Het verhaal: Amar bin Salmah leidt de Salaatxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Amar bin Salmah (radiallaho anho) zegt:
Wij woonden met onze vader op een plaats op de karavaan-route naar medina. Toen een karavaan uit Medina ons dorp passeerde, vroegen wij de mensen over de profeet Muhammad (sallalaho alaihi wasallam). Ze zeiden ons dat hij aanspraak maakte op het ontvangen van openbaringen van Allah en zij reciteerden ook een paar verzen uit de Heilige Quran om ons een idee te geven van zijn aanspraak. Vervolgens deed ik alle moeite om onmiddelijk die verzen in mijn geheugen te prenten. Op deze wijze herinnerde ik me een goed deel van de Heilige Quran, zelfs voordat ik mij tot de Islam bekeerde. Alle woestijnstammen wachtten op het moment dat de Profeet (sallalaho alaihi wasallam) Mekka zou innemen voordat zij zich zouden bekeren tot de Islam. Bij zijn zegevierende intocht in Mekka, kwamen afgevaardigden van alle stammen bij de Profeet (sallalaho alaihi wasallam) om de Islam te accepteren. Mijn vader voerde de groep aan, die namens onze stam naar de Profeet (salallaho alaihi wasallam) ging om de eed van gelofte aan hem af te leggen. De Profeet (sallalaho alaihi wasallam) onderwees hun de basisvoorschriften van de Salaat en andere Islamitische praktijken. Hij zei tot hun: De persoon die meer kennis van de Heilige Quran heeft, heeft het recht de Salaat te leiden. Nu was het zo dat niemand anders zoveel over de Quran kende als ik. Ze zochten naar een imam, maar ze konden niemand vinden die de Quran beter dan mij kende. Ik werd daarom als imam aangesteld. Ik was toen maar 7 jaar oud. Ik leidde de gemeenschappelijke gebeden en de begrafenisdiensten.
Moraal:
Het was zijn natuurlijke aanleg en verwantschap tegenover de Islam, dat hem zo veel van de Quran liet onthouden, toen hij nog maar een kind was en zelfs nog niet eens bekeerd was tot de Islam.
|