Het poetsen van het hart
Allah - De Allerhoogste - zegt:
O jullie die geloven, gedenkt Allah veelvuldig! [Qs Al-Ahzaab 33:41]
en de mannen en de vrouwen die Allah veelvuldig gedenken [Qs Al-Ahzaab 33:35]
Wanneer jullie dan jullie (Haddj-)rituelen hebben voltooid, gedenkt dan Allah zoals jullie je vaderen gedenken, of nog intenser. [Qs al-Baqarah 2:200]
De verzen bevatten een opdracht om Allah intens en veelvuldig te gedenken, aangezien de aanbidder het gedenken van Allah verschrikkelijk nodig heeft en er niet zonder kan, al is het een ogenblik. Dat komt omdat iedere moment, dat iemand niet besteed aan de dhikr (het gedenken) van Allah, het niet tot nut is voor diegene. Echter, de schade van het verwaarlozen van de dhikr van Allah is veel groter dan elke voordeel die er gehaald kan worden. Een van de aarifeen (degenen die veel kennis hebben over Allah) heeft gezegd: Als een persoon zoveel jaren bezig is met de dhikr van Allah (het gedenken van Allah), en hij zich er dan voor even van afwendt, dan is datgene wat hij verliest veel groter dan wat hij al heeft gewonnen.
Al-Bayhaqee heeft overgeleverd van Aaishah (radiallaahu anhaa) dat de Profeet (saw) heeft gezegd: Er is geen tijd waarin de zoon van Adam Allah niet gedenkt, of het zal een bron van spijt voor diegene zijn op de Dag des oordeels [2]
Muaadh ibn jabal (radiallaahu anhu) heeft overgeleverd dat de Profeet (saw) heeft gezegd: De mensen van het Paradijs zullen geen spijt hebben (treurig zijn) vanwege iets, behalve voor de momenten dat ze niet bezig waren met de dhikr (het gedenken) van Allah. [3]
Muaadh ibn jabal (radiallaahu anhu) heeft overgeleverd dat de Profeet (salallahoe alayhi wa sallam) was gevraagd: Wat voor daad is het meest geliefd bij Allah? Dus antwoordde hij: Dat je je tong vochtig houdt met de dhikr van Allah, tot je dood. [4]
Het poetsen van het hart
Abu Dardaa (radiallaahu anhu) heeft gezegd: Voor alles is er een poetsmiddel en het poetsmiddel voor het hart is de dhikr van Allah (het gedenken van Allah).
Al-Bayhaqee heeft overgeleverd van Ibn Umar (radiallaahu anhu) dat de Profeet (saw) heeft gezegd: Voor alles is er een poetsmiddel, en het poetsmiddel voor de harten is de dhikr (het gedenken) van Allah. Er is niets meer in staat om een persoon te redden van de bestraffing van Allah dan de dhikr van Allah. Er werd gevraagd: Niet eens Jihaad op de weg van Allah? Dus hij antwoordde: Niet eens als je doorging met het slaan met je zwaard totdat deze breekt. [5]
Er is geen twijfel, dat de harten roestig worden zoals koper en zilveren munten roestig worden. Het poetsmiddel tegen [deze roest] is de dhikr van Allah. Dit is omdat [dhikr] is als een poetsmiddel [welke het hart poetst] als een glanzende spiegel. Wanneer men dhikr verlaat, dan komt de roest terug. Maar wanneer men dhikr voortzet, dan is het hart [weer] gepoetst. En harten worden roestig door twee dingen:
1) Het gedenken van Allah verwaarlozen 2) Het begaan van zonden
Het poetsmiddel voor deze twee dingen is:
1) Zoeken naar de vergiffenis van Allah en 2) Dhikr (het gedenken van Allah)
Waarheid met onwaarheid (leugens) verwarren
Wanneer iemand [het gedenken van Allah] het grootste deel van de tijd verwaarloost (veronachtzaamt), dan zal zijn hart roestig worden in overeenstemming met hoe onachtzaam de persoon is. En wanneer deze [vieze] roest zich op het hart stapelt, dan herkent het dingen niet langer zoals deze werkelijk zijn. Dus, het ziet onwaarheid (leugens) alsof het de waarheid is, en waarheid alsof het onwaarheid is. Dit is, omdat de roest de waarneming (perceptie) van het hart verduistert en verwart, en is het dus niet in staat om dingen te herkennen zoals deze werkelijk zijn. Dus terwijl de roest opstapelt, wordt het hart zwarter, en terwijl dit gebeurt wordt het hart bevlekt met deze vieze roest, en wanneer dit gebeurt, bederft het de waarneming van het hart en het herkennen van dingen. Het hart accepteert de waarheid dan niet en verwerpt het leugens niet, en dit is de grootste ramp die het hart kan treffen. Het veronachtzamen [van dhikr] en het volgen van lusten en begeertes zijn een direct gevolg van zo een hart, welke verder het licht van het hart dooft en het verblind.
Allah De Allerhoogste zegt (interpretatie): En gehoorzaam niet degene wiens hart Wij Onze gedachtenis hebben doen veronachtzamen en (die) zijn begeerten volgt: en hij is in overtreding in zijn zaak. [Qs Al-Kahf 18:28]
Eigenschappen van een gids
Wanneer een dienaar een andere persoon wil volgen, laat hem dan waarnemen: Is deze persoon van de mensen van dhikr, of van de mensen die [het gedenken van Allah] veronachtzamen (verwaarlozen)? Oordeelt deze persoon in overeenstemming met zijn lusten en begeerten, of door middel van de Openbaring? Dus, als hij oordeelt op grond van zijn lusten en begeerten dan behoort hij tot degenen die onachtzaam zijn; degenen van wie de zaken buiten de grenzen zijn getreden en van wie de daden verloren zijn. De term furat [welke in het bovenstaande vers voorkomt] is op verschillende manieren uitgelegd. Het is uitgelegd dat het betekent:- (I) het verliezen van de beloningen van de soort daad welke essentieel is om te doen, en waarin succes en vreugde zit; (II) de grenzen van iets overschrijden; (III) vernietigd worden; en (IV) de waarheid tegenwerken. Elke van deze uitspraken staan dichtbij mekaar qua betekenis. Het punt is, dat Allah Degene die vrij is van fouten, De Allerhoogste heeft verboden om al degenen te volgen die zulke eigenschappen bezitten. Dus is het absoluut belangrijk dat een persoon nagaat of zulke eigenschappen te vinden zijn in zijn shaykh, of de persoon wiens voorbeeld hij volgt, of de persoon die hij gehoorzaamt. Als dat zo is, dan moet hij zichzelf distantiëren (uit de buurt blijven) van zo iemand. Maar, als gezien wordt dat de persoon, in de meeste gevallen, bezig is met de dhikr van Allah en het volgen van de Sunnah, en zijn zaken de grenzen niet overschrijden, maar hij verstandig en vastberaden is in zijn zaken, dan zou hij hem stevig moeten vasthouden. Waarlijk, er is geen verschil tussen de levenden en de doden, behalve in de dhikr (het gedenken) van Allah; aangezien [de Profeet (salallahoe 'alayhi wa sallam)] heeft gezegd: Het voorbeeld van iemand die Allah gedenkt en iemand die dat niet doet, is als het voorbeeld van de levenden en de doden. [6]
Voetnoten:
1. Al-Waabilus-Sayyib min Kalimit-Tayyib (p.78-82).
2. Hasan: Overgeleverd door Abu Nuaym in al-Hiliyatul-Awliyaa (51361-362). Het was authentiek verklaard door Shaykh al-Albaanee in Saheehul-Jaami (nr.5720).
3. Saheeh: Overgeleverd door lbnus-Sunnee in Aml al-Yawma wal-Laylah (nr.3). Verwijs naar Saheehul-Jaami (nr.5446).
4. Hasan: Overgeleverd door lbn Hibbaan (nr.2318). Het was authentiek verklaard door Saleem al-Hilaalee in Saheeh al-Waabilus-Sayyib (p.80).
5. Saheeh: Overgeleverd door Ahmad (4/352), van Muaadh ibn Jabal radiallaahu anhu. Het was authentiek verklaard door al-Albaanee in Saheehul-Jaami (nr.5644).
6. Overgeleverd door al-Bukhaaree (11/20 en Muslim (1/539).
|