Al rijdend door een groene uitgestrekte prairie verlaten we South
Dakota en komen inNebraska. Meer dan
100 km zien we niets dan de prairie met hier en daar een kudde koeien, want het is prima grasland, en af en
toe zien we in de verte reewild. Het landschap is vrij eentonig met soms wat
rotsformaties langs de weg. Wat we zien van deze staat is voornamelijk landbouw
en veeteelt. Voorbij de plaats Chadron zitten er weer kolen en olie onder de
grond. We zien een tiental treinen die wel 2km lang zijn getrokken door 4 of 5 locomotieven
die enorme hoeveelheden kunnen vervoeren. Onderweg zijn er weinig stopplaatsen
en we verlaten Nebraska vrij vlug om terug in Wyoming te komen. Nabij de stad
Cheyenne zoeken we een kampeerplaats en blijven er voor de nacht. Voor we de
camper moeten achterlaten in Denver willen we nog het Rocky Mountain National
Park in Colorado bezoeken, daar gaat het morgen naartoe.
s Morgens vroeg verlaten we de camping
richting Hot Springs de weg loopt kronkelend door de groene golvende prairie
bij het begin van een wandelpad doorheen een groene vallei parkeren we de auto
en volgen we het pad tot aan de grens van het park. Het is er mooi en rustig
wandelen door de natuur, onderweg zien we een koppel wilde kalkoenen met een
zestal kuikens die rustig doorheen het gras naar voedsel zoeken. Overal zien we
vogels vliegen en horen we hun gezang, iets verderop zien we nog net twee muledeer
in het bos vluchten. De lucht begint te betrekken en we keren maar terug,
wanneer we bij de auto aankomen hebben we toch een zestal kilometer gelopen. Langsheen
de weg zien we honderden bizons lopen veelmeer dan in het vorige park.
Hot Springs dankt zijn ontstaan aan
verschillende warmwaterbronnen, die een bezoekersstroom op gang hebben
gebracht. In de stad staan er heel wat gebouwen opgetrokken in rode zandsteen
iets wat in andere stadjes niet gebruikelijk was. De stad is ook een bijzonder
museum rijk, de Mammoth Site. Het museum is opgetrokken rond de vindplaats van
verschillende mammoet skeletten. Op deze plaats moet miljoenen jaren geleden
een verzakking plaats gevonden hebben, die eens met water gevuld een
aantrekkingspunt was voor deze dieren. Wanneer ze afdaalden naar het water of
er in vielen konden ze er niet meer uit en stierven ter plaatse aan ontbering
of ze verdronken. Later geraakte alles bedolven en bedekt met lagen sediment.
Nadien terug opgestuwd tot net onder de oppervlakte. Een aannemer die met zijn
bulldozer aan het werk was ontdekte de eerste gebeenten. In het museum liggen
de meeste skeletten nog zoals ze gevonden werden. Er wordt nog steeds in de
bodem geschraapt om alles op te graven, kortom een levend museum. In de
bijbehorende tentoonstelling komen we nog heel wat te weten over de mammoets en
staat er ook nog het skelet van een kortsnuitbeer uit die periode, deze beer
had reusachtige afmetingen een was toen heer en meester van de savanne. Voor
een slaapplaats rijden we naar het Angostura natuurgebied dat aan een zeer
groot stuwmeer ligt. Het is ook weer een camping van het national park, zeer
prachtig gelegen aan de boord van het meer. We krijgen een plaats aan de oever
een zeer mooie en rustige plaats waar we s avond kunnen genieten van een mooie
zonsondergang.
We gaan weer vroeg op pad want in het Custer
State park kunnen we een rondweg van 12 mijl volgen die ons de gelegenheid moet
geven om wilde dieren te zien. Pas op weg krijgen we dicht bij de weg een mooie
ree te zien die ooknog mooi voor ons
poseert.
Verderop zien we buffalos, wilde kalkoen, pronghorns, muledeer en heel
veel prairiehonden. Die prairiehonden leveren grappige zichten op wanneer ze
rechtop zitten en rond zich heen zitten te kijken. Plots komen we voor een
kudde wilde ezels te staan die de weg in beslag hebben genomen, ze willen haast
niet wijken en duwen met hun snuit tegen te zijspiegels en de ramen, door de
motor even te laten loeien ruimen ze dan toch baan. De rondweg is te vlug ten einde en we verlaten
het park dat naadloos aansluit met het Wind Cave national park. De naam
Wind Cave heeft het park te danken aan een stelsel van ondergrondse grotten,
die ontdekt werden doordat uit een gat in de grond wind blies. De eerste
onderzoekers behielpen zich met kaarslicht en brachten toch reeds heel wat
gangen in kaart. We kunnen kiezen uit drie geleide bezoeken en kiezen voor deze
die door de midden galerij voert. We volgen de gids die ons dieper de berg in
voert via 450 trappen naar beneden. We hebben al vaker ondergrondse grotten
bezocht en ze zijn allen verschillend. De gangen in deze grot zijn smal en diep
we kunnen dikwijls een heel stuk spleet boven ons zien. Hier en daar zijn er
toch grotere zalen met zeer bijzondere rotsformaties, stalagmieten zijn er niet
want er is zeer weinig water inzijpeling. Wanneer de gids het licht dooft
zitten we in volslagen duisternis, ze steekt een kaars aan en laat ons zien hoe
de eerste ontdekkers de grotten zagen. Er zijn tot heden zo een 200km aan
gangen in kaart gebracht en volgens de gids zou dit slechts een tiende zijn van
het hele stelsel. Gelukkig moeten we die 450 trappen niet omhoog klimmen en
worden we met een lift terug naar boven gebracht. Dichtbij is er een camping
van het national park, die weliswaar weinig service biedt maar echt in het
midden van het groen ligt, erg rustig en mooi.