Elio nog steeds druk bezig met zijn formatieopdracht.
"En nu naar het folkloristische feest "La Ducasse" in mijn stad Mons, want als burgemeester van de stad kan ik daar toch niet wegblijven."
De 'Ducasse van Bergen' is een plaatselijk folkloristisch feest dat elk jaar plaatsvindt op de eerste zondag na Pinksteren.
De oorsprong van het feest gaat terug tot in de Middeleeuwen. Op 7 oktober 1349, toen er in de streek de pest heerste, organiseerden de autoriteiten een processie van de relieken van Sint-Waltrudis, de beschermheilige van de stad en van de collegiale Sint-Waltrudiskerk. Deze werden in een schrijn gedragen tot aan het woud van Casteau en werden daar verenigd met de relieken van de heilige Vincentius van Zinnik, de echtgenoot van Sint-Waltrudis. De pest hield op en het mirakel werd toegewijd aan de heilige Waltrudis. Er werd besloten om elk jaar een processie te organiseren en in 1352 werd de datum definitief vastgelegd op Drievuldigheidszondag, de eerste zondag na Pinksteren. Vanaf 1380 neemt de broederschap van de heilige Joris deel aan de stoet. Deze werd aan het einde van de 14e eeuw opgericht door Willem III van Henegouwen en bestaat uit de adelijke inwoners, de burgemeester en de schepenen van de stad. Zij voeren in de stoet een mysteriespel op, een wedersamenstelling van het gevecht van de heilige Joris tegen de draak.
In de voormiddag van Drievuldigheidszondag, na de eucharistieviering wordt het schrijn met de relieken van de heilige Waltrudis op de Gouden Koets (een praalwagen uit 1780) geplaatst. Daarna vertrekt de processie. De Gouden Koets wordt getrokken door trekpaarden.
Het spel van de Heilige Joris vindt plaats op de Grote Markt en is een wedersamenstelling van het gevecht van de heilige Joris, het symbool van het goede, tegen de draak, het symbool van het kwade. Dit gevecht wordt "Lumeçon" genoemd en vormt het hoogtepunt van de Ducasse van Bergen. De start is precies om 12h30 en het gevecht stopt om precies 13h00. Sint-Joris heeft als taak om de draak buiten strijd te stellen. De draak heeft een lengte van ongeveer 10 meter en bestaat uit een rieten structuur waarbij het einde van zijn staart is bedekt met paardenmanen.
Gravure uit de 19e eeuw die het gevecht tussen Sint-Joris en de draak afbeeldt.
De processie eindigt met de beklimming van de helling van Sint-Waltrudis. In de beklimming van de helling gaat de heilige Joris de koets vooraf. Het traject loopt over een smalle steile gekasseide weg met een hellingsgraad van 20%. Omdat de Gouden Koets zeer zwaar is, bestaat het risico dat de koets niet boven geraakt. De legende wil dat als de Gouden Koets niet van de eerste maal boven geraakt er gedurende dat jaar een groot onheil boven de stad Bergen zal hangen. De Bergense bevolking helpt de paarden door de koets mee te duwen met al haar krachten. Dit heeft een enorm geschreeuw tot gevolg. De koets is tot op heden steeds boven geraakt. Er worden ook meer trekpaarden voor de koets gespannen dan in feite nodig is om de paarden niet te veel te belasten en om een grote stoet te bekomen.
Beklimming van de Sint-Waltrudishelling door de Gouden Koets.
|