, of wanneer je iets geeft? Dus dit is een tip, als jij je eigenwaarde en zelfrespect wil opkrikken steek je hand dan niet uit om te ontvangen, maar steek je hand uit om te geven. Zoals de Islam ons dit ook leert.

     

    Kortom, wees een contributie voor de mensheid, wees een helpende hand en win je eigenwaarde terug! Sta op tegen onrecht, en durf dit aan te wijzen en het af te keuren. Hoe vaak zien we op de basisschool dat kinderen niet op durven te komen voor iemand die gepest wordt? Ze durven niet tegen dit onrecht op te staan, het af te keuren en aan te wijzen voor wat het is. Omdat ze bang zijn vriendjes te verliezen en er niet meer bij te horen. Wel wat is beter, het winnen van je eigenwaarde, of het leven met schuldgevoelens en een laag zelfbeeld? Wie leert dit onze kinderen? Dat is mijn punt.

     

    Promoot en preserveer een positief zelfbeeld van de gemeenschap. En raak niet geneigd slechts het negatieve in de gemeenschap te belichten. Onze voorgangers wilde een negatief beeld over de gemeenschap tegen gaan, en deden hun best een positief beeld over de gemeenschap te creëren en te preserveren. Daarbij wil ik het volgende verhaal aanhalen als voorbeeld.

     

    An-Nu'man ibn Al-Mundhir was een koning die voordat hij zich bekeerde tot de Islam, bekend stond als een koning die op sommige dagen erg wreed en sommige dagen heel zachtaardig kon zijn. Zo zou hij op zijn wrede dagen iedereen die hij voor zich zag staan, laten executeren. Op zijn milde dagen zou hij iedereen die hij voor zich zag staan, uitbundig overvloeden met weelde en rijkdom. Op één van zijn wrede dagen, gebeurde het zo dat er een oude arme man slachtoffer werd van zijn oordeel. Hij beviel hem te executeren. De oude man smeekte hem op zijn minst om uitstel, hij vroeg hem om drie dragen uitstel, zodat hij zijn familie leden vaarwel kon zeggen en dergelijke. An-Nu'man vroeg hem, en wie zal mij verzekeren dat jij terug zal komen? De oude man vroeg hem of hij niet iemand zou aanvaarden die garant voor hem zou staan. Hij vroeg toen vervolgens een zekere persoon genaamd Shuraik, om voor hem garant te staan. An-Nu'man waarschuwde Shuraik dat indien de man niet zou opdagen, hij in zijn plaats geëxecuteerd zou worden. Maar desondanks stemde Shuraik in om garant voor hem te staan.

     

    Zo gezegd zo gedaan. Drie dagen later werden de mensen verzameld om van de executie te getuigen. Maar de oude man bleef maar niet opdagen.. Dus de koning stond op het punt om Shuraik, die garant voor hem stond, in zijn plaats te laten executeren. De mensen smeekte en probeerde nog te pleitte voor de onschuldige Shuraik. Terwijl de mensen voor hem pleitte, zagen ze een man in de verte aan komen lopen. En zeiden, misschien is dat de man wel! Laten we even wachten totdat hij aan is gekomen. En inderdaad, het bleek hij te zijn. An-Nu'man was verwonderd, waarom zou de man terugkomen terwijl hij wist dat hij gedood zou worden?

     

    Dus An-Nu'man vroeg de man waarom hij terug was gekomen, wetende dat hij gedood zou worden. De man antwoordde; "Uit angst dat de mensen zullen zeggen, dat er geen loyaliteit meer leeft onder de mensen." Toen vroeg An-Nu'man aan Shuraik die voor hem garant stond, waarom hij hiertoe instemde, terwijl hij wist dat hij gedood zou kunnen worden. Shuraik antwoordde; "Uit angst dat de mensen zullen zeggen, dat er geen vrijgevigheid meer leeft onder de mensen." An-Nu'man antwoordde hierop; "Dan laat ik jullie beiden gaan, uit angst dat de mensen zullen zeggen, dat er geen vergevensgezindheid meer leeft onder de mensen."

     

    Help dus mee met het creëren van een positief zelfbeeld van deze gemeenschap, zoals onze voorgangers hier zelfs hun leven voor wenste op te offeren. Heb je een ruzie gezien tussen twee broeders, heb je een nare ervaring gehad met een bepaalde broeder, etc. Probeer dit voor je te houden, en probeer zoveel mogelijk de positieve ervaringen te belichten, zodat dit onze zelfbeeld over de Ummah zal doen opkrikken inshaAllah.

     

    Er is verder niets wat het zelfbeeld van een persoon meer schaadt dan zondigen, dit zou eigenlijk voor zich moeten spreken, vandaar dat ik er weinig aandacht aan heb besteed. Iemand die zich over heeft gegeven aan zonden zal vanwege zijn verdorven handelingen een laag zelfbeeld hebben. Iemand die daarentegen tegen zijn zondige aard strijdt, zal bij elk behaald succes, hoe klein deze ook is, zijn eigenwaarde vergroten. Sterker nog, slechts bij zijn berouw, oprechte inzet en toewijding, zal zijn eigenwaarde al groter worden. Moge Allah ons maken tot hervormers van de Ummah, en deze weer opkrikken en doen herleven. En dit begint bij een beter zelfbeeld over onze Ummah als geheel, en ons zelfbeeld individueel. Dit waren slechts wat punten om over na te denken, hopelijk zal het bijdragen aan een positief zelfbeeld en het werken hiernaartoe.

    12-04-2011 om 07:08 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog als favoriet !

    Archief per maand
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010


    Foto


    Foto


    Foto


    Foto


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!