k vind het niet zo gemakkelijk je blog te verbeteren k heb nog veel te leren hoor,hopelijk vind ik hoe het moet ,k hang daar in de midden en weet niet hoe t moet maar alles komt on orde,dat voel ik ,als ik al die mooie berichten zie,ben ik nog vere van ,allen de ze stuurden zeg ik bedankt?love roger
Er wordt oveel geschreven over pijn en pijn bestrijding maar; wat doe je als de pijn veroorzaakt wordt door suikerziekte. Voornamelijk de benen en de voeten? voorlopig kan ik mij verhelpen met toevoeging van magnesium en inspuitingen met vitamine b,voor de rest is t wel beter maar weggaan doet het niet. makelijk gezegd maar,voor de rest geloof ik niet dat tussen mijn twee oren zit(makelijker gezegd dan gedaan) mail roge.clement@skynet.be
In 't ochtendgloren zingt de vogel zijn lied, een lied dat klinkt als nooit te voren, het lied dat altijd komt met 't opstaan van de zon, het is een streling voor het oor, alsof de vogel ons een boodschap brengt, dan vliegt hij verder langs het bos, gedragen op de wind,over land en strand, over de golven van de zee,ik wou dat ik een vogel was dan vloog ik met die vogel mee, naar ongekende oorden,in stilte heel tevree.
(Foto treurnis op de gezichten)Afgemat beslijkt, ziek van uitputting, bereikten onze jagers laat in den avond Oostduinkerke. Daar vonden zij de kompagnies van het bataljon Leblanc terug, die den zelfden morgen waren afgelost in hun loopgraven van Keizershoek. in hun kantonnement was het hun eindelijk mogelijk hun honger te verzadigen; bovendien liet men hun weten dat, als loon hunner bewonderenswaardige daperheid en voor al de geleden vermoeienissen, achtenveertig uuren zouden worden toegestaan. Dan, blij te moede den honger bevredigd en niet het rooskleurige vooruitzicht dat het hun eindelijk toegelaten was eens flink te slapen, streken onze soldaten zich neer op het stroo van hun legerplaatsen,waar een looden slaap weldra de oogen dicht drukte.De jagers meenden dat hun lijden bijna ten einde was,en toch, reeds bij het aanbrengen van een volgenden dag, zou zou men van hun nieuwe en verschrikkelijke offers moeten vragen, en ze nogmaals, voor drie dagen lang, in het heetste van den strijd werpen. Want daar kwam het ontstellende nieuws van Tervate, dat den vijand een geweldige offensief begon,en reeds vasten voet aan den overkant te hebben gekregen. Het bruggenhoofd van Diksmuide liep gevaar uit het noorden omsingeld te worden, want de Duitsche benden verdeelden zich bij hun passage der rivier in twee stroomen, een naar rechts en een naar links.Als de reserven, die nog ten westen vanDiksmuide beschikbaar waren, werden zoo spoedig mogelijk naar de plaats van het gevaar gezonden. Door den tegenaanval zou men trachten, zoo met den vijand geheel terug te dringen ,dan toch zijn poging ten minste genoegzaam te breken om het verschrikkelijke gevaar af te wenden, dat zijn vorderingen had doen ontstaan.En het is daarom dat de twee bataljons uitgeputte jagers, in de plaats van rust te genieten ,die men gemeend had te kunnen beloven, dien morgen van 24October, moesten terugkeeren in den geweldigen veldslag, een der belangrijktste van den oorlog. Ze kregen bevel zich naar Oud- Stuivekenskerke te begeven, waarvan den zwaare vierkanten toren,ginder verre den hemel als een herkenningsteeken uitstak; en, daar aangekomen, op te rukken naar de hoeven"Den Toren" en "Van de Woude" die op den linker IJzeroever ,ten Westen van mijlpaal14 tot steunpunten van den Duitsche aanvallen dienden,Ter zelfder tijd werd majoor Leblanc verwittigd dat troepen van het 11*linie regiment alsook mariniers-fusiliers den aanval van de jagers aan de rechterzijde steunnen en onze kanonnen de beweging voorbereiden zouden. Voor het overige luidde het bevel kost wat kost vooruit te rukken, zonder een oogenblik te verliezen.Vervolg op 19.
(FOTO Kogge die de overstroming van den IJzer leidde)Zoo ook het 2° jagers, dat al geweldig bij Diksmuide gevochten had, waar het ons voetvolk en de Franschen fuseliers versterkte.Maar nu dreigden alle vruchten van den fellen weerdtand nog verloren te gaan. Hier bij de stad zelf, bij Beerst en Eessen en Woumen komt den vijand niet door. Daar sluiten al zijn bestormingen, vijtien in een nacht, op den heldenmoed der verdediging. Doch wat zou het baten nu de Duitschers noordelijk over den IJzer en van daar uit het bruggenhoofd gingen omsingelen. Den avond van den drie en twintigsten, dus toen hierboven geschreven tegenaanvallen bij Tervate mislukt waren en den vijand zijn geweldig offensief voorbereidde, was de tweede kompagnie van het tweede jagers eindelijk bij Diksmuide afgelost. En een kommandant Willy Breton schrijft:"Zestig uur lang achter elkander hadden deze dapperen in de loopgraven gestaan, en de laatste uren waren een echte foltering geweest; een, foltering van honger en dorst, terwijl de soldaten rilden van koorts en al de angsten moesten doorstaan van een bombardement van ongekende gevigheid. Zwaar getroffen kwamen ze uit de hel, bedekt met bloed en slijk, met hun uniformen aan flarden gescheurd; maar ze hadden geen voedbreed prijs gegeven.En zoo alszij ze kwamen bezetten des morgens op eenentwintig Oktober, zoo gaven zij de stellingen die zij de opdracht gerkregen hadden kost wat kost te behouden, desnoods tot den dood, des avonds den drieentwintigste over aan hun opvolgers.(word vervolgd op achtien)
(Foto De door de soldaten genaamde Tandenstokersbosch te Gheluvelt)"Neen ,neen , ik wil vechten, ik wil niet weggevoerd worden, dokter, ik wil den kleine vreken." "Welnu, wie zegt het tegenovergestelde? Den auto voert u naar het hospital van De Panne en binnen enkele dagen keert hij naar het frond terug."Had toch al een deel van de toch al zwakke troepen den dijk verlaten, anderen waren gebleven daar het bevel tot den terugtocht niet goed begrepen werd. En grennadiers, mannen van het 21°, van het 8° karabiniers hielden daar nog stand tot den vroegen morgen van den 23°"Maar de Duitschers zwermden nu overal, kwamen steeds in grooter massa over den IJzer.De Belgen weerden zich nog zooals 't ging, maar ten laatste kwam in een gracht van Vicogne een horde van haveloose soldaten van het verscheurde, beslijkte, bevuilde uniformen, deze zonder geweer, die zonder schoenen, de meesten bloodhoofds en allen afgestreden, uitgehongerd,geheel afgemarteld.De Duitscher was thans geheel meester in die bocht en versterkte er zich.En toch deden dezelfde troepen den 23", 'sVrijdags,nog tegenaanvallen die echter afstuiten moesten op den overmacht.'s Avonds barstte dan een nieuw geweldig bombardement los. Van schoorbakke tot Diksmuide lag de gansche zone te daveren in wolken van rook.De tegenpartij bereidde een nieuw offensief voor,een geweldigen aanval om de bres te verwijden ,en wel zoo, dat den weg naar Frankrijk gebaand was. In den nacht waren de Duischers bezig de bruggen te maken, teneinde veel troepen over de rivier te brengen en ook artillerie naar den rechter oever te brengen. Soldaten van het Rood Kruis brachten gewonden weg. Men dwong boeren, hen met hun wagens te vervoeren.En in een triestigen optocht ging het naar Torhout, Brugge en Oostende.Reeds voor het licht was, passeerden veel Duitschers bij Tervatte den stroom. Onze laatste batterijen moesten Stuivekenskerke verlaten en naar den weg Nieuwpoort-Diksmuide wijken.De tegenpartij nestelde zich op Vicogne, het kasteel van Stuivekenskerke en bezette tal van hoeven als steunpunten die straks hun vuur op de onzen zouden braken.Men hoorde het zegegeroep van de keizerlijke benden, die niet alleen de bekende bocht in hun macht hadden, maar ook Zuidwaarts naar Diksmuide afzakten, tot ze op twee kilometer van de reeds zoo lang met heldenmoed verdedigde stad stonden. Luitenant Sellieres die van uit den toren van Kaaskerke, het gevaar zag, verwittigde admiraal Ronarc'h. Ook deze begreep, dat de toestand zeer gevaarlijk was. Hij overwoog nu of hij Diksmuide opgegeven of nog tot het uiterste verdedigen moest.Hij bracht het hoofdkwartier op de hoogte van den staat van zaken.Alle eenigzins beschikbare troepen werden naar de meest kritieke punten gestuurd.(vervolg op 17)
Ikke ben maar een vriend op je weg, als ik je kon helpen bij jou angsten dan nam ik jou dagen lang in mijn armen. As ik kon antwoorden op je vragen dan pratte ik dagen lang. Als ik je een vredig hart kon geven dan wachte ik op je dagen lang. Als ik je kon genezen dan bleef ik bij je dagen lang. Maar ik ben zelf niet sterk genoeg,ik weet niet genoeg, ik ben maar een vriend ,voor immer,en ik hoop dat je 't weet. Samen zijn als vriend maakt je sterker,nu en voor altijd.
( Foto Duitsche gruwelen in vlaanderen)De groep die wel op een verhuizing lijkt,wordt eensklaps als door licht overgoten, maar ook beschoten."Ga niet langs daar;'t zit er vol Duitschers?" roept in 't voobij gaan een soldaat van het 4°, die zijn kompagnie verloren heeft. Met de tranen in de oogen beveelt kapitein Pottier naar Stuivekenskerke terug te keeren. Maar Maes geraakt als bij een wonder tot bij de hoeve en kruipt tastend naar binnen. Daar geen enkele klacht, geen asemtocht, alleen zzn vreeswekkende stilte.Met uitgestrekte handen is hij rond geweest en heeft tien lijken geteld en bij het laatste is het of zijn hart ophoudt te kloppen. "Graide, mijn jongen, zijt hij het, antwoord. Ik smeek het u.... doe al het mogelijke en andwoord mij."Hij streelde de huid, den neus, het voorhoofd, dat alles wat geleefd had maar nu koud was.Op het zelfde oogenblik joeg daarbuiten een windvlaag, een gloed in deze richting, een rood schijnsel overstroomde het vertrek en het schoon wezen van den jongen man verscheen nu,goddelijk kalm, in een vloed van purper. De verschijning duurde slechts een sekonde.In de hoeve daar naast klapperde verwoed een mitrailler. De oude soldaat sprong dan op den drempel en met een woedenden vloek loste hij, zelf den dood trotseerend zijn vijf geweerschoten. Dadelijk daarop werd hij in het been getroffen en viel bloedend, maar levend toch, neer.Maes kroop dan weg. Hij hoorde later de stem van luitenant Van Holleghem. die den gansche nacht door de weide dwaalde en de verdoolde mannen van het bataljon te verzamelen en gestadig riep;"1°bataljon van het 8°, rond de kerk van Stuivekenskerke.Maes werd gevonden en op een stoel heengedragen."Nu naar den molen?" hoorde hij nog. En op de bebloede tafel in de schuur, terwijl dokter Debbaut hem een verband legde, hoorde hij over Veurne spreken, maar aantwoorde hij in ijlen.(vervolg op 16)
(Foto een Engelse begraafplaats te Zillebeke)Hij moest even stil liggen om wat op adem te komen.Om hem heen hoorde hij hoe anderen zich ook inspanden,kruipende, bloedende gedaanten. O, terwijl anderen zich verwijderden, hij hier sterven in deze doodskist van nevel, ver van zijn moeder. Maar ne eenige minuten rust, onderscheidde voor zich een kompakte massa."De hoeve is daar",zei hij.En in een laatste krachtinspanning bereikte hij de drug over de vliet, die het huis omringde en kroop in een kamer vol schimmen. Hij bevond zich in de hoeve vol gewonden, welke kapitein Pottier zoo juist had verlaten. "Als hij maar terugkeert?" mompelden in koor al die gedaanten.Graide voelde onder zijn handen een laag stroo met warm vocht doortrokken."Maak eens wat plaats,kameraad", smeekte hij.Maar hij, die daar lag, antwoorde niet.Dan schoof den doode weg en strekte zich in het bloed uit.De koorts beheerschte hem en Graide lag te ijlen.Kolonel Couturiau, de kommandant van het 8) had met de laatste afdeelingen van zijn regiment bevel gegeven van in alle stilte te trekken tusschenVicogne en Stuivekenskerke op de steenen der Kloosterdreef.Daar aanschouwt de kolonel droevig de uitgehongerde en afgematte, die kampeeren in de mist welke uit de boomen drupt.Hij kan hun geen deken, geen bischuit,zelfs geen druppel water bezorgen.Men hoort nu en dan een appel van de aankomende kompagnies."Van schrik?," "Van dood.""Tordeur.""Dood nevens mij?"" Bracke?"Een stilte"Dood, geloof ik.""Zet vermist", zegt luitenant Pletinckx." Ga voort,sergeant." "Wel,wat is er nu?" zegt de luitenant hem op de schouder kloppend. De gegradeerde waggelt, en valt, geheel verstijfd. Ook hier fluiten nog kogels door de boomen. Het appel eindigt tragisch en de kompagnie hurkt zich als de anderen terzijde der vochtige dreef,neer.'t Is of ook de takken boven de mannen klagen.De slapenden zijn zoo verdoofd ,dat ze zelfs niet meer opspringen bij het nabije gemoker onzer batterijen te Vicogne en Stuivekenskerke.Om onze bewegingen te ontdekken, begint de vijand groote branden aan te steken:gansch de bocht is verlicht door geweldige vlammen der hoeve "Duivenkot". Achter Vicogne werpt een vuurhaard, een purperen gloed op de wijkende karabiniers en naast de boerderij met de gewonden, kraait den roode haan, op een der drie gedoetjes, waarvoor gevochten werd. Maes zoekt zijn kompagnie op en springt naar een stoet gewonden, hinkenden, blinden die elkander ondersteunen, of door valieden gedragen worden. De allertriestigste optocht wordt geleid door de twee eenige overlevende beroepsofficieren van het 1° bataljon van het 8° kapitein Pottier en luitenant Van Holleghem. Deze houd een hoek van een wit laken, waarin een gekwetste ligt, en de Duitschers, die overal zijn, en de blankheid van het lijnwaad zien, schieten er naar."Sergeant", vraagt Maes," hebt gij Graide gezien?" Men maakt zich ongerust."Neen, niemand weet iets van hem"...Toch zegt dan iemand:"Ik geloof dat ik zijn stem bij de hoeve met gewonden heb gehoord."Goed dan zullen wij hem meebrengen, als wij de anderen gaan halen."Te Stuivekenskerke vereenigt kapitein Pottier dokter Debbaut, eenige brankardiers,enkele soldaten en steeds door luitenant Van Holleghem en den trouwen Colette gevolgd,gaan ze met getwintigen naar de hoeve der gewonden,stolen, matrassen,planken, ladders dragend, een materiaaal dat op de zwakkende, knikkende mannen weegt gelijk een kruis."Waar is die vervloekte hoeve dan toch?" "Kijk, die varkens van Duitschers zullen ons wijzen." En op dat oogenblik steekt de vijand een hofje in de buurt aan.(Wordt vervolgd op 15)
Vrienden voor 't leven zijn als brood en wijn, als je niet meer kan zingen komen ze zomaar binnen springen.
Je voelt je nimmer meer alleen, de vrienschap die je ontvangd is als een diep verlangen, de troost die ze je geven zegt dat ze met je zijn begaan.
De liefde die ze geven, vervult je hart voor 't leven.
'Tis moeilijk ze te zoeken maar vinden doe je wel. Je mag ze wel verwennen want altijd staan ze voor je klaar, wat kan er mooier zijn in je bestaan. (Met de groetjes van ploef)
'Tis als brood en wijn, om samen als vrienden door 't leven te gaan, Wat kan er mooier zijn in je bestaan. Elkaar verwennen; met steun en vriendschap, leren kennen, ze staan toch altijd voor je klaar,je vind ze niet zo makelijk,maar zijn nooit niet veraf,de liefde die ze geven vervult je hart voor 't leven,de troost die ze je geven bewijst hoe zij met u steeds zijn begaan.
Je moet niet altijd den slimste zijn, je moet niet den mooisten auto hebben,ook niet het grootste huis, als je maar gelukkig bent.Denk eens goed na, de rijkste mens kan in een hel op aarde leven. Hij is meschien de eenzaamste op aard. Hou van jezelf,wees te gelukkig om verdriet te hebben, hou van je vrienden ,je famillie, al ben je een eenvoudig mens,voor een ander ben je mogelijks de hele wereld. (met de groetjes van ploef)
Speid je vleugels uit en vlieg,gedragen op de wind, neem je vrijheid en geniet, neem alleen je herinneringen mee, denk aan hen die je graag zien, en vergeet hun vriendschap niet, denk aan vandaag en leef je uit,en kies de weg zonder verdriet, spreid je vleugels uit en zoek,"ik wou dat ik kon vliegen." dan volgde ik je overal,in alle richtingen;vliegen ,zweven en rusten, gedragen op de wind,want de toekomst ligt in eigen hand, maar ik kan nog altijd niet vliegen,maar wel genieten zoals ik ben.
De hoogste wijsheid is je vriendschap, weglopen van de waarheid,is weglopen van jezelf. .Het verleden is 't enige deel in je leven die je niet kan veranderen, je herinneringen moet je nu maken, een optimist kan zich vergissen,ook een pessimist maar hij voelt zich gelukkiger. Oud worden is geen kunst maar er leren mee omgaan wel. Hoop is een voorschot op je geluk. hoe goed ze ook mogen zijn,harde woorden bijten altijd. Als je begrepen wil worden;zeg dan wat je bedoeld. Humor is als een waterlelie,die wortelt in troebel water. Tranen verdunnen je verdriet,geluk is een boeket bloemen voor jezelf. kleine dingen verheugen je dag,en als je vrienden de hand pakt raakt het je hart. (Met de groetjes van ploef en een aangename zondag aan jullie)
In de kracht die je hebt, die kracht die jou in 't leven houd, in goede en in slechte tijden, geloof in jou eigen kracht, die je hebt om je eigen weg te volgen, Geloof in de morgen,in je vrienden, want een goede kijk op 't leven, stelt geen grenzen aan je kunnen, Ik wens je veel geloof in jezelf.
(Duitschen vlieger door een belgische vlieger brandend neer geschoten)Niet ver van daar had Graide na in de verwaring van den aanval van de sektie gescheiden geweest te zijn, en een Duitscher in den Yzer geworpen te hebben, plaats genomen in een loopgraaf, te midden in eener groep grenadiers. Na eenige minuten nagelt een kogel den grenadier die naast hem staat in positie van schutter tegen den wand." Is er geen plaats in de loopgraaf?" vraagt plotseling een jonge stem. "Is sergeant Bracke van het 8° ." Pak dit aan?" aantwoordt een geweldige grenadier die hem den gordelriem van den doode toereikt.Bracke hijscht het lijk als borstwering naast den loopgraaf.Toen was het dat Graide geheel verrast, zijn borst hoorde scheuren als een papieren trommel en achterover viel. Bijna terzelfder tijd zakte het lichaam van den grenadier, dat tegen den loopgraaf lag te schommelen, op en neer. Als verscheurd en verpletterd, wordt hij bijna geheel verlamd, maar zijn geest blijft helder.De levenszucht gaf hem zelfs de kracht om het lijk van den grenadier wat weg te schuiven toen een gewicht als een zerk op hem neerstortte.Nu was het den grenadier rechts, die wankelde en dan roerloos bleef. Als door twee lichamen verbrijzeld,begreep den jonge man, dat hij alle hoop kon laten varen."Ik heb het wel gedacht, dat het voor vandaag zou zijn",mompelde hij nog. Rond hem gonsden roezige stemmen, welke van heel ver schenen te komen."He daar,hebt ge geen kardoezen? Heeft iemand karzoezen?" Dan werd hij niets meer gewaar dan een geruisch als aan de zee.De koorts verhitte zijn hersenen, toen een bekende stem zijn vluchtend verstand weer opwekte." Langs hier,Colette, langs hier?" riep kapitein Pottier.Het was of Graide het hart in de keel klopte. Nooit laat hij zijn gewonden aan hun lot over, die goede kapitein, met zijn vriendelijk gezicht. En de gekwetste voelde hoe men de grenadiers van zijn bordt wegnam."Een grenadier, nog een grenadier",zei Colette." 't Zijn allemaal grenadiers hier."Kom dan",antwoordde de kapitein," we gaan hen, die we gevonden hebben, naar de hoeve brengen."Hun stemmen verwijderden zich in den nacht.Deze vreeselijke teleurstelling bracht over Graide's lichaam het koud zweet.Toch was hij nu van de beide lijken verlost. Daardoor herkreeg hij wat nieuwe kracht. Hij opende de oogen.Rond hem was alles stil. Al de grenadiers lagen dood. Bracke, de eenige overlevende, had zich langs den dijk verwijderd om zijn overste, luitenant Pletinckx, te zoeken. De jonge man sleurde zich dan langzaam door de weide. 'tWas pikkedonker .Dan voelde hij, dat hij over een aarden weg kroop."Deze brengt me toch naar een of ander huis", dacht hij.(Vervolg op 14)