Haya' (bescheidenheid) tegenover Allah.
De moslimgeleerden verdelen haja' tegenover Allah in zes soorten: Uit "Akhlaaq" door 'Amr Khaled.
1. Haya' van de zondaar: eenieder die een grote zonde begaat en zich vervolgens schaamt, vergelijkbaar met de haja' van Adam ('alayhi salaam) toen hij van de verboden boom aat en hij in het paradijs rondrende. Allah (Subhana wa Ta'ala) vroeg hem: "Ren je van Mij weg?" Adam ('alayhi salaam) antwoordde: "Nee Allah, ik ren uit schaamte." Heb je ooit dit gevoel ervaren na het begaan van een grote zonde? Was je ooit slapeloos en bleef je door de straten rennen om een arm persoon te vinden, om hem de laatste centen in je zak te geven, hopend op de vergiffenis van Allah? Dit is de haja' van de zondaar.
2. Haja' van de persoon die denkt dat hij nooit genoeg doet: dit gevoel wordt ervaren als iemand zich realiseert dat hoe goed zijn daden ook zijn en hoe standvastig op de weg van Allah hij ook is, hij nog steeds ver verwijderd is van het soort aanbidding dat Allah verdient. Deze soort haja' is vergelijkbaar met die van de engelen: het zet zich zelfs voort na honderden jaren oprechte aanbidding van Allah. De Profeet (salla Allahu 'alayhi wa salaam) zei: "De hemelen worden erg zwaar (d.w.z. vol) en dit is volstrekt normaal, aangezien er geen enkele plek zo klein als een voetstap is, waar geen engel zich voor Allah neerbuigt, knielt of in gebed staat. En als de dag des oordeels komt, staan zij op en zeggen: Verheerlijkt is Allah, we hebben U niet aanbeden zoals we hadden gemoeten, zaoals het Uwe Majesteit betaamt."
3. Haja' van de dienaar: je moet begrijpen dat je een dienaar van Allah bent en dat dit jou verplicht om je geheel aan Hem over te geven en Zijn bevelen op te volgen. Dit is vergelijkbaar met de haja' van de Profeet (salla Allahu 'alayhi wa salaam). Een voorbeeld hiervan is toen Allah beval dat de qibla (de richting waarnaar een moslim bidt) Bait-al-Maqdis (de moskee in Jeruzalem) was, terwijl de Profeet (salla Allahu 'alayhi wa salaam) wilde dat het Al-Haram moskee (de heilige moskee in Makkah) zou zijn. Desondanks weerhield zijn haja' hem ervan om Allah te vragen de richting te veranderen. Allah berichtte hierover in de Qur'an in Surat Al-Baqara: "Waarlijk, Wij zien uw aangezicht zich naar de hemel wenden, daarom zullen Wij u tot beheerder maken van de qibla die u behaagt. Wend daarom uw aangezicht naar de heilige moskee en waar gij ook moogt zijn, wendt uw aangezicht daarheen. En voorzeker, zij wie het Boek is gegeven, weten dat dit de waarheid is van hun Heer: Allah is niet achteloos ten aanzien van wat zij doen." (QS2:144.)
4. Haja' van de dankbaren voor de zegeningen van Allah: De Profeet (salla Allahu 'alayhi wa salaam) is wederom een voorbeeld van deze soort haja', zoals duidelijk is weergegeven in de volgende h'adith, waarin hij Allah als volgt aanriep: "Ik zou U nooit genoeg kunnen bedanken of Uw vriendelijkheid kunnen beschrijven. U bent zoals U Uwzelf heeft beschreven." Deze haja' ontstaat door de dankbaarheid voor alle zegeningen die Allah aan ons heeft verleend, ondanks het feit dat wij Hem nooit genoeg zullen kunnen bedanken.
5. Haja' uit liefde: als je heel veel van Allah houdt, zul je deze soort haja' voor Hem ervaren. Jouw ogen zullen zich met tranen vullen, jouw hart zal trillen en al je lichaamsdelen zullen zich aan Hem overgeven. Dit gevoel zal nooit beschreven kunnen worden: alleen de persoon wiens liefde voor Allah zo sterk is, zal weten hoe het voelt. Een ontroerende smeekbede die de Profeet (salla Allahu 'alayhi wa salaam) gewend was te zeggen: "O Allah, verleen mij de mogelijkheid om van U te houden, van eenieder te houden die van U houdt en van alles te houden dat U tevredenstelt."
6. Haja' uit erkenning van de Eer en Macht: deze soort is vergelijkbaar met de haja' van Djibreel ('alayhi salaam) toen hij de Profeet (salla Allahu 'alayhi wa salaam) vergezelde tijdens de reis van Al-Israa en Al-Miradj. Toen zij de zevende hemel bereikten en de Sidrat Al-Moentaha (de lotusboom bij het verste grens die niemand van de schepping mag passeren) naderden, stopt Djibreel. De Profeet (salla Allahu 'alayhi wa salaam) wendde zich tot Djibreel, die op een versleten doek leek (zoals versleten kleding, duidend op verlegenheid en gehele overgave) uit haja' tegenover Allah. Djibreel kon niet dichterbij gaan en hij erkende de Eer en Macht van Allah.
Heb jij ooit een van deze soorten haja' ervaren? Moslimgeleerden hebben gezegd: "Eenieder die haja' tegenover Allah vertoont, stijgt tot het niveau van awliyah (rechtvaardige mensen van wie Allah houdt en die Hij beschermt)." Ik doe je een dringende verzoek om de haja' tegenover Allah te leren en je het feit te realiseren dat Hij alles wat je doet ziet en alles wat je zegt hoort.
|