k vind het niet zo gemakkelijk je blog te verbeteren k heb nog veel te leren hoor,hopelijk vind ik hoe het moet ,k hang daar in de midden en weet niet hoe t moet maar alles komt on orde,dat voel ik ,als ik al die mooie berichten zie,ben ik nog vere van ,allen de ze stuurden zeg ik bedankt?love roger
Er wordt oveel geschreven over pijn en pijn bestrijding maar; wat doe je als de pijn veroorzaakt wordt door suikerziekte. Voornamelijk de benen en de voeten? voorlopig kan ik mij verhelpen met toevoeging van magnesium en inspuitingen met vitamine b,voor de rest is t wel beter maar weggaan doet het niet. makelijk gezegd maar,voor de rest geloof ik niet dat tussen mijn twee oren zit(makelijker gezegd dan gedaan) mail roge.clement@skynet.be
DE GRUWELEN IN HET LAND VAN NAMEN ( VERVOLG VAN 6) LE PETITE CHAPELLE
Tijdens de ondervraging wordt hem wat voedsel aangeboden;een weinig deschimmeld brood en een kruik water,waarop speeksel en sigarettenstompjes drijven. De priester weigert dit te nutten,alhoewel hij in vierentwintig uur niets gegeten heeft. Een weinig daarna;nieuwe ondervraging.En ook hier herhaalt de priester zijne verklaringen.Hij stelt,ten slotte,voor een ernstig onderzoek in te stellen.Zulks wordt aangenomen.Een afschuwelijke soep wordt hem dan aangeboden. Van Rocroi naar Petite- Chapelle is de geestelijke weer aan allerlei beleedigingen en grofheden bliitgesteld.Te Petite- Chapelle gekomen werd hem het zwijgen opgelegd.De bewoners werden bij bij de kerk tesamen geroepen, en het onderoek begon.Allen beaamden de vrklaringen van den pastoor.Deze werd desondanks niet vrijgelaten en moest terug naar Rocroi,nadat men hem geweigerd hat zich wat te verfrisshen en een hoed te halen,daar hij bloodshoofds was sinds den vorige dag.Steeds weer klonken beleedigingen en bedreigingen.Te Rocroi liet men hem aan het sarkasme van de soldeniers over, om hem dan naar de gevangenis teleiden.Hier kreeg wat brood en wat koffie.Op zijn vraag, om zich even te werwijderen ,werd hem brutaal geantwoord:"Sterf daar?" De geestelijke moest dan in zijn hok aan zijn behoeften voldoen.Slechts den volgenden ochtend werd hij vrijgelaten. Toen vroeg hij om de vrijlating van de zuster Dumont, almede van de overste van het klooster te Petite-Chapelle, welke tijdens het onderhoor der bevolking gevangen was genomen.Men deelde hem mede, dat de zusters reeds den vorige dag waren teruggekeerd,maar dat Dumont niet in vrijheid kon worden gesteld.De E. H. Bastin bleef aandringen, totdat men hem uiteindelijk in vrijheidsstelling van Dumont toeegde.En na treffend het Duitsch barbarisme te hebben gebrandmerkt, verwijderde hij zich,ten slotte langzaam.(vervolg) TE FRASNES-LEZ-COUVIN.)
DE GRUWELEN IN HET LAND VAN NAMEN (6) VERVOLG LE PETIT SHAPELLE
Vervolgens moet de pastoor roepen;"Ik ben de pastoor van Petite-Chapelle,in- dien hij schiet, word ik gefusilleerd?.Men dwingt hem dezen zin meermalen op luiden toon uit te scheeuwen. om dit spel eenigszins te wijzigen beveelt men mem eenerzijds te zwijgen, op straf van met de bajonet te worden doorstoken, en men steekt hem de punt van de bajonet tusschen de lippen,-anderzijds te roepen, op straffe gefusileerd te worden,en terzelfdertijd voelt hij slachtoffer een geweerloop in den hals drukken.Hij zwijgt.Liever door een kogel te sterven, dan aan de bajonet te worden geregen.Maar de Duitsche beulen hebben er nog niet genoeg van.Opnieuw slaan en trappen zij den rampzaligen geestelijke,spuwen op hem,schelden en razen als duivels. Hij wordt op den grond gesmeten, gestampt en vertrapt, weer rechtgetrokken en opnieuw mishandeld. Dan moet hij mee,steeds roepend;" Ik ben den pastoor van Petite-Chapelle?" De Duitschers brengen hem dan naar het klooster,waar hij getuige is van de verwoesting,die ze daar aanrichten.Op vele plaatsen wordt den brand aangestoken en den pastoor ten midden der gloeiend vuren geplaatst.Ondrtusschen hielden andere soldaten zich met met de verwoesting van de kerk bezig.Eerst beproefden zij het met mitraellieuzen. Daar dit niet spoedig genoeg afdoende resultaten gaf,wordt het gebouw in brand gestoken.De E.H.Bastin moet daarvan getuige zijn.Onder kolfslagen en stampen brengt men hem ter plaatse.Steeds moet de ongelukkige den zin uitschreeuwen.En men sleurt hem mede,schopt hem verder.Tegen tien uur 's avonds was de marteling niet ten einde en werd den pastoor van den eene plaats naar de andere gedreven.Steeds heeft hij de handen op den rug gebonden en moest hij dezelfde woorden roepen.Dan werd hij naar den Rocroi gvoerd.Eindelijk mocht hij zwijgen:;het was tijd, daar zijn stem hem dreigde te begeven.Te Rocroi herbegon de afschuwelijke behandeling.Opnieuw regend het hier slagen,stampen,stompen,scheldwoorden.Van tallen kante klonk het "Schweinenhund?"Vervolgens dreef men hem tot dichtbij een reusachtigen vuurgloed.Wilden de Duitschers hem levend verbranden?De pijn werd onuitstaanbaar.Ook deze beproeving bracht het einde niet. De pastoor werd nu naar een huis gebracht,waar zich reeds de zuster en Aleide Dumont bevonden. Deze moesten de woning verlaten.Aleide Dumont werd daarbij ruw geslagen.De Kalvarie-tocht was hiermede niet volbracht. De geestelijke wordt op straat gejaagd,en zoo onbarmachtig met geweerkolven gebeukt, dat de beenderen dreigen te breken.Vervolgens sluit men hem op in de gevangenis.Hier word hij door een hooger officier ondervraagd en beschuldigd verantwoordelijk te zijn van den dood van twee Duitsche soldaten,te Petite-chapelle.De priester verzet zich krachtdadig tegen de beschuldigingen. Niets baat hem.Men sluit hem op in het vuilste hok der gevangenis.De andere cellen achten de soldaten"zijn rein"( te rein) voor hem. De nieuwe beproeving ondergaat de pastoor even moedig als de andere.Eindelijk wordt het touw rond zijn handen weggesneden,nadat men eerst er aan getrokken heeft, om het door te breken,zoo fel dat het tot diep in het vleech is gedrongen.Dan krijgt den pastoor rust. Het is bij middernacht.Tegen 5 uur 's morgens werd den pastoor ven Petite-Chapelle in zijn pesthol gewekt door een soldaat,die hem zegt:"Gij gaat sterven,varken?"Wel twintig maal herhaalt zich dit tooneel.Om elf uur wordt hij opnieuw ondervraagd door de officieren,die allerlei inlichtingen over de bevolking van Petite-chapelle begeeren.De pastoor antwoordt hun, dat er zich in zijne parochie geen enkele Frans-tireur bevindt en niemand geschoten heeft.Een weinig later wordt hij op de Kommandantur van Rocroi geroepen.ook hier ondergaat hij'n lange ondervraging desbetreffende de z.g. Francs-tireurs van Petite Chapelle welke beschuldiging hij ten krachtdadigste verwerpt,terwijl hij aantoont dat de Duitschers zelf de twee Duitsche soldaten,waarom het gaat,hebben neergeschoten.(Wordt vervolgd)
Met je handen werkt je om het brood. Met je handen spreek je tot je vrienden. Met je handen streel je door haar haren. Met je handen vertel je over lief zijn. Met je handen dank je om het leven. Met je handen bouw je aan de vrede. Met je handen streel je alle rimpels glad. Met je handen bidt je om de vrede. Met je handen reik je naar de hemel. Met je handen dank je noch de goede God.
16 APRIL WORDT HET WEERAL PASEN EN VAKANTIE VOOR DE KINDERS
Vakantie pret voor kinders, even tijd om speels te zijn, om zomaar even uit te blazen , om even weer een kind te zijn, te stoeien in het groene gras, te klimmen in de bomen, de lente bloemekens te plukken, om eventjes bij Pa en Ma te zijn, om langs te gaan bij Oma en bij Opa, als kind nog eens gelieft te zijn.
(met de groetjes van ploef) EEN BEETJE VROEG MAAR GOED BEDACHT.
Den 26' bereikten de Duitsche horden Petigny.De geheele bevolking was gevlucht.Slechts een oude dame,van bij de 90 jaar, Mevr Masuy,die die op sterven lag ,en twee grijsaards MrDucha'teau en een landbouwer,bijgenaamd "I'Blanc duTehoquir", waren gebleven.Volgens de gewone methode,plunderden de vijandelijke troepen alle huizen.Tijdens hun strooptocht ontdekten ze Mvr.Masuy.In hun wreedardig cynisme weten ze niet beter te doen,dan de oude,stervende vrouw een pop in de armen te duwen.Dan is het de beurtv aan "l' Blanc du Teboquir".Deze oude man dwingen ze te drinken tot hij stom-dronken is.Vervolgens wordt het vuur op de huizen gejaagd:veertien huizen branden af. Ook hier vallen slachtoffers;vooreerst een zevental gijzelaars, die de Duischers van andere plaatsen met ich hebben meegebracht. De genaamde Clabot , die op de baan van Potigny naat Couvin woonde, op de plaats "A la Folie" genaamd,wordt tot drie maal toe getroffen. Ondanks zijn hevig-bloedende verwondingen,die 48 uren lang onder verorging bleven,is hij genezen,maar voor het leven verminkt.vervolg te MARIENBOURG
DE GRUWELEN IN HET LAND VAN NAMEN (2)(TE COUVIN)FOTO VAN DER COLTZ PASHA?EERSTE GOEVERNEUR VAN BELGIE TIJDENS DE BEZETTING
Vader Dru,een grijsaard van 75 jaar, werd zonder eenige reden, en ondanks de tussenkomst van schepene Pammelard, neergeschoten.Onderpastoor Gilles viel eveneens als slachtoffer der Duitsche geweldenaars.Op weg naar een stervende vrouw,om dee in haar laatste oogenblikken bij te staan,werd op hem geschoten.Hij haaste zich rechtsomkeer te maken en de vlucht te nemen.De soldaten achtervolgden hem evenwel en namen hem in het huis van Dr Focquet gevangen.Zij sleepten hem met zich mede en mishandelden hem op schandelijke wijze.Uit de tegenovergestelde richting kwam een auto aangereden, waarin naast Duitsche officieren,M Mauer,leeraar te Couvin,zat. Deze uitte over de onmenselijke behandeling van den E. H. Gilles zijne verontwaardiging.Zijn optreden kwam hem duur te staan. De officieren deden hem uitstijgen en verplichtten hem zich bij de 20 gijzelaars te voegen, welke naar Rocroi als schild der troepen werden gedreven. De E. H. Gilles twijfelt niet meer aan zijn lot:Eeen laatste laatste poging wil hij niet onbeproefd laten, en plotseling ontsnapt hij aan zijn beulen. Deze laten hun prooi zoo gemakkelijk niet los:schoten knallen, en de priester valt neer:een kogel heeft het been gebroken. Twee inwoners snellen op mem toe, om hem te helpen. De Duitschers jagen hem evenwel weg. Een officier te paard is ondertusschen verschenen en beveelt de soldaten den geestelijken te dooden. Deze wordt op een wagen geworpen. Eerst acht dagen later vindt men zijn lijk terug.Het onderzoek heeft uitgewezen,dat de E.h. Gilles, alvorens te sterven, op afschuwelijke wijze de gewelddaden der Duitschers heeft onderstaan.De gijzelaars waarvan wij hooger melding maakten, waren het slachtoffer van onophoudelijke doodsbedrijgingen.Een hunner, de heer Boutals, werd neergeschoten.Eerst 's anderendaags werden de overigen in vrijheid gesteld. Den 26' 's avonds, werden vier huizen te Couvin in brand gestoken;8 personen,waaronder vier inwoners van Couvin en vier vreemdelingen verden neergeschoten. vervolg (TE PETIGNY)
Ook i n de provicie Namen hebben de Duitschers hun weg met de verwoestingen en doodslag geteekend,. Reeds hadden wij gelegenheid hun onmenschelijk optreden te namen dinant,Dinant en Andenne te brandmerken.Wij zouden aan de historische waarde van ons werk te kort komen,zoo wij niet in enkele woorden melding maakten van de gruwelen die in het overige gedeelte van het Naamsche land gepleegd werden. De bondigheid waartoe deze uitgave ons noopt,laat on niet toe in bijzonderingen te treden,zoodat wij ons ertoe bepalen de meest dramatische gebeurtenissen in 't kort weer te geven.
DE GRUWELEN IN HET LAND VAN NAMEN (1)TE COUVIN)FOTO VAN EEN KANONIER TELEFONIST
TE COUVIN Op zaterdag 22Augustus werd een groote slag geleverd,op een breed front, dat zich van Virton over Neufchchaeau,Dinant en Namen naar Charleroi uitstrekte.De Duitschers slaagden er in,dank zij hunne overweldigende overmacht, meester van het terein blijven.De inwoners moesten ook hier voor den kloeken weerdtand der Franschen boeten.Reeds op 28 Augustus kwamen te Couvin de vuchtelingen uit de geteisterde streken aan.Hunne verhalen over het onmenselijke optreden der Duitsche legerbenden sloegen de bevolking met schrik, zoodat in meenig huigezin toebereidselen tot de vlucht werden gemaakt. En toen de Fransche troepen,na de nederlaag, den 24' begonnen terug te trekken, maakte zich de paniek van de bevolking meester. Den 25' Augustus 's avonds,verlieten de laatste Fransche troepen Couvin. Het lot der stad werd daardoor beslist.Al wie vluchten kon,haaste zich in veiligheid te brengen en ging zich in het woud verschuilen, waar reeds een aantal inwoners van Nimes,Frasnes,Petigny,Marienbourg en omliggende gemeenten een goed onderkomen hadden gezocht.Toen den vijand de streek betrad,leek deze uitgestorven.Slechts enkele grijsaards troffen en aan,wie nog gebleven was,zou deze stoudmoedigheid duur te betalen hebben.De Duitschers hielden den 26',al vroeg in den morgen hun intrede in Couvin. In den beginne ging alles goed,maar om 9 ure kwam een detachement,Saksers, hondert man sterk, uit de richting van Frasnes,Couvin binnengerukt. Reeds hadden ze zich tijdens hun marsch onderscheiden, door het kasteel van Villermont aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen.Een inwooner van Hermeton,die in zijn schrik in een kelder vluchtte werd daar neergeschoten.Eenmaal te Couvin,drukten ze hunne verwondering uit over het feit, dat de inwooners gevlucht waren."Waarom zijn de bewoners gevlucht?" vroegen ze,terwijl ze er bijvoegden:" Wij zijn geen barbaren", en om zulks daadwerkelijk te bewijzen,begonnen ze met verwoedheid de huizen te plunderen.Tot 's avonds duurden deze geweldaden.Intusschen werden deken Demanet en schepene Pammalard als gijzelaars gevangen genomen.Zij moesten,onder militair geleide,de straten doorkruisen en de inwoners niet op de verzoeken niet op de Duitsche troepen te schieten;daar zij anders onmiddelijk zouden gefusilleerd worden. (wordtvervolgd deel 2)
Ik ben de bron: Dit is mijn overvloedig water,eeuwige, kristaalhelder voor wie dorst naar liefde heeft, affecten van kracht en steen.
Ik ben de bron De haven waar vermoeide zielen , die verloren liepen,in de wereld; en eenkalme plaats oeken, voor het lossen van hun lading. (groetjes van ploef)