Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
De wandelclub uit Zonnebeke (Drevestappers) hadden geluk dat hun wandeltocht kon doorgaan. Niet in hun vertrouwde zaal , maar een eindje verder. Het was ook de enige club uit West Vlaanderen die er was. Dus er werd veel volk verwacht. Toen ik rond een uur of acht aankwam , was het al zoeken voor een parkeerplaatsje. Nadat ik mijn auto had geparkeerd, ging ik naar de inschrijvingszaal. Er was al wat volk op de been, en ik was aan het wachten op mijn wandelmaat. Na enkele minuten was hij daar en we konden aan de wandeling beginnen. We besloten de 16km te doen, de boog moet niet altijd gespannen staan. Het was nogal frisjes toen we begonnen, maar de zon begon zich al te tonen.
Zonnebeke is een Belgische gemeente in het zuidwesten van de provincie West-Vlaanderen, de streek die gekend is als de Westhoek. De gemeente omvat vijf deelgemeenten: Beselare, Geluveld, Passendale, Zandvoorde en Zonnebeke en telt ruim 12.500 inwoners. De plaatselijke bevolking spreekt van 'Zunnebeke'. De naam Zonnebeke komt van Sinnebeche. De eerste vermelding van Sinnebeche dateert van rond 1072. Dit staat in een oorkonde van de bisschop Drogo uit Terwaan. Hierin vraagt hij aan Fulpoldus, kastelein van Ieper, om in het reeds bestaande parochiekerkje een kapittel van drie kanunniken te vormen en te onderhouden. Hierdoor ontstond een klooster dat later zou uitgroeien tot de invloedrijke en machtige augustijnenabdij Zonnebeke. Iets verderop vestigde zich een benedictijnse vrouwengemeenschap, de Nonnenbosabdij. De godsdiensttroebelen dreven haar eind 16e eeuw tot een verhuis naar Ieper. De mannenabdij bleef zo'n goede 700 jaar het centrum van cultureel, bestuurlijk werk en economie van het dorpje, tot de Franse Republiek in 1797 alle kerkelijke goederen in beslag nam en verkocht. De paters werden daarna verbannen. Rond Zonnebeke hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog heel wat gevechten plaats. In de deelgemeente Passendale bevindt zich het Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats ter wereld. In 2017 werd de Zonnebeke Church Dugout voor korte tijd voor het publiek opengesteld, een ondergrondse schuilplaats voor Britse soldaten onder de toenmalige kerk van Zonnebeke.
Iedere afstand begon richting het Kasteeldomein, daar was er al een splitsing, wij moesten al een groter stuk door het domein wandelen. Er was ook een mountainbike activiteit die in het park doorging.
Het parcours die we vandaag gingen wandelen
Na de start ging het richting het kasteel domein. Hier kregen we al een eerste splitsing
Zicht op de vijver.
De zon kwam al vroeg een kijkje nemen.
Nu en dan wat oppassen voor de mountainbikers.
Een mooi park om te wandelen.
Mooie zichten.
Zicht op de achterkant van de vijver. Na de doortocht ging het richting Passendale.
De zijkant van het Tyn Cot Cemetry
Onderweg kregen regelmatig wat mooie vergezichten.
Hier een beeld in de Canadalaan.
Aangekomen na een 8tal kms op de centrale rustpost. Hier dronken we wat. We waren halfweg onze mooie tocht.
Terug langs de Tyn Cot Cemetry, Tyne Cot Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog gelegen in het Belgische dorp Passendale. De begraafplaats ligt 2,1 km ten zuidwesten van het dorpscentrum en 1,7 km ten noorden van Zonnebeke. Er liggen meer gesneuvelden begraven dan op elke andere Britse militaire begraafplaats op het Europese vasteland. Het terrein heeft een oppervlakte van 34.941 m² en de Commonwealth War Graves Commission zorgt voor het onderhoud. De begraafplaats werd ontworpen door Herbert Baker in samenwerking met John Truelove. Een muur van zwarte vuurstenen keien, afgedekt met witte natuursteen, omgeeft hem. Het toegangsgebouw is eveneens uit zwarte vuursteen opgebouwd. Achteraan bevindt zich de halfcirkelvormige Tyne Cot Memorial met de namen van 33.783 vermiste Britse soldaten en, in een afzonderlijke apsis, nog eens 1.176 vermiste Nieuw-Zeelanders.
De koepel Aan elk uiteinde van de Memorialmuur staat een paviljoen. Centraal op het terrein bevindt zich het Cross of Sacrifice, gebouwd boven op een bunker die vóór de verovering als Duitse commandopost dienstdeed. De Stone of Remembrance staat achteraan, tussen de Memorial to the missing en het Cross of Sacrifice. Twee bunkers bevinden zich aan de voorzijde van de begraafplaats, twee andere bevinden zich achteraan, onder de paviljoenen langs weerszijden van de Memorialmuur.
Het kastje In het toegangsgebouw bevindt zich het kastje waarin het register met de namen en de locatie van de graven. Er is ook een Visitors book waarin men een boodschap kan schrijven. Aan de buitenzijde van de ingang hangen drie gedenkplaten in het Nederlands, Frans en Engels. Ze vermelden deze tekst: "Deze grond werd voor eeuwig door de Belgische bevolking aan de geallieerde troepen geschonken, uit dankbaarheid voor hun inzet". Deze begraafplaats is een Open Cemetery, d.w.z. dat er nog stoffelijke resten uit de omringende slagvelden bijgezet kunnen worden. Op 6 november 2018 werden nog drie ongeïdentificeerde doden begraven, twee Australiërs en een Brit. Er liggen 11.957 doden begraven, waarvan 8.369 niet meer geïdentificeerd konden worden.
Op het einde kregen we nog een mooi stukje natuur , die achter de steenbakkerij ligt.
Het was een mooie rustige wandeling,er waren meer dan 2000 wandelaars.
Een frisse maar zonnige winterdag, dus ideaal om er op uit te trekken. Ik had een knooppuntenwandeling in gedachte ergens in de regio Doomkerke- Ruiselede. Altijd natuur garant.Ik parkeerde mijn auto aan de kerk van Doomkerke.
Doomkerke is een straatdorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is een landelijke parochie (woonkern) van ongeveer 700 inwoners, in het noorden van de gemeente Ruiselede. Doomkerke dankt haar naam aan Carolus Doom (Hooglede 1797 - Kortrijk 1884), die pastoor was van de Onze-Lieve-Vrouwparochie (centrum Ruiselede) van 1842 tot 1868. Hij liet er de huidige kerk bouwen dicht bij de vroegere wijk 't Haantje. De oudst bewaarde (heerlijkheids)hoeve is Gallatas, die in de 17de en 18de eeuw eigendom was van de familie della Faille. Op de grens met de gemeenten Wingene en Beernem werd in 1849 op het grondgebied van het vroegere Sint-Pietersveld (van de Sint-Pietersabdij van Gent) een École de Réforme (Hervormingsschool) opgericht voor landlopers, wezen en verwaarloosde jongeren. Dit is de huidige Gemeenschapsinstelling voor Bijzondere Jeugdbijstand De Zande met ernaast de gebouwen van het Penitentiair Landbouwcentrum, een moderne staatsinrichting als strafinstelling. Doomkerke werd officieel een parochie van Ruiselede in 1876 met als patroonheilige Carolus Borromeus.
Het Disveldpark. Doomkerke is een pittoreske woonkern in Ruiselede met een rijke geschiedenis. In het gemeentepark Disveld, in de schaduw van de kerktoren, kunnen kinderen zich uitleven in het speelbos, speelweide, speelmoeras, boomgaard, schapenweide en openluchttheater. Voor de kleintjes is er een leuke speeltuin met houten speeltoestellen. Tip: er staat ook een publieke barbecue met een picknicktafel!
De kerk van Doomkerke.De Sint-Carolus Borromeuskerk (Carolus Borromeuskerk) te Doomkerke (gemeente Ruiselede, provincie West-Vlaanderen) is een neogotische kerk, gebouwd in 1865-1866 naar de plannen van priester-architect Jan August Clarysse (1814-1873). Clarysse volgde de ideeën van architect Jean-Baptiste Bethune (1821-1894). De parochiekerk wordt ook kathedraal van te lande genoemd. Het betreft een gaaf neogotisch totaalconcept, zowel aan de buitenzijde als de binnenzijde.
In het begin van de wandeling was er al wat afwisseling qua wegels.
Hier het eerste slijkerig pad, het beloofde voor de rest.
mooie vergezichten
Hier was ik in het domein de Vorte bossen. De Vorte Bossen is een natuurgebied op het grondgebied van de gemeente Ruiselede, tussen de parochies Doomkerke en Kruiskerke. Het bos van 50 ha ligt op de grens van de Vlaamse Zandrug. Het is eigendom van Natuurpunt en wordt beheerd door de regionale afdeling Natuurpunt De Torenvalk vzw. Het gebied is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bossen, heiden en valleigebieden van Zandig Vlaanderen: westelijk deel
Het zonnetje deed deugd, gelukkig praktisch geen wind.
Heel rustig, enkel de de fluitende vogels lieten zich horen.
Terug wat modder, die gemakkelijk te omzeilen was via de buitenkant van het pad.
Wat info.
Mooi uitzicht vanop het verhoogde bankje.
Mooie dreven
Hier was het letterlijk overal ploeteren
Dit pad moest ik verder volgen.
Nog een eindje
Hier terug wat normaal.
Terug een mooi zicht
Enkele houten speeltuigen
Heb geen poging ondernomen om over deze kabel te wandelen.
Nog enkele speeltuigen
Deze hadden waarschijnkijk honger
Dit is een oud kerkhof van St Pietersveld.
Hier heb ik wat gerust en iets gegeten. Lekker in het zonnetje en wat beschut.
Nu verder wandelen door de Gulke Putten.Het natuurgebied De Gulke Putten is gelegen in de Belgische gemeente Wingene, op gronden van het Radiozendstation Belradio, op de grens met Ruiselede. Het natuurreservaat situeert zich in de nabijheid van de site Sint-Pietersveld en wordt beheerd door Natuurpunt vzw. Het gebied is rijk aan natte en droge heide, heischrale graslanden, hakhout met bloemrijke paden en open plekken met orchideeënrijk hooiland. Het gebied is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bossen, heiden en valleigebieden van Zandig Vlaanderen: westelijk deel
Het radiostation Belradio(vroeger)Het radiozendstation Belradio, in de volksmond meestal "de (radio) torens" genoemd, was een Belgisch radiozendstation, gelegen op de grens van Wildenburg in Wingene, nabij het Sint-Pietersveld in Ruiselede. Het hoofdgebouw van dit zendstation, gekend onder de code SCRE, was aanvankelijk voorzien op het grondgebied van Ruiselede, maar werd om technische redenen op Wingens grondgebied opgericht tussen 1923 en 1926.
Ook dit pad was erg modderig
Radiomasten.Op Wingens grondgebied werden vijf zendmasten gebouwd en op het grondgebied van Ruiselede bevonden zich drie antennes. De gebouwen en de inrichting werden officieel in gebruik genomen op 3 oktober 1927. Vanaf toen bereikten de eerste radiotelegraafverbindingen onder vermelding "via Belradio" ver gelegen gebieden over de hele wereld. Reeds in 1921, toen na de Eerste Wereldoorlog radioverbindingen steeds belangrijker werden, was besloten een dienst voor radioberichtgeving op te richten met als doel België te verbinden met Amerika en het toenmalige Belgisch-Congo. De hiervoor te gebruiken zenders (wisselstroomgeneratoren van ca. 17 kHz) waren al succesvol getest in het zendstation van Nauen bij Berlijn, en ook bij het Nederlandse Kootwijk werd in 1923 al zo'n station opgericht voor verbindingen met het toenmalige Nederlands-Indië. De Regie van Telefoon en Telegraaf (R.T.T.) had voor de bouw van het zendstation te Wingene een terrein van 80 hectare onteigend. Deze gronden, in de omgeving van het Sint-Pieterskasteel, waren toen eigendom van de familie Carpentier, die er sinds 1880 het kasteel bewoonden. Deze drassige gronden waren immers een goede geleider. De werken begonnen in 1923 en de eerste steen voor dit gebouw in art-decostijl werd gelegd door koning Albert I op 19 december van dat jaar. Eind 1926 was het volledige zendcentrum klaar. In 1927 werden de eerste verbindingen met Amerika tot stand gebracht. Dit was de start van honderdduizenden berichten die overzee gestuurd werden naar alle uithoeken van de wereld via de Torens van Ruiselede.
Het beruchte kasteel
Nog een enkele wandelaar tegengekomen.
Terug een heel eindje dit pad volgen.
Niks aan te doen, moet verder dus erdoor.
Het begint te beteren.
Deels ondergelopen weide.
Terug een zicht op de Gulke Putten.
Nog een laatste blik op het militair domein
Hier door het predikherenbos voor de laatste lootjes.
Geen vuile dreven meer naar het einde.
deze kwamen eens kijken
Een blik op Doomkerke
Moederziel alleen.
Nog een blik op het dorp alvorens ik terug ben op de plaats van deze morgen waar de wandeling begon. Zeker een aanrader bij mooi en droog weer.
Het KMI beloofde dat het de hele dag zou droog blijven, dus ik besloot een wandeling te maken naar het Oostvlaamse Munte. Ik besloot het Asselkouter wandelroute te volgen.
Munte is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Merelbeke. De naam van het dorp, voor het eerst vermeld in 990, is een verbasterde vorm van het Romaanse woord Montem (berg) en verwijst naar de heuvelrug waarop het dorp ligt. De heren van Munte waren een invloedrijk geslacht en zijn sinds het begin van de 11e eeuw (1012) vermeld in bronnen. Naast de traditionele landbouwactiviteiten is dit dorp een residentiële plaats met weinig nijverheid. Vlak bij het dorp liggen de Makegemse bossen. Tot 1977 was het een zelfstandige gemeente en telde 750 inwoners bij een oppervlakte van 5,1 km². Adolf Neels (1911 - 2003), de broer van striptekenaar Marc Sleen was lange tijd pastoor te Munte. Munte dankt zijn naam aan het Romaanse ‘montem’ (berg) en verwijst naar de heuvelrug waarop dit charmante kouterdorpje in Scheldeland ligt. Samen met de kerk maken de twee huisjes links deel uit van het geklasseerde dorpsgezicht.
St-Bonifatiuskerk in de Belgische deelgemeente Munte is een kerkgebouw in neoromaanse stijl, toegewijd aan Bonifatius. De kerk werd ingewijd op 15 juni 1868 door bisschop Hendrik Frans Bracq, die de kerk aan de Torrekensstraat met haar oud kerkhof verving en in 1888 werd gesloopt. Ook de oude kerk had Bonifatius als patroonheilige.
Start van de wandeling.
Zicht op het Munteplein.
Kasteel ter Zinckt.Kasteel Ter Zinkt in Munte was een echt middeleeuws waterslot, dubbel omgracht en uitgerust met een kerker voor misdadigers. In de 18e eeuw werd het grotendeels gesloopt, en in de 19e eeuw werden de resten omgevormd tot een lusthof. Dit kasteel is dus een typisch voorbeeld van een romantische kasteel-interpretatie. Het valt helaas enkel van buitenaf te bewonderen.
Veel afwisseling tijdens de wandeling.
De hemel veranderde constant van wolkenformatie, het ene moment mooi het andere dreigend.
Hier heb ik efkes afgeweken van het parcours om deze te bewonderen.
Mooi paardje, jammer van de modder waar het dier stond.
Kwam vele hofsteden tegen tijdens de wandeling.
Hier en daar veel water op de landerijen en weiden.
Ook af en toe een leuke spreuk of gezegde.
Zicht op de kerk van Bottelare
mooie zichten
Nier meer van toepassing.
Hier liep ik een tijdje op de kerststallen route.
Hier heb ik even halt gehouden om mijn boterhammeke op te eten. Er stond hier een bank en kon genieten van het zicht.
Zicht op een bunker. Bunkers vormen de rode draad doorheen deze route. Alleen al in Munte staan er nog 25 van deze betonnen constructies uit de jaren ’30. Ze werden gebouwd ter verdediging van Gent in oorlogstijd en waren oorspronkelijk gecamoufleerd als arbeidershuisje, boerderij of schuur.
De paden waren goed bewandelbaar
Dit was een ander paar mouwen om verder te gaan. Het land langs de zijkant was heel drassig. Dit was het ergste punt van de hele wandeling.
Zicht op de kerk van Baaigem.Op weg naar Baaigem, ook al een dorpje dat dateert uit de 10de eeuw, moet je enkele korte maar steile hellingen op. In Baaigem beland je in een andere toeristische regio van Oost-Vlaanderen: de Vlaamse Ardennen.
Zicht op de bergmolen.
De kerk van Baaigem. De Sint-Bavokerk in de Belgische deelgemeente Baaigem is een kerkgebouw toegewijd aan Bavo. Deze Sint-Bavokerk is een van de oudste van de streek, omgeven door een kerkhof. Het is een uniek voorbeeld van een kerk met twee beuken met authentieke oude delen en een uitbreiding in neogotiek uit het begin van de 20e eeuw.
Dorpsplein van Baaigem.Baaigem is een van de zes dorpen die behoren tot de gemeente Gavere. Het is gelegen aan de rand van de Vlaamse Ardennen,het heuvelachtige zuidelijke deel van de provincie Oost-Vlaanderen, België,en was tot eind 1976 een zelfstandige gemeente. Baaigem is 3,79 vierkante kilometer groot en telde op 31 december 2005 565 inwoners. De bevolking is de kleinste van de zes dorpen van Gavere.
Eigentijdse kerstboom.
Ik verliet de gemeente Baaigem en wandelde terug richting Munte via enkele mooi weggetjes en paden.
Hier een mooi hemels schouwspel, ene kant donker ,ander kant zon.
Jong paardje
mooie vergezichten.
Het was heel kalm onderweg
Hier de bergmolen.
De bergmolen. Deze ronde, stenen bergmolen vinden we op de plek waar de familie van Lamoraal van Egmont in 1551 een houten staakmolen liet plaatsen. Lamoraal was prins van Gavere, vandaar de naam Prinsenmolen. De molen onderging enkele aanpassingen in 1806 om later, in 1890, zijn huidige vorm te krijgen. In 2017 werd de molen omgebouwd tot woonhuis.
Nog een laatste blik op de molen.
Hier nog een bunker.
Ben stilaan aan het einde van deze wandeling.
Het beeldje van de Muntenaar. Nog een 100tal meter en ik ben terug aan de kerk waar deze mooie wandeling begon.
Vandaag ging ik een wandeling maken in de Vlaamse Ardennen. Het beloofde een mooie frisse winterdag te zijn. Ik reed richting Vlaamse Ardennen, met name richting Schorisse.
Schorisse is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de gemeente Maarkedal. Het landbouwdorp is een langgerekt straatdorp in de Vlaamse Ardennen, nabij Henegouwen. Het reliėf golft tussen de 32 en 122 meter, en de Maarkebeek stroomt door de dorpskern. Vroeger was ruim 300 ha bebost, nu zijn slechts het 26 ha grote staatsbos (Bos Ter Rijst) en enkele verspreide bospartijen overgebleven (onder andere in het Burreken). In Schorisse liggen de Kasteelmolen en de Hazeveldmolen. Schorisse, afkomstig van het Latijnse Scornacum (schorre), was reeds bekend in de 12de eeuw, meer bepaald met de Heeren van Schoorisse. Arnaut V, een van de Heeren, was zelfs raadsheer van Lodewijk van Male die in 1378 de onafhankelijkheid van het huidige Schorisse verwierf. In 1416 werd het Sint-Margriethospitaal gesticht, een onderdak voor bedevaarders en noodlijdenden. Verder, in de 16de eeuw werd de Sint-Pieterskerk gebouwd, waarvan tot op heden enkel de gotische toren overbleef door de Beeldenstormers, die deze in 1566 ernstig beschadigden. Ook was dit dorp in bezit van een waterslot (rond 1640). Dit kasteel raakte echter in verval nadat dit in handen was gevallen van het Huis te Lalaing uit Oudenaarde en werd in 1890 afgebroken. Het dorp kreeg in de loop der geschiedenis veel te verduren, want in 1788 brak de Boerenopstand te Cocambre (Koekamer) (zie een van de verhalen van Herman Teirlinck) uit. Op de begraafplaats van Schorisse liggen tien Britse soldaten die in de buurt sneuvelden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was omstreeks 11u toen ik begon aan mijn wandeltocht,
Wat info over dit domein. Het Burreken is een erkend natuurreservaat in de Vlaamse Ardennen in Oost-Vlaanderen (Belgiė). Het reservaat ligt op het grondgebied van de gemeenten Brakel (deelgemeente Zegelsem), Maarkedal (deelgemeente Schorisse) en Horebeke (deelgemeente Sint-Kornelis-Horebeke). Het erg reliėfrijke gebied ligt op de grens van het Zwalmbekken en het Maarkebeekbekken. Het behoort tot de uitlopers van de west-oost gerichte heuvelrug die zich in de Vlaamse Ardennen uitstrekt. In 1981 kocht de toenmalige vzw Natuurreservaten er het eerste perceel aan. Nu beslaat het natuurreservaat het Burreken 35 ha en wordt het gebied beheerd door Natuurpunt. In 2021 kreeg het gebied een subsidie van de provincie Oost-Vlaanderen om uit te breiden [1][2]. Het natuurreservaat is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Het Burreken is een van de meest schilderachtige plekjes in de Vlaamse Ardennen. Het is een erg heuvelachtig gebied met scherp ingesneden beekjes, die voor smalle dalen en steile (20% en meer) valleiwanden hebben gezorgd. Het hoogste punt van de centrale heuvelrug ligt op ongeveer 116 meter hoogte. De laagste delen van het Burreken liggen op zowat 50 meter hoogte. Het typische Vlaamse Ardennen-landschap in het Burreken bestaat uit een kleinschalig patroon van akkers, bossen en graslanden met veel bomenrijen en houtkanten op de perceelsgrenzen. Het uitgesproken reliėf wordt geaccentueerd door holle wegen en rootputten. Op die manier ontstond een panoramisch mozaļek van lichtrijke loofbossen, kleine bronbosjes, vochtige en bloemrijke weiden en een opvallend zandig talud. Dit lappendeken van bosjes en graslanden wordt doorsneden door de kronkelende Krombeek met haar diepe bedding.
Hier ben ik dan aan het volgend domein: Het Brakelbos is een natuurgebied in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (Belgiė). Het bosgebied van 52 ha ligt op het grondgebied van de gemeente Brakel (deelgemeente Opbrakel). Het natuurgebied ligt pal op de taalgrens op een flank van de Rhodesberg (Modderode) en sluit naadloos aan op het Pottelbergbos (Bois du Pottelberg) op de Pottelberg in D'Hoppe, een gehucht van Vloesberg, in het Waalse Pays des Collines. Het domeinbos wordt beheerd door de Vlaamse overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het bos is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Het Brakelbos behoorde toe aan de heren van Opbrakel. Van de zestiende tot de achttiende eeuw was het in handen van verschillende Gentse adellijke families, waaronder D'Hane de Steenhuyse, Vander Meersche, Walckiers en Faligan. Na erfenissen en verkopen werd de Commissie voor Openbare Onderstand (later het OCMW) van Oudenaarde eigenaar in 1951. Sinds 1976 is het bos opengesteld voor het publiek. Het Brakelbos ligt op de flank van de getuigenheuvel Rhodesberg (Mont de Rhode (Modderode)). Dit beukenbos ligt in het erg reliėfrijke landschap van de Vlaamse Ardennen, met steile valleiwanden, glooiende heuvels en diep ingesneden dalen.
Eens uit het Brakelbos ging ik richting bos ter Rijst.
Op grondgebied Flobecq, ook hier is het aangenaam wandelen.
Het laatste domein op deze wandeling: Het Bos Ter Rijst is een natuurgebied in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (Belgiė). Het 25 ha grote domeinbos wordt beheerd door de Vlaamse overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het natuurgebied ligt op het grondgebied van de gemeente Maarkedal (deelgemeente Schorisse). Het natuurgebied is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Het Bos Ter Rijst dankt zijn naam aan het vroegere hakhoutbeheer. Tot in de 18de eeuw werden om de vijf ą tien jaar de jonge bomen en struiken van het bos tot aan de grond afgezet. Het gekapte hout werd samengebonden tot bussels – rijshout genoemd – voor bakovens. Het Bos Ter Rijst ligt langgerekt op de steile oostflank langs de bovenloop van de Molenbeek. Het bos ligt midden in het reliėfrijke landschap van de Vlaamse Ardennen. De hoogte neemt een steile duik van 95 ą 105 m in het zuidoosten tot 50 ą 65 m in het noordwesten. De Molenbeek wordt gevoed door vele bronnetjes in het bos en ten zuiden ervan. Aan de ingang van het bos werd een gedenksteen onthuld ter ere van Marcel Nachtergaele, een van de pioniers op vlak van de Vlaamse natuurbescherming.
De Kasteelmolen: De Kasteelmolen is een watermolen in de Oost-Vlaamse gemeente Schorisse (Maarkedal). De oudste vermelding van de watermolen dateert van 1456. Hij behoorde bij het waterkasteel, dat ondertussen niet meer bestaat. Tijdens het ancien régime was het kasteel in bezit van de "heren van Schorisse". De watermolen bevindt zich aan de Maarkebeek, die echter op het grondgebied van Schorisse ‘’Molenbeek’’ of ‘’Meulebeek’’ wordt genoemd. Na de Franse Revolutie kwam de molen in het bezit van de molenaar. Sinds 1906 is de molen in bezit van de familie Vanderdonckt, de vijfde generatie nu die de molen uitbaat. Het bijhorende boerderijbedrijf werd stopgezet in 1968 maar de molen is nog steeds maalvaardig. Het ijzeren bovenslagrad werd in 1981 vernieuwd en in de periode 1993-1997 werden herstellingswerken uitgevoerd aan het gebouw en aan de strekdam. Sinds 10 augustus 1976 is deze molen beschermd erfgoed.
Van hieraf nog een kleine km alvorens ik terug ben aan de kerk waar ik deze wandeling begon.
Besloot vandaag eens een knooppuntenwandeling te maken in het Hoppeland. Het weer was wat wisselvallig, maar ik besloot toch om naar Abele te rijden.
Abele (Frans: Abeele) is een dorpje in de Belgische provincie West-Vlaanderen, gelegen in de gemeente Poperinge.[1] Het straatdorp[2] ligt hoofdzakelijk op het grondgebied van Poperinge en de Poperingse deelgemeente Watou, maar ook voor een stukje in de Franse gemeente Boeschepe. Het dorpje telt ruim 600 inwoners, waarvan een honderdtal Fransen. De hoofdstraat valt samen met de landsgrens, zodat de huizen aan beide kanten van de straat op ander grondgebied liggen. De Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangenkerk staat op Frans grondgebied, maar de erediensten worden door het Bisdom Brugge geregeld. De kerkfabriek van Watou en het gemeentebestuur van Boeschepe staan in voor het onderhoud. Abele was lange tijd een belangrijke grensovergang. In 1713 werd er een tolkantoor opgericht, dat tijdens de Franse Revolutie verdween. Het vroegere Belgische douanekantoor werd gerestaureerd en doet nu dienst als retrocafé met kleine tentoonstellingsruimte.Vlakbij ligt Abeele Aerodrome Military Cemetery, een Britse militaire begraafplaats met een 100-tal gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. (bron:wikipedia)
Eens aangekomen in Abele nog een goed parkeerplaatsje zoeken en dan beginnen aan de wandeling. Volgens de weerberichten ging het miezeren tegen de middag.
Geniet even mee van de foto's.
Een mooie maar drassige wandeling doorheen het Hoppeland.
Gisteren een dagje thuis, vandaag ging ik wandelen in Aarsele. De wandelclub uit Tilet(de Wattewijstappers) gaven er hun jaarlijkse Herfsttocht. De start was in het OC Aarsele. De wandelaar kon kiezen uit een 4tal afstanden. Ik besloot om de 18km te wandelen. Ze voorspelden regen rond de middag.
Aarsele is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Tielt. Een inwoner van Aarsele wordt een Aarselenaar genoemd. De oudste vermelding van Aarsele in de bronnen dateert uit 1038 en luidt Arcela, een Germaanse samenstelling van arda (=weide) en sali (=kamer, woning bestaande uit één ruimte). Tijdens het ancien régime was Aarsele, binnen de Kasselrij Kortrijk ressorterend onder de Roede van Tielt, erg versnipperd in verschillende heerlijkheden, zoals Donsegem en Hogenhove, maar ook in kerkelijke lenen, toebehorende aan de abdijen van Lobbes en van Baudelo en Sint-Baafs in Gent. Veruit de voornaamste heerlijkheid was echter Gruuthuse, waar 12 achterlenen van afhingen. Gelegen op de baan van Gent naar Tielt, ontsnapte Aarsele niet aan plunderingen. Zo werd de gemeente in 1580 verwoest door de geuzen. Ook tijdens de zeventiende eeuw bleef men er niet gespaard, zo onder meer in 1646 en later in 1690, wanneer de Franse legers er brand en verwoesting zaaiden. Tussen die twee data in, in 1666, werd Aarsele door de pest getroffen. In 1829 bracht koning Willem I de gemeente een bezoek. Op 2 oktober 1971 stortte een in Londen opgestegen vliegtuig van British European Airways met bestemming Salzburg neer in Aarsele. Bij de ramp kwamen alle 63 bemanningsleden en passagiers om het leven.
Mijn te volgen parcours
tabel van de rustposten
Via enkele mooie veldwegels gingen we richting Wontergem.
Mooie natuurwandeling langs vele prachtige veldwegels in de groene long tussen Aarsele en Wontergem in een vredig landschap van ongerept groen.
Heel veel afwisseling
Het weer viel nog mee deze morgen, al hoewel de lucht kwam dreigen.
Aangekomen in Wontergem waar onze rustpost was.Wontergem is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Deinze sinds 1977. Wontergem ligt ten westen van Deinze zelf, tegen de grens met West-Vlaanderen, bij de Oude Mandel. De bevolking bestaat grotendeels uit landbouwers en forensen. Guido Gezelle heeft er een gedicht over geschreven. Wontergem werd voor het eerst vermeld omstreeks 1019-1030 als Guntrengem. In 1320 werd de naam Wontergem voor het eerst gebruikt. Wontergem maakte deel uit van het Land van Nevele. Naast diverse heerlijkheden had ook de Abdij van Drongen hier bezittingen. In 1905 vestigden zich hier de uit Dentergem afkomstige Zusters van Sint-Vincentius. Zij stichtten hier een school.
Hier het standbeeld van Lucien Buyse.Lucien Buysse (eigenlijk: Buyze) (Wontergem, 11 september 1892 – Deinze, 3 januari 1980) was een Belgisch beroepswielrenner van 1913 tot 1933. Zijn wielerloopbaan begon in 1914 toen hij in de Ronde van Frankrijk van start ging maar de eindstreep niet haalde. Na de Eerste Wereldoorlog kwam hij in 1919 weer terug in de Tour, maar stapte wederom onderweg af. Het jaar daarop behaalde hij wel een derde plaats in de klassieker Parijs-Roubaix. In 1923 reed hij de Ronde van Frankrijk wel uit en eindigde op een achtste plaats.In de edities van 1924 en 1925 reed hij in de Franse ploeg Automoto voor kopman Ottavio Bottecchia. Hij werd derde in 1924 en, na een heftige discussie met Bottecchia, tweede in 1925 achter de Italiaan.De Tour van 1926 was de langste in de geschiedenis (5745 km), met zeventien etappes van gemiddeld 338 km. Lucien Buysse - zijn broers Jules en Marcel waren ook in koers - nam in de tiende etappe de leiding door tijdens een geweldige sneeuwstorm op de Col d'Aspin in de Pyreneeën de aanval te kiezen, waardoor hij bijna een uur voor kwam te liggen op zijn kopman Bottecchia. Bottecchia stapte af en Buysse arriveerde in Parijs als winnaar. Lucien Buysse won in zijn loopbaan in totaal vijf Touretappes: een in 1923, twee in 1925 en twee in 1926. Ook zijn broers Marcel Buysse en Jules Buysse waren bekende wielrenners. (bron:wikipedia)
Hier wandelde ik over knuppelpaden.
Ook op deze lus was het een afwisselend gedaante qua wegels en verhard.
Deze zat te wachten tot...
Na de halte in de rustpost ging ik terug richting start.
Zicht op de dorpskern van Aarsele.
De laatste meters tot de zaal. heb het kunnen droog houden. Het begon pas te regenen toen ik naar huis ging. Een mooie en gezellige wandeling.
Met het mooie weer ging ik naar Tiegem om daar een wandeling te maken georganiseerd door de wandelclub uit Vichte.
Tiegem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Anzegem. Het telt ongeveer 1550 inwoners. De start was vanuit het OC De Mesinde. Men kon kiezen uit 6-12-18 en 24km. Het eerste gedeelte ging richting Otegem via allerlei kerkwegels en autoluwe wegen.
Een wandeling rond de Tiegemberg met zijn talrijke stenen voetwegels. Mooie vergezichten over de Scheldevallei. We gaan door het Warandepark met zijn eeuwenoude bron, mooie kapel, terrasvijvers, merkwaardige grotachtige bouwsels en bosgebied. Het park van Tiegem was vroeger een bedevaartsoord, nu vormt het tegelijk een enig stukje natuur en een domein van rust en ontspanning.(bron wikipedia) Geniet even mee met de sfeerbeelden.
Mooi zicht op het Kluisbos
Het beloofde een mooie dag te worden.
Rustig stappen op de talrijke voetwegels.
Heel veel variatie
Heel rustig om te wandelen
Prachtige herfstkleuren
Aangekomen te Otegem , op weg naar de rustpost.
Schitterende zichten
Terug op weg richting Tiegem opnieuw via mooie paden en voetwegels.
Zicht op de kerk van Inooigem.
Mooi opschrift.
Zicht op Tiegemberg. De Tiegemberg is een heuvel in Tiegem bij Anzegem. Met een hoogte van 82 meter is het een van de hoogste toppen in het interfluvium van Schelde en Leie. De kleiige ondergrond bood weerstand aan de erosie, waardoor deze getuigenheuvel kon ontstaan. In de zuidelijke helling is een spleetvormig dal uitgeslepen, waar een bron ontspringt. Hier ligt ook het cultuurhistorisch belangwekkende Sint-Arnolduspark. Op de Tiegemberg staat de Bergmolen.
Ben bijna aan de startzaal.
Het 2°gedeelte ging ik richting Het Warandepark.
Ook hier kregen de wandelaars mooie zichten.
Deze kip liep wat verloren
Hier kreeg ik een mooi zicht over de vallei.
Hier was ik rond de Tiegemberg.
Het betreden van het park.Het Sint-Arnolduspark wordt eind 19de eeuw aangelegd, nadat er zich een paar miraculeuze genezingen zouden hebben voorgedaan. Er wordt een kapel gebouwd en er komen kunstmatige rotsen, vijvers, fonteinen, wandelpaden en een ligweide. Vooral de rotspartijen in cement, een typisch Belgisch verschijnsel, zijn de moeite waard. Vandaag wordt het park nog altijd bezocht door bedevaarders, maar ook wandelaars en natuurliefhebbers komen er zeker aan hun trekken. Er is een speeltuin voor de kinderen, die het park ook al spelenderwijs kunnen leren kennen met de gezinszoektocht 'Op stap met Blob rond de Tiegemberg en Anzegem'.
Altijd mooi om er in te wandelen.
Mooie schakering van bladeren.
Het was een hele aangename wandeling met een lekker herfstweertje erbij.
Vandaag ging ik wandelen dicht bij huis. Ik reed naar Stasegem om daar een wandeling te maken van WSK Marke.
Het Belgisch gehucht Stasegem bevindt zich in de stad Harelbeke, gelegen in de provincie West-Vlaanderen. Het ligt in het zuiden van de deelgemeente Harelbeke, tussen de Gaverbeek en de grenzen van Deerlijk, Zwevegem en Kortrijk. Stasegem bevindt zich vlakbij het Kanaal Kortrijk-Bossuit en is hierdoor sterk vergroeid met de stad Kortrijk. Het grondgebied dat vandaag Stasegem heet kent reeds een lange geschiedenis wat bewoners betreft. Dat bewijzen een aantal vondsten uit de Gallo-Romeinse periode. Onder andere aan het provinciaal domein De Gavers zijn restanten gevonden van houten en stenen gebouwen. Ook eikenhouten waterputten, afvalkuilen, glas, brons en muntstukken tonen aan dat Stasegem een belangrijke nederzetting moet zijn geweest. Eveneens zou de Romeinse heirbaan Tongeren-Bonen, een drukke langeafstandsweg in die tijd, doorheen Stasegem gelopen hebben.
De start van deze wandeling was in het Guldensporencollege, en de wandelaars konden uit diverse omlopen kiezen. Alle omlopen gingen door de Gavers.Geniet even mee van enkele sfeer beelden.
De startzaal
1° op het domein de Gavers
Zicht op de molen
Op weg richting Sint Lodewijk Deerlijk via het kanaal Kortrijk -Bossuyt
Een tijdje het kanaal volgen.
Mooi zicht op de brug
Geweldig weer om te wandelen.
Een aalscholver op de uitkijk
Kerk van St Lodewijk Deerlijk.
De centrale rustpost.
Op weg naar de Gavers
Terug in het domein De Gavers
2°rustpost het Bezoekerscentrum Gavers.
De Gavers is een natuur- en recreatiedomein in Harelbeke en Deerlijk. Het bevat een groot meer; het Gavermeer, dat ontstaan is door grondafgravingen in de 20e eeuw met de aanleg van de nabijgelegen snelweg E17(Kortrijk-Gent) in het voordien vochtige weidegebied. Het beheer van de Gavers valt onder het provinciebestuur van West-Vlaanderen. Met ongeveer 800.000 bezoekers per jaar is dit het drukstbezochte provinciedomein van deze provincie De Gavers bestaat tegenwoordig uit een groot meer met daaromheen bossen, wandel- en fietspaden. De Koutermolen, een oude staakmolen uit de streek werd heropgebouwd. Deze molen werd voor hij in De Gavers terechtkwam – enkele malen afgebroken en heropgebouwd op een andere plaats. Zo heeft hij in Desselgem, Deerlijk en Stasegem gestaan.
Vandaag ging ik wandelen in Passendale. Deze wandeling is georganiseerd door de wandelclub Drevestappers uit Zonnebeke.
Passendale is een landelijk dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en tegenwoordig de hoofdgemeente van Zonnebeke. Het ligt op de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug, die doorloopt richting Westrozebeke. Tot 1977 was Passendale een zelfstandige gemeente. Passendale is vooral bekend vanwege de vele oorlogsmonumenten en -begraafplaatsen die refereren aan de Eerste Wereldoorlog, met name de Derde Slag om Ieper. De naam betekent vermoedelijk een "pas tussen de dalen", dus een verbinding over hoger gelegen grond tussen de uitgestrekte West-Vlaamse moerassen. Een alternatieve verklaring is dat de naam afkomstig is van de Germaanse benaming voor het 'dal van Pasko' of Pascandale.[2] De naam Pascandale werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 855. Passendale is bekend van gebeurtenissen uit de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de Derde Slag om Ieper in 1917 sneuvelden er meer dan honderdduizend geallieerde en Duitse militairen in een uitzichtloze strijd die maanden duurde. Vooral in het Brits Gemenebest is Passendale een begrip geworden. De slag werd beschreven als een hel van modder en vuur, één der bloedigste veldslagen aller tijden, die duurde van 4 oktober tot 6 november 1917. Doordat het Britse leger (Franstalige) Belgische stafkaarten gebruikte, met de oude schrijfwijzen van de Vlaamse toponiemen, is de plaats in de Engelse oorlogsliteratuur bekend als Passchendaele, door de Britten uitgesproken als passion dale of "dal van de lijdensweg". Het dorp werd totaal verwoest. Op 28 september 1918 werd Passendale definitief op de Duitsers heroverd door het 4e Regiment Karabiniers en door de Grenadiers. Naar deze legeronderdelen werden dan ook twee straten genoemd.(bron wikipedia)
Iedere wandelaar kreeg bij inschrijving een potje met enkele kaas proevertjes. Passendale is ook wel het Kaasdorp genoemd.De naam Passendale is op een dramatische manier verbonden met het oorlogsverleden van de streek. Op gastronomisch vlak roept hij echter onmiddellijk de associatie op met kaas. Passendale kaas is een begrip geworden, en dit is te danken aan de jarenlange inspanningen van de Kaasmakerij van Passendale.
De wandelaars konden kiezen uit diverse afstanden. Ik koos voor de 16km , moest nog weg in de namiddag. Geniet even mee met enkele sfeerbeelden.
Kerk van Passendale
We wandelden langs de vele oorlogsmonumenten die deze gemeente heeft.
Ook mooie vergezichten kregen we voorgeschoteld.
Het weer was wederom ideaal om te wandelen.
De zon probeerde nog een beetje warmte af te geven.
Altijd wat info ter beschikking.
Het oude station van Zonnebeke
De kerk van Zonnebeke
restant van de oorlog.
Eén van de vele oorlogskerkhoven
De kaasmakerij van Passendale.
Terug een mooie en rustige wandeling doorheen het Kaasdorp Passendale.
Deze keer een wandeling in de buurt, ik ging wandelen in Rekkem, waar de wandelclub uit Lauwe er hun jaarlijkse Open grenstocht hield. De start was zoals gewoonlijk in de basischool Barthel . Deze wandeling bestond uit een viertal lussen, 2 grote en 2 kleine.
Rekkem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Menen. Rekkem ligt in het zuiden van de provincie, ingeklemd tussen Wallonië (Moeskroen) en Frankrijk (Halewijn). Rekkem-centrum ligt in het noorden van het grondgebied, meer naar het zuiden ligt het gehucht Paradijs. In het oosten van de deelgemeente ligt een stuk van het industrieterrein LAR, genoemd naar de drie deelgemeenten waarin het gelegen is (Lauwe - Aalbeke - Rekkem). Tijdens het neolithicum was deze streek al bewoond. Er zijn vondsten van krabbers en klingen van silex, ongeveer 4000 jaar oud. De Romeinse tijd toont geen sporen van bewoning: de heerbaan van Rijsel naar Kortrijk loopt niet over dit gebied.De naam Rekkem is mogelijk in de Frankische tijd ontstaan, maar de betekenis is meerduidig. Genoemd wordt reka (rivier) en hamma (landtong uitspringend in een moeras) dan wel hem (huis).Het dorp ontstond waarschijnlijk in de 11e eeuw. In 1173 werd het voor het eerst vermeld, als Reckeham. Omstreeks 1200 was er al een parochie, in 1163 moet er al een kerk geweest zijn. De westelijke grens van de huidige gemeente is de scheidslijn van de kasselrijen Rijsel en Kortrijk en tevens de huidige lands- en taalgrens. Vanaf 1205 was er sprake van de familie Van Rekkem, en in 1242 werd de eerste heer, Robrecht van Lampernisse, bij name genoemd. In 1666 werd de toenmalige heer, Bernard de Haynin, tot baron verheven, waarmee Rekkem een baronie werd. In 1668 kwam Rekkem aan Frankrijk, maar in 1678 kwam het weer aan de Oostenrijkse Nederlanden. Het door oorlogshandelingen ontvolkte gebied werd herbevolkt door inwijkelingen uit Frankrijk, waarmee Rekkem grotendeels Franstalig werd en een aantal veldnamen verbasterd werden naar het Frans. Later kwamen daar Vlamingen bij die in Frankrijk werk zochten. Tot 1947 bleef Rekkem tweetalig, waarna het Vlaams werd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, op 5 oktober 1914, werd Rekkem ingenomen door Duitse troepen die een aantal belangrijke gebouwen in gebruik nam. De kerk werd ingericht als veldhospitaal. In 1963, bij de definitieve vastlegging van de taalgrens, werd het gehucht Risquons-Tout (0,39 km2 met zowat 500 inwoners) overgeheveld van de gemeente Rekkem naar de stad Moeskroen.Na 1965 werd de autosnelweg A14 aangelegd, toen onderdeel van de E3, later van de E17.
De eerste grote lus was 8.5km en ging richting Diefhondbos en terug en de 2°lus 7.3km ging flirten met de Franse grens. de weergoden bezorgden ons een hele mooie dag met alles erop en eraan.
Doorsteek langs de kasteelhoeve.
rustige paadjes
Mooi zicht via het jaagpad langs de Leie
De Golden River
Zicht op Wevelgem(St Theresiakerk)
Hier de aanloop naar het Diefhondbos.
Aangekomen aan de ingang van het bos.
Wat info betreft het Diefhondbos. Het Diefhondbos is een van de oude beddingen die ontstaan zijn na de rechttrekking van de Leie in 1885. Die afgesneden arm werd jarenlang opgevuld met huishoudelijk afval. In 1979 werd het gebied ingekleurd als bos en in 1983 werd het stort gesloten. In de loop der jaren werden op het stort verschillende boomplantacties georganiseerd waardoor je er nu een speelbos vindt.
Zicht op het Franse Halluin
Terug naar de dorpskern van Rekkem via enkele mooie veldwegels.
Kerk van Rekkem.
Op de 2°lus kwamen we voorbij een mooie vierkantshoeve
Op weg naar het buitenland(Frankrijk)
Mooi vergezicht
Terug een zicht op Halluin hier waren we al op Franse bodem.
We kregen enkele mooie veldwegels
Mooie vergezichten
Hier terug naar eigen bodem langs de E17 via de LAR
Terug op Belgische bodem
Op weg naar de startzaal, heb genoten van de wandeling, we hadden prachtig weer gehad.
Vandaag ging ik mee met de wandelclub uit Marke met de bus richting Sint Pieters Leeuw.
Sint-Pieters-Leeuw (Frans: Leeuw-Saint-Pierre) is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Vlaams-Brabant die deel uitmaakt van de Zennevallei en het Pajottenland. De gemeente is een van de hoofdplaatsen van het gerechtelijk kanton Herne - Sint-Pieters-Leeuw en behoort tot het administratieve kanton Halle.De gemeente is een van de grootste voor wat betreft het bevolkingscijfer in Vlaams-Brabant. Sint-Pieters-Leeuw telt ruim 34.000 inwoners en grenst aan de gemeenten Dilbeek, Anderlecht, Drogenbos, Lennik, Beersel, Halle en Pepingen. De gemeente kan terugbuigen op een lange en met documenten gestaafde geschiedenis. De oudste geschreven bronnen gaan terug tot de 9de, 12de en 13de eeuw. Het oudste document betreft een schenkingsakte van een Brabantse edelvrouw, 'dame Angela', waarin wordt verwezen naar een 'domein of een vrij goed van 7 mijl lang en 1 mijl breed met een moederkerk en 9 dochterkerken' dat geschonken werd aan het Sint-Pieterskapittel van Köln-Deutz bij Keulen. Het domein was toen begrensd door Sint-Pieters-Leeuw, Oudenaken, Elingen, Sint-Laureins-Berchem, Vlezenbeek, Neerpede, Itterbeek, Dilbeek en gedeelten van Anderlecht op de linkeroever van de Zenne en op de rechteroever door Buizingen, Huizingen, Dworp, Beersel, Eizingen, Ruisbroek, Linkebeek, Alsemberg, Sint-Genesius-Rode tot aan de Lasne te Genval. Vóór 1000 was Leeuw reeds een goed georganiseerd domein, met een hoofdplaats en minstens negen wijken. Getuige hiervan de negen kerken of kapellen die afhingen van de Leeuwse parochiekerk. Vanaf 1236 behoorde het tot het Land van Gaasbeek. Door huwelijk of door erfenis kwamen zowel het waterkasteel Coloma als de heerlijke rechten en allerlei voorzieningen in bezit van belangrijke edelen en hovelingen zoals Jan Karel Roose, lid van de Grote Raad van Mechelen en Vital-Alex de Coloma, kamerheer van keizerin Maria-Theresia. In de Franse tijd lag het dorp in het Dijledepartement, in 1815 in de provincie Zuid-Brabant, in 1831 in de provincie Brabant en sinds 1995 in de provincie Vlaams-Brabant. Sinds de Karolingische tijd lag Sint-Pieters-Leeuw in de Brabantgouw. Het hoorde later, tot het eind van het ancien régime aan het einde van de 18e eeuw, bij het kwartier Brussel van het hertogdom Brabant. Kerkelijk ressorteerde het tot het midden van de 16e eeuw onder het bisdom Kamerijk. Vanaf de 12e eeuw was het ingedeeld bij de dekenij Halle, van de aartsdekenij Brabant. De landelijke nederzetting groeide uit tot een belangrijke woon- en werkgemeenschap. Toen de heerlijkheid in 1690 tot baronie werd verheven, kwamen in dezelfde periode de wijken Vlezenbeek, Sint-Laureins-Berchem, Oudenaken en Elingen los van Sint-Pieters-Leeuw. Aan de nieuwe gemeente werd bij KB van 17 september 1975 de naam van de hoofdgemeente Sint-Pieters-Leeuw gegeven.[1] Sinds 1 januari 1977 zijn de vroegere gemeenten Sint-Pieters-Leeuw, Oudenaken, Sint-Laureins-Berchem, Ruisbroek en Vlezenbeek samengevoegd in de fusiegemeente Sint-Pieters-Leeuw.(bron:wikipedia)
Eenmaal aangekomen begaven we ons naar de inschrijvingszaal, genoten nog eerst van een kop koffie alvorens te beginnen aan de wandeling. Eventjes kijken hoe de wandeling eruit zag en dan beslissen wat we gingen wandelen.
Dit jaar starten de wandelaars langs de Zuunbeek en haar wachtkommen. Zij kunnen kennis maken met twee natuurgebieden. Wandelen van de ene site naar de andere gebeurt langs veld- en landwegen met elkaar verbonden door verkeersarme baantjes.
De kleine lussen tellen 5 km en 6 km en zijn zo goed als vlak. Deze lopen langs de Zuunbeek met haar wachtkom en het bijhorende natuurgebied, de Oude Zuun. Na het oversteken van de Zuunbeek en het doorkruisen van een boomgaard en weide van “Natuurpunt” tot aan de Bellestraat of de“Karenberg” keren de wandelaars terug naar de startzaal via mooie veld- en landwegen en langs de Zuunbeek.
Vanaf de 12 km wandel je naar de controlepost in Vlezenbeek. De wandelaars volgen eerst het parkoers van de 6 km tot aan de “Karenberg” waar een splitsing hen leidt naar Vlezenbeek. Dit parkoers loopt via onverharde ofwel verkeersarme wegen rond het grootste wachtbekken van de gemeente aan de Hoogstraat. Langs de Witte Hoeve naar het “Vagevuur” en via de “Beevaartweg” bereiken de wandelaars de controlepost.
Het waterspaarbekken is het tweede en grootste wachtbekken in de gemeente, aangelegd na de creatie van een eerste wachtkom in de Slesbroekstraat en het rechttrekken en de verlegging van de Zuunbeek. Het bekken heeft een lengte van 400 m, een breedte van 85 tot 123 m, een oppervlakte van 4 ha en een inhoud van 80 miljoen liter water. De oevers zijn 3,30 m hoog. Deze belangrijke ingreep, gerealiseerd in 1975, was noodzakelijk om de lager gelegen woonwijken bij hevige regenval te beschermen tegen overstromingsgevaar en waterellende. De Zuunbeek meandert opnieuw door het landschap. In de jaren zeventig werd de waterloop nog rechtgetrokken, maar nu heeft de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de klok teruggedraaid. Er komt zo niet alleen natuurgebied bij, maar er zal ook meer water gebufferd kunnen worden, wat dan weer overstromingen helpt voorkomen.
De naam Beevaartweg vertelt ons dat hier jaarlijks duizenden pelgrims te voet voorbijtrekken naar Halle. Onderweg genieten we van een mooi panorama op Brussel, glooiende akker- en weidelandschappen, rijen populieren en boomgaarden. Hier wandelen we voor een deel langs het parkoers van de Hogebossenwandeling. De naam “Hogebossen” is ontleend aan het gehucht waar er meerdere bossen waren. Tijdens dit traject krijgen we ook een zicht op het kasteelbos van Gaasbeek.
Na de controle keren de wandelaars terug naar de startzaal via “Rattendaal”, “Jagersdal” en sluiten aan bij het parkoers van de 6 km tot het einde van de wandeling.
De omloop dat we gingen volgen.
het KMI had wat mist voorspelt voor deze voormiddag, hopelijk niet de hele dag.
Mooie doorbraak poging van de zon.
Hier een tijdje wandelen langs de Zuunbeek
Mooie taferelen qua mist.
De mist zorgde ook voor mooie beelden.
Galloweirunderen
Zolang de mist bleef hangen, was ook de temperatuur niet te hoog.
Hier een zicht op Vlezenbeek waar de centrale rustpost was. Na de rust was het weer volkomen anders. Mist volledig opgedoekt, de temperatuur omhoog en aangenaam.
Hier doorkruisen we Vlezenbeek
Nu kregen we mooie vergezichten
Voor alle afstanden geldt dat de wegen hoofdzakelijk onverhard zijn ofwel verkeersarm. Je kan echt spreken van een “groen” en “veilig” parkoers! En na de inspanning kan je in de startzaal genieten van onze lekkere streekbieren; Kriek, Geuze, Beersel en Bersalis!De mooiste plekjes van de omgeving zijn verwerkt tot een harmonieus geheel, waar elke wandelaar, cultuur- en natuurliefhebber enthousiast naar terugkeert. Een mooie wandeling hadden we gekregen.
Ditmaal ging ik wandelen in Oost-Vlaanderen, met name in De Klinge. Een knooppunten wandeling in het Stropersbos.
De Klinge is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Sint-Gillis-Waas. Het dorp grenst aan het Nederlandse Clinge in Zeeuws-Vlaanderen. De Klinge telt zo'n 3550 inwoners (in 2011) en heeft een oppervlakte van 2,72 km². Deze wandeling had ik uitgestippeld via knooppunten en was voor 95% onverhard. Vroeg op gestaan en dan richting De Klinge. Ik kon de wagen aan de rand van het bos parkeren en kon zo aan de wandeling beginnen. het beloofde terug een hele mooie dag te worden, dus optimaal profiteren van de boslucht.
De start van deze wandeling
Volgens het infobord heel veel mooie dreven.
Wat info
Heel rustig om te wandelen.
Af en toe op Nederlands grondgebied. Goed opletten want daar is de bewegwijzering anders dan bij ons.
Graas zone voor de dieren die loslopen.
Na de ochtend bewolking kreeg ik een blauwere hemel te zien
Veel variatie tijdens de wandeling
Waarschuwingsborden voor de wandelaars, afstand houden van de dieren.
Ook regelmatig wat poelen.
Het Stropersbos of De Stropers is een natuurgebied in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het bevindt zich in het noordelijk deel van het Waasland, ten noordoosten van de gemeente Stekene (Kemzeke) en ten westen van de gemeente Sint-Gillis-Waas. Het is gelegen ten zuiden de Nederlandse grens langsheen de provinciale weg Sint-Niklaas - Hulst en ten noorden van de autosnelweg Antwerpen-Kust (A11/E34). Het hele natuurgebied heeft een oppervlakte van 478,43 ha. Er zijn afwisselend gedeelten naald- en loofbossen. Het bosgebied is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'Bossen en heiden van Zandig Vlaanderen: oostelijk deel' (BE2300005). Het bosgebied sluit over de grens in Nederland aan op de Clingse bossen en de Steense bossen ('Waterwinbossen').
De omgeving van het Stropersbos staat bekend tot vandaag bekend als een verdroogd gebied. In het verleden kwamen in dit gebied plant- en diersoorten uit natte heiden en hooilanden voor. Door vernatting van de ondergrond wil men de oude vegetaties terug kansen geven. De verdroging werd veroorzaakt door een verstoord grondwatersysteem. Enkele andere vegetatietypes hebben eveneens grote potenties in dit gebied: open graslandvegetaties met struisgras en buntgras, droge heidetypes, voedselrijke ruigtes langs waterlopen en boszomen, oude zuurminnende eikenbossen. Het natuurstreefdoel is een landschap met heel wat overgangssituaties tussen bos en grasland: gesloten bos, spontane bosopslag en struweel afgewisseld met vochtige en droge heischrale graslanden en schrale hooilanden. Het middel hiertoe is integraal, zeer extensief, jaarrond begrazingsbeheer, onder meer met runderen. De projectvisie ontwikkeld in samenwerking met de plaatselijke afdeling van Natuurpunt, integreert een duurzaam bosgebruik en een inrichting naar recreatie, met een link naar natuurbescherming en -educatie.
Dit zijn de te volgen pijltjes in Nederland, goed kijken naar het nummer en dan staat er hier en daar een gele pijl die je moet volgen(zonder nr)
Terug naar het einde. Deze wandeling is zeker een aanrader, je kan ze ook langer of korter maken.
Vandaag ging ik een wandeling maken met de gps richting Ronse, ik koos voor het Muziekbos. Het ging nog een mooie dag worden, dus moet men er van profiteren.
Ronse (Frans: Renaix) is een stad en faciliteitengemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De stad telt 26.092 inwoners en 10.685 huishoudens (2017), die Ronsenaars[1] worden genoemd. Sint-Hermes is haar patroonheilige. Ronse is gelegen in het Zuid-Vlaamse Heuvelland of de zogenaamde Vlaamse Ardennen. De schrijver Omer Wattez noemde Ronse ook wel "de koningin der Vlaamse Ardennen", omwille van de ligging en groene omgeving. Vandaag de dag is Ronse een handelsstad met een provinciaal karakter en een belangrijk regionaal onderwijscentrum met verzorgende functie. Als "Parel van de Vlaamse Ardennen" profileert de taalgrensstad zich als een cultuur-toeristisch centrum van waaruit men de natuur van de Vlaamse Ardennen kan ontdekken. Hierdoor kent Ronse een steeds toenemend dagtoerisme.
Ik reed tot aan de Fiertel. Daar is het gratis parkeren en begon dan aan mijn wandeling. Het was aangenaam weer, weinig wandelaars, dus optimaal profiteren van de rust.
Ik volgde eerst nog een padje alvorens het bos in te gaan.
Het Muziekbos is een natuurgebied op de Muziekberg in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (België). Het Muziekbos is 52 hectare groot en sluit aan op het 57 hectare grote Sint-Pietersbos. Het domeinbos wordt beheerd door de Vlaamse overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het bos is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Binnen de Europese natuurdoelstellingen wordt op termijn 100 hectare extra bos gecreëerd aan het Muziekbos en het Sint-Pietersbos . Het Muziekbos ligt op en rond de flank van de getuigenheuvel Muziekberg (150 m). De naam Muziekbos heeft oorspronkelijk niks met muziek te maken. De "Muz" in het woord Muziekbos verwijst wel naar het Keltische "moeras" - een drassig lapje grond gelegen tussen watertjes. Het Muziekbos ligt in het erg reliëfrijke landschap van de Vlaamse Ardennen, met steile valleiwanden, glooiende heuvels en diep ingesneden dalen. Drie miljoen jaar geleden lagen deze heuvels nog als zandbanken aan de kust van een ondiepe en tropische zee. Op het hoogste punt van het bos staat de Geuzentoren, een ronde toren uit 1864 opgetrokken in ijzerzandsteen. Op een boogscheut van de Geuzentoren ligt een prehistorische grafheuvel uit het Bronstijdperk. Centraal in de heuvel bevond zich de grafkamer. Hier werden twee urnen met verbrande beenderen van een man en een vrouw, as en steenkool gevonden. Het Muziekbos is een beukenbos dat opnieuw werd aangeplant na de Eerste Wereldoorlog. Gerichte dunningen en kappingen in bepaalde zones van het bos zullen het Muziekbos op termijn omvormen tot een gemengd loofbos met beuk, kers, eik en es. Rond de top van de Muziekberg werd in 2014 2,5 hectare naaldhout gekapt om de oorspronkelijke vegetatie met struikheide, gaspeldoornstruweel, bremstruweel en bloemrijk schraal grasland te herstellen. Het Muziekbos is vooral bekend voor de voorjaarsbloeiers. In de lente zorgen boshyacint ("blauwe kousjes"), kleine maagdenpalm en daslook voor een bontgekleurd lappendeken. Ook de zeldzame paarse schubwortel, vermeld op de Vlaamse rode lijst van planten, komt voor in het Muziekbos. Het aangrenzende Sint-Pietersbos werd niet gekapt tijdens de Eerste Wereldoorlog en bevat dus nog zomereiken, eiken en essen van meer dan 150 jaar oud (met een omtrek tot vier meter).(bron; wikipedia).Geniet even mee van de sfeerbeelden.
Zicht vanop de parking.
Op weg naar het Muziekbos.
Mooie vergezichten
Mooie wolkenformaties
Zie ze staan
Niemand te bespeuren, zalig genieten van de rust.
Op en af, soms een pittig klimmetje.
Een rustbank.
Nog altijd niemand tegengekomen.
Eventjes de buitenkant van het bos.
Wat verderop waren ze aan het werken(opkuis van rotte bomen) was afgebakend en moest een ommetje maken.
Knuppelpaden
Een eindje op deze paden blijven.
Mooi, de zon even door de bomen.
Nogmaals de buitenkant.
Nog een mooi zicht.
Door de weide
Hier een zicht op een deel van de Fiertel(genomen met telelens)
Hier ben ik terug op weg naar de parking waar ik deze voormiddag mijn wagen plaatste. Een hele mooie wandeling, op het einde enkele wandelaars tegengekomen. Deze wandeling is een aanrader.
Vandaag ging ik een bestaande wandeling doen. Ik reed naar Pollinkhove, om daar de Beverdijkwandelroute te wandelen. Deze route is gemaakt door Westtoer en is bewegwijzerd met houten palen en een zeshoekig embleem erop met de naam Beverdijk. Deze start aan de kerk van Pollinkhove.
Pollinkhove, is een plaatsje in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Lo-Reninge. Er wonen een 600-tal mensen. De Lovaart scheidt de dorpskern Pollinkhove van die van het stadje Lo; de IJzer vormt de zuidgrens. Bij de samenvloeiing ligt het gehuchtje Fintele. Op de grens met Oostvleteren, Hoogstade ligt op de IJzer het gehucht Elzendamme. Pollinkhove werd voor het eerst vermeld in 1069 als Pollinghehove. Het zou in de 7de eeuw geschonken zijn aan Sint-Audomarus en kwam vervolgens in bezit van de Abdij van Sint-Bertinus te Sint-Omaars.Tijdens de 11de of 12de eeuw zou de eerste kerk gesticht zijn. Omstreeks deze tijd werden ook dijken aangelegd om het water van de IJzer te beteugelen. In 1472 wordt vermeld dat Pieter Donche een leen van 2 gemeten en 20 roeden (0,9 ha) had in Pollinkhove. Deze zou later de raadspensionaris van Lo worden. Vanaf 18 november 1502 hield zijn vierjarige dochter Elisabeth dit leen van Joos van Wulfsberge. In de 2de helft van de 17de eeuw had Pollinkhove te lijden onder de devolutieoorlog tussen Frankrijk en Spanje. Dit leidde in 1668 tot de Vrede van Aken, waarbij Pollinkhove- met geheel Veurne-Ambacht- Frans bezit werd. Krachtens de Vrede van Utrecht (1713) kwam Pollinkhove weer aan de Oostenrijkse Nederlanden. Omstreeks 1780 werd de steenweg naar Ieper aangelegd. In 1794, toen de Fransen binnen vielen werd verzet geboden door het vrijkorps van Pollinkhove. In 1884 kwamen de zusters van Moorslede naar Pollinkhove. Zij bestierden een school en van 1897-1898 werd voor hen een klooster gebouwd. In 1889 werd Pollinkhove ontsloten door enkele tramlijnenTijdens de Eerste Wereldoorlog leed het dorp schade; in 1916 brandde de gemeenteschool af. Uit deze periode zijn enkele bunkers en militaire keukens bewaard gebleven.
De Sint Bartholomeuskerk
Lichte opkomende nevel
De zon probeerde erdoor te komen.
Zicht op deels van het dorp.
mooie vergezichten
De Lo vaart
Hier met de uitmonding in de Ijzer
Infoborden in het kiosk
Enkele meerkoeten
Zicht op de mast van Vleteren.
Een aalschover
Zicht op de sluis van Fintele
Sluizencomplex.Fintele of De Fintele is een gehuchtje in Pollinkhove, een deelgemeente van Lo-Reninge in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het ligt anderhalve kilometer ten zuiden van het centrum van Pollinkhove, bij de samenvloeiing van de Lovaart en de IJzer, waar zich een schutsluis en overlaat bevinden. Ook de Grote Beverdijkvaart mondt hier uit. Het gehucht ligt op de linkeroever van de IJzer, achter de Veurne-Ambachtsdijk, ten oosten van de Lovaart. De Fintele werd in 1994 beschermd als dorpsgezicht .
Hier wandelde ik naast de Ijzer. De Lovaart brengt je naar het sluizencomplex van Fintele. Hier volg je verder het jaagpad van de IJzer. Langs de eeuwenoude Dijk van Veurne-Ambacht en de uitgestrekte graslanden van de Kievitshoek stap je naar de Grote Beverdijkvaart. De Hullebrugweg verwijst naar een boogbrugje over de Lovaart.
Genieten van de mooie nazomer.
Terug zicht op Pollinkhove.
De Sint-Bartholomeuskerk van Pollinkhove, een gotische kerk met een 63 meter hoge beschermde toren uit de 16de eeuw
E
Een mooie en rustige uitgestippelde wandeling. Deze wandeling is 8.2km lang.
Terug een GPS wandeling gedaan, ditmaal te Waardamme.
Waardamme is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Oostkamp. De patroonheilige van Waardamme is Sint-Blasius. Het dorp ligt een tweetal kilometer van het centrum van een andere deelgemeente Ruddervoorde, en de twee kernen zijn tegenwoordig door een nijverheidsgebied met elkaar verbonden. Waardamme ligt in Zandig Vlaanderen op een hoogte van ongeveer 12 meter en is relatief bosrijk, vanwege de aanwezigheid van diverse landgoederen. De belangrijkste rivier is de Waardammerbeek die overgaat in de Rivierbeek en in noordelijke richting stroomt.
Geniet even mee met enkele sfeerbeelden.
Dit was terug een hele mooie en rustige wandeling en bijna volledig onverhard.
Deze morgen vroeg op gestaan, ging een wandeling maken te Westouter.Het KMI voorspelde terug een hele mooie dag, dus vroeg vertrekken was de boodschap. Onderweg wat file richting Kemmel, de grootste rommelmarkt van België vind daar plaats, vandaar deze drukte. Rond 7u15 was ik aan de kerk van Westouter en kon beginnen aan de wandeling. Er was wel wat mist opgedoken.
Westouter is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en sinds 1 januari 1977 een deelgemeente van de gemeente Heuvelland. Westouter is gelegen in de Westhoek, tegen de Franse grens. Westouter werd voor het eerst vermeld in 1089 als Wistaltare (Altaar naar het westen gericht). Op het grondgebied van Westouter werden voorwerpen uit het neolithicum aangetroffen. In 1069 werd Westouter een zelfstandige parochie, waarvan het patronaatsrecht toekwam aan het kapittel van Terwaan. Op het grondgebied lagen drie heerlijkheden, waarvan de heerlijkheid Westouter onder de Kasselrij Belle viel. In 1678 werd dit gebied onderdeel van Frankrijk en in 1781 kwam het weer bij de Oostenrijkse Nederlanden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef het dorp in geallieerde handen, maar het werd wel verwoest door beschietingen, waarna herbouw volgde. Op 6 september 1944 werd het dorp bevrijd van de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Poolse bevrijders werden geëerd met de bouw van een kapel op het dorpsplein, gewijd aan de Zwarte Madonna van Częstochowa.
kerk van Westouter
De mist kwam opzetten in de open stukken
De zon probeerde al een te schijnen
Mooie zonsopkomst
De ene kant was het mistig, de andere kant kon je veel verder zien.
Op weg richting Rode berg.
Hier aangekomen op de rode berg. De Rodeberg is een getuigenheuvel in het Belgische dorpje Westouter. Het is een van de heuvels in de gemeente Heuvelland en het West-Vlaams Heuvelland. De Rodeberg is 138 meter hoog. Op de noordelijke en westelijke flank bevindt zich het Hellegatbos, een bosgebied dat als natuur- en wandelgebied dienstdoet. De naam van het bos verwijst naar een diep ravijn onderaan de Rodeberg, het "gat in de helle" waarbij "helle" in de streektaal staat voor heuvel. Verlaten recreatiedomein Kosmos In dit gebied lag het recreatiecentrum Kosmos. Tot de jaren tachtig was dit een van de grote recreatiecentra van de provincie, zowel voor gezinnen als voor kampen en schooluitstappen. Vooral het openluchtzwembad was erg gekend. Geleidelijk raakte het centrum echter wat in verval en in 2002 werd de vergunning van het zwembad ingetrokken. In de bosrijke omgeving boven op de Rodeberg staat de Lijstermolen, die samen met die omgeving beschermd is. Vlak daarbij vertrekt de stoeltjeslift Cordoba, de enige kabelbaan in de provincie. De kabelbaan verbindt de Rodeberg met de Vidaigneberg. De naam is afkomstig van het woord "roden" dat in de streektaal rooien of ontbossen betekent en verwijst naar de eerste ontbossingen op de berg in de 10e en 11e eeuw. Rond 1900 woonden op de berg de zogenaamde "kortwoonsten", dit waren families in kleine karige huisjes. De mannen verdienden geld bij Franse boeren, de vrouwen met de verkoop van door hen gebreide motieven. Tot het begin van de 19e eeuw was de berg vrijwel geheel met heide bedekt, geleidelijk werden percelen met naald- en loofbomen beplant. Gedurende de Eerste Wereldoorlog werd de berg flink beschoten en bleef een kale vlakte over die weer opnieuw werd aangeplant. Op de Rodeberg bevindt zich een Lourdesgrot van 1875, gebouwd in ijzerzandsteen. De Rodeberg is een onderdeel van de zogenaamde centrale heuvelkam in het Heuvelland, deze bestaat daarnaast uit de Watenberg, Kasselberg, Wouwenberg, Katsberg, Boeschepeberg, Kokereelberg, Zwarteberg, Vidaigneberg, Baneberg, Sulferberg, Goeberg, Scherpenberg, Monteberg, Kemmelberg en Letteberg. Ten zuiden van deze heuvelkam bevindt zich het stroomgebied van de Leie, ten noorden van deze heuvelkam het stroomgebied van de IJzer.
Nog altijd mist aanwezig
Had nog niemand gezien tijdens de wandeling
Weg dwarsen en terug de natuur in. Dit is zalig om in deze streek te wandelen.
Een vroegere gebuur.
Regelmatig vlonderpaden
De zon had de mist bijna opgeslorpt.
Deze dieren had ik bijna niet opgemerkt, dank zijn gewei
Heel veel variatie.
Hier ben ik al op Franse bodem, goed oppassen afbakening.
Flirten met de grens, hier terug op Belgische bodem
Terug op Franse bodem
Deze kon je ruiken van ver.
Ondertussen was de hemel helemaal open op enkele wolken na. De temperatuur was aan het stijgen.
Dit vossenjong was verrast toen hij mij zag.
Op weg richting St Jans Capel(Zwarte Berg)
Ben hier aan het wandelen op de Zwarte Berg. De Zwarteberg is een getuigenheuvel en gehucht in de gemeente Heuvelland. De heuvel ligt op de Frans-Belgische grens, de top op 152 meter. Aan de Franse zijde heet de helling Mont Noir, naar het gelijknamige gehucht op de top. De heuvel ligt op de grens van Westouter in België, en Sint-Janskappel en het grondgebied van Boeschepe in Frankrijk. De naam is afkomstig van de familienaam De Zwarte die de berg in de 13e en 14e eeuw in hun bezit hadden. De Zwarteberg ligt tegen de Vidaigneberg, Rodeberg en Baneberg. Op de Zwarteberg liggen vele winkeltjes en horeceagelegenheden, die vooral door Fransen in de weekenden bezocht worden en voor erg druk grenstoerisme zorgt. Op Frans grondgebied staat het oude huis van de ouders van Marguerite Yourcenar, naar wie een departementaal park ter plekke is genoemd. Op de Franse zuidflank ligt ook een militaire begraafplaats uit de Eerste Wereldoorlog, Mont Noir Military Cemetery. De Zwarteberg is een onderdeel van de zogenaamde centrale heuvelkam in het West-Vlaams Heuvelland, deze bestaat daarnaast uit de Watenberg, Kasselberg, Wouwenberg, Katsberg, Boeschepeberg, Kokereelberg, Vidaigneberg, Baneberg, Rodeberg, Sulferberg, Goeberg, Scherpenberg, Monteberg, Kemmelberg en Letteberg. Ten zuiden van deze heuvelkam bevindt zich het stroomgebied van de Leie, ten noorden van deze heuvelkam het stroomgebied van de IJzer. Op de Zwarteberg bevindt zich een bronzen vrouwenfiguur die Edith Cavell voorstelt en Miss Cavell wordt genoemd. Het betreft een Brits verpleegster die tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Duitsers werd vermoord.
Mooie vergezichten.
Hier ben ik in de gemeente. Sint-Janskappel (officiee]: Frans-Vlaams: Sint-Janskappel en Frans: Saint-Jans-Cappel) is een gemeente in de Franse Westhoek, in het Franse Noorderdepartement. De gemeente ligt in Frans-Vlaanderen in de streek het Houtland. Sint-Janskappel ligt tegen De Schreve en grenst aan de gemeenten Boeschepe, Westouter (Heuvelland), Belle, Meteren en Berten. Door het grondgebied van Sint-Janskappel vloeit de Grote Beke, die ontspringt aan de Zwarteberg en in Steenwerk uitmondt in de Leie. De gemeente heeft bijna 1500 inwoners.
Bijna niemand gezien buiten enkele MBTers
Militair kerkhof op de Zwarte Berg.
Terug richting Westouter via de flank van de Rode Berg
Nog een laatste blik op St Jans Capel in de verte.
Hier verlaat ik het grondgebied
Deze kapel staat op het grensgebied België-Frankrijk.
Zicht op Westouter
Een hele mooie en rustige wandeling langs de grens.
Vanmorgen ging ik wandelen in Schuiferskapelle. De weersverwachtingen waren niet denderend en ik besliste om niet te ver van huis te zijn.
Schuiferskapelle is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Tielt. Het is een landelijk dorpje, ruim drie kilometer van Tielt-centrum. Het telt een 1000-tal inwoners. Schuiferskapelle was een gehucht dat deel uitmaakte van de stad Tielt, waar het ressorteerde onder de Roede van Tielt, als deel van Tielt-Buiten. Schuiferskapelle werd pas in 1862 een zelfstandige gemeente (wet van 8 augustus). Kerkelijk keert Schuiferskapelle echter terug tot in 1242, wanneer de heer van Meulebeke en zijn echtgenote het kapittel van Harelbeke schenken. Deze kapel blijkt de Onze-Lieve-Vrouwkapel te zijn, gelegen binnen de heerlijkheid Hulswalle. Deze heerlijkheid omvatte een groot deel van het huidige Schuiferskapelle. In de 14de eeuw, was de kapel in sterk verval geraakt en de inwoners van het gehucht bouwden op eigen kosten hun bedehuis weer op, gezien de grote afstand waarop zij verwijderd waren van de kerk van Tielt. Daarom ook vroegen zij aan de bisschop van Doornik en aan de kapittelheren van Harelbeke te voorzien in een kapelaan voor de lokale eredienst. Dit werd door de bisschop in 1328 ingewilligd, tot groot ongenoegen van de grote tienheffers, de kapittels van Harelbeke en Doornik, het klooster van Deinze en de kerk van Tielt. Voortaan zouden zij allen moeten instaan voor het onderhoud van deze nieuwe, zelfstandige kapel. De Onze-Lieve-Vrouwkapel blijft voortaan in de officiële documenten kapel van Hulswalle genoemd; voor het eerst komt, in 1646, de benaming Schuiferskapelle voor en dat in de stadsrekening van de stad Tielt. Het toponiem zelf treft men al eerder aan, maar dan in bescheiden zonder officieel karakter, onder meer in 1470, onder de vorm van Schuverskapelle. Dit laat toe te vermoeden dat het gehucht zijn naam te danken heeft aan een familie de Souvere, waarvan verschillende leden in de loop der tijden deel uitmaakten van het kerkbestuur van Tielt en ook als dismeesters aangetroffen worden. Tijdens de godsdienstberoerten van het laatste kwart van de 16de eeuw werd de streek rond Tielt onder de voet gelopen en ook de O.L. Vrouwkapel van Hulwalle werd tot een puinhoop herleid, terwijl de inwoners van het gehucht hun heil zochten in de vlucht of zich terugtrokken binnen de stad Tielt. Zodra de veiligheid weergekeerd was, keerde de bevolking terug en werd een nieuwe kapel opgetrokken. In 1626 kon Mgr. Triest, bisschop van Gent, het altaar wijden. Een plaatselijke kapelaan werd echter niet aangesteld en de kapelanie werd toegewezen aan de onderpastoor van Tielt. De eredienst zou pas na een langdurig proces, bij vonnis van de Raad van Vlaanderen in 1780, volledig hernemen. De huidige O.L.V.-Geboortekerk (1785) werd de waardige opvolger van de oorspronkelijke Hulswalle-kapel (1243), waaraan de familienaam de Scuvere verbonden was. Dit is meteen ook de verklaring van de plaatsnaam Schuiferskapelle. De kerk van Schuiferskapelle werd daarbij een succursale van die van Tielt. In 1797 door de Franse bezetter gesloten, werd pas in 1831 de kerk van Schuiferskapelle, nu echter met als patroon de H. Antonius, een parochiale kerk. Dit zette de bewoners van de nieuwe parochie aan te ijveren voor een zelfstandige gemeente. Ingezet met verzoekschriften tot de Koning gericht in 1838, zou het nog meer dan een kwarteeuw duren eer hun verzuchtingen voldoening kregen. In 1862 werd het dorp een zelfstandige gemeente, maar een goede honderd jaar later (in 1977) werd het weer bij Tielt gevoegd.
Na het inschrijven, dronk ik eerst nog een kop koffie en daarna begon ik aan de wandeling.
Een hele rustige wandeling in de streek van Tielt. Tijdens de wandeling geen regen, wel toen ik nog een lus ging maken.
Vandaag ging ik een wandeling maken in Vlaams Brabant. bij ons in de buurt waren er geen, dus om de beentjes te strekken reed ik richting Afligem, naar de deelgemeente Hekelgem, waar de Pajotten er hun jaarlijkse Abdijtochtgaven.
Hekelgem is een deelgemeente van de fusiegemeente Affligem, waartoe ook de dorpen Essene en Teralfene behoren. Hekelgem is gelegen in de provincie Vlaams-Brabant. Het dorp heeft een oppervlakte van 809 ha en maakt deel uit van het arrondissement Halle-Vilvoorde en het kanton Asse.
Voor ik aan deze wandeltocht begon, dronk ik eerst nog een kop koffie. Het was een lussentocht, de wandelaars konden kiezen uit een 4tal lussen. De kleinste lus was toegankelijk voor rolstoelen. Ik besloot om ze alle drie te maken goed voor zo'n 25km.
De eerste lus trok richting Kluizenbos.
Globaal plan
Lus naar Kluizenbos
Kerk van Hekelgem. De Sint-Michielskerk te Hekelgem, een deelgemeente van de Belgische gemeente Affligem, is de kerk van de parochie Hekelgem. Patroonheilige van de Sint-Michielskerk is Sint-Michaël of Sint-Michiel, vandaar de naam Sint-Michielskerk. Maar ook Sint-Cornelius (die nog levendig vereerd wordt op tweede Pinksterdag), Sint-Antonius en Sint-Blasius zijn veel gevierde heiligen. De Sint-Michielskerk wordt reeds in de 11e eeuw (1105) vermeld en behoorde oorspronkelijk bij de burcht die vermoedelijk door Frankische heren gebouwd werd, (toen villakerk genoemd, hoort bij kasteel en een neerhof). Ze diende mogelijk ook als strategische vesting bij de denderovergang. De toren werd eeuwenlang "het belfort" genoemd en bood bescherming aan mensen in nood. Tussen 1105 en 1796 bezat de Abdij van Affligem het patronaatsrecht over deze kerk: zij stond in voor het gebouw, kon de pastoor aanstellen en beheerde ook de inkomsten.(wikipedia)
De temperatuur was aangenaam om te wandelen.
Hier dwars door een maisveld
Veel afwisseling qua ondergrond.
Enkele vergezichten.
Het was nog rustig tijdens deze wandeling.
Opweg naar het Kluizenbos.
Bekende gezichten
Hier aan het Kluizenbos. Men kan er enkele gemarkeerde wandelingen maken. Het Kluizenbos is een bos in de Belgische gemeenten Aalst en Affligem dat tussen het Somergempark en de Affligemdreef ligt. Het bos bevindt zich op de grens van beide gemeenten, maar ligt voornamelijk op het grondgebied Aalst. Het is een overblijfsel van een ouder bos dat samen met het Kravaalbos deel uitmaakte van het Kolenwoud. In 2018 kocht vereniging Natuurpunt 21 hectare van het bos aan als natuurgebied.
De Kluiskapel. Deze kapel werd opgericht op een plaats die gekenmerkt was door een heidense (Keltische) boom- en broncultus. Deze bron is het huidige Kluizenputje, die volgens het volksgeloof naast geneeskracht voor blinden, ook vruchtbaarheidbevorderend zou werken. De huidige Kluiskapel gelegen aan de Kluisdreef werd in 1758 gebouwd, doch in 1835 werd het bouwvallige gedeelte van het schip gesloopt zodat nu alleen het hoofdkoor overblijft en een toen nieuw gebouwd portaal. Er zijn enkele kleine, lage en eenvoudige 19de-eeuwse landarbeiderswoningen in de omgeving van de kapel aanwezig.
Infobord
3 op een rij
Opweg naar de centrale rustpost(startzaal)
De oude molen.
Mooie koets
Lus 2 was richting de Abdij
Ook op deze lus kregen we heel veel variatie qua ondergrond.
Ook mooie vergezichten.
Af en toe een infobord.
In de verte een hoppeveld.
Zicht op de abdij.
De abdij.De Sint-Pieter en Paulusabdij van Affligem in België mag beschouwd worden als de meest imposante abdijstichting van de benedictijnen in de Lage Landen. Als huisabdij van de hertogen van Brabant werd ze Primaria Brabantiae (de voortreffelijkste van Brabant) betiteld. In de rijmkroniek van Sinte-Lutgarde (circa 1200) wordt ze Spiegel voor alle abdijen genoemd. De abdij viert haar patroonsfeest op 29 juni.
De abdij is ontstaan uit een heremitische gemeenschap die vermoedelijk op 28 juni 1062 werd opgericht. Haar grote weldoener is paltsgraaf Herman II van Lotharingen († 1085). Via zijn minderjarigheidsvoogd, aartsbisschop Anno II van Keulen gaf hij toelating aan zes heremieten om op zijn domein te Affligem een gemeenschap te stichten. Wellicht is deze paltsgraaf ook de beschermheer van de eerste Sint-Pieterskerk geweest (1083). Op de dag van de kroning van keizer Hendrik IV te Rome (31 maart 1084) schonk hij bovendien zijn eigengoed te Affligem voor de formele oprichting van de abdij met een reguliere orde. In 1086 werd de stichting nogmaals rijk begunstigd door de landsheerlijke opvolger van paltsgraaf Herman II van Lotharingen in Brabant, graaf Hendrik III van Leuven. Zodra deze inkomsten voorhanden waren, werd overgegaan tot de formele inwijding door bisschop Gerardus II van Kamerijk. In 1086 werd de abdij officieel een stichting van de orde van de benedictijnen.
Dit hoppeveld is ook eigendom van de abdij.
Lus 3 bracht ons naar het naburige gemeente Essene. Essene (plaatselijke uitspraak: Eskern) is een deelgemeente van de fusiegemeente Affligem, waartoe ook de dorpen Teralfene en Hekelgem behoren. Essene is gelegen in de provincie Vlaams-Brabant. Heeft een oppervlakte van 714 ha, maakt deel uit van het arrondissement Halle-Vilvoorde en het kanton Asse.
Deze lus was ietsje minder groen.
Zicht op Kerk van Hekelgem
Mooi vergezicht
De kerk van Essene. De Kerk Onze-Lieve-Vrouw Bezoeking is een kerkgebouw in Essene, een deelgemeente van de Belgische gemeente Affligem. De kerk is genoemd naar het kerkelijk feest de bezoeking van Maria. Tot 1274 vormde Essene samen met Hekelgem een enkele parochie die bij het begin van de 12e eeuw werd geschonken aan de Abdij van Affligem.Het gebouw werd ingepland op een heuvel en was omringd door een kerkhof. In grote lijnen is het een neoclassicistisch gebouw van bak- en natuursteen. Het omvat een ingebouwde westtoren met vroeggotische kern uit 13de of 14de eeuw. Het schip is driebeukig met een koor van twee traveeën met driezijdige apsis. Aan de noord- en zuidkant werd een sacristie opgetrokken.De vierkante westtoren uit zandsteen wordt gestut door korte steunberen. De spitsboogvormige galmgaten bevatten galmborden (13de of 14de eeuw) en de met leien bedekte naaldspits is ingesnoerd.De kerk bezit een oud kerkorgel, gebouwd door Van Peteghem.
De Papeter van Essene is een sculptuur in Essene, een deelgemeente van de Belgische gemeente Affligem. Het bronzen beeld is vervaardigd door kunstenaar Patrick Van Craenenbroeck. Een papeter is de historische spotnaam van de Essenaars.
Vandaag ging ik eens een kijkje nemen in de Groene Long van Kuurne.
De Groene Long is een natuurontwikkelingspark met een oppervlakte van ongeveer 7 ha. De gemeente Kuurne heeft alle percelen van het gebied aangekocht. Het gebied was oorspronkelijk bestemd als woonuitbreidingsgebied, maar omdat de gemeente Kuurne al zo dicht bebouwd was, opteerde het gemeentebestuur om natuur een plaats te geven in het centrum van de gemeente. Bij de inrichting werd gestreefd om een evenwicht te vinden tussen de ecologische, de recreatieve, de educatieve en de maatschappelijke functies van het gebied. Dit evenwicht leidt tot een hoge belevingswaarde en een aantrekkelijk en gevarieerd geheel waar ieder zijn gading kan vinden tijdens zijn bezoek aan het park, dat gesitueerd is op wandelafstand van het centrum. De aanleg van het park werd in 1992 aangevat met de aanplanting van een bos (ongeveer 1 ha). In 1997 en 1998 werd het terrein verder ingericht met onder meer een hoogstamfruitboomgaard (met oude rassen appel, peer, kers en pruim), een vleermuizenkelder, een eikendreef, knotwilgenrijen, waardevolle hoogstambomen, houtkanten, diverse water- en moeraspartijen met vlonderpaden en andere bruggetjes, een ijsvogelwand, rietpartijen, een holle weg en karakteristieke inkompleintjes. De randen van de wandelpaden werden bij de aanleg eenmalig ingezaaid met veldbloemen en er is ook een akker met onder meer verschillende graangewassen, vlas, aardappelen en akkerkruiden. Er is een weide die begraasd wordt door ezels en in de boomgaard grazen ’s zomers schapen. In de zone waar natuur de hoofdfunctie krijgt werd een observatiehut ingeplant. De hoofdtoegang is gesitueerd in de Oudstrijderslaan. Op het plein aan de inkom staan picknickbanken en de kinderen kunnen zich uitleven op de speelheuvel en in het aanpalende speelbosje aan de overzijde van de kleine waterpartij met avontuurlijke evenwichtsbalken.
Het Slot.In 2001 werd Natuur Educatief Centrum “Het Slot” geopend, waar bijvoorbeeld een natuurles kan doorgaan of een natuurtentoonstelling. Dit originele gebouw werd opgetrokken met duurzame bouwmaterialen gecombineerd met ecologisch verantwoorde bouwwijzen (leembouw, grasdak, aanwending van alternatieve energievormen). Het natuurpark is in volle ontwikkeling en wordt ecologisch beheerd door de gemeente met advies van de Gemeentelijke Natuur Commissie. Het is vrij toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang. Fietsen en bromfietsen zijn verboden, maar er zijn aan iedere toegang voldoende fietsstallingen voorzien. Honden zijn toegelaten aan de leiband. Sinds 2009 wordt gestreefd naar Integrale Toegankelijkheid van het park, onder meer door de voor minder mobiele mensen gebruiksvriendelijke heraanleg van de vlonderpaden.
Moest heel stil zijn om kikkers te kunnen vastleggen op foto.
Deze lukte heel prima
en deze ook.
Had niks door dat ik heel dicht bij was.
Genomen door de kijkhut. Deze reiger zat ietsjes te ver voor mijn lens.
Was aangenaam om er eens door te wandelen. Was al enkele jaren geleden.
Deze morgen vroeg opgestaan, en de wandeling van deze dag ging naat Hertsberge, waar de wandelclub uit Beernem er hun jaarlijkse Bulskampveld wandeling organiseerde. De inschrijving was net naast de St.Janskerk in het Parochiehuis.
Hertsberge is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Oostkamp. In Hertsberge is het vroegere dorpsbeeld bewaard gebleven. Men vindt er nog steeds de kapel, het klooster, de katholieke school en de kerk naast elkaar. De gemeenteschool ligt iets afgelegener. Het ooit bosrijke gebied heeft in de loop der jaren plaats gemaakt voor een woonpark met luxueuze woningen. Hertsberge (vroeger ook "Hertsbergam", "Hertesberge") is een samentrekking van het Germaanse woord "Hirutas" (hert) en "berga" (berg). Door de wet van 17 december 1919 kwam de gemeente Hertsberge tot stand. Daarvoor werden delen van de gemeenten Ruddervoorde, Oostkamp en Wingene samengevoegd. Maar de geschiedenis van Hertsberge reikt veel verder. In de heerlijkheid Hertsberge lag een proosdij van reguliere kanunniken, afhankelijk van de abdij Sint-Calixtus in Cysoing (Noord-Frankrijk). De proosdij werd afgeschaft tijdens de Franse Revolutie. Van deze middeleeuwse plek is vandaag nog enkel de laat-gotische kapel, geïntegreerd in het negentiende-eeuwse kasteel Rapaert de Grass. De proosdij was gelegen waar nu het kasteel van Hertsberge staat. De oude kapel, oorspronkelijk uit 1551, herinnert nog aan de plaats waar de Sint-Gertrudiskapel sedert 1149 stond. Diederik en Filips van de Elzas zouden schenkingen gedaan hebben ten gunste van de kapel. Aanvankelijk vormde Hertsberge samen met Gottem één heerlijkheid.(bron;wikipedia)
Na het inschrijven begon ik aan mijn wandeling. Deze ging bijna volledig door het domein.
Het wandeltraject
Heel rustig om te wandelen, Het Bulskampveld was het grootste middeleeuws heidegebied van Vlaanderen, gelegen in de provincies West-Vlaanderen (Houtland) en Oost-Vlaanderen tussen Gent en Brugge. In het gebied ligt het huidige provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld met als kern het in 1893 gebouwde Kasteel Bulskampveld. Dit domein van 230 hectare groot ligt op het grondgebied Beernem (samen met het domeinbos en het bosreservaat 'Bulskampveld' (51 hectare) die beheerd worden door het Agentschap voor Natuur en Bos). Errond liggen de Vagevuurbossen, de Blauwhuisbossen, De Vorte Bossen, de Galatosbossen, De Gulke Putten (aansluitend op de Predikherenbossen), het Parochieveldbos en Bruwaanbos, het Kampveld (met bosreservaat Rooiveld, Papenvijvers, Nieuwenhove en de Cellen), Zorgvliet, de Munkebossen en Doeveren. Verder bevinden de natuurgebieden De Vaanders, het Ganzeveld en het Hooggoed zich tussen Aalter en Beernem. In 2011 werd het gebied door verschillende partners herenigd als het Landschapspark Bulskampveld, het grootste aaneengesloten bosgebied van de Provincie West-Vlaanderen, met een uitloper in Oost-Vlaanderen. Vele bos- en natuurgebieden in het Bulskampveld zijn Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bossen, heiden en valleigebieden van Zandig Vlaanderen: westelijk deel' (BE2500004). Voor recreanten zijn er diverse wandel- en fietsroutes en het wandelnetwerk 'Bulskampveld'.
Door de kruidentuin
Normaal ging ik voor de 15km wandeling, maar besloot toch met enkele vrienden er nog enkele km bij te doen.
Ondanks dat de zon af en toe zich wegstak, was het toch bij momenten heel warm. Heb veel genoten van deze mooie tocht.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.