Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Vandaag kon ik een wandeling maken, ik reed naar Deurle waar de wandelclub uit Deinze er hun Dreventocht hielden.
Deurle maakt deel uit van de gemeente Sint-Martens-Latem en ligt in het Vlaamse deel van België. Deurle is een pittoresk dorpje vlakbij de rand van de Leie en werd in 1977 toegevoegd aan Sint-Martens-Latem. Veel bekende Vlaamse kunstenaars hebben in dit dorp genesteld in de buurt van een bos gewoond. Vandaag is het een van de beste woonwijken rond Gent (Gent), met ook tal van restaurants en bistro's. De naam Deurle is wellicht afkomstig van het Middelnederlands. "Deur" zou een verbastering zijn van "dor" hetgeen afgeleid zou zijn van "doort", of "dolik" hetgeen een soort gras dat tussen het koren opschiet, zou betekenen. "Lo", is dan weer een bosje op een zandrug. Het zou dus een dorp zijn waar dolik groeit in de magere velden, en op een zandrug een bosje staat. Via de afleiding "deurlede" zou het toponiem ook 'doorgang (=deur) van water (=lede)' kunnen betekenen. Het dorp werd voor het eerst genoemd in 1114 als Durle,
Toen ik aankwam was er al behoorlijk wat volk. Ik schreef me in en begon aan de wandeling. Volgens het parcours ging het een mooie wandeling zijn met heel wat natuur. Het weer was prima, dus ideaal voor de wandelaars.
Na de eerste rust ging ik verder met Omer en Nicole de rest van de mooie wandeling.
Omer en Nicole.
Het was een hele mooie tocht en vertoefde in goed gezelschap.
Vandaag een wandeling maken van mijn wandelclub WSK Marke. Het was de 47°keer dat ze er hun Vlastocht hielden. Ditmaal ging de wandeling door in Sint Denijs. Landelijke en heuvelachtige wandeling om en rond Sint-Denijs, door velden en open vlakten.
Sint-Denijs (Frans: Saint-Genois) is een dorp in het zuiden van de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is een deelgemeente van Zwevegem. Het is een landelijk woon- en landbouwdorp. De gemeente heeft twee patroonheiligen, namelijk Sint-Dionysius en Sint-Genesius, en ontleent haar beide namen aan deze patroonheiligen, respectievelijk, namelijk Sint-Denijs (in het Nederlands) en Saint-Genois (in het Frans) Diverse vondsten uit silex tonen bewoning aan vanaf het neolithicum. Ook zijn er vondsten uit de tijd van de overgang van de Hallstattcultuur naar de La Tène-periode. Ook werden sporen van een Gallo-Romeinse villa aangetroffen. In 1156 werd Sint-Denijs voor het eerst vermeld, en wel als villam Sancti Genesii. De dorpsheerlijkheid was afhankelijk van het Bisdom Doornik. Sint-Denijs had sterk te lijden onder de godsdiensttwisten in de tweede helft van de 16e eeuw. In 1646-1647 had Sint-Denijs te lijden onder Franse en Spaanse troepen. Ook in 1655-1659 maakten Franse troepen het dorp onveilig. De Negenjarige Oorlog (1688-1697) leidde tot de aanleg van een Franse verdedigingslinie dwars door het dorp met het Fort Ter Klare als belangrijkste strategisch punt. Pas na 1713 kwam er weer vrede onder Oostenrijks bewind. In 1881 kwam er een spoorlijn Begin 20e eeuw waren de middelen van bestaan beperkt. Veel mensen gingen werken in de Noord-Franse textielindustrie. De enige industrie was een in 1932 opgerichte tapijtweverij. In 1918 werd het dorp zwaar beschadigd door oorlogsgeweld.
De wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. De startzaal was het OC Ter Streye.
Ditmaal koos ik een wandeling in Oost-Vlaanderen, ik ging wandelen in Eeklo, waar de wandelclub uit Vinderhoute er hun Ledeganck-Madoutocht hield. De start was in OLV-ten Doorn. De centrale rustpost was bij de Ballonvaarder Madou.
Eeklo is een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Deze stad in het centrum van de regio Meetjesland telt ruim 21.000 inwoners, die Eeklonaars[1] worden genoemd. Eeklo is de hoofdstad van bestuurlijk arrondissement Eeklo en van de Vlaamse regio Meetjesland. Het kreeg stadsrechten in 1240, onder Johanna van Constantinopel. Het provinciaal domein Het Leen bevindt zich ook voor een deel op Eekloos grondgebied. Het was een natuur en boswandeling. Het grootste gedeelte van deze wandeling ging door het Leen.
Op weg naar het Leen
Ook deze wandeling geen gebrek aan afwisseling.
Het was al aardig wat warm, gelukkig konden de wandelaars zich wat beschutten in dit domein.
Enkele mooie zichten
Aangekomen bij de centrale rustpost Madou. Hier maakten de wandelaars naar gelang de afstand een mooie grote lus.
Dit stuk langs de watering was niet bescherm tegen de zon.
Na de tweede doortocht was het nu terug naar de startzaal.
Hier bij een van de ingangen Het provinciaal domein Het Leen is meer dan 285 ha groot boscomplex en bevindt zich op het grondgebied van de Belgische gemeenten Lievegem en Eeklo. Het is grotendeels bebost met een gemengd loofbos. Het Leen is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bossen en heiden van Zandig Vlaanderen: oostelijk deel' (BE2300005). In de buurt van Het Leen liggen de Lembeekse bossen en het Bellebargiebos. In Het Leen zijn er 36 km wandelwegen aanwezig waarvan er 18 km verhard zijn. Daarnaast beschikt de wandelaar nog over evenveel kilometers onverharde weg die er als het regent drassig bij liggen en niet te betreden zijn zonder gummilaarzen. Het voordeel van de betonbanen is dat ze ideaal zijn voor rolstoelgebruikers, het verslepen van bomen na uitdunning en het uitvoeren van onderhoudswerken. In 1993 werd het Provinciaal Bosmuseum, het Bosinfocentrum Het Leen en Bosklassencentrum Hermeleen geopend. Er is ook een arboretum in Het Leen. Het arboretum omvat meer dan 7000 soorten houtachtige gewassen en vaste planten. Het arboretum is alle dagen vrij toegankelijk.Groepen die een natuureducatief programma willen spreiden over meerdere dagen kunnen terecht in het Bosklassencentrum Hermeleen. Erkende jeugdgroepen kunnen in vakantieperiodes hun tenten opslaan op de terreinen van het jeugdkampeercentrum. In Het Leen liggen 15 vijvers, waarvan er in drie gevist mag worden. Het water van de vijvers diende vroeger als bluswater bij munitiedepotbranden. De vijvers zijn ontstaan omdat rond de munitiedepots aarden wallen (merloenen) werden aangelegd, die bij een ontploffing verder onheil moesten tegenhouden. Doorheen Het Leen stroomt ook de sterk vervuilde Burggravenstroom, die afkomstig is uit Waarschoot. Gelukkig stroomt het water van de Burggravenstroom niet in Het Leen maar omgekeerd wel. Het Leen is een samenscholing van verschillende biotopen: een deel is als heide aangelegd, een ander deel als gemengd loofbos en nog een ander deel als dennenbos. In Het Leen is er ook een cafetaria, dat op maandag gesloten is.
Genoten van de wandeling, heel weinig wandelaars(hitte)
Na de wandeling deze voormiddag in Roesbrugge, reed ik naar Vleteren om deze wandeling te maken. De start van deze wandeling is aan het cafe De Vrede rechtover de Abdij. Je kan parkeren op de grote parking van De Vrede. Het eerste paaltje met de beschrijving van de route staat gedeeltelijk in de haag . Je moet goed kijken. Je wandelt dan naar de grot langs de zijkant van de abdij ook dit paaltje staat in de haag en vanaf dan is alles prima bewegwijzerd.
Vleteren is een gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De landelijke gemeente telt bijna 3.700 inwoners. De gemeente Vleteren is een samenstelling van drie landelijke kernen. De dorpen Westvleteren en Oostvleteren liggen naast elkaar, gescheiden door de Poperingevaart. In het zuidoosten ligt Woesten. Helemaal in het noorden van Oostvleteren, aan de IJzer, ligt het gehuchtje Elzendamme. De dorpskernen van Oostvleteren en Woesten liggen langs de drukke verbindingsweg N8 tussen Ieper en Veurne. De gemeente telt een totale bevolking van ongeveer 3.700 inwoners, relatief gelijkmatig verdeeld over de drie deelgemeenten. Dit bevolkingsaantal is echter dalend, met een daling van ruim 10% de laatste drie decennia. Enkel in Woesten blijft het inwonersaantal op peil en dit is zo de grootste kern geworden. Het gemeentehuis staat in Oostvleteren.
Deze wandeling is ongeveer 9km lang. Je komt banken tegen aan de Militaire Begraafplaats.
De Abdij van Vleteren. De Sint-Sixtusabdij is een abdij van de trappisten in het Belgische Westvleteren. De abdij is onder meer bekend om zijn trappistenbier Westvleteren. De huidige abt is Manu Van Hecke. De bibliotheek telt circa 600 drukwerken van voor 1830 en 40.000 van na die datum. Rond de abdij liggen de Sixtusbossen.
Op weg naar de grot.
Hier aangekomen aan de grot.
De heilige Maagd Maria
Nu op weg door de Sixtusbossen.
Ook op deze wandeling veel afwisseling.
Oude wegwijzers.
Hier was het heel rustig en ook goed beschut tegen de felle zon.
Aangekomen langs de Militaire Begraafplaats: De Belgische militaire begraafplaats van Westvleteren is een militaire begraafplaats met gesneuvelde Belgische soldaten uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgisch dorp Westvleteren. Deze Belgische militaire begraafplaats ligt aan de zuidoostelijke rand van het dorp. Er liggen 1.208 gesneuvelden, waaronder 33 niet geïdentificeerde. De begraafplaats heeft een rechthoekig grondplan met een oppervlakte van ruim 6.000 m². De grafstenen staan in rijen rug aan rug. De meeste grafstenen zijn officiële Belgische, al staan er nog 14 heldenhuldezerken. Achteraan bevindt zich een vlaggenstok met de Belgische vlag en centraal links bevindt zich een calvarie.
De Sixtusbossen strekken zich uit op de heuvelrug ten noordwesten van Poperinge. Het is een verzameling van allemaal kleinere bossen en behoort toe tot de welbekende Sint Sixtusabdij, waar monikken hun overheerlijk trappistenbier brouwen. Kom de dikste eik uit de streek ontdekken en geniet van de bijzondere roep van de wielewaal of van het waterspel van de vinpootsalamander. Kinderen kunnen zich uitleven in de speelzone.
Hoppeveld
Ook deze wandeling kan ik afvinken van de grote serie van Westoer. Mooie en rustige wandeling.
Vandaag ging ik 2 wandelingen maken van Westoer. De eerste wandeling reed ik naar Roesbrugge.
Roesbrugge is een landelijk dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Roesbrugge is het grootste dorp in Roesbrugge-Haringe, een deelgemeente van de stad Poperinge. Roesbrugge ligt in het noordwesten van Poperinge, en in het noorden van de deelgemeente Roesbrugge-Haringe. De dorpskern ligt langs de IJzer, die hier Belgiė binnenstroomt. Een oude tak van de IJzer, de Dode IJzer, vormt de noordgrens. Aan de andere kant van deze Dode IJzer loopt de bebouwing van de dorpskern door in Beveren-Kalsijde, een gehucht op het grondgebied van de Alveringemse deelgemeente Beveren aan de IJzer. Een kilometer ten zuidwesten van Roesbrugge ligt het dorpje Haringe, waarmee Roesbrugge één deelgemeente vormt. In het nabijgelegen Haringe werden sporen van Romeinse of Gallo-Romeinse bewoning teruggevonden. Deze plaats werd op het einde van de 9de eeuw voor het eerst vernoemd en in de 11de eeuw kwam er een kerkje. Ten oosten had ene Rohard een brug aangelegd over de IJzer en hier rond ontwikkelde zich bewoning. Deze plaats werd eind 12de eeuw, begin 13de eeuw vermeld als de Ponte Rohardi en Rohardsbrugge. In de 13de eeuw namen Elisabeth van Rohardsbrugge en haar echtgenoot Willem van Béthune een mottekasteeltje op de linkeroever van de IJzer in gebruik. Op de rechteroever werd in 1218 een kapel gebouwd, afhankelijk van de parochie van Haringe, en in 1236 werd op de linkeroever, op het grondgebied van Beveren, een klooster gesticht, Onze-Lieve-Vrouw ter Nieuwe Plant genaamd. Het klooster werd in de 16de eeuw meermaals geplunderd en uiteindelijk afgebroken door de Malcontenten, omdat dit het zicht belemmerde. Terwijl Haringe een klein landelijk dorpje bleef, ontwikkelde Roesbrugge zich verder. Dit dorp werd een klein economisch centrum door zijn goede ligging. Vanaf hier was de IJzer immers bevaarbaar en het dorp lag aan de brug over de rivier op de steenweg tussen Ieper en Duinkerke, welke in 1681 werd aangelegd onder het bewind van Lodewijk XIV van Frankrijk. Er waren enkele windmolens, waaronder een papiermolen, vijf brouwerijen, enkele steenbakkerijen en een handel in granen en vetten. In de 18e eeuw waren er ook twee tabaksfabrieken, waarvan de producten over de grens werden gesmokkeld. Na de Franse Revolutie werd Roesbrugge een administratief centrum. Het dorp werd hoofdplaats van een kanton en kreeg een vredegerecht. Tot in de tweede helft van de 20ste eeuw waren er nog belastingkantoren, rijkswacht, douane en brandweer gevestigd. Tijdens het ancien régime bleef de kapel van Roesbrugge afhankelijk van de parochie van Haringe, maar in 1806 werd in Roesbrugge de nieuwe Sint-Martinuskerk ingewijd en de parochie werd zelfstandig. Ik parkeerde mijn wagen eventjes over de brug nabij de kerk van Roesbrugge. De wandeling is aangegeven met bordjes met de Dode ijzer wandelroute. Het beginpunt is op de brug (aangegeven) , een mooie en heel rustige wandeling. Het was ook warm weer, had mij voorzien van wat drank, want veel cafeetjes zal je er nier tegenkomen. Geniet even mee.
De start van deze wandeling
Het kiosk
Zicht op Roesbrugge
Veel afwisseling tijdens deze wandeling.
Aangekomen in Haringe: Haringe is een landelijk dorpje in de Belgische provincie West-Vlaanderen, op minder dan een kilometer van de Franse grens. Haringe vormt samen met het wat grotere dorpje Roesbrugge de Poperingse deelgemeente Roesbrugge-Haringe. Op het grondgebied van Haringe werden Romeinse of Gallo-Romeinse bewoningssporen aangetroffen. Haringe werd voor het eerst vermeld in 899, waarbij de plaatsnaam berust op de eigennaam Hari. In de 11e eeuw werd, vanuit het Bisdom Terwaan, een kerk gebouwd voor wat toen eerder verspreide bewoning dan een dorp was. In 1174 kwam het patronaatsrecht aan de Abdij van Sint-Augustinus te Terwaan. De goederen werden beheerd vanuit de proosdij Beauregard te Proven. Haringe werd uiteindelijk overvleugeld door het beter bereikbare Roesbrugge, waar in 1681 de steenweg Ieper-Duinkerke werd aangelegd. Roesbrugge-Haringe is de eerste fusiegemeente die in België tot stand kwam. Ten westen van Haringe stroomt de rivier de IJzer België binnen, die er een eindje de landsgrens vormt. Ook de Heidebeek, die vanuit het zuiden naar de IJzer stroomt, vormt een stuk van de Belgisch-Franse grens ten westen van Haringe. Het dorpje was vroeger door zijn ligging het werkterrein van smokkelaars, "blauwers" genoemd. In het dorpscentrum staat nog het beeld van Karel de Blauwer, een sagefiguur die staat voor alle smokkelaars van vroeger. Vlakbij de kerk staat het graf van dorpspastoor Joris Declercq, alias dichter-schrijver-schilder Djoos Utendoale.
Karel De Blauwer
Pastorij van Haringe
Terug aangekomen in Roesbrugge
Hier op deze brug begint de wandeling, op een van de houten pijlers staat het kenteken van deze wandeling. Deze wandeling is 7.2km lang. Na deze wandeling ging ik naar Vleteren om de volgende te maken.
Vandaag ging ik wandelen naar Waardamme. Het is een bosrijkgebied, dus de wandelaar ging beloond worden met veel natuur.
Waardamme is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Oostkamp. De patroonheilige van Waardamme is Sint-Blasius. Het dorp ligt een tweetal kilometer van het centrum van een andere deelgemeente Ruddervoorde, en de twee kernen zijn tegenwoordig door een nijverheidsgebied met elkaar verbonden. Waardamme ligt in Zandig Vlaanderen op een hoogte van ongeveer 12 meter en is relatief bosrijk, vanwege de aanwezigheid van diverse landgoederen. De belangrijkste rivier is de Waardammerbeek die overgaat in de Rivierbeek en in noordelijke richting stroomt. De start was rechtover het vroegere gemeentehuis in zaal de Wara. De wandelaar kon uit een 5tal afstanden kiezen.
Ik ging vandaag wandelen richting het Heuvelland, nl te Dranouter.
Dranouter (uitspraak: Dranoeter, "dranoetre" in het West-Vlaams) is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en sinds 1 januari 1977 een deelgemeente van de gemeente Heuvelland. Dranouter is gelegen in de Westhoek dicht bij de Franse grens. Dranouter telt een 700-tal inwoners. Door de plaatselijke bevolking wordt van Nouter gesproken. Dranouter is een landbouwdorp. De landbouwoppervlakte wordt voor een derde ingenomen door grasland. Er zijn ook vele nijverheidsgewassen. Dranouter werd voor het eerst vermeld in 1123 als Drawenoltra, waarschijnlijk afgeleid van een persoonsnaam en altaar. Vanaf 1113 was Dranouter een zelfstandige parochie. Het dorp behoorde tot de Kasselrij Belle. In de eerste helft van de 15e eeuw kende het een bloeiperiode door de lichte lakennijverheid. Een dieptepunt was het jaar 1568, toen fanatieke beeldenstormers niet enkel kerken kort en klein sloegen, maar ook drie geestelijken vermoordden. In 1552 werd Petrus Plancius geboren, die in 1585 om zijn geloof naar de noordelijke Nederlanden moest vluchten en een beroemd geograaf werd. Hoewel het dorp tijdens de Eerste Wereldoorlog achter de frontlinie lag en een toevluchtsoord was voor Britse frontsoldaten, werd het uiteindelijk geheel vernield en daarna in ongeveer dezelfde stijl herbouwd. Diverse oorlogsgraven en -kerkhoven getuigen van die periode.
Men wandelt door het prachtige Eeuwenhout en valt van verbazing in verbazing als je door de Douvevallei passeert. Wijngoed Entre-Deux-Monts doemt voor ons op.. Het terras van Entre-Deux-Monts, het grootste Heuvellandse wijnhuis, is een voltreffer. Voor je strekt zich een panorama uit van Hondschoote tot Boezinge. Entre-Deux-Monts betekent letterlijk ‘tussen twee bergen’. Een naam die het domein duidelijk niet gestolen heeft. Deze wijngaard gelegen tussen de Rodeberg en de Zwarteberg in het West-Vlaamse Heuvelland staat garant voor expertise, doorzettingsvermogen, toewijding en vooral een generatielange passie voor wijn. Na zijn studie als bio-ingenieur wordt de jonge Martin Bacquaert door zijn liefde voor wijn naar Frankrijk gedreven. Hier leert hij de fijne kneepjes van de wijnbouw en specialiseert hij zich in oenologie. In 2004 is de tijd rijp voor een volgende stap. Met de aanplanting van de eerste duizend kerner wijnstokken is Entre-Deux-Monts een feit. Op enkele jaren tijd is Entre-Deux-Monts uitgegroeid tot een volwassen wijngaard met wijnen die zich gerust tot de Belgische top mogen rekenen. Hoewel elke wijn aromatisch, fris en zuiver is, hecht Bacquaert veel belang aan de eigenheid van elke wijn afzonderlijk. Bij Entre-Deux-Monts zit het hem in de afwerking. Van etiket tot naamgeving, alles is tot in de puntjes uitgedacht. Al blijft het ware kunstwerk uiteraard de uitmuntende, zomerse smaak! De Douvevallei die net over de grens met Frankrijk ontspringt op de Zwarteberg vormt een fysieke landsgrens en dit op slechts een 100-tal meter van de wijngaard. Het spreekt voor zich dat de meanderende Douve een heel waardevolle ecologische rol speelt in haar stroomgebied, waar het wijndomein ook deel van uitmaakt. We rusten in de Rodeberghoeve en na een kleine passage ook Loker. We gaan verder tot het eind met de mindere afstanden..
De Heuvellandstappers hielden er hun Wijngaardtocht vanuit het OC de Klakeye.
Een mooie en rustige wandeling in het heuvelland en het weer viel best mee.
Berlare is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Berlare is een landbouw- en woongemeente, met 's zomers een grote toeristische activiteit dankzij het Donkmeer. Het is gelegen aan een brede bocht in de Zeeschelde. De gemeente telt ruim 14.500 inwoners, die Berlarenaars worden genoemd. De inwoners van Berlare worden ook wel puitenkloppers genoemd. Berlare heeft geen spoorwegstation, maar de naburige Dendermondse deelgemeente Schoonaarde wel. Het station in Schoonaarde is gelegen aan de verbinding Gent-Wetteren-Dendermonde-Mechelen. De gemeente bestaat uit de deelgemeenten Berlare zelf, Overmere en Uitbergen en het dorp Donk. Het Donkmeer, een groot meer en een regionale toeristische trekpleister, ligt centraal in de gemeente.
De wandelclub, de Boerekrijgstappers , hielden er hun Heidemeerstocht vanuit de festivalhal aan het Donkmeer. Het beloofde een prachtige tocht te zijn. De wandelaar kon kiezen uit een 6tal afstanden, ik koos voor de 20km, die er 21 waren. De centrale rustpost bevond zich in het centrum van Berlare. Na een koffie te hebben gedronken begon ik aan de wandeling. Het eerste gedeelte kreeg de wandelaar heel veel natuur. Veel afwisseling en het weer was ideaal.
Zicht op het meer
Op weg door de natuur
Heel veel afwisseling
Mooie vergezichten
Heel mooi om er door te wandelen.
Op weg naar de rustpost. Hier moest ik een mooie lus maken van 7.6km.
Door het park
en de vele mooie stukjes natuur.
Heerlijk om te wandelen en rustig.
Hier tussen de varens.
Zicht op de Paardeweide(enkel de 25 en 30km gingen door dit gebied)
Op de terugweg naar Berlare.
Nog een stukje natuur vooraleer ik langs de achterzijde van park ging.
Hier ben ik aan het Kasteel van Berlare die in het park staat. Het Kasteel van Berlare is een kasteel in de Belgische gemeente Berlare. Het huidige bouwwerk dateert uit de 18e eeuw en werd in opdracht van Aloysius vanden Meersche, de toenmalige heer van Berlare, gebouwd. Het kasteel wordt omgeven door een grote tuin in landschappelijke stijl met dreven, een bos en vijverpartijen. Sinds 2012 is het kasteelpark toegankelijk voor wandelaars en fietsers. Het kasteel ligt in het hartje van Berlare, ten zuiden van de Sint-Martinuskerk. Ten zuidoosten van het kasteelpark ligt de gemeentelijke begraafplaats. Het kasteeldomein gaat terug op een site met walgrachten, waarschijnlijk in oorsprong een hoeve, die toebehoord zou hebben aan de adellijke familie van Berlaere. De familie De Castro werd in 1630 eigenaar van het landgoed en liet er later een kasteel oprichten, dat echter in 1675 vernield werd door Franse soldaten. Juan Bernard de Castro, heer van Berlare, en zijn zus Isabelle Françoise de Castro verkochten het domein in 1688 aan Frans Aloïs vanden Meersche, een Gentse lakenfabrikant en raadsheer in de Raad van Vlaanderen. Omstreeks 1722 werd het kasteel heropgebouwd. De parallelle bouwhuizen in rococostijl aan het voorplein kwamen vermoedelijk in de late 18e eeuw tot stand. Leden van de familie Vanden Meersche bleven heren van Berlare en eigenaar van het kasteel tot 1791, toen het domein door huwelijk in het bezit kwam van de familie De Lichtervelde. Zij woonden er tot 1883. Joris Vergauwen, die van 1884 tot 1905 burgemeester van Berlare was, kocht het kasteel in 1883. In 1906 werd het aan Emile Roos verkocht en daarna werd het bezit van de familie Jonas-Roos. Later erfde de familie Nicod het kasteel, dat zij als buitengoed gebruikten. Het gemeentebestuur van Berlare kocht het domein aan in 2008. Op 27 mei 2012, de Dag van het Park, werd het kasteelpark officieel in gebruik genomen als publiek park. Er worden wel nog een aantal beheerswerken uitgevoerd in de tuinen van het kasteel en een werkgroep buigt zich over de renovatiemogelijkheden voor het kasteel zelf.
Na de 2°stop terug naar de ingang van het park voor een korte passage
Eénmaal het verlaten van het park ging de tocht verder richting de Berlare broeken.
Dit is ook een mooi stukje natuur.
en hier via het Chiroplein op weg naar het Donkmeer.
Zicht op het Donkmeer.
Het Donkmeer (ook bekend als Overmere-Donk) is een meer in de Belgische gemeente Berlare, gelegen tussen de dorpen Overmere, Uitbergen en Berlare-centrum. Aan de noordoostelijke kant van het meer ligt het gelijknamige gehucht Donk. Er zijn veel drink- en eetgelegenheden rondom het meer. Het Donkmeer heeft een wateroppervlakte van circa 86 hectare en is daarmee een van de grootste meren in Vlaanderen na enkele Maasplassen, het Rauwse Meer (Kempense Meren) en het Schulensmeer. De diepte is gering en bedraagt maximaal 3,20 meter.
Een stukje langs het meer
Terug aangekomen op mijn bestemming.
Een laatste blik op het meer.
Na iets te hebben gedronken ging ik terug naar de auto op de parking.
Deze morgen vroeg uit de veren, ik ging wandelen in de provincie Limburg. Ik reed naar Eksel, waar de Bosdravers er hun Hoksenttocht hielden. Rond 6u45 begon ik aan de wandeling. Tijdens de week zijn het daar altijd lussenwandelingen. Je kan kiezen uit 2 grote verschillende lussen en dan nog eens uit 2 mindere lussen.
Eksel (vroegere spelling: Exel) is een dorp in de Belgische provincie Limburg en een deelgemeente van Hechtel-Eksel in de Kempen. Het was nog wat frisjes toen ik begon aan de wandeling. De eerste lus ging richting Pelt, deze was ongeveer 11.5km lang. De andere lus ging rondom Eksel met de doortocht door de Dommelvallei en was goed voor een 12km. En als laatst deed ik nog een kleinere lus zodat ik een 30tal km op de teller had. In het natuurgebied Dommelvallei in Hechtel-Eksel, Pelt en Peer, vindt je er elzenbroekbossen, hooilanden, weilanden, kleine visvijvers, rietvelden en nog veel meer. De hoger gelegen delen bestaan hoofdzakelijk uit met houtkanten omzoomde akkers en enkele dennenbossen. Die grote verscheidenheid aan landschapstypes zorgt voor veel verschillende dier- en plantensoorten. De Dommelvallei is zonder meer een parel in de Kempen, ideaal voor een afwisselende en ontspannende wandeling. Geniet even mee van de mooie natuur.
Een mooie wandeling, jammer dat er niet zoveel wandelaars waren. Had geluk toen ik net wou vertrekken richting het thuisfront, begon het te regenen, met alles erop en eraan, hagelstenen(kleintjes). Heb regelmatig plensbuien gekregen tot net voor de Antwerpse ring, daarna was alles ok.
Wetteren stond vandaag op mijn planning, dus deze morgen reed ik naar Wetteren voor de 28°Herdenkingstocht A.De Maesschaelck te wandelen. Deze keer ging ik 12km wandelen, omdat ze rond de middag regen voorspelden. De start van deze wandeling was in Sint Gertrudiscollege.
Wetteren is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 26.000 inwoners, die Wetteraars worden genoemd. Wetteren ligt ongeveer tien kilometer ten oosten van de provinciehoofdstad Gent, stroomafwaarts langs de Schelde.
Het traject die ik volgde
De Sint Gertrudiskerk van Wetteren
Het stadhuis
De Sint-Gertrudiskerk is een kerkgebouw in de Belgische gemeente Wetteren. De kerk is toegewijd aan Gertrudis van Nijvel. De middeleeuwse kerk werd te klein in de 19e eeuw en onder impuls van burgemeester Charles Hippolyte Vilain XIIII (Katholieke Partij) besliste men omstreeks 1850 op dezelfde plaats een grotere kerk te bouwen, onder leiding van architect Louis Minard. Hij koos hiervoor de rondbogenstijl, een combinatie van romaanse, gotische en Byzantijnse elementen (de hoektorens die op minaretten lijken). De bouw werd aangevangen in 1861 en de kerk werd in 1866 plechtig ingewijd door de Gentse bisschop Hendrik Frans Bracq. De kerk is opvallend door haar hoge middenschip. In de St. Gertrudiskerk waren in het hoge priesterkoor twee loggia's, waarin de adel plaats kon nemen voor het volgen van de diensten. Nu zijn ze afgesloten door glasramen. De zijkapellen waren indertijd beschilderd met onder andere wapenschilden van adellijke families . Door het herschilderen in gebroken wit werd veel van de historiek en heraldiek weggewerkt uit de kerk. De toren is 65 meter hoog. Een wit marmeren doopvont staat in de middengang. Witte natuursteen contrasteert met de rode baksteen van de gevels.
(bron: wikipedia) kerk was gesloten
(bron: wikipedia) kerk was gesloten
zicht op enkele boomkwekerijen
Veel afwisseling
Zijn dit nu Alpaca's of lama's?
Door een mooi stukje natuur.
De streek van de telers.
Geniet van zijn/haar rust.
ook al een tijdje geleden.
Rustige en mooie tocht rond Wetteren. Geen regen gehad, dat is het voornaamste. Misschien op de terugweg naar huis.
Gisteren gewandeld te Sijsele, vandaag ging ik richting Wakken. De wandelclub de Wattewystappers uit Tielt geven er jaarlijks hun tocht Rondom Wakken. De wandelaar kon kiezen uit verschillende afstanden, ik ging de 25km wandelen. De start was vanuit de zaal Hondius.
Wakken is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Dentergem. Het dorp ligt in het oosten van de provincie, nabij de samenvloeiing van de Leie en de Mandel. Mooie natuurwandeling in de omgeving van de Baliekouter. Maximum aan onverharde paden met veel groene passages.
Wakken is een van de zeven oudste parochies in West-Vlaanderen. In 791 vermeldde een charter voor de eerste keer Wakken: “in villa noncupante UUackinio”. De gemeentenaam veranderde nadien meerdere keren: Wackine (870), Wackinna (1010), Wachines (1183), Wackene (1351), Wacken (1467) en uiteindelijk sinds 1915 Wakken. In de middeleeuwen was het een stad zonder poorten. De heerlijkheid Wakken was lange tijd eigendom van de Heren van Harelbeke. Van 1480 tot 1707 was het hof van Wackene de residentie van een tak van de Bourgondiërs, de familie Bourgondië-Wackene. Een bastaardzoon van Filips de Goede, Antoon l van Bourgondië verbleef in 1480 in Wakken. Zijn zoon, Antoon II van Bourgondië huwde met de dochter van Andries Andriessen, ridder en Heer van Wakken. Hun zoon, Adolf van Bourgondië verwierf de titel van onder meer gouverneur van Zeeland, Viceadmiraal van Vlaanderen en buitengewoon afgezant van koning Filips II. Het kasteel van Wakken was een echt met parken omgeven paleis, waar grootse feesten en ontvangsten plaatsvonden. In 1614 werd de heerlijkheid Wakken tot baronie en in 1626 tot graafschap verheven. Tot 1823 had Wakken een eigen arrondissement. Sindsdien behoort het tot het arrondissement Tielt. Sinds 1977 behoort Wakken tot de fusiegemeente Dentergem.
Parcours van de 25km
De startzaal
Een paadje die ons direct van drukke weg weg hield.
Het Kasteel van Wakken is een kasteel in de tot de West-Vlaamse gemeente Dentergem behorende plaats Wakken, gelegen aan Kasteeldreef 9. Omstreeks 1280 werd het kasteel voor het eerst vermeld, als woning van Jan van Oudenaarde. Omstreeks 1485 kwam het kasteel door een huwelijk in bezit van Antoon II van Bourgondië, die basterdzoon van Filips de Goede was en huwde met Clara Andries, vrouwe van Wakken en Kapelle. Zijn zoon, Adolf van Bourgondië, bekleedde belangrijke functies, zoals viceadmiraal van Vlaanderen en grootbaljuw van Gent. In 1614 werd Wakken verheven tot baronie en in 1626 tot graafschap. In het werk Flandria illustrata (1641-1644) werd het kasteel afgebeeld als een omgracht kasteel met een deels ommuurde binnenplaats, een formele tuinaanleg en een vijver. In 1715 kwam het kasteel door een huwelijk in bezit van de familie Van Maldeghem-Wakken. Omstreeks 1840 werd het kasteel verbouwd tot de huidige vorm. In 1862 verkocht deze familie het aan baron Joseph Bruno Kervyn de Lettenhove. Van 1890-1934 werd het kasteel bewoond door Gustaaf Kervyn de Lettenhove en in 1937 kwam het aan de familie Dewever. Het kasteel werd door hen als vakantieverblijf gebruikt. Na de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel gebruikt als opvanghuis voor oorlogsweeskinderen. Vanaf 1964 werd het kasteel opgeknapt en gebruikt als woning en advocatenkantoor.
De kerk van Wakken
Het eerste stuk ging richting Markegem via de Baliekouter
Hier aangekomen aan de ingang van het domein.
De Baliekouter is een West-Vlaams provinciedomein in Wakken, deelgemeente van Dentergem. Het domein is gelegen aan de Mandel. De naam baliekouter is afkomstig van een balie (of tol) op de weg tussen Tielt en Waregem. In 1993 werd het voormalige kasteeldomein overgenomen door de provincie, en later in 2004 opengesteld en in 2005 uitgebreid. Het gebied is nu 51 hectare groot waarvan 8 hectare bebost.
Heel veel afwisseling
Af en toe een hindernis.
Eenmaal aan de rustpost in Markegem moest ik daar een mooie lus maken.
Hier de buitenkant van de Baliekouter om zo terug te gaan naar de rustpost.
Na de rust ging de tocht dan richting Oeselgem, wederom via enkele mooie paadjes.
Hier de kerk van Oeselgem. Oeselgem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Dentergem. Het dorp ligt langs de Leie, tegen de grens met Oost-Vlaanderen. n 1259 werd het dorp vermeld als Oulsenghien; uit 1304 vindt men Oecelghem terug. De naam zou volgens sommigen betekenen: "woonplaats waar de Leie kronkelt", waarbij "oeselen" een oud woord voor kronkelen zou zijn. Volgens anderen verwijst het eerste deel van de naam echter naar de eigennaam Oussel, Hutselin of Husselin. In 1452 vond er de Slag bij Oeselgem plaats in het kader van de Gentse Opstand (ook bekend als Zoutoorlog). Om hun positie tegen Bourgondië te versterken, werden de steden rondom Gent door de Gentenaars ingenomen. Als reactie hierop richtten de Bourgondiërs in Oeselgem, gelegen aan de rivier de Leie, een militair kamp op en probeerden aldus de bevoorrading van Gent te blokkeren. De Gentse milities deden een aanval op het Bourgondische kamp. Het hieruit ontstane gevecht staat bekend als de "slag bij Oeselgem".Ook tijdens de Negenjarige Oorlog had Oeselgem veel te lijden. Zo werd in 1694 de kerk geplunderd. In 1914 werd een zusterklooster gebouwd en betrokken. In mei 1940 werd de kerk zwaar beschadigd door oorlogsgeweld. De vlasnijverheid, die in de vallei van de Leie van groot belang was, verdween in de jaren '60 van de 20e eeuw. In de 2e helft van de jaren '70 van de 20e eeuw en de eerste helft van de jaren '80 werd de Leie gekanaliseerd en rechtgetrokken ten behoeve van de scheepvaart. In 1974 geschiedde dit bij Oeselgem. Een deel van de voormalige bedding van de Leie werd daarna gedempt. In 1977 werd Oeselgem een deelgemeente van de fusiegemeente Dentergem, en verloor daarmee haar zelfstandigheid
Na de rust in Oeselgem gin ik terug naar Wakken via de Leiemeersen.
Dit is ook een heel mooi stukje natuur.
Kasteel Te Lake Dit classicistische kasteel uit 1748 ligt binnen een vijfhoekige omwalling. Buiten de omwalling vind je de kapel van het kasteel. Het huidige kasteel werd gebouwd op de site waar al in de 13de eeuw een versterkt kasteel met motte stond, een kunstmatig aangelegde aarden heuvel. De naam te Lake verwijst naar de eerste bewoners, de familie Van Lake. Later werd het kasteel ‘Limnander’ genoemd. De Limnanderdreef verbond het kasteel met het kerkplein van Zulte, maar werd ervan afgesneden bij de aanleg van het afleidingskanaal van de Leie. Aan het kasteel te Lake liggen nog oude fragmenten van hakhoutbos dat rijk is aan voorjaarsbloeiers, zoals gele dovenetel en gevlekte aronskelk. Ten westen van het kasteel ligt de overstromingsvlakte van de oude Leie en de Mandel. ’s Winters verzamelen zich hier grote concentraties eenden en steltlopers. Enkele natte graslanden herbergen de typische plantensoorten van graslanden, zoals pinksterbloem en echte koekoeksbloem. Die bloemen kunnen niet overleven onder intensief landbouwgebruik. Daarom wordt hier een aangepast natuurbeheer toegepast. Centraal in het gebied ligt een zandige verhoging, een donk. Daar wordt nu voornamelijk maïs geteeld, maar er ligt ook een geïsoleerd naaldhoutbosje. ;
Na de passage door de Leiemeersen, kregen de wandelaars nog enkele mooie veldwegels
Hier langs een kwekerij
De laatste wegel alvorens ik de dorpskern van Wakken binnenkwam .
Wederom een leuke en aangename wandeling. Het weer viel best mee.
Sijsele is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Damme. Sijsele is met zijn 5.000 inwoners de hoofdgemeente en grootste kern van de stad Damme. Vooral historische redenen liggen achter het gegeven dat de gemeente naar de stad Damme en niet naar Sijsele vernoemd is.
De start van deze wandeling was in de sporthal van de school. Een 5tal afstanden waren voorzien. Alle afstanden gingen richting Ryckevelde en hadden dezelfde rustpost. De grootste afstand deed daar een grote lus richting St Kruis Brugge.
De Sint Martinuskerk van Sijsele
Zicht op Sijsele
Richting Ryckevelde
Men kon deze tuin bezoeken, heb daar gebruik van gemaakt.
Wat infoborden
Bijenstulp
Vogelkastjes
Hier aangekomen in domein Ryckevelde. Ryckevelde (ook: Rijkevelde) is een domein van 180 ha op grondgebied van Assebroek en Sint-Kruis (deelgemeenten van Brugge), Sijsele (Damme) en Oedelem (Beernem). Een deel is militair domein, het kasteel krijgt een nieuwe bestemming en de bossen zijn deels beschermd natuurgebied. "Ryckevelde" gaf ook zijn naam aan de vzw Ryckevelde, beweging voor Europees burgerschap, die van 1956 tot 2014 zijn kantoor had in het kasteel van het domein. Rijckevelde is gesitueerd op de grens tussen zand en zandleem en is bijgevolg nooit een rijke landbouwgrond geweest. Er groeide heide en er graasden schapen. De aanplanting met naaldbomen verzuurde de grond en als klap op de vuurpijl gebruikte het Belgisch leger het bos als schietstand annex noodlandingsbaan zelfs 's nachts. Het domein lag ook op het grondgebied van 3 (4?) gemeenten, zodat niemand zich echt verantwoordelijk voelde. Sinds de aankoop en openstelling van het domein door de Vlaamse overheid in 1979 en de bescherming door Natuurpunt vzw (heidegebied Schobbejakshoogte) en het Agentschap voor Natuur en Bos (Ryckeveldebos) is er plaats natuur op een oppervlakte van 173 hectare. In het Ryckeveldebos wisselen loof- en naaldbomen elkaar af. Talrijke statige beukendreven doorkruisen het gebied. Het bos bestaat deels uit naaldboomaanplantingen: douglasspar, Europese lork, grove den en Corsicaanse den, met in hoofdzaak braam en brede stekelvaren als ondergroei. Door een gericht bosbeheer zullen die homogene bestanden geleidelijk evolueren naar meer gemengde bestanden met meer inheemse soorten zoals zomereik, beuk, berk, lijsterbes. Er ontstond in 2019 burgerprotest tegen de kappingen van het ANB. Als hakhout is er veel tamme kastanje aanwezig. Er wordt aan bosuitbreiding gedaan. In 2017 werd 15 hectare bos- en natuurgebied ingelijfd langs de Holle Weg. Tussen 2019 tot 2026 wordt nabij Engelendale nog eens 23 hectare akker en grasland omgevormd naar een open boslandschap via de aanplant van bomen en struiken. In totaal komt er 75 hectare bos bij. Ryckevelde is bekend als rustplaats voor tientallen ransuilen. Onder meer sperwer, buizerd, boomvalk, zwarte specht, grote bonte specht en groene specht broeden in Ryckeveldebos. In het dichte naaldhout van douglassparren zitten vaak staartmezen en goudhaantjes. Ook eekhoorn, ree en vos komen er voor. Het 'Wit Zand' en het door Natuurpunt vzw beheerde natuurreservaat de Schobbejakshoogte zijn overblijfselen van het grotendeels verdwenen heide- en stuifzandgebied. Het natuurgebied Ryckevelde is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bossen, heiden en valleigebieden van Zandig Vlaanderen (wikipedia)
Hier zicht op het kasteel. Oorspronkelijk was dit kasteel een versterkte hoeve, afhankelijk van de heerlijkheid van Male. Een nieuw kasteel in neo-gotische stijl werd opgetrokken in 1913-1929 op korte afstand van de nog bestaande hoeve. In 1956 werd er het Centrum voor Europese en Internationale vorming opgericht. In de nabije toekomst opent er een restaurant/tearoom in het kasteel. Je kan ook het kasteeldomein met heemtuin en educatief pad gratis komen bezoeken. Het zeer rustig gelegen domein is omringd door mooie dreven en uitgestrekte bossen waar je in volle rust kan fietsen of wandelen.
We kregen een groot deel van het domein om er door te wandelen.
Op weg naar onze rustpost.
Parcoursbeschrijving.
Afstandstabel
Hier op de lus.
Veel natuur
Aangenaam om te wandelen en heel rustig.
Zicht op St Kruis Brugge
terug naar de rustpost.
Jammer dit was allemaal privedomeinen.
Na de 2° rustpost ging ik terug naar Sijsele via enkele mooie stukjes
Heel veel afwisseling
We wandelden hier door het Golf en Country club van Damme.
Een heel groot domein.(18holes)
Laatste dreef alvorens ik terug aan de school kwam. Weinig volk, was een mooie tocht.
Vandaag ging ik wandelen in Vladslo. Dit is een streek waar ik zelden ga wandelen, dus een gelegenheid om de streek wat beter te leren kennen.
Vladslo (volksmond: Vlazjele) is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is sinds 1977 een deelgemeente van de stad Diksmuide. Vladslo heeft een oppervlakte van 17,33 km2 en een inwoneraantal van ruim 1200 mensen. Vladslo ligt op de overgang van de kustpolders en Zandig Vlaanderen, op een hoogte van ongeveer 5 meter. De Vallei van de Handzame is de verst van zee gelegen landinwaartse kustpolder in België. Tot de indijking en het reduceren van de getijwerking, was dit een zeer dynamisch gebied. De vallei was dan ook relatief moeilijk toegankelijk. Het is dan ook logisch dat Vladslo zijn parochiestichtingen voornamelijk in noordelijke richting deed en het dorp Esen dat aan de andere kant van de vallei ligt, dit voornamelijk in zuidelijke richting deed. Vandaag wordt de Handzamevallei getypeerd door weilanden die voornamelijk tijdens de winterperiode blank staan bij grote neerslag. Door de verschillende geomorfologische processen, is het gebied niet vlak zoals het op het eerste gezicht lijkt, maar kent het een typisch microreliëf. Zowel de Vallei van de Handzamevaart in het zuiden, als Koekelarebos, Praatbos en kasteeldomein Ter Heyde in het oosten, zijn beschermde historische landschappen (ankerplaatsen).
De start van deze wandeltocht was vanuit het OC De Zwaan, gelegen op het Vladsloplein. Het was nog redelijk goed weer, doch nog een strakke wind die in de voormiddag de temperaturen wat laag hield. Het was een rustige, landelijke wandeling met heel wat veldwegels. Deze keer geen grote afstand, ik koos voor de 13km met een rustpost in Esen.
De kerk van Vladslo
We kregen regelmatig mooie veldwegels
Af en toe een strakke wind
Zicht op Esen.
Hier aangekomen aan de rustpost OC Ingelram. Esen is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Esen is deelgemeente van de stad Diksmuide sinds de fusie in 1965. Het dorp heeft een oppervlakte van 17,53 km² en een bevolking van bijna 1900 mensen en is daarmee na Diksmuide-centrum zelf de deelgemeente met de meeste inwoners. Het dorpscentrum van Esen ligt langs een van de grote toegangswegen naar de stad Diksmuide, namelijk de N35 die de stad verbindt met het binnenland en de snelweg A17/E403 in Lichtervelde. Ook de stadskern van Diksmuide strekt zich voor een stuk uit over het grondgebied van de deelgemeente Esen. De Handzamevaart vormt de noordgrens van de deelgemeente. Het station van Esen (aan spoorlijn 73) werd aan het begin van de Eerste Wereldoorlog vernietigd door Duitse troepen. Het gebouw bestaat tegenwoordig niet meer.
Na de rust , op terugweg naar Vladslo
Opnieuw mooie veldwegels
Zicht op Vladslo
Mooi tussen de bomen.
Een leuke en rustige wandeltocht en goed wandelweer.
Vandaag eens een wandeling over de taalgrens. Ik ging wandelen in Ollignies, een dorpje net voor Lessines(Lessen).
Ollignies (Nederlands: Woelingen) is een dorp in de Belgische provincie Henegouwen en een deelgemeente van de Waalse stad Lessen. Tot 1 januari 1977 was het een zelfstandige gemeente. De start was vanuit het dorpszaaltje "Salle Ollignoise".
De wandeling ging richting Ghislenghien, waar er een centrale rustpost was , daar dan een lus maken naar Hellebecq om zo dan terug te keren richting Ollignies.
Het was een hele rustige wandeling met heel veel afwisseling. Er waren heel veel Vlamingen aanwezig.
Door een klein parkje
mooie zichten
Hier moesten de wandelaars in de bocht dwars door de velden gaan.
Een zicht op Ghislenghien.Ghislenghien(Nederlands Gellingen) is een dorp in de Belgische provincie Henegouwen en een deelgemeente van Aat. Het telt ongeveer 3000 inwoners. Het dorp is ongeveer 40 kilometer ten zuidwesten van Brussel gelegen, dicht bij de snelweg E429 (A8) Brussel – Rijsel. Naast de stad Ath in het zuidwesten zijn de in de buurt gelegen plaatsen Bassily en Enghien in het oosten, Lessen in het noorden en iets noordelijker Geraardsbergen in de provincie Oost-Vlaanderen. Het plaatsje was een zelfstandige gemeente, die na de gemeentelijke herindeling in 1976 samen met een aantal andere dorpen toegevoegd werd aan de gemeente Ath.
Watertoren in Ghislenghien.
Hier dwars door de velden.
Nog een mooi zicht op Ghislenghien. Na de rust ging ik beginnen aan de lus richting Hellebecq.
Terug enkele mooie vergezichten.
Dit is de kerk van Hellebecq. Hellebecq (Nederlands: Hellebeek) is een dorp in de Belgische provincie Henegouwen en een deelgemeente van de Waalse gemeente Opzullik. Tot 1 januari 1977 was het een zelfstandige gemeente.
Na de 2°doortocht in Ghislenghien terug naar Ollignies, via enkele mooie doorsteekjes
Moederziel alleen.
Een verre blik op de industriezone met een afdeling van de Colruytgroep.
Hier nieuwe windturbines
Een oldtimer
Terug aangekomen waar ik vanmorgen begon aan de wandeling. Een hele rustige en leuke wandeling.
Vandaag met mijn buurman reden we naar Sluis, niet om te shoppen of wat anders, maar om deel te nemen aan de wandeling "Rondje Sluis".
Sluis is een gemeente in het westen van Zeeuws-Vlaanderen, in de Nederlandse provincie Zeeland, die na de gemeentelijke herindeling van 1 januari 2003 tot stand kwam als fusie van de gemeenten Oostburg en Sluis-Aardenburg. De gemeente is genoemd naar het vestingstadje Sluis, maar het gemeentehuis staat in Oostburg. De gemeente telt 23.147 inwoners (31 januari 2022, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 307,01 km² (waarvan 26,74 km² water). Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten in deze gemeente. De burgemeester is Marga Vermue-Vermue (CDA). Sluis is de meest westelijke gemeente van Europees Nederland. Sluis is ook de naam van een gemeente die bestond tot 1995. Het stadje Sluis werd in 1944 grotendeels verwoest door geallieerde bombardementen. Ook het unieke Belfort is toen volledig verwoest. Het centrum is echter weer opgebouwd en de omwalling is intact gebleven. In het kleinschalige historische centrum van Sluis bevindt zich het enige Nederlandse belfort. In dit gebouw bevindt zich ook een historisch museum.
De start van deze wandeling was vanuit het Sportcomplex van SV Sluis. De wandelclub Voor de Wind hield daar er hun jaarlijkse Rondje Sluis. Er was al aardig wat volk en het weer was super. De wandelaar kon uit verschillende afstanden kiezen, wij kozen voor de 25km. De wandeling ging over onverharde en verharde polderwegen, de wallen van Sluis, over dijken, door natuurgebieden en door historische dorpjes Retranchement. De langste afstanden (25-30) door de duinen langs de Noordzeekust en naar Cadzand.
Hier aan het sportcomplex was de start van deze wandeling.
Regelmatig wat infoborden langs de weg.
Hier even op de buitenwallen van dit mooi stadje.
Mooie vergezichten. De historische stad Sluis had eertijds een rechtstreekse verbinding met de Noordzee en de Westerschelde via het Zwin. Als overblijfsel van het Zwin kan de Damse Vaart gelden, wat een kanaal is dat geleidelijk de plaats van de natuurlijke waterloop heeft ingenomen, toen deze geleidelijk verzandde. De Damse Vaart loopt dood in Sluis. Vroeger was hier een haven, maar scheepvaart is al lang niet meer mogelijk, doordat de Damse Vaart in 1940 is onderbroken toen de sifons werden verwoest.
heerlijk rustig
Een grenspaal(niet de enige)
Zoals bij ons... patatten.
Het monument. Het 'Hickmanmonument' in Retranchement (gemeente Sluis) bestaat uit vier delen: – een gemetselde sokkel met daarop een uit witte natuursteen opgetrokken plaquette met daarop de tekst 'Hickmanbrug'. – een zuiltje van zandsteen met in reliëf tekst en een esdoornblad (de Canadese 'Maple Leaf') – drie bronzen plaquettes met een Engelse-, Franse- en een Nederlandse tekst. – het vierde onderdeel is een deel van een Baileybrug.
Aangekomen in het historisch dorpje Retranchement.
Retranchement is een plaats in de gemeente Sluis, in de Nederlandse provincie Zeeland. De plaats, in het westen van de regio Zeeuws-Vlaanderen, ligt aan de grens met België tussen het Belgische Knokke-Heist en het Nederlandse Cadzand. Het dorp telt 295 inwoners (1 januari 2021).
In deze gemeente hadden we een rustpost en moesten daar 2x komen.
na de rust in Retranchement gingen de langste afstanden richting Cadzand via de duinen en langs de Noordzeekust.
Hier een ooievaar gespot.
Zicht op een deel van de kust. Hier wat opletten , we wandelden gedeeltelijk op een fietspad, en ja er zijn heel wat fietsers in Nederland.
hier nog een grenspaal.
Was zalig, geen windeke aan de kust.
Boot via Breskens richting Zeebrugge of naar Engeland?
Een zicht op Heist en wat verder de zeehaven van Zeebrugge.
Hier een heel mooi uitzicht.
Aangekomen in Cadzand aan het restaurant van Sergio Herman.
Ook dit plezierhaventje heeft hij laten bouwen.
Op weg naar de rustpost aan het sportcomplex van Cadzand. Cadzand (West-Vlaams: Kezand) is een dorp, gelegen in het uiterste westen van de de Nederlandse provincie Zeeland. In 2021 telde het in de regio Zeeuws-Vlaanderen gelegen dorp 735 inwoners. Sinds 2003 is Cadzand een deel van de gemeente Sluis. Tot Cadzand behoort ook Cadzand-Bad. De zee en het strand zijn belangrijke trekpleisters voor Cadzand, maar de rustige dorpskern van Cadzand-Dorp staat in schril contrast met het toeristische Cadzand-Bad.
Na de rust in Cadzand gingen we terug via wat natuur en onverharde paden richting Retranchement voor zo'n 7.3km
Zicht op Roompot Cadzand.
De Mariakerk is een protestants kerkgebouw in Cadzand, gelegen aan Prinsestraat vanaf de 11e eeuw wordt het eiland van Cadzand bewoond door schaapsherders en landarbeiders uit het graafschap Vlaanderen. In 1096 geeft het bisdom Doornik aan het dekenaat Aardenburg de opdracht een parochie met kapel op het eiland Cadzand te stichten. Het patronaatsrecht van de parochie is toegewezen aan de Sint-Baafsabdij te Gent. Deze heeft ook het tiendrecht. De kerk, Mariakerk genaamd, is een tweebeukige hallenkerk, opgebouwd uit gele Vlaamse baksteen. De zuidelijke beuk is vermoedelijk gebouwd tussen 1200 en 1225. De noordelijke beuk dateert van tussen 1325 en 1350. De stijl is in hoofdzaak vroeg-gotisch, beter gezegd de Scheldegotiek. De zware zuilen zijn van romaanse origine. De kerk bezat een hoge, massieve toren, de zogenaamde Sint-Lambertustoren, die samen met de Vlissingse kerktoren de tolgrens van de Westerschelde aangaf. De Mariakerk is de oudste kerk van Zeeuws-Vlaanderen. Windmolen Nooitgedacht aan de ingang van het dorp, uit 1898. Molen van Aalbregtse, een molenromp aan de Badhuisweg, uit 1848. Op het strand kunnen door ontsluiting van oude zandlagen ten gevolge van de stromingsveranderingen door de deltawerken fossiele haaientanden worden gevonden. Daarnaast vindt men er fossiele schelpen van tweekleppigen, zoals de vrijwel alleen hier voorkomende Zwinkokkel
Typisch Hollands
De Molen van Cadzand. Molen Nooit Gedacht is een korenmolen uit 1898 aan de Zuidzandseweg in Cadzand. Het is een ronde stenen beltmolen met een vlucht van 23,50 meter. In 1662 was op dezelfde plaats een standerdmolen te vinden. Deze werd in 1721 vervangen door standerdmolen De Kat. De waaide in 1820 om maar werd weer opgebouwd. In 1897 brandde deze echter af en werd in 1898 de molen Nooit Gedacht gebouwd. De molen werd tijdens de bevrijding van 1944 stukgeschoten. In 1947-1948 werd de molen hersteld. Tegenwoordig is de molen regelmatig in gebruik en elke zondag tussen 14:00 en 18:00 te bezoeken. Ook is de molen tussen 15 juni en 1 september op woensdag van 14:00 uur tot 18:00 te bezoeken. In de molen kunnen de volgende EKO-producten met skalkeurmerk no. 1800 worden gekocht. Volkorenmeel, Gebuild meel, Bloem, Griesmeel Zemelen van Zeeuws-Vlaamse biologische tarwe, gemalen op de windmolen van Cadzand. Verder zijn er te koop: receptenboekjes, molengidsen en meelzakjes.
Terug via onverharde verlieten we Cadzand
Deze had niet door dat ik hem kon op de gevoelige plaat vastleggen.
De Retranchementse molen is een koren- en pelmolen aan de Molenstraat in Retranchement, in de Nederlandse provincie Zeeland. Deze open standerdmolen uit 1818, gedekt met schaliën, heeft een vlucht van 20,70/20,80 meter. De molen is maalvaardig, en wordt nog gebruikt om op vrijwillige basis graan te malen. Al vanaf 1643 staat op deze plaats een molen. De huidige molen werd in 1818 herbouwd nadat hij was omgewaaid.
Het omwalde dorp Retranchement is een overblijfsel van een veel groter geheel van versterkingen dat bedoeld was om de Staatse oever van het Zwin te beschermen. In 1604 werd er door Prins Maurits een bescheiden versterking aangelegd waar slechts enkele soldaten met hun gezinnen woonden. Dit geheel bestond uit het Retranchement Cadsandria met Fort Oranje in het noorden en Fort Nassau in het zuiden, die op 1 km afstand van elkaar waren gelegen en omstreeks 1621 werden gebouwd. Tussen 1630 en 1640 werd de omwalling met drie bastions aangelegd die het dorp Retranchement ook tegenwoordig nog omsluit en zich tussen beide forten in bevindt. Vroeger waren er aan de landzijde twee poorten: de Zandpoort en de Slijkpoort. Deze zijn volledig verdwenen. In 1643 kwam daar nog de redoute Berchem bij, die op de westelijke punt van de Bewesten Terhofstedepolder werd gebouwd, ongeveer 1 km ten zuiden van het huidige dorp. Deze redoute werd maar enkele tientallen jaren benut, maar in 1784 werd deze weer voor korte tijd in gebruik genomen. Bij de stormvloed van 1682 zakte een deel van het Fort Oranje weg in het Zwin en men heeft daarop een dam aangelegd om de verdedigingswerken tussen beide forten tegen de zee te beschermen. Uit deze Boerendam, de huidige Molenstraat, ontwikkelde zich het huidige dorp. Tot 1970 was Retranchement een zelfstandige gemeente. In dat jaar werd het bij de gemeente Sluis gevoegd. Van 1995-2003 behoorde het bij Sluis-Aardenburg, daarna bij Sluis.
Een laatste zicht op Retranchement
Nu op weg naar Sluis via de Wallenroute.
De laatste lootjes alvorens we terug aan het Sportcomplex waren. Een hele mooi tocht rond Sluis en zijn prachtige omgeving. Dit is zeker een aanrader.
Vandaag heel goed weer, dus tijd voor een wandeling. Deze keer besloot ik een bewegwijzerde wandeling te maken. Ik had gekozen voor de Albijn Vanden Abeele wandelroute te doen. Nog nooit van gehoord, dus het werd tijd om deze eens onder de voeten te nemen.
Wie is Albijn Vanden Abeele?
Albijn Van den Abeele, (Sint-Martens-Latem, 27 augustus 1835 – aldaar, 16 november 1918) was een Vlaamse schrijver en kunstschilder uit de Latemse school. Van den Abeele was aanvankelijk schrijver van dorpsromans. Hij begon pas op veertigjarige leeftijd te schilderen. In zijn eerste werken domineren de zwart-bruintonaliteiten. Vanaf 1890 begon hij met zijn serie bosgezichten, waarin nieuwe en verfijnde kleurschakeringen naar voren treden.Hij schilderde met veel nauwgezetheid vooral natuurgezichten en landschappen. Valerius De Saedeleer onderging de invloed van zijn werk. Van den Abeele werd gemeenteraadslid in 1863 en schepen in 1867, alsook burgemeester van 1869 tot 1876 van Sint-Martens-Latem. Nadien werd hij gemeentesecretaris van zowel Latem als van Afsnee. Zowel in Ertvelde als in Sint-Martens-Leerne werden een straat naar hem vernoemd.
Dus ik reed naar Sint Martens Latem.
Sint-Martens-Latem, in de streek vaak afgekort tot Latem, is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De gemeente is gelegen aan de Leie en telt ruim 8.000 inwoners, die Latemnaars[1] worden genoemd. De gemeente wordt een 'kunstenaarsgemeente' genoemd (zie ook schildersdorp), omdat vele kunstenaars er hun inspiratie vonden langs de oevers van de Leie. Tegenwoordig is de gemeente echter bekender om zijn weelderige villa's; Sint-Martens-Latem geldt als een van de meest welgestelde gemeenten van België. Sint-Martens-Latem bestaat uit twee deelgemeenten: Sint-Martens-Latem zelf en Deurle. De laatste jaren zijn deze kernen door de aangroei van de residentiële woonwijken steeds meer vergroeid geraakt, al moet hierbij vermeld worden dat deze residentiële woonwijken een lage bevolkingsdichtheid hebben en er dus nog steeds sprake kan zijn van twee duidelijke kernen. In tegenstelling tot de meeste andere fusiegemeenten is de band tussen beide deelgemeenten geen kunstmatige uitvinding uit de jaren 70. Reeds in 1804 stelde Emmanuel Papeleu, die toen burgemeester van zowel Deurle als Latem was, een grenscorrectie tussen Sint-Martens-Leerne en Deurle voor, en indien dit niet haalbaar zou zijn, wilde hij dat Deurle en Sint-Martens-Latem zouden worden samengevoegd. Zowel de grenswijziging met Sint-Martens-Leerne als de samenvoeging van Latem en Deurle gingen toen echter niet door.
Ik parkeerde de wagen nabij de Koutermolen, daar was de eerste aanwijzing.
De Latemse of de Koutermolen.
Regelmatig wat infoborden tijdens de wandeling.
De Latemse of de Koutermolen in het Oost-Vlaamse Sint-Martens-Latem is een staakmolen die tot de restauratie in 1977 op een plaats stond waar al in 1373 een korenmolen stond. Deze behoorde tot de bezittingen van de Sint-Baafsabdij. Tijdens godsdiensttwisten in de tweede helft van de zestiende eeuw werd deze banmolen vernield. De huidige molen werd in 1614 gebouwd. De laatste grote restauratie dateert van 1977, waarbij de molen 88 meter werd verplaatst om een betere windvang te verkrijgen. In 2006 werd de molen van zijn voet getakeld omdat de steenbalk te zwak was geworden en de molen zou kunnen omvallen. De molen is sinds 1946 een monument.;
Hier in deze straat(Palepelstraat ) kan je lang parkeren en daar staat het eerste bordje met de bewijzering.
Ingang van het kerkhof.
Hier voorbij enkele magazijnen(winkels) van de beelden.
Hier achter staat zijn huis
en dit is zijn Atelier.
De kerk van St-Martens-Latem.
De Sint Martinuskerk is de parochiekerk van de gemeente Sint-Martens-Latem. De kerk werd al voor het eerst vermeld in 1121, toen nog onder het patronaat van de Sint-Baafsabdij in Gent.
Een oude site
Veel afwisseling tijdens de wandeling, men moet goed opletten want de bewegwijzering is niet altijd optimaal.
Sommige paaltjes staan in de tuin van de bewoners!
Rustig om te wandelen, had nog niemand tegengekomen.
Jammer nog geen ooievaar.
Hier op weg naar de Latemse meersen
Mooi stukje om er te wandelen. De Latemse meersen is een natuurgebied in een meander van de Leie in Sint-Martens-Latem. Het gebied vormt in het kader van het project Levende Leie een geheel met de Keuzemeersen en de Leernse meersen die zich situeren aan beide zijden van de meander op de andere oever. Van het gehele gebied van 284 hectare is 43 hectare natuurgebied. Het typische meersenlandschap bleef bewaard als overstromingsgebied bij de rechttrekking van de Leie in 1846. Het gebied bevat een slotensysteem uit de vroege middeleeuwen die uitkomen op de Meersbeek. Vanaf 1985 werden de gronden door de gemeente aangekocht om er visvijvers te graven. Dit ging niet door en uiteindelijk werden de gronden in 1992 aan Natuurpunt in beheer gegeven. Het gebied is een typisch gemengd gebied met natte hooilanden en weilanden met broekbossen. Door de meersen loopt een wandelpad waarbij men de grote kring kan inkorten via een doorsteek om een stuk af te snijden.
Hier verliet ik de meersen.
Laatste infobord
Nog een doorsteekje
En terug aangekomen aan het begin punt. Mooie wandeling, maar de bewegwijzering kan beter.
Vandaag ging ik wandelen in Dikkelvenne. Er was een wandeling uitgestippeld van de Florastappers van Gentbrugge.
Dikkelvenne is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Gavere. Dikkelvenne bezat in de 11e eeuw de Sint-Pietersabdij. De graaf Robrecht I de Fries vroeg in 1081 om ze over te plaatsen naar Geraardsbergen waar ze later de naam Sint-Adriaansabdij kreeg. De parochie en kerk zijn genoemd naar de Heilige Petrus. De oude kerk was in 1824 ingestort en daarna afgebrand en stond op de wijk "De Rotse" te Dikkelvenne, niet ver van de Schelde, waar zich nu de kapel en de fontein ter ere van de heilige Christiana bevinden. Een nieuwe Sint-Petruskerk werd in 1826 gezegend. Na beschietingen in de Eerste Wereldoorlog werden in 1920 herstellingswerken uitgevoerd. Dikkelvenne was een zelfstandige gemeente tot eind 1976. In 1977 werd het een deelgemeente van Gavere.
De start was vanuit de vrije basisschool en men kon kiezen uit 5 afstanden. Ik koos voor de langste afstand. Het weer viel best mee, eerst wat bewolking daarna mooi en zonnig. Het was een mooie en rustige wandeling door een stukje van de Zwalmstreek en rond Gavere. Geniet even mee.
Er waren maar 3 wandelingen in Vlaanderen, eentje in Oost-Vlaanderen, de andere 2 in Limburg. Dus ik reed naar Lozer, waar de wandelclub uit Zingem er hun jaarlijkse Lozer meitocht hielden. De start van deze tocht was in het zaaltje Della Faille te Lozer.
Lozer is een gehucht in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen, gelegen in Kruishoutem, deelgemeente van Kruisem. Lozer was vroeger een gehucht van de gemeente Huise (Huise-Lozer), maar bij de gemeentelijke fusies in 1977 werd Huise een deelgemeente van Zingem en Lozer een gehucht van Kruishoutem. In 2019 fuseerden Kruishoutem en Zingem tot de nieuwe gemeente Kruisem. Het Lozerbos is een bos in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (Belgiė). Het bosgebied ligt op het grondgebied van de gemeente Kruisem (deelgemeente Lozer). De beboste oppervlakte bedraagt ongeveer 44 ha en is hoofdzakelijk eigendom van de familie della Faille d'Huysse, die het Kasteel van Lozer bewoont, en het OCMW van Oudenaarde.
De wandelaar kon uit een 4tal afstanden kiezen, ik besloot er de 23km te doen.
We vertrokken via enkele mooi paadjes richting Ouwegem waar we de centrale rustpost hadden.
Af en toe wat mooie vergezichten.
De paadjes werden snel vervangen door de gewone wegen en dat is minder aantrekkelijk voor de wandelaar.
Fier als een gieter
Gelukkig was de zon al vroeg van de partij.
In Ouwegem maakten de grootste afstanden 1 of 2 lussen.
Hier voor ons de kerk van Mullem(eigenaardig)
Nu en dan terug een pad
dit pad leidde ons tot aan het Bekemolendomein.
Pand staat te koop.
Hier een zicht op de Bekemolen.
deze stond er naar te kijken.
Kerk van Ouwegem
Terug via een pad richting Lozer
De Huisekoutermolen.
De is een houten standerdmolen in de Belgische deelgemeente Huise. Oorspronkelijk stond deze windmolen in Waregem en was daar als Hoogmolen bekend, al zeker sinds 1512. De molen functioneerde tot 1948 en was de eigendom van de gezusters Martha, Leontine en Magdalena Van den Broucke. De data 1678 en 1708 stonden in de romp van de molen gegrift. In 1968 werd de molen aangekocht door de gemeente Waregem, die er echter geen blijf mee wist. Hij werd in 1971 aangekocht door molendeskundige Paul Bauters, die hem in november van dat jaar afbrak, overbracht naar Huise en in de jaren 1972-1975 herstelde, in samenwerking met de molenrestaurateur Walter Mariman uit Zele. In 1974 werd de molen heropgericht op een plek waar vroeger een stenen grondzeiler stond, Cnuddes molen, die in 1851 was afgebrand. Bauters gaf er de nieuwe naam Huisekoutermolen aan. Na de herstelling was de molen opnieuw werkbaar en werd er regelmatig gemalen. Hij diende ook als centrum voor de molenaarsopleidingen die Paul Bauters organiseerde. De Huisekoutermolen voor de herstellingswerken van 2010-2012 In 2001 bemerkte men te grote torsie bij het draaien en legde men de activiteiten stil. De wind rukte een molenwiek af waardoor de eigenaar het volledige wiekenkruis in mei 2007 verwijderde. Hij gaf daarop de molen en het molenaarshuis in erfpacht aan de vzw Levende Oost-Vlaamse Molens. Restauratie gebeurde in 2010-2012. Op 16 september 2012 werd de molen, opnieuw draaivaardig geworden, feestelijk opengesteld. Het terrein maakt deel uit van een heuvelkam tussen Schelde- en Leievallei. De molen heeft een open voet en staat op teerlingen. Het molenhuis staat vlakbij. De molen werd op zijn oorspronkelijke standplaats in Waregem beschermd als monument op 14 april 1944. Het omringende landschap in Huise werd beschermd op 28 november 1980. ;
hier op weg naar het Lozerbos.
Oldtimer
het kasteel van lozer.
Vijver van het kasteel
Ingang
Hier aangekomen aan het allerlaatste deel van deze wandeling. Het Lozerbos, het boscomplex van Lozer ligt op de overgang van het vlak zandgebied en het golvend zandgebied. Op het einde van de 18e eeuw strekte het bos zich uit van de Boekweitstraat in het westen, de hoeve Wijkhuize in het noorden en Neerrechem in het oosten. Het bos bestond uit gemengd loofhout. Op het hoogste punt van het bos bevond zich toen op een open plek een windmolen. De houten standaardmolen, reeds vermeld in 1571, was in het bezit van de heer van Huysse. In 1885 werd hij verkocht en gesloopt. In de 19e eeuw werd een flink stuk van het bos ontgonnen en omgezet in landbouwgrond, tevens werd een rechtlijnig drevenpatroon aangelegd. Op het einde van de weg die vanaf het kasteel in noordoostelijke richting vertrekt, werd door de familie della Faille in 1844 een kerk gebouwd. De Vlaamse Landmaatschappij voerde rond het jaar 2000 een herinrichtingsproject uit, populieren werden vervangen door zomereiken en een aantal paddentunnels werd aangelegd.
Hier op einde van deze dreef zijn we terug aan de startzaal. Al bij al een rustige wandeling, veel volk op de been.
Ging vandaag met mijn gebuur een knooppuntenwandeling maken in de Vlaamse Ardennen.
De Vlaamse Ardennen zijn een heuvelachtige streek in het zuiden van de Belgische provincie Oost-Vlaanderen variërend in hoogte tussen 5 en 151 meter. De streek is niet duidelijk omlijnd, maar meestal bedoelt men hiermee het arrondissement Oudenaarde en de steden Zottegem en Geraardsbergen, Oudenaarde en Ronse. De streek is een officieel erkend Regionaal Landschap en vormt een bekende toeristische regio (gepromoot door Toerisme Vlaamse Ardennen en waar ook nog Herzele, Sint-Lievens-Houtem, Oosterzele en Gavere toe worden gerekend). Sinds 2021 zijn de Vlaamse Ardennen (zonder Geraardsbergen en Gavere) ook een van de 17 bestuurlijke regio's in Vlaanderen. De Vlaamse Ardennen zijn kandidaat om in 2023 een Vlaams Landschapspark te worden. De heuvelrij van de Vlaamse Ardennen loopt over de taalgrens over in de Henegouwse streek Pays des Collines, die geografisch een geheel vormt met de Vlaamse Ardennen.
Ik reed naar Nederbrakel waar de wandeling begon.
Nederbrakel is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Brakel. De plaats telt ongeveer 6500 inwoners en is de grootste kern van de gemeente. De plaats ligt in de Vlaamse Ardennen. kon niet parkeren in de straat waar het startknooppunt begon, dus eerst een plaats zoeken in een andere straat. Gekeken op de kaart en er was veel natuur aanwezig (Burreken, Brakelbos en het gemeente domein de Rijdtmeersen) en ook heel veel paden. Het was mooi weer en geen wind, dus we begonnen eraan. Geniet even mee van de mooie beelden.
In het domein de Rijdtmeersen hebben we iets gedronken in het cafetaria. Het was een hele mooie wandeling, doch op sommige punten was het wel even uitkijken. Deze wandeling is een 25km lang.
Vandaag ging ik met de wandelclub WSK Marke naar Huizingen met de bus. Ik reed met nog en bevriend koppel naar onze startplaats waar de bus ons stond op te wachten. We konden iets vroeger vertrekken naar onze bestemming voor vandaag nl: Huizingen.
Huizingen is een dorp in de Belgische provincie Vlaams-Brabant en een deelgemeente van Beersel. Huizingen was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1 januari 1977. Een bezienswaardigheid in Huizingen is het provinciaal domein. Hier bevinden zich een dierenpark, speeltuinen, sportinfrastructuur, een minigolfterrein, mini-cars, roeiboten, waterfietsen en een stiltepad. Internationaal befaamd is de rotsentuin. Een aantal paden door de tuin zijn bewegwijzerd voor blinden. Daarnaast is er het Begijnenbos.
De wandelclub uit Sint-Pieters Leeuw hield daar hun Lewetocht: Met 46 clubleden gingen we daar wandelen. De wandelaar kon kiezen uit een zestal afstanden. Ik koos voor de 21km. Die gingen na het provinciaal domein naar het Hallerbos.
Na het verkrijgen van onze inschrijvingskaart konden we beginnen aan de wandeling. Iedere wandelaar moest zijn inschrijvingskaart tonen aan de ingang van het domein, zoniet kon men niet binnen.
De startzaal , gelegen op een 300tal meter van het domein van Huizingen.
Aangekomen op het domein met zicht op het kasteel. Het provinciedomein Huizingen is 91 ha groot met een wandelbos en een roeivijver. Er zijn verschillende sportaccommodaties en een minigolf.
Zicht op de vijver
Na een korte passage door het park, gingen we richting Dworp,langs holle wegen, glooiende en kronkelende paadjes door het Krabbos en langs de Kapittelbeek. Begijnenbos, de Solheide en langs de Molenbeek.
Veel afwisseling, tijdens het eerste gedeelte.
Het was heerlijk wandelen tussen de bomen.
Mooi zicht.
Het landschap bestaat er uit een lappendeken van weilanden, akkers en bosjes met links en rechts kabbelende beekjes. Door de vele hellingen krijgt de streek ook wel eens de naam van Brabantse Ardennen.
Na onze rust te Dworp moest de wandelaar vanaf de 21km hier een mooi lus maken richting Hallerbos van 9.6km.
Op weg naar het Hallerbos.Wandelen door gebieden met klinkende namen zoals het “Keldergat”, “Dries”, het “Tranendal” en de “Kruisberg” naar het hartje van het Hallerbos met zijn tapijten van geurende wilde hyacinten, tot zover het oog reikt. Terugkeer naar de rustpost op een stukje van het volledig vernieuwde Hendrik Consciencepad langs de “Kapittelbeek” (ook “Steenputbeek” genaamd). Het Hendrik Consciencepad is het allereerste toeristisch beschreven pad in Vlaanderen. Het dateert van 1935
Mooi kapelleke
De boshyacinten zijn bijna uitgebloeid.
Het Hallerbos (Frans: Bois de Hal) is een bos met een oppervlakte van 552 ha ten zuidoosten van Halle (511 ha op Hals grondgebied). Het bos is grotendeels eigendom van het Vlaams Gewest en een klein deel van het Waals Gewest en privé-eigendommen. Het Hallerbos vormt een stil recreatiegebied, dat sterk op prijs gesteld wordt door de bevolking van de omliggende sterk verstedelijkte zones. Het is zeer toegankelijk dankzij de vele paadjes, en voor een kennismaking zijn er drie wandelroutes uitgestippeld.
We konden toch hier en daar nog een heel mooi tapijt van deze bloemen zien.
Prachtig
Fier koppelke
Al dat moois
Het was heerlijk vertoeven door dit bos. Het Hallerbos is een prachtig bos, zeer aangenaam om te vertoeven. Rond half april zorgt de bloei van de boshyacint er voor een sprookjesachtig paars bloementapijt. Reken daarbij de jonge, frisgroene beukenblaadjes die net aan de bomen verschijnen en je begrijpt waarom fotografen en natuurliefhebbers van ver voorbij onze landsgrenzen dit bijzondere bos opzoeken. Bossen met zoveel boshyacinten zijn wereldwijd een unicum. Het Hallerbos markeert de westelijke zijde van het rijk van de Brabantse wouden, een machtig landschap dat via het Zoniënwoud en de Dijlevallei helemaal loopt tot aan het Meerdaalwoud en het Heverleebos in het oosten.
Hier een tapijt van daslook.
En hier wat boterbloemen.
Nog wat daslook
Na onze 2°stop in Dworp begonnen we aan het laatste deel van de tocht. Nog zo'n 7tal km te gaan.Na de rustpauze keer je terug naar de startzaal via het Provinciedomein langs de Molenbeek, door de Solheide en het Begijnenbos.
Mooi paard.
Via een steile klim gingen we richting Begijnenbos.
Ook hier was het rustig wandelen
Mooi kunstwerk
Wederom mooie vergezichten.
Via de achterkant terug aangekomen in het domein. Nu gingen we richting de rotstuin, het hart van dit park.
De rotstuin is geklasseerd en bekend tot ver buiten de grenzen van Beersel. Maar liefst 1.200 soorten rotsplanten en bloemen zijn er te vinden. Er is ook een arboretum, een bos van 55 ha met loofbomen en naaldbomen, met drie wandelpaden.;
Je kan ook een ritje maken met het treintje.
Heel prachtig
Je kan er uren door wandelen
Hier een mooi doorkijkje op het kasteel.
We passeerden voor de laatste keer langs het kasteel
Hier verlieten we het domein, om terug te keren naar de startzaal.
Aangekomen en nog wat gezellig napraten over deze mooie tocht. De wandelaars waren erg tevreden over deze tocht.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.