Vervolg
Fırawnxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
die verdronken werd
Uittocht uit Egypte
Door Moesa legde Allah uit aan Firawn en zijn vertrouwelingen waar zij voor moesten oppassen en waarschuwde hen aldus. Als reactie hierop, waren zij opstandig en beschuldigden hem ervan bezeten en ontrouw te zijn. Allah bereidde een vernederend einde voor hen voor. Hij openbaarde aan Moesa wat er op het punt stond te gebeuren:
En Wij inspireerden Moesa, zeggende: Neem Mijn slaven in de nacht weg, waarlijk jullie zullen vervolgd worden. Toen stuurde Firawn boodschappers naar (alle) steden. (zeggende): Waarlijk! Dit is zeker niet anders dan een kleine groep. En waarlijk, zij hebben gedaan wat ons woedend heeft gemaakt; en wij zijn een goed bewapend, vooruit gewaarschuwd leger. Dus hebben Wij hen van de tuinen en de bronnen verbannen, schatten en alle soorten eerbare plaatsen. Dus lieten Wij de Kinderen van Israël het beërven. Dus vervolgden zij hen bij de zonsopkomst. En toen de twee legers elkaar zagen, zei het volk van Moesa: Wij zijn zeker dat wij zullen overmand worden.
(Qoer-aan Soerat ash-Shoeara: 52-61)
Onder zulke omstandigheden, toen de Kinderen Israël dachten dat zij in de val zaten en de mannen van Firawn dachten dat zij op het punt stonden hen te vangen, zei Moesa die nooit zijn vertrouwen in de hulp van Allah verloor: Nee, waarlijk! Bij mij is mijn Heer, Hij zal mij leiden.
(Qoer-aan Soerat ash-Shoeara: 62)
Op dat moment redde Allah Moesa en de Kinderen Israël door de zee te splijten. Firawn en zijn mannen werden onder het water verdronken toen dat over hen sloot nadat de Kinderen Israël veilig waren overgestoken.
Toen inspireerden Wij Moesa (zeggende): Sla met jouw stok tegen de zee. En het spleet en ieder afzonderlijk deel werd als een grote stevige massa van een berg. Toen brachten Wij de anderen naar die plaats. En Wij redden Moesa en allen die bij hem waren. Toen verdronken Wij de anderen.
Waarlijk! Hierin is een teken maar de meesten van hen zijn geen gelovigen. En waarlijk, jullie Heer! Hij is waarlijk de Almachtige, de Genadevolle.
(Qoer-aan Soerat ash-Shoeara: 63-68)
De staf van Moesa had wonderbaarlijke kwaliteiten. Allah had het in Zijn eerste openbaring aan hem in een slang veranderd en daarna veranderde die zelfde staf opnieuw in een slang en verslond de magie van de tovenaars van Firawn. En nu spleet Moesa de zee met diezelfde staf. Dit was één van de grootste wonderen die aan de profeet Moesa werden gegeven.
Vond de gebeurtenis plaats aan de Egyptische kust van de Middellandse zee of aan de Rode Zee?
Er is geen overeenstemming over de plaats waar Moesa de zee spleet. Omdat er in de Qoer-aan geen details worden gegeven, kunnen we van geen van beide gezichtspunten zeker weten of het de juiste is. Sommige bronnen laten de Egyptische kust van de Middellandse zee zien als de plaats waar de zee werd gespleten. In de Encyclopedia Judaica wordt gezegd:
De meerderheid is vandaag de dag van mening dat de Rode Zee van de Exodus één van de lagunes van de kust van de Middellandse zee is.37
David Ben Gurion zei dat de gebeurtenis plaats zou kunnen hebben gehad tijdens de heerschappij van Ramses II, mogelijk na de nederlaag bij Kadesh. In het Boek van Exodus in het Oude Testament, zou de gebeurtenis in Migdol en Baal-Zephon hebben plaatsgevonden, welke ten noorden van de delta liggen.38
Dit gezichtspunt is gebaseerd op het Oude Testament. In de vertalingen van het Boek van Exodus uit het Oude Testament, wordt gezegd dat Firawn en zijn mannen verdronken werden in de Rode Zee. Maar volgens degenen die aan dit standpunt vasthouden, betekent het woord dat is vertaald als Rode Zee in feite De Zee van Riet. Het woord is in vele bronnen vaak gelijkgesteld aan de Rode Zee en voor die locatie gebruikt. De Zee van Riet wordt echter gebruikt om naar de Egyptische kust van de Middellandse zee te verwijzen. In het Oude Testament, worden wanneer gesproken wordt over de route die door Moesa en degenen die hem volgden, de woorden Mignol en Baal-Zephon genoemd. Deze liggen in het Noorden van de Nijldelta aan de Egyptische kust. De Zee van Riet ondersteunt, door het maken van een gevolgtrekking, de mogelijkheid dat de gebeurtenis plaatsvond aan de Egyptische kust, omdat in deze regio, in overeenstemming met de betekenis van de naam, dankzij de deltakwelders, riet wordt geproduceerd.
Het verdrinken van Firawn en zijn mannen in de zee
De Qoer-aan informeert ons over de belangrijkste aspecten van de gebeurtenis van het splijten van de Rode Zee. Volgens het verslag uit de Qoer-aan, ging Moesa samen met de Kinderen Israël die hem gehoorzaamden op weg om Egypte te verlaten. Firawn kon hun vertrek zonder zijn toestemming niet accepteren. Hij en zijn soldaten volgden hen:
in onderdrukking en vijandigheid
(Qoer-aan Soerah Yoenoes: 90).
Op het moment dat Moesa en de Kinderen Israël de kust bereikten, haalden Firawn en zijn soldaten hen in. Sommige van de Kinderen Israël, die dit zagen, begonnen tegen Moesa te klagen. Volgens het Oude Testament, zeiden zij tegen Moesa : Wij zijn zeker dat wij zullen overmand worden.
(Qoer-aan Soerat ash-Shoeara: 61)
In feite was dit niet de eerste keer noch de laatste keer dat de Kinderen Israël zulk gedrag, waarin zij geen onderwerping toonden, lieten zien. Het volk van Moesa had al eerder tegen hem geklaagd door te zeggen: Wij hebben veel geleden tot jij kwam en ook sinds je gekomen bent.
(Qoer-aan Soerat al-Araf: 129)
In tegenstelling tot het zwakke gedrag van zijn volk was Moesa zeer zelfverzekerd, omdat hij een diepgaand vertrouwen in Allah had. Meteen vanaf het begin van zijn strijd had Allah geïnformeerd dat Zijn hulp en ondersteuning met hem zouden zijn: Vreest niet, Waarlijk! Ik ben met jullie beiden, horend en ziend.
(Qoer-aan Soerah Ta-Ha: 46)
Toen Moesa de tovenaars van Firawn voor het eerst ontmoette, voelde hij een soort van angst
(Soerah Ta-Ha: 67)
Hierop openbaarde Allah aan hem dat hij helemaal geen angst moest voelen en dat hij het uiteindelijk absoluut te boven zou komen.
Wij zeiden: Vrees niet! Zeker jij zou de overhand hebben. (Soerah Ta-Ha: 68)
Aldus werd Moesa door Allah onderwezen en verkreeg een volledig ontwikkeld respect voor Zijn wegen. Als gevolg hiervan zei hij, toen sommige van zijn mensen door de angst bevangen raakten:
Nee, waarlijk! Bij mij is mijn Heer, Hij zal mij leiden.
(Qoer-aan Soerat ash-Shoeara: 62).
Allah openbaarde aan Moesa dat hij de zee met zijn staf moest slaan.
Hierop: spleet het en ieder afzonderlijk deel werd als een grote stevige massa van een berg.
(Qoer-aan Soerat ash-Shoeara: 63).
In feite had Firawn op het moment dat hij zon wonder zag, moeten begrijpen dat er iets bijzonders aan de situatie was en dat hij goddelijke interventie zag. De zee opende zich voor de mensen die Firawn wilde vernietigen. Verder was er geen enkele garantie dat de zee zich niet opnieuw zou sluiten nadat zij overgestoken waren. Toch volgde hij en zijn leger de Kinderen van Israël de zee in. Waarschijnlijk hadden Firawn en zijn soldaten het vermogen om redelijk te denken verloren, door hun onbeschaamdheid en boosaardigheid en waren zij niet in staat de wonderbaarlijke aard van de situatie te begrijpen.
De Qoer-aan beschrijft de laatste momenten van Firawn als volgt:
En Wij namen de Kinderen van Israël dwars door de zee en de Firawn volgde met zijn leger in onderdrukking en vijandigheid, toen hij verdronk, zei hij: Ik geloof dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Hij, in Wie de Kinderen van Israël geloven en ik ben één van degenen die moslim is.
(Qoer-aan Soerah Yoenoes: 90)
Hier is het mogelijk een ander wonder van Moesa te zien. Laat ons onszelf het volgende vers herinneren:
En Moesa zei: Onze Heer! U hebt zeker de Firawn en zijn notabelen schitter en weelde van dit leven gegeven. Zodat zij de mensen van Uw rechte pad laten dwalen. Onze Heer! Vernietig hun weelde en verhard hun harten, zodat zij niet zullen geloven tot zij een pijnlijke bestraffing zien. Allah zei: Waarlijk het smeekgebed van jullie beiden is geaccepteerd. Blijf jullie beiden dus op het rechte pad en volg niet het pad van degenen die niet weten.
(Qoer-aan Soerah Yoenoes: 88-89)
Uit het vers komt duidelijk naar voren dat Moesa aldus, in reactie op zijn smeekbede, geïnformeerd werd dat Firawn in Allah zou geloven op het moment dat hij een pijnlijke straf tegemoet zag. Firawn zei inderdaad dat hij in Allah zou geloven toen het water over hem heen begon te lopen. Toch was het heel duidelijk dat zijn gedrag onoprecht en onecht was. Waarschijnlijk zei Firawn dit om zichzelf van de dood te redden.
De acceptatie van het geloof door Firawn op het laatste moment en zijn vraag om vergeving werden zeker niet door Allah geaccepteerd. Firawn en zijn leger konden niet van de verdrinkingsdood worden gered.
Nu (geloof je) terwijl je eerder weigerde te geloven en je tot de onmatigenden behoorde. Deze dag zullen Wij dus je (dode) lichaam (uit de zee) brengen dat je een teken moge zijn voor degenen die na jou komen! En waarlijk, velen van de mensheid zijn achteloos voor Onze tekenen.
(Qoer-aan Soerah Yoenoes: 91-92)
We zijn ook geïnformeerd dat zijn mannen, net zo goed als Firawn zelf, hun deel van de straf ontvingen. Daar de soldaten van Firawn mannen waren van onbeschaamdheid en boosaardigheid (Qoer-aan Soerah Yoenoes: 90), mannen van de zonde (Qoer-aan Soerat al-Qasas: 8), slecht deden (Qoer-aan Soerat al-Qasas: 40) en dachten dat zij niet terug zouden keren tot Allah (Soerat al-Qasas: 39) net zoals Firawn, verdienden zij de straf van Allah ten volle. Aldus ving Allah zowel Firawn als zijn menigte en gooide hen de zee in.
Dus grepen Wij hem en zijn leger en Wij gooiden hen allen in de zee. Zie dus wat het einde van de onrechtvaardigen was. (Soerat al-Qasas: 40)
Dus Allah eiste een boetedoening van hen en verdronk hen in de zee, omdat zij Zijn tekenen afwezen en nalieten er een les uit te trekken.
Dus namen Wij vergelding op hen. Wij verdronken hen in de zee, omdat zij Onze tekenen verwierpen en achteloos waren met de waarschuwingen van hen.
(Qoer-aan Soerat al-Araf: 136)
In de volgende verzen in de Qoer-aan beschrijft Allah alles dat gebeurde na de dood van Firawn.
En Wij zorgden ervoor dat de mensen, die zwak werden beschouwd, de oostelijke en westelijke gedeeltes van het land kregen, waarvoor Wij het gezegend hadden. En het oprechte woord van jullie Heer werd vervuld voor de Kinderen van Israël door alles wat zij hadden moeten verdragen. En Wij vernietigden volledig alle grote werken en gebouwen die de Firawn en zijn mensen opgericht hadden.
(Qoer-aan Soerat al-Araf: 137)
|