k vind het niet zo gemakkelijk je blog te verbeteren k heb nog veel te leren hoor,hopelijk vind ik hoe het moet ,k hang daar in de midden en weet niet hoe t moet maar alles komt on orde,dat voel ik ,als ik al die mooie berichten zie,ben ik nog vere van ,allen de ze stuurden zeg ik bedankt?love roger
Er wordt oveel geschreven over pijn en pijn bestrijding maar; wat doe je als de pijn veroorzaakt wordt door suikerziekte. Voornamelijk de benen en de voeten? voorlopig kan ik mij verhelpen met toevoeging van magnesium en inspuitingen met vitamine b,voor de rest is t wel beter maar weggaan doet het niet. makelijk gezegd maar,voor de rest geloof ik niet dat tussen mijn twee oren zit(makelijker gezegd dan gedaan) mail roge.clement@skynet.be
(Foto Miss Cavell en haar geliefkoosde honden)De rechters moesten denken aan het gevaar voor het Duitsche leger. Hij vroeg tegen negen beklaagden de doodstraf en ook voor de anderen zware straffen.Er was hoogverraad gepleegd. Een tolk verklaarde dien eisch, want de meesten hadden niets van de Duitsche rede verstaan.De advokaten namen dan het woord.Mr Dorff verdedigde o. a.ook Baucq en wees op de drijfveer van vaderlandsliefde. Maar Baucq werd ook vervolgd om het geheime blad"la Libre Belgique" verspreid te hebben.Men mocht vreezen, dat de Duitschers dit feit hem streng zouden toerekenen, daar de " Libre Belgique" hem den haat niet spaarde. Maar den verdediger wist hier een geschikte anekdote te pas te brengen.zekeren dag melde men aan Fredrik- den Groote, koning van Pruisen, dat men op de muren van Berlijn voor hem beleedigende plakkaten had gehangen. De vorst ging zelf eens zien.Men meende, dat hij woedend zou zijn.Maar alles wat hij opmerkte, was"Hoe jammer, dat men die plakkaten zoo hoog heeft gehangen, want veel voorbijgangers zullen ze nu met moeite kunnen lezen." En Mr Dorff vroeg aan de rechters het voorbeeld van hun grooten koning te volgen.De rechters glimlachten.Mr Kirschen pleitte vaar miss Cavell. Hij was van oordeel; dat men haar door geneeskundigen moest laten beoordeelen.Die zouden erkennen, dat miss Cavell als bezeten door een geest van toewijding--- het doel van haar leven- niet had weerstaan aan den drang om soldaten; die ze in gevaar meende, bij te staan.Zij liet ze naar den grens brengen, verder niet.Dan was haar rol geeindigd. Niets bewees, dat zij mannen aanzette naar het frond te gaan, en dus kon er geen sprake zijn van verraad." De rechtbank kon haar niet ter dood veroordeelen .Het leven dezer vrouw behoorde aan zieken en gewonden, en meer dan een Duitsche soldaat dankt haar misschien het leven", aldus besloot den advokaat.De vonnissen werden niet dadelijk geveld. Dat geschiedde pas op den 11*Oktober.Een der beschuldigden, de hotelier Pausaerts had zich dien vorigen nacht in zijn cel verhangen.Den anderen nacht liet men in de cel van hen,tegen wie de doodstraf geeischt was,licht branden, om de ongelukkigen beter te kunnen bewaken.De 11*Oktober in den namiddag werden al de beschuldigden samengeroepen in de hal der gevangenis,waar soldaten de wacht hielden. Hier zou het vonnis voorgelezen worden.Welke gevoelens moesten al die ongelukkigen bestormen.Ze stelden zich in een halven cerkel op en ieder deed zijn best om kalm te schijnen.Daar kwam den krijgsauditeur, elegant, wel verzorgd, bijna vroolijk.Een tolk, de bestuurder der gevangenis en een aalmoezenier vergezelden hem.Ieder zweeg dadelijk. Feller moesten de harten bonzen.Den auditeur las de lange lijst.Vijfmaal klonk het ontzettend woord."Todes strafe" bij de namen vanBaucq; Thuliez, Cavell, Severin en Jeanne de Belville.Miss Cavel stond statig onbewegelijk tegen den muur.Iemand zei tot haar:"Stel een onderzoek tot genade op.""'t Is nutteloos", antwoordde ze bedaard." Ik ben een Engelsche en ze willen mij dood."Baucq stak smeekend de armen naar den auditeur uit en riep, dat hij ontschuldig was.Severin scheen besluiteloos. hij vroeg aan den auditeur, of hij een verzoek om genade mocht indienen. De auditeur knikte toestemmend. De gevangenen keerden naar de cellen terug.In den nacht hoorde men deuren open en toe gaan, en stappen klinken.Baucq en miss Cavell werden naar de nationale schietbaan geleid om er te sterven.Wordt vervolgd op 7
Aanvaard dus elke dag ,als een geschenk,een gave, en als 't even kan een feest? sta 's morgens eens vroeg op,kijk in de spiegel en lach eens naar jezelf. of zeg eens goede morgen tegen jezelf, mogelijks wordt het makelijker om het tegen anderen te zeggen. Als je de warmte van de zon kent,kun je die warmte zelf maken, even goed als je dagelijkse soep Neem een grote portie goedheid,en doe er flink wat geduld in ,geduld met je zelf,geduld met anderen, vergeet dat tikkeltje humor niet,om de tegenvallers te verwerken. Meng dit alles met een dosis werklust , en giet over alles een gulle lach.,en je hebt de zon vandaag.
Zwijgen; zo maar je hand om de schouder leggen; vreugde en verdriet delen,niets vragen, gewoon helpen dragen, en ergens nog een mailken,om de laatste nieuwjes mee te delen, durven tonen;welke gevoelens in je wonen; delen in geluk en kleine dingen,die je niet tot wederdiensten dwingen, Liefde is vriend zijn,dus is het fijn ,om een goede vriend te zijn.
(Foto Konig Albert en Koning Georges van Engeland)Ik zal mij lange tijd de ferme afwassching ,die ik dien dag van hem kreeg.Daucq wilde voor zijn deel in het Vaderlandsch werk niets dan den strijdpost.. Op andere plaatsen heeft men den overwegenden invloed beschreven, welke hij uitoefende bij het uitdeelen van "la Libre Begique". In dit boekdeel spreekt men ook van ijn bedrijvigheid in het aanwerven vanvrijwilligers. Wat de " Familiegroet" betreft, van den beginne af voerde Baucq hem tot een hoog zedelijk en vaderlandsch peil op. Hij besteede er zulke groote nauwkeurige zorg aan, dat zijn geheime boekhouding immer flink in regel was. Men mag het zijn ongemeene toewijding danken. dat zijn menigvuldige briefwisselaar na zijn aanhouding, in staat gesteld waren om zonder vaar of vrees de antwoorden op den "Familiegroet en aan Baucq toevertrouwd, te ontvangen. Het geheim van het stelsel ontsnapte aan de speurhonden. wij konden het terugvinden en de dienst toevertrouwen aan een medewerker, die zich had aangeboden, om de plaats in te nemen van hen die gevallen was .(T is den 31* juli1915 dat Fhilippe Baucq in de hinderlaag viel, die men voor hem in zijn eigen huis, op de Roodenbeeklei,gespannen had. Ik had met hem eene samenkomst afgesproken tusschen11 uur en middernacht.Maar daar ik te Mechelen en te Leuven weerhouden werd door een dringende boodschap waarmede een voornaam persoon mij gelast had, kon ik in Brussel niet wederkeeren voor 's anderendaags in den vroegen morgen. Op een paar honderd meters van het huis van Baucq, op het oogenblik dat ik den wolf vlak in den muil ging loopen, werd ik gelukig door een onzer luitenanten ingehaald en gewaarschuwd."Mevrouw Baucq en haar dochter verborgen alle documenten.Baucq bekende voor het gerecht de " Libre Belgique",het geheim blaadje verspreid en aan den" Familiegroet"meegewerkt te hebben. Hij had als bijnaam"Le Fromage." Een andere beschuldigde was mevrouw Ada Bodart, 34 jaar protestant, Iersche van geboorte en Belgische door huwelijk, moeder van twee kinderen. Zij had huisvesting verleend aan 36 personen, die naar het frond wilden. Haar eigen zoontje van veertien moest tegen haar getuigen. Het kind mocht zijn moeder omhelzen en dat was een aangrijpend tooneel. Daarna had het verhoor plaats van Albert Libiez, advokaat te Bergen, den ingenieur Hermen Capiau, den apotheker Louis Severin,gravin de Belleville, prinses de Croy en anderen. Allen bekenden vluchtelingen geholpen te hebben.De tweede zitting begon met het rekwisitorium van den auditeur. Deze sprak hartstochtelijk en bezwaarde de beschuldigden op schandelijke wijze (Vervolg op 6)
Open je ogen en zoek, naar wat mensen soms ontbreekt, een hart om te zeggen,wat een ander moed in spreekt. Schouders om te dragen, de zorgen en pijn van iedereen. Je hebt voeten om te lopen,naar mensen die eenzaam zijn en een hart om waar te maken, dat wij toch mensen zijn .
'T is de kracht die mensen liefmaakt, teder broos en echt, 'Tis de kracht van mensen houden, zo sta je sterk; gaat niet ten onder. In ieder mens leeft zo die kracht, Doe er wat mee, Je maakt je zelf en anderen er heel gelukkig mee gelukkig mee.
(De lijken van Brusselsche gefusilleerden op het stadhuis ,Burgemeester Max spreekt een redevoerig uit)) Er waren35 beschuldigden.De openbare aanklager was zeker Stoeber,militaer auditeur; die pas van het frond kwam.De verdedigers waren de vier advokaten, meestersKirschen, Alexandre Braun, Dorff en Braffort. terwijl meester De Saedeleer als sekretaris van den heer Braum, de debatten kon bijwonen.Andere Belgen mochten niet bij het proces aanwezig zijn. De eerste zitting had plaats in de zaal van de senaat, en de tweede in de zaal van de Kamer der volksvertegenwoordiging. De rechters-officieren waren in groot uniform,de beschuldigden vonden zich wreemd in deze in deze rijk gedekoreerde zaal, de soldaten als beelden en Stoeber scheen een beul, die zijn slachtoffers beloerde.Hij had een houding, alsof het hier zijn cariere zou maken. Hij was krijgsauditeur geweest in bezet Frankrijk.Ofschoon uit Beieren scheen hij een hartnekkige Pruis,brutaal niet alleen tegen de beschuldigden, maar ook tegen de soldaten, den tolk en opdringerig tegenover de rechters. Als deze vragen stelden, antwoorde hij hooghartig en liet verstaan, dat aan het Duitsch gerecht niet kon getwijfeld worden, dat hij niets verborg, over alles het licht liet schijnen.Miss Cavell werd het eerst ondervraagd. Zij antwoorde in het Fransch met Engelsch accent. Ze stond daar nederig gekleed,bleek, maar volkomen rustig en onbevreesd.Ze verklaarde 49 jaar oud te zijn,protestant en van Engelsche nationaliteit. De eerste vraag was of zij van November 1914 tot juli 1915 Fransche en Engelsche soldaten huisvesting verleend en Belgen,Franschen en Engelschen, die in militaire jaren waren, naar het frond geholpen had." Ja?" klonk het antwoord" Op de vraag waarom, sprak ze"Omdat ze in doodsgevaar verkeerden."De auditeur sprak dit tegen: zulke soldaten zouden naar Duitschland gestuurd worden,beweerde hij.Miss Cacell was overtuigd geweest, dat zij gefusilleerd zouden worden. Zij bekende aldus tweehonderd personen geholpen te hebben.Mejuffer Thuliez bekende 45 Engelsche, 69 Fransche en 13 belgische soldaten naar Belgie te hebben laten brengen en ook meegewerkt te hebben aan het werk van den "Familiegroet"( Mot du soldat), de briefwisseling met het frond. Op de vraag warom zij zoo gehandeld had, antwoorde ze:" Omdat ik een Fransche ben.." De derde beschudigde was Fhilippe Baucq;35 jaar architekt te Schaarbeek, vader van twee kinderen. Op de gewone vraag of hij katholiek en Belg was aantwoorde hij:" Ja een goed patriot?"Stoeber vatte het edele van dien uitroep niet en noemde Baucq tijdens de debatten spottend " de goede patriot." In een werkje over den" Familliegroet" lezen wij van Baucq."Mijne betrekkingen met Filips Baucq dagteekenen van 't eind der maand Maart1915.Sedertdien ontmoetten wij elkaar bijna alle dagen,en telkens leerde ik dit edel en vurig hart meer en meer naar waarde te schatten. Hij kon maar niet begrijpen dat iemand voor zijn dienstbetoon geld durvde vragen op het oogenblik dat het vaderland gevaar liep. Zekeren dag zegde ik hem:" Baucq, mijn beste vriend, ge moet U een weinig ontzien; vergeet niet dat hij vrouw en kinderen hebt; daarbij de toekomst lacht u toe, hij zijt"Prijs van Rome" houd u op de hoogte der bouwkunst, ontwerpplannen met het oog op de heropbouwing, zoo zult gij ook nuttig werk verrichten en uwe belanden behartigen....."(Vervolg op 5"
(Foto Belgische mitralieuzen door honden getrokken) O, de oorlogstijd was er een, waarin de karakters scherp aan 't licht kwamen, de goede doch ook de slechte. En van de laatste wist den bezetter een handig gebruik te maken. Uit dit alles begrijpt men dus de noodzakelijkheid, om dat vluchten flink te organiseeren; maar tevens den haat der Duitschers tegen die organisaties.De organisaties waartoe miss Cavell behoorde ontstond feitelijk in Frankrijk. De soldaten daar moesten zich aanbieden bij prins de Croy op zijn kasteel te Belligny; deze liet hen naar Belgie brengen.Daarvoor zorgde mejuffer Louise Thuliez van Rijsel. Ze leidde de doldaten naar den ingenieur Caniau te Bergen of naar gravin Jeanne de Belleville. Soms reisde ze mee naar Brussel. Te Brussel verdeelde men de gevluchten onder drie personen; miss Cavell,Philippe Baucq en den apotheker Severin.Deze dienst had ook vertakkingen en werkte uitmuntend van November 1914 tot Juli 1915.Edith Cavellwerd op listige wijze achtervolgd en aangehouden, dat zij een Duitscher verbond Dadelijk voerde men haar naar de gevangenis. Vele andere aanhoudingen volgden.De bezetter zou streng straffen. Hij noemde helpen van soldaten verraad in den rug van het eigen leger en wilde een afschrikwekkend voorbeeld stellen.Ridderlijk genoeg om in dat alles vaderlandsch gevoel te herkennen was hij niet.Hij noemde die feiten misdadig. Voor de rechters toonde miss Cavell zich zonder vrees. Ze bekende alles en betuigde fier te zijn op hetgeen ze deed voor de goede zaak.Met veel overtuiging had zij haar plicht aangevat .Toen den oorlog uitbrak, bevond ze zich met vakantie in Engeland.Dadelijk keerde ze naar Brussel terug, omdat haar arbeid hier nu van zeer groot belang was.Met de zelfde toewijding verpleegde ze alle gewonden, van welke nationaliteit ook, dus eveneens de Duitschers.Haar ambt was haar heilig en stond boven den haat der oorlogen.Maar toen ze gelegenheid vond, om de zaak van haar land en van Belgie te dienen,greep ze die aan.Ze hielp vermomde Belgische en Fransche soldaten en bevorderde ze hun vlucht. Nu voor het Duitsch gerecht bekende ze zulks openhartig.Haar eerlijkheid en vaderlandsch gevoel maakten echter geen indruk op de Pruisische militairen.Integendeel, de prooi bood zich gemakkelijk aan. Men moest niet zoeken naar bewijzen. De beschuldigde leverde ze zelf.Edith Cavell rekende niet op genade,ze wist welk gevaar zij liep.Wordt vervolgd op 4.
't Kleinste gebaar...'t geeft hoop om te leven, om de zon te dragen voor wie ze niet kent. Open je deur....'t kan genoeg warmte geven om tranen te drogen,te zijn wie je bent. Ja een bezoekje, een bloem en spelende kind'ren,bij kaarslicht een lied dat iedereen kent....'t is de berg die wij moeten beklimmen, de kracht om te leven er te zijn voor elkaar; zelfs in moeilijke dagen nog blijven beminnen, zeg ja durf het aan, teken mee voor elkaar.
(Foto Belgische ruiter op verkenning)Om hun tocht naar Holland mogelijk te maken, hun de middelen voor de gevaarlijke reis en gidsen te verschaffen, vormden ze verscheidene organisaties. Tot een daarvan behoorden miss Cavell, Philippe Baucq en de andere hierboven gemoemde personen. Het was werkelijk niet gemakkelijk uit de klauwen van den bezetter te geraken. Van Frankrijk was den afstand den Nederlandsche grens groot, en de weg onbekend. Men moest weten waar te logeeren ,en voedsel te ontvangen, in het bezit zijn van papieren, van eenig geld.Er lagen zooveel andere klippen op dien weg. Voeg daarbij, dat de Duitschers hun spionnen hadden,bekwame detektieven en ook Judassen, die verradersloon wilden verdienen door eigen broeders over te leveren. En vooral daar,waar den reis ten einde zou lopen,aan den grens zelf , waren de gevaren vele. Daar had den bezetter vele dienaren, loerende,listige kerels, die met allerlei papieren en schoone woorden het vertrouwen van hen die wenschten te vluchten, wisten te winnen.zij toonden getuigschriften, gaven zelfs geld voor de reis, voorwendend dit daarvoor van onze regeering te ontvangen en boden zelfs een gids aan. Hadden ze de geen kwaadvermoedende jongelingen in hun net,was alles tot in de puntjes bepaald, dan waren ook de Duitdchers gewaarschuwd en op hun hoede.De valsche gids vertrok met zijn slachtoffers dikwijls door de bosschen der Kempen, maar vlak bij de grens , doemden eensklaps de Duitsche schildwachten op en waren de ongelukkigen overgeleverd aan den vijand. Dan voerde men hen naar Duitschland,natuurlijk na lange ondervraging in de hoop nog sporen te vinden, die tot de aanhouding van anderen zou leiden.De veraders trachtten ook de ware gidsen op te sporen en trokken daarvoor zelfs naar Holland. ze ondervroegen daar de ontsnapten, ze hadden ook familieleden, die ontvluchten wilden, een zoon of broeder, die begeerde aan den Yzer zijn land te dienen, maar ze wisten den weg niet om uit Belgie te geraken.Wee zoo de ontsnapte in de val liep en adressen van helpers en gidsen gaf. Menigeen, die in't bezette land uit liefde voor zijn volk, dergelijke diensten bewees en zelfs uiterst voorzichtig was, zag eensklaps zijn huis door Duitschers omsingeld of werd verrast op het oogenblik, dat hij zijn arbeid verrichte en gevluchten den weg wees.De laatste processen, toen Duitschland verslagen was, geven een treurig beeld van al die praktijken.En hoeveel verraders zijn onbekend gebleven.(Vervolg op 3)
Leven mag je niet benauwen, blijf er in geloven,en blijf, er van houden, het is soms... als een toverboek, 't geheim dat is zo sterk;en zo eenvoudig, maar ook prachtig; want het wonder schuilt heel diep in jou.
Groeien, kiemen,nemen ,geven; lachen ,lief zijn ,leven; daar worden mensen"mensen" van dat kan voor alleman en 't is een deelken van Gods plan, en zelfs den wereld wordt er beter van .
Ik heb een goede vriend, Jezus is zijn naam. Wat hij ons zeggen wil gaat ons allen aan. Eens droomde hij "de wereld is voor iedereen gelijk." Maakt jij z'n dromen waar?, want zo bouw "jij "aan God zijn rijk? en maakt voor iedereen een waardevol bestaan.
(Foto Voorlezing ,doodvonnis van Gabrielle Petit)Een treurig hoofdstuk... Wij dienen nu wat naders te zeggen over de terechtstellingen, die intusschen in bezet Belgie hadden plaatsgehad. Zoo las men in April 1915 een plakkaat met dit bericht." Bij vonnis van den Duitschen krijgsraad van 18 April door den etappenkommandant bevestigd, werd de afdeelingsoverste bij de ministerie van spoorwegen te Brussel Lenoir, voor spionnage ter dood veroordeeld. Het vonnis werd heden op 14 April 1915 uitgevoerd. De veroordeelde is neergeschoten geworden."Wat had die heer Lenoir dan tegen de Duitschers wel misdaan.De bezetter wilde , dat het Belgisch spoorwegpersoneel voor hem arbeidde."Wat gebeurd er?,zoo vroeg men te Brussel,schrijven Gillie; Ooms en De Landsheere in hun dagboek onder datum van 25 April 1915.De natuur is in feest, de appelboomen staan in bloei, de zon schittert, maar in onze hersens is het nacht.De gecensureerde bladen melden ons niets. Als de Hollandsche een oordeel bevatten,dat ons zou kunnen bemoedigen, of zelfs maar of ons wat klaar doen zien,worden ze ingehouden.Bovendien is de weg naar Holland, de eenige langs waar ons nog een echo uit Frankrijk of Engeland toekwam , gesloten. Geen paspoort meer,geen verlof om de grens over te trekken, noch in deze richting in die.....................Na acht dagen is er eenige verzachting .De Brusselsche, handelaars, die zaken in Holland te doen hebben, kunnen een paspoort krijen, maar op welke voorwaarden? Eerst moeten ze bewijzen ,dat een ernstig handelsbelang hun naar Holland roept. Dan kan men tegen borgstelling van 10000 mark en zoo men over den militairen leeftijd is, een, paspoort voor 5 dagen bekomen.Alle mogelijkheid om dus van Holland naar Frankrijk te gaan en binnen den bepaalden tijd terug te zijn is uitgesloten. Zoo het paspoort niet op tijd terug ingeleverd is op het bureel, dat het verstrekte, is de waarborg verloren.De vijand laat streng zijn ijzeren vuist voelen. Hij wil, dat de agenten van den spoorweg voor hem werken, wat hem toelaten zou een gelijk aantal Duitsche ambtenaren en werklieden als soldaten naar het frond te zenden."Houd vol", zeggen de Duitschers in de herbergen bij 't station van Schaarbeek, tot Belgisch spoorwegpersoneel,"houdt vol,want als gij toegeeft, worden wij kanonnenvleesch."De bezetter durft niet rechtstreeks onze landgenooten dwingen, omdat de konventie van Den Haag het hem verbiedt, maar langs omwegen betracht hij het zelfde doel. Door zijn talrijke spionnen achtervolgt hij de Belgische amtenaren, die in 't geheim,de Belgische spoorwegen betalen met geld, dat uit Le Havre komt.Twee en twintig ambtenaren worden aangrhouden. Een van hen, de ingenieur Lenoir, krijgt de doodstraf."Alvorens hem neer te schieten,lieten zijn beulen hem voorbij zijn doodskist en de, lijkwagen gaan. Den 9" Oktober 1915 werden ter dood veroordeeld: 1 Fhilippe Baucq,architekt te Brussel. 2 Louise Thuliez, te Rijsel 3 Edith Cavell verpleegster bestuurster te Brussel 4 Louis Severin, apotheker te Brussel ,5 Gravin Jeanne de Belleville te Montignies.Het vonnis tegen Baucq en miss Cavell werd voltrokken, zoo melde een plakkaat den 12" Oktober. Wat was den midaad dezer veroordeelden? Veel Fransche soldaten waren door allerlei omstandigheden en den snellen opmaars der Duitschers in het bezet gebied achter gebleven en wilden zich weer bij hun leger voegen; ook tal van jongelingen begeerden onder de wapenen te gaan.(wordt vervolgd op 2)
Af en toe droom ik van rode rozen, en over dingen waar ik nooit aan dacht. Over dingen wij nog zouden kunnen, Ons nog gedragen zoals wij zijn. Daarom geef ik je graag eens rozen, bij 't drinken van een glaasje wijn. Ik zie dat j 'er van kan genieten , en dat wij saam gelukkig zijn. Mijnen tijd die wil ik niet verspillen, en alles houden voor mezelf. Dus geef ik jou een boeket rozen, en drink met jou een glaasken wijn. Ik zie ;je wangen staan te blozen, en ik ,ik leef als 'k bij je ben. Want 't is fijn bij jou te mogen leven, 't is fijn om nog bij jou te zijn.
Open je hart, ook voor wie je niet en mag, poog met geduld, zijn ritme te verstaan. Hou van de mensen,waag dan bruggen te slaan, Groeiend in tederheid de naaste-weg begaan. Geloof met ons, Hij is de weg, de waarheid en het leven. Hij is de Heer ,nog min nog meer.