Verhaal: Aisha (radiallaho anha) wordt boos op Ibn Zubair (radiallaho taala anho) xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Abdullah bin Zubair was een neef van Aisha (ra). Hij was haar erg dierbaar, omdat ze hem had opgebracht. Hij vond het niet zo leuk dat ze zo veel aan aalmoezen weggaf terwijl ze zelf armoedig leefde. Hij vertelde dit aan iemand en zei:
Ik moet mijn tante stoppen dat te doen.
Ze hoorde dit en zwoer voor de rest van haar leven niet meer te praten met Abdullah.
Abdullah ibn Zubair was zeer geschokt door haar eed. Hij stuurde vele mensen om met haar te praten, maar ze zei tegen hun: Ik heb een eed afgelegd en ik ben niet bereid die te overtreden. Hij vroeg toen twee personen uit de familie van de moeder van de Profeet (sallalaho alaihi wasallam) om naar haar huis te gaan en te bemiddelen voor hem. Aisha (ra) liet de mensen binnen komen en sprak met hen van achter een gordijn. Abdullah ibn Zubair kwam ook heimelijk met deze personen binnen. Toen de mensen begonnen te praten, kon hij zichzelf niet meer beheersen. Hij rukte het gordijn opzij en klemde zich vast aan zijn tante, huilend en haar dringend verzoekend om vergeving. De twee bemiddelaars kwamen erbij en herinnerden haar eraan dat de Profeet (saw) het verboden had dat de ene moslim het spreken tegen de andere moslim zou afzweren. Toen ze deze hadith hoorde werd ze bang voor Allahs ontevredenheid en het resultaat was dat ze zeer verdrietig begon te huilen. Ze begon toen de ene na de andere slaaf in vrijheid te stellen als boetedoening voor haar eed, totdat er 40 slaven door haar bevrijd waren. Zelfs nog jaren daarna, wanneer ze dacht aan de overtreding, huilde ze zoveel dat haar sjaal nat werd.
Moraal:
Hoeveel zorgen maken wij ons over de eden die wij van s morgens vroeg tot s avonds laat afleggen? Stel deze vraag aan jezelf. Kijk naar de mensen die werkelijk eerbied voor Allah en Zijn naam hebben; hoe bedroefd zij zich voelden wanneer zij niet in staat waren een eed te vervullen. We zien Aisha (ra) zelfs jaren later zoveel huilen wanneer zij dacht aan het incident rond de overtreding van haar eed.
|