Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • Dua bij reizen
  • De maand Sha'baan is aangebroken
  • De 1e openbaring uit de koran.
  • Wist je dat.. er altijd een bepaalde maat neer gezonden wordt
  • Honderd beste van het beste
  • Het Islamitische dieet
  • Het gelukkige einde!
  • Ethieken van het spreken
  • De juiste tijdsbenadering
  • Liefde en haar bezegeling
  • Deel 1 - Tussen de ahzaab van toen en nu
  • Vervolg deel 2 - Tussen de ahzaab van toen en nu
  • Het beschermen van onze bronnen
  • Da'wah doen met weinig kennis
  • De Moslim in een spiegelbeeld
  • Consumentisme:
  • Enkele Islamitische zeden
  • Tips in de Islamitische opvoeding Deel 1
  • Tips in de Islamitische opvoeding deel 2
  • Enkele onderwijs methoden
  • Karakter ontwikkeling en ontplooiing begint bij omgangsvaardigheden
  • De Ummah en haar zelfbeeld
  • Onze relatie met Allah en Zijn gunsten
  • Het neerslaan van blikken
  • Het verharde hart
  • De duistere wereld van de Djinn
  • Aardse leven
  • Waarde van de geloofsbelijdenis
  • De ziel van de overledene komt niet terug
  • Zien de doden de engelen en de Djinn?
  • De wereld en alles wat het bevat
  • Wat is er in het Paradijs voor de vrouwen?
  • De poorten van het Paradijs
  • De kleine tekenen van Qiyamah
  • De komst van de Mahdi
  • De komst van Jezus
  • De komst van Dajjaal
  • De komst van Gog en Magog
  • De laatste tekenen van Qiyaamah
  • Van de ene wereld naar de andere
  • De betekenis en waarheid van de dood
  • De zegen van het graf
  • De straf in het graf
  • Jezelf redden van de straf in het graf
  • De overledene redden van de straf
  • De verplichting om zichzelf en de familie tegen de hel te beschermen
  • Berechting op de dag des oordeels
  • Kenmerken van de engelen
  • Plichten van de engelen
  • De eigenschappen van Jibreel
  • Het effect van engelen op het leven van mensen
  • Manieren om jezelf tegen de Shaytan te beschermen
  • Je bent in het midden van een strijd..
  • Oprechtheid & intenties
  • De aard van de intentie
  • De weg naar al-Ikhlaas
  • Onthul je zondes niet
  • Oprechtheid en goede intentie
  • Al-ihsaan, volmaakt geloof
  • De betekenis van aanbidding
  • Tips voor een zwak Imaan
  • Al-Imaan (het geloof) wordt beproefd
  • Vrees dat aanbidding niet geaccepteerd wordt
  • Imaan versterken door Tawheed
  • Het eten van vlees met bloed is verboden,
  • Wijsheid achter de schepping van de duivel.
  • Het Islamitische begrip betreffende het leven
  • De zakaah
  • Bid'ah hassanah; beloning voor een vernieuwing?
  • Dromen en interpretatie ervan in Islam
  • Een definitie voor Taghut
  • De betekenissen van de shahaada
  • Tawheed
  • Shirk
  • Wordt niet boos en ik geef je Djennah
  • Kibr (hoogmoed)
  • Goede manieren
  • De persoon met twee gezichten
  • Belasteren
  • Het belang van een goed karakter
  • Omgaan met woede
  • De vier vragen die Allah swt ons stelt...
  • Wanhopige zoektocht..
  • Dertien deugden van Tawheed
  • Echte liefde
  • De Islamitische manier van slachten is beter
  • We hebben er allemaal kaas van gegeten
  • De Moslim is tolerant en vergevensgezind
  • Straf & Beloning in het hiernamaals
  • De wonderen van Zam Zam water
  • Bescherm je ogen deze zomer
  • Ben je tevreden over jezelf ?
  • Tijdsbesteding
  • Levensarchief
  • Berouw (Tawbah)
  • Het Goede Karakter
  • Relaties voor het huwelijk
  • Les over Riyaa-e
  • Parels der wijsheid
  • De aanvaardbare daden
  • Valse getuigenis afleggen
  • De zegeningen van Bismillah
  • Gebeurtenissen van dit leven
  • De sleutels tot het leven van het hart
  • Het hiernamaals als hoofdzorg maken
  • De dood
  • Tien adviezen aan de Moslimvrouw & Moslimman
  • De Hijaab (hoofddoek)
  • De Correcte Hijaab
  • De positie van de Vrouw in de Islam
  • Het verhaal van een bekeerde zuster
  • De belangrijkste punten aan een goede echtgenoot
  • Mijn lichaam is mijn privé
  • De Godvruchtige vrouw
  • Kleding van de vrouw
  • De status van de vrouw in de islam
  • Het verhaal van de zuster die getuige was van een wonder
  • Handen schudden tussen een vrouw en een man
  • Een man mag de Hijaab van zijn vrouw niet verbieden
  • Zal een vrouw die geen hijaab draagt naar de hel gaan?
  • Onze moeders en wij
  • 25 smeekbedes uit de Koran
  • De volgorde van openbaring van alle verzen 1 tot 56
  • De volgorde van openbaring van alle verzen 57 tot 114
  • Uitleg van Ayat El Koersie
  • Surah Al Qaf nader bekeken
  • Bij de vijg en de olijf {Koran Surah 95 : Ayah 1}
  • Dit zijn de 99 Schone Namen van Allah (s.w.t.).
  • Het gedenken van Allah (Subhana Wa Ta'ala)
  • Wanneer de mens zijn lippen sluit, begint Allah te spreken
  • Vertrouw op Allah (Subhana Wa Ta'ala)
  • De liefde van Allah (Subhana Wa Ta'ala)
  • Spreken over zegeningen van Allah (Subhana Wa Ta'ala)
  • Veel vragen over Allah (Subhana Wa Ta'ala)
  • Allah (Subhana Wa Ta'ala) doet leven en sterven
  • Een brief aan Allah (s.w.t.)
  • Er is geen discriminatie in de Islam
  • Concentratie tijdens het Gebed
  • Het geloof in de Laatste Dag
  • Islamitische Kalender
  • Islaam, Imaan & Ihsaan
  • ABC over de Islaam
  • Liefde in de Islam
  • Het Paradijs
  • De Heilige Ka?bah in Mekka
  • Hazretie Salih (a.s)
  • Hazretie Noah (Nuh) (a.s)
  • Hazretie Loeth (a.s)
  • Hazretie Idris (a.s.)
  • Het leven van de profeet Hoed (a.s)
  • De Profeten
  • De schepping van Adam
  • Salaam Alaikoem broeders en zusters
  • Halal en Haram
  • 40 Rabbana Smeekbededes uit de Koran
  • Mekka door de eeuwen heen
  • Geschiedenis van het offerfeest
  • Offerfeest - (IED-UL-ADHA / QURBANI)
  • Offerfeest
  • QURBÂNI OF HET OFFEREN
  • Extremisme en de Gemeenschap van de Middenweg
  • Mijn oemmah zal zich opsplitsen in 73 groepen
  • Zeer mooie leerzame site
  • De afscheidsbedevaart
  • Eenheid van de Ummah
  • 15 adviezen voor de Moslim
  • Wat betekent Halal & Haram ?
  • Wist je dat? (adzaan24/7)
  • Hoe denkt de Islam over : ziekte, dood en geboorte
  • De maand Dhul-Hijjah
  • Soorten ziekten die het Hart aanvallen en hun genezing
  • Grootheid van Allaah subhanahu wa ta'ala
  • De betekenis van Laa Ilaaha Illa-Allah
  • VARKENSVLEES VERBODEN
  • Hoe binnen de Islaam om te gaan met boosheid ?
  • Waarom is alcohol verboden?
  • Liefde in de Islaam
  • Latifa
  • 7 eisen van la ilaha illa Allah
  • Voorkom fouten in het gebed
  • Ziehier de mirakels van de Koran
  • Mijn hart lijdt pijn
  • De sleutels tot het leven van het hart
  • Het Huwelijk in de Islam
  • Het woord zonder daad, is slechts een vruchteloos einde
  • Haya' (bescheidenheid) tegenover Allah.
  • Ben je tevreden over jezelf ?
  • 25 tips om dichterbij Allah te komen
  • Vandaag 17 - 10 - 2010 WERELDVOEDSELDAG
  • De dood
  • DE WAARDE VAN DE DUA
  • Vergane volkeren - Deel 8 - Metgezellen van de Grot
  • Vergane volkeren - Deel 7 -Het volk van Saba en de Arim Zondvloed
  • Vergane volkeren - Deel 6 - Farao die verdronken werd
  • Vergane volkeren - Deel 6 - Farao die verdronken werd - Vervolg
  • Vergane volkeren - Deel 5 - Thamoed
  • Vergane volkeren - Deel 4 - Het volk van '˜Ad en Oebar: het 'œAtlantis van het zand'
  • Vergane volkeren Deel 3 - Het volk van Loeth en de stad die ondersteboven gekeerd werd
  • Vergane volkeren deel2 : Het leven van Profeet Abraham
  • de waarheid over vergane volkeren deel1:noah
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Islaam
    Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
    29-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Islamitische dieet

    Het Islamitische dieet

     

    De voordelen van gematigdheid in eten:

    1-Zuiverheid van hart, mentale alertheid en diepe inzicht. Verzadiging veroorzaakt domheid en verblind het hart. Vandaar het gezegde “Degene wiens maag hongerig is zal in staat zijn diep na te kunnen denken en zijn intelligentie zal verbeteren.”

     

    2-Nederigheid en het verlies van hoogmoed, lust en schaamteloosheid, welke het fundament van tirannie zijn en de veronachtzaming van Allah.

     

    3-Men zal de toorn en straf van Allah niet vergeten, of de mensen die getroffen zijn door rampen. Want degene die verzadigd raakt vergeet degene die honger lijdt en vergeet honger, en degene die verstandig is ziet niemand die geteisterd is door een ramp zonder dat hij hiermee word herinnerd aan de ramp in het hiernamaals.

     

    4 – Een van de grootste voordelen is dat het een einde maakt aan alle zondige verlangens, en geeft controle over het ego dat geneigd is naar kwaad, omdat de bron van alle zonden verlangen en energie zijn, en de brandstof voor energie en verlangens voedsel is. Dhu'l-Noon zei: Nooit at ik totdat ik verzadigd werd zonder dat ik zou zondigen of dacht aan zondigen.

     

    5-Laat je niet door slaap overmannen en bent in staat wakker te blijven. Degene die veel eet zal ook veel drinken, en degene die veel drinkt zal ook veel slapen. Veel slapen is tijdverspilling en veroorzaakt het missen van Tahajjud [het nacht gebed]. Veel slapen maakt men traag worden en verhardt het hart. Tijd is het meest kostbare geschenk en het is het kapitaal van een persoon, maar slaap is [gelijk aan de] dood en teveel slapen verkort iemands leven.

     

    6-Fysieke gezondheid en het afweren van ziekten, die worden veroorzaakt door te veel eten en het mengen van voedsel in de maag. Artsen zeggen dat eetzucht de oorzaak is van ziekten en gematigdheid tot genezen leidt. [Samengevat uit Ihya ‘Uloom Ad-Deen 3/103-104]

     

    Jabir Ibn Abullah heeft overgeleverd: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Voedsel voor één persoon is voldoende voor twee, voedsel voor twee personen is voldoende voor vier personen, en het voedsel voor vier personen is voldoende voor acht personen.” [Saheeh Muslim]

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “De gelovige eet met een enkele darm, de ongelovige eet met zeven darmen.” [Saheeh Bukhari nr. 5393, 5394 en Muslim 2060, 2061]

     

    Abu Hurairah overlevert: de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] nodigde een ongelovige uit. Hij vroeg om een schaap, om deze te melken. De gast dronk al het melk dat gemolken werd. Toen brachten ze een tweede schaap en hij dronk al haar melk. Daarna dronk hij al het melk van de derde schaap tot hij uiteindelijk het melk van zeven schapen gedronken had. De volgende morgen bekeerde de gast zich tot de Islam. De Boodschapper van Allah vroeg om een schaap te melken voor hem. Hij dronk van haar melk maar toen ze voor hem een tweede schaap gemolken hadden, kon hij de melk niet helemaal opdrinken. De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei toen: “De gelovige drinkt om een enkele darm te vullen, de ongelovige drinkt om zeven darmen te vullen.” [Saheeh Muslim nr. 2063]

     

    Het werd overgeleverd dat Naafi' zei: Ibn 'Umar was gewend om niet te eten totdat er een arme man werd gebracht om samen met hem te eten. Ik bracht een man om samen met hem te eten en hij at buitengewoon veel. Ibn Umar zei: O Naafi', laat deze man niet meer bij mij binnen treden, want ik heb de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] horen zeggen: “De kaafir eet met zeven darmen.” [Verhaalt door Bukhari 5393 en Muslim 2060]

     

    Het werd overgeleverd dat Ibn ‘Umar zei: Een man boerde in aanwezigheid van de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] en hij zei: “Houd jouw boeren weg van ons, voorzeker degene die zich het meest met voedsel vult in deze wereld zal het langst hongerig zijn op de dag der Opstanding.” [Verhaalt door At-Tirmidhi 2015; geclassificeerd als saheeh door Al-Albaani in Saheeh al-Tirmidhi]

     

    Dit was ook overgeleverd door Ibn Abi-Dunya, At-Tabaraani in al-Kabeer en Al-Awsat, en door al-Bayhaqi, van Abu Juhayfah, en ze voegde er aan toe: Abu Juhayfah at nooit totdat hij helemaal vol zat, totdat hij vertrok uit deze wereld. Als hij ontbeten had zou hij niet dineren, en als hij gedineerd had zou hij niet ontbijten. Volgens een verslag overgeleverd door Ibn Abi-Dunya, Abu Juhayfah zei; “Ik heb mijn maag nooit gevuld voor dertig jaar lang.”

     

    Burahnu Deen Al-Halabi verhaalt: “Wij zijn een volk dat niet eet totdat we honger hebben. En als we eten, doen we dit niet totdat we verzadigd zijn.” [Seerah Al-Halabi, 3/295]

     

    Al Miqdad Ibn Ma’d Yakib overlevert dat hij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “De mens vult geen erger vat dan zijn maag. Enkele hapjes volstaan om terug op krachten te komen. Als de mens meer wil eten, dat hij dan een derde voorbehoudt voor zijn eten, een derde voor water en een derde voor lucht.” [Saheeh hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2380. Ibn Madjah nr. 2349. Ibn Hibban in zijn Saheeh nr. 674, 5236. Ahmad in Al-Musnad nr. 1324. Haakim in Al-Mustadrak 4/330, die haar authentiek verklaard heeft, bevestigd door Ad-Dhahabi en Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 5674]

     

    Ibn Masaweh, een Moslimdokter, zei na het lezen van deze hadeeth: “Als de mensen alleen deze woorden zouden gebruiken, zouden zij alle ziektes en kwalen vermijden en zouden de klinieken en apotheken overbodig zijn.”

     

    Een andere dokter, Al-Harith ibn Kalda zei: “Datgene wat de mensheid vermoord heeft, is de introductie van voedsel bovenop voedsel voordat het verteerd is.”

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Eet, drink, kleed je, geef aalmoezen, zonder buitensporigheden of uiterlijk vertoon.” [Saheeh Bukhari, hoofdstuk van kledij. Ibn Madjah nr. 3605. An-Nasa’i 5/79. Ahmad in Al-Mustadrak 2/192]

     

    Ibn Abbas heeft gezegd: “Eet wat je wil, kleed je zoals je wil, zolang je veilig bent voor buitensporigheden en uiterlijk vertoon.” [Overlevert door Bukhari]

     

    Umar Ibn Khattab heeft gezegd: “Wees op je hoede voor een dikke buik, het is een last in dit leven en het geeft een slechte geur na de dood.”

     

    Al-Harith ibn Kalda, bekend als de dokter van de Arabieren, zei: “Diëten is de bron van remedie, en de maag is het huis van ziekten.” [Zaad Al-Ma´aad, 4/104]

     

    Luqman de wijze heeft tegen zijn zoon gezegd: “Mijn kind! Als de maag gevuld word, valt de geest in slaap, de wijsheid vervliegt en de ledematen worden gevoelloos als het gaat over aanbidding.”

     

    Abu Sulaymaan Ad-Darani heeft gezegd: “Degene die eet tot hij verzadigd is zal zien hoe zes kwalen bij hem binnensluipen; hij verliest de zoetheid van het gedenken van Allah in het geheim; hij kan zijn wijsheid niet behouden; hij kent geen mededogen tegenover de mensen, want als de mens verzadigd is, denkt hij dat iedereen dat ook is; de daden van aanbidding lijken hem erg zwaar; zijn waanvoorstellingen vermeerderen; de meeste gelovigen draaien rond de moskeeën en de verzadigden draaiden rond de toiletten.”

     

    En er werd gezegd: “Degene die zijn maag onder controle krijgt, krijgt controle over alle goede daden.” En: “Wijsheid verblijft niet in een volle maag.”

     

    Nafi’ heeft gezegd: “Een man zette een paar dingen neer naast Ibn Umar die hem vroeg: “Wat is dit?” “Iets wat de vertering vergemakkelijkt” antwoordde hij hem. “Ik heb dit niet nodig, er gaat soms en volledige maand voorbij zonder ik mij volgegeten heb” zei Ibn Umar.

     

    Muhammed Ibn Wasi’ heeft gezegd: “Degene die minder eet, getuigd van gezond verstand en heeft gezond verstand gegeven aan een ander, hij heeft de zuiverheid en scherpzinnigheid van de ziel gekend. Wat betreft het overvloedig eten, vertraagt het de mens in veel van zijn projecten.”

     

    Abu ‘Ubayda Al-Khawass heeft gezegd: “Je verlies schuilt in je verzadiging, je redding schuilt in je honger. Als je eet tot je verzadigd bent, zal je slap worden en zo zal de vijand (Shaytaan) zich meester maken over jou en je bedelven onder zijn gewicht.”

     

    ‘Amr Ibn Qays heeft gezegd: “Wees op je hoede voor een volle buik, want het maakt het hart hard.”

     

    Al-Hassan Al-Basri heeft gezegd: “De beproevingen van jullie vader Adam [‘alayhi selaam] was het eten en het zal jullie beproeving blijven tot de Dag van de Opstanding.”

     

    Er werd gezegd: “Als je wil dat je lichaam gezond is en dat je minder slaap nodig hebt, eet dan met mate.”

     

    Bishr heeft gezegd: “Het past niet dat de mens zich vol eet met wat toegestaan is, want als hij daarvan verzadigd is, zal zijn ziel hem ertoe aansporen om van het verbondene te eten.”

     

    Ibrahim Ibn Ad-Ham heeft gezegd: “Degene die zijn buik onder controle houdt, houdt ook zijn godsdienst onder controle. Degene die zijn honger bedwingt, bedwingt ook de goede deugden. De ongehoorzaamheid aan Allah is ver van degene die met mate eet en dicht bij de verzadigde. Verzadiging doodt het hart en het is van haar dat vreugde, vermaak en het lachen afkomstig zijn.”

     

    Er werd overgeleverd dat Iblees de duivel tegen Yahya [‘alayhi selaam] gezegd heeft: “Het is mogelijk dat je gegeten hebt tot je verzadigd was en dat we het gebed zwaar gemaakt hebben voor jou.” Yahya zei: “Ik verbind me ertoe bij Allah om nooit meer te eten tot ik verzadigd ben.” Iblis zei: “Ik verbind me ertoe bij Allah om nooit meer raad te geven aan een Moslim.”

     

    Ash-Shafi’i heeft gezegd: “Verzadiging maakt het lichaam zwaar, neemt de scherpzinnigheid weg, brengt slaap met zich mee en maakt de persoon zwak voor aanbidding.”

     

    Allah heeft dit allemaal samengevat in zijn woorden: “Eet en drinkt maar overdrijft/verkwist niet. Allah heeft de verkwister zeker niet lief.” [Surah Al-Anfaal, hoofdstuk 7, aya 31]

     

    Enkele eetgewoonten

    Wasi' Ibn Harb verhaalt: Sommige metgezellen vroegen: “We eten maar stillen de honger niet.” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Wellicht eten jullie gescheiden?” De metgezellen bevestigden dit. De Profeet zei: “Eet gezamenlijk en spreek er de naam van Allah over. Allah zal het dan voor jullie zegenen.” [Overgeleverd door Abu Dawud]

     

    Ibn ‘Abbas verhaalt: De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De zegeningen worden in het midden van het bord nedergezonden, dus eet (eerst) aan de zijkanten van het bord en eet niet uit het midden van het bord.” [Overgeleverd door At-Tirmidhi en Abu Dawud]

     

    ‘Umar Bin Abu Salamah verhaalt: Ik was een kind onder de hoede van de Profeet, en mijn hand dwaalde rond in het bord, hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Noem de Naam van Allah, eet met je rechter hand, en eet van hetgeen wat voor je ligt.” [Saheeh Bukhari en Muslim]

     

    Abu Juhaifah Wahb Bin 'Abdullah verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Ik eet niet leunend (op een kussen, of liggend).” [Saheeh Bukhari]

     

    Abu Hurairah verhaalt: “De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] bekritiseerde voedsel nooit. Als hij iets lekker vond at hij het, en als hij het niet lusten dan liet hij het liggen.” [Saheeh Bukhari en Muslim, 5380 en 5409]

     

    Annas verhaalt: De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] verbood ons te drinken wijl staand. Qatadah verhaalt: “Wij vroegen hen: Hoe zit het met eten?” Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Dat is zelfs nog erger, (of hij zei) nog afschuwelijker.” Een andere overlevering: De Boodschapper van Allah berispte ons voor het drinken wijl staand. [Saheeh Muslim]

     

    Ibn ‘Abbas verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Drink niet in één teug zoals een kameel, maar in twee of drie slokjes. Zeg de Naam van Allah als je begint met drinken en dank Hem wanneer je klaar bent met drinken.” [Overgeleverd door At-Tirmidhi]

     

    Umm Salamah verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Voorzeker, hij die eet of drinkt in gouden en zilveren drinkbekers en borden vult zijn buik met het hellevuur.” [Saheeh Muslim]

     

    Hudhaifah verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Deze zijn bedoelt voor de ongelovigen in deze wereld en voor jullie in het hiernamaals.” [Saheeh Bukhari en Muslim]

     

    Anas verhaalt: Verdunt melk werd aan de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gegeven. Aan zijn rechterzijde zat een bedoeïen en aan zijn linkerzijde zat Abu Bakr. De Profeet dronk ervan en gaf de rest over aan de bedoeïen en zei: “Degene die aan rechts zit heeft de voorkeur, dan weer de andere (naast hem) aan de rechterkant.” [Saheeh Bukhari en Muslim]

     

    Abu Qatadah verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degene die (als gastheer) anderen bedient met drinkwater zou de laatste moeten zijn die zelf drinkt.” [Overgeleverd door At-Tirmidhi]

     

    Abu Hurairah verhaalt: “De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] verbood het direct drinken uit een fles.” [Saheeh Bukhari]

     

    Abu Qatadah verhaalt: “De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] verbood ademen in een drinkbeker tijdens het drinken.” [Saheeh Bukhari en Muslim]

     

    Ibn ‘Abbas verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] verbood ons het ademen in een drinkbeker of het blazen erop. [Overgeleverd door At-Tirmidhi]

     

    Abu Hurairah verhaalt: De Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] zei: “Als iemand heeft gegeten, zou hij datgene weggooien wat hij met een tandenstokje verwijderd en datgene doorslikken wat hij met zijn tong verwijderd. Als hij dit doet, dan heeft hij juist gehandeld, zo niet, dan is dit niet erg (het is niet schadelijk en zal hem niet aangerekend worden).” [Overgeleverd door Abu Dawud en Ibn Madjah]

     

    Op gezag van Ka'b ibn Malik is er overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] met drie vingers zou eten, en zijn vingers zou likken voor hij zijn hand afveegde. [Saheeh Muslim 5297]

     

    Op gezag van ‘Abbas is er overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] melk dronk en vervolgens zijn mond spoelde. Hij zei: “Het bevat (namelijk) vet.” [Saheeh Bukhari en Muslim, 5609 en 798]

    29-05-2011 om 10:41 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (19 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gelukkige einde!

    Het gelukkige einde!

     

    Eindigen met goede daden

     

    Uthman ibn ‘Affan heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] horen zeggen: “Als iemand sterft terwijl hij zeker wist dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allah, dan zal hij het Paradijs intreden.” [Saheeh Muslim, Boek 1, Hadith 39]

     

    Mu’aad ibn Jabal berichtte dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degene wiens laatste woorden ‘Laa Ilaaha Illallah’ zijn, zal de Jennah binnentreden.” [Abu Dawud 3116, Al-Hakim 1/351 en hij classificeerde hem als betrouwbaar, Ad-Dhahabi was het met hem eens, en Al-Baani classificeerde hem als hassan in Ahkaam al Janaa-iz]

     

    Abu Dhar heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Gibreel zei tegen mij: ‘Iedere volgeling van jou die sterft, zonder afgoden te hebben aanbeden in zijn leven, zal het Paradijs intreden’. De Profeet vroeg: “En als ze overspel hebben gepleegd of hebben gestolen?” Gibreel antwoordde: ‘Zelfs dan’. [Saheeh Bukhari, Boek 54, Hadith 445]

     

    Abu Huthaifa zei dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degene die ‘Laa Ilaaha illallah’ zegt, op zoek naar het Aangezicht van Allah [tevredenheid en goedkeuring] en zijn daden worden hiermee verzegeld [dit is het laatste wat hij deed in zijn leven] zal het paradijs binnentreden. En hij die een dag vast, op zoek naar het Aangezicht van Allah en zijn daden worden hiermee verzegeld, zal het paradijs binnentreden. En hij die geld aan liefdadigheid uitgeeft, op zoek naar het Aangezicht van Allah en zijn daden worden hiermee verzegeld, zal het paradijs binnentreden.” [Ahmad 5/391, geclassificeerd als betrouwbaar door Al-Baani in Ahkaam Al-Janaa-iz]

     

    Abu 'Inabah overlevert het volgende van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam]: “Wanneer Allah het goede wil voor Zijn dienaar, dan maakt Hij hem zoet.” De Profeet werd gevraagd: “En wat is zijn zoetigheid?” Of: “En hoe word hij zoet gemaakt?” De Profeet zei: “Allah opent de deur van rechtgeschapen daden voor hem voordat hij komt te overlijden, en neemt zijn ziel in deze staat.” [Verzameld door Ahmad, 17330. Geclassificeerd als Saheeh door Al-Baani in al-Silsilah al-Saheehah, 1114]

     

    Abu ‘Abd ar-Rahman ‘Abdullah ibn Mas'ud heeft van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] overlevert: “..Voorzeker één van jullie zal de daden verrichten van de mensen van de hel, totdat de afstand tussen hem en de hel nog maar een armslengte is. En dan overkomt hem datgene wat voor hem beschikt is, en handelt hij met de daden van de mensen van het paradijs, en dus zal hij het [paradijs] betreden.” [Saheeh Bukhari 8023 & Muslim 3462]

     

    Sterven als martelaar

     

    Said ibn Zayd heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei, “Degene die gedood wordt terwijl hij zijn bezittingen verdedigde is een martelaar, en degene die gedood wordt terwijl hij zijn familieleden verdedigde is een martelaar, en degene die gedood wordt terwijl hij zijn religie verdedigde is een martelaar, en degene die gedood word terwijl hij zijn eigen ziel verdedigde is een martelaar.” [Abu Dawud, Boek 40, Hadith 4754]

     

    Er is overgeleverd dat Abu Hurairah zei: Een man kwam naar de Boodschapper van Allah en vroeg, “O Boodschapper van Allah! Wat zegt u van iemand die naar mij toekomt en mijn bezittingen wilt afnemen?” De Profeet antwoordde, “Geef je bezittingen niet aan hem.” De man vroeg, “En als hij tegen me vecht?” De Profeet zei, “Dan vecht tegen hem.” De man vroeg, “En als ik wordt gedoodt?” De Profeet antwoordde, “Dan ben je als martelaar gestorven.” De man vroeg, “En wat als ik hem doodt?” De Profeet antwoordde, “Dan zal hij in het Vuur zijn.” [Saheeh Muslim, Boek 1, Hadith 259]

     

    Moekhaariq berichtte dat er een man aan de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] vroeg, “Wat moet ik doen als een man mijn geld wil afpakken?” Hij antwoordde, ”Doe hem aan Allah herinneren.” Hij vroeg, “En als hij Allah niet gedenkt?” De Profeet antwoordde, ”Zoek steun van de moslims om je heen tegen hem.” Hij vroeg, ”En als er geen moslims om mij heen zijn?” De Profeet antwoordde, ”Zoek dan hulp bij het gezag.” Hij vroeg, ”En als het gezag niet toegankelijk is en hij te dichtbij was?” De Profeet antwoordde, “Vecht dan voor je geld, je zult in het hiernamaals onder de martelaren zijn of je geld hebben beschermd.” [Verzameld door Ahmad en An-Nasaa-i, geclassificeerd als betrouwbaar door Al-Albaani in Ahkaam Al-Janaa-iz]

     

    Thabit heeft overgeleverd dat Abdullah ibn ‘Amr de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “Degene die sterft omdat hij zijn bezittingen wou verdedigen is een martelaar.” [Saheeh Muslim, Boek 1, Hadith 260]

     

    Er is van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd dat hij vroeg: “Wie beschouwen jullie als martelaren?” Ze zeiden: “Degene die omwille van Allah wordt gedood.” De boodschapper van Allah zei: “Er zijn zeven martelaren naast degene die omwille van Allah wordt gedood. Degene die sterft aan de pest [of een andere plaag] is een martelaar, degene die verdrinkt is een martelaar, degene die sterft van pleuritis is een martelaar, degene die sterft aan een maag ziekte is een martelaar, degene die wordt verbrand tot de dood is een martelaar, degene die onder een vallende muur [of gebouw e.a puin, en een auto ongeluk] sterft is een martelaar, en de vrouw die tijdens haar zwangerschap sterft is een martelaar.” [Overgeleverd Ahmad 23804, Abu Dawud 3111 en An-Nasaa-i 1846. Deze hadeeth werd als Saheeh geclassificeerd door Al-Albaani in Saheeh Abu Dawud]

     

    Selmaan berichtte dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] het volgende [aan de Sahaabah] vroeg: ”Wie van jullie beschouwen jullie als een Shaheed?” Ze antwoordden: “Iedereen die fi sabeel lilaah [al vechtend] gedood wordt is een Shaheed.” Hij zei: ”Dan zouden er maar weinig Shuhadaa zijn in mijn ummah!” Daarna zei hij: “Omwille van Allah gedood worden is een Shahaadah, het overlijden van een vrouw tijdens de bevalling is een Shahaadah, het overlijden door verbranding is een Shahaadah, omkomen door verdrinking is een Shahaadah, overlijden aan tuberculose is een Shahaadah en sterven aan een maag ziekte is een shahaadah.” [Overgeleverd door At-Tabaraani in Al Awsat. Geklasseerd als Hassan door Al Albaani]

     

    Abu Hurayrah [Radiya Allahu ‘anhu] verteld dat de boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Er zijn vijf martelaren: Degene die sterft aan de pest, degene die aan een maag ziekte sterft, degene die verdrinkt, degene die verpletterd word onder een vallende muur en de martelaar is degene die gedood word omwille van Allah.” [Bukhaari 2829 & Muslim 1914]

     

    In toevoeging staat: “… en degene die sterft van pleuritis [borstvlies ontsteking], en de vrouw die samen [met haar baby] sterft.” [verhaalt door At-Tirmidhi 1846, Abu Dawud 311 en Ibn Maajah 2803]

     

    In een andere hadeeth heeft Raashid ibn Hubaysh van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] overleverd: “..en als een vrouw op haar kraambed [na haar bevalling] sterft, haar kind zal haar met het navelstreng het paradijs binnen trekken. [Verzameld door Imaam Ahmad in zijn Musnad met een Saheeh isnaad: Al-Musnad, 3/489. Er is een bevestigend rapport verhaalt door Maalik, 1/233 en Abu Dawood, 3/482]

     

    Abu Hassan zei: “Ik zei tegen Abu Hurayrah, mijn twee kinderen zijn gestorven. Zou je mij iets kunnen overleveren van de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam], waarmee mijn hart rust zal vinden?” Hij antwoordde: “Ja, kinderen [die voor de pubertijd sterven] zijn de vogels van het Paradijs. Als zij hun ouders vinden op de Dag des Oordeels zullen zij hun ouders vastpakken en niet loslaten totdat Allah ze in het Paradijs toelaat.” [Sahih Muslim, Boek 32, Hadith 6370. Zie o.a verder in Adab Al-Mufrad hoofdstuk 80, fadl man maata lahu al-walad]

     

    Sterven als Moslim

     

    ´Abdullah ibn ´Amr verhaalt van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] dat hij zei: “Een persoon van mijn Ummah zal op het dag der opstanding naar voren geroepen worden voor de gehele schepping, en negenennegentig lijsten [met zonden] zullen voor hem gespreid worden, elk van hen reikt zo ver als het oog kan zien [tot aan de horizon]. Dan zal Allah zeggen; ‘Ontken je iets hiervan?’ Hij zal zeggen: ‘Nee, mijn Heer.’ Dan zal Allah zeggen: ‘Hebben Mijn verzamelende noteerders [de Engelen] je onrecht aangedaan?’ Dan zal Allah zeggen: ‘Heb jij hiernaast nog enige goede daden?’ De man zal doodsbang zijn en zeggen: ‘Nee.’ Allah zal zeggen: ‘Voorzeker, jij hebt bij Ons een goede daad, en je zult niet onrechtvaardig behandeld worden deze Dag.’ Dan zal er een kaart naar voren gebracht worden waarop staat geschreven; Ashadu an la ilaaha illallaah wa anna Muhammadan ‘abduhu wa rasuluhu [ik getuig dat niemand het waard is aanbeden te worden behalve Allah en dat Muhammad zijn dienaar en Boodschapper is]. De man zal zeggen: ‘Oh Heer, wat is deze kaart vergeleken met deze lijsten?’ Allah zal zeggen: ‘Je zult niet onrechtvaardig behandeld worden.’ Dan zullen de rollen met lijsten geplaatst worden op de ene kant van de weegschaal en de kaart op de andere kant. De rollen zullen omhoog gaan [zullen lichter wegen] en de kaart zal omlaag gaan [zal zwaarder wegen]. [Saheeh, Ibn Maajah, Abwaab Az-Zuhd, 2444]

     

    Getuigenis van rechtgeschapen Moslims

     

    Anas [Radiya Allahu ‘anhu] overlevert: “Een begrafenisstoet liep voorbij de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] en ze prezen de overleden man. De Profeet zei: “Het is bevestigd [d.w.z het paradijs].” Toen kwam er een andere begrafenistoet voorbij en de mensen spraken slecht over de overledene. De Profeet zei: “Het is bevestigd [d.w.z de hel].” De Boodschapper van Allah werd gevraagd: “Oh Boodschapper van Allah, u zei voor de ene ‘het is bevestigd’ en voor de andere ‘het is bevestigd’? De Profeet zei: “De getuigenis van de gelovigen [is geaccepteerd], de gelovigen zijn de getuigen van Allah op aarde.” [Saheeh Bukhari, Kitaab As-Shahadaat nr. 2642]

     

    Abu Al-Aswad overlevert: “Ik ging een keer naar Madina en in deze periode was er een epidemie uitgebroken en mensen stierven snel achter elkaar. Ik zat met ‘Umar [Radiya Allahu ‘anhu] en een begrafenisstoet passeerde ons. De mensen prezen de overledene. ‘Umar zei: “Het is bevestigd.” Toen kwam er een andere begrafenisstoet voorbij lopen. De mensen prezen de overledene. ‘Umar zei: “Het is bevestigd.” Toen kwam er een derde begrafenisstoet voorbij en de mensen spraken slecht over de overledene. ‘Umar zei: “Het is bevestigd.” Ik vroeg aan ‘Umar: “Oh leider van de gelovigen, wat is er bevestigd?” Hij zei: “Ik zei wat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei. Hij, de Profeet, zei namelijk: ‘Elke Moslim over wiens goedheid vier mensen getuigen zal Allah het Paradijs binnen doen treden.’ We vroegen de Profeet, ‘En als er maar drie getuigen waren?’ Hij zei, ‘Zelfs drie.’ We vroegen, ‘En als er maar twee getuigen waren?’ Hij zei, ‘Zelfs twee.’ Maar we vroegen hem niet over slechts één getuige.” [Saheeh Bukhari, Kitaab As-Shahadaat nr. 2643]

     

    Malik ibn Hubayrah heeft overgeleverd dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Als een Moslim sterft en drie rijen Moslims bidden over hem, dan is het Paradijs voor hem verzekerd.” Toen Malik zag dat de mensen bij een begrafenisgebed te weinig waren, verdeelde hij ze in drie rijen. [Abu Dawud, Boek 20, Hadith 3160. Hassan verklaard door At-Tirmidhi en An-Nawawi in Al-Madjmoo’ 5/212, bevestigd door Al-Hafidh in Al-Fath 3/187.]

     

    Er is van Abu Hurayrah overlevert dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degene over wie honderd gelovigen bidden tijdens het begrafenisgebed, zal vergeven worden.” [Ibn Madjah nr. 1488, Saheeh]

     

    Het was overlevert dat Kuraib, de bevrijdde slaaf van Abdullah ibn ‘Abbad, zei: “Een zoon van ‘Abdullah ibn ‘Abbas was gestorven, en hij zei tegen mij: “Oh Kuraib, ga en kijk eens of er mensen zijn verzameld voor het gebed over mijn zoon.” Ik zei: “Ja.” Hij zei: “Wee jou, hoeveel mensen zie jij? Veertig?” Ik zei: “Nee, eerder meer [dan veertig].” Hij zei: “Breng mijn zoon naar voren [voor het gebed], want ik getuig dat ik de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heb horen zeggen: ‘Geen [groep van] veertig gelovigen bemiddelen voor een gelovige, zonder dat Allah hun bemiddeling accepteert.” [Ibn Madjah nr. 1489, Saheeh]

     

    Een lang leven hebben

     

    Anas ibn Malik overlevert, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Als een Moslim man de veertig jaar bereikt dan beschermt Allah hem tegen verschillende plagen, waaronder waanzin, lepra en huidziekte. En wanneer hij de vijftig bereikt, dan zal Allah zijn afrekening vergemakkelijken. En wanneer hij de zestig bereikt, dan schenkt Allah hem berouw en maakt dit geliefd bij hem. En wanneer hij de zeventig bereikt, dan houdt Allah van hem en de bewoners van de hemel houden van hem. En wanneer hij de tachtig bereikt, dan accepteert Allah zijn goede daden en wist zijn zonden. Wanneer hij de negentig bereikt, dan vergeeft Hij zijn toekomstige zonden en voorbijgegane zonden, en hij wordt ‘gevangene van Allah op de wereld’ genoemd, en hem wordt bemiddeling voor zijn familieleden verleend.” [Hassan, Ibn ‘Asakir. Ahmad Shakir zei in zijn toelichting bij Al-Musnad, Mudjalat At-Thani, 5369: De keten is op zijn minst Hassan. Het wordt ondersteund door andere ketens die tot het niveau van Saheeh stijgen.]

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De beste onder de mensen is degene die lang leeft en goed doet.” [Verhaalt door Ahmad en At-Tirmidhi, 110; geclassificeerd als saheeh door al-Albaani in Saheeh At-Tirmidhi]

     

    En hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Verheugingen voor degene die lang leeft en goed doet.” [Verhaalt door At-Tabaraani en Abu Na'eem, geclassificeerd als saheeh door al-Albaani in Saheeh al-Jaami', 3928]

     

    Een man zei: “O boodschapper van Allah, wie onder de mensen is het beste?” Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Degene die lang leeft en goed doet.” Hij vroeg vervolgens: “Welke van de mensen is het slechtst?” De Profeet zei: “Degene die lang leeft en kwaad doet.” [Verhaalt door Ahmad en At-Tirmidhi, 2330; geclassificeerd als saheeh door al-Albaani in Saheeh al-Tirmidhi]

     

    Ahmad (8195) verhaalt dat Abu Hurayrah [Radhiya Allah ‘anhu] zei: “Twee mannen werden Moslim met de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam]. En één van hen stierf als martelaar, en de ander een jaar later. Talhah ibn 'Ubayd-Allah zei: Ik werd het Paradijs getoond (in een droom), en daarin zag ik dat de laatste van hen voor de martelaar werd toegelaten. Ik was hierdoor verrast, dus de volgende ochtend vertelde ik de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] hierover. De boodschapper van Allah zei: "Heeft hij niet Ramadaan gevast na hem, en zes duizend rak’ahs gebeden, of zulk zo en een aantal rak’ahs, het gebed van een jaar lang? [Geclassificeerd als saheeh door al-Albaani in al-Silsilah al-Saheehah, 2591. al-'Ajlooni zei in Kashf al-Khafa': de isnaad is hassan]

     

    Er is overgeleverd door Abu Hurayrah [Radhiya Allahu ‘anhu] dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Niemand van jullie zou voor de dood moeten wensen of bidden voordat het komt, want wanneer één van jullie sterft dan komen zijn goede daden tot een einde, en een lang leven voor een gelovige zal hem in niets meer doen toenemen dan het goede.” [Overgeleverd door Muslim, 2682]

     

    En in een versie overgeleverd door Al-Bukhari, 7235: “Niemand van jullie zou voor de dood moeten wensen. Want of hij is iemand die goed doet, en zal meer goed doen. Of hij is iemand die kwaad doet, maar zal hier misschien mee stoppen (terugkeren, berouw tonen en vergeven worden).”

     

    Andere tekenen van een goede einde

     

    Overgeleverd door Buraidah van Al-Husaib, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Een gelovige sterft met een zwetend voorhoofd.” [At-Tirmidhi 982, An-Nasa-i 4/6, met een goede keten van overleveraars]

     

    ‘Abdullah ibn ‘Amr berichtte dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Iedere moslim die op vrijdag of de nacht van donderdag sterft wordt door Allah beschermt tegen de kwellingen van het graf.” [Ahmad 2/176 en At-Tirmidhi 1080; hij zei dit is een vreemde hadeeth die geen verbinding heeft in haar keten van overleveraars. Ibn Hajar en As-Suyuti zeiden dat deze hadeeth zwak is. Al-Baani classificeerde hem als betrouwbaar in Ahkaam Al-Jaana-iz]

     

    Er is overgeleverd dat ‘Abdullah ibn ‘Amr zei: “Een man stierf in Madinah, en hij was één van degenen die geboren was in Madinah. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] bad het begrafenisgebed voor hem en zei: “Was hij maar ergens anders gestorven dan zijn geboorteplaats.” Een man onder hen vroeg: “Waarom, oh boodschapper van Allah?” Hij zei: “Als een man ergens anders sterft dan zijn geboorteplaats, dan zal er een afstand voor hem gemeten worden in het Paradijs vanaf zijn geboorteplaats tot aan de plaats waar hij stierf.” [Ibn Madjah 1614, Hadeeth Hassan]

     

    De bemiddeling van de Profeet, Engelen, Gelovigen en Allah

     

    Er is van Abu Hurayrah overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Elke Profeet had een smeekbede welke beantwoord werd, en elke Profeet smeekte hierom in deze wereld. Maar ik bewaar mijn smeekbede zodat ik kan bemiddelen voor mijn natie, en het bereikt iedereen van hen die sterven zonder iets als aanbidding naast Allah te stellen.” [Saheeh, overgeleverd door o.a Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, nr. 4307.]

     

    Er is van Abu Hurayrah overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Voor elke Profeet is er een smeekbede [welke zeker beantwoord word door Allah], en ik wens inshaAllah dat mijn smeekbede bewaard word als bemiddeling voor mijn natie op De Dag der Opstanding.” [Saheeh Bukhari, Kitaab At-Tawheed, nr. 7474.]

     

    Er is van Jaabir overgeleverd, hij hoorde de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zeggen: “Mijn bemiddeling op De Dag der Opstanding zal voor degene onder mijn natie zijn die grote zonden hebben gepleegd.” [Hassan, overgeleverd door o.a Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, nr. 4310.]

     

    Er is van Abu Musa Al-Asha’ri overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Ik werd de keuze gegeven tussen bemiddeling of dat de helft van mijn natie het Paradijs zou mogen betreden. En ik koos voor bemiddeling omdat het algemener en voldoende is. Denken jullie dat het voor de vromen is? Nee, het is voor de onkuise zondaars.” [Hassan, overgeleverd door Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, nr. 4311.]

     

    ‘Awf bin Malik Al-Ashdja’i overlevert, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Weten jullie welke keuze mijn Heer mij gaf vannacht?” We zeiden: “Allah en zijn Boodschapper weten het beste.” Hij zei: “Hij heeft me de keuze gegeven tussen het toelaten van de helft mijn Ummah in het Paradijs en bemiddeling, en ik koos bemiddeling.” We zeiden: “Oh Boodschapper van Allah, smeek dat wij onder diegene zullen horen [waarvoor je mag bemiddelen].” Hij zei: “Het is voor elke Moslim.” [Saheeh, Ibn Madjah, abwaab Az-Zuhd, 4316.]

     

    Er is van Abu Sa’eed overgeleverd dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Wat betreft de mensen van de Hel, die haar permanente bewoners zijn, zij zullen daar niet in sterven noch leven. Maar er zijn sommige mensen die gestraft zullen worden met het vuur vanwege hun zonden of fouten, het zal hun doden, totdat zij zoals kolen zullen worden. Toestemming zal mij gegeven worden om voor hen te bemiddelen. Zij zullen groep voor groep gebracht worden, en over de oevers van de Rivieren van het Paradijs verspreid worden. Er zal gezegd worden: “Oh mensen van het Paradijs, giet water over hen heen.” En zij zullen bloeien zoals zaadjes die door een vloed worden gedragen [e.a ze zullen snel groeien].” [Saheeh, overgeleverd door o.a Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, nr. 4309.]

     

    Overgeleverd door ´Ata bin Yazid Al-Laythi, op gezag van Abu Hurayrah, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “..Wanneer Allah klaar is met zijn Oordeel onder de mensen, zal Hij uit de hel nemen wie Hij wenst middels Zijn Genade. Hij zal de Engelen opdracht geven iedereen uit het vuur te nemen die niemand anders buiten Allah aanbeden hebben, van onder wie Allah Genadig wenst te zijn welke getuigen van Laa Ilaaha illallaah. De Engelen zullen hen herkennen in het vuur door de tekenen van sujuud [sporen van prostratie op hun voorhoofden]. Want het vuur zal het gehele lichaam van een mens verteren, behalve het spoor van sujuud. Allah heeft het verboden voor het vuur om de sporen van sujuud te verbranden. Zij zullen er volledig verschroeit uit komen, en dan zal het water van Al-Hayat [het leven] over hen heen gegoten worden, en zij zullen eronder groeien zoals een zaadje dat door een vloed word gedragen..” [Genomen uit een lange hadeeth over De Dag der Opstanding. Saheeh Bukhari, Kitaab At-Tawheed, 7437.]

     

    In een andere versie, overgeleverd door Abu Sa’eed Al-Khudri, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “..Wanneer de gelovigen zien dat ze gered en veilig zijn [op De Dag des Oordeels], zullen zei zeggen; ‘Oh Allah! [red] onze broeders die met ons vastte, en goede daden met ons verrichtte.’ Allah zal zeggen; ‘Ga en neem eruit iedereen in wiens hart je het geloof vind gelijk aan het gewicht van een [gouden] Dinar.’ Allah zal het vuur verbieden hun gezichten aan te tasten. Zij [hun broeders] zullen naar hun toe gaan en sommige in het vuur vinden tot aan hun voeten, en andere tot halverwege hun benen. En zullen diegene eruit halen die zij herkennen en daarna keren terug. Allah zal [tegen hen] zeggen; ‘Ga en neem eruit iedereen in wiens hart je het geloof vind gelijk aan het gewicht van een halve Dinar.’ Zij zullen eruit halen wie ze ook maar herkennen en terug komen. Allah zal [weer tegen hen] zeggen; ‘Ga en neem eruit in wiens hart je het geloof vind gelijk aan een atoom [dharra].’ En dus zullen zij er iedereen uit halen die zij zullen herkennen.

     

    Abu Sa’eed zei: ‘Als je me niet gelooft lees dan het volgende Heilige vers uit de Quran: “Voorzeker Allah behandeld niemand in de geringste mate [dharra] onrechtvaardig, en als er iets goed gedaan wordt, vermeerdert hij het..” [Surah An-Nisa, aya 40].’

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] voegde eraan toe: “Dan zullen de Profeten, Engelen en Gelovigen bemiddelen, en Allah zal [als laatste] zeggen; ‘Nu blijft mijn bemiddeling nog over. En dan zal Hij een hand vol uit het vuur vasthouden, waaruit Hij mensen zal halen wiens lichamen verschroeit zijn, en zij zullen in een rivier aan de ingang van het Paradijs geworpen worden, genaamd ‘Water van het Leven’. Zij zullen op haar oevers groeien, zoals een zaadje gedragen door een vloed. Hebben jullie opgemerkt hoe het naast een rots groeit, of naast een boom, en hoe het deel wat naar de zon gericht is vaak groen is terwijl het deel wat naar de schaduwt kijkt wit is. Deze mensen zullen eruit komen als parels, en hebben halsbanden [van goud], en dan zullen ze het Paradijs binnen treden waarop de mensen van het Paradijs zullen zeggen; ‘Dit zijn de mensen die gered zijn door de Genadevolle. Hij heeft hun het Paradijs binnen laten treden zonder dat zij enige goede daden hebben verricht, en zonder enig goed vooruit te hebben gezonden.’ Dan zal er tegen hun worden gezegd; Voor jullie is het hetgeen jullie hebben gezien [in het Paradijs] en haar gelijke daaraan.” [Saheeh Bukhari, Kitaab At-Tawheed, 7439.]

     

    Er is overgeleverd van ‘Abdullah bin Abu Jad’a dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Meer dan [de leden van de stam] Banu Tamim [de stam van Abu Bakr As-Sadiq] zal het Paradijs binnen treden middels de bemiddeling van een man onder mijn Ummah.” Ze zeiden: “Oh Boodschapper van Allah, naast jou?” Hij zei: “Naast mij.” [Saheeh, Ibn Madjah, abwaab Az-Zuhd, 4316.]

     

    ‘Abdullah bin Qais zei: “Ik was met Abu Burdah op een nacht, en Harith bin Uqaish kwam binnen. Harith vertelde ons die nacht dat de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhu wa selam] zei: “Onder mijn Ummah zullen er sommige zijn die middels hun bemiddeling meer [dan de leden van de stam] Mudar het Paradijs binnen zullen laten treden..” [Hassan, Ibn Madjah, Kitaab Az-Zuhd, 4323.]

     

    Abu Darda heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] horen zeggen: “De bemiddeling van martelaren zal geaccepteerd worden voor zeventig van zijn familie leden.” [Overgeleverd door Al-Bayhaqi en Abu Dawud in Kitaab Al-Jihaad, 2522. Saheeh geclassificeerd door Al-Baani, Hassan door As-Suyuti.]

     

    Overgeleverd door Anas, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Sommige mensen zullen verschroeid worden door de Hel als straf voor zonden die zij hebben begaan, en Allah zal hen het Paradijs doen binnen treden middels Zijn Genade. Deze mensen zullen Al-Jahannamiyoon genoemd worden.” [Saheeh Bukhari, Kitaab At-Tawheed, 7450.]

     

    Overgeleverd door ‘Imran ibn Husayn, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Er zal een groep mensen uit het vuur gered worden middels mijn bemiddeling, wie Al-Jahannamiyoon genoemd zullen worden.” [Saheeh, Ibn Madjah, abwaab Az-Zuhd, 4315.]

     

    Anas ibn Malik heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] horen zeggen: “Ik zal de eerste zijn die voorspraak zal doen in het Paradijs en onder alle Profeten zal ik de meeste volgelingen hebben. Waarlijk, er zal een Profeet [op De Dag des Oordeels] komen die maar één volgeling had [op aarde].” [Saheeh Muslim, Kitaab Al-Imaan, Baab 87, nr. 506]

     

    Overgeleverd door Anas, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Op de dag der opstanding zal ik bemiddelen en zeggen; ‘Oh mijn Heer! Laat degene in het Paradijs toe in wiens hart het geloof gelijk is aan het gewicht van een mosterd zaadje.’ Zulke mensen zullen het Paradijs binnen treden. En dan zal ik zeggen; ‘Laat degene in het Paradijs toe in wiens hart het minst aan geloof leeft.’ Anas zei: “Het is alsof ik nu kijk naar de vinger van de Boodschapper van Allah [waarmee hij deze geringe hoeveel aan geloof illustreerde].” [Saheeh Bukhari, Kitaab At-Tawheed, 7509.]

     

    Abu Hurayrah overlevert, Ik vroeg: “Oh Boodschapper van Allah. Wie zal de meest gelukkige persoon zijn die zal profiteren van uw bemiddeling op de dag der opstanding?” Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Oh Abu Hurayrah, ik vermoedde dat niemand mij over deze hadeeth zou vragen eerder dan jij, aangezien ik weet hoe ijverig je bent in [het leren van] Hadith. De gelukkigste persoon die van mijn bemiddeling zal profiteren op de dag der opstandig zal degene zijn die Laa ilaahi illallaah oprecht vanuit zijn hart zegt.” [Saheeh Bukhari, Kitaab Ariqaaq, 6570.]

     

    De jongste, maar grootste en meest geëerde gemeenschap!

     

    Er is overgeleverd door ‘ Abdullah, die zei: We waren in een tent met de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam], en hij zei: “Zal het jullie tevreden stellen als jullie één vierde van [de inwoners van] het Paradijs zullen zijn?” Wij zeiden: “Ja.” Hij zei: “Zal het jullie tevreden stellen als jullie één derde van het Paradijs zullen zijn?” We zeiden: “Ja.” Hij zei: “Bij Degene in Wiens Hand mijn ziel ligt, ik hoop dat jullie de helft van de mensen van het Paradijs zullen zijn. Want niemand zal het Paradijs betreden behalve een Moslim ziel. En onder de afgoden aanbidders zijn jullie [in verhouding] net als een wit haartje op het huid van een zwarte stier, of als een wit haartje op het huid van een rode stier.” [Saheeh Bukhari, Kitaab Ariqaaq, Baab Al-7ashr, 6528]

     

    Overgeleverd door Abu Hurayrah, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De eerste persoon die geroepen zal worden op De Dag der Opstanding zal Adam zijn, en zijn nakomelingen zullen hem getoond worden. En er zal tegen hen gezegd worden: ‘Dit is jullie vader Adam.’ Adam zal aan de oproep gehoor geven. En dan zal Allah [tegen Adam] zeggen: ‘Neem uit jouw nakomelingen de lieden van de Hel.’ Adam zal zeggen: ‘Oh Heer, hoeveel zal ik eruit halen?’ Allah zal zeggen: ‘Neem er negen en negentig uit elke honderd uit.’ De metgezellen [van de Profeet] zeiden: ‘Oh Boodschapper van Allah! Als er negen en negentig uit elke honderd onder ons uit genomen zal worden, hoeveel blijf er dan over van ons?’ Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: ‘Mijn natie [d.w.z volgelingen] in vergelijking met de andere naties is als een witte haar op een zwarte stier.” [Saheeh Bukhari, Kitaab Ar-Riqaaq, 6529]

     

    Er is overgeleverd van Abu Sa’eed dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Een Profeet zal komen [op De Dag des Oordeels] vergezeld met twee mannen [volgelingen], en een Profeet zal komen vergezeld met drie, en [anderen zullen komen] met meer of minder dan dat. Er zal tegen hem gezegd worden: ‘Heb jij [de Boodschap] verkondigd aan jouw volk?’ En hij zal zeggen: ‘Ja.’ Dan zal zijn volk geroepen worden en er zal gezegd worden: ‘Heeft hij [de Boodschap] aan jullie verkondigd?’ Zij zullen zeggen: ‘Nee.’ Dan zal er [tegen hem] gezegd worden: ‘Wie zal voor jou getuigen?’ Hij zal zeggen: ‘Muhammad en zijn gemeenschap.’ Dus zal de gemeenschap van Muhammad geroepen worden en er zal gezegd worden: ‘Heeft deze man [de Boodschap] verkondigd?’ Zij zullen zeggen: ‘Ja.’ Hij zal zeggen: ‘Hoe weten jullie dat?’ Zij zullen zeggen: ‘Onze Profeet heeft ons bekend gemaakt dat de Boodschappers [de Boodschap] hebben verkondigd, en wij geloofden hem.’ Dit is wat Allah zegt [Surah Al-Baqarah, aya 143]: “En zo hebben Wij u tot een juist en gematigd volk gemaakt, opdat gij getuige zult zijn over de mensen en de Boodschapper een getuige over jullie zal zijn.” [Saheeh, Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, 4284]

     

    Overgeleverd door ibn ‘Abbas, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De naties werden voor mij vertoond, en ik zag een Profeet passeren met een natie volgelingen, en een Profeet passeren met een kleine groep mensen, en een Profeet passeren met tien, en een Profeet passeren met vijf, en een Profeet helemaal alleen passeren. En toen zag ik een grote menigte, dus vroeg ik: ‘Oh Jibreel, is dit mijn gemeenschap.’ Hij zei: ‘Nee, maar kijk eens naar de horizon.’ Ik keek en zag een hele grote menigte. Jibreel zei: ‘Dat is jouw gemeenschap, en die zeventig duizend [mensen] voor hen zijn degene die niet tot rekening zullen worden gebracht noch zullen worden gestraft..” [Saheeh Bukhari, Kitaab Ar-Riqaaq, 6541]

     

    Abu Umamah Al-Bahili zei: ‘Ik hoorde de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zeggen: “Mijn Heer heeft mij beloofd zeventig duizend van mijn gemeenschap het Paradijs binnen te laten treden zonder hun tot rekening te roepen en zonder hen te straffen. Met elk duizend [nog eens] zeventig duizend [in totaal 4.9 miljoen], en drie Handen vol [7athayaat *] van mijn Heer, de Glorieuze. [Hassan, Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, 4286]

     

    [* 7athayaat betekent twee volle handen, zoals je met twee handen water schept. Dit zal driemaal worden gedaan door Allah. Niemand kent hun enorme aantal, behalve Allah.]

     

    Er is overgeleverd van Bahz ibn Hakim, van zijn vader, dat zijn grootvader zei: ‘De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Op de Dag der Opstanding zullen wij zeventig naties completeren, waarvan wij de laatste en beste zullen zijn.” [Hassan, Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, 4287]

     

    In een andere versie: “..Waarvan jullie de beste en meest geëerde zijn bij Allah.” [Hassan, Ibn Madjah, 4288]

     

    Er is overgeleverd van ibn ‘Abbas dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Wij zijn de laatste gemeenschap, en de eerste die tot rekening gebracht zullen worden. Er zal gezegd worden: “Waar is de ongeletterde gemeenschap en haar Profeet?’ Dus wij zijn de laatste en de eerste.” [Hassan, Ibn Madjah, Abwaab Az-Zuhd, 4290]

     

    Er is overgeleverd van Sulayman ibn Buraidah, van zijn vader, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De mensen van het Paradijs zullen uit honderd en twintig rijen bestaan, tachtig [twee derde] van deze gemeenschap en veertig [één derde] van de resterende gemeenschappen.” [Hassan, Ibn Madjah, Abwaab Az-zuhd, 4289]

     

    Overgeleverd door Abu Musa, dat de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “De vergelijking van Moslims, Joden en Christenen is zoals dat van een man die werknemers voor hem in dienst nam, die voor hem zouden werken vanaf de ochtend tot de avond voor een vastgestelde afgesproken prijs. Zij werkten tot de middag en zeiden: ‘We hebben het geld welke u voor ons heeft vastgesteld niet nodig en het werk dat we hebben verricht mag teniet worden gedaan.’ Hij [de werkgever] zei tegen hen: ‘Doe dat niet, maak het resterende werk af en neem jullie volledige beloning.’ Maar zei weigerde en gingen weg. De man nam andere werknemers na hen in dienst en zei tegen hen: ‘Maak de rest van deze dag af en jullie zullen de beloning krijgen die ik voor hen [de eerste groep werknemers] had vast gesteld.’ Dus zij werkten tot de tijd van Salat Al-‘Asr [de namiddag] en zeiden: ‘Doe hetgeen wat we verricht hebben teniet, en hou de beloning die je ons hebt beloofd.’ Hij [de werkgever] zei tegen hen: ‘Maak het resterende werk af, aangezien er nog maar weinig van de dag over blijft.’ Maar zij weigerden. Dus hij nam een andere groep aan om de rest van de dag te werken tot zonsondergang, en zij ontvingen de beloning van de voorafgaande groepen. Dus dit is de vergelijking van dit licht [Goddelijke en Profetische leiding] welke de Moslims hebben geaccepteerd.” [Saheeh Bukhari, 2271]

     

    Commentaar: De Joden weigerden namelijk te geloven in de Messiah, ‘Eesa zoon van Mariam. Dus werd hun geloof teniet gedaan. En de Christenen weigerden de zegel der Profeten Muhammad te accepteren, vrede zij met hen allen. Dus werd hun geloof ook teniet gedaan. En de Moslims accepteerden het geloof in alle Profeten en openbaringen die Allah hun heeft neder gezonden.

    23-05-2011 om 07:41 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (20 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ethieken van het spreken

    Ethieken van het spreken

     

    Grove woorden

     

    Volgens Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De gelovige is nooit iemand die de mensen aanvalt, die ze beledigd, die grof is of grove woorden gebruikt.” [Saheeh Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad 312, 332. At-Thirmidhi nr. 1977. Ahmad in Al-Musnad 1/405. Al-Hakim in Al-Mustadrak 1/12. Al-Bayhaqi in de sunan 10/193, 243. Ibn Hibban in zijn Saheeh. Ibn Abi-d-Dunya in Kitaab As-Samt nr. 324. At-Thirmidhi heeft gezegd: Tamelijk goede hadeeth. Authentiek gekwalificeerd door Haakim, bevestigd door Adh-Dhahabi en Al-Baani in Saheeh Al-Adab, zie ook Saheeh Al-Djaami’ nr. 5381]

     

    Volgens Usama Ibn Zayd [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd : “Allah houdt niet van degene die grove woorden gebruikt en van degene die grof is.” [Hadeeth Hassan, overgeleverd door Ahmad in Al-Musnad 5/202. Haakim in Al-Mustadrak 1/75. Hassan verklaard door Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 1850]

     

    De armoelijder

     

    Volgens Abu Huraiyra [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Weten jullie wie de grootste armoelijder is?” Ze zeiden: “Wie van ons geen geld of voorzieningen heeft, die beschouwen we als armoelijder” Hij zei: “De armoelijder van mijn gemeenschap is degene die op de dag van de opstanding als goede het gebed, het vasten en de zakaat kan voorleggen, maar die ene heeft uitgescholden, de ander heeft zwartgemaakt, de bezittingen van de ene heeft opgegeten, het bloed van de ander heeft doen vloeien, de ene heeft geslagen, wat maakt dat het ene slachtoffer van zijn goede daden zal nemen en het andere van zijn goede daden zal nemen. Als hij geen goede daden meer heeft om de schulden tegenover zijn slachtoffers af te betalen, zal er van hun zonden genomen worden om ze op hem te gooien, waarna hij in de hel geworpen wordt.” [Saheeh Muslim nr. 2581 en At-Tirmidhi nr. 2418]

     

    De leidende tong

     

    Volgens Abu Sa'eed Al-Khudri [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Elke keer als de zoon van Adam 's morgens opstaat, waarschuwen al zijn organen zijn tong op een strenge wijze en zeggen ze hem: Vrees Allah voor ons, Want wij hangen van jou af: als jij op de weg van rechtgeschapenheid blijft, zullen wij hetzelfde doen en als jij afwijkt, zullen wij samen met jou afwijken.” [Hadeeth Hassan, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2407. Hassan gekwalificeerd door Al-Baani in Saheeh At-Taghrib nr. 2871]

     

    Anderen beledigen

     

    Abu Barza [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert: de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] hield voor ons een preek [op zo'n sterkte toon] dat hij kon gehoord worden door de jonge meisjes die in hun huizen gehouden werden. Hij zei: “O jullie die het geloof enkel met hun tong belijden zonder dat jullie harten beroert, spreek geen kwaad over de moslims en benadruk hun gebreken niet. Als je op zoek gaat naar de onvolmaaktheden van je broeder, zal Allah op zoek gaan naar de jouwe en je met schande overladen, zelfs als je jezelf zo diep mogelijk in je huis verstopt.” [Overgeleverd door Abu Dawud met een goede keten]

     

    Een bedoeïen zei tegen de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam]: “Geef mij een goede raad.” Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei hem: “Vrees Allah, als iemand je naar beneden haalt door een fout te vernoemen die hij bij jou kent, haal hem dan niet naar beneden, door een fout te vernoemen die jij bij hem kent. Zo zal hij er de gevolgen van dragen en zal jij ervoor beloond worden. En beledig helemaal niets.” De bedoeïen heeft gezegd: “Ik heb sindsdien niets meer beledigd.” [Overgeleverd door Ahmad, At-Tabarani met een goede keten van overleveraars. Zie de herziening van Al-Iraqi van de Ihya nr. 1563]

     

    Volgens Thabit ibn Ad-Dahaak [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degene die een gelovige uitmaakt voor ongelovige is alsof hij hem heeft gedood.” [Saheeh Bukhari nr. 6047]

     

    Ibn Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] overleverd dat hij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “Als iemand tegen zijn broeder zegt: “Oh ongelovige [ya kafeer], dan zal de excommunicatie een van hen treffen. Als hetgeen hij over hem gezegd heeft de waarheid is [des te beter voor hem], zoniet zal het zich tegen hem keren.” [Saheeh Bukhari nr. 6104 en Muslim nr. 60]

     

    Allaah zegt in de Quran: “O, gij die gelooft! Laat een volk het andere volk dat waarschijnlijk beter is dan zij, niet bespotten, noch vrouwen andere vrouwen, die misschien beter zijn dan zij. En belastert elkander niet, noch noemt elkaar bij scheldnamen. Kwaad is [het geven van] een slechte naam na de aanvaarding van het geloof, en zij die geen berouw tonen zijn de onrechtvaardigen.” [Surah Al-Hudjiraat, hoofdstuk 49, aya 11]

     

    Allaah zegt ook: “Allah houdt niet van het uiten van beledigende taal in het openbaar, behalve door iemand, die onrecht wordt aangedaan; en Allah is Alhorend, Alwetend.” [Surah An-Nisaa, hoofdstk 4, aya 148]

     

    Fluisteren

     

    Volgens Ibn Mas’ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Als jullie met drie zijn, dat twee van jullie dan niet stilletjes met elkaar praten zonder de derde erbij te betrekken, of jullie je onder de mensen mengen, want het zou hem verdriet kunnen doen.” [Saheeh Bukhari nr. 6290 en Muslim nr. 2184]

     

    Je ouders beledigen

     

    Volgens Ibn Abbas [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Vervloekt is degene die zijn vader en moeder beledigd.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Ahmad in Al-Musnad 1/217, haar keten is authentiek verklaard door Shaykh Ahmad Shikr]

     

    Volgens Abd Allah Ibn Amr [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Een van de grootste zonden is je vader en moeder beledigen.” De metgezellen vroegen: “Boodschapper van Allah, hoe kan iemand zijn vader en moeder beledigen?” En de Boodschapper zei: “Ja, de ene beledigd de vader van de andere. Deze beledigd zijn vader. Hij beledigd zijn moeder en deze laatste beledigd zijn moeder.” [Saheeh Bukhari nr. 5973 en Muslim nr. 90]

     

    Allah zegt: “Uw Heer heeft u bevolen, zeggende: “Aanbidt niemand anders dan Mij en betoont vriendelijkheid jegens de ouders. Indien één hunner bij u een hoge leeftijd bereikt of beiden doen dit, zeg dan nimmer tot hen “Foei” noch stoot hen af, doch spreek tot hen een welgevallig woord. En wees teder voor hen in erbarming. En zeg: “Mijn Heer, ontferm u over hen daar zij mij opvoedden toen ik jong was.” [Surah Al-Israa, hoofdstuk 17, ayaat 23 & 24]

     

    Het beledigen van de doden

     

    Volgens Aicha [Radhiya Allahu ‘anha] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Beledig de doden niet, want zij hebben al bereikt wat ze naar voren hebben gebracht.” [Saheeh Bukhari nr. 1393. An-Nasa’i nr. 4152. Abu Dawud nr. 4899]

     

    Volgens haar heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Als jullie je de doden herinneren, zeg dan enkel het goede over hen.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door An-Nasa’i 4/53. Zie Saheeh Al-Djaami’ nr. 7271]

     

    Enkele garanties

     

    Sahl Ibn Sa’eed [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert: de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Wie garandeert me dat hij beschermt wat tussen zijn lippen zit [de tong] en wat tussen zijn dijen zit, zodat ik hem het Paradijs kan garanderen.” [Saheeh Bukhari nr. 6474]

     

    Volgens Abu Umama [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Ik garandeer een huis in de buitenwijken van het paradijs voor diegene die zich heeft onthouden van elke discussie, zelfs al had hij gelijk. Ik garandeer een huis in het centrum van het paradijs voor degene die zich heeft onthouden van leugens, zelfs niet gewoon om te lachen. Ik garandeer een huis in de hoogste gedeelte van het paradijs voor degene met een edelmoedig karakter.” [Overgeleverd door Abu Dawud, authentiek gekwalificeerd door An-Nawawi. Hassan gekwalificeerd door Al-Baani in As-Sahiha nr. 273 en Sahih Al-Djaami’ nr. 5136]

     

    Wat een enkel woord kan doen

     

    Volgens Abu Hurayra [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Zeker, de mens zegt een woord dat de volmaakte tevredenheid van Allah waard is, zonder er goed over na te denken en Allah zal hem door dit woord enkele graden hoger brengen. Zeker, de mens zegt een woord dat de woede van Allah de Verhevene veroorzaakt, zonder er goed over na te denken, en hij zal met dit woord in de Hel geworpen worden.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 6478. Muslim nr. 2988. Malik in Al-Muwatta]

     

    Volgens Bilal Ibn Al-Harith Al-Muzani [Radhiya Allahu 'anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu 'alayhi wa selam] gezegd: “Voorwaar, de mens spreekt een woord uit dat de volmaakte teverendheid van Allah de verhevene waard is, zonder zich ooit in te beelden dat dit woord zou bereiken wat het zal bereiken. Allah schrijft voor hem, dankzij dat woord, Zijn tevredenheid op tot op de dag dat hij voor Hem zal verschijnen. En voorwaar, de mens spreekt een woord uit dat de woede van Allah veroorzaakt, zonder zich ooit in te beelden dat dit woord zou bereiken wat het zal bereiken. Allah schrijft voor hem door dit woord, Zijn woede op tot op de Dag dat hij voor Hem zal verschijnen.” [Mutafaqun 'alayh, door Malik in Al-Muwatta en Bukhari nr. 6479]

     

    Abu Hurairah [Radhiya Allahu 'anhu] overlevert dat hij de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “Voorwaar, de dienaar zegt een woord zonder goed na te denken of het goed of slecht is en dit woord doet hem in vuur van de Hel verder glijden dan de afstand tussen het oosten en het westen.” [Saheeh Bukhari nr. 6477 en Muslim nr. 2988]

     

    Het vloeken

     

    Volgens Ibn Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De gelovige is nooit iemand die geneigd is om een vloek uit te spreken.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2019. Al-Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 309. Hakim in Al-Mustadrak 1/12 die haar authentiek gekwalificeerd heeft, bevestigd door Adh-dhahabi, authentiek gekwalificeerd door Al-Baani in zijn herziening van de overleveringen van het werk As-Sunna van Ibn Abi 'Asim nr. 1014]

     

    Volgens Samura Ibn Jundub [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Vervloek elkaar niet door over elkaar de vloek van Allah of zijn woede of de Hel uit te spreken.” [Hadeeth hassan, overgeleverd door Al-Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 320. Abu Dawud nr. 4906. At-Tirmidhi nr. 1976. Hakim in Al-Mustadrak nr. 1/48 die haar authentiek gekwalificeerd heeft, bevestigd door Adh-Dahabi en Al-Baani in As-Sahiha nr. 893]

     

    Imraan Ibn Husayn [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert: Terwijl de Booschapper van Allah [‘alayhi selatu wa selam] vertrok voor één van zijn reizen, kreeg een vrouw van de Ansaar die een kamelin beklom genoeg van haar gedrag en begon ze het dier te vervloeken. De Booschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Neem hetgeen deze kamelin op haar rug draagt en laat haar achter want ze is nu vervloekt.” Imraan zei: “Het leek me dat ik de kamelin nog zag ronddwalen tussen de mensen zonder dat iemand haar durfde vast te nemen.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2595]

     

    Anas [Radhiya Allahu ‘anhum] heeft gezegd: Toen een man naast de Boodschapper van Allah [‘alayhi afdhalu selatu wa selaam] op weg ging, had hij zijn kameel vervloekt. De boodschapper van Allah [‘alayhi afdhalu selatu wa selaam] zei toen: “O dienaar van Allah, vergezel ons niet op een vervloekte kameel.” [Al-'Iraqi heeft gezegd: Hadeeth overgeleverd door Ibn Abi-d-Dunya met een goede keten van overleveraars. Zie annotaties van de Ihyaa nr. 1264]

     

    Volgens Adu-d-Darda [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degenen die geneigd zijn om een vloek uit te spreken zullen op de Dag van de Opstanding geen bemiddelaars, noch getuigen zijn.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2598]

     

    Volgens Thabit Ibn Ad-Dahhak [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Een gelovige vervloeken is net als hem doden.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6047 en Muslim nr. 110]

     

    Op een dag werd een man gebracht bij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] , om hem de straf die geldt voor het gebruik van wijn toe te passen, terwijl hij voordien al verschillende keren zweepslagen gekregen had voor hetzelfde misdrijf. Een van de metgezellen zei: “Moge Allah hem vervloeken! Hoeveel keer brengen we hem nu al hierheen voor hetzelfde misdrijf?” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Help satan niet tegen hem.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari en Abu Dawud nr. 4477]

     

    In een andere versie: “Wees geen helpers van satan tegen jullie broeder.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 6781]

     

    In een andere versie: “Vervloek hem niet, want bij Allah ik ken hem slechts als iemand die houdt van Allah en Zijn Boodschapper.” [Authentieke hadeeth, Al-Bukhari nr. 1393. An-Nasa'i nr. 4152. Abu Dawud nr. 4899]

     

    Kwaadsprekerij

     

    Abu Musa Al-Ash'ari [Radhiya Allahu ‘anhu] overlevert dat hij de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft horen zeggen: “Wie is de beste van onder de Moslims?” Hij heeft geantwoord: “De echte Moslim is diegene van wiens tong of hand de Moslims niets te vrezen hebben.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 11 en Muslim nr. 42]

     

    Volgens 'Abd Allah Ibn 'Amr Ibn Al-'As [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De echte Moslim is degene van wiens tong of hand de gelovige niets te vrezen hebben. De echte emigrant is degene die heeft achtergelaten wat Allah verboden heeft.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 10]

     

    Volgens Abu Hurayra [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Het is uitdrukkelijk verboden voor een Moslim om schade toe te brengen aan iets dat een andere Moslim aanbelangt: zijn bloed, zijn bezittingen en zijn eer.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Muslim nr. 2564]

     

    Volgens Abu Bakr [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Jullie bloed, jullie bezittingen en jullie eer zijn voor jullie zoals deze dag [de Offerdag] heilig is, in deze stad [Mekka] en deze maand [Dhu-l-Hijja]. Heb ik de boodschap goed doorgegeven?” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 1741 en Muslim nr. 1218]

     

    Imam Malik [Rahimahu Allaah] overlevert dat ‘Isa Ibn Mariam [‘alayhumu selaam] gezegd heeft: “Praat niet veel, behalve als het gaat om het gedenken van Allah, want jullie harten kunnen hard worden en een hard hart is ver verwijdert van Allah, maar jullie weten niet! Kijk niet naar de zonden van de mensen alsof jullie meesters zijn, maar kijk naar jullie eigen zonden alsof jullie eenvoudige dienaren zijn. De mens is ofwel iemand die beproefd word ofwel iemand die gezond is. Wees dus barmhartig tegenover diegene die beproeft worden en bedank Allah dat hij jullie een goede gezondheid gegeven heeft.” [Al-Muwatta nr. 2/986]

     

    Er werd overgeleverd dat een man tegen Hassan Al-Basri [Rahimahu Allaah] gezegd heeft: “Dinges heeft kwaadgesproken over jou.” Toen stuurde Hassan hem een bord vol dadels met daarbij de volgende boodschap: “Ik heb gehoord dat je mij van je goede daden cadeau hebt gedaan. Zelf had ik je ook willen belonen, maar verontschuldig mij dat ik dit niet kan doen zoals het hoort!”

     

    Op een dag vroeg de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] aan zijn metgezellen [Radhiya Allahu ‘anhum]: “Weten jullie wat kwaadsprekerij is?” Allah en zijn boodschapper zijn beter geïnformeerd dan wij, antwoordden ze. De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Kwaadsprekerij, is iets zeggen over je broeder wat hij verafschuwt te horen.” De metgezellen vroegen: “Maar als hetgeen we over hem zeggen waar is?” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Als hetgeen jullie zeggen waar is, is het kwaadsprekerij, maar als het niet waar is, dan is het een afgrijselijke leugen [albuhtaan]!” [Saheeh Muslim nr. 2589. Abu Dawud nr. 4874. At-Tirmidhi nr. 1934]

     

    Allah zegt in de Quran: “O, gij die gelooft! Vermijdt in het algemeen verdenking want achterdocht is een zonde. En spionneert niet, noch belastert elkander. Lust iemand onder u het vlees van zijn dode broeder? Gij verafschuwt het zekerlijk. Vreest Allah voorzeker, Allah is Berouwaanvaardend, Genadevol.” [Surah Al-hudjiraat, hoofdstuk 49, aya 11]

     

    Grappen maken

     

    Volgens Abu Hurayra [Radhiya Allahu ‘anhu] hebben de metgezellen gezegd: “Boodschapper van Allah, je hebt altijd de gewoonte grapjes te maken met ons.” De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Zeker, maar zelfs als ik grapjes maak met jullie, zeg ik nog steeds enkel de waarheid.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 1990. Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 265. Ahmad in Al-Mmusnad nr. 2/2360. Zie As-Sahiha nr. 1726]

     

    Abu-l-Hasan Al-Mawrudi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Weet dat grapjes maken een belemmering is voor de rechten en kan eindigen in breuk. Het onteert de grappenmaker en het doet de persoon waarmee gelachen wordt pijn. De grappenmaker is onteerd omdat hij zijn achtenwaardigheid en zijn charme verliest en de gemene en gekke mensen aantrekt.”

     

    Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Van degene die geregeld lacht, vermindert de achtenswaardigheid. Op degene die vaak grapjes maakt zal vlug neergekeken worden. Iemand die iets op een buitensporige manier doet zal daaraan herkend worden. Wie veel praat zal veel dwaasheden zeggen. Wie veel dwaasheden verteld zal van zijn schaamtegevoel verliezen. Wie van zijn schaamtegevoel verliest zal een tekort aan vroomheid hebben. En wie een tekort aan vroomheid heeft, zal zijn hart sterven.”

     

    Sa'eed Ibn Al-'Aas [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft tegen zijn zoon gezegd: “Mijn zoon, maak geen grapjes met een edele man, want hij zal je verafschuwen. Maak geen grapjes met een gemene man, want hij zal zich dingen permitteren tegenover jou.”

     

    Er word gezegd: “Alles heeft een kiem en de kiem van vijandigheid is grappenmakerij.”

     

    Abu-l-Hasan Al-Mawrudi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Als lachen een gewoonte wordt, leidt het de geest af van belangrijke zaken en het veroorzaakt onoplettenheden bij het proberen herinneren van de situatie. Niemand van degene die overdrijven in het lachen geniet van achtenswaardigheden of eerbaarheid.” [Adaab Ad-Dunya Wa Deen nr. 285]

     

    Abu-l-Layth As-Samarqandi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Maak niet vaak grapjes, want daarin schuilt verlies van je eerbaarheid. Ze maken je afkeurenswaardig bij de deugdzame mensen, ze laten de gemene mensen achter je lopen en je zal tot de lichtzinnige gerekend worden. Maak geen grapjes met iemand waarmee je nog niet vertrouwd bent en van wie je de deugden niet kent. Het kan daarentegen geen kwaad om grapjes te maken met je vertrouwde vrienden, zonder zonden of buitensporigheden te begaan, want het beste is altijd de gulden middenweg. Zo zal men je geen zwaar of lichtzinnig karakter toeschrijven.” [Bustan Al-'Arifin nr. 419]

     

    Sa'id Ibn Al-'As [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft tegen zijn zoon gezegd: “Wees gematigd in je grappenmakerij, want buitensporigheid doet je charme verdwijnen en geeft gemene mensen de moed om jou aan te vallen. Als je dit verwaarloost, jaag je daarmee je vertrouwelingen op de vlucht en maak je jezelf antipathiek in de ogen van je metgezellen.”

     

    Minachting en nijd

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Om slecht te zijn, volstaat het dat de mens zijn moslimbroeder minacht.” [Saheeh Muslim nr. 2563. Abu Dawud nr. 4882. At-Tirmidhi nr. 1927]

     

    Overgeleverd van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] die zou gezegd hebben: “Imaan [geloof] en nijd kunnen niet samen bestaan in het hart van een dienaar.” [Overgeleverd door Ahmad 8/436]

     

    'AbdAllah Ibn 'Amr Ibn al-'As [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] werd ondervraagd over de beste van de mensen. Hij antwoordde: “Elke mens die een gezond hart [makhmum] heeft en die waarachtig is in wat hij zegt.” De metgezellen [Radhiya Allahu ‘anhum] vroegen hem: “We begrijpen wat het betekend om waarachtig te zijn in wat je zegt, maar wat is; een gezond hart [makhmum] hebben?” Hij [‘alayhi selatu wa selaam] antwoordde: “Elk vroom, zuiver hart, waarin geen zonde, geen gevoel van opstandigheid, geen vijandigheid of nijd is.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Ibn Madjah 2/1409 hadeeth nr. 4216]

     

    Het liegen

     

    Volgens Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Wees waarachtig! Waarachtigheid leidt naar het goede en het goede leidt naar het paradijs. De mens blijft de waarheid vertellen en zichzelf verplichten waarachtig te zijn tot hij bij Allah ingeschreven word bij de waarachtige. Wees op jullie hoede voor leugens! De leugen leidt tot misdadigheid en misdadigheid leidt naar de hel. De mens blijft maar liegen en op zoek gaan naar leugens tot hij bij Allah ingeschreven word bij de leugenaars.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6094 & Muslim nr. 2607]

     

    Hassan Ibn 'Ali [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: Ik heb van de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] de volgende woorden onthouden: “Neem afstand van hetgeen twijfelachtig is voor hetgeen niet twijfelachtig is, want waarachtigheid brengt sereniteit met zich mee en leugens zijn een bron van ongerustheid.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2518. An-Nasa'i 8/327, 328. Ahmad in Al-Musnad 1/101]

     

    De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Wee degene die een betoog houdt om de mensen te doen lachen en die liegt in zijn betoog! Wee hem! Wee hem!” [Hadeeth Hassan, Abu Dawud nr. 4490. At-Tirmidhi nr. 2315. Ahmad in Al-Musnad 5/3, 5, 7. Haakim in Al-Mustadrak 1/46, die haar authentiek verklaard heeft, bevestigd door Adh-Dhahabi en Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 7136]

     

    Het is overgeleverd van de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] dat hij, in soortgelijke woorden, zei: “Het is voldoende voor een persoon om een leugenaar te zijn door alles te zeggen wat hij hoort [van anderen, en door dit presenteren als de waarheid].” [Overgeleverd door Abu Dawud en Haakim]

     

    Schijnheiligheid, verraad en onthullen van geheimen

     

    Volgens Abu Sa’eed Al-Khudri [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De man die de slechte positie zal hebben bij Allah op de Dag van de Opstanding, is degene die, nadat hij zaken heeft verteld aan zijn vrouw en nadat zij hetzelfde gedaan heeft, haar geheim begint te verraden.” [Saheeh Muslim nr. 1437. Abu Dawud nr. 4870. Ahmad in Al-Musnad 3/69]

     

    Volgens Abu Hurairah [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [‘alayhi selatu wa selam] gezegd: “Drie kenmerken wijzen erop dat iemand schijnheilig [hypocriet] is: hij liegt als hij spreekt, hij houdt zich niet aan zijn beloftes, en hij schaadt het vertrouwen dat hem gegeven wordt.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 33 & Muslim nr. 59]

     

    Volgens 'Ammar Ibn Yaseer [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Degene die tijdens dit aardse leven twee gezichten had, zal op de Dag van de Opstanding twee tongen van vuur hebben.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door Al-Bukhari in Al-Adab Al-Mufrad nr. 1310. Abu Dawud nr. 4873, authentiek gekwalificeerd door Al-Baani in As-Sahiha 4873, zie Saheeh Al-Djaami' nr. 6496]

     

    Volgens Abu Hurairah [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De ergste mensen zijn die met twee gezichten. Je ziet hoe ze bij de ene een bepaald gezicht hebben en bij de andere een ander gezicht.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 3494 & Muslim nr. 2526]

     

    Hudayfa [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: De Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Geen enkele verklikker zal het paradijs binnentreden.” [Unaniem overeengekomen, Al-Bukhari nr. 6056. Muslim nr. 105. Abu Dawud nr. 4871. At-Tirmidhi nr. 2026]

     

    'Ali Ibn Talib [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Je geheim is je gevangene, en als je erover praat, ben jij het die zijn gevangene wordt.”

     

    Een van de wijzen heeft tegen zijn zoon gezegd: “Mijn kind! Wees vrijgevig in het uitgeven van geld voor de rechtvaardige zaken en wees de bewaarder van geheimen van iedereen. De meest lovenswaardige vrijgevigheid is het uitgeven op het gebied van vroomheid en de [lovenswaardige] gierigheid bestaat erin geheimen te bewaren.”

     

    Zaken die ons niet aangaan

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Uit de volmaakte onderwerping van de mens komt voort dat hij zich onthoudt van alles wat hem niet aanbelangt.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2317. Abn Madjah nr. 3976. Malik in Al-Muwatta 1/347. Ahmad in Al-Musnad 1/201, Ahmad Shakir heeft haar keten authentiek verklaard, net als Al-Baani in de Saheeh van Ibn Madjah]

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Degene die zwijgt zal zeker gered worden.” [Authentieke hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 2501. Ahmad in Al-Musnad 2/159, 177. Ad-Darimi 2/299. Zie As-Silsila As-Sahiha nr. 536]

     

    Aan Luqmaan de wijze werd gevraagd: “Wat is jouw wijsheid?” Hij antwoordde: “Ik vraag niets meer dan het noodzakelijke en ik steek geen energie in zaken die me niet aanbelangen.”

     

    Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Bemoei je niet met zaken die je niet aangaan; neem afstand van je vijand; wees op je hoede voor je vriend onder de mensen, behalve voor degene die te vertrouwen is, en enkel degene die Allah de Verhevene vreest, is te vertrouwen; houd een misdadiger geen gezelschap, want je riskeert zijn misdadigheid te leren; onthul je geheim niet; vraag raad aan mensen die Allah de Verhevene vrezen.”

     

    Muwarraq Al-'Ajli [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Er is een doel dat ik sinds twintig jaar probeer te bereiken zonder dat ik er tot nog toe in geslaagd ben, en toch zal ik nooit de moed verliezen om te proberen het te bereiken.” “Welk doel.” Vroegen ze hem. Hij antwoordde: “Erin slagen niet te spreken over zaken die mij niet aanbelangen.”

     

    Teveel spreken

     

    Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Wees op jullie hoede voor het overbodige in jullie taalgebruik. Voor de mens volstaat het aantal woorden dat hem laat bereiken wat hij nodig heeft.”

     

    Hij zei ook: “Degene die de grootste zonden zullen dragen op de Dag van de Opstanding zijn zij die onbezonnen verkeerde dingen hebben gezegd.” [Overgeleverd door At-Tabarani, Al-Hafez Al-'Iraqi heeft gezegd dat haar keten authentiek is, zie Al-Ihya nr. 1552]

     

    Ibrahim At-Taymi [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Voor hij begint te spreken, denkt de gelovige na. Als zijn woorden voordelig zijn voor hem, spreekt hij, zonniet, onthoudt hij zich ervan. Terwijl de misdadiger woorden uitspreekt zonder na te denken.”

     

    De Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] heeft gezegd: “Degene onder jullie waar ik het meest van houd en die dicht bij mij zullen zitten op de Dag van de Opstanding, zijn diegene onder jullie die de beste karakters hebben. Degenen onder jullie die ik het meest verafschuw en die het verst van mij zullen zitten op de Dag van de Opstanding, zijn de babbelzieken, de hoogdravers en de mooipraters.” De Suhaba [Radhiya Allahu ‘anhum] vroegen: “Boodschapper van Allah, we weten wie de babbelzieken en de hoogdravers zijn, maar wat betekend mooipraters [mutafayqihun]? Hij [SallAllahu ‘alayhi wa selam] antwoordde: “Dat zijn de hoogmoedigen.” [Hadeeth Hassan, overgeleverd door At-Tirmidhi nr 2018, tamelijk goed gekwalificeerd door Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 2201]

     

    Nu’aym Ibn Abdillaah [de schriftgeleerde van de rechtschapen Khaleef Umar Ibn Abd Al-Azeez] overlevert dat Umar Ibn Abd Al-Azeez heeft gezegd: ”de angst voor opscheppen en het wedijveren met anderen weerhoudt me ervan om veel te zeggen van wat er gezegd zou kunnen worden.” [Abdullaah Ibn Mubaarak in Az-Zuhd wa Raqaa-iq, Vol.1, p.193, #126]

     

    Yahya Ibn Kathir heeft gezegd: “Wanneer je twee zaken in een man ziet, weet dan dat al de rest goed is: Wanneer je ziet dat hij zijn tong houdt, en dat hij zijn gebed onderhoud!” [As-Samt/564]

     

    Abdullah Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu 'anhu] zei: “niks verdient het meer om gevangen gezet te worden dan de tong.”

     

    Zweren

     

    Volgens Ibn Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Als je dan echt wil zweren, zweer dan bij Allah of zwijg anders.” [Saheeh Bukhari nr. 6108 en Muslim nr. 1646]

     

    Volgens hem heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Wie zweert bij iemand anders dan Allah, is ongelovig of heeft hem een deelgenoot toegekend.” [Saheeh hadeeth, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 1535. Ahmad in Al-Musnad 2/125. Haakim in Al-Mustadrak 4/297 die haar authentiek heeft verklaard, bevestigd door Adh-Dhahabi, authentiek gekwalificeerd door Al-Baani in Saheeh Al-Djaami’ nr. 6204 en in As-Sahiha nr. 2042]

     

    Discussies

     

    Volgens Abu Umama [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft de Profeet [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “Geen enkel volk is afgedwaald nadat ze leiding gekregen hadden, enkel nadat ze zich hadden overgegeven aan discussies.” [Hadeeth hassan, overgeleverd door At-Tirmidhi nr. 3253. Ibn Madjah nr. 48. Ahmad in Al-Musnad 5/252. Haakim in Al-Mustadrak die haar authentiek gekwalificeerd heeft, bevestigd door Adh-Dhahabi, hassan gekwalificeerd door Al-Baani in de Saheeh van Ibn Madjah]

     

    Ibn Mas'ud [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Laat de discussie links liggen, want je kan haar wijsheid niet begrijpen en je kan niet veilig zijn voor haar verleiding.”

     

    Umar [Radhiya Allahu ‘anhu] heeft gezegd: “Verzamel geen kennis voor drie zaken en verlaat de kennis niet omwille van drie zaken. Verzamel geen kennis om het te gebruiken om te discussiëren, noch om erover op te scheppen, noch om ermee te koop te lopen. Verlaat daarentegen de kennis niet omdat je schaamte om ernaar op zoek te gaan je ervan weerhoudt, of omdat je geen enkel verlangen hebt om iets te leren, of omdat je er voldoening in vindt onwetend te zijn.”

     

    Volgens ‘Aisha [Radhiya Allahu ‘anha] heeft de Boodschapper van Allah [SallAllahu ‘alayhi wa selam] gezegd: “De meest verafschuwde mens bij Allah is de ruziemaker, de betwister.” [Unaniem overeengekomen, overgeleverd door Al-Bukhari nr. 2457 & Muslim nr. 2668]

     

    Al Ghazali [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Ruzie is het begin van alle kwaad, en hetzelfde voor twistgesprekken en discussies. Het is dus beter deze deur slechts in noodgevallen te openen, en in noodgevallen is het ook beter om de tong en het hart te beschermen tegen de gevolgen van ruzie, en dat is bijna onmogelijk.” [Al-Ihya nr. 1558]

     

    Abu Yasser [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Wees op je hoede voor discussies: het is het uur van de onwetendheid voor de wijze en het is het ideale moment voor satan om zijn misstap af te wachten.”

     

    Imam Malik [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Discussie maakt het hart hard en veroorzaakt conflicten.”

     

    Bilal Ibn Sa'd [Rahimahu Allaah] heeft gezegd: “Als je ziet hoe iemand neigingen heeft om ruzie te maken en te discussiëren, betoverd door zijn eigen mening, weet dan dat hij reeds volledig heeft verloren.”

     

    Alomvattendheid van de tong

     

    Mu'aad Ibn Djabbal [Radhiya Allahu 'anhu] heeft gezegd: Ik zei: “O, Boodschapper van Allah! Noem me eens een handeling waardoor ik in de hemel terecht zal komen en die me weg zal houden van het vuur van de hel.” Hij [Sallallahu 'alayhi wa selam] zei: “Je hebt me iets belangrijks gevraagd en toch is het zo dat het voor iedereen een eenvoudig te realiseren zaak kan zijn als Allah het je maar gemakkelijk maakt. Je moet Allah aanbidden en niemand en niets anders dan Hem. Je moet de gebeden verrichten. Je moet de zakaat betalen. Je moet in de maand Ramadan vasten en je moet de bedevaart naar het Huis [Ka'bah, te Mekkah] maken.” Toen zei hij [Sallallahu 'alayhi wa selam]: “Zal ik je de deuren naar het goede eens laten zien? Vasten is een schild. Liefdadigheid blust de zonden, zoals vuur door water wordt uitgedoofd. En dan is er iemands gebed in het holst van de nacht.”

     

    Hierna reciteerde hij [Sallallahu 'alayhi wa selam] dit: ”Zij mijden hun bed en roepen hun Heer vol vrees en hoop aan. En zij geven weg wat Wij aan hen gegeven hebben. Niemand weet welke vreugde voor hun ogen verborgen is als beloning voor wat zij hebben gedaan.” [Surah As-Sadjdah, hoofdstuk 32, aya 16]

     

    Vervolgens zei hij [Sallallahu 'alayhi wa selam]: “Zal ik je over de hoofdzaak, de steunpilaar en het hoogtepunt van dit alles vertellen?” Ik zei: “Ja, graag, oh Boodschapper van Allah.” Hij [Sallallahu 'alayhi wa selam] zei: “De hoofdzaak is de Islam, de steunpilaar is het gebed en het hoogtepunt van alles is de Jihaad.” Verder zei hij [Sallallahu 'alayhi wa selam]: “Zal ik je vertellen hoe je dit alles kunt beheersen?” Ik zei: “O ja, Boodschapper van Allah” En toen pakte hij [Sallallahu 'alayhi wa selam] zijn tong beet en zei: “Beheers dit!” Ik zei: “O, Profeet van Allah, zullen we beoordeeld worden in verband met wat we zeggen?” Hij [Sallallahu 'alayhi wa selam] zei: “Had je moeder je maar verloren Mu'aad! Waardoor zouden de mensen anders op hun gezichten in het hellevuur tuimelen als het niet de oogst was van wat ze met hun tongen hebben gezaaid?” [Overgeleverd door At-Tirmidhi, die hem goed en betrouwbaar heeft geclassificeerd, tevens opgenomen in de veertig Ahadeeth An-Nawawi]

     

    Woorden kun je niet terug nemen

     

    Ibn Jarir registreerde dat Khalid Ar-Raba'i zei: Luqman [de wijze] was een Ethiopische slaaf die een timmerman was, zijn meester zei tegen hem: “Slacht dit schaap voor ons.” Hij slachtte het schaap. Zijn meester zei: “Breng me de beste twee delen van het schaap.” Hij bracht de tong en het hart [van het schaap]. Toen na een tijdje, zei zijn meester: “Slacht dit schaap voor ons.” Hij slachtte het schaap. Zijn meester zei: “Breng me de slechtste delen van het schaap.” Hij bracht de tong en het hart van het schaap. Zijn meester zei tegen hem: “Ik vroeg jou om de twee beste delen, toen bracht je deze [de tong en het hart], toen vroeg ik jou om de twee slechtste delen, en je bracht deze [de tong en het hart]!” Luqman zei: “Er is niets beter dan deze als ze goed zijn, en er is niets slechter dan deze als ze slecht zijn.” Shu'bah overleverde van Al-Hakam van Mujahid: “Luqman was een rechtvaardige dienaar, maar hij was geen profeet.” [Tafsir Ibn Kathir, Surah Luqman, aya 12. Vertaald door 'Abdul-Aziz Ezhar]

     

    Al-Imam Abu Haatim ibn Hibbaan al-Busti heeft in zijn boek ‘Rawdat-ul-‘Uqalaa wa Nuzhat-ul-Fudalaa’ gezegd: “Het is voor elk intelligent persoon verplicht om te allen tijde te zwijgen totdat het nodig is voor hem om te spreken. Want hoe vaak heeft iemand spijt van wat hij gezegd heeft nadat hij het zei en hoe zelden heeft iemand spijt van wat hij gezegd zou kunnen terwijl hij zwoog? En de mensen die het langst ongelukkig blijven en de meeste beproevingen doormaken, zijn degenen die getroffen zijn met een losse tong en een hard hart.”

     

    Ibn Hibbaan heeft ook gezegd: “Het is voor de intelligente persoon verplicht om zijn oren twee keer zo vaak te gebruiken als zijn tong en zich te realiseren dat hij twee oren gekregen heeft en slechts één mond zodat hij meer luisterd dan spreekt. Dat is omdat hij spijt zou kunnen krijgen van wat hij gezegd heeft, wanneer hij spreekt, maar als hij zwijgt, dan zal hij niets hebben om spijt van te hebben. Het is immers gemakkelijker om terug te nemen wat je nooit gezegd hebt, maar zodra een woord uitgesproken is, bezit het zijn spreker. Maar als het nooit uitgesproken is, blijft dit het eigendom van degene die het nooit uitgesproken heeft.”

     

    Ibn Hibbaan heeft ook gezegd: “De tong van de intelligente persoon schuilt achter zijn hart zodat hij zijn hart raadpleegt wanneer hij iets wil zeggen. Als er gedacht wordt dat hij zou moeten spreken dan doet hij dat maar zo niet, dan zwijgt hij. Bij de onwetende persoon bevindt het hart zich echter op het puntje van zijn tong, dus spreekt hij zonder na te denken. En degene die zijn tong niet bewaakt, begrijpt zijn religie [Islam] niet.”

     

    Een anekdote: “Een vrouw herhaalde een roddel die ze gehoord had over een buur. Binnen een paar dagen kende de hele gemeenschap het verhaal. De betreffende persoon was diep gekwetst en beledigd. Later kwam de vrouw die verantwoordelijk was voor het verspreiden van de roddel er achter dat het volledig onwaar was. Ze had enorm veel spijt en ging naar een wijze oude man om te vragen wat ze kon doen om de schade te herstellen. “Ga naar de markt, haal een kip en slacht hem. Op weg naar huis, pluk je de veren en gooi ze één voor één langs de weg.” Zei de oude man tegen haar. Ook al was ze verrast door dit advies, deed de vrouw toch wat haar gezegd was. De volgende dag zei de wijze man; “Ga nu alle losse veren die je gisteren hebt laten vallen weer ophalen en breng ze terug naar mij.” De vrouw volgde dezelfde weg als de dag ervoor maar de wind had alle veren weg geblazen. Na uren zoeken keerde ze terug met slechts drie veren in haar hand. “Zie je” zei de oude man “het is makkelijk om ze te laten vallen, maar onmogelijk om ze terug te krijgen. Zo is het ook met roddelen. Het kost weinig moeite om een roddel te verspreiden maar als je dat eenmaal gedaan hebt kun je de fout nooit meer helemaal ongedaan maken.” [Ditzelfde geld voor andere woorden waar je spijt van zou kunnen krijgen, die niet onder een roddel hoeven te vallen]

    20-05-2011 om 07:53 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (19 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De juiste tijdsbenadering

    De juiste tijdsbenadering

     

    Allah zegt: “Bij de tijd. Voorzeker, de mens is te midden van verlies. Behalve degenen die geloven en goede werken doen, en elkander tot waarheid, en geduld aansporen.” [Surah Al-Asr]

     

    Een dichter zei: “Als de dood het einde van het leven is, dan maakt het niet uit of het leven lang of kort is.”

     

    Hassan Al-Basri zei: “Oh zoon van Adam. Je bent slechts een bundeltje dagen. Terwijl iedere dag voorbij gaat, verdwijnt daarmee een deel van jou.”

     

    Een dichter zei: “De mens geniet zolang de nachten voortduren en voorbijgaan. Zoals zij verdwijnen, zal ook hij stap voor stap vergaan.”

     

    Imam Ibn Djawzi zei: “Iedere ademhaling van de mens is een voetstap naar zijn dood.” [Laftatul Kabd]

     

    De Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft het volgende citaat ontleend aan de boeken van Ibrahim ['alayhi selaam]: “Een intelligent mens moet zijn tijd in vier perioden opdelen: [1] Een periode waarin hij praat met zijn Heer. [2] Een periode waarin hij zichzelf onderzoekt. [3] Een periode waarin hij nadenkt over de Schepping van Allah, de Verhevene. [4] Een periode waarin hij zich wijdt aan zijn behoeften van eten en drinken.” [Gerapporteerd door Ibn Hibbaan in zijn collectie sterke ahadeeth in een lange hadeeth verhaalt door Abu Dhar]

     

    Mu'aadh Ibn Jabbal verhaalt dat de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft gezegd: “De mens zal op de Dag der Opstanding niet eerder worden vrijgesproken en niets zal hem eerder worden kwijtgescholden, voordat hij is ondervraagt over vier gunsten: [1] Zijn leven, met welke bezigheden heeft hij het doorgebracht? [2] Zijn jonge jaren, voor welke bezigheden gebruikte hij deze periode? [3] Zijn bezit, hoe vergaarde hij het en wat gaf hij ervan uit en waaraan? [4] Zijn kennis, welk nut heeft het gedient?” [Overgeleverd door Al-Bazaar en At-Tabarani met een Saheeh isnaad]

     

    Ibn 'Abbas verhaalt dat de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft gezegd: “Benut vijf dingen voor vijf anderen: [1] Je leven voordat je dood gaat. [2] Je goede gezondheid voordat je ziek wordt. [3] Je vrije tijd voordat je in beslag word genomen. [4] Je jeugd voordat je oud wordt. [5] Je rijkdom voordat je arm wordt.” [Overgeleverd door Haakim en Al-Bayhaqi]

     

    Ibn 'Abbas verhaalt dat de Profeet [SallAllahu 'alayhi wa selam] heeft gezegd: “Veel mensen verliezen op het gebied van twee gunsten; gezondheid en vrije tijd.” [Saheeh Bukhari]

     

    In deze context zei Abu 'Atahiyah in zijn gedicht: “Jeugd, te veel vrije tijd en geld zijn een ramp. Inderdaad voor de mens een ramp.”

     

    Een geleerde zei eens tegen een jongere: “Werk voordat je niet meer in staat bent om te werken. Ik wil werken maar ik kan het niet [meer].”

     

    Hafsah bint Sirin was gewend te zeggen: “Oh jullie groep van jeugdigen! Werk, want werkelijk, echt werken vindt plaats in de jeugd.”

     

    Een gezegde, dat populair is onder de Moslims luidt: “Werk voor de geneugten van de wereld alsof je eeuwig zult leven; en werk voor de geneugten van de hiernamaals alsof je morgen zult sterven.”

     

    Hassan Al-Basri zei: “Ik heb geleefd onder mensen die op hun tijd zuiniger waren dan jullie mensen zijn op jullie geld.”

     

    Een dichter zei: “Mijn bezigheden van de dag zal ik niet, vanwege luiheid, uitstellen tot morgen. Want werkelijke de dag van een luiaard is altijd morgen.”

     

    Een geleerde man zei: “Voor ieder mens zijn er slechts vier momenten.. Momenten van vrome daden, van comfort, het plegen van zonden en van droefenis. En tijdens elk van deze momenten is er een vereist deel van dienstbaarheid van jou tot Allah. Dit is een plicht van jou krachtens Zijn heerschappij.

     

    Dus op het moment van het verrichten van een vrome daad behoort de mens zijn dienstbaarheid aan Allah te tonen. Door de gunsten voor hem te waarderen en er zich tevens van bewust te zijn, dat het Allah is, Die hem heeft geleid tot zijn vrome daden en hem de kans heeft gegeven deze te verrichten.

     

    En op een moment van comfort behoort de mens zijn dienstbaarheid tot Allah te tonen door dankbaarheid. Want dat is de vreugde over datgene, dat Allah teweeg heeft gebracht; die door het hart word opgenomen.

     

    En als de mens zich bezighoudt met het verrichten van een slechte daad, behoort hij zijn dienstbaarheid tot Allah te tonen, door het hebben van berouw en het vragen van vergeving.

     

    En als de mens zich bevindt in een moment van droefenis behoort hij zijn dienstbaarheid tot Allah te tonen door deze smart te accepteren en door het hebben van geduld.”

     

    Een dichter zei: “De tijd is niet meer dan twee momenten; je peinst over het verleden en je speculeert over de toekomst.”

     

    Al-Ghazali zei: “Er zijn drie soorten uren: [1] Het uur, dat voorbij is gegaan en dat niet langer inspanning vergt van een deel van de mens. Onafhankelijk van hoe het is verbracht, in luxe of in moeilijke omstandigheden. [2] Het uur, dat in de toekomst ligt en dat nog niet is gearriveerd. De mens kan niet weten of hij lang genoeg zal leven om erin te verblijven, ook weet hij niet wat Allah [Subhanahu wa Ta'ala] ervoor heeft bepaald. [3] Het uur van dit moment, waarvoor hij zich tot het uiterste behoort in te spannen om zijn plicht tot de Heer te volbrengen, zodanig dat hij geen reden had om er spijt van te hebben als hij het volgende en het daaropvolgende uur niet zou kunnen beleven.” [Ihya 'Ulumu Deen]

     

    Imam Hassan Al-Basri zei: “Pas op voor het uitstellen van zaken en deze dan voor je uitschuiven. Je maakt jezelf volledig en vernieuwt jezelf door middel van vandaag en niet door middel van morgen..”

     

    Shawqi zei: “De hartslag van de mens zegt steeds tegen hem, het leven is slechts minuten en seconden van tijd..”

     

    Imam Ibn Qayim zei: “Het verknoeien van tijd is rampzaliger dan de dood. Want het verknoeien van tijd snijdt je af van de goede geneugten van Allah en van het goede leven in het hiernamaals. Terwijl de dood je van het leven en van zijn inwoners afsnijdt.” [Al-Fawaa'id]

     

    Een vrome dichter zei: “Laat voorziening zijn een vroom geloofsleven, want je weet niet of je, als de nacht valt, de volgende dag zult beleven. Want vele stierven zonder enige kwaal, en velen leefden lang, maar met een ziekteverhaal. Vele jongeren bleven leven, in vertrouwen, tot aan een zekere dag. Want op die dag, zonder dat ze het wisten, was er hun doodskleed dat voor hen klaar lag.”

     

    Er werd gezegd: “We zoeken de fout in onze eeuw, terwijl die ligt bij ons. Onze eeuw kent geen gebreken, behalve die van ons. We geven af op de Eigenaar van de Tijd, terwijl schuldig is niet Hij. Als de tijd tot ons zou spreken, wie zouden er dan worden bespot? Wij!”

     

    14-05-2011 om 10:13 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (16 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liefde en haar bezegeling

    Liefde en haar bezegeling

     

    Ibn Jawzi zei: “Als je niet hartstochtelijk lief hebt gehad en niet weet wat verlangen betekend sta dan op en ga hooi eten want je bent niet meer dan een ezel.” En: “Jij en een harde steen zijn hetzelfde.” [Dhaamul Hawaa]

     

    Ibn Hazm zei: “Liefde is in werkelijkheid een verbazende kwaal; het is een heerlijke kwaal, een meest wenselijke ziekte. Wie er vrij van is houdt er niet van om er immuun voor te zijn, en wie erdoor gekweld is verlangt er niet naar ervan te genezen. Onder mijn kennissen heb ik een jongen gekend die verzonken was in liefde, en zat vast in haar netten, passie had hem zwaar getroffen, ziekte had hem versleten. Desondanks vond zijn ziel er geen troost in om Allah te smeken deze ellende van hem te verwijderen; zijn tong was niet vrij om verlossing te verzoeken. Zijn enige smeekbede was verenigd en bezeten te worden met degene van wie hij hield, ondanks de enorme omvang van zijn lijden en lang voortdurende zorgen.” [Tawq Al-Hamama]

     

    Ibn Hazm zei: “Liefde heeft een aantal kenmerken, welke de intelligente persoon snel herkent, en de slimme persoon gemakkelijk herkent. De zwoele blik is hiervan is de eerste; het oog is de poort van het ziel, het kijkglas tot haar geheimen, welke haar meest intieme gedachten ontbloot, en uitdrukking geeft van haar diepst verborgen gevoelens. Je zult de minnaar naar zijn geliefde zien staren zonder te blinken; zijn ogen volgen elke beweging van de geliefde, trekt zich terug wanneer zij terugtrekt, beweegt met haar mee wanneer zij beweegt, net zoals de blik van een kameleon die meebeweegt met de verschuiving van de zon. De minnaar zal zijn gesprekken tot de geliefde richten, zelfs wanneer hij toch oprecht beweert een ander te adresseren; de genegenheid is duidelijk voor iedereen met ogen die zien. Wanneer de geliefde speekt, luistert de minnaar met intense aandacht naar elk woord; hij verwondert zich over alles wat de geliefde zegt, hoe buitengewoon en absurd de opmerkingen ook mogen zijn, hij gelooft dit vanzelfsprekend zelfs wanneer het een duidelijke leugen is, en is het ermee eens hoewel diegene duidelijk fout zit, getuigd in het voordeel van de geliefde zelfs in mogelijk onrecht, en volgt de geliefde op elk pad en in elke opinie. De minnaar spoedt zich naar de plek waar de geliefde zich op dat moment begeeft, streeft ernaar zo dicht mogelijk bij de geliefde te zitten en schuift zich dicht aan, verzaakt elke bezigheid die eisen zijn gezelschap te verlaten, maakt elke zaak die om zijn afscheid eist licht hoe zwaar deze ook mag zijn, en is zeer langzaam in bewegen wanneer hij zijn afscheid neemt. Andere kenmerken van liefde zijn de plotselinge verwarring en opwinding die de minnaar verraden wanneer hij de geliefde onverwachts ziet naderen, de onrust die hem overmeestert wanneer hij iemand ziet die op de geliefde lijkt, of wanneer de naam van de geliefde plots word uitgesproken.” [Tawq Al-Hamama]

     

    Ibn Hazm zei: “Een man in liefde zal verspillend uitgeven tot aan de grens van zijn vermogen, op een wijze die hij voorheen zou weigeren; alsof hij degene is die de gift ontvangt. Dit alles zodat hij zijn goede kanten kan vertonen, en zichzelf begeerlijk maakt. Hoe vaak heeft de gierigaard zijn portemonnee geopend, de chagrijn zijn frons ontspannen, de lafaard heldhaftig ten strijde sprong, de lomperd opeens scherpzinnig werd, de boer in een perfecte heer veranderde, de viezerik zichzelf veranderde in een elegante ijdeltuit, de slungel zich optooide, de uitgeleefde zijn verloren jeugd heroverde, de vrome en respectabele losbandig werd, en dit alles vanwege liefde.” [Tawq Al-Hamama]

     

    Ibn Hazm zei: “Er zijn vijf fasen in de groei van liefde: de eerste fase is aangenaam denken over iemand, dat wil zeggen, iemand vind diegene leuk of is gecharmeerd door het karakter van diegene. Dit is onderdeel van het aangaan van vriendschap. Dan is er bewondering, dat is het verlangen om dicht in de buurt te zijn van diegene die men bewondert. Dan is er hechte vriendschap, wanneer je de ander vreselijk mist wanneer deze afwezig is. Dan is er verliefde genegenheid, wanneer je volledig geobsedeerd bent door de beminde. In de woordenschat van liefde wordt dit 'Ishq genoemd; de slavernij van liefde. Ten slotte is er passie, wanneer men niet meer kan slapen, eten of denken. Dit kan je ziek maken tot het punt van psychose of zelfs de dood.” [Al-Akhlaaq Wa siyar]

     

    Ibn Taymiyah zei: “...Het hoogste niveau van liefde is At-Tatayyum. Haar eerste niveau is Al-‘Alaaqah (verbondenheid) vanwege de verbinding van de harten met de geliefde. Daarna komt het niveau van de As-Sabaabah (verlangen en begeren), wanneer het hart begint te snakken naar de geliefde. Hierna komt de liefde van Al-Gharaam (beminnen en passie), welke de liefde is die onlosmakelijk is verbonden met het hart. Daarna komt Al-‘Ishq (vurige en passionele liefde) en haar uiteindelijke niveau is At-Tatayyam (slavernij, gevangenschap en aanbidding). Men zegt, taymullaah (slaaf van Allah). Dus de mutayyam is de slaaf van zijn geliefde.” [Al-‘Uboodiyyah]

     

    Ibn Qayyim zei: “De dronkenschap van liefde is erger dan de dronkenschap veroorzaakt door wijn, want de dronkenschap veroorzaakt door wijn zal vergaan, maar de dronkenschap van liefde vergaat zelden, totdat men in de greep van de dood ligt.” [Rawdat Al-Muhibbeen, p. 104]

     

    Ibn Hazm zei: “Weet dat liefde een doeltreffende autoriteit en een beslissende soevereiniteit over het ziel uitoefent, haar bevelen kunnen niet worden bestreden, haar verordeningen en regels mogen niet worden overtreden, en tegen haar heerschappij is geen beroep mogelijk. Liefde draait de hechtste vlechten los, maakt de strakste strengen los, lost het meest solide op, en ontbindt het meest stevige; het dringt tot het diepste van het hart.” [Tawq Al-Hamama]

     

    Ibn Qayyim zei in Jawaab Al-Kaafi: “Wat betreft het houden van vrouwen, de persoon die liefde voor hen voelt kan niets kwalijk worden genomen. Integendeel, het is onderdeel van zijn volmaaktheid (als mens) want Allah zegt: “En onder Zijn tekenen, is dat Hij voor jullie uit jullie zelf echtgenoten schiep, zodat jullie rust in haar vinden, en Hij heeft liefde en tederheid tussen jullie (harten) geplaatst.” [Surah Ar-Room, aya 21]

     

    En hij zei: “Wanneer we spreken over de voorschriften betreffende liefde, dan moeten we twee zaken onderscheiden. De ene is vrijwillig en de andere niet. Vrijwillige liefde is datgene wat leidt tot liefde (kijken en omgang) en dit is de liefde waarvoor je moet oppassen. De onvrijwillige liefde, wanneer dit gebeurt door een (toevallige, onbedoelde) plotselinge blik, of natuurlijke verlangen die ontwikkelen, dan kun je hier niet kwalijk voor worden genomen, maar hoe je hierop reageert is wat Allah jou aanrekent.”

     

    Ibn Al-Qayyim zei: “Als liefde ontstaat vanwege een reden die niet haraam is, dan is de persoon niets te wijten.. Zoals een (onbedoelde) plotselinge blik en hij zijn blik hierna afwende, maar liefde greep zijn hart zonder zijn bedoeling..” [Rawdat Al-Muhibbeen 147]

     

    Ibn Taymiyah zei: “Als dat niet het gevolg is van onzorgvuldigheid of overtreding van zijn kant, dan is er geen zonde op hem voor wat hem overkomen is.” [Madjmoo’ Al-Fataawa, 11/10]

     

    Ibn Al-Jawzi zei: “Een persoon kan worden blootgesteld aan de oorzaken van liefde dus wordt hij verliefd, en je kunt iemand op het eerste gezicht zien zonder dat dit liefde zal creëren, maar herhaaldelijk kijken naar deze persoon en het mengen met hem of haar kan leiden tot wat ondenkbaar was. Sommige mensen kunnen kijken naar een persoon en dat schept een soort van liefde, maar dan keren zij weg en deze liefde verdwijnt, omdat continue kijken liefde kan doen groeien. Zoals een tuin beplant met zaden die, indien zij wordt verwaarloosd, zal verschrompelen en sterven, maar als het wordt bewaterd zal floreren.” [Dhamm Al-Hawa p. 237]

     

    Ibn Qayyim zei: “Hoe meer blikken elkaar opvolgen, hoe meer het hart gehecht raakt, zoals water waarmee een boom wordt geïrrigeerd.” [Rawdat Al-Muhibbeen, p. 94]

     

    Zoals de asceet dichte: “Als jij jouw blik laat ronddwalen, zal het je tot veel hartverdriet leiden. Je zult zaken zien die je verlangt maar niet kunt winnen, en u bent niet in staat dat met geduld te verdragen. Hoeveel blikken zijn fataal geweest voor het hart van degene die keek, zo fataal als een pijl zonder boog noch pees.”

     

    Ibn Al-‘Uthaymeen zei: “Als het zo gebeurt dat er liefde tussen een man en een vrouw is ontstaan, dan is trouwen de meest effectieve manier om fitnah en immoraliteit af te weren voor hen, omdat zijn hart aan haar gehecht zal blijven als hij haar niet huwt, en dit kan leiden tot fitnah.” [As-ilat Al-Baab Al-Maftooh, vraag nr. 868]

     

    Er is van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Wij denken dat er niets beter is voor degene die van elkaar houden dan het huwelijk.” [Ibn Maadjah 1847, Saheeh geclassificeerd door Al-Busayri en door Shaykh Al-Albaani in As-Silsilah As-Saheehah 624]

     

    In een andere overlevering: “Er is niets zoals het huwelijk voor twee mensen die van elkaar houden.” [Ibn Maadjah 1847, Saheeh geclassificeerd door Al-Albaani in Saheeh Sunan Ibn Maadjah]

     

    As-Sindi zei, zoals genoteerd in Haamish Sunan Ibn Maadjah: “Wat dit betekend is dat wanneer er liefde leeft tussen twee mensen, deze liefde niet zal verder groeien of langer zal voortleven door iets behalve door het huwelijk. Als er een huwelijk is samen met deze liefde, dan zal deze liefde groeien en sterker worden met de dag.”

     

    Abu Hurayrah heeft van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Drie mensen hebben bij Allaah het recht om door Hem geholpen te worden: De Mujaahid op het pad van Allaah, de schuldenaar die een lening wil afbetalen en degene die van plan is om te trouwen omdat hij kuis wil blijven.” [Sunan At-Tirmidhi 1655, Hassan]

     

    Al-Mubaarakfoori zei: “Degene die van plan is om te trouwen omdat hij kuis wil blijven.” Betekent kuisheid van ontucht. At-Teebi zei: De reden waarom hij dit zei is omdat dit moeilijke zaken zijn die zwaar op een persoon wegen en zijn nek kunnen breken, tenzij Allah hem helpt is hij niet in staat om ze te verrichten. De meest moeilijke van hen is kuis blijven, want dit betekend het onderdrukken van het verlangen welke in de mens is geschapen, want het is een dierlijke verlangen dat je naar beneden kan trekken tot het laagste niveau, maar als hij kuis blijft met de hulp van Allah, dan zal hij de status van engelen bereiken en het hoogste deel van ‘Illiyeen (het Paradijs).” [Tuhfat al-Ahwadhi, 5/242]

     

    ‘Abdullah ibn Mas’ood zei: “Waarlijk, genegenheid komt van Allah en haat van de Shaytaan, die wenst gehaat te maken wat Allah heeft toegestaan (d.w.z het huwelijk).” [Ibn Abi Shaibah, At-Tabaraani en ‘Abdur-Razzaaq: Saheeh. Zie Adaab Az-Zafaaf van Al-Albaani]

     

    An-Nawawi zei: “Wanneer een man naar een vrouw kijkt en zijn hart heeft het verlangen naar geslachtsgemeenschap, dan zal het huwelijk met haar resulteren in verder groeiende liefde. Dit is vermeld door At-Teebi. En nog correcter is de uitspraak dat het huwelijk de grootste remedie is waarmee je verlangen en passie voor gemeenschappelijke relaties kunt behandelen. Want het is een remedie welke geen enkele andere gelijke heeft.. Allah vermeld dat hij onze last wenst te verlichten toen hij over dit onderwerp sprak en informeerde ons over de zwakheid van de mens (Surah An-Nisaa, aya 28). Dit bewijst dat de mens te zwak is om deze verlangens te dragen, en dat Allah deze zaak voor hem verlicht heeft door het toestaan van reine vrouwen.. Wanneer hij het voornemen heeft om een vrouw ten huwelijk te vragen, en hij ziet haar en voelt liefde voor haar, dan is het toegestaan om een huwelijk te plannen gebaseerd op wat hij zag.” [Faydul Qadeer]

     

    Er is overgeleverd van Al-Mugheerah ibn Shu’bah dat hij een vrouw ten huwelijk wilde vragen, en de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Ga haar zien, want dan zal de kans groter worden dat er liefde tussen jullie zal ontstaan.” [At-Tirmidhi 1087, Hassan geclassificeerd door An-Nasaai 3235]

     

    Ibn Hazm zei: “Elegantie bestaat uit fijne gelaatstrekken, soepele bewegingen, sierlijke gebaren, een ziel in harmonie met het figuur welke het lot haar heeft gegeven, zelfs wanneer er geen zichtbare schoonheid is. Allure is de schoonheid van elke trek afzonderlijk beschouwd. Maar iemand wiens trekken als mooi beschouwd worden wanneer ze afzonderlijk genomen worden kan alsnog koud zijn, niet opwindend, zonder charme, verleidelijkheid of elegantie. Verleidelijkheid is het aura van de zichtbare delen, ook wel bekend als elegantie en aantrekkelijkheid. Charme is een zekere iets wat geen andere woord kent om het te verklaren. Het is de ziel die het waarneemt, en iedereen weet wat het is, wanneer ze het zien. Het is als een sluier over het gezicht, een stralend licht dat alle harten naar haar toe trekt, waardoor iedereen het erover eens is dat het mooi is, zelfs als het niet gepaard gaat met fraaie kenmerken. Iedereen die het ziet wordt erdoor verleid, gecharmeerd, verslaafd, maar wanneer je naar elke trek apart kijkt, zou u desondanks niets bijzonders vinden. Men zou kunnen zeggen dat er een bepaald geheimzinnig iets is wat je ziet wanneer je kijkt in het ziel. Dit is de piek van schoonheid. Echter, smaken verschillen. Sommigen geven de voorkeur aan verleidelijkheid, anderen geven de voorkeur aan sierlijkheid. We noemen schoonheid opwindend wanneer er een combinatie is van sommige van deze kwaliteiten.” [Al-Akhlaaq Wa Siyar]

     

    Jaabir ibn ‘AbdAllah overlevert van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] dat hij zei: “Wanneer iemand van jullie een vrouw ten huwelijk wil vragen, als hij naar haar kan kijken om datgene te zien wat hem zal aanmoedigen om met haar te trouwen, laat hem dit dan doen.” Jaabir zei: “Ik vroeg een jong meisje ten huwelijk, en was gewend me te verstoppen vanwaar ik haar kon zien, totdat ik datgene zag wat mij aanmoedigde om met haar te trouwen, dus deed ik dit.” [Saheeh Abi Dawud, nr. 1832]

     

    Imam An-Nawawi zei: “Wanneer iemand wil trouwen, is het gewenst (musta7ab) om naar haar te kijken zodat hij geen spijt zal hebben. Volgens een andere mening is het niet gewenst maar toegestaan. De eerste opinie is correct vanwege de hadeeth, en het is toegestaan om herhaaldelijk te kijken, met of zonder haar toestemming. Als het niet gemakkelijk is om naar haar te kijken, dan mag hij een vrouw naar haar sturen om haar te bekijken en aan hem te omschrijven. Een vrouw mag ook kijken naar een man als zij met hem wil trouwen, want zij zal ook in hem wensen wat hij in haar wenst. Wat toegestaan voor hem is om te zien zijn; het gezicht en de handen, haar voorkant en achterkant.” [Rawdat At-Taalibeen wa ‘Umdat Al-Mufteen, 7, 19-20]

     

    Ibn Hadjar zei: “De meerderheid van de geleerden zeiden dat het toegestaan is om naar haar te kijken als hij wenst, zonder haar toestemming.” [Fath al-Baari 9/157]

     

    Al-Albaani ondersteunde deze opinie en zei: “Dergelijk bewijs vinden we in de woorden van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] in de hadeeth “Zelfs als zij het niet weet.” Dit word ondersteunt door de daden van de Sahaabah in overeenstemming met de Sunnah, zoals Muhammad ibn Muslimah en Jaabir ibn ‘AbduAllah, beiden verborgen zich zodat ze dat van hun verloofden konden zien wat hun zou aanmoedigden om met hun te gaan trouwen..” [As-Silsilat As-Saheehah 1/156]

     

    Ibn Hazm zei: “Als de oorzaak van liefde slechts fysieke schoonheid was, zou het gevolg zijn dat er geen enkele lichaamsgebreken in welke vorm dan ook bewondering zou aantrekken, maar toch kennen wij velen die eigenlijk liever het minder begeerlijke wensen en volstrekt niet in staat zijn om hun hart ervan af te keren, ondanks dat ze bewust zijn van het meer begeerlijke. We concluderen daarom dat de oorzaak van liefde iets is wat zich in de ziel zelf bevind. Het is waar, soms ontstaat liefde als gevolg van een bepaalde oorzaak buiten de ziel, maar dan overlijdt het wanneer deze oorzaak verdwijnt; iemand die om je geeft vanwege een bepaalde omstandigheid, zal zijn rug toe keren wanneer dit motief niet meer bestaat.” [Tawq Al-Hamama]

     

    Ibn Hazm zei: “Om liefde haar vrije gang te laten gaan is het essentieel dat de twee geliefden niet verveeld moeten raken, dit is een negatief gevoel welke ruimte geeft voor het groeien van afkerigheid. Perfecte liefde zou zijn wanneer de twee geliefde vergeten werden door het lotsbestemming terwijl zij van elkaar genieten. Maar waar zou dat kunnen gebeuren behalve het Paradijs? Alleen daar kan liefde verzekerd zijn van bescherming, want dit is het tehuis van eeuwige stabiliteit en duurzaamheid. Op de wereld zijn zulke gevoelens daarentegen niet beschermd tegen ongeluk en tegenslagen, en gaan we door dit leven heen zonder ooit volledige welbehagen te proeven.” [Al-Akhlaq wa Siyar]

     

    Abu Hurayrah heeft van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Geen enkele gelovige man zou een gelovige vrouw dienen te haten. Als hij een hekel heeft aan een bepaalde eigenschap van haar, zal hij tevreden zijn met een andere.” [Saheeh Muslim 2672]

     

    Thaabit Al-Banaanee zei: “Ik was met Annas ibn Maalik en een dochter van hem was aanwezig. Hij zei: “Een vrouw kwam naar de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] en bood haarzelf aan voor een huwelijk met hem. Ze zei: “Oh Boodschapper van Allah heb je enige behoefte aan mij (d.w.z wens je met mij te trouwen)?” De dochter van Annas zei hierop: “Hoe weinig was haar schaamte, schaamteloos, hoe schaamteloos!” Annas zei tegen haar: “Zij was beter dan jij, ze had een verlangen voor de Profeet dus bood ze haarzelf voor een huwelijk aan met hem.” In een andere overlevering: “Zij is beter dan jij want zij presenteerde haarzelf voor de Profeet.” [Saheeh Bukhari, 5120 & 6123]

     

    Imaam Al-Bukhari vermelde deze hadeeth onder het hoofdstuk: “Een vrouw die haarzelf ten huwelijk aanbied voor een rechtgeschapen man.”

     

    Ibn Hadjar zei: “Ibn Al-Munayyir zei in Al-Haashiyyah: één van de subtiele punten van de kennis van Al-Bukhaari is dat hij uit dit specifieke verhaal van de vrouw die haarzelf aanbood in een huwelijk met de Profeet een algemene beginsel ontleedde, hij begreep dat het toegestaan was voor de vrouw om haarzelf aan te bieden voor een huwelijk met een rechtschapen man wiens rechtschapenheid ze bewondert, en als hij haar ook leuk vindt mag hij met haar trouwen, conform de voorwaarden van het huwelijk waaraan moet worden voldaan. Deze twee ahadeeth – De hadeeth van Sahl ibn Sa’d en de hadeeth van Annas, die beide een melding maakten van een vrouw die haarzelf aanbod voor een huwelijk met de Profeet – geven aan dat het toegestaan is voor een vrouw om haarzelf ten huwelijk aan te bieden voor een man, en hem te laten weten dat zij een voorkeur aan hem heeft, en er is niets mis met haar om dit te doen. En degene aan wie een vrouw haarzelf aanbied ten huwelijk heeft de keuze om dit te accepteren of te weigeren, maar hij hoeft zijn weigering niet regelrecht te uiten, in plaats daarvan volstaat het voor hem om slechts te zwijgen.” [Fathul Baari, vol. 9/175]

     

    Al-‘Aynee zei: “De woorden van Annas tegen zijn dochter “Zij is beter dan jij..” geven aan dat het toegestaan is voor een vrouw om haarzelf ten huwelijk aan te bieden voor een rechtschapen man, en hem van haar voorkeur te vertellen vanwege zijn rechtschapenheid en deugd, of vanwege zijn kennis en eer, of vanwege bepaalde karaktereigenschappen of religieuze toewijding, en er geen schaamte op haar rust indien zij dat doet, eerder is dat een teken van haar deugd. De dochter van Annas keek naar de buitenkant en begreep dit niet goed totdat Annas zei: “Zij is beter dan jij.” Wat betreft vrouwen die henzelf ten huwelijk aanbieden aan een man voor enig wereldse redenen, dit is iets wat in het uiterste wordt verafschuwd.” [Umdatul Qaari Sharh Saheeh Al-Bukhari, 20/113]

     

    Ibn Qayyim Al-Jawziyyah zei: “Verenigbaarheid tussen twee zielen is één van de sterkste oorzaken van liefde. Elk persoon wordt aangetrokken tot datgene wat verenigbaar is met hem. Elk ziel verlangt naar een ander ziel welke overeenkomstig is met haar, want iets dat overeenkomt met iets, zal er vanuit nature aangetrokken tot voelen. Dit is waarom sommige mensen zeggen dat liefde niet alleen veroorzaakt wordt door uiterlijke schoonheid, en het gebrek aan uiterlijke schoonheid niet hoeft te betekenen dat er geen liefde kan zijn, eerder is het overeenkomstigheid tussen zielen en overeenkomstigheid in hun karakters welke in hun zijn gecreëerd dat er toe doen. De realiteit van liefde is dat het vergelijkbaar is met een spiegel in welke de minnaar zijn eigen karaktereigenschappen en vriendelijkheid ziet in het evenbeeld van zijn geliefde, dus in werkelijkheid heeft hij zichzelf lief en zijn karaktereigenschappen en degene die vergelijkbare karaktereigenschappen bezit.

     

    Dus nobele, pure en verheven zielen hebben in het specifiek karaktereigenschappen van perfectie lief, de meest geliefde zaken voor hen zijn kennis, moed, waardigheid, vrijgevigheid, vriendelijkheid, geduld en standvastigheid, want deze karaktereigenschappen zijn overeenkomstig met de essentie van deze zielen, in tegenstelling tot lage en gemene zielen welke ver verwijderd zijn van het liefhebben van deze karaktereigenschappen. Veel mensen zijn gemotiveerd om vrijgevig en vriendelijk te zijn vanwege hun grote liefde voor deze karaktereigenschappen en de voldoening die zij vinden in het doen van deze zaken, het is daarom dat Al-Ma’moon zei: “Vergiffenis is zo geliefd voor mij gemaakt dat ik bang ben dat ik niet voor beloond zal worden.” En er wordt gezegd dat er aan Imaam Ahmad ibn Hanbal gevraagd werd of hij zijn kennis omwille van Allah op had gedaan, en hij antwoordde: “Iets omwille van Allah doen is zeer zeldzaam, het was iets wat geliefd voor mij werd gemaakt, dus deed ik het.” Iemand anders zei: “Ik geniet ervan om te geven, meer dan degene geniet van hetgeen hij van mij aanneemt en ik hem heb gegeven.”

     

    Als de liefdesrelatie is gebaseerd op overeenkomstigheid en harmonie, dan zal het versterkt en hechter worden, en niets zou het kunnen verwijderen behalve iets dat sterker is dan de oorzaak hiervan. En als het niet gebaseerd is op overeenkomstigheid en harmonie, dan is het niets meer dan liefde voor een reden, welke zal verdwijnen wanneer de reden verdwijnt. Als je naar de schepping kijkt, dan zul je zelden twee mensen vinden die van elkaar houden behalve dat er enige overeenkomstigheid tussen hun is of zij hebben iets gemeen wat betreft daden, karaktereigenschappen en doelen. Als de doelen, karaktereigenschappen, daden of manieren verschillen, dan kan er alleen afkeer en afstand bestaan tussen hun harten. Het is voldoende om de Saheeh Hadeeth van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] op te noemen: “De gelovigen zijn in hun onderlinge barmhartigheid, liefde en mededogen vergelijkbaar met één lichaam, als een deel ervan pijn voelt dan zal het gehele lichaam meelijden doormiddel van slapeloosheid en koorts.” [Rawdat al-Muhibbeen 66-74]

     

    Er is van ‘Aisha overgeleverd dat de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Zielen zijn zoals (groepen) gerekruteerde soldaten, welke zij herkennen daarmee kunnen zij opschieten, en welke zij niet herkennen daar kunnen zij niet mee opschieten.” [Saheeh Bukhari]

     

    Ibn Hadjar verzamelde in zijn commentaar op deze hadeeth, betreffende de uitspraak “Zielen zijn zoals gerekruteerde soldaten..” dat Al-Khataabi zei: “Dit kan refereren naar hun overeenkomsten wat betreft goed of kwaad, rechtschapenheid of verderfelijkheid. Goedaardige mensen zijn geneigd tot andere goedaardige mensen, en kwaadaardige mensen zijn gelijkerwijs geneigd tot andere kwaadaardige mensen. Zielen voelen verbondenheid met elkaar volgens hun aard in welke ze geschapen zijn; goed of kwaad. Als het natuur van de zielen overeenkomstig is, dan zullen ze met elkaar opschieten, in andere gevallen zullen zij niet goed met elkaar kunnen opschieten. Het zou kunnen zijn dat er gerefereerd word naar het begin van de schepping in de wereld van het ongeziene, waar de zielen, zoals overlevert, eerder geschapen werden dan het lichaam, en zij elkaar gewend waren te ontmoeten en hun pessimisme met elkaar deelden over de toekomst. En toen de zielen hun lichamen binnen traden (in de fysieke wereld) ze elkaar kunnen herkennen uit het verleden, en goede verstandhoudingen met elkaar hebben of niet, op basis van hun voorgaande ervaring.”

     

    An-Nawawi zei: “De geleerden zeiden dat de betekenis hiervan verzamelde groepen van verschillenden soorten betekend. Zij schieten met elkaar op vanwege iets dat ze gemeen met elkaar hebben welke Allah (in hen) heeft geschapen.”

     

    Ibn Al-Jawzi zei: “Wat we uit deze hadeeth leren is dat wanneer een persoon ontdekt dat hij afkeer voelt tegenover iemand die bekend staat voor zijn deugdzaamheid en rechtvaardigheid, de oorzaak zou moeten proberen uit zoeken hiervoor, zodat hij zich kan inzetten om zichzelf van iets ongewenst te verlossen. Hetzelfde geld voor het tegenovergestelde (iemand lief hebben die bekend staat om zijn kwaad).”

     

    Al-Qurtubi zei: “Alhoewel het allen zielen zijn, verschillen zij op meerdere gebieden, dus een persoon zal verbondenheid voelen met zielen van een bepaalde soort, en zal met hun op kunnen schieten vanwege een bepaalde eigenschap die zij gemeen hebben.”

     

    Allah heeft geopenbaard: “Slechte vrouwen zijn voor de slechte mannen, en de slechte mannen zijn voor de slechte vrouwen. En goede vrouwen zijn voor de goede mannen en de goede mannen zijn voor de goede vrouwen..” [Surah An-Noor, aya 26]

     

    Shaykh ‘AbuRahmaan As-Sa ‘di zei: “Dit betekend dat alle kwaadaardige mannen, vrouwen, woorden en daden geschikt zijn voor het kwade en ermee in overeenstemming zijn of het vergezellen en ermee in harmonie zijn. En alle goedaardige mannen, vrouwen, woorden en daden geschikt zijn voor het goede en ermee overeenstemming zijn of het vergezellen en ermee in harmonie zijn. Deze uitleg is van algemene zin en exclusief uitzonderingen. Één van de grootste toepassingen hiervan betreft de Profeten, vooral de Boodschappers van Ulul ‘Azm -en vooral hun leider Muhammad, SalAllahu ‘alayhi wa selam, de beste onder de goede schepsels- slechts de beste vrouwen zijn geschikt voor hen. [Tafsir Al-Sa’di, p. 563]

     

    ‘Abdur-Rahman bin Zayd bin Aslam zei: “Kwaadaardige vrouwen zijn voor kwaadaardige mannen, en kwaadaardige mannen zijn voor kwaadaardige vrouwen. En goedaardige vrouwen zijn voor goedaardige mannen, en goedaardige vrouwen zijn voor goedaardige mannen.”

     

    ‘Abu Allah ibn Mas’ud en Anas ibn Malik hebben van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Een persoon zal met degenen zijn waarvan hij houdt.” [Saheeh Bukhari 6169, Saheeh Muslim 2640 en 2639]

     

    Abu Hatim zei: “De reden waarom mensen eensgezindheid en harmonie vinden onder elkaar ligt verborgen in de herkenning van twee zielen. En eveneens ligt hun onenigheid en scheiding verborgen in hun onderlinge afkeer. Dus als twee zielen elkaar herkennen zullen ze vertrouwen en genegenheid onder elkaar vinden en als er afkeer is tussen de twee zielen zullen ze onenigheid en scheiding onderling vinden.”

     

    Mujahid verteld dat Ibn ‘Abbas een man zag zei: “Voorzeker hij heeft mij lief.” Hij werd gevraagd hoe hij dit wist. En antwoordde: “Want ik houd van hem en zielen zijn zoals gerekruteerde soldaten, zij die elkaar herkennen verenigen in harmonie en zij die elkaar niet herkennen leven in onderlinge afkeer.”

     

    Abu Hatim zei: “Het grootste teken dat duidelijk maakt hoe een persoon is in zijn dagelijkse aangelegenheden, wordt uitgedrukt door wie hij bevriend en wie hij vijandig is, omdat een persoon zich op het pad van zijn vriend bevind en soortgelijke vogels vliegen in zwermen. Ik heb nog nooit iets gezien wat elkaar meer aanduid, nog meer dan rook brand aanduidt, dan een metgezel die zinspeelt op de realiteit van zijn metgezel. De verstandige vermijdt het vergezellen van verdachte mensen en blijft uit de buurt van degene wiens religie twijfelachtig is, want een mens word herkent aan zijn gezelschap en degene die samen leeft met iemand zal uiteindelijk aan hem toegeschreven worden. Men bevriend niemand met uitzondering van degene die op hem lijkt of van soortgelijk karakter is.”

     

    Abu Hurayrah overleverde dat de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] zei: “Een persoon zal het pad volgen van zijn hechte vrienden, dus kijk uit wie je als hechte vrienden neemt.” [Saheeh geclassficieerd door Al-Albaani in Saheeh At-Tirmidhi]

     

    Al-Ghazaali zei: “Zitten en mengen met iemand die geïnteresseerd is in wereldse profijten, zal jou ook wereldse profijten achterna laten jagen. Zitten en mengen met een zaahid zal jou ook weinig laten doen geven om wereldse profijten, want karaktereigenschappen worden makkelijk gekopieerd en iemand kan een karaktereigenschap kopiëren zonder dat hij dit zichzelf beseft.” [Tuhfat Al-Ahwadhi]

     

    Er is van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overlevert: “Een vrouw kan gehuwd worden vanwege vier zaken: haar rijkdom, haar afkomst, haar schoonheid of haar religieuze toewijding. Kies de vrouw die religieus toegewijd is, moge je welslagen.” [Saheeh Bukahri en Muslim]

     

    As-San’aani zei: “Deze hadeeth geeft aan dat de omgang met religieus toegewijde mensen in alle zaken de voorrang genieten, want met het vergezellen van hen kan men profiteren van hun goede houding, deugden en manieren, vooral iemands echtgenote. Zij is de eerste wiens religieuze toewijding in beschouwing genomen moet worden, want zij wordt zijn naaste metgezel, de moeder van zijn kinderen, de ene wie hij vertrouwd met zijn huis en zijn rijkdom en haarzelf.” [Subul As-Salaam 1/46]

     

    Al-Haafidh ibn Hadjar zei: “Wat dit betekend is dat een man die religieus toegewijd is en van nobele karakter is, religie tot zijn focus zou moeten maken in alle zaken, met name lange termijn zaken. Dus de Profeet beval het zoeken naar een vrouw die religieus toegewijd is, dat is het ultieme doel.” [Fath Al-Baari, 9/135]

     

    Er is overgeleverd dat ‘Abd Al-Rahman ibn Abzâ [Radiya Allahu ‘anhu] zei: “Een rechtschapen vrouw met een man, is als een grote goud gebladerde kroon op het hoofd van een koning. En een slechte vrouw is als een zware last op een oude man.” [Ibn Abi Al-Shaybah, Al-Musannaf artikel 17428.]

     

    Sa´d ibn abi Waqqas overleverde van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam]: “Er zijn drie redenen voor menselijk geluk; een rechtschapen vrouw, een ruim huis en een goed rijdier. En er zijn drie redenen voor menselijk ellende; een kwaadaardige vrouw, een krap huis en een slecht rijdier.” [Marfoo’ Hadeeth, verzameld door Ahmad. En Saheeh bij Ibn Hibbaan en Al-Haakim.]

     

    En in een andere versie: “Er zijn drie redenen voor menselijk ellende; een vrouw die je niet behaagt wanneer je naar haar kijkt, die je pijn doet met haar tong, en die jij niet vertrouwt wat betreft jouw eer en bezittingen wanneer je haar alleen achter laat. En een rijdier dat je lastig valt wanneer je het slaat, en als je het niet slaat assisteert het je niet om je reisgenoten bij te houden. En een krap huis met weinig uitrustingen.” [Al-Haakim]

     

    Het is overgeleverd dat ‘Umar ibn Khattab [Radiya Allahu ‘anhu] de mensen een keer toesprak en zei: “Geen enkele man kan iets beters hebben na Imaan, dan een vrouw met een rechtschapen karakter, teder en vruchtbaar. En geen enkele man kan iets slechter hebben na ongeloof, dan een scherp getongde vrouw met een slecht karakter.” [Al-Hafidh Abul-Qasim Al-Asbahani, Al-Targhib wa Al-Tarhib artikel 1528.]

     

    Ibn Hazm zei: “Een man die ongelukkig is vanwege de aanwezigheid van een persoon waar hij een afkeer van heeft, is net zoals een man die ongelukkig is vanwege de afwezigheid van een persoon die hij lief heeft. Er valt niet tussen beide te kiezen.” [Al-Akhlaq wa Siyar]

     

    De Profeet werd gevraagd naar de beste echtgenotes, en antwoordde: “Ze gehoorzaamt hem als hij iets vraagt, ze maakt hem gelukkig als hij (naar haar) kijkt en ze beschermt haarzelf en zijn bezittingen voor hem (wanneer hij afwezig is).” [Vermeld in An-Nasaai, Saheeh]

     

    Ibn ‘Abbaas heeft van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Zal ik jullie informeren over de beste schat die een man kan verkrijgen; een rechtschapen vrouw.” [Verzameld door Al-Haakim in al-Mustadrak 2/363, no. 3281]

     

    Ibn ‘Umar verhaalt dat slechte voortekenen werden besproken in het bijzijn van de Profeet, en de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] zei hierop: “Als slechte voortekenen zouden bestaan, dan zouden deze in een huis, een vrouw en een paard te vinden zijn.” [Saheeh Bukhari 5094, en Saheeh Muslim 2252]

     

    Al-Khattaabi zei: “Deze uitsluiting is bedoeld om het geloof in slechte voortekenen op te heffen welke heerste in het pre-islamitische tijdperk. Het is alsof hij zei: “Als iemand van jullie een hekel heeft aan een bepaald huis, een bepaalde vrouw of een bepaald rijdier, dan zou hij dit moeten verlaten.”

     

    De auteur van ‘Awn Al-Ma’bood zei, ‘Al-Haafidh ibn Hadjar zei, ‘Abdul Razzaaq verhaalde in Al-Musannaf op het gezag van Ma’mar: “Ik heb sommige mensen deze hadeeth horen interpreteren, en zeiden dat het slechte voorteken van een vrouw onvruchtbaarheid is, het slechte voorteken van een paard dat hij niet word gebruikt voor Jihaad en het slechte voorteken van een huis dat de buren slecht zijn.”

     

    Andere zeiden dat een huis als slechte voorteken beschouwd kan worden wanneer het te klein en krap is, of er zijn slechte buren welke problemen veroorzaken. Een vrouw kan als slechte voorteken beschouwd worden als zij onvruchtbaar is of zij heeft een scherpe tong of gedraagt zich op een verdachte manier. Een paard kan als slechte voorteken beschouwd worden als het niet word gebruikt in Jihaad, of als het moeilijk handelbaar of te duur is. En een bediende kan als slechte voorteken beschouwd worden als hij een slecht karakter heeft en niet betrouwbaar en deugdzaam is. [Sharh An-Nawawi ‘ala Muslim]

     

    Abu Sa’eed heeft van de Profeet [SalAllahu 'alayhi wa selam] overgeleverd: “Wees gewaarschuwd voor het groene mest.” Groen mest is vruchtbaar en ziet er mooi en fris uit, maar is in werkelijkheid vies en het stink. De metgezellen vroegen: “Wat is het groene mest?” Hij zei: “Een mooie vrouw met een slechte opvoeding.” [Ad-Daraqunti in Al-Afraad; Hadeeth Marfoo'. En door Al-‘Ajaloonee mentioned in Kashf-ul-Khafaa 1/319, no. 855]

     

    Er is overgeleverd: “Er zijn drie mensen van wie de smeekbede, wanneer zij Allah smeken, niet beantwoord wordt; een man die een vrouw heeft met een slecht karakter maar hij scheidt niet van haar, een man die geld van iemand tegoed heeft maar hij heeft daar geen getuigen van en een man die geld geeft aan een zwakzinnig persoon.” [Verzameld door Al-Haakim, Abu Nu'aym, en anderen. Geauthentiseerd door Al-Albani in Sahih ul Jaami’ no. 3075 & As-Sahihah no. 1805]

     

    Abu Hurayrah overlevert van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam]: “Er zijn drie serieuze zaken, of ze nu serieus worden uitgesproken of als grap, ze blijven serieus; Het huwelijk, scheiding en het terugnemen van je gescheiden vrouw.” [In andere versies wordt het bevrijden van een slaaf eraan toegevoegd. Verzameld in het hoofdstuk over scheiding door Abu Dawud, At-Tirmidhi en Ibn Madjah. Hadeeth Hassan Gharib, en is goedgekeurd door Al-Albaani]

     

    Er is van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd: “Kies (een goede moeder) voor jullie nakomelingen, want voorzeker voorplanten is een strategie.” En in een andere versie van ‘Aicha: “Kies (een goede moeder) voor jullie nakomelingen, huw de geschikte (vrouwen) en huw (jullie kinderen) aan hen. [Ibn Madjah 1986]

     

    En Ibn ‘Umar leverde het over met de bewoordingen: “En kijk naar het nest waarin jij jouw kind plaatst, want voorzeker voortplanten is een strategie.” [Verzameld door Al-Qadaa’ee in Musnad-ush-Shihaab 1/370, no. 638. Zie ook Kashf-ul-Khafaa 1/358, no. 960]

     

    Een man bracht zijn zoon naar Umar ibn Khattaab [Radiya Allahu ‘anhu] en zei: “Mijn zoon is mij ongehoorzaam.” En begon over hem te klagen. Toen ‘Umar ibn Khattaab dit hoorde zei hij: “Jongeman, weet jij niet wat de rechten van je vader zijn?” En begon ze op te sommen. De jongen zei: “Oh Amirul Mu’mineen, hebben kinderen ook rechten ten opzichte van hun vader?” ‘Umar antwoordde: “Jazeker. Kinderen hebben ook rechten ten opzichte van hun vader.” De jongen vroeg naar deze rechten. ‘Umar antwoordde: “Dat hij ten eerste een goede moeder voor zijn kind uitzoekt. Hij dient een deugdzame vrome vrouw te huwen, en geen vrouw met een dubieus karakter. Ten tweede moet hij hem een goede naam geven. Ten derde dient hij hem religieuze kennis en de Quran te onderwijzen.”

     

    De jongen zei: “Oh Amirul Mu’mineen, mijn vader heeft aan geen enkel van deze plichten voldaan, en is mij tekortgeschoten in deze rechten. Mijn moeder is ten eerste een slavin die hij voor vierhonderd dirhams heeft gekocht. Zij was een vuuraanbidster en is onwetend wat betreft religieuze kennis, Islamitische moralen en manieren. Ik ben in haar schoot opgegroeid, en ze heeft mij geen religieuze kennis meegegeven, dus wat kan ik hieraan doen? Ten tweede heb ik ook geen mooie naam gekregen, ik ben Ju’al (biet) genoemd. Ten derde heb ik geen enkele religieuze kennis meegekregen, en ken geen woord uit de Quran.” ‘Umar ibn Khattaab zei hierop tegen zijn vader: “Jij bent tekort geschoten in jouw plichten en nu kom jij klagen over je zoon? Jij bent degene die ongehoorzaam is.” [Verzameld door Abul Laith Samarqandi in Tanbihul Ghafileen]

     

    Abul-Aswad Ad-Du’alee zei eens tegen zijn kinderen: “Ik was goed voor jullie toen jullie kinderen waren, toen jullie opgroeiden, en zelfs voordat jullie geboren werden.” Ze vroegen: “En hoe ben je goed voor ons geweest voordat we geboren werden?” Hij zei: “Ik koos een goede moeder voor jullie uit die jullie niet slecht zou behandelen.”

     

    Ahmad bin Harb zei: “Als zes eigenschappen zich in een vrouw bevinden, dan is haar goedheid volmaakt; Het waken over de vijf (gebeden), het gehoorzamen van haar man, de tevredenheid van haar Heer zoekt, het waken over haar tong zodat zij niet roddelt en lastert, haar rug toekeert aan wereldse genietingen en geduldig is bij een tragedie.” [Min Akhlaaq As-Salaf]

     

    ‘Ali ibn Abi Talib [Radiya Allahu 'anhu] zei: “Wat een persoon tevreden stelt zijn vijf zaken: Dat zijn vrouw behaaglijk is, zijn kinderen loyaal zijn, zijn broeders vroom zijn, zijn buren deugdzaam zijn en zijn provisies bij Allah.” [Min Akhlaaq As-Salaf]

     

    Abu Haatim al-Muzani heeft van Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overlevert: “Als iemand tot jullie komt met wiens religieuze toewijding en karakter jullie tevreden zijn, huw jullie dochters dan aan hem, als jullie dit niet doen dan zullen er veel rampspoeden en onheil in het land onstaan.” Ze zeiden: “Oh Boodschapper van Allah, en als er een bepaald bezwaar tegen hem is?” Hij antwoordde: “Als er iemand tot jullie komt met wiens religieuze toewijding en karakter jullie tevreden zijn, huw jullie dochter dan aan hem.” En herhaalde dit drie keer. [Overgeleverd door At-Tirmidhi 1085, Hassan geclassificeerd door Al-Baani in Saheeh Sunan At-Tirmidhi, 866]

     

    Abu Hurayrah heeft van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overgeleverd dat hij zei: “Een maagd kan niet gehuwd worden zonder haar instemming, en een gescheiden vrouw kan niet gehuwd worden zonder haar instemming.” [Saheeh Bukhari 5136 en Muslim 1419]

     

    Ibn Taymiyah zei: “De ouders hebben het recht niet om hun kind tot een huwelijk met iemand te dwingen die hij niet wenst. Als hij weigert is hij niet ongehoorzaam; het is alsof hij word gedwongen iets te eten wat hij niet wil.” [Al-Ikhtiyaraat, p. 344]

     

    Shaykh Muhammad ibn Ibraheem zei: “Wanneer een vrouw de pubertijd bereikt, en er komt iemand met wiens religieuze toewijding en karakter zij tevreden is en geschikt is voor haar, en de wali (zorgdrager, voogd, ouder) heeft geen bewijs dat hij niet geschikt is voor haar, dan moet de wali gehoor geven aan dit verzoek en haar met hem laten huwen. Als hij weigert dit te doen, dan zou hij op zijn verantwoordelijkheden gewezen moeten worden. Als hij hierna nog steeds weigert, dan verliest hij het recht van voogdij en gaat dit naar de volgende dichtstbijzijnde verwant aan de vaders kant.” [Uit zijn Fataawa, 10/97]

     

    Er is van de Profeet [SalAllahu ‘alayhi wa selam] overleverd: “Er is geen huwelijk behalve middels een voogd.” [At-Tirmidhi 1011, Saheeh] En er is ook overgeleverd: “Een vrouw die huwt zonder de toestemming van haar voogd, haar huwelijk is ongeldig, haar huwelijk is ongeldig, haar huwelijk is ongeldig.” [Saheeh Al-Jamee’ 2709]

     

    Shaykh Ibn ‘Uthaymeen zei: “Zouden we het niveau maar bereiken waarbij een vrouw, indien haar vader weigert haar te laten huwen met iemand die geschikt is wat betreft religieuze overtuiging/toewijding en karakter, naar de qaadi (Islamitische rechter) zou durven te gaan zodat hij tegen haar vader kan zeggen: Regel haar huwelijk of ik zal het zelf regelen, of een andere voogd dan jij zal het regelen. Want dit is het recht van het meisje indien haar vader weigert haar huwelijk te regelen. Dit is haar recht volgens de Shariah. Zouden we dit niveau maar bereiken, maar de meeste meisjes worden hiertoe weerhouden door verlegenheid.” [Uit Al-Liqaa Ash-Shahri]

     

    Shaykh Ibn ‘Uthaymeen zei ook: “Als de wali weigert de vrouw te laten trouwen met een man wiens religieuze toewijding en karakter goed zijn, dan gaat de voogdij naar de volgende dichtstbijzijnde mannelijke familielid aan de vaders kant, en de dichtste na hem enzovoorts. Als zij weigeren haar huwelijk te regelen, zoals meestal gebeurt, dan gaat de voogdij over naar de qaadi, en de qaadi dient het huwelijk van de vrouw dan te regelen. Als de zaak naar hem wordt verwezen en hij weet dat de voogden weigeren haar huwelijk te regelen, dan dient hij dat te doen, want hij is de wali in gevallen waarbij er geen specifieke wali is. De fuqaha (Islamitische rechtsgeleerden) vermelden dat wanneer de wali herhaaldelijk huwelijk aanzoeken van geschikte mannen weigert, hij een faasiq is (grote zondaar) en niet langer wordt beschouwd als iemand van goede karakter of het zijn van een wali, eerder volgens het best bekende standpunt van de madhab van Imam Ahmad, verliest hij ook het recht om het gebed te leiden en is het niet geldig om het gezamenlijk gebed achter hem te bidden. Dit is een ernstige zaak.

     

    Sommige mensen, zoals wij hierboven hebben vermeld, weigeren huwelijksaanzoeken van geschikte mannen, maar het meisje kan zich te verlegen voelen om naar de qaadi te gaan om haar huwelijk te regelen. Dit is iets wat gebeurt. Maar zij zou de voor- en nadelen moeten overwegen, en beslissen welke de meeste schadelijke gevolgen heeft; zonder echtgenoot blijven en haar wali over haar leven laten regeren volgens zijn stemmingen, buien en verlangen, totdat ze oud word en niet langer meer wenst trouwen en hij haar uithuwelijk. Of naar de qaadi gaan en vragen om haar huwelijk te regelen want dat is haar recht volgens de Shariah. Ongetwijfeld geniet het tweede alternatief de voorkeur, welke is; dat ze naar de qaadi zou moeten gaan en vragen haar huwelijk te regelen, want zij heeft hiertoe het recht, en omdat het gaan naar de qaadi en het regelen van haar huwelijk door hem ook de belangen van anderen dient.. Dit dient drie doelen: De belangen van de vrouw zelf, zodat ze niet zonder echtgenoot blijft. De belangen van anderen, omdat dit de deur voor vrouwen zal openen die op iemand wachten die het voorbeeld zal geven welke ze kunnen volgen. En het voorkomen van dergelijk onderdrukkende voogden die beslissingen nemen voor hun dochters of andere vrouwen onder hun voogdij volgens hun eigen stemmingen of wat zij zelfs wensen.. Het dient ook een specifiek belang, namelijk het regelen van huwelijken voor zij die geschikt zijn wat betreft religieuze toewijding en karakter, en dus worden ze beschermd tegen dwaling en het vallen in haraam (ontucht en verboden relaties).” [Genomen uit Fataawa Islamiyyah, 3/148]

    07-05-2011 om 15:56 geschreven door Said Mondria  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (22 Stemmen)
    >> Reageer (0)

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog als favoriet !

    Archief per maand
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010


    Foto


    Foto


    Foto


    Foto


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!