een selectieve kijk op de politiek en de actualiteit (en tussendoor ook eens iets anders)
06-04-2012
Vandaag
Vandaag, de dag na Witte donderdag, vieren wij Christenen Goede Vrijdag.
Op deze dag gedenkt men de kruisdood van Jezus.
Om Jezus sterfdag te herdenken wordt rond 3 uur in de namidddageen kruisweg gelopen, een omgang langs afbeeldingen van het verhaal van de marteling, het dragen van het kruis en de kruisiging van Christus.
Jeroen Bosch: "Christus draagt het kruis"
Als teken van rouw worden vandaag de klokken niet geluid bij de aanvang van de dienst.
Goede Vrijdag wordt goed genoemd omdat Christus vrijwillige dood betekende dat God zich om het menselijk lijden bekommerde en het zelf op zich nam.
Op het middaguur viel er een duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: Eloï, Eloï, lema sabachtani?, wat in onze taal betekent: Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: Hoor, hij roept Elia! Iemand ging snel een spons halen, doordrenkte die met zure wijn, stak de spons op een stok en probeerde hem te laten drinken, terwijl hij zei: Laten we eens kijken of Elia komt om hem eraf te halen. Maar Jezus slaakte een luide kreet en blies de laatste adem uit. En het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot onder in tweeën. Toen de centurio, die recht tegenover hem stond, hem zo zijn laatste adem zag uitblazen, zei hij: Werkelijk, deze mens was Gods Zoon.
(Marcus 15: 33-39)
Op deze dag eten we als Rooms-Katholieken geen vlees.
We zijn in De Goede Week en vandaag is het Witte Donderdag.
De Pelgrimstafel. Naar jaarlijkse traditie wordt in Antwerpen in de oude kapel van het St.Julianusgasthuis op Witte donderdag, herinnerend aan het Laatste Avondmaal, een uitgebreid banket voorzien voor 12 armen: de Pelgrimstafel. Vroeger werden ook de voeten van deze 12 genodigden gewassen, maar daar is men van afgestapt.
Het St.-Julianusgasthuis is genoemd naar de patroonheilige van de herbergiers. Het werd opgericht in 1303 en had vooral tot doel onderdak te verschaffen aan de trekkende pelgrims. Ze konden er de nacht doorbrengen en nieuwe krachten opdoen om hun bedevaart naar Rome of Santiago de Compostela tot een goed einde te brengen. Het gebruik om in het St.-Julianusgasthuis op de donderdag voor Pasen een maaltijd te schenken aan twaalf behoeftigen, gaat terug tot de tweede helft van de 16de eeuw. Het initiatief kwam van een legerofficier van Filips II. De traditie van liefdadigheid wordt voortgezet door de Stichting St.-Julianusgasthuis, een groep van 12 vermogende Antwerpse burgers. Ieder jaar moeten de kunstwerken in de Galerij De Zwarte Panter (Hoogstraat 70-72-74) plaats ruimen voor de originele Pelgrimstafel. Sponsors en milde schenkers zorgen voor een rijkgevulde feestdis. In het kader van vasten wordt er geen vlees maar enkel vis geserveerd. Traditioneel prijkt een met boter ingesmeerd christusbeeld in het midden van de tafel. Overdag mogen bezoekers de tafel komen bewonderen en 's avonds worden 12 behoeftigen uitgenodigd.
Oorspronkelijk was de feestelijke maaltijd met twaalf visschotels, zoals hierboven reeds vermeld, dus bedoeld voor de pelgrims die op weg waren naar Compostella en in het Sint-Julianusgasthuis logeerden. Maar omdat pelgrims niet zo talrijk meer zijn, worden nu twaalf armen uitgenodigd voor de feestdis.
Toch zouden de voettochten naar Compostella tegenwoordig weer in trek zijn. En dus overweegt het Sint-Julianusgasthuis om weer wat kamers in het gebouw in te richten. Daar zouden moderne pelgrims dan kunnen logeren.
Voor mijn artikel over Witte Donderdag van vorig jaar: Trefwoord: 'Goede Week' in Zoeken in blog.
De laatste jaren is er een nieuwe fobie ontstaan: nl. NOMOFOBIE.
Nomofobie is de angst van het moment en steeds meer mensen hebben er last van: Stress krijgen wanneer je je GSM vergeet of wanneer je buiten bereik bent. Voor veel mensen is het een realiteit: ze maken rechtsomkeert als ze hun mobieltje thuis vergeten zijn en op vakantie in het buitenland wordt meteen gecontroleerd of er wel bereik is.
Het gevoel altijd bereikbaar te zijn en altijd van waar ook zelf te kunnen bellen werkt erg verslavend. Maar er loert ook angst om de hoek: nomofobie. No Mobile Phobia: de panische vrees om je gsm te verliezen, om te vergeten hem op te laden of om zonder belkrediet of netwerk te vallen. Kortom: onbereikbaar te zijn.
Een eerste studie over nomofobie kwam er 4 jaar geleden, in Engeland. Toen bleek dat 53% van de Britten, vooral mannen, leed aan deze angst. Intussen werd er een tweede (ook Brits) onderzoek gevoerd, waaruit blijkt dat intussen 66% van de Britten aan nomofobie lijdt. Opvallend is dat daar nu een pak meer vrouwen bij zijn: 70% vrouwen tegenover 61% mannen. Maar liefst 41% van de ondervraagden had 2 mobieltjes in huis.
Jongeren zijn het vaakst het slachtoffer van deze angst: 77% van de 18- tot 24-jarigen is nomofobisch. Van de 25 tot 34-jarigen is dat 68%.
Veel mensen lijden aan één of andere angst voor iets. Zij lijden aan een fobie.
Eens kijken wat de encyclopedie hierover zegt:
Een fobie (Grieks: phobos = angst, vrees) is een psychische aandoening waarbij iemand, om doorgaans onduidelijke redenen, een ziekelijke angst ontwikkelt voor specifieke zaken of situaties. Deze angst staat niet in verhouding tot de reële bedreiging die van de situatie of het object uitgaat en de lijder is zich hiervan doorgaans goed bewust.
Fobieën kunnen zich ontwikkelen door associatie met een al dan niet traumatische ervaring.
Fobieën kunnen worden onderverdeeld naar onderwerpsoort, zoals:
dierenfobie,
het natuurtype (onweer, water, natuurverschijnselen),
het ziekte- en operatietype (naaldangst, verwondingsangst, bloedangst),
het situationele type (hoogtevrees, pleinvrees, autorijangst, etc.).
Voor dieren is arachnofobie of een ziekelijke vrees voor spinnen misschien wel de bekendste.
Maar er bestaat een hele lijst met nog meer voorkomende angsten voor bepaalde dieren:
Als beschrijving ga ik hier overnemen wat op de achterflap van het boek staat:
Rosa werkt in een stomerij in Oud-Zuid. Ze ervaart een grote leegte. Haar moeder heeft een fles gootsteenontstopper leeggedronken, haar broertje is naar Amerika vertrokken en haar vader kijkt avondenlang naar een spijkertje in de muur. Ooit studeerde ze psychologie, nu slijt ze haar dagen strijkend in gezelschap van de Poolse Angelica. 's Avonds zit ze alleen thuis. Haar leven neemt een wending wanneer ze in het borstzakje van overhemd nummer 217 een briefje vindt.
Terwijl de stomerij het podium wordt van een misdrijf, gaat Rosa op zoek naar de eigenaar van het overhemd. Als ze hem eenmaal op het spoor is, reist ze hem achterna via Brussel naar New York, Zuid-Amerika en uiteindelijk, in de woorden van de grootvader van Levi Andreas, 'een soort einde van de wereld'.
Levi Andreas is een optimistisch boek over vluchten, leugens en bedrog.
Toen ik de inhoud las moest ik onwillekeurig terugdenken aan een boek dat ik een paar jaar geleden gelezen heb, Tarmac (besproken 22/3/2010) waar het hoofdpersonage ook een haar onbekend persoon achterna gaat. Maar waar ze ook komt, blijkt deze telkens juist verder gereisd te zijn.
Het boek lijkt in het begin heel onsamenhangend en springt van de hak op de tak.Het verhaal wordt verteld door Rosa, maar op zeker moment blijkt de ik-persoon een jongeman te zijn.
Tot er iets begint op te vallen:gans het eerste deel, de eerste helft van het boek, zijn de hoofdstukken afwisselend aangeduid met een strijkijzertje of een titel.Deze laatste blijken later het verhaal van Levi Andreas te zijn.Vanaf het tweede deel wordt het verhaal één geheel van de zijde van Rosa.
Nadat het strijkatelier gesloten werd, gaat Rosa, door verveling en nieuwsgierigheid, op zoek naar de eigenaar van de hemden met klant nr 217.
Ze laat alles achter in Amsterdam en brengt eerst een bezoek aan haar broer in Amerika, waarna ze Levi Andreas via een intensieve briefwisseling achterna reist naar het einde van de wereld.
Een kind is meestal reeds enkele jaren oud vooraleer het doordringt dat er iets niet in orde is.
Er zijn verschillende soorten en maten van autisme.
Maar naast de handicap hebben mensen met autisme vaak ook heel wat talenten.
-Mensen met autisme hebben bijvoorbeeld een heel goed geheugen voor feiten.Als een thema hen interesseert, weten ze er dikwijls alles over.
-Mensen met autisme hebben ook een beter oog voor detail.
-Ze zijn ook heel visueel-ruimtelijk, waardoor ze ook goed zijn met schemas en kaarten.
-Eenduidige, technische zaken vinden ze gemakkelijk omdat ze zelf ook rechtlijnig denken.
-Wie begaafd is, haalt veel plezier uit een job als b.v. informaticus,ingenieur of boekhouder.
-Wie minder intellectuele mogelijkheden heeft, kan b.v. goed werken waar taken duidelijk verdeeld zijn.
-Mensen met autisme gaan heel systematisch en perfectionistisch te werk; ze willen geen fouten maken.
-Ze zijn eerlijk en objectief.
-Ze zullen niet snel aan groepjesvorming meedoen.
-Ze hebben een voorkeur voor repetitieve taken; dingen die andere mensen soms saai vinden.
-Op sociaal-communicatief vlak zijn mensen met autisme niet sterk.
-Kunnen snel kwaad worden.
-Iemand met autisme kan niet omgaan met onverwachte dingen.
-Zet deze mensen b.v. niet aan een loket.
Dit alles volgens psycholoog en autismespecialist professor Herbert Roeyers van UGent.
Uit een onderzoek aan de Universiteit Maastricht is nog gebleken dat kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis visuele informatie in hunhersenen langzamer verwerken dan gewone kinderen.Bovendien zien de hersenen vooral details in plaats van een compleet beeld.
Het feit dat kinderen met ASS als het ware trager zien is volgens de ontwikkelingspsycholoog ook een verklaring voor de vaak vreemde reacties van kleine autisten.Hun zintuiglijke prikkeling is niet in orde en daardoor kunnen ze soms heftig reageren.
"Je ziet ook dat er bij de asielzoekers heel veel economische gelukzoekers bij zijn die gewoon voor de sport een asielprocedure starten".
Maar het is ook een feit dat zich steeds meer asielzoekers aanbieden op medische gronden, waarbij de regularisatie vlugger verloopt. Deze mensen moeten voor hun medische kosten niets betalen: 'het OCMW' betaalt wel. ( Zie: 'Brief van een dokter' van 18/4/2011 Trefwoord: Brief in Zoeken in blog)
Wat we vandaag in het nieuws horen vermelden en te lezen staat in De Standaard en Het Nieuwsblad:
"De uitgaven voor medische verzorging en behandeling van de personen die verblijven in de zestig opvangcentra voor asielzoekers die beheerd of betaald worden door de federale overheid gaan pijlsnel omhoog. Ze stegen van 15,5 miljoen euro in 2008 tot 21 miljoen in 2010. In de eerste helft van 2011 alleen al werd 14,1 miljoen euro uitgegeven. De cijfers voor het volledige jaar zijn nog niet beschikbaar.
1/3 - 2/3 : In België sterft een derde van de kankerpatiënten thuis.
In Nederland is dat twee derden.
Het verschil is vooral toe te schrijven aan de rol van de huisarts die bij ons een coördinerende functie bij het levenseinde heeft, terwijl hij in Nederland de zorgtaken zelf opneemt. In ons land wordt via gespecialiseerde ploegen naar een ziekenhuis gekanaliseerd.
naar aanleiding van haar lapsus toen ze Matthias Schoenaerts feliciteerde voor de Oscarnominatie van de film 'Rundskop' en hem verkeerdelijk 'Schoenmakers' noemde.
"Daar was Joke Schauvliege en daar was de lapsus. Als de minister van cultuur haar mond opendoet, is er altijd een risico dat ze zelf een probleem creëert."
Joke Schauvliege, (CD&V),Vlaams minister van Cultuur : "Als men mij vraagt, word ik opnieuw minister van Cultuur."
Voormalig IMF-topman Dominque Strauss Kahn - we kennen hem nog van vorig jaar in de zaak met het kamermeisje in New York dat beweerde verkracht te zijn geweest door de man, maar vrijgesproken werd wegens de lagere afkomst van de vrouw en daardoor als onbetrouwbaar werd bestempeld - is voorbije maandagavond officieel in verdenking gesteld van pooierschap en bendevorming. Zou er dan toch iets niet pluis zijn met deze machtige man?
Maar volgens zijn advocaten heeft hij niets onwettigs gedaan.
Onlangs publiceerden twee wetenschappers in de Journal of Medical Ethics een artikel waarin ze de mogelijkheid van postnatale abortus naar voren schuiven. Of anders gezegd: het doden van een baby vlak na zijn geboorte. Omdat de pasgeborene ziek is bijvoorbeeld, een handicap heeft of simpelweg niet gewenst is. Kortom: in alle gevallen waarin abortus vandaag is toegestaan.
De schrijvers verdedigen hun stelling met de bewering dat pasgeboren babys toch geen eigen persoonlijkheid of besef hebben. Net als foetussen dus.
Reacties hierop waren uiterst geschokt en er werd moord en brand geschreewd.
Nochtans zou de moedige provocatie van de professoren wel eens voor een maatschappelijke discussie kunnen zorgen die haast niemand tot nu toe durfde te voeren.
In de praktijk worstelen nogal wat neonatologen (*) en gynaecologen geregeld met die vraag. Als een ziekte of afwijking pas laat in de zwangerschap wordt ontdekt, bijvoorbeeld. Op verzoek van de ouders kan de foetus dan een dodelijke inspuiting krijgen in de baarmoeder. In sommige ziekenhuizen toch. Andere daarentegen kiezen ervoor de baby eerst geboren te laten worden en dan pas te laten sterven. Die aanpak zou minder risico voor de moeder inhouden.
Een kind voor of na zijn geboorte doden: juridisch is het een wereld van verschil, maar medisch eigenlijk niet.
In veel gevallen is die keuze er niet eens omdat pas na de bevalling duidelijk wordt dat er iets met de baby scheelt. De meeste neonatologen zullen dan wel bereid zijn hem te helpen sterven; ook al mag dat eigenlijk niet en kan een arts daar problemen mee krijgen. Daarom pleiten sommigen bij ons voor een systeem zoals in Nederland, waar artsen door het zogenaamde Groningenprotocol (**) worden beschermd.
Wel is het cruciaal dat er juridische, medische en ethische grenzen worden vastgelegd, die ook in de praktijk hanteerbaar zijn. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat abortus in België tot heel laat in de zwangerschap toegelaten is als een foetus zwaar gehandicapt blijkt te zijn maar ook als hij een paar teentjes mist of kleurenblind is. Op voorwaarde tenminste dat een arts bereid wordt gevonden om dat als een uiterst zware, ongeneeslijke aandoening te beschouwen. De volgende vraag die we ons nu moeten stellen is hoever we willen gaan eens dat wezentje geboren is? Mogen zijn ouders dan alleen beslissen om hem te laten sterven als hij ontzettend veel pijn heeft en er geen twijfel over bestaat dat hij het uiteindelijk niet zal halen? Of mag dat ook als hij bijvoorbeeld aan het syndroom van Down lijdt of een hazenlip heeft?
En wat als de intussen alleenstaande moeder niet weet hoe ze hem groot zal brengen?
(Bron: Opinie door Ann Peuteman in Knack)
(*)Neonatologie is een beperkte subspecialisatie binnen de pediatrie, die zich binnen de kindergeneeskunde specialiseert in de medische zorg voor zieke of vroeggeboren zuigelingen.
(**) Het Groningen-protocol is een tekst die in september 2004 werd opgesteld door artsen van de afdeling neonatologie van het Academisch Ziekenhuis Froningen (tegenwoordig UMCG genoemd). Het geeft richtlijnen en criteria waarmee artsen "levensbeëindiging van pasgeborenen" kunnen uitvoeren in geval van ondraaglijk en uitzichtloos lijden, zonder gevaar van strafvervolging.
Mijn standpunt laat ik hier in het midden, maar in sommige gevallen moet het toch kunnen vind ik.
Voor vroegere artikels over dit item: trefwoord 'abortus' in 'Zoeken in blog'. Dan verschijnen wel alle artikels waar het woord, al dan niet samengesteld, in voorkomt.
Vandaag was het weer overschakelen naar het zomeruur.
In de media wordt hierbij maar op één ding gewezen: het voordeel dat het 's avonds een uur langer licht blijft.
Maar: - 's morgens is het een uur later licht, wat nu in het voorjaar nog wel een rol speelt. In de zomer weliswaar niet meer, want dan is het toch vroeg genoeg licht. - het is 's morgens nog vrij koud. - het duurt tot de middag vooraleer het gazon in de tuin droog is. - daarbij: later op de avond zit ge meestal toch binnen voor de TV en hebt ge zowiezo niets aan dat uur extra licht. - voor velen, vooral kinderen, zal het moeilijker zijn om op tijd te gaan slapen en te kunnen slapen als het nog licht is.
Uit een poll onder 81.781 Vlamingen blijkt trouwens dat slechts 23,6 procent gewonnen is voor het behoud van het huidige systeem waarbij zomer- en wintertijd mekaar afwisselen. 76,4 procent van de Vlamingen is dus tegen dit omschakelen. Daarbij is meer dan de helft van de ondervraagden, 54,5%, voorstaander van een permanente zomertijd en slechts 21,9 % geeft de voorkeur aan de wintertijd.
Dit laatste verbaast me wel daar de wintertijd toch de meest normale tijdsaanduiding is.
Eventuele beslissingen hieromtrent vallen echter onder Europese bevoegdheid, wat momenteel niet aan de orde is. Europees Commissaris Karel De Gucht: "Vanaf 1 april 2012 zouden burgers het thema echter op de agenda kunnen zetten. Vanaf die datum treedt de verordening voor burgerinitiatieven in werking. De Europese Commissie wil initiatieven van burgers onderzoeken als er minstens 1 miljoen handtekeningen uit minstens 7 Europese landen worden ingediend.
Paus Benedictus XVI heeft voor het eerst een publieke verschijning met een wandelstok gemaakt.
De paus gebruikte de stok om een honderdtal meter te stappen op het vliegveld Leonardo da Vinci in Rome, waar hij een overstap maakte van de helikopter die hem oppikte in het Vaticaan, naar het Alitalia-vliegtuig voor zijn bezoek aan Mexico en Cuba.
Een bron zegt echter dat de paus al twee maanden de stok gebruikt. Het zou hem een geruster gevoel geven. Medische redenen voor het gebruik zijn er volgens de bron niet.
Groot nieuws is het niet maar het voedt wel de geruchten dat de gezondheid van de 84-jarige paus achteruit gaat. Om te rusten voor zijn transatlantische vlucht hield de Paus voorbije week ook geen publieke toespraak.
Mieke Van Hecke (directeur-generaal van het Vlaams Secretariaat Katholiek Onderwijs) in , 23 nov.2011:
Veelal betreft het allochtone jongens van veertien, vijftien jaar die excessief spijbelen, agressief zijn, in straatbendes rondhangen, in de criminaliteit belanden. Op school verzamelen ze beïnvloedbare jongeren rond zich, meelopers, die ze dan meesleuren. Ze maken het normale schoolgebeuren onmogelijk."
De massale immigratie en islamisering in onze gewesten heeft ook zijn weerslag op het onderwijs.
Onderzoek van Jaap Dronkers, hoogleraar Internationaal Onderwijsonderzoek aan de Universiteit Maastricht, heeft bevestigd dat etnisch gemengde scholen, onder meer door taalproblemen, het onderwijsniveau drastisch naar omlaag halen. In klassen met leerlingen van verschillende culturen is de kwaliteit van het onderwijs beduidend slechter dan in klassen met één of twee etniciteiten.
Als er zes of zeven verschillende etniciteiten op één school zitten, kunnen de prestaties echt zwaar dalen, aldus Jaap Dronkers. In sommige ASO-klassen in België wordt er daardoor op TSO-niveau lesgegeven. Das ergens ook logisch. Zulke cultuurverschillen overbruggen kost immens veel tijd. Hoe meer groepen, hoe meer de leerkracht daarin moet investeren, waardoor er minder tijd overblijft voor de eigenlijke leerstof."
Islamitische leerlingen scoren het slechtst, wat niet zozeer te maken heeft met het feit dat ze uit lagere sociaal-economische klassen zouden komen, maar met de islam zelf. Bepaalde islamitische waarden en normen werken gewoon contraproductief in onze samenleving, aldus de onderzoeker.
Halal op school
Op onderzoek in Brussel kwam men ook te weten dat heel wat scholen zich aanpassen aan de grillen van de islamitische leerlingen. Zo worden seksuele voorlichting en de evolutieleer van Darwin al te vaak vermeden, en geven 45 van de 65 ondervraagde Nederlandstalige scholen toe dat ze geen varkensvlees serveren. In negen scholen zijn de maaltijden zelfs exclusief halal.
Intussen blijft het aantal schoolverlaters zonder diploma almaar verder stijgen. Het feit dat er jaar na jaar steeds meer kinderen op de schoolbanken komen die thuis geen Nederlands spreken en daardoor een niet te verwaarlozen achterstand oplopen, is daar niet vreemd aan.
Bovenvermelde resultaten liggen in de lijn van eerdere vaststellingen. Zo slaakten verschillende Antwerpse schooldirecties een paar jaar geleden al een noodkreet vanwege de invoer van steeds nieuwe generaties anderstaligen via importhuwelijken en gezinshereniging wat nefast is voor de onderwijskwaliteit. Aan die oproep werd echter geen gehoor gegeven.
Nog nooit waren er in Vlaanderen zoveel kandidaten voor een sociale woning.
Uit cijfers die Gazet van Antwerpen bekend maakte, blijkt dat er liefst 62.000 kandidaten op een wachtlijst voor een sociale woning zijn ingeschreven. Volgens Andy Dilles, woordvoerder van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, is dat onder andere te verklaren door de fors gestegen energieprijzen.
Maar er is nog wel wat meer aan de hand. Begin november bleek uit het antwoord van Vlaams minister van Wonen Freya Van den Bossche (SP.a) op een vraag van Filip Dewinter (VB) dat - buiten de talrijke Belgische nationaliteitsverwervingen (554.054 Belgwordingen tussen 1998 en 2010) - het aandeel vreemdelingen in de toewijzingen van sociale woningen tussen 2009 en 2010 aanzienlijk gestegen is. In 2009 gebeurde 79,9% van de toewijzingen van sociale woningen in Vlaanderen aan personen met de Belgische nationaliteit, 3,2% aan EU-vreemdelingen en 16,9% aan niet-EU-vreemdelingen. In 2010 is het aandeel Belgen in de toewijzingen gezakt tot 76,5% en het aandeel EU- en niet-EU-vreemdelingen toegenomen tot respectievelijk 4% en 19,5%.
In Gent, Mechelen en Aalst varieert het aandeel niet EU-burgers van een kwart tot een derde. In ntwerpen loopt het aandeel niet EU-burgers zelfs op tot meer dan de helft.
De stijgende cijfers zijn in de eerste plaats een gevolg van de massale regularisaties van illegalen. De massale instroom van vooral niet-Europese vreemdelingen belooft ook de komende jaren aan te houden, aangezien eveneens volgens cijfers door de minister verstrekt ook een kwart (24,6%) van de personen op de wachtlijst voor een sociale woning vreemdeling is.
De toewijzingsregels voor sociale woningen moeten dringend worden verstrakt. Net zoals in Denemarken het geval is, moet volgens het VB iemand die in aanmerking wil komen voor een sociale woning ten minste zeven van de acht voorgaande jaren legaal in het land hebben verbleven en gedurende minstens drie jaar bijdragen aan de sociale zekerheid hebben betaald.
Aanvankelijk was ik van plan mijn Weblog gewoon onder mijn echte naam te starten. Maar als ik zo eens naar de andere reeds bestaande keek, viel het mij op dat de meeste ervan met een schuilnaam werken. Vandaar dat ik uiteindelijk beslist heb dat ook maar te doen.
.../raa. is het geworden. R.A.A. is in feite niet zo geheimzinnig als het op het eerste zicht lijkt. Het zijn namelijk de eerste letters van mijn voornamen.