Geloof in al-qadr (de voorbeschikking)
Moslims geloven in al-qadr (de voorbeschikking), goed of slecht die Allah voor al Zijn schepselen volgens Zijn allesomvattende kennis heeft voorbestemd. Allah heeft alles geschapen in perfecte verhoudingen en Hij is de absolute Beheerser en Regeerder. Zijn bepaling van de aard van de dingen was al gevestigd 50.000 jaar voordat Hij de hemelen en de aarde schiep.
Allah zegt in de Koran:
?Geen onheil gebeurt op de aarde of in jullie nafs (zelf) maar het is opgeschreven in het Boek van bepalingen, voordat Wij het tot bestaan brengen. Dat is zeker gemakkelijk voor Allah? (Surah 57 : Ayah 22)
En in een overlevering (hadith) lezen we:
Abdullah ibn Amr ibn al-Aas heeft overgeleverd: Ik hoorde Allah?s boodschapper zeggen: ?Allah bepaalde de bestemming van de schepping 50.000 jaar voordat Hij de hemelen en de aarde schiep? (Overgeleverd door Moeslim)
Alles in de hemelen en op de aarde vindt plaats met Zijn kennis en door zijn bevel. En niets valt buiten de kennis van Allah. Goed en slecht bestaan door Allah?s bevel en iedereen verkrijgt het een of het ander door zijn eigen keus en door het gebruik van zijn eigen wil. Niettemin, bestaat het goede alleen met de hulp van Allah en het slechte bestaat niet tegen Zijn wil maar alleen met Zijn verlof. De mens heeft de kracht te handelen zoals hij wil en wordt niet gedwongen bij alles wat hij doet. Maar zijn kracht en vrije wil vallen binnen de wil van Allah. Allah kent het heden, verleden en de toekomst van ieder schepsel. De mens schept niet kiest zijn eigen daden niet totaal met zijn eigen wil. Hij (de mens) handelt niet totaal onafhankelijk van en superieur aan de Wil van Allah. Het is aan de mens om Allah wel of niet te gehoorzamen. Hij heeft de keus welke weg hij wil bewandelen, maar Allah weet wat we gaan doen.
Ali heeft overleverd dat de Profeet heeft gezegd: ?Er is niemand van jullie waarvoor er geen zetel in het Paradijs of de Hel is toegewezen en voor wie het niet is opgeschreven of hij een ongelukkig of gelukkig persoon zal zijn.?
Een man zei: ?O, boodschapper van Allah, zouden wij dan niet moeten vertrouwen op ons lot (bestemming) en onze daden opgeven?? Daarop zei de boodschapper van Allah (Moge Allah?s vrede en zegeningen met hem zijn): ?Voor wie behoort tot het gezelschap van geluk, zullen goede werken makkelijker gemaakt worden en wie behoort tot het gezelschap van ellende zullen slechte daden makkelijker worden gemaakt?
Vervolgens reciteerde hij: ?Voor hem die geeft (liefdadigheid) en zich houdt aan zijn plicht jegens Allah en Hem vreest en gelooft in de beste beloning van Allah, Wij zullen voor hem het pad van goedheid makkelijk maken, maar hij die een begerige vrek is en denkt dat hij onafhankelijk is, Wij zullen voor hem het pad van slechtheid makkelijk maken.? (Surah 92 : Ayah 5-10) (Overgeleverd door Moeslim)
|