Kerstverhaal
De keizer roept de mensen op;
het volk wordt geteld.
Dat is zoals het in de oude boeken wordt verteld.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Jozef en Maria gaan op weg, de reis is lang.
Ze laten alles achter en ze zijn een beetje bang.
Maria moet weldra
bevallen van een zoon.
Dat kindje zal een koning zijn,
dat kind is niet gewoon!
De nacht valt en ze worden moe,
ze kloppen ergens aan.
De waard zegt nors: Ik heb geen plaats,
gelieve weg te gaan!
Acht toe meneer, geef ons een bed,
wij komen van zover.
Ik heb geen plaats, gebruik mijn stal maar,
daar onder die ster.
Maria kreeg een kindje
daar in die armenstal.
Dat kindje was de zoon van God,
de koning van t heelal.
Wat verder in een weitje
lagen herders op de wacht.
Ze waren arm, maar
zorgden voor hun schapen, dag en nacht!
Plots kwam er aan de hemel
een oogverblindend licht
met vonken en met glitters,
dat was een prachtig zicht!
Dat licht kwam van een engel,
Hij zei: Kom toch naar de stal!
Daarbinnen ligt een kindje
Dat een koning worden zal!
De herders gingen naar de stal
en knielden voor het kind
dat daar zo heerlijk lag in t stro,
beschermd tegen de wind.
Vanuit het verre oosten
volgden drie wijzen een ster.
Ze zochten óók het kindje
en ze kwamen van heel ver.
De ster stond stil, hoog in de lucht,
Precies boven de stal.
Eén wijze zei: Hier is t te doen!
En dat was het geval.
Wij hebben voor het kindje,
zei de zwarte koning zacht,
wierook, goud en mirre
als cadeautje meegebracht.
Een koning in een kribbe,
wie had dat ooit gedacht?
Herders en wijzen samen
in een stalletje op kerstnacht.
En sinds die dag is kerstmis
een feest voor alle mensen.
Ook wij willen u vrede
En al wat goed is wensen!
Een zalig en vrolijk Kerstfeest voor al mijn bezoekers-bloggenoten.
|