Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Deze keer ging ik een wandelen bij de Scheldestappers uit Zingem. Ik ging naar Gavere waar de wandelclub uit Zingem er hun Scheldevalleitocht hielden. De start was normaal in Vurste, maar wegens een belet was deze tocht verzet naar Gavere.
Gavere is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Gavere ligt aan de Schelde, tussen de steden Gent en Oudenaarde. De gemeente telt ruim 12.600 inwoners, die Gaverlingen worden genoemd. Gavere werd voor het eerst in het begin van de 10e eeuw vermeld en wel als Gavara naar gabra dat moeras betekent. In 1048 werd het, samen met het Land van Aalst waar het toe behoorde, onderdeel van het Graafschap Vlaanderen. De Heren van Gavere vormden een geslacht van machtige edelen. Het dorp Gavere was het centrum van een uitgebreide baronie die in 1518 tot graafschap en in 1540 tot prinsdom werd verheven. Lamoraal van Egmont werd de eerste prins. De burcht van de heren van Gavere dateert al van de 12e en 13e eeuw. Het speelde een rol in de Slag bij Gavere die in 1453 werd uitgevochten tussen de hertog van Bourgondië Filips de Goede en de Gentenaren die in opstand kwamen tegen de hoge belastingen. In de 16e eeuw was de burcht al in verval en in 1658 werd hij ontmanteld. Economisch was het stadje niet enkel van de landbouw afhankelijk, doch ook van ambacht en handel. Er was een weekmarkt en er waren drie jaarmarkten. In de 18e eeuw werd de linnennijverheid belangrijk. In de 19e eeuw ontstond er baksteennijverheid in de Scheldevallei. In de 2e helft van de 20e eeuw werd Gavere meer en meer een forensenplaats. Het vervult ook een streekfunctie met scholen en diensten. Vanaf 1952 was er ook een militaire basis.
Na eerst een kop koffie te hebben gedronken, begon ik aan de wandeling. Ik had voor de 22km gekozen. Het eerste gedeelte ging richting Vurste waar we de eerste rust kregen. Vandaar wandelde ik via enkele mooie paden naar Dikkelvenne.
Na de start slaan we links af richting Kasteelstraat. Na dit mooie ommetje komen we uiteindelijk bij de andere afstanden terecht. We rusten dan even uit in de voetbalkantine te Gavere.
Het traject die ik volgde
Eerst een klein eindje langs de Schelde
Ook veel afwisseling
Zicht op Militair domein.
Mooie vergezichten
Aangekomen op de rust in Dikkelvenne.
Mooie poort.
Langs dit kerkje ging de tocht verder
Na de tweede stop hier gingen we nu door het domein de Borgwal.
Het domeinBorgwal is een groene oase met een missie. Dat klinkt misschien vreemd, maar toch is het zo. Want dit domein is veel meer dan een rolstoelvriendelijk wandelgebied van 18 hectare groot. Dit is een plek waar in de gerestaureerde hoevegebouwen van het Kasteel van Borgwal een uniek project tot leven kwam. Een project waarin inclusie het kernwoord is. Het resultaat: een fijne plek om te vertoeven, waar iedereen welkom is en geen onderscheid wordt gemaakt tussen mensen. Een leuke plaats om uit te rusten tijdens een wandeling of fietstocht. Heerlijk! Op Domein Borgwal is de Borgwalhoeve het hart van het project van de Broeders van Liefde dat werkt aan de integratie van mensen met een mentale handicap in de maatschappij.
Hier ging ik naar de volgende stop.
Na de stop ging ik terug naar het einde van deze tocht.
Ook hier kregen we veel variatie op onze weg.
Zicht op de kerk van Dikkelvenne.
Een tijdje langs het jaagpad
Hier ben ik dan terug aan de zaal. Mooie en rustige wandeling in en rond Gavere.
Er waren verscheidenen tochten in West-Vlaanderen, maar ik besloot om naar Zonnebeke te wandelen. Daar is er bijna altijd groen te bespeuren in hun wandelingen.
Zonnebeke is een Belgische gemeente in het zuidwesten van de provincie West-Vlaanderen, de streek die gekend is als de Westhoek. De gemeente omvat vijf deelgemeenten: Beselare, Geluveld, Passendale, Zandvoorde en Zonnebeke en telt ruim 12.500 inwoners. De plaatselijke bevolking spreekt van 'Zunnebeke'. De naam Zonnebeke komt van Sinnebeche. De eerste vermelding van Sinnebeche dateert van rond 1072. Dit staat in een oorkonde van de bisschop Drogo uit Terwaan. Hierin vraagt hij aan Fulpoldus, kastelein van Ieper, om in het reeds bestaande parochiekerkje een kapittel van drie kanunniken te vormen en te onderhouden. Hierdoor ontstond een klooster dat later zou uitgroeien tot de invloedrijke en machtige augustijnenabdij Zonnebeke. Iets verderop vestigde zich een benedictijnse vrouwengemeenschap, de Nonnenbosabdij. De godsdiensttroebelen dreven haar eind 16e eeuw tot een verhuis naar Ieper. De mannenabdij bleef zo'n goede 700 jaar het centrum van cultureel, bestuurlijk werk en economie van het dorpje, tot de Franse Republiek in 1797 alle kerkelijke goederen in beslag nam en verkocht. De paters werden daarna verbannen. Rond Zonnebeke hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog heel wat gevechten plaats. In de deelgemeente Passendale bevindt zich het Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats ter wereld. In 2017 werd de Zonnebeke Church Dugout voor korte tijd voor het publiek opengesteld, een ondergrondse schuilplaats voor Britse soldaten onder de toenmalige kerk van Zonnebeke.
De start van deze tocht was in het Zonnerad. Toen ik aankwam was er nog heel weinig volk. Sinds de weerbots van het coronavirus zijn de wandelingen niet meer hetzelfde als ervoor. Ik wachtte op een paar vrienden, vooraleer ik aan de wandeling begon.
Geniet van de zomer in het landelijke Zonnebeke met zijn nieuwe groene long: natuurgebied Haneveld. Mooi parcours richting Sint-Juliaan met pittoreske plaatsjes, landelijke wegen en mooie zichten. Alle afstanden gingen richting het kasteelpark(de grotere afstanden hadden een grotere ronde in het park) daarna via de ijzerweg naar de rustpost Inge Mille,daarna doortocht in het natuurdomein Haneveld, dan via onverhard en rustige wegen naar rustpost Hazebrug in Sint-juliaan, daarna terug naar startplaats met de doortocht in het rustbos(lus).20 km (22,40 km): eerste deel idem 15 km tot aan rustpost Hazebrug, daarna een plaatselijkelus van (4,40 km) met passage aan het Canadees monument (‘Canadien’ of ‘The Brooding Soldier) na tweede rust in Hazebrug terug met door tocht in de twee stukjes rustbos (lus) , tweede stuk rustbos alleen voor de 20 km en 26 km.
Parcours die ik volgde.
Na de start direct richting Kasteelpark.
Hier vader en zoon.
Heel mooi park om er te wandelen.Het historische kasteeldomein van Zonnebeke huisvest het Memorial Museum Passchendaele 1917, de gemeentelijke bibliotheek ‘De Letterschuur, de Koklikoo en de Toeristische Dienst van Zonnebeke. Dit is het ideale vertrekpunt voor een ontdekkingstocht doorheen Zonnebeke. Ook vertrekken er verschillende wandel- en fietsroutes langs autoluwe paden. Op minder dan drie kilometer liggen ondermeer het bekende Polygoonbos en Tyne Cot Cemetery, de grootste begraafplaats van de Commonwealth ter wereld. Naast de balie van het museum vind je in het bezoekerssalon alle nodige informatie, ook voor wie gewoon wil wandelen, fietsen of een plekje zoekt om lekker te eten.
Ook vandaag was het aangenaam wandelweer, enkel wat meer wind dan de dag ervoor.
Zicht op het Menorial museum 1917
Nu wandelen we richting de steenbakkerij.
Hier aangekomen in het natuurdomein.
Dit stukje natuur volgden we tot richting 1° rustpost
Na onze eerste stop waar we ook een gratis ijsje kregen van de wandelclub mits vertoon van de inschrijvingskaart gingen we richting Sint Juliaan.
Mooie wegwijzer.
Hier een bekend figuur.
mooie zichten
Bijna aan onze 2°rust in Sint Juliaan.
De kerk van Sint-Juliaan. De grotere afstanden maakten hier een mooie lus.
Hier wandelden we langs de Hanebeek.
Nogmaals Ludo in actie.
Hier waren we aan de Canadien.The Brooding Soldier is een Canadees oorlogsmonument nabij de Belgische plaats Sint-Juliaan in de Westhoek. Het staat er op de Vancouver Corner aan het kruispunt van de N313 met de weg Langemark-Zonnebeke. Het is ontworpen door F. C. Clemenshaw en werd onthuld op 8 juli 1923 om 11 uur. The Brooding Soldier, in de volksmond ook bekend als "Den Canadien", is opgedragen aan de meer dan 2000 Canadese militairen die het leven lieten bij de eerste gasaanval tijdens de Tweede Slag om Ieper in de Eerste Wereldoorlog. Het monument is een 10 meter hoog granieten beeld van een Canadese soldaat, rustend op zijn geweer. Deze houding, "arms reversed", is de traditionele militaire groet aan de gesneuvelden. Het beeld staat op een vierkant plateau met aan elke zijde een boogvormige uitsprong. Het park met rozen, coniferen en juniperussen rond het monument duidt de richtingen aan naar Ieper, Boezinge, Hooghe, Zonnebeke, Passendale, Poelkapelle en Langemark, plaatsen die in de slag een bijzondere rol vervulden. De struiken, gesnoeid in de vorm van artilleriegranaten en de lage struiken aan de zijkanten van de sokkel moeten het front uitbeelden met de oneffenheden die ontstonden door granaattrechters. De aarde rond het monument is afkomstig uit Canada. Het monument werd ontworpen door Frederick Chapman Clemesha, die met het ontwerp tweede werd in een architectuurwedstrijd van de Canadian Battlefields Memorials Commission, die op acht sites in Europa een monument zou oprichten. Het werd op 8 juli 1923 onthuld in aanwezigheid van prins Leopold van België, prins Arthur, hertog van Connaught en de Franse maarschalk Ferdinand Foch. The Brooding Soldier werd in 2009 als monument beschermd.
Terug na de lus in Sint Juliaan.
Na de 2°maal gingen we terug naar het einde
Ook hier kregen we een kort stukje natuur.
Nog één van de vele oorlogs begraafplaatsen.Bridge House Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in de Belgische gemeente Langemark-Poelkapelle. De begraafplaats ligt een kilometer ten zuiden van het gehucht Sint-Juliaan en werd ontworpen door Arthur Hutton. Het terrein heeft een rechthoekig grondplan met een oppervlakte van 196 m² zonder het toegangspad, en is omgeven door een natuurstenen muur. Het Cross of Sacrifice staat aan de toegang. De begraafplaats is vanaf de weg bereikbaar via een graspad van 27 m. Deze begraafplaats werd eind september 1917 aangelegd door de 59th (North Midland) Division en werd genoemd naar een boerderij in de nabijheid van een brugje over de Steenbeek. Deze boerderij werd geregeld door een aantal eenheden gebruikt als medische post. Met uitzondering van 5 graven behoren alle gesneuvelden tot de eerder genoemde divisie waarvan de soldaten gesneuveld zijn tussen 26 en 28 september 1917 tijdens de slag om Polygon Wood. Eén slachtoffer (W. Baker) sneuvelde op 16 augustus 1917. Er liggen 45 Britten begraven waaronder 4 niet geïdentificeerde. In 2009 werd de begraafplaats als monument beschermd.
Op het einde kregen we nog een 2tal nieuwe stukjes natuur waarvan je de toelating moet krijgen van Natuurpunt om er door te wandelen.
Mooi.Deze wandeling loopt over doorgaans onverharde paden. Bij de brug over de A19 is er ruimte om veilig te parkeren. Je kan ook starten in St.-Juliaan, bij de kerk. Het Haneveld is een nieuw natuurgebied dat zich achter de steenbakkerij bevindt. Dit is een heel aangename wandeling. Hier zijn geen knooppunten of bewegwijzerde wandelingen en zo kom je nog eens op een plek waar je nog nooit voorbij kwam. Het gebied is echt landelijk maar er is altijd wat lawaai van de A19 en de steenbakkerij.
Nog een laatste blik op een vergezicht vooraleer we terug aan het Zonnerad aankwamen. Hele mooie wandeling, ook hier was de opkomst niet al te groots.
Het was goed wandelweer en ik besloot om naar Schuiferskapelle een wandeling te maken van de wandelclub Wattewystappers uit Tielt.
Schuiferskapelle is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Tielt. Het is een landelijk dorpje, ruim drie kilometer van Tielt-centrum. Het telt een 1000-tal inwoners. Schuiferskapeelle was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Schuiferskapelle ligt in Zandlemig Vlaanderen, en wel op het Plateau van Tielt. De hoogte bedraagt 16-32 meter. Iets ten zuiden van het dorp ligt een cuestarug die grofweg van Pittem naar Aarsele verloopt. Ten zuiden van Schuiferskapelle verloopt de Kapellebeek in noordoostelijke richting, waar hij uitmondt in de Poekebeek. Enkele beken lopen naar het noorden af en komen uit in de Ringbeek. Schuiferskapelle was een gehucht dat deel uitmaakte van de stad Tielt, waar het ressorteerde onder de Roede van Tielt, als deel van Tielt-Buiten. Schuiferskapelle werd pas in 1862 een zelfstandige gemeente (wet van 8 augustus). Kerkelijk keert Schuiferskapelle echter terug tot in 1242, wanneer de heer van Meulebeke en zijn echtgenote het kapittel van Harelbeke schenken. Deze kapel blijkt de Onze-Lieve-Vrouwkapel te zijn, gelegen binnen de heerlijkheid Hulswalle. Deze heerlijkheid omvatte een groot deel van het huidige Schuiferskapelle.
De start was vanuit de polyvalentezaal Club77. Na een kop koffie te hebben gedronken besloot ik aan de wandeling te beginnen. Ik koos voor de langste afstand.
Genieten in de onbewandelde streek van de Tieltse deelgemeente. Landelijke verrassingen, rustige landbouwwegen en goed begaanbare dreven en wegels. Op verkenning naar Egem en verder door het heuvelend agrarisch gebied naar de heuvelrug van Tielt.
Gisteren in Oost Vlaanderen, vandaag ging ik wandelen in de provincie Limburg. Ik reed naar Hechtel waar de wandelclub de Bosdravers uit Eksel er hun Zomertocht hielden.
Hechtel is een dorp en tot 1977 een zelfstandige gemeente in het noorden van de Belgische provincie Limburg. Sindsdien is het een deelgemeente van Hechtel-Eksel. Ten westen van Hechtel ligt een groot heidegebied, dat vrijwel geheel wordt ingenomen door een militair domein, bekend als het Kamp van Beverlo. Direct ten westen van Hechtel ligt het bosreservaat en stuifzandgebied In de Brand. Ten oosten van Hechtel ligt de Resterheide met de Begijnenvijvers, die zich bevinden in de Bolissenbeek, die de oostgrens van de gemeente vormt en naar het noorden stroomt. Hier is ook de waterscheiding: de Zwarte Beek ontspringt hier ook, maar stroomt ten zuiden van Hechtel, in westelijke richting. Ten noorden van Hechtel vindt men de bovenloop van de Grote Nete, die eveneens in westelijke richting stroomt.
De start van deze wandeling was vanuit het Don Bosco College in Hechtel. Men kon kiezen uit 2 verschillende lussen van elk 10km, dan nog een lus van 7 en 8km en een aparte van 4km.
Wandelen door het duingebied en het brongebied van de Zwarte Beek. Geniet even mee met de foto's
Startzaal Don Bosco College
De kapel van deze school
Ik begon met lus 10A.Op weg naar de natuur.
Heel veel variatie
Zicht op de Noord-Zuid verbinding.
Nu op weg naar de bossen.
Heel rustig om er te wandelen
Op naar onze eerste rust.
Mooie zichten
Zicht op de visvijvers. De kantine van deze visclub was onze eerste rust.
Via knuppelpaden ging ik verder door het domein.
Wat verder aan het sportterrein was onze 2° rust.
Terug aangekomen aan de startzaal, daarna begon ik aan de lus 10B.
Mooi kapelleke.
daarna was het terug de natuur in.
Prachtig om te wandelen en een aangename temperatuur.
Wichelen is een plaats en gemeente in de Denderstreek en het Scheldeland in de provincie Oost-Vlaanderen in Belgiė. De gemeente telt ruim 11.000 inwoners, die Wichelaars worden genoemd. Wichelen ligt aan de Schelde. In het eigen dialect wordt de plaatsnaam als "'wiχəln" (Wiecheln) uitgesproken. De gemeente bestaat sinds 1977 naast Wichelen zelf nog uit de deelgemeenten Schellebelle en Serskamp. Wichelen en Schellebelle liggen aan de Schelde; Serskamp ligt iets meer zuidwaarts. Vroeger behoorde ook Schoonaarde tot Wichelen, maar in 1873 werd het bij koninklijk besluit afgesplitst van Wichelen. Dit gebeurde vooral op aandringen van de inwoners van de wijk Eegenen, die opzagen tegen de verre verplaatsingen naar de hoofdkerk in Wichelen.
De start van deze wandeling was in De Meander. De wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen.
Genieten in het mooie natuurgebied van de Bergenmeersen en langs de bloeiende Scheldeboorden. Rustige, landelijke wegen en uitgestrekte groene velden ontdekken via trage wegen.
Vandaag ging ik naar Oudenaarde om er deel te nemen aan de Ronde van Vlaanderen.
Oudenaarde (Frans: Audenarde) is een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De stad ligt 30 km ten zuiden van Gent en telde op 1 januari 2021 31.650 inwoners, die Oudenaardenaren of Oudenaardisten worden genoemd. Eertijds was de stad in heel Europa bekend om haar wandtapijtenproductie, een nijverheid die haar bloeiperiode meemaakte in de zestiende eeuw, maar nog bleef voortduren tot in de achttiende eeuw. Vandaag wordt de stad weleens de parel van de Vlaamse Ardennen genoemd. De start was vanuit de Qubus. De wandelaars konden uit een 6tal afstanden kiezen van 6km tot 42km. Er waren 2 afstanden (21-27km) die je via een shuttledienst tot in Kerkhove bracht om daar de tocht aan te vangen waarbij je 3 heuvels te verwerken kreeg(Kwaremont-Patersberg en de Koppenberg). met dit warm weer verkoos ik de 18km te wandelen die toch bijna 20km was te wandelen.
Alle afstanden wandelen achter het station om wat verder door het Liedtspark te gaan. De 6km gaat langs de mooie vijver van het park en door het centrum van de stad. De andere afstanden gaan de Schelde over en wandelen langs de jachthaven naar Leupegem. Via de tunnel gaat het naar de rustpost Oudenaardse betoncentrale. De 18-35 en 42km gaan nu langs de Schelde , en een oude scheldearm wordt een lange tijd gevolgd. Ze bereiken iets verder hun rustpost te Melden. De grootste afstanden (35-42) gaan een lus maken richting de Koppenberg. De 18km keert nu kort langs een rustig baantje terug naar de rustpost OBC. Na de 2°maal gaan de afstanden12-18km langs de andere kant van de Schelde richting het Speibos. We moeten de Schelde over, en aan de Meerspoort komt ook de kleinste afstand erbij en gaan tenslotte naar het einde van de tocht via enkele paadjes en de stationsparking. Ik had toch iets meer van deze wandeling verwacht.
De stadstuintjes
Het Liedtspark
Zicht vanop de brug richting centrum
Tot aan de rustpost was het niet veel zaaks, bijna alles was door de straten tot aan het industrieterrein in Leupegem.
Hier verliet ik voor de 1°maal OBC.
Men moest nu deze Scheldearm volgen tot in Melden, dus meer dan 3km langs het jaagpad.
Hier een zicht op Melden.
De kerk van Melden, hier verlieten de grootste afstanden en gingen dan richting de 3 heuvels om dan later terug te keren naar de rustpost
Het enigste paadje die we kregen om terug naar OBC te gaan , de rest was asfalt en beton.
Gelukkig kregen we af en toe nog een mooi zicht richting de Koppenberg.
Hier een versierde gevel.
Nog een zeldzaam zicht op de Vlaamse Ardennen.
Op de terug weg naar de startzaal moest men de andere kant van de Schelde volgen.
Zicht op de kerk van Oudenaarde
Het enige stukje groen die ik op de 18km kreeg.
Het 't Spei ligt net buiten het centrum van de stad, op het grondgebied van de deelgemeenten Oudenaarde, Bevere en Leupegem. In 1988 werd in het kader van de actie 'Plant een bos' een gemengd loofbos aangeplant van ruim 3 ha. Verschillende plaatselijke scholen werden bij deze aanplant betrokken. De actie werd bekroond door de Koning Boudewijnstichting. In 1997 werd een lokale werkgroep opgericht om het gebied verder te ontwikkelen en de optie genomen om een natuureducatieve zone uit te bouwen. In 1998-1999 werd een bomen- en struikenleerpad aangeplant: 38 verschillende boomsoorten en 24 verschillende struiksoorten werden onder de vorm van een determinatiesleutel op basis van de bladkenmerken langs een parcours uitgeplant. In het gebied is bijzondere aandacht besteed aan de zogenaamde Kleine Landschapselementen (KLE), door het aanplanten van gemengde knotbomenrijen, kaphagen, gemengde hagen en gemengde houtkanten. Hierbij werd gebruik gemaakt van streekeigen beplanting. De aanplantingen zijn gesitueerd in de buitengrenzen van het gebied. De niet beplante zone wordt ontwikkeld tot grasland met verspreid enkele ruigtes, struikengroepen en solitaire bomen. Het grasland krijgt sedert 1999 een natuurgericht maaibeheer, waarbij 2 maal per jaar wordt gemaaid met afvoer van het maaisel. 't Spei is toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang. Enkel wandelaars worden toegelaten, rijwielen blijven buiten het gebied. Er mag enkel gewandeld worden op de aangeduide wandelpaden. Uit veiligheidsoverwegingen kunnen tijdens het uitvoeren van beheerswerken gedeelten van het gebied gesloten worden voor bezoekers.
het laatste stukje groen alvorens men terug door de straten van Eine gingen tot de startzaal. Men kon zeker heel wat meer uithalen qua natuur voor deze tocht.
Vroeg uit de veren, want het ging heel warm worden, reed ik naar Kalken waar de wandelclub uit Merelbeke er hun Kalkense Meersentocht hielden.
Kalken is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Laarne. Oude vermeldingen van de plaats gaan terug tot 1170 en 1213 als Calkine. Later vindt men de vormen Kalkine, Calckene, Kalkene, Calcken en vanaf 1937 ten slotte Kalken. Volgens Maurits Gysseling vindt de benaming Kalken zijn oorsprong in het woord Kalekinion, wat zoveel betekent als nederzetting in de bocht van een rivier, of meander. Die rivier is in dit geval de Schelde.De parochie ende heerlijkheid van Kalken hoorde tot 1228 toe aan de heren van Dendermonde. Via de heren van Zottegem en de heren van Massemen verkreeg het stamhuis van de Vilains in de vijftiende eeuw door aanhuwelijking de heerlijkheid en behield ze die tot aan het einde van het ancien régime. Kalken vormde samen met Zele, Hamme, Berlare, Overmere, Uitbergen, Laarne, Grembergen, Moerzeke, St-Gillis-Zwijveke-Denderbelle, Baasrode, Lebbeke, Opwijk, Wetteren en Schellebelle het Land van Dendermonde. Die dorpen stonden onder het gezag van het Leenhof van Dendermonde en van haar Hoofdschepenbank, de schakel tussen het dorpsbestuur en de overheid van het land. Het Kalkense bestuur diende in eerste instantie verantwoording af te leggen aan enerzijds de heer van de heerlijkheid van Kalken en anderzijds aan de Hoofdschepenbank van Dendermonde. De relatie Hoofdschepenbank - plaatselijke schepenbank was vooral van contributionele aard. Kalken omvatte de heerlijkheid Kalken, het laatschap van Nonnenbos (Nieuwenbos, ten noorden van Kalken op de wijk Beervelde) en de heerlijkheid van de Nieuwe Gaver (in het noordwesten van Kalken). Raveschoot, dat bestuurlijk en rechterlijk afhing van Wetteren voor de periode 1228-1806, werd omgeven door Kalken. In 1921 werd 410 hectare van het grondgebied afgestaan om deel uit te maken van een nieuw gevormde gemeente Beervelde. In 1977 fuseerde Kalken met Laarne.
De start was vanuit de Parochiezaal Breughel en de wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen. De grootste afstand(30km) was geschrapt voor de hitte. Ik besloot de 18km te wandelen die in werkelijkheid bijna 20km was.
Ik moest eerst een lus maken richting Overmere en had dan in de startzaal een rust. Daarna moest men het parcours van de 12km volgen richting Uitbergen, waar de centrale rustpost was. Na de rust terug door de meersen en een stukje langs de Kalkense vaart om dan opnieuw de startzaal te bereiken.
Het te volgen parcours.
Op weg door de meersen
De zon begon al aardig warmte te geven.
We kregen veel afwisseling
Mooie zichten
De Kalkense meersenis een natuurgebied tussen Kalken, Overmere, Uitbergen, Schellebelle en Wetteren en is ruim 100 ha groot. Als een van de grootste overblijfselen van de Scheldemeersen vormt het een laaggelegen vochtig gebied in de voormalige overstromingsvlakte van de Schelde. Door het gebied loopt ook een oude Scheldearm, die bij een rechttrekking van de Schelde werd afgesneden.
Een jagende reiger
Ook de ooievaar liet zicht opmerken
Hier een overblijfsel van een V1.Op 24 december 1944, op kerstavond, viel een V-1 aan de Menneweg te Kalken. Hierbij verloren twee jongens, Roger Hoogewys (13) en Adolf Vereecken (8), het leven. Naast gewonden was er heel wat schade aan huizen en een fabriek. Bij graafwerken in 2014 werden resten van de vliegende bom gevonden. Ze werden verwerkt in een monument om de herinnering aan die dag levendig te houden
Aandenken
Na de rust in de startzaal begon ik aan het vervolg van de wandeling, hier voorbij de kerk van Kalken.
Nu ging het richting Uitbergen via een uitloper door Schellebelle.
Ook nu terug veel natuur.
Af en toe een infobord.
Hier op de dijk richting Uitbergen.
Na de rust bij de visvijver in Uitbergen, ging ik terug naar Kalken, wederom door de Meersen.
Prachtige zichten, heel dor
Volledig droog.De gebieden waren te nat om te voldoen als bouwgrond. Tot in de 19e eeuw werd hier turf ontgonnen. Zo ontstonden poelen die vogels aantrekken. Het is een aaneensluiting van de Kastermeersen (Wetteren), Broekmeers (Kalken), Springels (Wetteren), wijmeers (gecontroleerd overstromingsgebied Uitbergen), Molenmeers (Kalken), Scherenmeersen (Overmere) en Belham (aan de Bellebeek - Den Aard). Het bestaat uit nat grasland met grachten en poelen met rietkragen en knotwilgrijen rond een oude Scheldearm. Het gebied is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Schelde en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent'
Heel prachtig om er door te wandelen.
De wandelaar kon zich niet schuilen voor de zon, dus een hoofddeksel was aangeraden .
Een zicht op Schellebelle
Hier enkele Galloway runderen die de schaduw opzochten.
Hier door Schellebelle.
Heel wat ganzen en meeuwen kwamen hier wat rusten.
Nog deze weg volgen en ik kwam terug aan de startzaal. Een prachtige natuurwandeling, zeker de moeite waard.
Vandaag stond Vinderhoute op mijn lijst om er een wandeling te maken. Vinderhoute is een dorpje in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en sinds begin 2019 een deelgemeente van Lievegem. Vinderhoute was een zelfstandige gemeente tot het begin 1977 met Lovendegem fuseerde. Het heeft een oppervlakte van 3,66 km² en telde op 1 januari 2002 1321 inwoners. Het dorp ligt iets ten westen van Gent, aan de kruising van het kanaal Gent-Brugge en de Ringvaart. De dorpskern bestaat uit laagbouw met relatief veel groen en enkele kasteeltjes. De Kale loopt door Vinderhoute.
De start van deze wandeling was aan het Gemeentelijk Sportterein. Ik was er vroeg en moest al een heel eind verder de wagen parkeren. Het beloofde een warme dag te zijn. Een natuurtocht door Vinderhoute met zijn kasteeldomeinen, groene natuurgebieden en door de Gentse natuurreservaten. Rustpost in het Landgoed de Campagne. Na iets te hebben gedronken besloot ik aan de wandeling te beginnen.
Ook deze wandeling was heel mooi en rustig. De wandelaars hebben veel natuur gekregen.
Na gisteren te hebben gewandeld in Zonnebeke, ging ik vandaag naar Grammene.
Grammene is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Deinze. Het is een landelijk dorp aan de Leie en de Oude Mandel, in Zandlemig Vlaanderen. Grammene werd voor het eerst vermeld in 1121, als Grimmine, wat zoiets als grimmig zou betekenen. De heerlijkheid Grammene behoorde in de 12e en 13e eeuw toe aan de familie Grammina; in de 14e eeuw Van Schuurvelde; eind 14e eeuw De Tolenaare; van 2e helft 15e tot 1e helft 17e eeuw De Beer; Vanden Heede (1e helft 17e eeuw) en de baronnen van Poeke in de 18e eeuw. Het patronaatsrecht van de kerk was in handen van de Sint-Baafsabdij te Gent. In 1855 werd de spoorlijn van Deinze naar Tielt aangelegd, welke vlak langs de dorpskern loopt. Tijdens de Duitse invasie van België in 1914 werd de burgemeester van Grammene door het Duitse leger gedood.(wikipedia)
De start was vanuit de zaal Leiezicht en de wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen. Zeer landelijke en rustige wandeling, de natuur in. Langs vele nieuwe onverharde wegels naar het landelijke Wontergem.
Het parcours van de 20km die ik volgde
Mooie vergezichten
Veel afwisseling
Op weg naar Wontergem
Zicht op Wontergem
De kerk van Wontergem. Wontergem is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Deinze sinds 1977. Wontergem ligt ten westen van Deinze zelf, tegen de grens met West-Vlaanderen, bij de Oude Mandel. De bevolking bestaat grotendeels uit landbouwers en forensen. Guido Gezelle heeft er een gedicht over geschreven. Wontergem werd voor het eerst vermeld omstreeks 1019-1030 als Guntrengem. In 1320 werd de naam Wontergem voor het eerst gebruikt. Wontergem maakte deel uit van het Land van Nevele. Naast diverse heerlijkheden had ook de Abdij van Drongen hier bezittingen. In 1905 vestigden zich hier de uit Dentergem afkomstige Zusters van Sint-Vincentius. Zij stichtten hier een school.
Na onze stop in Wontergem moest de 20km hier een mooie lus maken.
Lucien Buyse.
Hier een aandenken van Lucien Buyse. Lucien Buysse (eigenlijk: Buyze) (Wontergem, 11 september 1892 – Deinze, 3 januari 1980) was een Belgisch beroepswielrenner van 1913 tot 1933. Zijn wielerloopbaan begon in 1914 toen hij in de Ronde van Frankrijk van start ging maar de eindstreep niet haalde. Na de Eerste Wereldoorlog kwam hij in 1919 weer terug in de Tour, maar stapte wederom onderweg af. Het jaar daarop behaalde hij wel een derde plaats in de klassieker Parijs-Roubaix. In 1923 reed hij de Ronde van Frankrijk wel uit en eindigde op een achtste plaats. In de edities van 1924 en 1925 reed hij in de Franse ploeg Automoto voor kopman Ottavio Bottecchia. Hij werd derde in 1924 en, na een heftige discussie met Bottecchia, tweede in 1925 achter de Italiaan. De Tour van 1926 was de langste in de geschiedenis (5745 km), met zeventien etappes van gemiddeld 338 km. Lucien Buysse - zijn broers Jules en Marcel waren ook in koers - nam in de tiende etappe de leiding door tijdens een geweldige sneeuwstorm op de Col d'Aspin in de Pyreneeën de aanval te kiezen, waardoor hij bijna een uur voor kwam te liggen op zijn kopman Bottecchia. Bottecchia stapte af en Buysse arriveerde in Parijs als winnaar.Lucien Buysse won in zijn loopbaan in totaal vijf Touretappes: een in 1923, twee in 1925 en twee in 1926. Ook zijn broers Marcel Buysse en Jules Buysse waren bekende wielrenners.;
Terug aangekomen aan de kerk van Wontergem. na de tweede rust, ging ik terug richting startzaal.
Een hele rustige wandeling met heel veel afwisseling.
Vandaag reed ik richting Zonnebeke, om daar deel te nemen aan een wandeling van de Drevestappers.
Zonnebeke is een Belgische gemeente in het zuidwesten van de provincie West-Vlaanderen, de streek die gekend is als de Westhoek. De gemeente omvat vijf deelgemeenten: Beselare, Geluveld, Passendale, Zandvoorde en Zonnebeke en telt ruim 12.500 inwoners. De plaatselijke bevolking spreekt van 'Zunnebeke'. De naam Zonnebeke komt van Sinnebeche. De eerste vermelding van Sinnebeche dateert van rond 1072. Dit staat in een oorkonde van de bisschop Drogo uit Terwaan. Hierin vraagt hij aan Fulpoldus, kastelein van Ieper, om in het reeds bestaande parochiekerkje een kapittel van drie kanunniken te vormen en te onderhouden. Hierdoor ontstond een klooster dat later zou uitgroeien tot de invloedrijke en machtige augustijnenabdij Zonnebeke. Iets verderop vestigde zich een benedictijnse vrouwengemeenschap, de Nonnenbosabdij. De godsdiensttroebelen dreven haar eind 16e eeuw tot een verhuis naar Ieper. De mannenabdij bleef zo'n goede 700 jaar het centrum van cultureel, bestuurlijk werk en economie van het dorpje, tot de Franse Republiek in 1797 alle kerkelijke goederen in beslag nam en verkocht. De paters werden daarna verbannen. Rond Zonnebeke hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog heel wat gevechten plaats. In de deelgemeente Passendale bevindt zich het Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats ter wereld. In 2017 werd de Zonnebeke Church Dugout voor korte tijd voor het publiek opengesteld, een ondergrondse schuilplaats voor Britse soldaten onder de toenmalige kerk van Zonnebeke. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen de gevluchte inwoners terug. De gemeente begon aan heropbouw. Architect Huib Hoste had er een groot aandeel in. Hij ontwierp namelijk de plannen van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, maar ook de toenmalige gemeenteschool, de pastorij en een huizenrij in de Roeselarestraat. Architect Antoon Dujardijn uit Brugge tekende het gemeentehuis dat een heleboel vernieuwingen heeft meegemaakt. Hieraan gebeurden nog aanpassingen in 1975 en 1994 en kwam een nieuwe inkom met onthaal in 2011.
De start van deze wandeling was aan de feesttent. De wandelaars konden kiezen uit een 3tal lussen die elk nog eens was onderverdeeld in een lange of korte afstand.
Zomertocht langs autoluwe en onverharde wegen over een lichtgolvend parcours vanuit het gehucht Molenaarelst. Drie pittoreske, combineerbare lussen richting kasteeldomein, Polygoonbos en gehucht de Keiberg. Geniet even mee.
Prachtig domein om er te wandelen.
Kerk van Zonnebeke
Hoofdingang park
Het vroegere conciërge woonhuis.
De vijver bij het kasteel.
Zicht op het kasteel. Het Kasteel van Zonnebeke is een kasteel met bijbehorend domein, gelegen in de West-Vlaamse gemeente Zonnebeke aan Berten Pilstraat 5A. Het kasteel ligt op het domein van de voormalige Augustijnenabdij Zonnebeke, welke door het Franse bewind in beslag werd genomen en in 1797 verkocht aan handelaar J.B. Delaveleye, met uitzondering van de kerk. In de loop van de 19e eeuw werden de meeste abdijgebouwen gesloopt. Slechts de abtswoning en de abdijhoeve van 1671 bleven behouden. De abtswoning, in classicistische stijl, ging als kasteeltje fungeren. Het domein omvatte een park met vijver, een moestuin en een windmolen. De laatste was een omgebouwde duiventoren. In 1841 werd het domein gekocht door Emmanuel Iweins-Hynderick. In de tweede helft van de 19e eeuw werd het kasteeltje met een neogotische vleugel uitgebreid. Het park werd heraangelegd en er werd een neogotische muziekzaal gebouwd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden kasteel en domein verwoest. De eigenaars waren gevlucht naar Aubervilliers om in 1919 terug te keren en tijdelijk in noodwoningen te huizen. Omstreeks 1924 werd de herbouw aangevat, iets ten zuiden van de oorspronkelijke plaats, naar ontwerp van Théodore Raison. Het werd een bouwwerk in pseudo-Normandische stijl, waarbij gebruik werd gemaakt van bakstenen uit de steenfabriek van de schoonfamilie, en van stenen van de voorgaande bouwwerken. In 1982 werd het aangekocht door de gemeente Zonnebeke en tegenwoordig is het Memorial Museum Passchendaele 1917 erin gehuisvest. Het kasteel is omgeven door een park met bomen en een vijver, waarin zich een eilandje bevindt. De vijver wordt door de Zonnebeek gevoed. Het poortgebouw is van 1931 en werd in historiserende stijl uitgevoerd. Er is een conciërgewoning en een hengelhuisje nabij de vijver. Daarnaast zijn er diverse dienstgebouwen.
Prachtig gebouw.
Nog een aandenken uit WOII
Terug aangekomen aan de feesttent. Parcoursmeester en zijn rechterhand.
Hier ben ik op weg richting Polygoonbos.
Ook deze lus was heel mooi.Het Polygoonbos, of Doelbos of Den Doel is een bos in de Belgische gemeente Zonnebeke. Het is na het Zoniënwoud het oudste domeinbos van België. Het bos is ongeveer 69 ha groot en ligt 1,6 km ten zuiden van het dorpscentrum van Zonnebeke. Net ten zuidwesten van het bos loopt de snelweg A19. Het Polygoonbos is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'West-Vlaams Heuvelland'. Het bos bestaat vooral uit dennenbomen, de Corsicaanse den of zogenaamde Koekelareden, maar de laatste jaren zijn er ook loofbomen aangeplant. In de omgeving liggen nog verschillende andere, kleinere bossen, zoals het Reutelbos, Vijverbos, Nonnebossen en iets verder de verschillende bossen van de Gasthuisbossen.
Mooie zichten
Terug een hele mooie wandeling en het weer was ook heel goed.
Oost Vlaanderen wandelt: 33° Polder en Scheldetocht.
Weinig wandelingen vandaag, in Oost Vlaanderen kreeg Lebbeke de eer om Oost Vlaanderen wandelt te organiseren.
Lebbeke (Nederlandse uitspraak: [ˈlɛbeːkə]) is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen in de Denderstreek. De gemeente bestaat uit de deelgemeenten Denderbelle, Lebbeke zelf en Wieze. In 2021 telde Lebbeke in totaal 19.560 inwoners. De totale oppervlakte bedraagt 27,31 km². Lebbeke is de thuisbasis van de chocoladefabriek Callebaut.
De start van deze wandeling vond plaats in het OC De Biekorf. Er was al aardig wat volk toen ik aankwam. De wandelaars konden uit verscheidene afstand kiezen van 6 tot 50km. Ik ging voor de 32km. Deze wandeling ging voor enkele afstanden richting Wieze, en naar gelang de gekozen afstand ging die dan verder richting Herdersem en terug naar Wieze om dan finaal naar Lebbeke terug te keren.De 42 en 50km deden telkens een grotere lus. Het was heel goed wandelweer, dus ik begon er met de volle moed aan.
Dit parcours volgde ik.
Het OC De Biekorf
De kerk van Lebbeke
en hier het stadshuis.
Plezante versiering
Veel variatie qua parcours
Zicht op Watertoren
Heerlijk wandelen, een licht briesje maakte het nog aangenamer.
Enkele zonnebloemen
Aangekomen op het grondgebied Wieze. Wieze is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Lebbeke. Wieze ligt in de Denderstreek, aan de rand van de groene Dendervallei tussen Aalst en Dendermonde. Wieze, een dorp dat via een oude rivierarm met de Dender verbonden is, blijkt bewoond te zijn sinds de Gallo-Romeinse periode (vondst van een glazen wijnkruik, in een brandgraf uit de 1e of 2e eeuw en overblijfsels van bewoning, op de site Blaesveld (Bauwens-Lesenne, Bibliografisch repertorium der oudheidkundige vondsten in Oost-Vlaanderen, 1962).
Na de rust ging ik verder met de wandeling richting Herdersem, ondertussen waren er al enkele afstanden niet meer mee.
Ook hier kregen we verschillende ondergronden.
Mooie zichten
Een mooie kapel in Herdersem.
Aangekomen aan de rust in Herdersem. Na iets te hebben gedronken, moest ik terug richting Wieze via de vallei van de Beneden Dender.
Plaatselijke bierhandel
Zicht op de kerk van Herdersem
Alfons De Cock (Herdersem, 12 januari 1850 - Antwerpen, 2 maart 1921) was een Vlaamse schrijver, volkskundige en folklorist. Hij behaalde in 1869 het onderwijzersdiploma te Lier en was als onderwijzer actief tot 1904. In 1898 werd hij tot lid benoemd van de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde. In 1904 vestigde hij zich in Brussel maar trok in 1907, na het huwelijk van zijn enige dochter, naar Antwerpen. Hij ontving in 1912 de Leopoldsorde. Zijn laatste werk Vlaamsche Sagen Uit den Volksmond verscheen in 1921, het jaar waarin hij op 71-jarige leeftijd aan een beroerte overleed.In Antwerpen en in Aalst (Herdersem) is een straat naar hem genoemd. In Diegem (Machelen) is een plein naar hem genoemd.
Nu ga ik richting de vallei van de Beneden Dender.
Hier aangekomen aan het mooie domein. De Beneden-Dendervallei, tussen Aalst, Lebbeke en Dendermonde, is een prachtig open natuurlandschap van 850 hectare, waar Natuurpunt zich inzet voor betere natuurwaarden. De Dender loopt als een ader door het natuurgebied, waar bevers en reigers zich erg thuis voelen. Natuurpunt Aalst en 's Heerenbosch slaan de handen in elkaar om de Beneden-Dendervallei samen te beschermen. Het natuurgebied bestaat uit natte weiden en bossen. De oude Denderarmen zijn meestal omzoomd door schitterende rijen knotwilgen. Denderbellebroek is een vochtig laaggelegen gebied met hooilanden. Het is een zeer open gebied, met een randzone van populier- en elzenbossen. Bij een hoge waterstand van de Dender en overstromingsgevaar, wordt het broek als potpolder gebruikt. Hogedonk ligt op de linkeroever in Gijzegem, Mespelare en Hofstade. Ook hier vinden we oude Denderarmen, met daarnaast bloemrijke hooilanden en uitgestrekte rietvelden. Hannaerden tot slot, aan de zuidrand van Wieze, is een drassig gebied in de vallei van de Pasbeek, die zich een weg baant in het landschap op weg naar de Dender.
Nu en dan was het uitkijken op het smal pad, ene kant netels andere kant bramen.
Hier een zicht op de Dender.
Ik liep een heel eind door dit gebied, met aan de linkerzijde de rivier de Dender. Dit was een zalig stuk om er door te wandelen
Hier nog een apart stukje groen met wat info betreft de fauna en flora.
leuke afbeeldingen.
Deze diertjes kon men eventueel tegenkomen
Nog enkele paden vooraleer we terug in de bebouwde kom kwamen.
Eénmaal deze wegel verlaten , was het nog wat autoarme straten tot aan het OC. Dit was een hele mooie wandeling. Veel afwisseling en goed gemarkeerd. Er waren meer dan 2500 wandelaars.
Na gisteren te hebben gewandeld in Lapscheure, was vandaag Staden aan de beurt. Daar ging ik een wandeling maken van de wandelclub de Colliemolen. Mijne copain ging daar ook zijn, we hadden vroeg afgesproken, daar de temperaturen vandaag flink konden oplopen.
Staden is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt iets meer dan 11.000 inwoners. In het plaatselijke dialect (West-Vlaams) wordt de 'd' niet uitgesproken en wordt het dus Staen. In 1976 fuseerde Staden met de kleinere dorpen Oostnieuwkerke en Westrozebeke tot één gemeente. Omdat Staden het grotere dorp was, werd de naam gebruikt voor de resulterende gemeente. Naast die drie dorpskernen liggen ook een aantal kleinere gehuchten. Op de grens tussen Staden, Westrozebeke en Poelkapelle vind je het gehucht Vijfwegen. En op de grens tussen Oostnieuwkerke en Hooglede vind je het gehucht Sleihage. Beide gehuchten hadden een eigen kerk en parochie. De overige bevolking is verspreid over nog kleinere gehuchten.
De start was vanuit de plaatselijke school, waar ook werkzaamheden aan de gang waren. Eenmaal onze startkaart in bezit konden we beginnen aan de tocht.
Een rustige wandeling door de landbouwgemeente. Was blij toen ik terug aan de startzaal was, de temperatuur bedroeg dan 31°.
Deze keer ging ik een wandeling maken in Lapscheure. Een wandeling gemaakt door Levenslijn Damme.
Lapscheure is een dorpje in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Damme. Het dorp ligt in het noordoosten van de provincie, tegen de grens met Nederland. Het is een plattelandsgemeente in De Polders, met in het landschap verschillende dijken, kreken en grachten. Lapscheure bleef een zelfstandige gemeente tot 1971, toen het samen met Hoeke bij de gemeente Moerkerke gevoegd werd. In 1977 werden deze deelgemeenten van de gemeente Damme.
Het beloofde een mooie wandeling te zijn, wandelen in de polders en flirten met de Nederlandse grens. De wandeling ging richting Middelburg(Belgie) en Sint Rita(Den Hoorn) en het Leopoldskanaal.
Kerk van Lapscheure
Afwisselend parcours
Net een standbeeld
Nog een blik op Lapscheure
Veel natuurpaden richting Middelburg.
We kregen mooie zichten.
De grenspaal N 354. We zijn in de Papenpolder. De Papenpolder is een polder ten noordwesten van Middelburg, behorend tot de polders rond Aardenburg. De Papenpolder werd, als een gedeelte van het Lapscheurse Gat, in 1700 drooggelegd. Het restand van deze zeegeul is als een smalle waterloop met de naam Papenkreek nog aanwezig. Deze ging de grens tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden vormen, tegenwoordig de grens tussen Nederland en België. De Papenpolder is een internationale polder. De Papenpolder 1e deel ligt op Belgisch gebied; de Papenpolder 2e deel ligt op Nederlands gebied en heeft een oppervlakte van 45 ha. Het Belgische deel is ongeveer even groot. De Papenpolder bevindt zich tussen de grenspalen 352 en 354.
Middelburg in zicht.
Zicht op de Kerk. Middelburg is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Maldegem. Middelburg ligt in het noordwesten van de provincie, in het Meetjesland, tegen de grens met Nederland. Het is de kleinste deelgemeente van Maldegem zowel op vlak van grondgebied als populatie en was een zelfstandige gemeente tot eind 1976. Het heeft een oppervlakte van 5,86 km² en telde einde 2007 607 inwoners.
Na de rust in Middelburg gingen we richting Sint-Rita(Den Hoorn)
Mijne wandelcopain Henri
Ook hier kregen we veel natuur.
Mooie uitzichten
Leopoldskanaal
Mooie wilde tuin.
Aangekomen in Sint-Rita, werkzaamheden rond het kerkplein.
Sint-Rita Middelburg is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Maldegem. Middelburg ligt in het noordwesten van de provincie, in het Meetjesland, tegen de grens met Nederland. Het is de kleinste deelgemeente van Maldegem zowel op vlak van grondgebied als populatie en was een zelfstandige gemeente tot eind 1976. Het heeft een oppervlakte van 5,86 km² en telde einde 2007 607 inwoners.
Na de rustpost , op de terugweg richting Lapscheure
Hier wat oud spul
Terug zicht op Lapscheure. Een mooie en rustige wandeling in de polders met de Nederlandse grens.
Vandaag vroeg uit de veren, ik ging een wandeling maken bij de vrienden uit Lommel die bij de wandelclub uit Eksel zijn. De plaatselijke club, de Bosdravers ,hielden er hun vakantietocht. De startzaal was "Zaal De Geer". Ik kwam aan rond 6u30, dronk eerst nog een kop koffie, en bekeek de parcours. Zoals gewoonlijk bestaan hun wandelingen uit verschillende lussen met uiteraard verschillende afstanden. Er waren 3 verschillende lussen van 10km; nog eens onderverdeeld voor de mindere afstanden. Ik besloot om de 3 grote afstanden te wandelen en misschien nog een kleine. Ze voorspelden warm weer, dus ik begon er vroeg aan.
Eksel (vroegere spelling: Exel) is een dorp in de Belgische provincie Limburg en een deelgemeente van Hechtel-Eksel in de Kempen. De eerste vermelding van Eksel is uit 714, als Ochinsala, de basisbenaming van het gehucht Hoksent aan de rivier de Dommel. Met Ochinsala wordt vermoedelijk bedoeld 'de woonplaats van Oko': een samentrekking van de persoonsnaam Oka/Oko en van sala dat zaal, woonplaats betekent (J. Mansion). In de 11e eeuw wordt Eksel vermeld als Ekinsala en in 1153 is sprake van Hecsele, een mogelijke samentrekking van agnis (ekster) en lauha (bosje op hoge zandgrond).
Ik begon met met de lus 10A, heel veel afwisseling , onverhard en bos. Met bijna op het einde een rustpost. Geniet even mee met enkele beelden.
Zicht op de kerk
Hier de eerste splitsing, A+B naar rechts C rechtdoor.
Op het eind van deze straat de 2°splitsing, A naar links en B naar rechts.
Hier in het Bosland liep het verkeerd af, op het einde van dit pad moest men naar rechts en dan waren de pijltjes en linten weg. Ik wandelde een eindje door; was nog iemand voor mij en plots stonden we daar. Verschillende zijpaden maar geen aanwijzing dan maar de parcourmeester opgebeld om wat raad te vragen. Ondertussen kwamen er nog enkele vroege stappers aan , een heel eind terug gekeerd en via de telefoon kwamen we terug op het juiste pad.
Gelukkig kwam ik dit niet tegen in het heetst van de dag.
Heel veel afwisseling
Hier moesten we onderdoor, ondertussen heeft men het probleem opgelost zodat de andere wandelaars er geen hinder meer hadden.
Hier aangekomen op de rustpost. Ook lus B kwam hier aan. Voor de A-lus was het nog een kilometer te gaan alvorens men terug aan de startzaal was.
De afstand was kort van de rust naar de zaal dus ik ging gewoon door naar lus C. Deze was iets minder in het groen.
Veel paden
Zicht over de Noord-Zuid verbinding.
Door de Dommelvallei.
Op weg naar de Hosentkapel.
Hier aangekomen aan de Hoksentkapel.
Terug naar de startzaal.
Na iets te hebben gedronken en gegeten begon ik aan de 3°lus van 10km.
Na een 3tal km kwam ik aan de rustpost van de 1°lus.
Daarna ging ik terug richting Bosland om na een tijdje op de route van de eerste lus te komen.
Het laatste stuk van de B lus was hetzelfde of de A lus. Toen ik terug aan de startzaal kwam zag ik op de gps dat ik al bijna 34km had gewandeld en de warmte begon al een stukje te wegen. Dus geen kleine afstand meer, nog wat drinken en dan nog een 2tal uur in de wagen richting thuisfront.
De wandelclub Land van Rhode organiseerde er hun 26° Midzomertocht te Oordegem.
Oordegem is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de gemeente Lede. De plaats ligt in de Denderstreek. De heerlijkheid Oordegem behoorde achtereenvolgens toe aan de familie de Ordengem, de Laval, Turpin, Mastaing en aan de familie Vilain tot eind 18e eeuw. Ten slotte kwam ze in handen van hertogin de Laragnais. De vrijheerlijkheid Hof ter Lichtervelde was in 1544 eigendom van de familie de la Force. Oordegem was in 1801 kantonhoofdplaats.
De startzaal lag pal in de dorpskern, weinig parkeerplaatsen nabij de zaal, dus uitwijken was de boodschap. De wandelaars konden uit verschillende afstanden kiezen.
De 10-14-18 en 21 km steken de Grote Steenweg over richting Stichelendries en Ossenbroek en gaan verder over de brug van de E40 naar de rustpost te Bavegem. Daar bewandelen de 14-18 en 21km een mooie lus via de Hoogkouterstraat,Pastorijgracht en Hasseltenbroek richting het zuivelbedrijf Inex, om zo opnieuw de ruwstpost te bereiken. Daarna wandelen ze samen met met de 10km naar de startplaats. De 18 en 21km vertrekken opnieuw vanuit de start om respectievelijk de 4 of 6km aan de reeds afgelegde afstand toe te voegen.
Heel veel afwisseling tot aan de rustpost
Dit pad is niet veel bewandeld
Veel netels en braamstruiken
Het was genieten.
Mooie vergezichten
Kerk van Bavegem. Bijna terug aan de rustpost.
Een mooie tocht, een pluim voor de club om hun prachtig parcours.
Vandaag ging ik een wandeling maken in Kanegem. De wandelclub uit Tielt(Watewystappers) hielden er hun Tielt zomert.
Kanegem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van stad Tielt. Het dorp ligt in het oosten van de provincie, tegen de grens met Oost-Vlaanderen. Het is een landelijk dorp met ruim 1000 inwoners. Het draagt de bijnaam "Bloemendorp" of ook "Groen Dorp".
Het beloofde een mooie dag te zijn, met ietsje meer wolken dab de dag ervoor. De tocht ging door in de parochiezaal, de wandelaars konden uit verschillende afstanden kiezen. Ik ging voor de langste afstand.
De grote afstanden gingen richting Poeke, waar ze een mooie lus moesten maken en daarna stapten ze richting Aarsele via enkele mooie doorsteekjes om finaal terug aan te komen in Kanegem.
De Sint-Bavokerk is de parochiekerk van Kanegem, in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is een neobarokke kerk. Deze kerk wordt ook wel De kathedraal van te lande genoemd en is toegewijd aan Bavo. De vorige kerk werd voor het eerst in 966 vermeld en was vanaf 1126 verbonden met de Sint-Baafsabdij te Gent.
versierde gevel
Veel afwisseling tijdens de wandeling
Zicht op Kanegem
Artemeermolen
Poeke is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Aalter sinds de fusies van 1977. Het dorp telde in 2006 546 inwoners. Poeke ligt op de grens tussen Zandig en Zandlemig Vlaanderen. Het is gelegen in de driehoek Tielt-Deinze-Aalter. Ten noorden van het dorpscentrum loopt de Poekebeek.Poeke heette in 1139 Poca. Volgens verschillende bronnen betekent poke zoveel als beek, een andere mogelijkheid is dat Poca afgeleid is van het Keltisch, daar betekent het aangenaam, mooi. Het dorp is ontstaan rond het kasteel, dat al in de 12e eeuw bestond. Ook de parochie is in die tijd gesticht door de heren van Poeke. Poeke was tot 1977 een zelfstandige gemeente en werd nadien deel van Aalter.
Aangekomen aan de Parochiezaal in Poeke. Na iets te hebben gedronken begon ik hier aan de lus richting het kasteeldomein.
De ingang van het domein.
Het kasteel van Poeke is een kasteel bij Poeke, een deelgemeente van Aalter in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Het gebouw is volledig omgeven door water en is zowel voor- als achteraan toegankelijk via een brug. Wanneer de eerste burcht op die plaats gebouwd is kan niemand achterhalen maar zeker is dat Poeke in 1139 reeds werd vermeld. Het gebouw heeft wel een voorname rol gespeeld in het conflict tussen Lodewijk van Male en de Gentenaars in 1382. In datzelfde jaar sneuvelde Eulaard II van Poeke, toen hij aan het hoofd van de grafelijke troepen bij de slag op het Beverhoutsveld de opmars van de Gentse milities trachtte tegen te houden, eerder hadden ze zijn burcht ingenomen. De kasteelheren van Poeke waren trouwe vazallen van de graaf van Vlaanderen. Zo was Anastasia van Oultre, tweede vrouw van Eulaard III van Poeke, hertrouwd met Robert van Vlaanderen, bastaardzoon van Lodewijk van Male. In 2021 werd het kasteel gekocht door Toerisme Vlaanderen
Bij een volgende Gentse opstand in 1452 tegen Filips de Goede, werd de burcht van Poeke ingenomen door de Gentenaars. De Bourgondische Jacques van Lalaing, een vooraanstaand ridder van het Gulden Vlies sneuvelde onder verdedigingsgeschut. Op 5 juli 1452 werd hij teruggenomen door de hertog en de aanwezige 87 Gentenaars werden opgeknoopt en het gebouw verwoest. De wederopbouw liet vermoedelijk meer dan een eeuw op zich laten wachten. Na het overlijden van Jan III van Poeke in 1563, kwam de heerlijkheid in het bezit van de familie de Mastaing, verre verwanten van de heren van Poeke. Jean de Jauche, heer van Mastaing verkocht de heerlijkheid in 1588 aan Philibert Delrye. Zijn zoon Christoffel Delrye verkocht de heerlijkheid in 1597 aan Jean de Preudhomme uit Rijsel.
In de periode 1658-1664 en in 1671 liet Marc-Antoine de Preudhomme dÿHailly werken uitvoeren. Of deze werken echt het uitzicht hebben veranderd kan men niet achterhalen wegens het ontbreken van bronnen en voorstellingen uit vroegere perioden. Later waren er nog ingrijpende werken gedurende de periode 1743-1752 door Charles Florent Idesbald de Preudhomme d'Hailly, burggraaf van Nieuwpoort, Oombergen, Sint-Lievens-Esse en Schoonbergen, baron van Poeke en heer van Neuville, Kanegem en Velaine (1716 - Parijs 1792). De tuin en het imposante park rond het kasteel werden ook aangelegd op initiatief van Charles Florent Idesbald de Preudhomme d'Hailly. In het park was er één centraal punt waarop verschillende dreven uitkwamen. Vanaf dat punt kon men de hele streek overzien. Zo was er een dreef die vanaf dat centrale punt naar het terras van het kasteel liep. Andere dreven gingen in de richting van de kerken van Poeke, Lotenhulle, Ruiselede en zelfs Aalter. De dreven gingen later grotendeels verloren door ontbossing, toen het de familie minder voor de wind ging. In 1872 ten slotte, werd het kasteel verkocht aan Victor Pycke de Peteghem. De laatste grondige verbouwing vond plaats in 1872-1875.
Daarna maakte ik een mooi rondje door het park.
Paviljoen in aanbouw
Heel rustig en mooi om er te wandelen.
Nog een blik op het kasteel
Aan de uitgang en nu op de terugweg naar de rustpost.
De kerk van Poeke
Mooi pleintje
Terug aan de rustpost. Na wat te hebben gegeten en iets gedronken, ging ik verder naar de volgende rust in Aarsele.
Zomerbar.
Ook hier kregen de wandelaars mooie zichten
mooie zicht op de molen.
Terug veel afwisseling tijdens de wandeling
Mooie knotwilgen
Aangekomen te Aarsele.
Na de rust nog een 5tal km te gaan tot Kanegem.
Terug enkele mooie zichten
Iedere wandelaar passeerde langs het standbeeld van Briek Schotte alvorens de startzaal te Albéric (Briek) Schotte, bijnaam IJzeren Briek (Kanegem, 7 september 1919 - Kortrijk, 4 april 2004) was een Belgisch wielrenner en ploegleider. In 1941 werd hij lid van wielerclub KSV DEERLIJK, dat grootheden telde zoals Marcel Kint, André Noyelle, Dirk Baert, Marc Demeyer, Patrick Lefevere, Dirk Demol, Johan Bruyneel, Eric Van Lancker. Hij won in zijn lange carrière tweemaal de Ronde van Vlaanderen (1942 en 1948) waaraan hij twintig maal deelnam, en werd twee keer wereldkampioen (1948 en 1950). Hij nam ook viermaal deel aan de Ronde van Frankrijk (1947 tot 1950) waarin hij in 1948 tweede eindigde achter Gino Bartali. Door zijn hoekige, werkende stijl was Schotte het type-voorbeeld van de Flandrien. Hij werd de Laatste Flandrien genoemd. Een beeld van hem als wroetende renner siert het dorpsplein van Kanegem sinds 1997 (beeld van Jef Claerhout). In Desselgem werd een plein naar hem genoemd. Na zijn actieve carrière als renner was hij nog een 30-tal jaar actief als ploegleider waar hij met zijn renners ook viermaal de Ronde van Vlaanderen won. Briek Schotte zette zich eveneens in voor het vrouwenwielrennen door bij de Flandria-ploeg een afdeling voor vrouwen te maken en te begeleiden begin jaren zestig. Hij regelde onder meer kledij en fietsen. Onder meer Nicole Van Den Broeck, Denise Bral, Rosa Sels, Christiane Goeminne, Marie-Thérèse Naessens en Louiza Smits reden voor de ploeg. Het Flandria-team stopte in 1979 omwille van het faillissement van de hoofdsponsor.[1] Briek Schotte stierf in 2004 op de dag van de Ronde van Vlaanderen en kreeg een begrafenis in stijl - hij werd de kerk binnen- en buitengedragen door acht wielergrootheden uit vier generaties, onder wie vier wereldkampioenen: Rik Van Looy, Benoni Beheyt, Eddy Merckx, Freddy Maertens, Roger De Vlaeminck, Eric Leman, Seán Kelly en Frank Vandenbroucke. Een wielerwedstrijd, de GP Briek Schotte, is naar hem vernoemd, deze wordt gereden in Desselgem, een deelgemeente van Waregem. Zijn graf is terug te vinden op de begraafplaats van Waregem, de stad waar hij ook ereburger van was. Schotte woonde jarenlang in deelgemeente Desselgem. In 2010 was Desselgem "dorp van de Ronde van Vlaanderen".
Het was een hele mooie wandeling ,een dikke proficiat aan de wandelclub uit Tielt.
Na jaarlijkse gewoonte organiseerde de wandelclub uit Wervik hun Barbecuetocht te Kruiseke.
Kruiseke of Kruiseik is typisch landbouwgehucht in de Belgische stad Wervik. De dorpskern - enkele erven, drankgelegenheden, winkels en een huizenrij - ligt een viertal kilometer ten noorden van het centrum van Wervik op 38 meter boven de zeespiegel in een heuvelachtige omgeving, bovenop de glooiing van de Leievallei. De naam Kruiseke zou teruggaan op het feit dat de eerste geloofsverkondigers de ingewortelde boomaanbidding niet konden uitroeien. Aan verschillende bomen werd een kruis aangebracht, waaronder de vermaarde eik tussen Wervik en Geluwe. De grote weg N8 Brussel-Kortrijk-Ieper-Kust passeert nabij de dorpskern. Kruiseke raakte bekend, toen het in het middelpunt van de gevechten van de Eerste Slag om Ieper lag. Het Duitse 16de Beierse reserveinfanterieregiment, waarbij Adolf Hitler diende, deed op 29 oktober 1914 een tweede poging door te breken in Kruiseke nabij Geluveld. Na drie dagen moesten ze de gevechten staken. Op 31 oktober 1914 veroverden ze Geluveld wel maar verloren daarbij meer dan de helft van hun manschappen. De volgende dag namen ze Wijtschate in, maar verloren Geluveld aan de Britten. Op 11 november 1914 vielen de Duitsers opnieuw Ieper aan via de Meenseweg (komende van Menen) ter hoogte van Kruiseke. Ze waren met hun 18.000 manschappen duidelijk in de meerderheid, maar konden de 8.000 Britten die hun de toegang ontzegden niet verslaan.De volgende dag viel de eerste sneeuw wat voor een adempauze zorgde. De manschappen groeven zich in en bereidden zich voor op de komende winter. Nadien schoof het front enkele kilometers verder op, zodat Kruiseke net buiten de frontlinies kwam te liggen, maar nog steeds in de gevarenzone. In 1918, bij het ultieme tegenoffensief, werd minder gevochten om en rond Kruiseke. Toch lag Kruiseke voor 90% in puin, en het was zelfs onmogelijk om de wegen te herkennen.[bron?] Vanaf 1919 werd Kruiseke door de eerste terugkomers weer opgebouwd. Bij de vastlegging van de taalgrens in 1963, werd het Vlaamse gehucht Kruiseke overgeheveld van de gemeente Komen naar de stad Wervik.
De start van de wandeling was vanuit de ontmoetingszaal de Knippelaar en de wandelaars konden uit een aantal afstanden kiezen. De grotere afstanden gingen richting Zandvoorde, waar ze een lus deden richting de Gasthuisbossen. De zon was al vroeg van de partij en het beloofde warm te worden.
Na gisteren te hebben gewandeld in Deurle, ging ik vandaag een wandeling in eigen gemeente doen. De plaatselijke wandelclub (de 12uren van Lauwe) hielden er hun Voettocht te Lauwe. Dus voor mij geen verplaatsing ditmaal.
Lauwe is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Menen. Tot 1977 was Lauwe een afzonderlijke gemeente. De deelgemeente had op 31 december 2006 8.346 inwoners.[2] De leuze van de deelgemeente is: Lauwe Leeft. Lauwe is gelegen aan de rivier de Leie. De plaats is ook bekend om de 21 julifeesten (Nationale feestdag van België) (Summer@Lauwe), inclusief vuurwerk, waar jaarlijks veel volk op afkomt alsook de uitgebreide jaarlijkse kerstmarkt.In 1917 werden voorwerpen van Gallo-Romeinse oorsprong gevonden, zoals een bijl en een slaghamer in silex. De Dronckaertstraat zou betrekking hebben op een heerweg van Roncq naar Kortrijk en verder. De naam Lauwe werd mogelijk in een boek van 804 aangetroffen, maar zeker in 1128 als Lauwa en in 1134 als Lauha. Het zou afkomstig kunnen zijn van aleu (lichtend) of in verband staan met Keltische benamingen voor water zoals lova (waterloop) en lavo (meer). De heilige Aubertus van Kamerijk (Obertus, †668) zou hier zijn gedoopt. Omstreeks 804 zou hier al een gehucht zijn geweest aan een doorwaadbare plaats over de Leie. In 1128 werd gewag gemaakt van de eerste bekende heer van Lauwe, Disderus van Halewijn. Deze was overste van het Sint-Pieterskapittel te Rijsel. Het patronaatsrecht van de kerk behoorde dat kapittel toe. Een romaans kerkgebouw zou omstreeks 1100 zijn gebouwd. Na de Slag bij Westrozebeke (1382) werden de goederen van de heer van Lauwe verbeurd verklaard. De heerlijkheid kwam in handen van de familie van Ghistelle en omstreeks 1430 door huwelijk van de familie van Halewijn. In 1544 kwam hij aan Philip de Croy. De laatste heer was Juliaan Louis Frans Bidé de la Grandville die tijdens de Franse Revolutie gevangen werd genomen en stierf in 1802. Tijdens de 19e eeuw groeide de bevolking, mede door de industrialisatie. Tussen 1838 en 1842 werd een spoorlijn aangelegd. In 1834 werd de Leie gekanaliseerd. Een brug naar Wevelgem kwam 1868-1869 tot stand en deze verving een veerdienst. In 1855 kwamen zusters vanuit Heule en betrokken een klooster. Ze leidden een school. In 1977-1978 werden klooster en school grotendeels gesloopt. Omstreeks 1900 ontwikkelde zich de vlas- en dakpannenindustrie. In 1898 kwam er een jacquardweverij, De Witte-Lietaer genaamd. Oorspronkelijk linnenweverij, werd na 1900 ook katoen verwerkt. Het groeide uit tot een der grootste weverijen van Europa, die vanaf de jaren '50 van de 20e eeuw meubelstoffen en autobekleding ging produceren. In 1910 werd dakpannenfabriek Lauwberg opgericht, die in 1965 werd gesloten.
De wandeling ging door vanuit de gemeenteschool de Wonderwijzer en de deelnemers konden kiezen uit een 6tal afstanden. Er was ook een zoektocht voor de kinderen.
Alle afstanden vertrekken langs de sportvelden van White Star Lauwe om daar de kleine afstanden te verlaten. Deze blijven in de gemeente om via het Kraaiveld en de dorpskern de startzaal terug te bereiken. De grotere afstanden stappen door de natuur en veldwegen naar de buurgemeente Marke, waar we een rustpost voorzien hebben in de rijksschool “Open Groen”. Na de nodige rust maken de 18 en 25km hier een lus door de natuur en rustige wandelwegen. Na de rust stappen ze dan terug samen met de 12km opnieuw door de natuur en langs de Leieboorden naar het eindpunt in de gemeenteschool.
Dit was een hele aangename tocht en heel veel natuur gekregen.
Vandaag kon ik een wandeling maken, ik reed naar Deurle waar de wandelclub uit Deinze er hun Dreventocht hielden.
Deurle maakt deel uit van de gemeente Sint-Martens-Latem en ligt in het Vlaamse deel van België. Deurle is een pittoresk dorpje vlakbij de rand van de Leie en werd in 1977 toegevoegd aan Sint-Martens-Latem. Veel bekende Vlaamse kunstenaars hebben in dit dorp genesteld in de buurt van een bos gewoond. Vandaag is het een van de beste woonwijken rond Gent (Gent), met ook tal van restaurants en bistro's. De naam Deurle is wellicht afkomstig van het Middelnederlands. "Deur" zou een verbastering zijn van "dor" hetgeen afgeleid zou zijn van "doort", of "dolik" hetgeen een soort gras dat tussen het koren opschiet, zou betekenen. "Lo", is dan weer een bosje op een zandrug. Het zou dus een dorp zijn waar dolik groeit in de magere velden, en op een zandrug een bosje staat. Via de afleiding "deurlede" zou het toponiem ook 'doorgang (=deur) van water (=lede)' kunnen betekenen. Het dorp werd voor het eerst genoemd in 1114 als Durle,
Toen ik aankwam was er al behoorlijk wat volk. Ik schreef me in en begon aan de wandeling. Volgens het parcours ging het een mooie wandeling zijn met heel wat natuur. Het weer was prima, dus ideaal voor de wandelaars.
Na de eerste rust ging ik verder met Omer en Nicole de rest van de mooie wandeling.
Omer en Nicole.
Het was een hele mooie tocht en vertoefde in goed gezelschap.
Vandaag een wandeling maken van mijn wandelclub WSK Marke. Het was de 47°keer dat ze er hun Vlastocht hielden. Ditmaal ging de wandeling door in Sint Denijs. Landelijke en heuvelachtige wandeling om en rond Sint-Denijs, door velden en open vlakten.
Sint-Denijs (Frans: Saint-Genois) is een dorp in het zuiden van de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is een deelgemeente van Zwevegem. Het is een landelijk woon- en landbouwdorp. De gemeente heeft twee patroonheiligen, namelijk Sint-Dionysius en Sint-Genesius, en ontleent haar beide namen aan deze patroonheiligen, respectievelijk, namelijk Sint-Denijs (in het Nederlands) en Saint-Genois (in het Frans) Diverse vondsten uit silex tonen bewoning aan vanaf het neolithicum. Ook zijn er vondsten uit de tijd van de overgang van de Hallstattcultuur naar de La Tène-periode. Ook werden sporen van een Gallo-Romeinse villa aangetroffen. In 1156 werd Sint-Denijs voor het eerst vermeld, en wel als villam Sancti Genesii. De dorpsheerlijkheid was afhankelijk van het Bisdom Doornik. Sint-Denijs had sterk te lijden onder de godsdiensttwisten in de tweede helft van de 16e eeuw. In 1646-1647 had Sint-Denijs te lijden onder Franse en Spaanse troepen. Ook in 1655-1659 maakten Franse troepen het dorp onveilig. De Negenjarige Oorlog (1688-1697) leidde tot de aanleg van een Franse verdedigingslinie dwars door het dorp met het Fort Ter Klare als belangrijkste strategisch punt. Pas na 1713 kwam er weer vrede onder Oostenrijks bewind. In 1881 kwam er een spoorlijn Begin 20e eeuw waren de middelen van bestaan beperkt. Veel mensen gingen werken in de Noord-Franse textielindustrie. De enige industrie was een in 1932 opgerichte tapijtweverij. In 1918 werd het dorp zwaar beschadigd door oorlogsgeweld.
De wandelaars konden uit een 5tal afstanden kiezen. De startzaal was het OC Ter Streye.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.