Moham(m)ed of zo.
De Marokkaanse overheid verplicht haar onderdanen, zelfs als ze in het buitenland wonen, om voor hun kinderen een naam te kiezen uit een opgelegde lijst met Arabische voornamen. Doen ze dat niet, dan lopen ze het risico dat hun kind geen recht heeft op de Marokkaanse nationaliteit, iets waar de allochtone ouders nog altijd aan houden. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Bij de Antwerpse bevolkingsdienst behoorde het tot nu toe tot de dienstverlening om aan allochtone jonge ouders die hun kind komen inschrijven, die Marokkaanse namenlijst te tonen met de waarschuwing dat wie zich niet houdt aan die lijst, problemen kan krijgen met de Marokkaanse overheid. Ouders die afwijken van die lijst, moeten dan een attest ondertekenen waarin ze verklaren dat ze zich niet houden aan de voorgestelde Marokkaanse namen.
Onze eigen Antwerpse ambtenaren handelen alsof ze agenten zijn van de Marokkaanse overheid. Het gaat ook in tegen het integratiebeleid. Bovendien is iedereen vrij om een voornaam voor zijn kind te kiezen. Anderzijds zullen ouders met Marokkaanse roots toch altijd liever een Arabische voornaam kiezen voor hun kinderen.
Er is geen enkele reden waarom een Antwerpse dienst zulke diensten moet verlenen voor een buitenlandse regering.
Enkele politieke partijen vinden deze dienstverlening ongehoord en vragen zich af of een stedelijke dienst moet meewerken aan chantage van de Marokkaanse overheid.
De Antwerpse schepen van Loketwerking Monica De Coninck (sp.a) heeft nu beslist om de lijst niet langer meer te gebruiken en naar de prullenmand te verwijzen. Men zal de ouders nog wel informeren over de eisen die Marokko hierover oplegt en voor wie meer informatie wil, doorverwijzen naar het Marokkaanse consulaat.
Ook in Rotterdam is er in februari heibel ontstaan over het gebruik van de opgelegde Marokkaanse namenlijst en Burgemeester Aboutaleb heeft op 5 maart 2009 de gemeenteraad laten weten dat de Marokkaanse namenlijst niet meer zal gebruikt worden in Rotterdam.
Maar bij ons is het eigenlijk al niet veel beter. Toen ik in 1976 bij de burgerlijke stand de geboorte van onze dochter ging aangeven, werd de naam Katleen door de gemeentebeambte geweigerd, althans toch met die schrijfwijze. Het moest Kathleen zijn, met een h tussen, want zonder die h kwam de naam niet voor in meneer zijn naamlijsten en boekjes. Daar stond ik dan met de twee verplichte getuigen die ge hebt moeten optrommelen in de kennissenkring en die helemaal niet begrepen dat ik daar nu een probleem mee had. "Die h, of die er nu staat of niet, wat doet dat er nu toe, die hoort ge toch niet!". Neen, dat is waar, maar het was niet onze keuze. Als ge een naam kiest voor uw kind, dan hebt ge daar samen lang over nagedacht en overlegd. Op dat moment kon ik mijn vrouw, die nog in het moederhuis lag, niet bereiken. Had ik er alleen geweest, dan zou ik terug gegaan zijn om te overleggen wat we zouden doen: accepteren of het kind een andere naam geven. Maar onder druk van de beambte die onwrikbaar bleef en de getuigen die al wat krikkel werden en zich echt niet konden inleven in mijn gevoel, heb ik uiteindelijk toegegeven: het is Kathleen met een h geworden. We hebben het er nog jaren moeilijk mee gehad.
|