We staan vroeg op want we willen naar Bryce
canyon en daar hebben we geen plaats gereserveerd. Daar werkt het systeem wie
eerst aankomt heeft veel kans op een plaats. De camping ligt ook binnen het
natuurpark en heeft weinig voorzieningen, maar die hebben we niet echt nodig.
Wanneer we Zion verlaten moeten we eerst door een tunnel gebouwd in de dertiger
jaren en die is niet voorzien voor het moderne verkeer. We moeten daarom een
extra taks betalen want om ons door de tunnel te laten moet aan de andere kant
het verkeer worden tegen gehouden. Wij kunnen dan in het midden van de weg
rijden zodat we zonder schade aan de andere kant komen.
Het landschap ziet het
er totaal anders uit, het is groener en de rotsformaties hebben andere vormen.
Onze route loopt door een groen glooiend landschap, af en toe rijden we door
plaatsjes die er geen van allen erg aantrekkelijk uitzien. Ons navigatiesysteem
brengt ons feilloos op de camping, er zijn nog plaatsen vrij en we nemen een
geschikte plaats in op een vlak stuk want de camping ligt tegen de bergen aan.
Hier is ook een shuttledienst die ons tot het
uitkijkpunt Bryce Point brengt. Wat we hier te zien krijgen tart alle
verbeelding.
De natuur heeft hier in miljoenen jaren een landschap geschapen
dat nergens zijn gelijke kent. De rode zandsteen is hier door erosie van de
wind, regen en sneeuw uitgehold tot een soort kolommen, hoodoos genoemd.
We
bekijken hier het landschap weer van boven aan de rand van de canyon, het
uitzicht is weids en bijzonder kleurrijk. Wanneer we het pad langs de rand
volgen bekijken we alles weer onder een andere hoek.
Het pad loopt op en
neer,soms vrij steil en dus vermoeiend want we bevinden ons hier op 8200 voet hoogte
en dat is toch zo een 2600 meter. We keren terug naar de camping, morgen
bezoeken we weer andere uitzichtpunten.
Om de Zion canyon te bezoeken moeten we
gebruik maken van een shuttlebus die tot het einde van de canyon rijdt en
verschillende haltes aandoet.
De dienst is gratis en je kan aan elke halte
afstappen en terug opstappen. De busjes komen om de 5 à 10 minuten langs. De
canyon is in de loop van miljoenen jaren uitgesleten door de Virginrivier. De
wanden rijzen steil omhoog, het zijn de hoogste zandsteenbergen ter wereld
wordtons verteld. Ze zijn in alle geval
erg indrukwekkend en het zonlicht doet hun oker en rode kleuren prachtig
uitkomen. De rivier heeft een flink debiet en in de smallere stukken kolkt het
flink.
We laten ons aan de laatste halte afzetten en gaan dan te voet verder
tot waar de kloof zo versmalt dat men nog slechts door het water verder kan.
Zelfs dat is nu afgesloten omdat het water te fel stroomt. Plotse onweren
verder op kunnen het water zo snel doen stijgen dat er een echte stortvloed
ontstaat die alles op zijn weg meesleurt. In de voorbije winter moet er ook zo
een stortvloed geweest zijn die heel wat vernieling had aangericht. We genieten
nu rustig van al dat moois, we weten weer niet waar eerst kijken want de ene
bergwand is al spectaculairder dan de andere.
Het is er zo overweldigend mooi
dat we geregeld stil blijven staan om te genieten van dit overweldigend
landschap. Met het busje rijden we terug naar een andere halte om weer een
spoor langs de rivier te volgen om dan weer andere zichten te ontdekken. De
vallei is door al dat water erg groen en overal zien we kleurige bloemen tussen
de rotsen. Je kan het haast niet geloven maar deze vallei ligt midden in een
woestijngebied. Na de middagpauze keren we terug en blijven genieten van deze
uitbundige natuur. Tegen de avond keren we terug naar de camping om bij een
frisse pint, terwijl de kolibries voor onze neus vliegen, na te genieten van
deze prachtige en zonovergoten dag.
Vannacht werden we gewekt door een loeiend
brandalarm, na in allerijl ons te hebben aangekleed,kwamen we in de gang waar andere hotelgasten
verdwaasd stonden te kijken. Over luidsprekers werd ons gevraagd om op de
kamers te blijven en uiteindelijk was er niets aan de hand. Niet goed
uitgeslapen stonden we dan vroeg op want om 9uur zou een taxi ons komen ophalen
om naar het verhuurcentrum te rijden. Na de nodige formaliteiten te hebben
afgehandeld konden we vertrekken. Eerst bij een grootwarenhuis mondvoorraad
opslaan, tanken en we konden de baan op.
Het was wel even wennen aan die grote bak maar
met automatische versnellingsbak en cruisecontrol ging dat vlot.Langs de
Amerikaanse snelweg schiet dat lekker op, het is wel eentonig want veel valt er
onderweg niet veel te beleven, een uitgestrekt en dor landschap schuift aan ons
voorbij.
Van Nevada rijden we eerst een stukje door Arizona om in Utah te
komen. We rijden door de Virgin bergketen waar het iets groener begint te
worden. De rivier Virgin is hier voor verantwoordelijk. Die rivier ontspringt
nabij de Navajo woestijn om uit te monden in het Meadmeer dat uiteindelijk in
de Colorado terecht komt.
Ons eerste doel is het natuurpark Zion, waar we tegen de avond aankomen we
hebben inmiddels onze klok een uur vooruit moeten zetten want we hebben nu
Mountain time.
Op de camping Watchman hebben we een plaats gereserveerd en
kunnen we nog terecht want het is hier erg druk. De camping is gelegen aan het
begin van de Zion Canyon aan de rand van de Virginrivier.
Het is onze laatste dag in Vegas en aan de
overkant van de boulevard staat het reusachtige hotel Ceasars Palace en dat
willen we ook wel aan de binnenkant bekijken.
Zoals overal heerst hier ook weer
overdadige luxe en de interieurs zijn met Romeinse motieven uitgewerkt, de
speelzalen zijn zeer luxueus ingericht en zoals in alle speelzalen is er
nergens een klok te bespeuren die de tijd zou kunnen aangeven. De spelers mogen
daar niet aan denken. We nemen de bus naar Freemont Street want dit ligt
ongeveer 7 mijlen van ons hotel verwijderd.
In Freemont Street is eigenlijk het
gokgebeuren in de jaren 1930 ontstaan. De hele straat is overkapt en in die
overkapping zijn miljoenen lichtjes verwerkt die een feeëriek lichtspel zullen
opleveren. Om 8 uur begint dit lichtspel dat betoverende beelden brengt in een
razend tempo op de tonen van opzwepende muziek. Het is een passende afsluiting
van ons verblijf in Las Vegas.
Om 20 voor 7 worden we aan het hotel opgehaald
door een shuttlebus die ons naar het busdepot voert. Een comfortabele bus,
gemaakt door Van Hool zal ons naar de Grand Canyon voeren, het is een rit van
275 mijlen of ongeveer 450km. Op de Amerikaanse snelwegen schiet het goed op en
op de meeste plaatsen kan de chauffeur de maximum snelheid van 75mijl per uur
aan houden.
In het plaatsje Williams stoppen we voor de lunch bij het
treinstation van waar een ouderwetse trein naar de canyon rijdt. Tijdens de rit
merk je ook hoe uitgestrekt dit land is. De plaatsen liggen ver uit elkaar en
tussen in is er slechts een leeg landschap met wat struikgewas en cactus. Vaak
erg vlak met aan de horizon bergen. De Hoover dam kunnen we niet bekijken want
er mag geen verkeer meer over rijden wegens strenge veiligheidsmaatregelen.
Rond 12 uur bereiken we de Grand Canyon bij het bezoekerscentrum. Van op de
parking komen we via een korte wandeling bij het Mather Point vanwaar we onze
eerste blik krijgen op de Canyon. Het zicht is adembenemend en je hebt ogen te kort
om dit alles in je op te nemen.
De zon schijnt volop maar het is wat heiig zodat
de kleuren wat verzwakt zijn. We lopen langs de rand van decanyon naar een wat verder gelegen
uitzichtpunt. Bij elke bocht die het pad maakt verandert het uitzicht weer en
bekijk je de canyon weer van een andere hoek. Je kan ver kijken en in de diepte
zie je af en toe de rivier de Colorado. Het uitzicht is machtig en je krijgt er
niet genoeg van.
Bij het uitzichtpunt is ook een museum waar uitleg gegeven
wordt over de in de canyon gedane opgravingen. Daaruit blijkt dat daar reeds
lang voor onze jaartelling mensen woonden. We moeten op tijd terug naar de bus
want we rijden nog naar een ander punt Bright Angel point. Op die plaats
ontstond het eerste hotel waar bezoekers konden overnachten. De originele gebouwen
doen er nog steeds dienst. Ook vandaar krijgen we weer een magnifiek uitzicht
op de vallei, indrukwekkend. Verder op langs de rand bevindt zich een replica
van de adobe woningen, die gebruikt werden door de Indianen. In dit geval de
Hopi, op een podium voert een Hopi een traditionele dans uit met begeleiding
van trommel en gezang.
Het wordt tijd voor de terugkeer en we moeten ons terug
bij de bus melden. Waar de snelweg voorbij de Hooverdam komt krijgen we nog de
gelegenheid om snel een foto te maken vanuit de bus.
Met onderweg enkele
sanitaire stops komen we moe en voldaan terug in Vegas.
Het is weekend en op straat is het erg druk,
het weer is zonnig en erg warm. De aircos draaien overal op volle toeren en in
de gebouwen kan je verkoeling zoeken. Op Las Vegas boulevard of the Strip loop
je tussen een massa mensen en op de brede rijbanen rijdt een onafgebroken
stroom autos voorbij, nergens anders zie je zoveel limousines rijden.
In de
speelpaleizen zit overal veel volk aan de speeltafels en gokautomaten. Ik wil
20$ winnen en besluit niet te spelen, dus die heb ik alvast in de zak. Elk
hotel heeft zo zijn winkelgalerij de een al luxueuzer dan de andere. Al de grote merken zijn
vertegenwoordigt, en elke ontwerper heeft er zijn eigen winkel, wil je daar
gaan shoppen dan heb je wel een flink gevulde geldbuidel nodig.
Het is allemaal
erg overweldigend om te zien, je weet niet waar eerst te kijken. Om de drukke
straten over te steken kan je gebruik maken van voetgangersbruggen die je kan
bestijgen via roltrappen of liften. Van op deze bruggen krijg je ook een mooi
uitzicht op de Strip. Tegen de avond gaan de neonlichten aan en wordt het
effect nog versterkt.
De drukte op straat zwelt nog aan en overal lopen de
mensen met enorme glazen cocktails in de hand over straat. Voor het Bellagio hotel
bevindt zich een grote vijver waar s
avonds om het kwartier een prachtige show gegeven wordt met fonteinen die
oprijzen uit het water en als het ware een vuurwerk met water opvoeren,
schitterend.
We gaan op tijd naar bed want morgen moeten we vroeg op voor de
trip naar de Grand Canyon.
We staan om 5 uur op na een slapeloze nacht,
die koffie gisteren was beslist geen decaf. We moeten onze huurauto nog
afleveren en willen op tijd het vliegtuig halen. Dat ging heel vlot en de
controle op het vliegveld ging ook vlug maar wel grondig, het was de eerste
keer dat we door een bodyscanner moesten. Dat maakt dat we lang hebben moeten
wachten eer ons vliegtuig vertrok. Na twee korte vluchten, eerst naar Los
Angeles en dan naar Las Vegas, kwamen we op onze bestemming. Het eerste dat we
zagen in de aankomsthal waren speelautomaten. Het luchthavengebouw is erg mooi
en modern en reusachtig uitgestrekt. Met een ondergrondse tramlijn worden we
naar het gebouw vervoerd waar we onze bagage dienen op te pikken. Er zijn wel
18 van die carrousels waar de koffers aankomen. Er is een shuttledienst die ons
bij het hotel afzet. Het Imperial Palace is een wat verouderd gokpaleis aan de
Strip gelegen. Het is enorm druk aan de balie we moeten wel een half uur onze
beurt afwachten. De speelhal vol gokautomaten en allerhande speeltafels zijn
druk bezet.
Na ons in de hotelkamer geïnstalleerd te hebben trekken we naar de
Strip. Het weer is zonnig en warm prachtig weer om Las Vegas te verkennen. Het
is erg druk op straat en we lopen van het ene gokpaleis naar het andere. Je kan
er overal vrij inen uit lopen, de
interieurs zijn overal schitterend en luxueus. Bij het Venetian lijkthet wel of je op het San Marco plein bent in
Venetië.
Binnen heerst een overdadige luxe, op een kanaal varen gondeliers met
hun passagiers rond. De winkels liggen aan straten die Venetiaans aandoen,
inclusief blauwe hemel die de indrukt wekt dat je buiten loopt. Het gebouw waar
dit alles ligt moet echt enorm zijn. Aan de overzijde zien we Ceasars Palace
met zijn hoge hoteltorens en gebouwen in Romeinse stijl, ook weer overdonderend
groot.
Het begint te schemeren en de neonverlichting komt in werking en
verhoogt nog het effect van glitter en glamour. Bij een kopie van de Trevi
fontein gaan we rustig even zitten en kijken naar de voorbij lopende mensen.
Het was weer een drukke dag en we zoeken onze kamer op voor een goede
nachtrust.